Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
naakten 3
naaktheid 14
naald 3
naam 911
naama 4
naaman 17
naamathiet 4
Frequency    [«  »]
944 17
937 dagen
913 doch
911 naam
904 18
892 weg
885 zegt

Bijbel

IntraText - Concordances

naam

1-500 | 501-911

    Book Chapter: Verse
501 Psa 54:8 | vrijwilligheid offeren; ik zal Uw Naam, o HEERE! loven, want Hij 502 Psa 61:6 | erfenis dergenen, die Uw Naam vrezen. ~ 503 Psa 61:9 | 9Zo zal ik Uw Naam psalmzingen in eeuwigheid; 504 Psa 63:5 | loven in mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen opheffen. ~ 505 Psa 66:4 | psalmzinge U; zij psalmzinge Uw Naam. Sela. ~ 506 Psa 68:5 | Zingt Gode, psalmzingt Zijn Naam; hoogt de wegen voor Dien, 507 Psa 68:5 | velden rijdt, omdat Zijn Naam is HEERE; en springt op 508 Psa 69:31 | 31 Ik zal Gods Naam prijzen met gezang, en Hem 509 Psa 72:17 | 17 Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid; 510 Psa 72:17 | als er de zon is, zal zijn naam van kind tot kind voortgeplant 511 Psa 72:19 | 19 En geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid tot 512 Psa 74:10 | smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren? ~ 513 Psa 74:18 | een dwaas volk heeft Uw Naam gelasterd. ~ 514 Psa 74:21 | ellendige en nooddruftige Uw Naam prijzen. ~ 515 Psa 75:2 | o God; wij loven, dat Uw Naam nabij is; men vertelt Uw 516 Psa 76:2 | is bekend in Juda; Zijn Naam is groot in Israel. ~ 517 Psa 79:6 | de koninkrijken, die Uw Naam niet aanroepen. ~ 518 Psa 80:19 | leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen. ~ 519 Psa 83:5 | volk meer zijn; dat aan den naam Israels niet meer gedacht 520 Psa 83:17 | opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken. ~ 521 Psa 83:19 | weten, dat Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste 522 Psa 86:9 | aanschijn nederbuigen, en Uw Naam eren. ~ 523 Psa 86:12 | hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid; ~ 524 Psa 89:13 | en Hermon juichen in Uw Naam. ~ 525 Psa 89:17 | gansen dag verheugen in Uw Naam, en door Uw gerechtigheid 526 Psa 89:25 | en zijn hoorn zal in Mijn Naam verhoogd worden. ~ 527 Psa 91:14 | stellen, want hij kent Mijn Naam. ~ 528 Psa 92:2 | men den HEERE love, en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste! ~ 529 Psa 96:2 | Zingt den HEERE, looft Zijn Naam; boodschapt Zijn heil van 530 Psa 99:3 | Uw groten en vreselijken Naam loven, die heilig is; ~ 531 Psa 100:4 | looft Hem, prijst Zijn Naam. ~ 532 Psa 102:16 | Dan zullen de heidenen den Naam des HEEREN vrezen, en alle 533 Psa 102:22 | 22 Opdat men den Naam des HEEREN vertelle te Sion, 534 Psa 103:1 | in mij is, Zijn heiligen Naam. ~ 535 Psa 105:1 | Looft den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend 536 Psa 105:3 | 3 Roemt u in den Naam Zijner heiligheid; het hart 537 Psa 106:47 | heidenen, opdat wij den Naam Uwer heiligheid loven, ons 538 Psa 109:13 | nakomelingen uitgeroeid worden; hun naam worde uitgedelgd in het 539 Psa 111:9 | eeuwigheid geboden; Koph. Zijn Naam is heilig en vreselijk. ~ 540 Psa 113:1 | knechten des HEEREN! looft den Naam des HEEREN. ~ 541 Psa 113:2 | 2De Naam des HEEREN zij geprezen, 542 Psa 113:3 | tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd. ~ 543 Psa 115:1 | HEERE! niet ons, maar Uw Naam geef eer, om Uwer goedertierenheid, 544 Psa 116:4 | 4 Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, zeggende: 545 Psa 116:13 | verlossingen opnemen, en den Naam des HEEREN aanroepen. ~ 546 Psa 116:17 | van dankzegging, en den Naam des HEEREN aanroepen. ~ 547 Psa 118:10 | mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen 548 Psa 118:11 | mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen 549 Psa 118:12 | doornenvuur; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen 