Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
daden 39
dader 3
daders 2
dag 978
dage 423
dagelijks 32
dagelijkse 2
Frequency    [«  »]
998 ten
990 werd
979 aarde
978 dag
974 16
968 zou
966 jezus

Bijbel

IntraText - Concordances

dag

1-500 | 501-978

    Book Chapter: Verse
501 Est 52:4 | zij maakten denzelven een dag der maaltijden en der vreugde. ~ 502 Est 52:5 | zij maakten denzelven een dag der maaltijden en der vreugde. ~ 503 Est 52:6 | woonden, den veertienden dag der maand Adar ter vreugde 504 Est 52:6 | maaltijden, en een vrolijken dag, en der zending van delen 505 Est 52:8 | onderhouden den veertienden dag der maand Adar, en den vijftienden 506 Est 52:8 | Adar, en den vijftienden dag derzelve, in alle en in 507 Est 52:9 | van rouw in een vrolijken dag; dat zij dezelve dagen maken 508 Job 1:4 | maaltijden in ieders huis op zijn dag; en zij zonden henen, en 509 Job 1:6 | 6 Er was nu een dag, als de kinderen Gods kwamen, 510 Job 1:13 | 13 Er was nu een dag, als zijn zonen en zijn 511 Job 2:1 | 1 Wederom was er een dag, als de kinderen Gods kwamen, 512 Job 3:1 | mond, en vervloekte zijn dag. ~ 513 Job 3:3 | 3 De dag verga, waarin ik geboren 514 Job 3:4 | 4 Diezelve dag zij duisternis; dat God 515 Job 14:6 | als een dagloner aan zijn dag een welgevallen hebbe. ~ 516 Job 15:23 | bij zijn hand gereed is de dag der duisternis. ~ 517 Job 15:32 | 32 Als zijn dag nog niet is, zal hij vervuld 518 Job 17:12 | nacht verstellen zij in den dag; het licht is nabij den 519 Job 18:20 | 20 Over zijn dag zullen de nakomelingen verbaasd 520 Job 20:28 | zal al henenvloeien in den dag Zijns toorns. ~ 521 Job 37:23 | der benauwdheid, tot den dag des strijds en des oorlogs! ~ 522 Psa 1:2 | en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht. ~ 523 Psa 13:3 | droefenis in mijn hart bij dag? Hoe lang zal mijn vijand 524 Psa 19:3 | 3 De dag aan den dag stort overvloediglijk 525 Psa 19:3 | 3 De dag aan den dag stort overvloediglijk spraak 526 Psa 20:2 | De HEERE verhore u in den dag der benauwdheid; de Naam 527 Psa 25:5 | U verwacht ik den ganse dag. ~ 528 Psa 32:3 | mijn brullen den gansen dag. ~ 529 Psa 32:4 | 4 Want Uw hand was dag en nacht zwaar op mij; mijn 530 Psa 36:28 | gerechtigheid, en Uw lof den gansen dag. ~  ~ 531 Psa 38:13 | want Hij ziet, dat zijn dag komt. ~ 532 Psa 38:26 | 26 Den gansen dag ontfermt hij zich, en leent; 533 Psa 39:7 | nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart. ~ 534 Psa 39:13 | zij overdenken den gansen dag listen. ~ 535 Psa 42:18 | tranen zijn mij tot spijs dag en nacht; omdat zij den 536 Psa 42:18 | nacht; omdat zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is 537 Psa 42:25 | wederpartijders, als zij den gansen dag tot mij zeggen: Waar is 538 Psa 44:9 | God roemen wij den gansen dag, en Uw Naam zullen wij loven 539 Psa 44:16 | Mijn schande is den gansen dag voor mij, en de schaamte 540 Psa 44:23 | Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij worden geacht 541 Psa 50:15 | En roept Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal 542 Psa 52:3 | goedertierenheid duurt toch den gansen dag. ~ 543 Psa 55:11 | 11 Dag en nacht omringen zij haar 544 Psa 56:2 | op te slokken; den gansen dag dringt mij de bestrijder. ~ 545 Psa 56:3 | verspieders zoeken mij den gansen dag op te slokken; want ik heb 546 Psa 56:6 | 6 Den gansen dag verdraaien zij mijn woorden; 547 Psa 61:9 | ik mijn geloften betale, dag bij dag. ~ 548 Psa 61:9 | geloften betale, dag bij dag. ~ 549 Psa 68:20 | 20 Geloofd zij de HEERE; dag bij dag overlaadt Hij ons. 550 Psa 68:20 | Geloofd zij de HEERE; dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God 551 Psa 71:8 | worden met Uw lof, den gansen dag met Uw heerlijkheid. ~ 552 Psa 71:15 | gerechtigheid vertellen, den gansen dag Uw heil; hoewel ik de getallen 553 Psa 71:24 | gerechtigheid den gansen dag uitspreken, want zij zijn 554 Psa 72:15 | voor hem bidden; den gansen dag zal men hem zegenen. ~ 555 Psa 73:14 | 14 Dewijl ik den gansen dag geplaagd ben, en mijn straffing 556 Psa 74:16 | 16 De dag is Uwe, ook is de nacht 557 Psa 74:22 | dwaze wedervaart den gansen dag. ~ 558 Psa 78:42 | niet aan Zijn hand, aan den dag, toen Hij hen van den wederpartijder 559 Psa 84:11 | 11 Want een dag in Uw voorhoven is beter 560 Psa 86:3 | ik roep tot U den gansen dag. ~ 561 Psa 86:7 | 7 In den dag mijner benauwdheid roep 562 Psa 88:2 | HEERE, God mijns heils! bij dag, bij nacht roep ik voor 563 Psa 88:10 | ik roep tot U den gansen dag; ik strek mijn handen uit 564 Psa 88:18 | 18 Den gansen dag omringen zij mij als water; 565 Psa 89:17 | Zij zullen zich den gansen dag verheugen in Uw Naam, en 566 Psa 90:4 | jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan 567 Psa 96:2 | boodschapt Zijn heil van dag tot dag. ~ 568 Psa 96:2 | boodschapt Zijn heil van dag tot dag. ~ 569 Psa 102:9 | vijanden smaden mij al den dag; die tegen mij razen, zweren 570 Psa 110:3 | zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilig 571 Psa 118:24 | 24 Dit is de dag, dien de HEERE gemaakt heeft; 572 Psa 119:97 | mijn betrachting den gansen dag. ~ 573 Psa 136:8 | tot heerschappij op den dag; want Zijn goedertierenheid 574 Psa 137:7 | kinderen van Edom, aan den dag van Jeruzalem; die daar 575 Psa 139:12 | maar de nacht licht als de dag; de duisternis is als het 576 Psa 140:3 | in het hart denken, allen dag samenkomen om te oorlogen. ~ 577 Spre 4:18 | lichtende tot den vollen dag toe. ~ 578 Spre 6:34 | grimmigheid des mans; en in den dag der wraak zal hij niet verschonen. ~ 579 Spre 16:4 | ook den goddeloze tot den dag des kwaads. ~ 580 Spre 21:26 | 26      Den gansen dag begeert hij begeerlijke 581 Spre 21:31 | paard wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning 582 Spre 27:1 | Beroem u niet over den dag van morgen; want gij weet 583 Spre 27:1 | want gij weet niet, wat de dag zal baren. ~ 584 Spre 27:10 | uws broeders niet op den dag van uw tegenspoed. Beter 585 Spre 31:25 | lacht over den nakomenden dag. ~ 586 Pred 7:1 | naam, dan goede olie, en de dag des doods, dan de dag dat 587 Pred 7:1 | de dag des doods, dan de dag dat iemand geboren wordt. ~ 588 Pred 8:8 | geen heerschappij over den dag des doods; ook geen geweer 589 Pred 12:3 | 3      In den dag, wanneer de wachters des 590 Hoo 2:17 | 17      Totdat de dag aankomt, en de schaduwen 591 Hoo 3:11 | Zijn moeder kroonde op den dag Zijner bruiloft, en op den 592 Hoo 3:11 | Zijner bruiloft, en op den dag der vreugde      Zijns harten. ~  ~ ~ 593 Hoo 4:6 | 6      Totdat de dag aankomt, en de schaduwen 594 Hoo 8:8 | onze zuster doen in dien dag, als men van haar spreken 595 Jes 2:11 | HEERE alleen zal in dien dag verheven zijn. ~ 596 Jes 2:12 | 12      Want de dag des HEEREN der heirscharen 597 Jes 2:17 | HEERE alleen zal in die dag verheven zijn. ~ 598 Jes 2:20 | 20      In dien dag zal de mens zijn zilveren 599 Jes 3:7 | Zo zal hij in dien dag zijn hand opheffen, zeggende: 600 Jes 7:17 | niet gekomen zijn van dien dag af, dat Efraim van Juda 601 Jes 9:13 | tak en de bieze, op een dag. ~ 602 Jes 10:17 | en zijn distelen, op een dag. ~ 603 Jes 10:32 | 32      Nog een dag blijft hij te Nob; hij zal 604 Jes 13:6 | Huilt gijlieden, want de dag des HEEREN is nabij; hij 605 Jes 13:9 | 9      Ziet, de dag des HEEREN komt, gruwelijk, 606 Jes 13:13 | heirscharen, en vanwege den dag Zijns      hittigen toorns. ~ 607 Jes 17:11 | gemaaide zijn, in      den dag der krankheid en der pijnlijke 608 Jes 21:8 | wachttoren geduriglijk bij dag, en op mijn hoede zet ik 609 Jes 22:5 | 5      Want het is een dag van beroering, en van vertreding, 610 Jes 22:5 | het dal des gezicht, een dag van ontmuring des muurs,      611 Jes 27:3 | Ik hem bewaren nacht en dag. ~ 612 Jes 27:8 | Zijn harden wind, in den dag des oostenwinds. ~ 613 Jes 28:19 | zal hij doortrekken, bij dag en bij nacht; en het zal 614 Jes 28:24 | Ploegt de ploeger den gehelen dag om te zaaien? Opent en egt 615 Jes 28:24 | hij zijn land den gehelen dag? ~ 616 Jes 30:8 | blijve tot den laatsten dag, voor altoos, tot in eeuwigheid. ~ 617 Jes 30:25 | watervlieten zijn, in den dag der grote slachting, wanneer 618 Jes 34:8 | Want het zal zijn de dag der wraak des HEEREN, een 619 Jes 37:3 | Alzo zegt Hizkia: Deze dag is een dag der benauwdheid, 620 Jes 37:3 | Hizkia: Deze dag