Book Chapter: Verse

1 1Sa  17:40 |   hand, en hij koos zich vijf gladde stenen uit de beek, en legde
2 Psa  73:18 |      18 Immers zet Gij hen op gladde plaatsen; Gij doet hen vallen
3 Spre  26:28|       zij verbrijzelt; en een gladde mond maakt omstoting. ~  ~  ~  ~ ~
4 Jes  58:6  |                 6      Aan de gladde stenen der beken is uw deel,
5 Jer  23:12 |     hun weg hun zijn als zeer gladde plaatsen in de donkerheid;
6 Eze  24:7  |       midden van haar; op een gladde steenrots heeft zij dat
7 Eze  24:8  |      Ik ook haar bloed op een gladde steenrots gelegd, opdat
8 Eze  26:4  | wegvagen, en zal haar tot een gladde steenrots maken. ~
9 Eze  26:14 |        Ik zal u maken tot een gladde steenrots; gij zult zijn