550 Psa 118:26 | hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen 551 Psa 119:132| recht aan degenen, die Uw Naam beminnen. ~ 552 Psa 122:4 | getuigenis Israels, om den Naam des HEEREN te danken. ~ 553 Psa 124:8 | 8Onze hulp is in den Naam des HEEREN, Die hemel en 554 Psa 129:8 | Wij zegenen ulieden in den Naam des HEEREN. ~  ~ 555 Psa 135:1 | 1 Hallelujah! Prijst den Naam des HEEREN, prijst Hem, 556 Psa 135:3 | is goed; psalmzingt Zijn Naam, want Hij is liefelijk. ~ 557 Psa 135:13 | 13 O HEERE! Uw Naam is in eeuwigheid; HEERE! 558 Psa 138:2 | heiligheid, en ik zal Uw Naam loven, om Uw goedertierenheid 559 Psa 138:2 | Gij hebt vanwege Uwgansen Naam Uw woord groot gemaakt. ~ 560 Psa 140:14 | rechtvaardigen zullen Uw Naam loven; de oprechten zullen 561 Psa 142:8 | uit de gevangenis, om Uw Naam te loven; de rechtvaardigen 562 Psa 145:1 | ik zal U verhogen, en Uw Naam loven in eeuwigheid en altoos. ~ 563 Psa 145:2 | dage zal ik U loven, en Uw Naam prijzen in eeuwigheid en 564 Psa 145:21 | vlees zal Zijn heiligen Naam loven in der eeuwigheid 565 Psa 148:5 | 5 Dat zij den Naam des HEEREN loven; want als 566 Psa 148:13 | 13 Dat zij den Naam des HEEREN loven; want Zijn 567 Psa 148:13 | HEEREN loven; want Zijn Naam alleen is hoog verheven; 568 Psa 149:3 | 3Dat zij Zijn Naam loven op de fluit; dat zij 569 Spre 10:7 | tot zegening zijn; maar de naam der goddelozen zal verrotten. ~ 570 Spre 18:10| 10      De Naam des HEEREN is een Sterke 571 Spre 21:24| hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met 572 Spre 22:1 | 1      De naam is uitgelezener dan grote 573 Spre 30:4 | aarde gesteld? Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns 574 Spre 30:4 | Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons, zo gij het 575 Spre 30:9 | dan niet stele, en den Naam mijns Gods aantaste. ~ 576 Pred 6:4 | met duisternis wordt haar naam bedekt. ~ 577 Pred 6:10| iemand zij, alrede is zijn naam genoemd, en het is bekend, 578 Pred 7:1 | Beter is een goede naam, dan goede olie, en de dag 579 Hoo 1:3 | olien zijn goed tot reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort 580 Jes 4:1 | laat ons alleenlijk naar uw naam   genoemd worden, neem onze 581 Jes 7:14 | een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten. ~ 582 Jes 8:3 | zeide tot mij: Noem zijn naam MAHER-SCHALAL, CHAZ-BAZ. ~ 583 Jes 9:5 | schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke 584 Jes 12:4 | Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend 585 Jes 12:4 | volken! vermeldt, dat Zijn Naam verhoogd is. ~ 586 Jes 14:22 | van Babel uitroeien den naam en het overblijfsel, en 587 Jes 18:7 | beroven; tot de plaats van den Naam des HEEREN der heirscharen, 588 Jes 24:15 | de eilanden der zee den Naam des HEEREN, des Gods van 589 Jes 25:1 | God, U zal ik verhogen, Uw Naam zal ik loven, want Gij hebt 590 Jes 26:8 | HEERE! verwacht; tot Uw Naam en tot Uw gedachtenis is 591 Jes 29:23 | van hen, zullen zij Mijn Naam heiligen; en zij zullen 592 Jes 30:27 | 27      Ziet, de Naam des HEEREN komt van verre, 593 Jes 41:25 | opgang der zon; hij zal Mijn Naam aanroepen; en hij zal komen 594 Jes 42:8 | ben de HEERE, dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen 595 Jes 43:1 | verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn. ~ 596 Jes 43:7 | Een ieder, die naar Mijn Naam genoemd is, en dien Ik geschapen 597 Jes 44:5 | zal zich noemen met den naam van Jakob; en gene zal met 598 Jes 44:5 | zich toenoemen met den      naam van Israel. ~ 599 Jes 45:3 | HEERE ben, Die u bij uw naam roept, de God van      Israel; ~ 600 Jes 45:4 | uitverkorenen; ja, Ik riep u bij uw naam, Ik noemde u toe, hoewel 601 Jes 47:4 | 4      Onzes Verlossers Naam is