Book Chapter: Verse

1001 1Tim   2:12|                 zij lere, noch over den man heerse, maar wil, dat zij
1002 1Tim   3:2 |         onberispelijk zijn, ener vrouwe man, wakker, matig, eerbaar,
1003 1Tim   5:1 |                     1 Bestraf een ouden man niet hardelijk, maar vermaan
1004 1Tim   5:16|                      16 Zo enig gelovig man, of gelovige vrouw weduwen
1005 2Tim   5:6 |           onberispelijk is, ener vrouwe man, gelovige kinderen hebbende,
1006 Tit   1:6  |           onberispelijk is, ener vrouwe man, gelovige kinderen hebbende,
1007 File   1:9 |                te weten Paulus, een oud man, en nu ook een gevangene
1008 Jako   1:8 |                      8 Een dubbelhartig man is ongestadig in al zijn
1009 Jako   1:12|                          12 Zalig is de man, die verzoeking verdraagt;
1010 Jako   1:23|              niet een dader, die is een man gelijk, welke zijn aangeboren
1011 Jako   2:2 |                 uw vergadering kwam een man met een gouden ring aan
1012 Jako   2:2 |                  en er kwam ook een arm man in met een slechte kleding; ~
1013 Jako   3:2 |          struikelt, die is een volmaakt man, machtig om ook het gehele
1014 2Pet   2:8 |                 Want deze rechtvaardige man, wonende onder hen, heeft
1015 Open  21:2 |                een bruid, die voor haar man versierd is. ~