1-500 | 501-968
Book Chapter: Verse
1 Gen 2:19 | zien, hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam alle levende
2 Gen 2:19 | levende ziel noemen zoude, dat zou haar naam zijn. ~
3 Gen 17:13 | Sara gelachen, zeggende: Zou ik ook waarlijk baren, nu
4 Gen 17:14 | 14 Zou iets voor den HEERE te wonderlijk
5 Gen 17:25 | goddeloze, verre zij het van U! zou de Rechter der ganse aarde
6 Gen 20:7 | 7 Voorts zeide zij: Wie zou Abraham gezegd hebben: Sara
7 Gen 31:31 | 31 En zij zeiden: Zou hij dan met onze zuster
8 Gen 35:27 | ten tijde, als zij baren zou, ziet, zo waren tweelingen
9 Gen 38:25 | zakken met koren vullen zou, en dat men hun geld wederkeerde,
10 Gen 39:7 | geweten, dat hij zeggen zou: Brengt uw broeder af? ~
11 Gen 40:34 | welke mijn vader overkomen zou. ~ ~ ~ ~
12 Gen 43:26 | dat Farao het vijfde deel zou hebben; behalve dat alleen
13 Gen 43:29 | naderden, dat hij sterven zou, zo riep hij zijn zoon Jozef,
14 Exo 2:4 | te weten, wat hem gedaan zou worden. ~
15 Exo 3:11 | ben ik, dat ik tot Farao zou gaan; en dat ik de kinderen
16 Exo 3:11 | kinderen Israels uit Egypte zou voeren? ~
17 Exo 5:2 | Wiens stem ik gehoorzamen zou, om Israel te laten trekken?
18 Exo 6:3 | opgericht, dat Ik hun geven zou het land Kanaan, het land
19 Exo 6:7 | Abraham, Izak, en Jakob geven zou; en Ik zal het ulieden geven
20 Exo 6:11 | naar mij niet gehoord; hoe zou mij dan Farao horen? daartoe
21 Exo 9:15 | volk met de pestilentie zou slaan, en dat gij van de
22 Exo 11:5 | die op zijn troon zitten zou, tot den eerstgeborene der
23 Exo 12:29 | die op zijn troon zitten zou, tot op den eerstgeborene
24 Exo 20:20 | vreze voor uw aangezicht zou zijn, dat gij niet zondigdet. ~
25 Exo 22:27 | kleed over zijn huid; waarin zou hij liggen? Het zal dan
26 Exo 29:46 | het midden van hen wonen zou; Ik ben de HEERE, hun God. ~ ~
27 Exo 32:11 | hij zeide: O HEERE! waarom zou Uw toorn ontsteken tegen
28 Exo 32:33 | de HEERE tot Mozes: Dien zou Ik uit Mijn boek delgen,
29 Exo 33:11 | hij zeide: O HEERE! waarom zou Uw toorn ontsteken tegen
30 Exo 33:33 | de HEERE tot Mozes: Dien zou Ik uit Mijn boek delgen,
31 Exo 34:5 | hardnekkig volk; in een ogenblik zou Ik in het midden van ulieden
32 Exo 34:5 | van ulieden optrekken, en zou u vernielen; doch nu, legt
33 Exo 34:14 | 14 Hij dan zeide: Zou Mijn aangezicht moeten medegaan,
34 Exo 34:16 | 16 Want waarbij zou nu bekend worden, dat ik
35 Lev 4:2 | geboden des HEEREN, dat niet zou gedaan worden, en tegen
36 Lev 4:22 | zal hebben, hetwelk niet zou gedaan worden, zodat hij
37 Lev 4:27 | HEEREN, dat niet gedaan zou worden, zodat hij schuldig
38 Lev 5:17 | des HEEREN, hetwelk niet zou gedaan worden, al is het
39 Lev 10:19 | heden het zondoffer gegeten, zou dat goed geweest zijn in
40 Lev 13:2 | een plaag der melaatsheid zou worden, hij zal dan tot
41 Lev 13:51 | vel, tot wat werk dat vel zou mogen gemaakt zijn, die
42 Lev 20:3 | heiligen Naam ontheiligen zou. ~
43 Lev 22:20 | een gebrek is; want het zou niet aangenaam zijn voor
44 Lev 22:23 | bereiden; doch tot een gelofte zou het niet aangenaam zijn. ~
45 Lev 23:12 | HEEREN, verklaring geschieden zou. ~
46 Num 6:9 | hoofd van zijn Nazireerschap zou verontreinigd hebben, zo
47 Num 11:13 | 13 Van waar zou ik het vlees hebben, om
48 Num 11:23 | de HEERE zeide tot Mozes: Zou dan des HEEREN hand verkort
49 Num 12:14 | aangezicht gespogen had, zou zij niet zeven dagen beschaamd
50 Num 14:3 | kinderkens ten roof worden? Zou het ons niet goed zijn naar
51 Num 14:30 | opgeheven heb, dat Ik u daarin zou doen wonen, behalve Kaleb,
52 Num 15:34 | verklaard, wat hem gedaan zou worden. ~
53 Num 23:19 | geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind,
54 Num 23:19 | kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en
55 Num 23:19 | dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet
56 Num 24:11 | gezegd, dat ik u hoog vereren zou; maar zie, de HEERE heeft
57 Num 27:4 | 4 Waarom zou de naam onzes vaders uit
58 Num 34:28 | 28 Want hij zou in zijn vrijstad gebleven
