Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zottelijk 6
zotten 25
zottinnen 1
zou 968
zoude 62
zouden 465
zoudt 233
Frequency    [«  »]
979 aarde
978 dag
974 16
968 zou
966 jezus
949 ben
944 17

Bijbel

IntraText - Concordances

zou

1-500 | 501-968

    Book Chapter: Verse
1 Gen 2:19 | zien, hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam alle levende 2 Gen 2:19 | levende ziel noemen zoude, dat zou haar naam zijn. ~ 3 Gen 17:13 | Sara gelachen, zeggende: Zou ik ook waarlijk baren, nu 4 Gen 17:14 | 14 Zou iets voor den HEERE te wonderlijk 5 Gen 17:25 | goddeloze, verre zij het van U! zou de Rechter der ganse aarde 6 Gen 20:7 | 7 Voorts zeide zij: Wie zou Abraham gezegd hebben: Sara 7 Gen 31:31 | 31 En zij zeiden: Zou hij dan met onze zuster 8 Gen 35:27 | ten tijde, als zij baren zou, ziet, zo waren tweelingen 9 Gen 38:25 | zakken met koren vullen zou, en dat men hun geld wederkeerde, 10 Gen 39:7 | geweten, dat hij zeggen zou: Brengt uw broeder af? ~ 11 Gen 40:34 | welke mijn vader overkomen zou. ~  ~  ~  ~ 12 Gen 43:26 | dat Farao het vijfde deel zou hebben; behalve dat alleen 13 Gen 43:29 | naderden, dat hij sterven zou, zo riep hij zijn zoon Jozef, 14 Exo 2:4 | te weten, wat hem gedaan zou worden. ~ 15 Exo 3:11 | ben ik, dat ik tot Farao zou gaan; en dat ik de kinderen 16 Exo 3:11 | kinderen Israels uit Egypte zou voeren? ~ 17 Exo 5:2 | Wiens stem ik gehoorzamen zou, om Israel te laten trekken? 18 Exo 6:3 | opgericht, dat Ik hun geven zou het land Kanaan, het land 19 Exo 6:7 | Abraham, Izak, en Jakob geven zou; en Ik zal het ulieden geven 20 Exo 6:11 | naar mij niet gehoord; hoe zou mij dan Farao horen? daartoe 21 Exo 9:15 | volk met de pestilentie zou slaan, en dat gij van de 22 Exo 11:5 | die op zijn troon zitten zou, tot den eerstgeborene der 23 Exo 12:29 | die op zijn troon zitten zou, tot op den eerstgeborene 24 Exo 20:20 | vreze voor uw aangezicht zou zijn, dat gij niet zondigdet. ~ 25 Exo 22:27 | kleed over zijn huid; waarin zou hij liggen? Het zal dan 26 Exo 29:46 | het midden van hen wonen zou; Ik ben de HEERE, hun God. ~  ~ 27 Exo 32:11 | hij zeide: O HEERE! waarom zou Uw toorn ontsteken tegen 28 Exo 32:33 | de HEERE tot Mozes: Dien zou Ik uit Mijn boek delgen, 29 Exo 33:11 | hij zeide: O HEERE! waarom zou Uw toorn ontsteken tegen 30 Exo 33:33 | de HEERE tot Mozes: Dien zou Ik uit Mijn boek delgen, 31 Exo 34:5 | hardnekkig volk; in een ogenblik zou Ik in het midden van ulieden 32 Exo 34:5 | van ulieden optrekken, en zou u vernielen; doch nu, legt 33 Exo 34:14 | 14 Hij dan zeide: Zou Mijn aangezicht moeten medegaan, 34 Exo 34:16 | 16 Want waarbij zou nu bekend worden, dat ik 35 Lev 4:2 | geboden des HEEREN, dat niet zou gedaan worden, en tegen 36 Lev 4:22 | zal hebben, hetwelk niet zou gedaan worden, zodat hij 37 Lev 4:27 | HEEREN, dat niet gedaan zou worden, zodat hij schuldig 38 Lev 5:17 | des HEEREN, hetwelk niet zou gedaan worden, al is het 39 Lev 10:19 | heden het zondoffer gegeten, zou dat goed geweest zijn in 40 Lev 13:2 | een plaag der melaatsheid zou worden, hij zal dan tot 41 Lev 13:51 | vel, tot wat werk dat vel zou mogen gemaakt zijn, die 42 Lev 20:3 | heiligen Naam ontheiligen zou. ~ 43 Lev 22:20 | een gebrek is; want het zou niet aangenaam zijn voor 44 Lev 22:23 | bereiden; doch tot een gelofte zou het niet aangenaam zijn. ~ 45 Lev 23:12 | HEEREN, verklaring geschieden zou. ~ 46 Num 6:9 | hoofd van zijn Nazireerschap zou verontreinigd hebben, zo 47 Num 11:13 | 13 Van waar zou ik het vlees hebben, om 48 Num 11:23 | de HEERE zeide tot Mozes: Zou dan des HEEREN hand verkort 49 Num 12:14 | aangezicht gespogen had, zou zij niet zeven dagen beschaamd 50 Num 14:3 | kinderkens ten roof worden? Zou het ons niet goed zijn naar 51 Num 14:30 | opgeheven heb, dat Ik u daarin zou doen wonen, behalve Kaleb, 52 Num 15:34 | verklaard, wat hem gedaan zou worden. ~ 53 Num 23:19 | geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, 54 Num 23:19 | kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en 55 Num 23:19 | dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet 56 Num 24:11 | gezegd, dat ik u hoog vereren zou; maar zie, de HEERE heeft 57 Num 27:4 | 4 Waarom zou de naam onzes vaders uit 58 Num 34:28 | 28 Want hij zou in zijn vrijstad gebleven 59 Num 34:32 | naar zijn vrijstad, dat hij zou wederkeren, om te wonen 60 