1-500 | 501-911
Book Chapter: Verse
501 Psa 54:8 | vrijwilligheid offeren; ik zal Uw Naam, o HEERE! loven, want Hij
502 Psa 61:6 | erfenis dergenen, die Uw Naam vrezen. ~
503 Psa 61:9 | 9Zo zal ik Uw Naam psalmzingen in eeuwigheid;
504 Psa 63:5 | loven in mijn leven; in Uw Naam zou ik mijn handen opheffen. ~
505 Psa 66:4 | psalmzinge U; zij psalmzinge Uw Naam. Sela. ~
506 Psa 68:5 | Zingt Gode, psalmzingt Zijn Naam; hoogt de wegen voor Dien,
507 Psa 68:5 | velden rijdt, omdat Zijn Naam is HEERE; en springt op
508 Psa 69:31 | 31 Ik zal Gods Naam prijzen met gezang, en Hem
509 Psa 72:17 | 17 Zijn naam zal zijn tot in eeuwigheid;
510 Psa 72:17 | als er de zon is, zal zijn naam van kind tot kind voortgeplant
511 Psa 72:19 | 19 En geloofd zij de Naam Zijner heerlijkheid tot
512 Psa 74:10 | smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren? ~
513 Psa 74:18 | een dwaas volk heeft Uw Naam gelasterd. ~
514 Psa 74:21 | ellendige en nooddruftige Uw Naam prijzen. ~
515 Psa 75:2 | o God; wij loven, dat Uw Naam nabij is; men vertelt Uw
516 Psa 76:2 | is bekend in Juda; Zijn Naam is groot in Israel. ~
517 Psa 79:6 | de koninkrijken, die Uw Naam niet aanroepen. ~
518 Psa 80:19 | leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen. ~
519 Psa 83:5 | volk meer zijn; dat aan den naam Israels niet meer gedacht
520 Psa 83:17 | opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken. ~
521 Psa 83:19 | weten, dat Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste
522 Psa 86:9 | aanschijn nederbuigen, en Uw Naam eren. ~
523 Psa 86:12 | hart loven, en ik zal Uw Naam eren in eeuwigheid; ~
524 Psa 89:13 | en Hermon juichen in Uw Naam. ~
525 Psa 89:17 | gansen dag verheugen in Uw Naam, en door Uw gerechtigheid
526 Psa 89:25 | en zijn hoorn zal in Mijn Naam verhoogd worden. ~
527 Psa 91:14 | stellen, want hij kent Mijn Naam. ~
528 Psa 92:2 | men den HEERE love, en Uw Naam psalmzinge, o Allerhoogste! ~
529 Psa 96:2 | Zingt den HEERE, looft Zijn Naam; boodschapt Zijn heil van
530 Psa 99:3 | Uw groten en vreselijken Naam loven, die heilig is; ~
531 Psa 100:4 | looft Hem, prijst Zijn Naam. ~
532 Psa 102:16 | Dan zullen de heidenen den Naam des HEEREN vrezen, en alle
533 Psa 102:22 | 22 Opdat men den Naam des HEEREN vertelle te Sion,
534 Psa 103:1 | in mij is, Zijn heiligen Naam. ~
535 Psa 105:1 | Looft den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend
536 Psa 105:3 | 3 Roemt u in den Naam Zijner heiligheid; het hart
537 Psa 106:47 | heidenen, opdat wij den Naam Uwer heiligheid loven, ons
538 Psa 109:13 | nakomelingen uitgeroeid worden; hun naam worde uitgedelgd in het
539 Psa 111:9 | eeuwigheid geboden; Koph. Zijn Naam is heilig en vreselijk. ~
540 Psa 113:1 | knechten des HEEREN! looft den Naam des HEEREN. ~
541 Psa 113:2 | 2De Naam des HEEREN zij geprezen,
542 Psa 113:3 | tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd. ~
543 Psa 115:1 | HEERE! niet ons, maar Uw Naam geef eer, om Uwer goedertierenheid,
544 Psa 116:4 | 4 Maar ik riep den Naam des HEEREN aan, zeggende:
545 Psa 116:13 | verlossingen opnemen, en den Naam des HEEREN aanroepen. ~
546 Psa 116:17 | van dankzegging, en den Naam des HEEREN aanroepen. ~
547 Psa 118:10 | mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen
548 Psa 118:11 | mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen
549 Psa 118:12 | doornenvuur; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen
550 Psa 118:26 | hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen
551 Psa 119:132| recht aan degenen, die Uw Naam beminnen. ~
552 Psa 122:4 | getuigenis Israels, om den Naam des HEEREN te danken. ~