59 Num 34:32 | naar zijn vrijstad, dat hij zou wederkeren, om te wonen
60 Num 35:3 | vrouwen zouden worden, zo zou haar erfenis van de erfenis
61 Num 35:3 | zij geworden zouden; alzo zou van het lot onzer erfenis
62 Num 35:4 | jubeljaar zullen hebben, zo zou haar erfenis toegedaan zijn
63 Num 35:4 | zouden geworden zijn; alzo zou haar erfenis van de erfenis
64 Deu 1:8 | en hun zaad na hen geven zou. ~
65 Deu 4:14 | inzettingen en rechten leren zou; opdat gij die deedt in
66 Deu 4:21 | ik over de Jordaan niet zou gaan, en dat ik niet zou
67 Deu 4:21 | zou gaan, en dat ik niet zou komen in dat goede land,
68 Deu 5:25 | sterven? Want dit grote vuur zou ons verteren; indien wij
69 Deu 7:4 | en de toorn des HEEREN zou tegen ulieden ontsteken,
70 Deu 7:17 | zijn meerder dan ik; hoe zou ik hen uit de bezitting
71 Deu 9:2 | welke gij gehoord hebt: Wie zou bestaan voor het aangezicht
72 Deu 9:25 | had, dat Hij u verdelgen zou. ~
73 Deu 19:6 | achterhale, omdat de weg te verre zou zijn, en hem sla aan het
74 Deu 19:15 | van alle zonde, die hij zou mogen zondigen; op den mond
75 Deu 23:21 | zekerlijk van u eisen, en zonde zou in u zijn. ~
76 Joz 2:5 | geschiedde, als men de poort zou sluiten, als het duister
77 Joz 17:4 | men ons een erfdeel geven zou in het midden onzer broederen.
78 Joz 17:16 | van Jozef: Dat gebergte zou ons niet genoegzaam zijn;
79 Joz 21:2 | steden te bewonen geven zou, en haar voorsteden voor
80 Joz 25:9 | opdat hij u vervloeken zou. ~
81 Ric 6:2 | Midianieten in hun hand zou geven; opdat zich Israel
82 Ric 6:5 | lekken, gelijk als een hond zou lekken, dien zult gij alleen
83 Ric 7:19 | hen hadt laten leven, ik zou ulieden niet doden! ~
84 Ric 8:11 | vijgeboom zeide tot hen: Zou ik mijn zoetigheid en mijn
85 Ric 8:11 | goede vrucht verlaten? En zou ik heengaan om te zweven
86 Ric 8:13 | wijnstok zeide tot hen: Zou ik mijn most verlaten, die
87 Ric 8:13 | mensen vrolijk maakt? En zou ik heengaan om te zweven
88 Ric 13:16 | mijn moeder niet verklaard, zou ik het u dan verklaren? ~
89 Ric 14:18 | dit grote heil gegeven; zou ik dan nu van dorst sterven,
90 Ric 15:7 | niet verdroogd zijn, zo zou ik zwak worden, en wezen
91 Ric 15:11 | geen werk gedaan is, zo zou ik zwak worden, en wezen
92 Ric 15:17 | indien ik geschoren wierd, zo zou mijn kracht van mij wijken,
93 Ric 15:17 | kracht van mij wijken, en ik zou zwak worden, en wezen als
94 Ric 16:8 | verkeren, waar hij gelegenheid zou vinden. Als hij nu kwam
95 Ric 19:34 | dat het kwaad hen treffen zou. ~
96 Ric 19:41 | dat het kwaad hen treffen zou. ~
97 Rut 1:16 | mij niet tegen, dat ik u zou verlaten, om van achter
98 Rut 4:4 | en zo men het ook niet zou lossen, verklaar het mij,
99 1Sa 2:3 | dat iets hards uit uw mond zou gaan; want de HEERE is een
100 1Sa 2:32 | het goede, dat Hij Israel zou gedaan hebben; en er zal
101 1Sa 2:33 | uitroeien van Mijn altaar, zou zijn om uw ogen te verteren,
102 1Sa 4:19 | Pinehas, was bevrucht, zij zou baren; als deze de tijding
103 1Sa 6:20 | lieden van Beth-Semes: Wie zou kunnen bestaan voor het
104 1Sa 10:22 | man nog derwaarts komen zou? De HEERE dan zeide: Ziet,
105 1Sa 10:27 | kinderen Belials zeiden: Wat zou ons deze verlossen? en zij
106 1Sa 11:12 | Wie is hij, die zeide: Zou Saul over ons regeren? Geeft
107 1Sa 12:3 | dat ik mijn ogen van hem zou verborgen hebben; zo zal
108 1Sa 12:23 | dat ik tegen den HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten
109 1Sa 12:23 | HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten voor ulieden te
110 1Sa 13:13 | geboden heeft; want de HEERE zou nu uw rijk over Israel bevestigd
111 1Sa 14:45 | het volk zeide tot Saul: Zou Jonathan sterven, die deze
112 1Sa 15:29 | mens, dat Hem iets berouwen zou. ~
113 1Sa 16:2 | 2 Maar Samuel zeide: Hoe zou ik heengaan? Saul zal het
114 1Sa 17:26 | slagorden van den levenden God zou honen? ~
115 1Sa 18:18 | ik des konings schoonzoon zou worden? ~
116 1Sa 18:19 | van Saul, aan David geven zou, zo is zij aan Adriel, den