HEERE der heirscharen, 602 Jes 48:1 | die genoemd wordt met den naam van Israel, en uit de wateren 603 Jes 48:1 | die daar zweert bij den Naam des HEEREN, en      vermeldt 604 Jes 48:2 | der heirscharen is Zijn Naam. ~ 605 Jes 48:19 | deszelfs steentjes; wiens naam niet zou worden afgehouwen, 606 Jes 49:1 | ingewand af heeft Hij Mijn Naam gemeld. ~ 607 Jes 50:10 | dat hij betrouwe op den Naam des      HEEREN, en steune 608 Jes 51:15 | der heirscharen is Zijn Naam. 609 Jes 52:5 | spreekt de HEERE, en Mijn      Naam geduriglijk den gansen dag 610 Jes 52:6 | volk, daarom zal het Mijn Naam in dien dag kennen, dat 611 Jes 54:5 | der heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israels is 612 Jes 55:13 | den HEERE wezen tot een naam, tot een eeuwig teken, dat 613 Jes 56:13 | den HEERE wezen tot een naam, tot een eeuwig teken, dat 614 Jes 57:5 | muren een plaats en een naam geven, beter dan der zonen 615 Jes 57:5 | dochteren; een eeuwigen naam zal Ik een ieder van hen 616 Jes 57:6 | Hem te dienen, en om den Naam des HEEREN lief te hebben, 617 Jes 58:15 | eeuwigheid woont, en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de 618 Jes 60:19 | Dan zullen zij den Naam des HEEREN vrezen van den 619 Jes 61:9 | hun goud met hen, tot den Naam des HEEREN      uws Gods, 620 Jes 63:2 | gij zult met een nieuwen naam genoemd worden, welken des 621 Jes 64:12 | opdat Hij Zich een eeuwigen Naam      maakte? ~ 622 Jes 64:14 | opdat Gij U een heerlijken Naam zoudt maken. ~ 623 Jes 64:16 | Verlosser van ouds af is Uw Naam. ~ 624 Jes 64:19 | geheerst, en die naar Uw Naam niet zijn genoemd. ~  ~ 625 Jes 65:2 | wateren doet opbobbelen, om Uw Naam aan Uw wederpartijders bekend 626 Jes 65:7 | En er is niemand, die Uw Naam aanroept, die zich opwekt, 627 Jes 66:1 | het volk, dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik 628 Jes 66:15 | En gijlieden zult uw naam Mijn uitverkorenen tot een 629 Jes 66:15 | zal Hij met een anderen naam noemen; ~ 630 Jes 67:22 | ulieder zaad en ulieder naam staan. ~ 631 Jer 7:10 | dit huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, en zeggen: Wij 632 Jer 7:11 | dit huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, in uw ogen een 633 Jer 7:12 | Silo was, alwaar Ik Mijn Naam in het eerst had doen wonen; 634 Jer 7:14 | dit huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, waarop gij vertrouwt, 635 Jer 7:30 | het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, om      dat 636 Jer 10:6 | Gij groot, en groot is Uw Naam in mogendheid. ~ 637 Jer 10:16 | der heirscharen is Zijn Naam. ~ 638 Jer 10:25 | over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij 639 Jer 11:16 | 16      De HEERE had uw naam genoemd een groenen olijfboom, 640 Jer 11:19 | levenden uitroeien, dat zijn naam niet meer gedacht worde. ~ 641 Jer 11:21 | zeggende: Profeteer niet in den Naam des HEEREN, opdat gij van 642 Jer 12:16 | leren, zwerende bij Mijn Naam: Zo waarachtig als de HEERE 643 Jer 13:11 | tot een volk, en tot een naam, en tot lof, en tot heerlijkheid; 644 Jer 14:9 | HEERE! en wij zijn naar Uw Naam genoemd, verlaat ons      645 Jer 14:14 | profeteren vals in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, 646 Jer 14:15 | de profeten, die in Mijn Naam profeteren, daar Ik hen 647 Jer 15:16 | harten; want ik ben naar Uw Naam genoemd, o HEERE,      God 648 Jer 16:21 | zij zullen weten, dat Mijn Naam is HEERE. ~  ~  ~  ~ ~ 649 Jer 20:3 | tot hem: De HEERE noemt uw naam niet Pashur, maar      Magor-missabib. ~ 650 Jer 20:9 | gedenken, en niet meer in Zijn Naam spreken; maar het werd in 651 Jer 23:6 | zeker wonen; en dit zal Zijn naam zijn, waarmede men Hem zal 652 Jer 23:25 | profeten zeggen, die in Mijn Naam leugen profeteren, zeggende: 