is een dag der benauwdheid, en der 621 Jes 38:12 | van den drom;      van den dag tot den nacht zult Gij mij 622 Jes 38:13 | beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult Gij 623 Jes 39:6 | tot een schat tot op dezen dag, naar Babel weggevoerd zal 624 Jes 43:13 | 13      Ook eer de dag was, ben Ik, en er is niemand, 625 Jes 47:9 | ogenblik overkomen, op een dag, de beroving van kinderen 626 Jes 48:7 | van toen af, en voor dezen dag hebt gij ze ook niet gehoord; 627 Jes 51:13 | vreest geduriglijk den gansen dag, vanwege de grimmigheid 628 Jes 52:5 | Naam geduriglijk den gansen dag gelasterd wordt; ~ 629 Jes 52:6 | zal het Mijn Naam in dien dag kennen, dat Ik het Zelf 630 Jes 57:12 | sterken drank zuipen; en de dag van morgen zal zijn als 631 Jes 59:5 | dat de mens zijn ziel een dag kwelle, dat hij zijn hoofd 632 Jes 59:5 | een vasten heten, en een dag den HEERE aangenaam? ~ 633 Jes 59:13 | uw lust op Mijn heiligen dag; en indien gij den sabbat 634 Jes 62:2 | welbehagen des HEEREN, en den dag der wraak onzes Gods; om 635 Jes 63:6 | die geduriglijk al den dag en al den nacht niet zullen 636 Jes 64:4 | 4      Want de dag der wraak was in Mijn hart, 637 Jes 66:2 | handen uitgebreid, den gansen dag tot een wederstrevig volk, 638 Jes 66:5 | neus, een vuur, den gansen dag brandende. ~ 639 Jes 67:8 | geboren worden op een enigen dag? Zou een volk kunnen geboren 640 Jer 3:25 | jeugd aan tot op dezen      dag; en wij zijn der stem des 641 Jer 6:4 | middag; o, wee ons! want de dag heeft zich gewend, want 642 Jer 7:25 | 25      Van dien dag af, dat uw vaders uit Egypteland 643 Jer 7:25 | uitgegaan, tot op dezen dag, zo heb Ik tot u gezonden 644 Jer 9:1 | springader van tranen! zo zou ik dag en nacht bewenen de verslagenen 645 Jer 11:7 | Egypteland opvoerde, tot op dezen dag, vroeg op zijnde en betuigende, 646 Jer 12:3 | slachting, en heilig ze tot den dag der doding. ~ 647 Jer 14:17 | tranen nederdalen nacht en dag, en niet ophouden; want 648 Jer 15:9 | ondergegaan, als het nog dag was; zij is beschaamd en 649 Jer 16:13 | gij andere goden dienen, dag en nacht, omdat Ik u geen      650 Jer 17:16 | ook heb ik den dodelijken dag niet begeerd, Gij weet het; 651 Jer 17:18 | worden; breng over hen den dag des      kwaads, en verbreek 652 Jer 20:7 | overmocht; ik ben den gansen dag tot een belachen, een ieder 653 Jer 20:8 | HEEREN woord den gansen dag tot smaad en tot schimp 654 Jer 20:14 | 14      Vervloekt zij de dag, op welken ik geboren ben; 655 Jer 20:14 | welken ik geboren ben; de dag, op welken mijn moeder mij 656 Jer 25:3 | koning van Juda, tot op dezen dag toe (dit is het drie en 657 Jer 27:22 | zullen zij zijn, tot den dag toe, dat Ik ze bezoeken 658 Jer 30:7 | 7      O wee! want die dag is zo groot, dat zijns gelijke 659 Jer 31:6 | 6      Want er zal een dag zijn, waarin de hoeders 660 Jer 32:20 | Egypteland, tot op dezen dag, zo in Israel, als onder 661 Jer 32:31 | deze stad geweest, van den dag af, dat zij haar gebouwd 662 Jer 32:31 | gebouwd hebben, tot op dezen dag toe; opdat Ik haar van Mijn 663 Jer 33:20 | gijlieden Mijn verbond van den dag; en Mijn verbond van den 664 Jer 33:20 | kondt vernietigen, zodat dag en nacht niet zijn op hun 665 Jer 33:25 | Mijn verbond niet is van dag en nacht; indien Ik de ordeningen 666 Jer 35:14 | gedronken tot op      dezen dag, maar het gebod huns vaders 667 Jer 36:2 | over al de volken, van den dag aan, dat Ik tot u gesproken      668 Jer 36:2 | Josia aan, tot op dezen dag. ~ 669 Jer 38:28 | der bewaring tot op den dag, dat Jeruzalem werd ingenomen; 670 Jer 41:4 | geschiedde nu op den tweeden dag, nadat hij Gedalia gedood 671 Jer 44:10 | Zij zijn tot op dezen dag nog niet verbrijzeld van 672 Jer 46:10 | 10      Maar deze dag is des HEEREN, des HEEREN 673 Jer 46:10 | HEEREN der heirscharen, een dag der wrake, dat Hij zich 674 Jer 46:21 | hebben niet gestaan; want de dag huns verderfs      is over 675 Jer 47:4 | 4   Vanwege den dag, die er komt om alle Filistijnen 676 Jer 50:27 | wee over hen, want hun dag is gekomen, de tijd hunner 677 Jer 50:31 | der heirscharen; want uw dag is gekomen, de tijd, dat 678 Jer 52:11 | gevangenhuis, tot      den dag zijns doods toe. ~ 679 Jer 52:34 | dagelijks bestemde deel op zijn dag, tot op den dag zijns doods, 680 Jer 52:34 | op zijn dag, tot op den dag zijns doods, al de dagen      681 Klaa 1:13 | ziek gemaakt den gansen dag. ~ 682 Klaa 1:21 | gedaan hebt; als Gij den dag zult voortgebracht hebben,      683 Klaa 1:23 | voeten niet gedacht in den dag Zijns toorns. ~ 684 Klaa 1:29 | stem verheven als op den dag eens gezetten hoogtijds. ~ 685 Klaa 1:38 | verslonden; dit is immers de dag, dien wij verwacht hebben, 686 Klaa 1:40 | der dochter Sions, laat dag en nacht tranen afvlieten 687 Klaa 1:43 | gevallen; Gij hebt ze in den dag Uws toorns gedood,      688 Klaa 1:44 | rondom geroepen, als tot een dag eens gezetten hoogtijds; 689 Klaa 1:44 | en er is niemand aan den dag des toorns des HEEREN ontkomen 690 Klaa 1:47 | heeft Zijn hand den gansen dag veranderd. ~ 691 Klaa 1:58 | hun snarenspel den gansen dag. ~ 692 Klaa 1:106| dichten tegen mij den gansen dag. ~ 693 Eze 2:3 | op dezen zelven huidigen dag. ~ 694 Eze 4:6 | heb u gegeven elken      dag voor elk jaar. ~ 695 Eze 7:7 | de tijd is gekomen, de dag der beroerte is nabij, en 696 Eze 7:10 | 10      Ziet, de dag, ziet, de morgenstond is 697 Eze 7:12 | De tijd is gekomen, de dag is genaakt; de koper zij 698 Eze 12:3 | vertrekking; en vertrek bij dag voor hun ogen; en gij zult 699 Eze 12:4 | zult dan uw gereedschap bij dag voor hun ogen uitbrengen, 700 Eze 12:7 | mijn gereedschap uit bij dag, als het gereedschap dergenen, 701 Eze 20:29 | genoemd hoogte, tot op dezen dag toe. ~ 702 Eze 20:31 | uw drekgoden tot op dezen dag toe; en zou Ik van u gevraagd      703 Eze 21:25 | vorst van Israel, wiens dag komen zal, ten tijde der 704 Eze 21:29 | goddelozen verslagen zijn, welker dag gekomen was ten tijde der      705 Eze 23:39 | kwamen zij op dienzelven dag in Mijn heiligdom, om dat 706 Eze 24:2 | schrijf u den naam van den dag op, even van dezen zelfden 707 Eze 24:2 | even van dezen zelfden dag; de koning van Babel legt 708 Eze 24:2 | Jeruzalem, even op dezen zelfden dag. ~ 709 Eze 28:15 | volkomen in uw wegen, van den dag af, dat gij geschapen zijt, 710 Eze 30:2 | Heere HEERE: Huilt: Ach die dag! ~ 711 Eze 30:3 | 3      Want de dag is nabij, ja, de dag des 712 Eze 30:3 | de dag is nabij, ja, de dag des HEEREN is nabij, een 713 Eze 30:3 | HEEREN is nabij, een wolkige dag, het zal der heidenen tijd 714 Eze 30:9 | bij hen zijn, als in den dag van      Egypte; want ziet, 715 Eze 30:18 | En te Tachpanhes zal de dag verduisterd worden, als 716 Eze 39:8 | de Heere HEERE; dit is de dag, van welken Ik gesproken 717 Eze 39:22 | hunlieder God ben, van dien dag af en voortaan. 718 Eze 40:1 | even op      dienzelfden dag, was de hand des HEEREN 719 Eze 43:22 | 22      En op den tweeden dag zult gij een volkomen geitenbok 720 Eze 43:27 | zal het op den achtsten dag en voortaan geschieden, 721 Eze 45:21 | maand, op den veertienden dag der maand, zal ulieden het 722 Eze 45:22 | de vorst zal op denzelven dag voor zichzelven, en voor 723 Eze 45:25 | maand, op den vijftienden dag der maand zal hij op het 724 Eze 46:1 | zij geopend worden op den dag van de nieuwe maan. ~ 725 Eze 46:6 | 6      Maar op den dag van de nieuwe maan, een 726 Eze 48:35 | naam der stad zal van dien dag af zijn: De HEERE Is ALDAAR. ~ 727 Dan 1:5 | verordende hun, wat men ze dag bij dag geven zou van de 728 Dan 1:5 | hun, wat men ze dag bij dag geven zou van de stukken 729 Dan 10:4 | den vier en twintigsten dag der eerste maand, zo was 730 Dan 10:12 | Daniel! want van den eersten dag aan, dat gij uw hart begaaft, 731 Hos 1:11 | land optrekken; want de dag van Jizreel zal groot zijn. ~ 732 Hos 4:5 | Daarom zult gij vallen bij dag, ja, zelfs de profeet zal 733 Hos 6:2 | levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, 734 Hos 7:5 | 5      Het is de dag onzes konings; de vorsten 735 Hos 12:2 | oostenwind na; den gansen dag vermenigvuldigt hij leugen 736 Joe 1:15 | 15      Ach, die dag! want de dag des HEEREN 737 Joe 1:15 | Ach, die dag! want de dag des HEEREN is nabij, en 738 Joe 2:1 | lands beroerd zijn, want de dag des HEEREN komt, want