Num 35:3 | vrouwen zouden worden, zo zou haar erfenis van de erfenis 61 Num 35:3 | zij geworden zouden; alzo zou van het lot onzer erfenis 62 Num 35:4 | jubeljaar zullen hebben, zo zou haar erfenis toegedaan zijn 63 Num 35:4 | zouden geworden zijn; alzo zou haar erfenis van de erfenis 64 Deu 1:8 | en hun zaad na hen geven zou. ~ 65 Deu 4:14 | inzettingen en rechten leren zou; opdat gij die deedt in 66 Deu 4:21 | ik over de Jordaan niet zou gaan, en dat ik niet zou 67 Deu 4:21 | zou gaan, en dat ik niet zou komen in dat goede land, 68 Deu 5:25 | sterven? Want dit grote vuur zou ons verteren; indien wij 69 Deu 7:4 | en de toorn des HEEREN zou tegen ulieden ontsteken, 70 Deu 7:17 | zijn meerder dan ik; hoe zou ik hen uit de bezitting 71 Deu 9:2 | welke gij gehoord hebt: Wie zou bestaan voor het aangezicht 72 Deu 9:25 | had, dat Hij u verdelgen zou. ~ 73 Deu 19:6 | achterhale, omdat de weg te verre zou zijn, en hem sla aan het 74 Deu 19:15 | van alle zonde, die hij zou mogen zondigen; op den mond 75 Deu 23:21 | zekerlijk van u eisen, en zonde zou in u zijn. ~ 76 Joz 2:5 | geschiedde, als men de poort zou sluiten, als het duister 77 Joz 17:4 | men ons een erfdeel geven zou in het midden onzer broederen. 78 Joz 17:16 | van Jozef: Dat gebergte zou ons niet genoegzaam zijn; 79 Joz 21:2 | steden te bewonen geven zou, en haar voorsteden voor 80 Joz 25:9 | opdat hij u vervloeken zou. ~ 81 Ric 6:2 | Midianieten in hun hand zou geven; opdat zich Israel 82 Ric 6:5 | lekken, gelijk als een hond zou lekken, dien zult gij alleen 83 Ric 7:19 | hen hadt laten leven, ik zou ulieden niet doden! ~ 84 Ric 8:11 | vijgeboom zeide tot hen: Zou ik mijn zoetigheid en mijn 85 Ric 8:11 | goede vrucht verlaten? En zou ik heengaan om te zweven 86 Ric 8:13 | wijnstok zeide tot hen: Zou ik mijn most verlaten, die 87 Ric 8:13 | mensen vrolijk maakt? En zou ik heengaan om te zweven 88 Ric 13:16 | mijn moeder niet verklaard, zou ik het u dan verklaren? ~ 89 Ric 14:18 | dit grote heil gegeven; zou ik dan nu van dorst sterven, 90 Ric 15:7 | niet verdroogd zijn, zo zou ik zwak worden, en wezen 91 Ric 15:11 | geen werk gedaan is, zo zou ik zwak worden, en wezen 92 Ric 15:17 | indien ik geschoren wierd, zo zou mijn kracht van mij wijken, 93 Ric 15:17 | kracht van mij wijken, en ik zou zwak worden, en wezen als 94 Ric 16:8 | verkeren, waar hij gelegenheid zou vinden. Als hij nu kwam 95 Ric 19:34 | dat het kwaad hen treffen zou. ~ 96 Ric 19:41 | dat het kwaad hen treffen zou. ~ 97 Rut 1:16 | mij niet tegen, dat ik u zou verlaten, om van achter 98 Rut 4:4 | en zo men het ook niet zou lossen, verklaar het mij, 99 1Sa 2:3 | dat iets hards uit uw mond zou gaan; want de HEERE is een 100 1Sa 2:32 | het goede, dat Hij Israel zou gedaan hebben; en er zal 101 1Sa 2:33 | uitroeien van Mijn altaar, zou zijn om uw ogen te verteren, 102 1Sa 4:19 | Pinehas, was bevrucht, zij zou baren; als deze de tijding 103 1Sa 6:20 | lieden van Beth-Semes: Wie zou kunnen bestaan voor het 104 1Sa 10:22 | man nog derwaarts komen zou? De HEERE dan zeide: Ziet, 105 1Sa 10:27 | kinderen Belials zeiden: Wat zou ons deze verlossen? en zij 106 1Sa 11:12 | Wie is hij, die zeide: Zou Saul over ons regeren? Geeft 107 1Sa 12:3 | dat ik mijn ogen van hem zou verborgen hebben; zo zal 108 1Sa 12:23 | dat ik tegen den HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten 109 1Sa 12:23 | HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten voor ulieden te 110 1Sa 13:13 | geboden heeft; want de HEERE zou nu uw rijk over Israel bevestigd 111 1Sa 14:45 | het volk zeide tot Saul: Zou Jonathan sterven, die deze 112 1Sa 15:29 | mens, dat Hem iets berouwen zou. ~ 113 1Sa 16:2 | 2 Maar Samuel zeide: Hoe zou ik heengaan? Saul zal het 114 1Sa 17:26 | slagorden van den levenden God zou honen? ~ 115 1Sa 18:18 | ik des konings schoonzoon zou worden? ~ 116 1Sa 18:19 | van Saul, aan David geven zou, zo is zij aan Adriel, den 117 1Sa 18:26 | hij des konings schoonzoon zou worden; maar de dagen waren 118 1Sa 18:27 | schoonzoon des konings worden zou. Toen gaf Saul hem zijn 119 1Sa 19:17 | mij: Laat mij gaan, waarom zou ik u doden? ~ 120 1Sa 20:2 | oor niet openbaart; waarom zou dan mijn vader deze zaak 121 1Sa 20:5 | zekerlijk met den koning zou aanzitten om te eten; zo 122 1Sa 20:9 | besloten ware, dat het u zou overkomen, zou ik dat u 123 1Sa 20:9 | dat het u zou overkomen, zou ik dat u dan niet te kennen 124 1Sa 22:13 | voor hem gevraagd, dat hij zou opstaan tegen mij tot een 125 1Sa 22:22 | dat hij het voorzeker Saul zou te kennen geven; ik heb 126 1Sa 24:7 | zijn, dat ik die zaak doen zou aan mijn heer, den gezalfde 127 1Sa 24:7 | hand tegen hem uitsteken zou; want hij is de gezalfde 128 1Sa 24:11 | men zeide, dat ik u doden zou; doch mijn hand verschoonde 129 1Sa 25:11 | 11 Zou ik dan mijn brood, en mijn 130 1Sa 25:11 | scheerders geslacht heb, en zou ik het den mannen geven, 131 1Sa 25:26 | bloedstorting, dat uw hand u zou verlossen; en nu, dat als 132 1Sa 25:31 | dat mijn heer zichzelven zou verlost hebben; en als de 133 1Sa 25:33 | dat mijn hand mij verlost zou hebben! ~ 134 1Sa 27:5 | ik daar wone; want waarom zou uw knecht in de koninklijke 135 1Sa 29:4 | den strijd; want waarmede zou deze zich bij zijn heer 136 1Sa 30:24 | 24 Wie zou toch ulieden in deze zaak 137 2Sa 1:10 | hij na zijn val niet leven zou; en ik nam de kroon, die 138 2Sa 1:18 | kinderen van Juda den boog zou leren; ziet, het is geschreven 139 2Sa 2:22 | ik u ter aarde slaan? Hoe zou ik dan mijn aangezicht opheffen 140 2Sa 2:27 | hadt, zekerlijk het volk zou al toen van den morgen af 141 2Sa 4:10 | meende, dat ik hem bodenloon zou geven; ~ 142 2Sa 4:11 | slaapstede hebben gedood? Nu dan, zou ik zijn bloed van uw handen 143 2Sa 9:11 | zal uw knecht doen. Ook zou Mefiboseth, etende aan mijn 144 2Sa 11:11 | gelegerd op het open veld, en zou ik in mijn huis gaan, om 145 2Sa 12:8 | indien het weinig is, Ik zou u alzulks en alzulks daartoe 146 2Sa 12:22 | zeide: Wie weet, de HEERE zou mij mogen genadig zijn, 147 2Sa 12:23 | Maar nu is het dood, waarom zou ik nu vasten? Zal ik hem 148 2Sa 12:28 | opdat niet, zo ik de stad zou innemen, mijn naam over 149 2Sa 13:13 | 13 Want ik, waarhenen zou ik mijn schande brengen? 150 2Sa 13:16 | uit te drijven; dit kwaad zou groter zijn dan het andere, 151 2Sa 13:26 | koning zeide tot hem: Waarom zou hij met u gaan? ~ 152 2Sa 14:19 | rechter- of ter linkerhand zou kunnen afwijken van alles, 153 2Sa 14:20 | dezer zaak alzo omwenden zou, zulks heeft uw knecht Joab 154 2Sa 15:14 | laat ons vlieden, want er zou voor ons geen ontkomen zijn 155 2Sa 15:20 | zijt gij gekomen, en heden zou ik u met ons omvoeren om 156 2Sa 16:9 | tot den koning: Waarom zou deze dode hond mijn heer 157 2Sa 16:10 | gezegd: Vloek David; wie zou dan zeggen: Waarom hebt 158 2Sa 16:19 | 19 En ten andere, wien zou ik dienen? Zou het niet 159 2Sa 16:19 | andere, wien zou ik dienen? Zou het niet zijn voor het aangezicht 160 2Sa 17:10 | 10 Zo zou hij, die ook een dapper 161 2Sa 18:12 | mijn handen mocht wegen, zo zou ik mijn hand aan des konings 162 2Sa 18:13 | tegen mijn ziel handelde, zo zou toch geen ding voor den 163 2Sa 19:6 | waren, dat het alsdan recht zou zijn in uw ogen. ~ 164 2Sa 19:21 | zoon van Zeruja, en zeide: Zou dan Simei hiervoor niet 165 2Sa 19:22 | heden ten satan zoudt zijn? Zou heden iemand gedood worden 166 2Sa 19:34 | zijn, dat ik met den koning zou optrekken naar Jeruzalem? ~ 167 2Sa 19:35 | heden tachtig jaren oud; zou ik kunnen onderscheiden 168 2Sa 19:35 | onderscheiden tussen goed en kwaad? Zou uw knecht kunnen smaken, 169 2Sa 19:35 | en zangeressen? En waarom zou uw knecht mijn heer den 170 2Sa 19:36 | Jordaan gaan; waarom toch zou mij de koning zulk een vergelding 171 2Sa 20:20 | zij verre van mij, dat ik zou verslinden, en dat ik zou 172 2Sa 20:20 | zou verslinden, en dat ik zou verderven. ~ 173 2Sa 23:17 | mij, o HEERE, dat ik dit zou doen; zou ik drinken het 174 2Sa 23:17 | HEERE, dat ik dit zou doen; zou ik drinken het bloed der 175 1Kon 1:27 | den koning na hem zitten zou? ~ 176 1Kon 1:35 | dat hij een voorganger zou zijn over Israel en over 177 1Kon 2:1 | nabij waren, dat hij sterven zou, zo gebood hij zijn zoon 178 1Kon 2:15 | had, dat ik koning zijn zou; hoewel het koninkrijk omgewend 179 1Kon 3:1 | Davids totdat hij voleind zou hebben het bouwen van zijn 180 1Kon 3:9 | goed en kwaad; want wie zou dit Uw zwaar volk kunnen 181 1Kon 8:12 | gezegd, dat Hij in donkerheid zou wonen. ~ 182 1Kon 8:16 | bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; maar Ik heb David 183 1Kon 8:16 | over Mijn volk Israel wezen zou. ~ 184 1Kon 8:27 | 27 Maar waarlijk, zou God op de aarde wonen? Zie, 185 1Kon 11:10 | dat hij andere goden niet zou nawandelen; doch hij hield 186 1Kon 13:8 | de helft van uw huis, zo zou ik niet met u gaan, en ik 187 1Kon 13:8 | ik niet met u gaan, en ik zou in deze plaats geen brood 188 1Kon 14:2 | gesproken heeft, dat ik koning zou zijn over dit volk. ~ 189 1Kon 18:12 | geschieden, wanneer ik van u zou weggegaan zijn, dat de Geest 190 1Kon 18:12 | en hij vond u niet, zo zou hij mij doden; ik, uw knecht, 191 1Kon 18:14 | Zie, Elia is hier, en hij zou mij doodslaan. ~ 192 1Kon 18:29 | totdat men het spijsoffer zou offeren; maar er was geen 193 1Kon 19:7 | Sta op, eet, want de weg zou te veel voor u zijn. ~ 194 1Kon 21:3 | erve mijner vaderen geven zou! ~ 195 2Kon 2:1 | onweder ten hemel opnemen zou, dat Elia met Elisa ging 196 2Kon 3:14 | koning van Juda, opnam, ik zou u niet aanschouwen, noch 197 2Kon 3:27 | die in zijn plaats koning zou worden, en offerde hem ten 198 2Kon 4:43 | zijn dienaar zeide: Wat zou ik dat aan honderd mannen 199 2Kon 5:3 | die te Samaria is, dan zou hij hem van zijn melaatsheid 200 2Kon 5:12 | alle wateren van Israel; zou ik mij in die niet kunnen 201 2Kon 6:27 | HEERE helpt u niet; waarvan zou ik u helpen? Van den dorsvloer 202 2Kon 6:33 | kwaad is van den HEERE; wat zou ik verder op den HEERE wachten? ~  ~ 203 2Kon 7:2 | vensteren in den hemel maakte, zou die zaak kunnen geschieden? 204 2Kon 7:19 | vensteren in den hemel maakte, zou het ook naar dit woord geschieden 205 2Kon 8:13 | hij deze grote zaak doen zou? En Elisa zeide: De HEERE 206 2Kon 8:19 | voor zijn zonen een lamp zou geven. ~ 207 2Kon 11:17 | het den HEERE tot een volk zou zijn; mitsgaders tussen 208 2Kon 15:27 | onder den hemel verdelgen zou; maar Hij verloste hen door 209 2Kon 20:35 | Jeruzalem uit mijn hand redden zou? ~ 210 2Kon 22:19 | is goed. Ook zeide hij: Zou het niet, naardien vrede 211 2Kon 25:5 | hadden, opdat men roken zou op de hoogten, in de steden 212 2Kon 25:33 | te Jeruzalem niet regeren zou; en hij legde het land een 213 1Kro 11:19 | zijn, van zulks te doen! Zou ik het bloed dezer mannen 214 1Kro 12:19 | gevaar van onze hoofden zou hij tot Saul, zijn heer, 215 1Kro 13:4 | gemeente, dat men alzo doen zou; want die zaak was recht 216 1Kro 22:3 | verzoekt mijn heer dit? Waarom zou het Israel tot schuld worden? ~ 217 1Kro 22:17 | dat men het volk tellen zou? Ja, ik zelf ben het, die 218 1Kro 22:18 | Gad, dat hij David zeggen zou, dat David zou opgaan, om 219 1Kro 22:18 | David zeggen zou, dat David zou opgaan, om den HEERE een 220 1Kro 22:27 | weder in zijn schede steken zou. ~ 221 1Kro 23:2 | zeide, dat men vergaderen zou de vreemdelingen, die in 222 1Kro 23:2 | stenen, welke men behouwen zou, om het huis Gods te bouwen. ~ 223 1Kro 28:23 | Israel vermenigvuldigen zou als de sterren des hemels. ~ 224 1Kro 29:4 | koning over Israel wezen zou in eeuwigheid; want Hij 225 1Kro 29:5 | verkoren, dat hij zitten zou op den stoel des koninkrijks 226 2Kro 1:10 | uitga en inga; want wie zou dit Uw groot volk kunnen 227 2Kro 2:6 | 6 Doch wie zou de kracht hebben, om voor 228 2Kro 2:6 | dat ik voor Hem een huis zou bouwen, ten ware om reukwerk 229 2Kro 7:1 | dat Hij in de donkerheid zou wonen. ~ 230 2Kro 7:5 | bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; en geen man verkoren 231 2Kro 7:6 | verkoren, dat Mijn Naam daar zou wezen; en Ik heb David verkoren, 232 2Kro 7:6 | over Mijn volk Israel wezen zou. ~ 233 2Kro 7:18 | 18 Maar waarlijk, zou God bij de mensen op de 234 2Kro 16:13 | HEERE, den God Israels, niet zou zoeken, zou gedood worden, 235 2Kro 16:13 | Israels, niet zou zoeken, zou gedood worden, van den kleine 236 2Kro 18:7 | en tot Michaja, opdat men zou leren in de steden van Juda. ~ 237 2Kro 23:26 | kennen, dat men lofzingen zou; toen verscheurde Athalia 238 2Kro 24:9 | men den HEERE inbrengen zou de schatting van Mozes, 239 2Kro 29:27 | brandoffer op het altaar zou offeren; ten tijde nu, als 240 2Kro 30:5 | Israel, van Ber-seba tot Dan, zou laten doorgaan, opdat zij 241 2Kro 31:11 | huis des HEEREN bereiden zou; en zij bereidden ze. ~ 242 2Kro 32:14 | dat uw God u uit mijn hand zou kunnen redden? ~ 243 2Kro 35:21 | gezegd, dat ik mij haasten zou; houd u af van God, Die 244 2Kro 36:21 | gezegd, dat ik mij haasten zou; houd u af van God, Die 245 Ezra 1:4 | En al wie achterblijven zou in enige plaatsen, waar 246 Ezra 4:22 | dezen te begaan; waarom zou het verderf tot schade der 247 Ezra 7:23 | des hemels; want waartoe zou er grote toorn zijn over 248 Ezra 9:15 | die voor Uw aangezicht zou kunnen bestaan, om zulks. ~  ~  ~  ~ ~ 249 Ezra 10:8 | der oudsten, al zijn have zou verbannen zijn; en hij zelf 250 Ezra 10:8 | verbannen zijn; en hij zelf zou afgezonderd wezen van de 251 Neh 2:3 | leve in eeuwigheid! Hoe zou mijn aangezicht niet treurig 252 Neh 4:3 | er een vos opkwame, hij zou hun stenen muur wel verscheuren. 