653 Jer 23:27 | denken om Mijn volk Mijn Naam te doen vergeten, door hun 654 Jer 23:27 | gelijk als hun vaders Mijn Naam vergeten hebben door      655 Jer 25:29 | in de stad, die naar Mijn Naam genoemd is, begin Ik te 656 Jer 26:9 | Waarom hebt gij in den Naam des HEEREN geprofeteerd, 657 Jer 26:16 | tot ons gesproken in den Naam des      HEEREN, onzes Gods. ~ 658 Jer 26:20 | ook een man, die in den Naam des HEEREN profeteerde, 659 Jer 27:15 | profeteren valselijk in Mijn Naam; opdat Ik u uitstote, en 660 Jer 29:9 | profeteren u valselijk in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden, 661 Jer 29:21 | Maaseja, die ulieden in Mijn Naam valselijk profeteren: Ziet, 662 Jer 29:23 | woord valselijk in Mijn Naam, dat Ik hun niet geboden 663 Jer 29:25 | Omdat gij brieven in uw naam gezonden hebt tot al het 664 Jer 31:35 | heirscharen is Zijn Naam: ~ 665 Jer 32:18 | Gij geweldige God, Wiens Naam is      HEERE der heirscharen! ~ 666 Jer 32:20 | andere mensen, en hebt U een Naam gemaakt, als Hij is te dezen 667 Jer 32:34 | het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, om dat te verontreinigen. ~ 668 Jer 33:2 | bevestige, HEERE is Zijn Naam; ~ 669 Jer 33:9 | Mij zijn tot een vrolijken naam, tot een roem, en tot een 670 Jer 34:15 | het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is. ~ 671 Jer 34:16 | omgekeerd, en hebt Mijn Naam ontheiligd, en doen wederkomen, 672 Jer 37:13 | daar de wachtmeester, wiens naam was Jerija, de zoon van 673 Jer 44:16 | gij tot ons in des HEEREN Naam gesproken hebt, wij zullen 674 Jer 44:26 | Ik zweer bij Mijn groten Naam, zegt de HEERE, zo Mijn 675 Jer 44:26 | zegt de HEERE, zo Mijn Naam met den mond van enig man 676 Jer 46:18 | spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen; 677 Jer 48:15 | spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~ 678 Jer 48:17 | zijt, en allen, die zijn naam kent; zegt: Hoe is de sterke 679 Jer 50:34 | der heirscharen is Zijn Naam; Hij zal hun twist zekerlijk 680 Jer 51:19 | der heirscharen is Zijn Naam. ~ 681 Jer 51:57 | spreekt      de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~ 682 Jer 52:1 | jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Hamutal, 683 Klaa 1:99| Koph. HEERE! Ik heb Uw Naam aangeroepen uit den ondersten 684 Eze 16:14 | Daartoe ging van u een naam uit onder de heidenen om 685 Eze 16:15 | hebt gehoereerd vanwege uw naam; ja, hebt uw hoererijen 686 Eze 20:29 | gij gaat? Nochtans is de naam daarvan genoemd hoogte, 687 Eze 20:39 | meer Mijn      heiligen Naam, met uw giften en met uw 688 Eze 22:5 | bespotten, gij onreine van naam en vol van onrust! ~ 689 Eze 23:10 | zwaard; en zij kreeg een naam onder de vrouwen, nadat 690 Eze 24:2 | Mensenkind! schrijf u den naam van den dag op, even van 691 Eze 34:29 | Ik zal hun een plant van naam verwekken; en zij zullen 692 Eze 36:20 | ontheiligden zij Mijn heiligen Naam, omdat men van hen zeide: 693 Eze 36:21 | verschoonde hen om Mijn heiligen Naam, dien het huis Israels ontheiligde 694 Eze 36:22 | Israels! maar om Mijn heiligen Naam, dien gijlieden ontheiligd 695 Eze 36:23 | Want Ik zal Mijn groten Naam heiligen, die onder de heidenen 696 Eze 39:7 | En Ik zal Mijn heiligen Naam in het midden van Mijn volk 697 Eze 39:7 | maken, en zal Mijn heiligen Naam niet meer laten ontheiligen; 698 Eze 39:13 | en het zal hun tot een naam zijn, ten dage als Ik zal 699 Eze 39:16 | 16      Ook zo zal de naam der stad Hamona zijn. Alzo 700 Eze 39:25 | ijveren over Mijn heiligen Naam; ~ 701 Eze 43:7 | Israels zullen Mijn heiligen Naam niet meer verontreinigen, 702 Eze 43:8 | verontreinigden Mijn heiligen Naam met hun      gruwelen, die 703 Eze 48:35 | achttien duizend; en de naam der stad zal van dien dag 