553 Psa 124:8 | 8Onze hulp is in den Naam des HEEREN, Die hemel en
554 Psa 129:8 | Wij zegenen ulieden in den Naam des HEEREN. ~ ~
555 Psa 135:1 | 1 Hallelujah! Prijst den Naam des HEEREN, prijst Hem,
556 Psa 135:3 | is goed; psalmzingt Zijn Naam, want Hij is liefelijk. ~
557 Psa 135:13 | 13 O HEERE! Uw Naam is in eeuwigheid; HEERE!
558 Psa 138:2 | heiligheid, en ik zal Uw Naam loven, om Uw goedertierenheid
559 Psa 138:2 | Gij hebt vanwege Uwgansen Naam Uw woord groot gemaakt. ~
560 Psa 140:14 | rechtvaardigen zullen Uw Naam loven; de oprechten zullen
561 Psa 142:8 | uit de gevangenis, om Uw Naam te loven; de rechtvaardigen
562 Psa 145:1 | ik zal U verhogen, en Uw Naam loven in eeuwigheid en altoos. ~
563 Psa 145:2 | dage zal ik U loven, en Uw Naam prijzen in eeuwigheid en
564 Psa 145:21 | vlees zal Zijn heiligen Naam loven in der eeuwigheid
565 Psa 148:5 | 5 Dat zij den Naam des HEEREN loven; want als
566 Psa 148:13 | 13 Dat zij den Naam des HEEREN loven; want Zijn
567 Psa 148:13 | HEEREN loven; want Zijn Naam alleen is hoog verheven;
568 Psa 149:3 | 3Dat zij Zijn Naam loven op de fluit; dat zij
569 Spre 10:7 | tot zegening zijn; maar de naam der goddelozen zal verrotten. ~
570 Spre 18:10| 10 De Naam des HEEREN is een Sterke
571 Spre 21:24| hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met
572 Spre 22:1 | 1 De naam is uitgelezener dan grote
573 Spre 30:4 | aarde gesteld? Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns
574 Spre 30:4 | Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons, zo gij het
575 Spre 30:9 | dan niet stele, en den Naam mijns Gods aantaste. ~
576 Pred 6:4 | met duisternis wordt haar naam bedekt. ~
577 Pred 6:10| iemand zij, alrede is zijn naam genoemd, en het is bekend,
578 Pred 7:1 | Beter is een goede naam, dan goede olie, en de dag
579 Hoo 1:3 | olien zijn goed tot reuk, Uw naam is een olie, die uitgestort
580 Jes 4:1 | laat ons alleenlijk naar uw naam genoemd worden, neem onze
581 Jes 7:14 | een Zoon baren, en Zijn naam IMMANUEL heten. ~
582 Jes 8:3 | zeide tot mij: Noem zijn naam MAHER-SCHALAL, CHAZ-BAZ. ~
583 Jes 9:5 | schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke
584 Jes 12:4 | Dankt den HEERE, roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend
585 Jes 12:4 | volken! vermeldt, dat Zijn Naam verhoogd is. ~
586 Jes 14:22 | van Babel uitroeien den naam en het overblijfsel, en
587 Jes 18:7 | beroven; tot de plaats van den Naam des HEEREN der heirscharen,
588 Jes 24:15 | de eilanden der zee den Naam des HEEREN, des Gods van
589 Jes 25:1 | God, U zal ik verhogen, Uw Naam zal ik loven, want Gij hebt
590 Jes 26:8 | HEERE! verwacht; tot Uw Naam en tot Uw gedachtenis is
591 Jes 29:23 | van hen, zullen zij Mijn Naam heiligen; en zij zullen
592 Jes 30:27 | 27 Ziet, de Naam des HEEREN komt van verre,
593 Jes 41:25 | opgang der zon; hij zal Mijn Naam aanroepen; en hij zal komen
594 Jes 42:8 | ben de HEERE, dat is Mijn Naam; en Mijn eer zal Ik geen
595 Jes 43:1 | verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn. ~
596 Jes 43:7 | Een ieder, die naar Mijn Naam genoemd is, en dien Ik geschapen
597 Jes 44:5 | zal zich noemen met den naam van Jakob; en gene zal met
598 Jes 44:5 | zich toenoemen met den naam van Israel. ~
599 Jes 45:3 | HEERE ben, Die u bij uw naam roept, de God van Israel; ~
600 Jes 45:4 | uitverkorenen; ja, Ik riep u bij uw naam, Ik noemde u toe, hoewel
601 Jes 47:4 | 4 Onzes Verlossers Naam is HEERE der heirscharen,
602 Jes 48:1 | die genoemd wordt met den naam van Israel, en uit de wateren
603 Jes 48:1 | die daar zweert bij den Naam des HEEREN, en vermeldt
604 Jes 48:2 | der heirscharen is Zijn Naam. ~