253 Neh 6:3 | zal kunnen afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl 254 Neh 6:3 | ophouden, terwijl ik het zou nalaten, en tot ulieden 255 Neh 6:11 | 11 Maar ik zeide: Zou een man, als ik, vlieden? 256 Neh 6:11 | als ik, die in den tempel zou gaan, dat hij levend bleve? 257 Neh 6:13 | was hij gehuurd, opdat ik zou vrezen, en alzo doen, en 258 Neh 8:2 | het boek der wet van Mozes zou halen, die de HEERE Israel 259 Neh 10:34 | het hout, dat men brengen zou ten huize onzes Gods, naar 260 Neh 10:38 | van Aaron, bij de Levieten zou zijn, als de Levieten de 261 Neh 11:1 | de heilige stad Jeruzalem zou wonen, en negen delen in 262 Neh 13:19 | poorten, opdat er geen last zou inkomen op den sabbatdag. ~ 263 Est 1:15 | de koningin Vasthi doen zou, omdat zij niet gedaan had 264 Est 1:17 | zijn aangezicht brengen zou; maar zij kwam niet. ~ 265 Est 1:22 | overheer in zijn huis wezen zou, en spreken naar de spraak 266 Est 5 | geboden, dat zij het niet zou te kennen geven. ~ 267 Est 6 | wat met haar geschieden zou. ~ 268 Est 7 | zij tot den koning komen zou, begeerde zij niet met al, 269 Est 16:6 | Mordechai alleen de hand zou slaan (want men had hem 270 Est 16:13 | landschappen des konings, dat men zou verdelgen, doden en verdoen 271 Est 16:13 | Adar), en dat men hun buit zou roven. ~ 272 Est 16:14 | schrift was, dat er een wet zou gegeven worden in alle landschappen, 273 Est 17:6 | Mordechai alleen de hand zou slaan (want men had hem 274 Est 17:13 | landschappen des konings, dat men zou verdelgen, doden en verdoen 275 Est 17:13 | Adar), en dat men hun buit zou roven. ~ 276 Est 17:14 | schrift was, dat er een wet zou gegeven worden in alle landschappen, 277 Est 30:1 | gedachtenissen, de kronieken, brengen zou; en zij werden in de tegenwoordigheid 278 Est 30:4 | zeggen, dat men Mordechai zou hangen aan de galg, die 279 Est 36:1 | waren verkocht geweest, ik zou gezwegen hebben, ofschoon 280 Est 36:1 | schade des konings geenszins zou kunnen vergoeden. ~ 281 Est 40 | Toen zeide de koning: Zou hij ook wel de koningin 282 Est 45 | tegen de Joden gedacht had, zou wegnemen. ~ 283 Est 49:4 | landschaps, die hen benauwen zou, de kleine kinderen en de 284 Est 49:6 | schrift was: dat een wet zou gegeven worden in alle landschappen, 285 Est 50:1 | gekomen was, dat men het doen zou, ten dage, als de vijanden 286 Est 52:1 | koning, dat men alzo doen zou; en er werd een gebod gegeven 287 Est 52:12 | de Joden, op zijn hoofd zou wederkeren; en men heeft 288 Est 52:15 | derzelve geen einde nemen zou bij hun zaad. ~ 289 Job 3:12 | borsten, opdat ik zuigen zou? ~ 290 Job 3:13 | 13 Want nu zou ik nederliggen, en stil 291 Job 3:13 | nederliggen, en stil zijn; ik zou slapen, dan zou voor mij 292 Job 3:13 | zijn; ik zou slapen, dan zou voor mij rust wezen; ~ 293 Job 3:16 | een verborgene misdracht, zou ik niet zijn; als de kinderkens, 294 Job 4:17 | 17 Zou een mens rechtvaardiger 295 Job 4:17 | rechtvaardiger zijn dan God? Zou een man reiner zijn dan 296 Job 4:18 | 18 Zie, op Zijn knechten zou Hij niet vertrouwen; hoewel 297 Job 5:8 | 8 Doch ik zou naar God zoeken, en tot 298 Job 6:3 | 3 Want het zou nu zwaarder zijn dan het 299 Job 6:10 | 10 Dat zou nog mijn troost zijn, en 300 Job 6:10 | nog mijn troost zijn, en zou mij verkwikken in den weedom, 301 Job 6:11 | mijn kracht, dat ik hopen zou? Of welk is mijn einde, 302 Job 6:11 | ik mijn leven verlengen zou? ~ 303 Job 6:14 | hem, die versmolten is, zou van zijn vriend weldadigheid 304 Job 6:14 | weldadigheid geschieden; of hij zou de vreze des Almachtigen 305 Job 6:30 | 30 Zou onrecht op mijn tong wezen? 