704 Dan 2:20 | antwoordde en zeide: De Naam Gods zij geloofd van eeuwigheid 705 Dan 2:26 | zeide tot Daniel, wiens naam Beltsazar was: Zijt gij 706 Dan 4:8 | Daniel voor mij inkwam, wiens naam Beltsazar is, naar den naam 707 Dan 4:8 | naam Beltsazar is, naar den naam mijns gods, in wien ook 708 Dan 4:19 | ontzette zich Daniel, wiens naam Beltsazar is, bij een uur 709 Dan 5:12 | Daniel, dien de koning den naam van Beltsazar gaf; laat 710 Dan 9:6 | de profeten, die in Uw Naam spraken tot onze koningen, 711 Dan 9:15 | sterke hand, en hebt U een Naam gemaakt, gelijk hij is te 712 Dan 9:18 | en de stad, die naar Uw Naam genoemd is; want wij werpen 713 Dan 9:19 | stad, en Uw volk is naar Uw Naam genoemd. ~ 714 Dan 10:1 | werd aan Daniel, wiens naam genoemd werd Beltsazar, 715 Hos 1:4 | zeide tot hem: Noem zijn naam Jizreel, want nog een weinig 716 Hos 1:6 | zeide tot hem: Noem haar naam Lo-Ruchama; want Ik zal 717 Hos 1:9 | En Hij zeide: Noem zijn naam Lo-Ammi; want gijlieden 718 Joe 2:26 | verzadiging eten, en prijzen den Naam des HEEREN, uw Gods, Die 719 Joe 2:32 | zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen, 720 Amos 2:7 | dochter om Mijn      heiligen Naam te ontheiligen. ~ 721 Amos 4:13| der heirscharen, is Zijn Naam.   ~ 722 Amos 5:8 | aardbodem, HEERE is Zijn Naam. ~ 723 Amos 5:27| henen, zegt de HEERE, Wiens Naam is God der heirscharen. ~  ~ 724 Amos 6:10| waren niet om des HEEREN Naam te vermelden. ~ 725 Amos 9:6 | aardbodem; HEERE is Zijn Naam. ~ 726 Amos 9:12| heidenen, die naar Mijn Naam genoemd worden, spreekt 727 Mic 4:5 | zullen wandelen, elk in den naam zijns gods; maar wij zullen 728 Mic 4:5 | wij zullen wandelen in den Naam des HEEREN, onzes Gods, 729 Mic 5:3 | in de hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods, 730 Mic 6:9 | roept tot de stad (want Uw Naam ziet het wezen): Hoort de 731 Nah 1:14 | HEERE bevolen, dat er van uw naam niemand meer gezaaid zal 732 Zep 1:4 | overblijfsel van Baal, en den naam der Chemarim met de      733 Zep 3:9 | wenden; opdat zij allen den Naam des HEEREN aanroepen, opdat 734 Zep 3:12 | volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen. ~ 735 Zep 3:19 | tot een lof, en tot een naam, in het ganse      land, 736 Zep 3:20 | zal ulieden zetten tot een naam en tot een lof, onder alle 737 Zac 5:4 | huis desgenen, die bij Mijn Naam valselijk zweer; en hij 738 Zac 6:12 | zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is SPRUITE, Die zal uit 739 Zac 10:12 | in den HEERE, en in Zijn Naam zullen zij wandelen, spreekt 740 Zac 13:3 | gesproken hebt in den Naam des HEEREN; en zijn vader 741 Zac 13:9 | goud beproeft; het zal Mijn Naam aanroepen, en Ik   zal het 742 Zac 14:9 | HEERE een zijn, en Zijn Naam een. 743 Mal 1:6 | Waarmede verachten wij Uw Naam? ~ 744 Mal 1:11 | haar ondergang, zal Mijn Naam groot zijn onder de heidenen; 745 Mal 1:11 | aan alle plaats zal Mijn Naam reukwerk toegebracht worden, 746 Mal 1:11 | spijsoffer; want Mijn Naam zal groot zijn onder de 747 Mal 1:14 | heirscharen, en Mijn Naam is vreselijk onder de heidenen. ~  ~ 748 Mal 2:2 | ter harte nemen, om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE 749 Mal 3:16 | voor degenen, die aan Zijn Naam gedenken. ~ 750 Mal 4:2 | Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid 751 Matt 1:21| baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal 752 Matt 1:23| baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuel; hetwelk 753 Matt 1:25| gebaard had; en heette Zijn naam JEZUS. ~  ~ 754 Matt 6:9 | Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. ~ 755 Matt 7:22| Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam 756 Matt 7:22| Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en 757 Matt 