Book Chapter: Verse

 1 Num  34:25 |      doen wederkeren tot zijn vrijstad, waarheen hij gevloden was;
 2 Num  34:26 |      gaan uit de palen zijner vrijstad, waarheen hij gevloden was, ~
 3 Num  34:27 | vinden buiten de palen zijner vrijstad; zo de bloedwreker den doodslager
 4 Num  34:28 |       28 Want hij zou in zijn vrijstad gebleven zijn tot den dood
 5 Num  34:32 |     die gevlucht is naar zijn vrijstad, dat hij zou wederkeren,
 6 Joz  21:13 |     van den priester Aaron de vrijstad des doodslagers, Hebron
 7 Joz  21:21 |     zij gaven hun Sichem, een vrijstad des doodslagers, en haar
 8 Joz  21:27 |   halven stam van Manasse, de vrijstad des doodslagers, Golan in
 9 Joz  22:5  |     den stam van Nafthali, de vrijstad des doodslagers, Kedes in
10 Joz  22:11 |       den stam van Gad nu, de vrijstad des doodslagers, Ramoth
11 1Kro   6:57|       zij steden van Juda, de vrijstad Hebron, en Libna en haar