605 Jes 48:19 | deszelfs steentjes; wiens naam niet zou worden afgehouwen,
606 Jes 49:1 | ingewand af heeft Hij Mijn Naam gemeld. ~
607 Jes 50:10 | dat hij betrouwe op den Naam des HEEREN, en steune
608 Jes 51:15 | der heirscharen is Zijn Naam.
609 Jes 52:5 | spreekt de HEERE, en Mijn Naam geduriglijk den gansen dag
610 Jes 52:6 | volk, daarom zal het Mijn Naam in dien dag kennen, dat
611 Jes 54:5 | der heirscharen is Zijn Naam; en de Heilige Israels is
612 Jes 55:13 | den HEERE wezen tot een naam, tot een eeuwig teken, dat
613 Jes 56:13 | den HEERE wezen tot een naam, tot een eeuwig teken, dat
614 Jes 57:5 | muren een plaats en een naam geven, beter dan der zonen
615 Jes 57:5 | dochteren; een eeuwigen naam zal Ik een ieder van hen
616 Jes 57:6 | Hem te dienen, en om den Naam des HEEREN lief te hebben,
617 Jes 58:15 | eeuwigheid woont, en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de
618 Jes 60:19 | Dan zullen zij den Naam des HEEREN vrezen van den
619 Jes 61:9 | hun goud met hen, tot den Naam des HEEREN uws Gods,
620 Jes 63:2 | gij zult met een nieuwen naam genoemd worden, welken des
621 Jes 64:12 | opdat Hij Zich een eeuwigen Naam maakte? ~
622 Jes 64:14 | opdat Gij U een heerlijken Naam zoudt maken. ~
623 Jes 64:16 | Verlosser van ouds af is Uw Naam. ~
624 Jes 64:19 | geheerst, en die naar Uw Naam niet zijn genoemd. ~ ~
625 Jes 65:2 | wateren doet opbobbelen, om Uw Naam aan Uw wederpartijders bekend
626 Jes 65:7 | En er is niemand, die Uw Naam aanroept, die zich opwekt,
627 Jes 66:1 | het volk, dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik
628 Jes 66:15 | En gijlieden zult uw naam Mijn uitverkorenen tot een
629 Jes 66:15 | zal Hij met een anderen naam noemen; ~
630 Jes 67:22 | ulieder zaad en ulieder naam staan. ~
631 Jer 7:10 | dit huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, en zeggen: Wij
632 Jer 7:11 | dit huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, in uw ogen een
633 Jer 7:12 | Silo was, alwaar Ik Mijn Naam in het eerst had doen wonen;
634 Jer 7:14 | dit huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, waarop gij vertrouwt,
635 Jer 7:30 | het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, om dat
636 Jer 10:6 | Gij groot, en groot is Uw Naam in mogendheid. ~
637 Jer 10:16 | der heirscharen is Zijn Naam. ~
638 Jer 10:25 | over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij
639 Jer 11:16 | 16 De HEERE had uw naam genoemd een groenen olijfboom,
640 Jer 11:19 | levenden uitroeien, dat zijn naam niet meer gedacht worde. ~
641 Jer 11:21 | zeggende: Profeteer niet in den Naam des HEEREN, opdat gij van
642 Jer 12:16 | leren, zwerende bij Mijn Naam: Zo waarachtig als de HEERE
643 Jer 13:11 | tot een volk, en tot een naam, en tot lof, en tot heerlijkheid;
644 Jer 14:9 | HEERE! en wij zijn naar Uw Naam genoemd, verlaat ons
645 Jer 14:14 | profeteren vals in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden,
646 Jer 14:15 | de profeten, die in Mijn Naam profeteren, daar Ik hen
647 Jer 15:16 | harten; want ik ben naar Uw Naam genoemd, o HEERE, God
648 Jer 16:21 | zij zullen weten, dat Mijn Naam is HEERE. ~ ~ ~ ~ ~
649 Jer 20:3 | tot hem: De HEERE noemt uw naam niet Pashur, maar Magor-missabib. ~
650 Jer 20:9 | gedenken, en niet meer in Zijn Naam spreken; maar het werd in
651 Jer 23:6 | zeker wonen; en dit zal Zijn naam zijn, waarmede men Hem zal
652 Jer 23:25 | profeten zeggen, die in Mijn Naam leugen profeteren, zeggende:
653 Jer 23:27 | denken om Mijn volk Mijn Naam te doen vergeten, door hun
654 Jer 23:27 | gelijk als hun vaders Mijn Naam vergeten hebben door
655 Jer 25:29 | in de stad, die naar Mijn Naam genoemd is, begin Ik te
