Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
vaarwel 1
vaarze 2
vademen 2
vader 851
vaderen 437
vaderland 9
vaderlijk 6
Frequency    [«  »]
861 mozes
860 zonen
853 19
851 vader
848 ogen
840 juda
830 20

Bijbel

IntraText - Concordances

vader

1-500 | 501-851

    Book Chapter: Verse
501 Jer 3:19 | tot Mij roepen:      Mijn Vader! en gij zult van achter 502 Jer 16:7 | troostbeker, over iemands vader of over iemands      moeder. ~ 503 Jer 20:15 | Vervloekt zij de man, die mijn vader geboodschapt heeft, zeggende: 504 Jer 22:11 | die in de plaats van zijn vader Josia regeerde, die uit 505 Jer 22:15 | den ceder? Heeft niet uw vader gegeten en gedronken, en 506 Jer 31:9 | ben Israel      tot een Vader, en Efraim is Mijn eerstgeborene. ~ 507 Jer 35:6 | de zoon van Rechab, onze vader, heeft ons geboden, zeggende: 508 Jer 35:8 | den zoon van Rechab, onzen vader, gehoorzaamd in alles, wat 509 Jer 35:10 | naar alles, wat ons onze vader Jonadab geboden heeft. ~ 510 Jer 35:18 | gijlieden het gebod van uw vader Jonadab zijt gehoorzaam 511 Klaa 2:3 | Wij zijn wezen zonder vader, onze moeders zijn als de 512 Eze 16:3 | land der Kanaanieten; uw vader was een Amoriet en uw moeder 513 Eze 16:45 | een Hethietische, en uw vader een Amoriet. ~ 514 Eze 18:18 | 18      Zijn vader, dewijl hij met onderdrukking 515 Eze 18:20 | ongerechtigheid des vaders, en de vader zal niet dragen de ongerechtigheid 516 Eze 22:7 | 7      Vader en moeder hebben zij in 517 Eze 44:25 | onrein worde; maar om een vader, of om een moeder, of om 518 Dan 5:2 | voorbrengen zou, die zijn vader Nebukadnezar uit den tempel, 519 Dan 5:11 | koning Nebukadnezar, uw vader, tot een overste der tovenaars, 520 Dan 5:11 | en der waarzeggers, uw vader, o koning! ~ 521 Dan 5:13 | die de koning, mijn      vader, uit Juda gebracht heeft? ~ 522 Dan 5:18 | allerhoogste God heeft uw vader Nebukadnezar het koninkrijk, 523 Amos 2:7 | verkeren; en de man en zijn vader gaan tot een jonge dochter 524 Mic 7:6 | Want de zoon veracht den vader, de dochter staat op tegen 525 Zac 13:3 | meer profeteert, dat zijn vader en zijn moeder, die hem 526 Zac 13:3 | Naam des HEEREN; en zijn vader en zijn moeder, die hem 527 Mal 1:6 | 6      Een zoon zal den vader eren, en een knecht zijn 528 Mal 1:6 | zijn heer; ben Ik dan een Vader, waar is Mijn eer? En ben 529 Mal 2:10 | Hebben wij niet allen een Vader? Heeft niet een God ons 530 Matt 2:22| was, in de plaats van zijn vader Herodes, vreesde hij daarheen 531 Matt 2:32| Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God 532 Matt 4:21| broeder, in het schip met hun vader Zebedeus, hun netten vermakende, 533 Matt 4:22| verlatende het schip en hun vader, zijn Hem nagevolgd. ~ 534 Matt 5:16| werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. ~ 535 Matt 5:48| gijlieden volmaakt, gelijk uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt 536 Matt 6:1 | hebt gij geen loon bij uw Vader, Die in de hemelen is. ~ 537 Matt 6:4 | het verborgen zij; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, 538 Matt 6:6 | gesloten hebbende, bidt uw Vader, Die in het verborgen is; 539 Matt 6:6 | het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, 540 Matt 6:8 | hun niet gelijk; want uw Vader weet, wat gij van node hebt, 541 Matt 6:9 | Gij dan bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen zijt! 542 Matt 6:14| vergeeft, zo zal uw hemelse Vader ook u vergeven. ~ 543 Matt 6:15| vergeeft, zo zal ook uw Vader uw misdaden niet vergeven. ~ 544 Matt 6:18| als gij vast, maar van uw Vader, Die in het verborgen is; 545 Matt 6:18| het verborgen is; en uw Vader, Die in het verborgen ziet, 546 Matt 6:26| de schuren; en uw hemelse Vader voedt nochtans dezelve; 547 Matt 6:32| heidenen; want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen 548 Matt 7:11| hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede 549 Matt 8:21| ik eerst heenga, en mijn vader begrave. ~ 550 Matt 10:21| overleveren tot den dood, en de vader het kind, en de kinderen 551 Matt 10:29| de aarde vallen zonder uw Vader. ~ 552 Matt 10:32| Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~ 