hij 739 Joe 2:2 | 2      Een dag van duisternis en donkerheid, 740 Joe 2:2 | duisternis en donkerheid, een dag van wolken en dikke duisterheid, 741 Joe 2:11 | doende Zijn woord; want de dag des HEEREN is groot en zeer 742 Joe 2:31 | die grote en vreselijke dag des HEEREN komt. ~ 743 Joe 3:14 | des dorswagens; want de dag des HEEREN is nabij, in 744 Amos 5:8 | morgenstond verandert, en den dag als den nacht verduistert; 745 Amos 5:18 | Wee dien, die des HEEREN dag begeren! Waartoe toch zal 746 Amos 5:18 | Waartoe toch zal ulieden de dag des HEEREN zijn? Hij zal 747 Amos 5:20 | Zal dan niet des HEEREN dag duisternis zijn, en geen 748 Amos 6:3 | Gij, die den bozen dag verre stelt, en den stoel 749 Amos 8:10 | deszelfs einde als een bitteren dag. ~ 750 Oba 1:12 | niet gezien hebben op den dag uws broeders, den dag zijner 751 Oba 1:12 | den dag uws broeders, den dag zijner vervreemding; noch 752 Oba 1:15 | 15      Want de dag des HEEREN is nabij, over 753 Mic 3:6 | profeten ondergaan; en de dag      zal over hen zwart 754 Mic 7:4 | scherper dan een doornheg; de dag uwer wachters, uw bezoeking, 755 Nah 1:7 | Hij is ter sterkte in den dag der benauwdheid, en Hij 756 Zep 1:7 | des Heeren HEEREN; want de dag des HEEREN is nabij; want 757 Zep 1:8 | het zal geschieden in den dag van het slachtoffer des 758 Zep 1:14 | 14      De grote dag des HEEREN is nabij; hij 759 Zep 1:14 | haastende; de stem van den dag des HEEREN; de held zal 760 Zep 1:15 | 15      Die dag zal een dag der verbolgenheid 761 Zep 1:15 | 15      Die dag zal een dag der verbolgenheid zijn; 762 Zep 1:15 | verbolgenheid zijn; een dag der benauwdheid en des angstes, 763 Zep 1:15 | benauwdheid en des angstes, een dag der woestheid en verwoesting, 764 Zep 1:15 | woestheid en verwoesting, een dag der duisternis en der donkerheid, 765 Zep 1:15 | der donkerheid, een      dag der wolk en der dikke donkerheid; ~ 766 Zep 1:16 | 16      Een dag der bazuin en des geklanks 767 Zep 2:2 | bare (gelijk kaf gaat de dag voorbij), terwijl de hittigheid 768 Zep 2:2 | nog niet komt; terwijl de dag van den toorn des HEEREN 769 Zep 2:3 | verborgen worden in den dag van      den toorn des HEEREN. ~ 770 Zac 1:7 | den vier en twintigsten dag, in de elfde maand (die 771 Zac 3:9 | ongerechtigheid dezes lands op een dag wegnemen. ~ 772 Zac 4:10 | Want wie veracht den dag der kleine dingen? daar 773 Zac 14:1 | 1      Ziet, de dag komt den HEERE, dat uw roof 774 Zac 14:7 | Maar het zal een enige dag zijn, die den HEERE bekend 775 Zac 14:7 | bekend zal zijn; het zal noch dag, noch nacht zijn; en het 776 Mal 3:2 | 2      Maar wie zal den dag Zijner toekomst verdragen, 777 Mal 3:7 | 7      Van uwer vaderen dag af, zijt gij afgeweken van 778 Mal 4:1 | 1   Want ziet, die dag komt, brandende als een 779 Mal 4:1 | zijn, en de toekomstige dag zal ze in brand zetten,   780 Mal 4:5 | grote en die vreselijke dag des HEEREN komen zal. ~ 781 Matt 6:34 | voor het zijne zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs 782 Matt 10:15 | verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan dezelve 783 Matt 11:22 | verdragelijker zijn in den dag des oordeels, dan ulieden. ~ 784 Matt 11:23 | zouden tot op den huidigen dag gebleven zijn. ~ 785 Matt 11:24 | verdragelijker zal zijn in den dag des oordeels, dan u. ~ 786 Matt 12:36 | rekenschap geven in den dag des oordeels. ~ 787 Matt 14:6 | 6 Maar als de dag der geboorte van Herodes 788 Matt 20:6 | staat gij hier den gehele dag ledig? ~ 789 Matt 22:46 | iemand durfde Hem van dien dag aan iets meer vragen. ~  ~  ~  790 Matt 24:36 | 36 Doch van dien dag en die ure weet niemand, 791 Matt 24:38 | huwelijk uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in 792 Matt 25:13 | waakt dan; want gij weet den dag niet, noch de ure, in welke 793 Matt 26:17 | 17 En op den eerste dag der ongehevelde broden kwamen 794 Matt 26:29 | des wijnstoks, tot op dien dag, wanneer Ik met u dezelve 795 Matt 27:8 | bloeds, tot op den huidigen dag. ~ 796 Matt 27:64 | verzekerd worde tot den derden dag toe, opdat Zijn discipelen 797 Matt 28:1 | lichten, tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdalena, 798 Matt 