117 1Sa 18:26 | hij des konings schoonzoon zou worden; maar de dagen waren
118 1Sa 18:27 | schoonzoon des konings worden zou. Toen gaf Saul hem zijn
119 1Sa 19:17 | mij: Laat mij gaan, waarom zou ik u doden? ~
120 1Sa 20:2 | oor niet openbaart; waarom zou dan mijn vader deze zaak
121 1Sa 20:5 | zekerlijk met den koning zou aanzitten om te eten; zo
122 1Sa 20:9 | besloten ware, dat het u zou overkomen, zou ik dat u
123 1Sa 20:9 | dat het u zou overkomen, zou ik dat u dan niet te kennen
124 1Sa 22:13 | voor hem gevraagd, dat hij zou opstaan tegen mij tot een
125 1Sa 22:22 | dat hij het voorzeker Saul zou te kennen geven; ik heb
126 1Sa 24:7 | zijn, dat ik die zaak doen zou aan mijn heer, den gezalfde
127 1Sa 24:7 | hand tegen hem uitsteken zou; want hij is de gezalfde
128 1Sa 24:11 | men zeide, dat ik u doden zou; doch mijn hand verschoonde
129 1Sa 25:11 | 11 Zou ik dan mijn brood, en mijn
130 1Sa 25:11 | scheerders geslacht heb, en zou ik het den mannen geven,
131 1Sa 25:26 | bloedstorting, dat uw hand u zou verlossen; en nu, dat als
132 1Sa 25:31 | dat mijn heer zichzelven zou verlost hebben; en als de
133 1Sa 25:33 | dat mijn hand mij verlost zou hebben! ~
134 1Sa 27:5 | ik daar wone; want waarom zou uw knecht in de koninklijke
135 1Sa 29:4 | den strijd; want waarmede zou deze zich bij zijn heer
136 1Sa 30:24 | 24 Wie zou toch ulieden in deze zaak
137 2Sa 1:10 | hij na zijn val niet leven zou; en ik nam de kroon, die
138 2Sa 1:18 | kinderen van Juda den boog zou leren; ziet, het is geschreven
139 2Sa 2:22 | ik u ter aarde slaan? Hoe zou ik dan mijn aangezicht opheffen
140 2Sa 2:27 | hadt, zekerlijk het volk zou al toen van den morgen af
141 2Sa 4:10 | meende, dat ik hem bodenloon zou geven; ~
142 2Sa 4:11 | slaapstede hebben gedood? Nu dan, zou ik zijn bloed van uw handen
143 2Sa 9:11 | zal uw knecht doen. Ook zou Mefiboseth, etende aan mijn
144 2Sa 11:11 | gelegerd op het open veld, en zou ik in mijn huis gaan, om
145 2Sa 12:8 | indien het weinig is, Ik zou u alzulks en alzulks daartoe
146 2Sa 12:22 | zeide: Wie weet, de HEERE zou mij mogen genadig zijn,
147 2Sa 12:23 | Maar nu is het dood, waarom zou ik nu vasten? Zal ik hem
148 2Sa 12:28 | opdat niet, zo ik de stad zou innemen, mijn naam over
149 2Sa 13:13 | 13 Want ik, waarhenen zou ik mijn schande brengen?
150 2Sa 13:16 | uit te drijven; dit kwaad zou groter zijn dan het andere,
151 2Sa 13:26 | koning zeide tot hem: Waarom zou hij met u gaan? ~
152 2Sa 14:19 | rechter- of ter linkerhand zou kunnen afwijken van alles,
153 2Sa 14:20 | dezer zaak alzo omwenden zou, zulks heeft uw knecht Joab
154 2Sa 15:14 | laat ons vlieden, want er zou voor ons geen ontkomen zijn
155 2Sa 15:20 | zijt gij gekomen, en heden zou ik u met ons omvoeren om
156 2Sa 16:9 | tot den koning: Waarom zou deze dode hond mijn heer
157 2Sa 16:10 | gezegd: Vloek David; wie zou dan zeggen: Waarom hebt
158 2Sa 16:19 | 19 En ten andere, wien zou ik dienen? Zou het niet
159 2Sa 16:19 | andere, wien zou ik dienen? Zou het niet zijn voor het aangezicht
160 2Sa 17:10 | 10 Zo zou hij, die ook een dapper
161 2Sa 18:12 | mijn handen mocht wegen, zo zou ik mijn hand aan des konings
162 2Sa 18:13 | tegen mijn ziel handelde, zo zou toch geen ding voor den
163 2Sa 19:6 | waren, dat het alsdan recht zou zijn in uw ogen. ~
164 2Sa 19:21 | zoon van Zeruja, en zeide: Zou dan Simei hiervoor niet
165 2Sa 19:22 | heden ten satan zoudt zijn? Zou heden iemand gedood worden
166 2Sa 19:34 | zijn, dat ik met den koning zou optrekken naar Jeruzalem? ~
167 2Sa 19:35 | heden tachtig jaren oud; zou ik kunnen onderscheiden
168 2Sa 19:35 | onderscheiden tussen goed en kwaad? Zou uw knecht kunnen smaken,
169 2Sa 19:35 | en zangeressen? En waarom zou uw knecht mijn heer den
170 2Sa 19:36 | Jordaan gaan; waarom toch zou mij de koning zulk een vergelding
171 2Sa 20:20 | zij verre van mij, dat ik zou verslinden, en dat ik zou
172 2Sa 20:20 | zou verslinden, en dat ik zou verderven. ~
173 2Sa 23:17 | mij, o HEERE, dat ik dit zou doen; zou ik drinken het
