Book Chapter: Verse

1 Gen  14:41 |         die tussen die stukken doorging. ~
2 Ric   8:25 |     wie voorbij hen op den weg doorging, beroofden zij; en het werd
3 1Sa  14:16 |        de menigte versmolt, en doorging, en geklopt werd; ~
4 Job  15:19 |  welker midden niemand vreemds doorging. ~
5 Psa  35:1  |       die hem wegjoeg, dat hij doorging. ~
6 Jer   2:6  |      in een land, waar niemand doorging, en waar geen mens woonde? ~
7 Eze  36:34 |     ogen van een ieder, die er doorging. ~
8 Zac   7:14 |     verwoest, zodat er niemand doorging, noch wederkeerde; want
9 Hand   6:22| Barnabas uit, dat hij het land doorging tot Antiochie toe. ~