656 Jer 26:9 | Waarom hebt gij in den Naam des HEEREN geprofeteerd,
657 Jer 26:16 | tot ons gesproken in den Naam des HEEREN, onzes Gods. ~
658 Jer 26:20 | ook een man, die in den Naam des HEEREN profeteerde,
659 Jer 27:15 | profeteren valselijk in Mijn Naam; opdat Ik u uitstote, en
660 Jer 29:9 | profeteren u valselijk in Mijn Naam; Ik heb hen niet gezonden,
661 Jer 29:21 | Maaseja, die ulieden in Mijn Naam valselijk profeteren: Ziet,
662 Jer 29:23 | woord valselijk in Mijn Naam, dat Ik hun niet geboden
663 Jer 29:25 | Omdat gij brieven in uw naam gezonden hebt tot al het
664 Jer 31:35 | heirscharen is Zijn Naam: ~
665 Jer 32:18 | Gij geweldige God, Wiens Naam is HEERE der heirscharen! ~
666 Jer 32:20 | andere mensen, en hebt U een Naam gemaakt, als Hij is te dezen
667 Jer 32:34 | het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is, om dat te verontreinigen. ~
668 Jer 33:2 | bevestige, HEERE is Zijn Naam; ~
669 Jer 33:9 | Mij zijn tot een vrolijken naam, tot een roem, en tot een
670 Jer 34:15 | het huis, dat naar Mijn Naam genoemd is. ~
671 Jer 34:16 | omgekeerd, en hebt Mijn Naam ontheiligd, en doen wederkomen,
672 Jer 37:13 | daar de wachtmeester, wiens naam was Jerija, de zoon van
673 Jer 44:16 | gij tot ons in des HEEREN Naam gesproken hebt, wij zullen
674 Jer 44:26 | Ik zweer bij Mijn groten Naam, zegt de HEERE, zo Mijn
675 Jer 44:26 | zegt de HEERE, zo Mijn Naam met den mond van enig man
676 Jer 46:18 | spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen;
677 Jer 48:15 | spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~
678 Jer 48:17 | zijt, en allen, die zijn naam kent; zegt: Hoe is de sterke
679 Jer 50:34 | der heirscharen is Zijn Naam; Hij zal hun twist zekerlijk
680 Jer 51:19 | der heirscharen is Zijn Naam. ~
681 Jer 51:57 | spreekt de Koning, Wiens Naam is HEERE der heirscharen. ~
682 Jer 52:1 | jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Hamutal,
683 Klaa 1:99| Koph. HEERE! Ik heb Uw Naam aangeroepen uit den ondersten
684 Eze 16:14 | Daartoe ging van u een naam uit onder de heidenen om
685 Eze 16:15 | hebt gehoereerd vanwege uw naam; ja, hebt uw hoererijen
686 Eze 20:29 | gij gaat? Nochtans is de naam daarvan genoemd hoogte,
687 Eze 20:39 | meer Mijn heiligen Naam, met uw giften en met uw
688 Eze 22:5 | bespotten, gij onreine van naam en vol van onrust! ~
689 Eze 23:10 | zwaard; en zij kreeg een naam onder de vrouwen, nadat
690 Eze 24:2 | Mensenkind! schrijf u den naam van den dag op, even van
691 Eze 34:29 | Ik zal hun een plant van naam verwekken; en zij zullen
692 Eze 36:20 | ontheiligden zij Mijn heiligen Naam, omdat men van hen zeide:
693 Eze 36:21 | verschoonde hen om Mijn heiligen Naam, dien het huis Israels ontheiligde
694 Eze 36:22 | Israels! maar om Mijn heiligen Naam, dien gijlieden ontheiligd
695 Eze 36:23 | Want Ik zal Mijn groten Naam heiligen, die onder de heidenen
696 Eze 39:7 | En Ik zal Mijn heiligen Naam in het midden van Mijn volk
697 Eze 39:7 | maken, en zal Mijn heiligen Naam niet meer laten ontheiligen;
698 Eze 39:13 | en het zal hun tot een naam zijn, ten dage als Ik zal
699 Eze 39:16 | 16 Ook zo zal de naam der stad Hamona zijn. Alzo
700 Eze 39:25 | ijveren over Mijn heiligen Naam; ~
701 Eze 43:7 | Israels zullen Mijn heiligen Naam niet meer verontreinigen,
702 Eze 43:8 | verontreinigden Mijn heiligen Naam met hun gruwelen, die
703 Eze 48:35 | achttien duizend; en de naam der stad zal van dien dag
704 Dan 2:20 | antwoordde en zeide: De Naam Gods zij geloofd van eeuwigheid
705 Dan 2:26 | zeide tot Daniel, wiens naam Beltsazar was: Zijt gij
706 Dan 4:8 | Daniel voor mij inkwam, wiens naam Beltsazar is, naar den naam