174 2Sa 23:17 | HEERE, dat ik dit zou doen; zou ik drinken het bloed der
175 1Kon 1:27 | den koning na hem zitten zou? ~
176 1Kon 1:35 | dat hij een voorganger zou zijn over Israel en over
177 1Kon 2:1 | nabij waren, dat hij sterven zou, zo gebood hij zijn zoon
178 1Kon 2:15 | had, dat ik koning zijn zou; hoewel het koninkrijk omgewend
179 1Kon 3:1 | Davids totdat hij voleind zou hebben het bouwen van zijn
180 1Kon 3:9 | goed en kwaad; want wie zou dit Uw zwaar volk kunnen
181 1Kon 8:12 | gezegd, dat Hij in donkerheid zou wonen. ~
182 1Kon 8:16 | bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; maar Ik heb David
183 1Kon 8:16 | over Mijn volk Israel wezen zou. ~
184 1Kon 8:27 | 27 Maar waarlijk, zou God op de aarde wonen? Zie,
185 1Kon 11:10 | dat hij andere goden niet zou nawandelen; doch hij hield
186 1Kon 13:8 | de helft van uw huis, zo zou ik niet met u gaan, en ik
187 1Kon 13:8 | ik niet met u gaan, en ik zou in deze plaats geen brood
188 1Kon 14:2 | gesproken heeft, dat ik koning zou zijn over dit volk. ~
189 1Kon 18:12 | geschieden, wanneer ik van u zou weggegaan zijn, dat de Geest
190 1Kon 18:12 | en hij vond u niet, zo zou hij mij doden; ik, uw knecht,
191 1Kon 18:14 | Zie, Elia is hier, en hij zou mij doodslaan. ~
192 1Kon 18:29 | totdat men het spijsoffer zou offeren; maar er was geen
193 1Kon 19:7 | Sta op, eet, want de weg zou te veel voor u zijn. ~
194 1Kon 21:3 | erve mijner vaderen geven zou! ~
195 2Kon 2:1 | onweder ten hemel opnemen zou, dat Elia met Elisa ging
196 2Kon 3:14 | koning van Juda, opnam, ik zou u niet aanschouwen, noch
197 2Kon 3:27 | die in zijn plaats koning zou worden, en offerde hem ten
198 2Kon 4:43 | zijn dienaar zeide: Wat zou ik dat aan honderd mannen
199 2Kon 5:3 | die te Samaria is, dan zou hij hem van zijn melaatsheid
200 2Kon 5:12 | alle wateren van Israel; zou ik mij in die niet kunnen
201 2Kon 6:27 | HEERE helpt u niet; waarvan zou ik u helpen? Van den dorsvloer
202 2Kon 6:33 | kwaad is van den HEERE; wat zou ik verder op den HEERE wachten? ~ ~
203 2Kon 7:2 | vensteren in den hemel maakte, zou die zaak kunnen geschieden?
204 2Kon 7:19 | vensteren in den hemel maakte, zou het ook naar dit woord geschieden
205 2Kon 8:13 | hij deze grote zaak doen zou? En Elisa zeide: De HEERE
206 2Kon 8:19 | voor zijn zonen een lamp zou geven. ~
207 2Kon 11:17 | het den HEERE tot een volk zou zijn; mitsgaders tussen
208 2Kon 15:27 | onder den hemel verdelgen zou; maar Hij verloste hen door
209 2Kon 20:35 | Jeruzalem uit mijn hand redden zou? ~
210 2Kon 22:19 | is goed. Ook zeide hij: Zou het niet, naardien vrede
211 2Kon 25:5 | hadden, opdat men roken zou op de hoogten, in de steden
212 2Kon 25:33 | te Jeruzalem niet regeren zou; en hij legde het land een
213 1Kro 11:19 | zijn, van zulks te doen! Zou ik het bloed dezer mannen
214 1Kro 12:19 | gevaar van onze hoofden zou hij tot Saul, zijn heer,
215 1Kro 13:4 | gemeente, dat men alzo doen zou; want die zaak was recht
216 1Kro 22:3 | verzoekt mijn heer dit? Waarom zou het Israel tot schuld worden? ~
217 1Kro 22:17 | dat men het volk tellen zou? Ja, ik zelf ben het, die
218 1Kro 22:18 | Gad, dat hij David zeggen zou, dat David zou opgaan, om
219 1Kro 22:18 | David zeggen zou, dat David zou opgaan, om den HEERE een
220 1Kro 22:27 | weder in zijn schede steken zou. ~
221 1Kro 23:2 | zeide, dat men vergaderen zou de vreemdelingen, die in
222 1Kro 23:2 | stenen, welke men behouwen zou, om het huis Gods te bouwen. ~
223 1Kro 28:23 | Israel vermenigvuldigen zou als de sterren des hemels. ~
224 1Kro 29:4 | koning over Israel wezen zou in eeuwigheid; want Hij
225 1Kro 29:5 | verkoren, dat hij zitten zou op den stoel des koninkrijks
226 2Kro 1:10 | uitga en inga; want wie zou dit Uw groot volk kunnen
227 2Kro 2:6 | 6 Doch wie zou de kracht hebben, om voor
228 2Kro 2:6 | dat ik voor Hem een huis zou bouwen, ten ware om reukwerk
229 2Kro 7:1 | dat Hij in de donkerheid zou wonen. ~
230 2Kro 7:5 | bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; en geen man verkoren