7:22| duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? ~ 758 Matt 10:22| allen gehaat worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal 759 Matt 10:41| profeet ontvangt in den naam eens profeten, zal het loon 760 Matt 10:41| rechtvaardige ontvangt in den naam eens rechtvaardigen, zal 761 Matt 10:42| beker koud water, in den naam eens discipels, voorwaar 762 Matt 12:21| 21 En in Zijn Naam zullen de heidenen hopen. ~ 763 Matt 18:5 | kindeken ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. ~ 764 Matt 18:20| drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden 765 Matt 21:9 | is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de 766 Matt 23:39| is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~  ~  ~  767 Matt 24:5 | zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; 768 Matt 28:19| volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, 769 Mark 3:16| En Simon gaf Hij den toe naam Petrus; ~ 770 Mark 5:9 | vraagde hem: Welke is uw naam? En hij antwoordde, zeggende: 771 Mark 5:9 | antwoordde, zeggende: Mijn naam is Legio; want wij zijn 772 Mark 6:14| Herodes hoorde het (want Zijn Naam was openbaar geworden), 773 Mark 9:37| kinderkens zal ontvangen in Mijn Naam, die ontvangt Mij; en zo 774 Mark 9:38| duivelen uitwierp in Uw Naam, welke ons niet volgt; en 775 Mark 9:39| kracht doen zal in Mijn Naam, en haastelijk van Mij zal 776 Mark 9:41| te drinken geven in Mijn Naam, omdat gij discipelen van 777 Mark 11:9 | is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~ 778 Mark 11:10| David, hetwelk komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de 779 Mark 13:6 | zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; 780 Mark 14:32| kwamen in een plaats, welker naam was Gethsemane, en Hij zeide 781 Mark 16:17| tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen; 782 Luk 1:5 | dochteren van Aaron, en haar naam Elizabet. ~ 783 Luk 1:13 | baren, en gij zult zijn naam heten Johannes. ~ 784 Luk 1:27 | ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize 785 Luk 1:27 | den huize Davids; en de naam der maagd was Maria. ~ 786 Luk 1:31 | Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS. ~ 787 Luk 1:49 | machtig is, en heilig is Zijn Naam. ~ 788 Luk 1:59 | het Zacharias, naar den naam zijns vaders. ~ 789 Luk 1:61 | maagschap, die met dien naam genaamd wordt. ~ 790 Luk 1:63 | zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich 791 Luk 2:21 | besnijden zou, zo werd Zijn Naam genaamd JEZUS, welke genaamd 792 Luk 2:25 | mens te Jeruzalem, wiens naam was Simeon; en deze mens 793 Luk 6:22 | afscheiden, en smaden, en uw naam als kwaad verwerpen, om 794 Luk 8:30 | hem, zeggende: Welke is uw naam? En hij zeide: Legio. Want 795 Luk 8:41 | er kwam een man, wiens naam was Jairus, en hij was een 796 Luk 9:48 | kindeken ontvangen zal in Mijn Naam, die ontvangt Mij; en zo 797 Luk 9:49 | hebben een gezien, die in Uw Naam de duivelen uitwierp, en 798 Luk 10:17 | zijn ons onderworpen, in Uw Naam. ~ 799 Luk 11:2 | Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk 800 Luk 13:35 | is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~  ~ 801 Luk 19:38 | Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in 802 Luk 21:8 | zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; 803 Luk 24:13 | van Jeruzalem was, welks naam was Emmaus; ~ 804 Luk 24:18 | 18 En de een, wiens naam was Kleopas, antwoordende, 805 Luk 24:47 | 47 En in Zijn Naam gepredikt worden bekering 806 Joha 1:6 | van God gezonden, wiens naam was Johannes. ~ 807 Joha 1:12| worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; ~ 808 Joha 2:23| geloofden velen in Zijn Naam, ziende Zijn tekenen, die 809 Joha 3:1 | mens uit de Farizeen, wiens naam was Nicodemus, een