28:15 | Joden tot op den huidigen dag. ~ 799 Mark 4:27 | sliep, en opstond, nacht en dag; en het zaad uitsproot en 800 Mark 4:35 | 35 En op denzelfden dag, als het nu avond geworden 801 Mark 5:5 | hij was altijd, nacht en dag, op de bergen en in de graven, 802 Mark 6:11 | verdragelijker zijn in den dag des oordeels dan dezelve 803 Mark 6:21 | En als er een welgelegen dag gekomen was, toen Herodes, 804 Mark 6:21 | was, toen Herodes, op den dag zijner geboorte, een maaltijd 805 Mark 6:35 | En als het nu laat op den dag geworden was, kwamen Zijn 806 Mark 6:35 | en het is nu laat op den dag; ~ 807 Mark 13:32 | 32 Maar van dien dag en die ure weet niemand, 808 Mark 14:12 | 12 En op den eersten dag der ongehevelde broden, 809 Mark 14:25 | des wijnstoks, tot op dien dag, wanneer Ik dezelve nieuw 810 Mark 16:2 | zeer vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot 811 Mark 16:9 | morgens vroeg, op den eersten dag der week, verscheen Hij 812 Luk 1:20 | kunnen spreken, tot op den dag, dat deze dingen geschied 813 Luk 1:59 | dat zij op den achtsten dag kwamen, om het kindeken 814 Luk 1:80 | in de woestijnen, tot den dag zijner vertoning aan Israel. ~  ~  ~  ~ ~ 815 Luk 2:37 | bidden, God dienende nacht en dag. ~ 816 Luk 4:16 | naar Zijn gewoonte, op den dag des sabbats in de synagoge; 817 Luk 4:42 | 42 En als het dag werd, ging Hij uit, en trok 818 Luk 6:13 | 13 En als het dag was geworden, riep Hij Zijn 819 Luk 6:23 | 23 Verblijdt u in dien dag, en zijt vrolijk; want, 820 Luk 7:11 | geschiedde op den volgenden dag, dat Hij ging naar een stad, 821 Luk 9:12 | 12 En de dag begon te dalen; en de twaalven, 822 Luk 10:12 | verdragelijker wezen zal in dien dag, dan dezelve stad. ~ 823 Luk 11:3 | 3 Geef ons elken dag ons dagelijks brood. ~ 824 Luk 13:14 | genezen, en niet op den dag des sabbats. ~ 825 Luk 13:16 | worden van dezen band, op den dag des sabbats? ~ 826 Luk 13:33 | morgen, en den volgenden dag reizen; want het gebeurt 827 Luk 14:5 | terstond zal uittrekken op den dag des sabbats? ~ 828 Luk 16:19 | lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig. ~ 829 Luk 17:24 | des mensen wezen in Zijn dag. ~ 830 Luk 17:27 | huwelijk gegeven, tot den dag, op welken Noach in de ark 831 Luk 17:29 | 29 Maar op den dag, op welken Lot van Sodom 832 Luk 17:30 | alzo zal het zijn in den dag, op welken de Zoon des mensen 833 Luk 17:31 | 31 In dienzelven dag, wie op het dak zal zijn, 834 Luk 18:7 | Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, 835 Luk 19:42 | bekendet, ook nog in dezen uw dag, hetgeen tot uw vrede dient! 836 Luk 21:34 | dezes levens, en dat u die dag niet onvoorziens over kome. ~ 837 Luk 22:7 | 7 En de dag der ongehevelde broden kwam, 838 Luk 22:66 | 66 En als het dag geworden was, vergaderden 839 Luk 23:12 | 12 En op denzelfde dag werden Pilatus en Herodes 840 Luk 23:54 | 54 En het was de dag der voorbereiding, en de 841 Luk 24:1 | 1 En op den eersten dag der week, zeer vroeg in 842 Luk 24:13 | hen gingen op denzelfden dag naar een vlek, dat zestig 843 Luk 24:21 | alles, is het heden de derde dag, van dat deze dingen geschied 844 Luk 24:29 | is bij den avond, en de dag is gedaald. En Hij ging 845 Joha 1:40 | Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent 846 Joha 2:1 | 1 En op den derden dag was er een bruiloft te Kana 847 Joha 5:9 | was sabbat op denzelven dag. ~ 848 Joha 7:37 | 37 En op den laatsten dag, zijnde de grote dag van 849 Joha 7:37 | laatsten dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus 850 Joha 8:56 | verlangd, opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem 851 Joha 9:4 | gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer 852 Joha 11:9 | niet twaalf uren in den dag? Indien iemand in den dag 853 Joha 11:9 | dag? Indien iemand in den dag wandelt, zo stoot hij zich 854 Joha 11:53 | 53 Van dien dag dan af beraadslaagden zij 855 Joha 12:7 | heeft dit bewaard tegen den dag Mijner begrafenis. ~ 856 Joha 14:20 | 20 In dien dag zult gij bekennen, dat Ik 857 Joha 16:23 | 23 En in dien dag zult gij Mij niets vragen. 