231 2Kro 7:6 | verkoren, dat Mijn Naam daar zou wezen; en Ik heb David verkoren,
232 2Kro 7:6 | over Mijn volk Israel wezen zou. ~
233 2Kro 7:18 | 18 Maar waarlijk, zou God bij de mensen op de
234 2Kro 16:13 | HEERE, den God Israels, niet zou zoeken, zou gedood worden,
235 2Kro 16:13 | Israels, niet zou zoeken, zou gedood worden, van den kleine
236 2Kro 18:7 | en tot Michaja, opdat men zou leren in de steden van Juda. ~
237 2Kro 23:26 | kennen, dat men lofzingen zou; toen verscheurde Athalia
238 2Kro 24:9 | men den HEERE inbrengen zou de schatting van Mozes,
239 2Kro 29:27 | brandoffer op het altaar zou offeren; ten tijde nu, als
240 2Kro 30:5 | Israel, van Ber-seba tot Dan, zou laten doorgaan, opdat zij
241 2Kro 31:11 | huis des HEEREN bereiden zou; en zij bereidden ze. ~
242 2Kro 32:14 | dat uw God u uit mijn hand zou kunnen redden? ~
243 2Kro 35:21 | gezegd, dat ik mij haasten zou; houd u af van God, Die
244 2Kro 36:21 | gezegd, dat ik mij haasten zou; houd u af van God, Die
245 Ezra 1:4 | En al wie achterblijven zou in enige plaatsen, waar
246 Ezra 4:22 | dezen te begaan; waarom zou het verderf tot schade der
247 Ezra 7:23 | des hemels; want waartoe zou er grote toorn zijn over
248 Ezra 9:15 | die voor Uw aangezicht zou kunnen bestaan, om zulks. ~ ~ ~ ~ ~
249 Ezra 10:8 | der oudsten, al zijn have zou verbannen zijn; en hij zelf
250 Ezra 10:8 | verbannen zijn; en hij zelf zou afgezonderd wezen van de
251 Neh 2:3 | leve in eeuwigheid! Hoe zou mijn aangezicht niet treurig
252 Neh 4:3 | er een vos opkwame, hij zou hun stenen muur wel verscheuren.
253 Neh 6:3 | zal kunnen afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl
254 Neh 6:3 | ophouden, terwijl ik het zou nalaten, en tot ulieden
255 Neh 6:11 | 11 Maar ik zeide: Zou een man, als ik, vlieden?
256 Neh 6:11 | als ik, die in den tempel zou gaan, dat hij levend bleve?
257 Neh 6:13 | was hij gehuurd, opdat ik zou vrezen, en alzo doen, en
258 Neh 8:2 | het boek der wet van Mozes zou halen, die de HEERE Israel
259 Neh 10:34 | het hout, dat men brengen zou ten huize onzes Gods, naar
260 Neh 10:38 | van Aaron, bij de Levieten zou zijn, als de Levieten de
261 Neh 11:1 | de heilige stad Jeruzalem zou wonen, en negen delen in
262 Neh 13:19 | poorten, opdat er geen last zou inkomen op den sabbatdag. ~
263 Est 1:15 | de koningin Vasthi doen zou, omdat zij niet gedaan had
264 Est 1:17 | zijn aangezicht brengen zou; maar zij kwam niet. ~
265 Est 1:22 | overheer in zijn huis wezen zou, en spreken naar de spraak
266 Est 5 | geboden, dat zij het niet zou te kennen geven. ~
267 Est 6 | wat met haar geschieden zou. ~
268 Est 7 | zij tot den koning komen zou, begeerde zij niet met al,
269 Est 16:6 | Mordechai alleen de hand zou slaan (want men had hem
270 Est 16:13 | landschappen des konings, dat men zou verdelgen, doden en verdoen
271 Est 16:13 | Adar), en dat men hun buit zou roven. ~
272 Est 16:14 | schrift was, dat er een wet zou gegeven worden in alle landschappen,
273 Est 17:6 | Mordechai alleen de hand zou slaan (want men had hem
274 Est 17:13 | landschappen des konings, dat men zou verdelgen, doden en verdoen
275 Est 17:13 | Adar), en dat men hun buit zou roven. ~
276 Est 17:14 | schrift was, dat er een wet zou gegeven worden in alle landschappen,
277 Est 30:1 | gedachtenissen, de kronieken, brengen zou; en zij werden in de tegenwoordigheid
278 Est 30:4 | zeggen, dat men Mordechai zou hangen aan de galg, die
279 Est 36:1 | waren verkocht geweest, ik zou gezwegen hebben, ofschoon
280 Est 36:1 | schade des konings geenszins zou kunnen vergoeden. ~
281 Est 40 | Toen zeide de koning: Zou hij ook wel de koningin
282 Est 45 | tegen de Joden gedacht had, zou wegnemen. ~
283 Est 49:4 | landschaps, die hen benauwen zou, de kleine kinderen en de
284 Est 49:6 | schrift was: dat een wet zou gegeven worden in alle landschappen,
285 Est 50:1 | gekomen was, dat men het doen zou, ten dage, als de vijanden
286 Est 52:1 | koning, dat men alzo doen zou; en er werd een gebod gegeven
287 Est 52:12 | de Joden, op zijn hoofd zou wederkeren; en men heeft
288 Est 52:15 | derzelve geen einde nemen zou bij hun zaad. ~
289 Job 3:12 | borsten, opdat ik zuigen zou? ~
290 Job 3:13 | 13 Want nu zou ik nederliggen, en stil
291 Job 3:13 | nederliggen, en stil zijn; ik zou slapen, dan zou voor mij
292 Job 3:13 | zijn; ik zou slapen, dan zou voor mij rust wezen; ~
293 Job 3:16 | een verborgene misdracht, zou ik niet zijn; als de kinderkens,
294 Job 4:17 | 17 Zou een mens rechtvaardiger
295 Job 4:17 | rechtvaardiger zijn dan God? Zou een man reiner zijn dan
