Book Chapter: Verse

 1 Gen  12:3  | zegenen, en vervloeken, die u vloekt; en in u zullen alle geslachten
 2 Exo  21:17 |     zijn vader of zijn moeder vloekt, die zal zekerlijk gedood
 3 Num  23:8  |     ik vloeken, dien God niet vloekt; en wat zal ik schelden,
 4 Ric   4:47 |                            23 Vloekt Meroz, zegt de Engel des
 5 Ric   4:47 |     zegt de Engel des HEEREN, vloekt haar inwoners geduriglijk;
 6 Spre  11:26|       Wie koren inhoudt, dien vloekt het volk; maar de zegening
 7 Spre  20:20|     zijn vader of zijn moeder vloekt, diens lamp zal uitgeblust
 8 Pred   7:21|   niet hoort, dat uw knecht u vloekt. ~
 9 Jer  15:10 |           woeker gegeven, nog vloekt mij een ieder van hen. ~
10 Matt  15:4 |       en: Wie vader of moeder vloekt, die zal de dood sterven. ~
11 Mark   7:10|       en: wie vader of moeder vloekt, die zal den dood sterven. ~