707 Dan 4:8 | naam Beltsazar is, naar den naam mijns gods, in wien ook
708 Dan 4:19 | ontzette zich Daniel, wiens naam Beltsazar is, bij een uur
709 Dan 5:12 | Daniel, dien de koning den naam van Beltsazar gaf; laat
710 Dan 9:6 | de profeten, die in Uw Naam spraken tot onze koningen,
711 Dan 9:15 | sterke hand, en hebt U een Naam gemaakt, gelijk hij is te
712 Dan 9:18 | en de stad, die naar Uw Naam genoemd is; want wij werpen
713 Dan 9:19 | stad, en Uw volk is naar Uw Naam genoemd. ~
714 Dan 10:1 | werd aan Daniel, wiens naam genoemd werd Beltsazar,
715 Hos 1:4 | zeide tot hem: Noem zijn naam Jizreel, want nog een weinig
716 Hos 1:6 | zeide tot hem: Noem haar naam Lo-Ruchama; want Ik zal
717 Hos 1:9 | En Hij zeide: Noem zijn naam Lo-Ammi; want gijlieden
718 Joe 2:26 | verzadiging eten, en prijzen den Naam des HEEREN, uw Gods, Die
719 Joe 2:32 | zal geschieden, al wie den Naam des HEEREN zal aanroepen,
720 Amos 2:7 | dochter om Mijn heiligen Naam te ontheiligen. ~
721 Amos 4:13| der heirscharen, is Zijn Naam. ~
722 Amos 5:8 | aardbodem, HEERE is Zijn Naam. ~
723 Amos 5:27| henen, zegt de HEERE, Wiens Naam is God der heirscharen. ~ ~
724 Amos 6:10| waren niet om des HEEREN Naam te vermelden. ~
725 Amos 9:6 | aardbodem; HEERE is Zijn Naam. ~
726 Amos 9:12| heidenen, die naar Mijn Naam genoemd worden, spreekt
727 Mic 4:5 | zullen wandelen, elk in den naam zijns gods; maar wij zullen
728 Mic 4:5 | wij zullen wandelen in den Naam des HEEREN, onzes Gods,
729 Mic 5:3 | in de hoogheid van den Naam des HEEREN, Zijns Gods,
730 Mic 6:9 | roept tot de stad (want Uw Naam ziet het wezen): Hoort de
731 Nah 1:14 | HEERE bevolen, dat er van uw naam niemand meer gezaaid zal
732 Zep 1:4 | overblijfsel van Baal, en den naam der Chemarim met de
733 Zep 3:9 | wenden; opdat zij allen den Naam des HEEREN aanroepen, opdat
734 Zep 3:12 | volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen. ~
735 Zep 3:19 | tot een lof, en tot een naam, in het ganse land,
736 Zep 3:20 | zal ulieden zetten tot een naam en tot een lof, onder alle
737 Zac 5:4 | huis desgenen, die bij Mijn Naam valselijk zweer; en hij
738 Zac 6:12 | zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is SPRUITE, Die zal uit
739 Zac 10:12 | in den HEERE, en in Zijn Naam zullen zij wandelen, spreekt
740 Zac 13:3 | gesproken hebt in den Naam des HEEREN; en zijn vader
741 Zac 13:9 | goud beproeft; het zal Mijn Naam aanroepen, en Ik zal het
742 Zac 14:9 | HEERE een zijn, en Zijn Naam een.
743 Mal 1:6 | Waarmede verachten wij Uw Naam? ~
744 Mal 1:11 | haar ondergang, zal Mijn Naam groot zijn onder de heidenen;
745 Mal 1:11 | aan alle plaats zal Mijn Naam reukwerk toegebracht worden,
746 Mal 1:11 | spijsoffer; want Mijn Naam zal groot zijn onder de
747 Mal 1:14 | heirscharen, en Mijn Naam is vreselijk onder de heidenen. ~ ~
748 Mal 2:2 | ter harte nemen, om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE
749 Mal 3:16 | voor degenen, die aan Zijn Naam gedenken. ~
750 Mal 4:2 | Ulieden daarentegen, die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid
751 Matt 1:21| baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal
752 Matt 1:23| baren, en gij zult Zijn naam heten Emmanuel; hetwelk
753 Matt 1:25| gebaard had; en heette Zijn naam JEZUS. ~ ~
754 Matt 6:9 | Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. ~
755 Matt 7:22| Heere! hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam
756 Matt 7:22| Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en
757 Matt 7:22| duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? ~
758 Matt 10:22| allen gehaat worden om Mijn Naam; maar die volstandig zal
759 Matt 10:41| profeet ontvangt in den naam eens profeten, zal het loon