858 Joha 16:26 | 26 In dien dag zult gij in Mijn Naam bidden; 859 Joha 19:31 | voorbereiding was (want die dag des sabbats was groot), 860 Joha 20:1 | 1 En op den eersten dag der week ging Maria Magdalena 861 Joha 20:19 | was, op denzelven eersten dag der week, en als de deuren 862 Hand 1:2 | 2 Tot op den dag, in welken Hij opgenomen 863 Hand 1:22 | doop van Johannes, tot den dag toe, in welken Hij van ons 864 Hand 2:1 | 1 En als de dag van het Pinkster feest vervuld 865 Hand 2:15 | eerst de derde ure van de dag. ~ 866 Hand 2:20 | de grote en doorluchtige dag des Heeren komt. ~ 867 Hand 2:29 | is onder ons tot op dezen dag. ~ 868 Hand 2:41 | gedoopt; en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent 869 Hand 4:3 | bewaring tot den anderen dag; want het was nu avond. ~ 870 Hand 6:48 | 18 En als het dag was geworden, was er geen 871 Hand 6:51 | 21 En op een gezetten dag, Herodes, een koninklijk 872 Hand 7:14 | zijnde in de synagoge op den dag des sabbats, zaten zij neder. ~ 873 Hand 7:27 | profeten, die op elken sabbat dag gelezen worden, Hem veroordelende, 874 Hand 10:11 | Samothrace, en den volgende dag naar Neapolis. ~ 875 Hand 10:13 | 13 En op den dag des sabbats gingen wij buiten 876 Hand 10:35 | 35 En als het dag geworden was, zonden de 877 Hand 11:31 | 31 Daarom dat Hij een dag gesteld heeft, op welken 878 Hand 13:40 | verklaagd worden om den dag van heden, alzo er geen 879 Hand 14:7 | 7 En op den eersten dag der week, als de discipelen 880 Hand 14:15 | kwamen wij den volgenden dag tegen Chios over, en des 881 Hand 14:15 | bleven te Trogyllion, en den dag daaraan kwamen wij te Milete. ~ 882 Hand 14:18 | Gijlieden weet, van den eersten dag af, dat ik in Azie ben aangekomen, 883 Hand 14:26 | ulieden op deze huidigen dag, dat ik rein ben van het 884 Hand 14:31 | drie jaren lang nacht en dag, niet opgehouden heb een 885 Hand 15:1 | en kwamen te Kos, en den dag daaraan te Rhodus, en van 886 Hand 15:7 | gegroet hebbende, bleven een dag bij hen. ~ 887 Hand 15:18 | 18 En den volgenden dag ging Paulus met ons in tot 888 Hand 15:26 | mannen met zich, en den dag daaraan met hen geheiligd 889 Hand 17:1 | God gewandeld tot op dezen dag. ~ 890 Hand 17:12 | 12 En als het dag geworden was, maakten sommigen 891 Hand 20:7 | geslachten, geduriglijk nacht en dag God dienende, verhopen te 892 Hand 20:13 | koning, in het midden van den dag, op den weg een licht, boven 893 Hand 20:22 | hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden klein 894 Hand 21:18 | deden zij den volgende dag een uitworp; ~ 895 Hand 21:19 | 19 En den derden dag wierpen wij met onze eigen 896 Hand 21:29 | uit, en wensten, dat het dag werd. ~ 897 Hand 21:33 | 33 En ondertussen dat het dag zou worden, vermaande Paulus 898 Hand 21:33 | Het is heden de veertiende dag, dat gij verwachtende blijft 899 Hand 21:39 | 39 En toen het dag werd, kenden zij het land 900 Hand 22:13 | Regium; en alzo, na een dag, de wind zuid werd, kwamen 901 Hand 22:13 | kwamen wij den tweeden dag te Puteoli; ~ 902 Hand 22:23 | 23 En als zij hem een dag gesteld hadden, kwamen er 903 Rom 2:5 | toorn als een schat, in den dag des toorns, en der openbaring 904 Rom 2:16 | 16 In den dag wanneer God de verborgene 905 Rom 8:36 | Uwentwil worden wij den gansen dag gedood; wij zijn geacht 906 Rom 10:21 | Israel zegt Hij: Den gehelen dag heb Ik Mijn handen uitgestrekt 907 Rom 11:8 | horen) tot op den huidigen dag. ~ 908 Rom 13:12 | is voorbijgegaan, en de dag is nabij gekomen. Laat ons 909 Rom 13:13 | 13 Laat ons, als in den dag, eerlijk wandelen; niet 910 Rom 14:5 | De een acht wel den enen dag boven den anderen dag; maar 911 Rom 14:5 | enen dag boven den anderen dag; maar de ander acht al de 912 Rom 14:6 | 6 Die den dag waarneemt, die neemt hem 913 Rom 14:6 | waar den Heere; en die den dag niet waarneemt, die neemt 914 1Kor 1:8 | onstraffelijk te zijn in den dag van onzen Heere Jezus Christus. ~ 915 1Kor 3:13 | openbaar worden; want de dag zal het verklaren, dewijl 916 1Kor 5:5 | behouden moge worden in den dag van den Heere Jezus. ~ 917 1Kor 10:8 | hebben, en er vielen op een dag drie en twintig duizend. ~ 918 1Kor 16:2 | 2 Op elken eersten dag der week, legge een iegelijk 919 1Kor 16:8 | blijven tot den pinkster dag. ~ 920 2Kor 1:14 | ook de onze zijt, in den dag van den Heere Jezus. ~ 921 2Kor 3:14 | geworden; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde 922 2Kor 3:15 | 15 Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen 923 2Kor 4:16 | inwendige vernieuwd van dag tot dag. ~ 924 2Kor 4:16 | inwendige vernieuwd van dag tot dag. ~ 925 2Kor 6:2 | Ik u verhoord, en in den dag der zaligheid heb Ik u geholpen. 