296 Job 4:18 | 18 Zie, op Zijn knechten zou Hij niet vertrouwen; hoewel
297 Job 5:8 | 8 Doch ik zou naar God zoeken, en tot
298 Job 6:3 | 3 Want het zou nu zwaarder zijn dan het
299 Job 6:10 | 10 Dat zou nog mijn troost zijn, en
300 Job 6:10 | nog mijn troost zijn, en zou mij verkwikken in den weedom,
301 Job 6:11 | mijn kracht, dat ik hopen zou? Of welk is mijn einde,
302 Job 6:11 | ik mijn leven verlengen zou? ~
303 Job 6:14 | hem, die versmolten is, zou van zijn vriend weldadigheid
304 Job 6:14 | weldadigheid geschieden; of hij zou de vreze des Almachtigen
305 Job 6:30 | 30 Zou onrecht op mijn tong wezen?
306 Job 6:30 | onrecht op mijn tong wezen? Zou mijn gehemelte niet de ellenden
307 Job 8:3 | 3 Zou dan God het recht verkeren,
308 Job 8:3 | God het recht verkeren, en zou de Almachtige de gerechtigheid
309 Job 9:2 | dat het zo is; want hoe zou de mens rechtvaardig zijn
310 Job 9:15 | rechtvaardig ware, niet zou antwoorden; mijn Rechter
311 Job 9:32 | als ik, dien ik antwoorden zou, zo wij te zamen in het
312 Job 10:19 | 19 Ik zou zijn, alsof ik niet geweest
313 Job 10:19 | geweest ware; van moeders buik zou ik tot het graf gebracht
314 Job 11:2 | 2 Zou de veelheid der woorden
315 Job 11:2 | niet beantwoord worden, en zou een klapachtig man recht
316 Job 11:11 | en Hij ziet de ondeugd; zou Hij dan niet aanmerken? ~
317 Job 13:5 | gij gans stilzweegt! Dat zou ulieden voor wijsheid wezen. ~
318 Job 13:14 | 14 Waarom zou ik mijn vlees in mijn tanden
319 Job 13:15 | Ziet, zo Hij mij doodde, zou ik niet hopen? Evenwel zal
320 Job 13:19 | Wanneer ik nu zweeg, zo zou ik den geest geven. ~
321 Job 14:14 | zal hij weder leven? Ik zou al de dagen mijns strijds
322 Job 14:14 | totdat mijn verandering komen zou. ~
323 Job 14:15 | Gij zoudt roepen, en ik U zou antwoorden, dat Gij tot
324 Job 15:14 | de mens, dat hij zuiver zou zijn, en die geboren is
325 Job 15:14 | vrouw, dat hij rechtvaardig zou zijn? ~
326 Job 15:15 | 15 Zie, op Zijn heiligen zou Hij niet vertrouwen, en
327 Job 16:4 | 4 Zou ik ook, als gijlieden, spreken,
328 Job 16:4 | in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen,
329 Job 16:4 | woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd
330 Job 16:5 | 5 Ik zou u versterken met mijn mond,
331 Job 16:5 | de beweging mijner lippen zou zich inhouden. ~
332 Job 17:15 | 15 Waar zou dan nu mijn verwachting
333 Job 21:4 | Doch of het zo ware, waarom zou mijn geest niet verdrietig
334 Job 21:21 | 21 Want wat lust zou hij na zich aan zijn huis
335 Job 23:3 | wist, dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel komen; ~
336 Job 23:3 | dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel komen; ~
337 Job 23:4 | 4 Ik zou het recht voor Zijn aangezicht
338 Job 23:4 | voorstellen, en mijn mond zou ik met verdedigingen vervullen. ~
339 Job 23:5 | 5 Ik zou de redenen weten, die Hij
340 Job 23:5 | die Hij mij antwoorden zou; en verstaan, wat Hij mij
341 Job 23:5 | verstaan, wat Hij mij zeggen zou. ~
342 Job 23:6 | 6 Zou Hij naar de grootheid Zijner
343 Job 23:6 | twisten? Neen; maar Hij zou acht op mij slaan. ~
344 Job 23:7 | 7 Daar zou de oprechte met Hem pleiten;
345 Job 23:7 | oprechte met Hem pleiten; en ik zou mij in eeuwigheid van mijn
346 Job 25:4 | 4Hoe zou dan een mens rechtvaardig
347 Job 25:4 | rechtvaardig zijn bij God, en hoe zou hij zuiver zijn, die van
348 Job 26:14 | wij van Hem gehoord? Wie zou dan den donder Zijner mogendheden
349 Job 27:5 | ik ulieden rechtvaardigen zou; totdat ik den geest zal
350 Job 30:1 | welker vaderen ik versmaad zou hebben, om bij de honden
351 Job 30:2 | 2 Waartoe zou mij ook geweest zijn de
352 Job 31:1 | gemaakt met mijn ogen; hoe zou ik dan acht gegeven hebben
353 Job 31:12 | mijn inkomen uitgeworteld zou hebben. ~
354 Job 31:14 | 14 (Want wat zou ik doen, als God opstond?
355 Job 31:14 | Hij bezoeking deed, wat zou ik Hem antwoorden? ~
356 Job 31:28 | bij den rechter; want ik zou den God van boven verzaakt
357 Job 31:34 | verachtste der huisgezinnen zou mij afgeschrikt hebben;
358 Job 31:34 | hebben; zodat ik gewezen zou hebben, en ter deure niet
359 Job 31:36 | 36 Zou ik het niet op mijn schouder
360 Job 31:36 | mijn schouder dragen? Ik zou het op mij binden als een
361 Job 31:37 | Het getal mijner treden zou ik hem aanwijzen; als een
362 Job 31:37 | aanwijzen; als een vorst zou ik tot hem naderen. ~
363 Job 32:19 | gelijk nieuwe lederen zakken zou hij bersten. ~
364 Job 32:22 | bijnamen te gebruiken; in kort zou mijn Maker mij wegnemen. ~
365 Job 34:14 | zijn geest en zijn adem zou Hij tot Zich vergaderen; ~