760 Matt 10:41| rechtvaardige ontvangt in den naam eens rechtvaardigen, zal
761 Matt 10:42| beker koud water, in den naam eens discipels, voorwaar
762 Matt 12:21| 21 En in Zijn Naam zullen de heidenen hopen. ~
763 Matt 18:5 | kindeken ontvangt in Mijn Naam, die ontvangt Mij. ~
764 Matt 18:20| drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden
765 Matt 21:9 | is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de
766 Matt 23:39| is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~ ~ ~
767 Matt 24:5 | zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus;
768 Matt 28:19| volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons,
769 Mark 3:16| En Simon gaf Hij den toe naam Petrus; ~
770 Mark 5:9 | vraagde hem: Welke is uw naam? En hij antwoordde, zeggende:
771 Mark 5:9 | antwoordde, zeggende: Mijn naam is Legio; want wij zijn
772 Mark 6:14| Herodes hoorde het (want Zijn Naam was openbaar geworden),
773 Mark 9:37| kinderkens zal ontvangen in Mijn Naam, die ontvangt Mij; en zo
774 Mark 9:38| duivelen uitwierp in Uw Naam, welke ons niet volgt; en
775 Mark 9:39| kracht doen zal in Mijn Naam, en haastelijk van Mij zal
776 Mark 9:41| te drinken geven in Mijn Naam, omdat gij discipelen van
777 Mark 11:9 | is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~
778 Mark 11:10| David, hetwelk komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de
779 Mark 13:6 | zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus;
780 Mark 14:32| kwamen in een plaats, welker naam was Gethsemane, en Hij zeide
781 Mark 16:17| tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij duivelen uitwerpen;
782 Luk 1:5 | dochteren van Aaron, en haar naam Elizabet. ~
783 Luk 1:13 | baren, en gij zult zijn naam heten Johannes. ~
784 Luk 1:27 | ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize
785 Luk 1:27 | den huize Davids; en de naam der maagd was Maria. ~
786 Luk 1:31 | Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS. ~
787 Luk 1:49 | machtig is, en heilig is Zijn Naam. ~
788 Luk 1:59 | het Zacharias, naar den naam zijns vaders. ~
789 Luk 1:61 | maagschap, die met dien naam genaamd wordt. ~
790 Luk 1:63 | zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich
791 Luk 2:21 | besnijden zou, zo werd Zijn Naam genaamd JEZUS, welke genaamd
792 Luk 2:25 | mens te Jeruzalem, wiens naam was Simeon; en deze mens
793 Luk 6:22 | afscheiden, en smaden, en uw naam als kwaad verwerpen, om
794 Luk 8:30 | hem, zeggende: Welke is uw naam? En hij zeide: Legio. Want
795 Luk 8:41 | er kwam een man, wiens naam was Jairus, en hij was een
796 Luk 9:48 | kindeken ontvangen zal in Mijn Naam, die ontvangt Mij; en zo
797 Luk 9:49 | hebben een gezien, die in Uw Naam de duivelen uitwierp, en
798 Luk 10:17 | zijn ons onderworpen, in Uw Naam. ~
799 Luk 11:2 | Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk
800 Luk 13:35 | is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! ~ ~
801 Luk 19:38 | Koning, Die daar komt in den Naam des Heeren! Vrede zij in
802 Luk 21:8 | zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus;
803 Luk 24:13 | van Jeruzalem was, welks naam was Emmaus; ~
804 Luk 24:18 | 18 En de een, wiens naam was Kleopas, antwoordende,
805 Luk 24:47 | 47 En in Zijn Naam gepredikt worden bekering
806 Joha 1:6 | van God gezonden, wiens naam was Johannes. ~
807 Joha 1:12| worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; ~
808 Joha 2:23| geloofden velen in Zijn Naam, ziende Zijn tekenen, die
809 Joha 3:1 | mens uit de Farizeen, wiens naam was Nicodemus, een overste
810 Joha 3:18| niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van