overste 810 Joha 3:18| niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van 811 Joha 5:43| 43 Ik ben gekomen in den Naam Mijns Vaders, en gij neemt 812 Joha 5:43| ander komt in zijn eigen naam, dien zult gij aannemen. ~ 813 Joha 10:25| werken, die Ik doe in den Naam Mijns Vaders, die getuigen 814 Joha 12:13| is Hij, Die komt in den Naam des Heeren, Hij, Die is 815 Joha 12:28| 28 Vader, verheerlijk Uw Naam. Er kwam dan een stem uit 816 Joha 14:13| gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen; opdat 817 Joha 14:14| iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen. ~ 818 Joha 14:26| Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, 819 Joha 15:16| Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve. ~ 820 Joha 16:23| Vader zult bidden in Mijn Naam, dat zal Hij u geven. ~ 821 Joha 16:24| gij niet gebeden in Mijn Naam; bidt, en gij zult ontvangen, 822 Joha 16:26| dien dag zult gij in Mijn Naam bidden; en Ik zeg u niet, 823 Joha 17:6 | 6 Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen, 824 Joha 17:11| Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt, 825 Joha 17:12| was, bewaarde Ik ze in Uw Naam. Die Gij Mij gegeven hebt, 826 Joha 17:26| 26 En Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem 827 Joha 18:10| zijn rechteroor af. En de naam van den dienstknecht was 828 Joha 20:31| het leven hebt in Zijn Naam. ~  ~  ~  829 Hand 2:21| dat een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, 830 Hand 2:38| van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot 831 Hand 3:6 | heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus, den 832 Hand 3:16| door het geloof in Zijn Naam heeft Zijn Naam dezen gesterkt, 833 Hand 3:16| in Zijn Naam heeft Zijn Naam dezen gesterkt, dien gij 834 Hand 4:7 | wat kracht, of door wat naam hebt gijlieden dit gedaan? ~ 835 Hand 4:10| volk Israel, dat door den Naam van Jezus Christus, den 836 Hand 4:12| onder den hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven 837 Hand 4:17| meer tot enig mens in dezen Naam spreken. ~ 838 Hand 4:18| spreken, noch leren, in den Naam van Jezus. ~ 839 Hand 4:30| wonderen geschieden door den Naam van Uw heilig Kind Jezus. ~ 840 Hand 5:43| ontvangen zal door Zijn Naam. ~ 841 Hand 5:48| zouden gedoopt worden in den Naam des Heeren. Toen baden zij 842 Hand 7:6 | profeet, een Jood, wiens naam was Bar-Jezus; ~ 843 Hand 7:8 | tovenaar (want alzo wordt zijn naam overgezet), wederstond hen, 844 Hand 9:14| volk aan te nemen door Zijn Naam. ~ 845 Hand 9:17| heidenen, over welken Mijn Naam aangeroepen is, spreekt 846 Hand 9:26| overgegeven hebben voor den Naam van onzen Heere Jezus Christus. ~ 847 Hand 10:18| geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus, dat 848 Hand 13:5 | hoorden werden gedoopt in den Naam van den Heere Jezus. ~ 849 Hand 13:13| hebben zich onderwonden den Naam van den Heere Jezus te noemen 850 Hand 13:17| vreze over hen allen, en de Naam van den Heere Jezus werd 851 Hand 15:13| sterven te Jeruzalem voor den Naam van den Heere Jezus. ~ 852 Hand 16:16| afwassen, aanroepende den Naam des Heeren. ~ 853 Hand 20:9 | mijzelven, dat ik tegen den Naam van Jezus van Nazareth vele 854 Rom 1:5 | al de heidenen, voor Zijn Naam; ~ 855 Rom 2:24 | 24 Want de Naam van God wordt om uwentwil 856 Rom 9:17 | bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse 857 Rom 10:13 | Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, 858 Rom 15:9 | onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen. ~ 859 1Kor 1:2 | heiligen, met allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus 860 1Kor 1:10| bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus, 861 1Kor 1:13| Of zijt gij in Paulus' naam gedoopt? ~ 862 1Kor 1:15| iemand