553 Matt 10:33| ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~ 554 Matt 10:35| tweedrachtig te maken tegen zijn vader, en de dochter tegen haar 555 Matt 10:37| 37 Die vader of moeder liefheeft boven 556 Matt 11:25| Jezus en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der 557 Matt 11:26| 26 Ja, Vader! Want alzo is geweest het 558 Matt 11:27| Mij overgegeven van Mijn Vader; en niemand kent den Zoon 559 Matt 11:27| niemand kent den Zoon dan de Vader, noch iemand kent den Vader 560 Matt 11:27| Vader, noch iemand kent den Vader dan de Zoon, en dien het 561 Matt 15:4 | geboden, zeggende: Eert uwen vader en moeder, en: Wie vader 562 Matt 15:4 | vader en moeder, en: Wie vader of moeder vloekt, die zal 563 Matt 15:5 | Maar gij zegt: Zo wie tot vader of moeder zal zeggen: Het 564 Matt 15:5 | ten nutte komen; en zijn vader of zijn moeder geenszins 565 Matt 15:13| plant, die Mijn hemelse Vader niet geplant heeft, zal 566 Matt 16:17| niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~ 567 Matt 18:19| zal geschieden van Mijn Vader, Die in de hemelen is. ~ 568 Matt 18:35| Alzo zal ook Mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet 569 Matt 19:5 | heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten, en zal 570 Matt 19:19| 19 Eer uw vader en moeder; en: Gij zult 571 Matt 19:29| broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of 572 Matt 20:23| dien het bereid is van Mijn Vader. ~ 573 Matt 23:9 | 9 En gij zult niemand uw vader noemen op de aarde; want 574 Matt 23:9 | de aarde; want Een is uw Vader, namelijk Die in de hemelen 575 Matt 24:36| engelen der hemelen, dan Mijn Vader alleen. ~ 576 Matt 26:39| biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, 577 Matt 26:42| bad Hij, zeggende: Mijn Vader! Indien deze drinkbeker 578 Matt 26:53| Of meent gij, dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij 579 Mark 1:20| hen; en zij, latende hun vader Zebedeus in het schip, met 580 Mark 5:40| uitgedreven, nam bij Zich den vader en de moeder des kinds, 581 Mark 7:10| Mozes heeft gezegd: Eer uw vader en uw moeder; en: wie vader 582 Mark 7:10| vader en uw moeder; en: wie vader of moeder vloekt, die zal 583 Mark 7:11| gijlieden zegt: Zo een mens tot vader of moeder zegt: Het is korban ( 584 Mark 7:12| meer toe, iets aan zijn vader of zijn moeder te doen; ~ 585 Mark 9:21| 21 En Hij vraagde zijn vader: Hoe langen tijd is het, 586 Mark 9:24| 24 En terstond de vader des kinds, roepende met 587 Mark 10:7 | Daarom zal een mens zijn vader en zijn moeder verlaten, 588 Mark 10:19| niemand te kort doen; eer uw vader en uw moeder. ~ 589 Mark 10:29| broeders, of zusters, of vader, of moeder, of vrouw, of 590 Mark 11:10| het Koninkrijk van onzen vader David, hetwelk komt in den 591 Mark 11:25| tegen iemand; opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, ulieden 592 Mark 11:26| niet vergeeft, zo zal uw Vader, Die in de hemelen is, ook 593 Mark 13:12| overleveren tot den dood, en de vader het kind; en de kinderen 594 Mark 13:32| zijn, noch de Zoon, dan de Vader. ~ 595 Mark 14:36| 36 En Hij zeide: Abba, Vader, alle dingen zijn U mogelijk; 596 Mark 15:21| komende van den akker, den vader van Alexander en Rufus, 597 Luk 1:32 | zal Hem den troon van Zijn vader David geven. ~ 598 Luk 1:62 | 62 En zij wenkten zijn vader, hoe hij wilde, dat hij 599 Luk 1:67 | 67 En Zacharias, zijn vader, werd vervuld met den Heiligen 600 Luk 1:73 | dien Hij Abraham, onzen vader, gezworen heeft, om ons 601 Luk 2:48 | Gij ons zo gedaan? Zie, Uw vader en ik hebben U met angst 602 Luk 3:8 | Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God 603 Luk 6:36 | barmhartig, gelijk ook uw Vader barmhartig is. ~ 604 Luk 8:51 | Jakobus, en Johannes, en den vader en de moeder des kinds. ~ 605 Luk 9:42 | gezond, en gaf hem zijn vader weder. ~ 606 Luk 9:59 | ik heenga, en eerst mijn vader begrave. ~ 607 Luk 10:21 | geest, en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der 608 Luk 10:21 | kinderkens geopenbaard; ja, Vader, want alzo is geweest het 609 Luk 10:22 | dingen zijn Mij van Mijn Vader