811 Joha 5:43| 43 Ik ben gekomen in den Naam Mijns Vaders, en gij neemt
812 Joha 5:43| ander komt in zijn eigen naam, dien zult gij aannemen. ~
813 Joha 10:25| werken, die Ik doe in den Naam Mijns Vaders, die getuigen
814 Joha 12:13| is Hij, Die komt in den Naam des Heeren, Hij, Die is
815 Joha 12:28| 28 Vader, verheerlijk Uw Naam. Er kwam dan een stem uit
816 Joha 14:13| gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen; opdat
817 Joha 14:14| iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen. ~
818 Joha 14:26| Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren,
819 Joha 15:16| Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve. ~
820 Joha 16:23| Vader zult bidden in Mijn Naam, dat zal Hij u geven. ~
821 Joha 16:24| gij niet gebeden in Mijn Naam; bidt, en gij zult ontvangen,
822 Joha 16:26| dien dag zult gij in Mijn Naam bidden; en Ik zeg u niet,
823 Joha 17:6 | 6 Ik heb Uw Naam geopenbaard den mensen,
824 Joha 17:11| Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die Gij Mij gegeven hebt,
825 Joha 17:12| was, bewaarde Ik ze in Uw Naam. Die Gij Mij gegeven hebt,
826 Joha 17:26| 26 En Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem
827 Joha 18:10| zijn rechteroor af. En de naam van den dienstknecht was
828 Joha 20:31| het leven hebt in Zijn Naam. ~ ~ ~
829 Hand 2:21| dat een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen,
830 Hand 2:38| van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot
831 Hand 3:6 | heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus, den
832 Hand 3:16| door het geloof in Zijn Naam heeft Zijn Naam dezen gesterkt,
833 Hand 3:16| in Zijn Naam heeft Zijn Naam dezen gesterkt, dien gij
834 Hand 4:7 | wat kracht, of door wat naam hebt gijlieden dit gedaan? ~
835 Hand 4:10| volk Israel, dat door den Naam van Jezus Christus, den
836 Hand 4:12| onder den hemel geen andere Naam, Die onder de mensen gegeven
837 Hand 4:17| meer tot enig mens in dezen Naam spreken. ~
838 Hand 4:18| spreken, noch leren, in den Naam van Jezus. ~
839 Hand 4:30| wonderen geschieden door den Naam van Uw heilig Kind Jezus. ~
840 Hand 5:43| ontvangen zal door Zijn Naam. ~
841 Hand 5:48| zouden gedoopt worden in den Naam des Heeren. Toen baden zij
842 Hand 7:6 | profeet, een Jood, wiens naam was Bar-Jezus; ~
843 Hand 7:8 | tovenaar (want alzo wordt zijn naam overgezet), wederstond hen,
844 Hand 9:14| volk aan te nemen door Zijn Naam. ~
845 Hand 9:17| heidenen, over welken Mijn Naam aangeroepen is, spreekt
846 Hand 9:26| overgegeven hebben voor den Naam van onzen Heere Jezus Christus. ~
847 Hand 10:18| geest: Ik gebied u in den Naam van Jezus Christus, dat
848 Hand 13:5 | hoorden werden gedoopt in den Naam van den Heere Jezus. ~
849 Hand 13:13| hebben zich onderwonden den Naam van den Heere Jezus te noemen
850 Hand 13:17| vreze over hen allen, en de Naam van den Heere Jezus werd
851 Hand 15:13| sterven te Jeruzalem voor den Naam van den Heere Jezus. ~
852 Hand 16:16| afwassen, aanroepende den Naam des Heeren. ~
853 Hand 20:9 | mijzelven, dat ik tegen den Naam van Jezus van Nazareth vele
854 Rom 1:5 | al de heidenen, voor Zijn Naam; ~
855 Rom 2:24 | 24 Want de Naam van God wordt om uwentwil
856 Rom 9:17 | bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse
857 Rom 10:13 | Want een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen,
858 Rom 15:9 | onder de heidenen, en Uw Naam lofzingen. ~
859 1Kor 1:2 | heiligen, met allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus
860 1Kor 1:10| bid u, broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus,
861 1Kor 1:13| Of zijt gij in Paulus' naam gedoopt? ~
862 1Kor 1:15| iemand zegge, dat ik in mijn naam gedoopt heb. ~