306 Job 6:30 | onrecht op mijn tong wezen? Zou mijn gehemelte niet de ellenden 307 Job 8:3 | 3 Zou dan God het recht verkeren, 308 Job 8:3 | God het recht verkeren, en zou de Almachtige de gerechtigheid 309 Job 9:2 | dat het zo is; want hoe zou de mens rechtvaardig zijn 310 Job 9:15 | rechtvaardig ware, niet zou antwoorden; mijn Rechter 311 Job 9:32 | als ik, dien ik antwoorden zou, zo wij te zamen in het 312 Job 10:19 | 19 Ik zou zijn, alsof ik niet geweest 313 Job 10:19 | geweest ware; van moeders buik zou ik tot het graf gebracht 314 Job 11:2 | 2 Zou de veelheid der woorden 315 Job 11:2 | niet beantwoord worden, en zou een klapachtig man recht 316 Job 11:11 | en Hij ziet de ondeugd; zou Hij dan niet aanmerken? ~ 317 Job 13:5 | gij gans stilzweegt! Dat zou ulieden voor wijsheid wezen. ~ 318 Job 13:14 | 14 Waarom zou ik mijn vlees in mijn tanden 319 Job 13:15 | Ziet, zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen? Evenwel zal 320 Job 13:19 | Wanneer ik nu zweeg, zo zou ik den geest geven. ~ 321 Job 14:14 | zal hij weder leven? Ik zou al de dagen mijns strijds 322 Job 14:14 | totdat mijn verandering komen zou. ~ 323 Job 14:15 | Gij zoudt roepen, en ik U zou antwoorden, dat Gij tot 324 Job 15:14 | de mens, dat hij zuiver zou zijn, en die geboren is 325 Job 15:14 | vrouw, dat hij rechtvaardig zou zijn? ~ 326 Job 15:15 | 15 Zie, op Zijn heiligen zou Hij niet vertrouwen, en 327 Job 16:4 | 4 Zou ik ook, als gijlieden, spreken, 328 Job 16:4 | in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, 329 Job 16:4 | woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd 330 Job 16:5 | 5 Ik zou u versterken met mijn mond, 331 Job 16:5 | de beweging mijner lippen zou zich inhouden. ~ 332 Job 17:15 | 15 Waar zou dan nu mijn verwachting 333 Job 21:4 | Doch of het zo ware, waarom zou mijn geest niet verdrietig 334 Job 21:21 | 21 Want wat lust zou hij na zich aan zijn huis 335 Job 23:3 | wist, dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel komen; ~ 336 Job 23:3 | dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel komen; ~ 337 Job 23:4 | 4 Ik zou het recht voor Zijn aangezicht 338 Job 23:4 | voorstellen, en mijn mond zou ik met verdedigingen vervullen. ~ 339 Job 23:5 | 5 Ik zou de redenen weten, die Hij 340 Job 23:5 | die Hij mij antwoorden zou; en verstaan, wat Hij mij 341 Job 23:5 | verstaan, wat Hij mij zeggen zou. ~ 342 Job 23:6 | 6 Zou Hij naar de grootheid Zijner 343 Job 23:6 | twisten? Neen; maar Hij zou acht op mij slaan. ~ 344 Job 23:7 | 7 Daar zou de oprechte met Hem pleiten; 345 Job 23:7 | oprechte met Hem pleiten; en ik zou mij in eeuwigheid van mijn 346 Job 25:4 | 4Hoe zou dan een mens rechtvaardig 347 Job 25:4 | rechtvaardig zijn bij God, en hoe zou hij zuiver zijn, die van 348 Job 26:14 | wij van Hem gehoord? Wie zou dan den donder Zijner mogendheden 349 Job 27:5 | ik ulieden rechtvaardigen zou; totdat ik den geest zal 350 Job 30:1 | welker vaderen ik versmaad zou hebben, om bij de honden 351 Job 30:2 | 2 Waartoe zou mij ook geweest zijn de 352 Job 31:1 | gemaakt met mijn ogen; hoe zou ik dan acht gegeven hebben 353 Job 31:12 | mijn inkomen uitgeworteld zou hebben. ~ 354 Job 31:14 | 14 (Want wat zou ik doen, als God opstond? 355 Job 31:14 | Hij bezoeking deed, wat zou ik Hem antwoorden? ~ 356 Job 31:28 | bij den rechter; want ik zou den God van boven verzaakt 357 Job 31:34 | verachtste der huisgezinnen zou mij afgeschrikt hebben; 358 Job 31:34 | hebben; zodat ik gewezen zou hebben, en ter deure niet 359 Job 31:36 | 36 Zou ik het niet op mijn schouder 360 Job 31:36 | mijn schouder dragen? Ik zou het op mij binden als een 361 Job 31:37 | Het getal mijner treden zou ik hem aanwijzen; als een 362 Job 31:37 | aanwijzen; als een vorst zou ik tot hem naderen. ~ 363 Job 32:19 | gelijk nieuwe lederen zakken zou hij bersten. ~ 364 Job 32:22 | bijnamen te gebruiken; in kort zou mijn Maker mij wegnemen. ~ 365 Job 34:14 | zijn geest en zijn adem zou Hij tot Zich vergaderen; ~ 366 Job 34:15 | 15 Alle vlees zou tegelijk den geest geven, 367 Job 34:15 | geest geven, en de mens zou tot stof wederkeren. ~ 368 Job 34:17 | 17 Zou hij ook, die het recht haat, 369 Job 34:18 | 18 Zou men tot een koning zeggen: 370 Job 34:23 | tegen God in het gericht zou mogen treden. ~ 371 Job 34:37 | 37 Want tot zijn zonde zou hij nog overtreding bijvoegen; 372 Job 34:37 | overtreding bijvoegen; hij zou onder ons in de handen klappen, 373 Job 34:37 | de handen klappen, en hij zou zijn redenen vermenigvuldigen 374 Job 35:3 | Want gij hebt gezegd: Wat zou zij u baten? Wat meer voordeel 375 Job 35:8 | 8 