926 2Kor 6:2 | tijd, ziet, nu is het de dag der zaligheid! ~ 927 2Kor 11:25 | geleden, een gansen nacht en dag heb ik in de diepte doorgebracht. ~ 928 Efez 4:30 | gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing. ~ 929 Efez 6:13 | wederstaan in den bozen dag, en alles verricht hebbende, 930 Fili 1:5 | Evangelie, van den eersten dag af tot nu toe; ~ 931 Fili 1:6 | voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus; ~ 932 Fili 1:10 | aanstoot te geven, tot den dag van Christus; ~ 933 Fili 2:16 | mij tot een roem tegen den dag van Christus, dat ik niet 934 Kol 1:6 | gelijk ook onder u, van dien dag af dat gij gehoord hebt, 935 Kol 1:9 | Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, 936 1The 2:9 | en moeite; want nacht en dag werkende, opdat wij niemand 937 1The 3:10 | 10 Nacht en dag zeer overvloediglijk biddende, 938 1The 5:2 | zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, 939 1The 5:4 | in duisternis, dat u die dag als een dief zou bevangen. ~ 940 2The 1:10 | geloofd geworden) in dien dag. ~ 941 2The 2:2 | ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande 942 2The 3:8 | arbeid en moeite, nacht en dag werkende, opdat wij niet 943 1Tim 5:5 | smekingen en gebeden nacht en dag. ~ 944 2Tim 1:3 | in mijn gebeden nacht en dag; ~ 945 2Tim 1:12 | weggelegd, te bewaren tot dien dag. ~ 946 2Tim 1:18 | vinde bij den Heere, in dien dag; en hoeveel hij mij te Efeze 947 2Tim 4:8 | rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen 948 Heb 4:4 | ergens van den zevenden dag aldus gesproken: En God 949 Heb 4:4 | God heeft op den zevenden dag van al Zijn werken gerust. ~ 950 Heb 4:7 | Hij wederom een zekeren dag, namelijk heden, door David 951 Heb 4:8 | gesproken van een anderen dag. ~ 952 Heb 7:27 | 27 Dien het niet allen dag nodig was, gelijk den hogepriesters, 953 Heb 10:25 | meer, als gij ziet, dat de dag nadert. ~ 954 Jako 5:5 | harten gevoed als in een dag der slachting. ~ 955 1Pet 2:12 | verheerlijken mogen in den dag der bezoeking. ~ 956 2Pet 1:19 | duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster 957 2Pet 2:8 | wonende onder hen, heeft dag op dag zijn rechtvaardige 958 2Pet 2:8 | onder hen, heeft dag op dag zijn rechtvaardige ziel 959 2Pet 2:9 | onrechtvaardigen te bewaren tot den dag des oordeels, om gestraft 960 2Pet 3:4 | toekomst? Want van dien dag, dat de vaders ontslapen 961 2Pet 3:7 | ten vure bewaard tegen den dag des oordeels, en der verderving 962 2Pet 3:8 | onbekend, geliefden, dat een dag bij den Heere is als duizend 963 2Pet 3:8 | en duizend jaren als een dag. ~ 964 2Pet 3:10 | 10 Maar de dag des Heeren zal komen als 965 2Pet 3:12 | tot de toekomst van den dag Gods, in welken de hemelen, 966 2Pet 3:18 | heerlijkheid, beide nu en in de dag der eeuwigheid. Amen. ~ 967 1Joh 4:17 | vrijmoedigheid mogen hebben in den dag des oordeels, namelijk dat 968 Open 1:10 | was in den geest op den dag des Heeren; en ik hoorde 969 Open 4:8 | ogen; en hebben geen rust dag en nacht, zeggende: Heilig, 970 Open 6:17 | 17 Want de grote dag Zijns toorns is gekomen, 971 Open 7:15 | troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel; 972 Open 8:12 | dat het derde deel van den dag niet zou lichten; en van 973 Open 9:15 | bereid waren tegen de ure, en dag, en maand, en jaar, opdat 974 Open 12:10 | verklaagde voor onzen God dag en nacht is nedergeworpen. ~ 975 Open 14:11 | en zij hebben geen rust dag en nacht, die het beest 976 Open 16:14 | den krijg van dien groten dag des almachtigen Gods. ~ 977 Open 18:8 | zullen haar plagen op een dag komen, namelijk dood, en 978 Open 20:10 | zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid. ~


1-500 | 501-978

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License