863 1Kor 5:4 | 4 In den Naam van onzen Heere Jezus Christus,
864 1Kor 6:11| gerechtvaardigd, in den Naam van den Heere Jezus, en
865 Efez 1:21| en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, niet
866 Efez 5:20| God en den Vader, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus; ~
867 Fili 2:9 | verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen
868 Fili 2:9 | gegeven, welke boven allen naam is; ~
869 Fili 2:10| 10 Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen
870 Kol 3:17 | werken, doet het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende
871 2The 1:12| 12 Opdat de Naam van onzen Heere Jezus Christus
872 2The 3:6 | bevelen u, broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus,
873 1Tim 6:1 | waardig achten, opdat de Naam van God, en de leer niet
874 2Tim 2:19| en: Een iegelijk, die den Naam van Christus noemt, sta
875 Heb 1:4 | engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen geerfd heeft. ~
876 Heb 2:12 | 12 Zeggende: Ik zal Uw naam Mijn broederen verkondigen;
877 Heb 6:10 | liefde, die gij aan Zijn Naam bewezen hebt, als die de
878 Heb 13:15 | vrucht der lippen, die Zijn Naam belijden. ~
879 Jako 2:7 | Lasteren zij niet den goeden naam, die over u aangeroepen
880 Jako 5:10| de profeten, die in den Naam des Heeren gesproken hebben. ~
881 Jako 5:14| zalvende met olie in den Naam des Heeren. ~
882 1Pet 4:14| gij gesmaad wordt om den Naam van Christus, zo zijt gij
883 1Joh 3:23| dat wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus,
884 1Joh 5:13| geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van God; opdat
885 1Joh 5:13| opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God. ~
886 3Joh 1:7 | Want zij zijn voor Zijn Naam uitgegaan, niets nemende
887 Open 2:13| satans is, en gij houdt Mijn Naam, en hebt Mijn geloof niet
888 Open 2:17| den keursteen een nieuwen naam geschreven, welken niemand
889 Open 3:1 | weet uw werken, dat gij den naam hebt, dat gij leeft, en
890 Open 3:5 | klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitdoen uit het
891 Open 3:5 | des levens, en Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader
892 Open 3:8 | woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend. ~
893 Open 3:12| zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam der
894 Open 3:12| den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk
895 Open 3:12| afdaalt, en ook Mijn nieuwen Naam. ~
896 Open 6:8 | en die daarop zat, zijn naam was de dood; en de hel volgde
897 Open 8:11| 11 En de naam der ster wordt genoemd Alsem;
898 Open 9:11| engel des afgronds; zijn naam was in het Hebreeuws Abaddon,
899 Open 9:11| Griekse taal had hij den naam Apollyon. ~
900 Open 11:18| heiligen, en dengenen, die Uw Naam vrezen, den kleinen en den
901 Open 13:1 | op zijn hoofden was een naam van gods lastering. ~
902 Open 13:6 | lastering tegen God, om Zijn Naam te lasteren, en Zijn tabernakel,
903 Open 13:17| merkteken heeft, of den naam van het beest, of het getal
904 Open 14:1 | veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven
905 Open 15:4 | niet vrezen, Heere, en Uw Naam niet verheerlijken? Want
906 Open 16:9 | hitte, en lasterden den Naam Gods, Die macht heeft over
907 Open 17:5 | op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid;
908 Open 19:12| koninklijke hoeden; en Hij had een naam geschreven, die niemand
909 Open 19:13| bloed geverfd was; en Zijn naam wordt genoemd het Woord
910 Open 19:16| kleed en op Zijn dij dezen Naam geschreven: Koning der koningen,
911 Open 22:4 | aangezicht zien, en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn. ~
1-500 | 501-911 |