Uw goddeloosheid zou zijn tegen een man, gelijk 376 Job 36:16 | 16 Alzo zou Hij ook u afgekeerd hebben 377 Job 36:16 | onder dewelke geen benauwing zou geweest zijn; en het gerecht 378 Job 36:16 | en het gerecht uwer tafel zou vol vettigheid geweest zijn. ~ 379 Job 36:18 | een groot rantsoen er niet zou afbrengen. ~ 380 Job 36:19 | 19 Zou Hij uw rijkdom achten, dat 381 Job 36:53 | verteld worden, als ik zo zou spreken? Denkt iemand dat, 382 Job 37:13 | einden der aarde vatten zou; en de goddelozen uit haar 383 Job 37:14 | 14 Dat zij veranderd zou worden gelijk zegelleem, 384 Job 38:37 | Zie, ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? Ik leg 385 Job 39:18 | de Jordaan in zijn mond zou kunnen intrekken. ~ 386 Job 39:19 | 19 Zou men hem voor zijn ogen kunnen 387 Job 39:19 | zijn ogen kunnen vangen? Zou men hem met strikken den 388 Job 40:1 | koen, dat hij hem opwekken zou; wie is dan hij, die zich 389 Job 40:1 | Mijn aangezicht stellen zou? ~ 390 Job 40:2 | voorgekomen, dat Ik hem zou vergelden? Wat onder den 391 Job 40:4 | 4 Wie zou het opperste zijns kleeds 392 Job 40:4 | zijns kleeds ontdekken? Wie zou met zijn dubbelen breidel 393 Job 40:5 | 5 Wie zou de deuren zijns aangezichts 394 Job 40:12 | 12 Zijn adem zou kolen doen vlammen, en een 395 Job 40:23 | verlicht hij het pad; men zou den afgrond voor grijzigheid 396 Psa 2:12 | Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig 397 Psa 13:5 | zich verheugen, wanneer ik zou wankelen. ~ 398 Psa 19:13 | 13 Wie zou de afdwalingen verstaan? 399 Psa 22:18 | 18 Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; zij schouwen 400 Psa 23:4 | der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want 401 Psa 27:1 | en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE is mijns 402 Psa 27:1 | levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn? ~ 403 Psa 27:3 | leger belegerde, mijn hart zou niet vrezen; ofschoon een 404 Psa 27:13 | ik het goede des HEEREN zou zien in het land der levenden, 405 Psa 39:17 | verblijden! Wanneer mijn voet zou wankelen, zo zouden zij 406 Psa 41:6 | menigvuldiger dan dat ik ze zou kunnen vertellen. ~ 407 Psa 44:22 | 22 Zou God zulks niet onderzoeken? 408 Psa 49:6 | 6 Waarom zou ik vrezen in kwade dagen, 409 Psa 49:10 | ook voortaan geduriglijk zou leven, en de verderving 410 Psa 50:12 | 12 Zo Mij hongerde, Ik zou het u niet zeggen; want 411 Psa 50:13 | 13 Zou Ik stierenvlees eten, of 412 Psa 51:18 | lust tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen 413 Psa 55:7 | als ener duive, gave! ik zou henenvliegen, waar ik blijven 414 Psa 55:8 | 8 Ziet, ik zou ver wegzwerven, ik zou vernachten 415 Psa 55:8 | ik zou ver wegzwerven, ik zou vernachten in de woestijn. 416 Psa 55:9 | 9 Ik zou haasten, dat ik ontkwame, 417 Psa 55:13 | vijand, die mij hoont, anders zou ik het hebben gedragen; 418 Psa 55:13 | mij groot maakt, anders zou ik mij voor hem verborgen 419 Psa 56:12 | ik zal niet vrezen; wat zou mij de mens doen? ~ 420 Psa 61:3 | rotssteen, die mij te hoog zou zijn. ~ 421 Psa 63:5 | 5 Alzo zou ik U loven in mijn leven; 422 Psa 63:5 | in mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen opheffen. ~ 423 Psa 63:6 | 6 Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid 424 Psa 63:6 | verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende 425 Psa 66:18 | mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben. ~ 426 Psa 73:11 | 11 Dat zij zeggen: Hoe zou het God weten, en zou er 427 Psa 73:11 | Hoe zou het God weten, en zou er wetenschap zijn bij den 428 Psa 73:15 | 15 Indien ik zou zeggen: Ik zal ook alzo 429 Psa 73:15 | ook alzo spreken; ziet, zo zou ik trouweloos zijn aan het 430 Psa 74:1 | Gij in eeuwigheid? Waarom zou Uw toorn roken tegen de 431 Psa 78:6 | navolgende geslacht die weten zou, de kinderen, die geboren 432 Psa 78:19 | spraken tegen God, zij zeiden: Zou God een tafel kunnen toerichten 433 Psa 78:20 | overvloediglijk uitbraken, zou Hij ook brood kunnen geven? 