zegge, dat ik in mijn naam gedoopt heb. ~ 863 1Kor 5:4 | 4 In den Naam van onzen Heere Jezus Christus, 864 1Kor 6:11| gerechtvaardigd, in den Naam van den Heere Jezus, en 865 Efez 1:21| en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, niet 866 Efez 5:20| God en den Vader, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus; ~ 867 Fili 2:9 | verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen 868 Fili 2:9 | gegeven, welke boven allen naam is; ~ 869 Fili 2:10| 10 Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen 870 Kol 3:17 | werken, doet het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende 871 2The 1:12| 12 Opdat de Naam van onzen Heere Jezus Christus 872 2The 3:6 | bevelen u, broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus, 873 1Tim 6:1 | waardig achten, opdat de Naam van God, en de leer niet 874 2Tim 2:19| en: Een iegelijk, die den Naam van Christus noemt, sta 875 Heb 1:4 | engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen geerfd heeft. ~ 876 Heb 2:12 | 12 Zeggende: Ik zal Uw naam Mijn broederen verkondigen; 877 Heb 6:10 | liefde, die gij aan Zijn Naam bewezen hebt, als die de 878 Heb 13:15 | vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden. ~ 879 Jako 2:7 | Lasteren zij niet den goeden naam, die over u aangeroepen 880 Jako 5:10| de profeten, die in den Naam des Heeren gesproken hebben. ~ 881 Jako 5:14| zalvende met olie in den Naam des Heeren. ~ 882 1Pet 4:14| gij gesmaad wordt om den Naam van Christus, zo zijt gij 883 1Joh 3:23| dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus, 884 1Joh 5:13| geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van God; opdat 885 1Joh 5:13| opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God. ~ 886 3Joh 1:7 | Want zij zijn voor Zijn Naam uitgegaan, niets nemende 887 Open 2:13| satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet 888 Open 2:17| den keursteen een nieuwen naam geschreven, welken niemand 889 Open 3:1 | weet uw werken, dat gij den naam hebt, dat gij leeft, en 890 Open 3:5 | klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitdoen uit het 891 Open 3:5 | des levens, en Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader 892 Open 3:8 | woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend. ~ 893 Open 3:12| zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam der 894 Open 3:12| den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk 895 Open 3:12| afdaalt, en ook Mijn nieuwen Naam. ~ 896 Open 6:8 | en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde 897 Open 8:11| 11 En de naam der ster wordt genoemd Alsem; 898 Open 9:11| engel des afgronds; zijn naam was in het Hebreeuws Abaddon, 899 Open 9:11| Griekse taal had hij den naam Apollyon. ~ 900 Open 11:18| heiligen, en dengenen, die Uw Naam vrezen, den kleinen en den 901 Open 13:1 | op zijn hoofden was een naam van gods lastering. ~ 902 Open 13:6 | lastering tegen God, om Zijn Naam te lasteren, en Zijn tabernakel, 903 Open 13:17| merkteken heeft, of den naam van het beest, of het getal 904 Open 14:1 | veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven 905 Open 15:4 | niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Want 906 Open 16:9 | hitte, en lasterden den Naam Gods, Die macht heeft over 907 Open 17:5 | op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; 908 Open 19:12| koninklijke hoeden; en Hij had een naam geschreven, die niemand 909 Open 19:13| bloed geverfd was; en Zijn naam wordt genoemd het Woord 910 Open 19:16| kleed en op Zijn dij dezen Naam geschreven: Koning der koningen, 911 Open 22:4 | aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn. ~


1-500 | 501-911

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License