366 Job 34:15 | 15 Alle vlees zou tegelijk den geest geven,
367 Job 34:15 | geest geven, en de mens zou tot stof wederkeren. ~
368 Job 34:17 | 17 Zou hij ook, die het recht haat,
369 Job 34:18 | 18 Zou men tot een koning zeggen:
370 Job 34:23 | tegen God in het gericht zou mogen treden. ~
371 Job 34:37 | 37 Want tot zijn zonde zou hij nog overtreding bijvoegen;
372 Job 34:37 | overtreding bijvoegen; hij zou onder ons in de handen klappen,
373 Job 34:37 | de handen klappen, en hij zou zijn redenen vermenigvuldigen
374 Job 35:3 | Want gij hebt gezegd: Wat zou zij u baten? Wat meer voordeel
375 Job 35:8 | 8 Uw goddeloosheid zou zijn tegen een man, gelijk
376 Job 36:16 | 16 Alzo zou Hij ook u afgekeerd hebben
377 Job 36:16 | onder dewelke geen benauwing zou geweest zijn; en het gerecht
378 Job 36:16 | en het gerecht uwer tafel zou vol vettigheid geweest zijn. ~
379 Job 36:18 | een groot rantsoen er niet zou afbrengen. ~
380 Job 36:19 | 19 Zou Hij uw rijkdom achten, dat
381 Job 36:53 | verteld worden, als ik zo zou spreken? Denkt iemand dat,
382 Job 37:13 | einden der aarde vatten zou; en de goddelozen uit haar
383 Job 37:14 | 14 Dat zij veranderd zou worden gelijk zegelleem,
384 Job 38:37 | Zie, ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? Ik leg
385 Job 39:18 | de Jordaan in zijn mond zou kunnen intrekken. ~
386 Job 39:19 | 19 Zou men hem voor zijn ogen kunnen
387 Job 39:19 | zijn ogen kunnen vangen? Zou men hem met strikken den
388 Job 40:1 | koen, dat hij hem opwekken zou; wie is dan hij, die zich
389 Job 40:1 | Mijn aangezicht stellen zou? ~
390 Job 40:2 | voorgekomen, dat Ik hem zou vergelden? Wat onder den
391 Job 40:4 | 4 Wie zou het opperste zijns kleeds
392 Job 40:4 | zijns kleeds ontdekken? Wie zou met zijn dubbelen breidel
393 Job 40:5 | 5 Wie zou de deuren zijns aangezichts
394 Job 40:12 | 12 Zijn adem zou kolen doen vlammen, en een
395 Job 40:23 | verlicht hij het pad; men zou den afgrond voor grijzigheid
396 Psa 2:12 | Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Welgelukzalig
397 Psa 13:5 | zich verheugen, wanneer ik zou wankelen. ~
398 Psa 19:13 | 13 Wie zou de afdwalingen verstaan?
399 Psa 22:18 | 18 Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; zij schouwen
400 Psa 23:4 | der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want
401 Psa 27:1 | en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE is mijns
402 Psa 27:1 | levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn? ~
403 Psa 27:3 | leger belegerde, mijn hart zou niet vrezen; ofschoon een
404 Psa 27:13 | ik het goede des HEEREN zou zien in het land der levenden,
405 Psa 39:17 | verblijden! Wanneer mijn voet zou wankelen, zo zouden zij
406 Psa 41:6 | menigvuldiger dan dat ik ze zou kunnen vertellen. ~
407 Psa 44:22 | 22 Zou God zulks niet onderzoeken?
408 Psa 49:6 | 6 Waarom zou ik vrezen in kwade dagen,
409 Psa 49:10 | ook voortaan geduriglijk zou leven, en de verderving
410 Psa 50:12 | 12 Zo Mij hongerde, Ik zou het u niet zeggen; want
411 Psa 50:13 | 13 Zou Ik stierenvlees eten, of
412 Psa 51:18 | lust tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen
413 Psa 55:7 | als ener duive, gave! ik zou henenvliegen, waar ik blijven
414 Psa 55:8 | 8 Ziet, ik zou ver wegzwerven, ik zou vernachten
415 Psa 55:8 | ik zou ver wegzwerven, ik zou vernachten in de woestijn.
416 Psa 55:9 | 9 Ik zou haasten, dat ik ontkwame,
417 Psa 55:13 | vijand, die mij hoont, anders zou ik het hebben gedragen;
418 Psa 55:13 | mij groot maakt, anders zou ik mij voor hem verborgen
419 Psa 56:12 | ik zal niet vrezen; wat zou mij de mens doen? ~
420 Psa 61:3 | rotssteen, die mij te hoog zou zijn. ~
421 Psa 63:5 | 5 Alzo zou ik U loven in mijn leven;
422 Psa 63:5 | in mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen opheffen. ~
423 Psa 63:6 | 6 Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid
424 Psa 63:6 | verzadigd worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk zingende
425 Psa 66:18 | mijn hart gezien, de Heere zou niet gehoord hebben. ~
426 Psa 73:11 | 11 Dat zij zeggen: Hoe zou het God weten, en zou er
427 Psa 73:11 | Hoe zou het God weten, en zou er wetenschap zijn bij den
428 Psa 73:15 | 15 Indien ik zou zeggen: Ik zal ook alzo
429 Psa 73:15 | ook alzo spreken; ziet, zo zou ik trouweloos zijn aan het
430 Psa 74:1 | Gij in eeuwigheid? Waarom zou Uw toorn roken tegen de
431 Psa 78:6 | navolgende geslacht die weten zou, de kinderen, die geboren
432 Psa 78:19 | spraken tegen God, zij zeiden: Zou God een tafel kunnen toerichten
433 Psa 78:20 | overvloediglijk uitbraken, zou Hij ook brood kunnen geven?