434 Psa 78:20 | ook brood kunnen geven? Zou Hij Zijn volke vlees toebereiden? ~ 435 Psa 81:15 | 15 In kort zou Ik hun vijanden gedempt 436 Psa 81:16 | hebben, maar hunlieder tijd zou eeuwig geweest zijn. ~ 437 Psa 81:17 | 17 En Hij zou het gespijsd hebben met 438 Psa 81:17 | vette der tarwe; ja, Ik zou u verzadigd hebben met honig 439 Psa 94:9 | 9 Zou Hij, Die het oor plant, 440 Psa 94:9 | het oor plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert, 441 Psa 94:10 | 10 Zou Hij, Die de heidenen tuchtigt, 442 Psa 94:20 | 20 Zou zich de stoel der schadelijkheden 443 Psa 106:23 | zeide, dat Hij hen verdelgen zou, ten ware Mozes, Zijn uitverkorene, 444 Psa 106:26 | dat Hij hen nedervellen zou in de woestijn; ~ 445 Psa 106:27 | 27 En dat Hij hun zaad zou nedervellen onder de heidenen, 446 Psa 106:27 | heidenen, en hen verstrooien zou door de landen. ~ 447 Psa 119:6 | 6  Dan zou ik niet beschaamd worden, 448 Psa 119:6 | worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden. ~ 449 Psa 119:11 | ik tegen U niet zondigen zou. ~ 450 Psa 119:101 | paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden. ~ 451 Psa 124:4 | overlopen hebben; een stroom zou over onze ziel gegaan zijn. ~ 452 Psa 139:7 | 7 Waar zou ik heengaan voor Uw Geest 453 Psa 139:7 | heengaan voor Uw Geest en waar zou ik heenvlieden voor Uw aangezicht? ~ 454 Psa 139:10 | 10 Ook daar zou Uw hand mij geleiden, en 455 Psa 139:10 | geleiden, en Uw rechterhand zou mij houden. ~ 456 Psa 139:21 | 21 Zou ik niet haten HEERE! die 457 Psa 142:4 | op den weg, dien ik gaan zou. ~ 458 Psa 143:7 | aangezicht niet van mij, want ik zou gelijk worden dengenen, 459 Psa 147:17 | ijs heen als stukken; wie zou bestaan voor Zijn koude? ~ 460 Spre 17:16 | 16      Waarom toch zou in de hand des zots het 461 Spre 20:24 | zijn van den HEERE; hoe zou dan een mens zijn weg verstaan? ~ 462 Spre 22:27 | hadt om te betalen, waarom zou men uw bed van onder u wegnemen? ~ 463 Spre 23:9 | oor van een zot, want hij zou het verstand uwer woorden 464 Spre 25:8 | wat doet, als uw naaste u zou mogen beschaamd hebben. ~ 465 Spre 25:10 | smade; want uw kwaad gerucht zou niet afgekeerd worden. ~ 466 Spre 27:16 | Elkeen, die haar verbergt, zou den wind verbergen, en de 467 Spre 27:22 | gestoten graan, zijn dwaasheid zou van hem niet afwijken. ~ 468 Pred 1:8 | zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog 469 Pred 1:10 | er enig ding, waarvan men zou kunnen zeggen: Ziet dat, 470 Pred 2:3 | vast te houden, totdat ik zou zien wat den      kinderen 471 Pred 2:12 | onzinnigheden en dwaasheid; want hoe zou een mens, die den koning 472 Pred 2:18 | onder de zon, dat ik dien zou achterlaten aan een mens, 473 Pred 2:25 | 25      (Want wie zou er van eten, of wie zou 474 Pred 2:25 | zou er van eten, of wie zou zich daartoe haasten, meer 475 Pred 4:11 | hebben zij warmte; maar hoe zou een alleen warm worden? ~ 476 Pred 5:5 | niet toe, dat hij uw vlees zou doen zondigen; en zeg niet 477 Pred 5:5 | een dwaling was; waarom zou God grotelijks toornen, 478 Pred 5:14 | dat hij met zijn      hand zou wegdragen. ~ 479 Pred 7:7 | Voorwaar, de onderdrukking zou wel een wijze dol maken; 480 Pred 7:14 | oorzake dat de mens niet zou      vinden iets, dat na 481 Pred 8:17 | wijze zeide, dat hij het zou weten, zo zal hij het toch 482 Pred 10:20 | het gevogelte des hemels zou de stem wegvoeren, en het      483 Pred 10:20 | en het      gevleugelde zou het woord te kennen geven. ~  ~  ~  ~ ~ 484 Hoo 1:7 | den middag; want waarom zou ik zijn als een, die zich 485 Hoo 8:1 | U op de straat vond, ik zou U kussen, ook zouden zij 486 Hoo 8:2 | 2      Ik zou U leiden, ik zou U brengen 487 Hoo 8:2 | Ik zou U leiden, ik zou U brengen in mijner moeders 488 Hoo 8:2 | Gij zoudt mij leren; ik zou U van specerijwijn te drinken 489 Hoo 8:7 | huis voor deze liefde, men zou hem te      enenmale verachten. ~ 490 Jes 5:2 | verwacht, dat hij goede druiven zou voortbrengen, maar hij heeft 491 Jes 5:4 | goede druiven voortbrengen zou, en hij heeft stinkende      492 Jes 10:4 | Dat elkeen zich niet zou buigen onder de gevangenen, 493 Jes 10:11 | Samaria en aan haar afgoden, zou ik alzo niet kunnen doen 494 Jes 10:19 | getal zijn, ja, een jongen zou ze opschrijven. ~ 495 Jes 27:4 | Grimmigheid is bij Mij niet; wie zou Mij als een doorn en distel 496 Jes 27:4 | stellen, dat Ik tegen hem zou aanvallen, en hem te gelijk 497 Jes 27:4 | hem te gelijk verbranden zou? ~ 498 Jes 28:9 | 9      Wien zou Hij dan de kennis leren, 499 Jes 28:9 | de kennis leren, en wien zou Hij het gehoorde te verstaan 500 Jes 30:15 | stilheid en in vertrouwen zou uw sterkte zijn; doch gij


1-500 | 501-968

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License