434 Psa 78:20 | ook brood kunnen geven? Zou Hij Zijn volke vlees toebereiden? ~
435 Psa 81:15 | 15 In kort zou Ik hun vijanden gedempt
436 Psa 81:16 | hebben, maar hunlieder tijd zou eeuwig geweest zijn. ~
437 Psa 81:17 | 17 En Hij zou het gespijsd hebben met
438 Psa 81:17 | vette der tarwe; ja, Ik zou u verzadigd hebben met honig
439 Psa 94:9 | 9 Zou Hij, Die het oor plant,
440 Psa 94:9 | het oor plant, niet horen? zou Hij, Die het oog formeert,
441 Psa 94:10 | 10 Zou Hij, Die de heidenen tuchtigt,
442 Psa 94:20 | 20 Zou zich de stoel der schadelijkheden
443 Psa 106:23 | zeide, dat Hij hen verdelgen zou, ten ware Mozes, Zijn uitverkorene,
444 Psa 106:26 | dat Hij hen nedervellen zou in de woestijn; ~
445 Psa 106:27 | 27 En dat Hij hun zaad zou nedervellen onder de heidenen,
446 Psa 106:27 | heidenen, en hen verstrooien zou door de landen. ~
447 Psa 119:6 | 6 Dan zou ik niet beschaamd worden,
448 Psa 119:6 | worden, wanneer ik merken zou op al Uw geboden. ~
449 Psa 119:11 | ik tegen U niet zondigen zou. ~
450 Psa 119:101 | paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden. ~
451 Psa 124:4 | overlopen hebben; een stroom zou over onze ziel gegaan zijn. ~
452 Psa 139:7 | 7 Waar zou ik heengaan voor Uw Geest
453 Psa 139:7 | heengaan voor Uw Geest en waar zou ik heenvlieden voor Uw aangezicht? ~
454 Psa 139:10 | 10 Ook daar zou Uw hand mij geleiden, en
455 Psa 139:10 | geleiden, en Uw rechterhand zou mij houden. ~
456 Psa 139:21 | 21 Zou ik niet haten HEERE! die
457 Psa 142:4 | op den weg, dien ik gaan zou. ~
458 Psa 143:7 | aangezicht niet van mij, want ik zou gelijk worden dengenen,
459 Psa 147:17 | ijs heen als stukken; wie zou bestaan voor Zijn koude? ~
460 Spre 17:16 | 16 Waarom toch zou in de hand des zots het
461 Spre 20:24 | zijn van den HEERE; hoe zou dan een mens zijn weg verstaan? ~
462 Spre 22:27 | hadt om te betalen, waarom zou men uw bed van onder u wegnemen? ~
463 Spre 23:9 | oor van een zot, want hij zou het verstand uwer woorden
464 Spre 25:8 | wat doet, als uw naaste u zou mogen beschaamd hebben. ~
465 Spre 25:10 | smade; want uw kwaad gerucht zou niet afgekeerd worden. ~
466 Spre 27:16 | Elkeen, die haar verbergt, zou den wind verbergen, en de
467 Spre 27:22 | gestoten graan, zijn dwaasheid zou van hem niet afwijken. ~
468 Pred 1:8 | zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog
469 Pred 1:10 | er enig ding, waarvan men zou kunnen zeggen: Ziet dat,
470 Pred 2:3 | vast te houden, totdat ik zou zien wat den kinderen
471 Pred 2:12 | onzinnigheden en dwaasheid; want hoe zou een mens, die den koning
472 Pred 2:18 | onder de zon, dat ik dien zou achterlaten aan een mens,
473 Pred 2:25 | 25 (Want wie zou er van eten, of wie zou
474 Pred 2:25 | zou er van eten, of wie zou zich daartoe haasten, meer
475 Pred 4:11 | hebben zij warmte; maar hoe zou een alleen warm worden? ~
476 Pred 5:5 | niet toe, dat hij uw vlees zou doen zondigen; en zeg niet
477 Pred 5:5 | een dwaling was; waarom zou God grotelijks toornen,
478 Pred 5:14 | dat hij met zijn hand zou wegdragen. ~
479 Pred 7:7 | Voorwaar, de onderdrukking zou wel een wijze dol maken;
480 Pred 7:14 | oorzake dat de mens niet zou vinden iets, dat na
481 Pred 8:17 | wijze zeide, dat hij het zou weten, zo zal hij het toch
482 Pred 10:20 | het gevogelte des hemels zou de stem wegvoeren, en het
483 Pred 10:20 | en het gevleugelde zou het woord te kennen geven. ~ ~ ~ ~ ~
484 Hoo 1:7 | den middag; want waarom zou ik zijn als een, die zich
485 Hoo 8:1 | U op de straat vond, ik zou U kussen, ook zouden zij
486 Hoo 8:2 | 2 Ik zou U leiden, ik zou U brengen
487 Hoo 8:2 | Ik zou U leiden, ik zou U brengen in mijner moeders
488 Hoo 8:2 | Gij zoudt mij leren; ik zou U van specerijwijn te drinken
489 Hoo 8:7 | huis voor deze liefde, men zou hem te enenmale verachten. ~
490 Jes 5:2 | verwacht, dat hij goede druiven zou voortbrengen, maar hij heeft
491 Jes 5:4 | goede druiven voortbrengen zou, en hij heeft stinkende
492 Jes 10:4 | Dat elkeen zich niet zou buigen onder de gevangenen,
493 Jes 10:11 | Samaria en aan haar afgoden, zou ik alzo niet kunnen doen
494 Jes 10:19 | getal zijn, ja, een jongen zou ze opschrijven. ~
495 Jes 27:4 | Grimmigheid is bij Mij niet; wie zou Mij als een doorn en distel
496 Jes 27:4 | stellen, dat Ik tegen hem zou aanvallen, en hem te gelijk
497 Jes 27:4 | hem te gelijk verbranden zou? ~
498 Jes 28:9 | 9 Wien zou Hij dan de kennis leren,
499 Jes 28:9 | de kennis leren, en wien zou Hij het gehoorde te verstaan
500 Jes 30:15 | stilheid en in vertrouwen zou uw sterkte zijn; doch gij
1-500 | 501-968 |