overgegeven; en niemand 610 Luk 10:22 | wie de Zoon is, dan de Vader; en wie de Vader is, dan 611 Luk 10:22 | dan de Vader; en wie de Vader is, dan de Zoon, en dien 612 Luk 11:2 | gij bidt, zo zegt: Onze Vader, Die in de hemelen zijt! 613 Luk 11:11 | 11 En wat vader onder u, dien de zoon om 614 Luk 11:13 | hoeveel te meer zal de hemelse Vader den Heiligen Geest geven 615 Luk 12:30 | volken der wereld; maar uw Vader weet, dat gij deze dingen 616 Luk 12:53 | 53 De vader zal tegen den zoon verdeeld 617 Luk 12:53 | zijn, en de zoon tegen den vader; de moeder tegen de dochter; 618 Luk 14:26 | Mij komt en niet haat zijn vader, en moeder, en vrouw, en 619 Luk 15:12 | jongste van hen zeide tot den vader: Vader, geef mij het deel 620 Luk 15:12 | hen zeide tot den vader: Vader, geef mij het deel des goeds, 621 Luk 15:18 | zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem 622 Luk 15:18 | en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen 623 Luk 15:20 | opstaande, ging hij naar zijn vader. En als hij nog ver van 624 Luk 15:20 | van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke 625 Luk 15:21 | En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen 626 Luk 15:22 | 22 Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: 627 Luk 15:27 | broeder is gekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, 628 Luk 15:28 | ingaan. Zo ging dan zijn vader uit, en bad hem. ~ 629 Luk 15:29 | antwoordende, zeide tot den vader: Zie, ik dien u nu zo vele 630 Luk 16:24 | 24 En hij riep en zeide: Vader Abraham, ontferm u mijner, 631 Luk 16:27 | hij zeide: Ik bid u dan, vader, dat gij hem zendt tot mijns 632 Luk 16:30 | 30 En hij zeide: Neen, vader Abraham, maar zo iemand 633 Luk 18:20 | getuigenis geven; eer uw vader en uw moeder. ~ 634 Luk 22:29 | Koninkrijk, gelijkerwijs Mijn Vader dat Mij verordineerd heeft; ~ 635 Luk 22:42 | 42 Zeggende: Vader, of Gij wildet dezen drinkbeker 636 Luk 23:34 | 34 En Jezus zeide: Vader, vergeef het hun; want zij 637 Luk 23:46 | met grote stemme, zeide: Vader, in Uw handen beveel Ik 638 Joha 1:14| des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid. ~ 639 Joha 3:35| 35 De Vader heeft den Zoon lief, en 640 Joha 4:12| Zijt Gij meerder dan onze vader Jakob, die ons den put gegeven 641 Joha 4:21| noch te Jeruzalem, den Vader zult aanbidden. ~ 642 Joha 4:23| wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest 643 Joha 4:23| geest en waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken, die 644 Joha 4:53| 53 De vader bekende dan, dat het in 645 Joha 5:17| Jezus antwoordde hun: Mijn Vader werkt tot nu toe, en Ik 646 Joha 5:18| zeide, dat God Zijn eigen Vader was, Zichzelven Gode evengelijk 647 Joha 5:19| Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen; want zo wat 648 Joha 5:20| 20 Want de Vader heeft den Zoon lief, en 649 Joha 5:21| 21 Want gelijk de Vader de doden opwekt en levend 650 Joha 5:22| 22 Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft 651 Joha 5:23| Zoon eren, gelijk zij den Vader eren. Die den Zoon niet 652 Joha 5:23| Zoon niet eert, eert den Vader niet, Die Hem gezonden heeft. ~ 653 Joha 5:26| 26 Want gelijk de Vader het leven heeft in Zichzelven, 654 Joha 5:36| want de werken, die Mij de Vader gegeven heeft, om die te 655 Joha 5:36| getuigen van Mij, dat Mij de Vader gezonden heeft. ~ 656 Joha 5:37| 37 En de Vader, Die Mij gezonden heeft, 657 Joha 5:45| u verklagen zal bij den Vader; die u verklaagt, is Mozes, 658 Joha 6:27| want Dezen heeft God de Vader verzegeld. ~ 659 Joha 6:32| uit den hemel; maar Mijn Vader geeft u dat ware Brood uit 660 Joha 6:37| 37 Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; 661 Joha 6:42| de Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder wij kennen? Hoe 662 Joha 6:44| Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, 663 Joha 6:45| iegelijk dan, die het van den Vader gehoord en geleerd heeft, 664 Joha 6:46| 46 Niet dat iemand den Vader gezien heeft, dan Die van 665 Joha 6:46| van God is; Deze heeft den Vader gezien. ~ 666 Joha 6:57| Gelijkerwijs Mij de levende Vader gezonden heeft, en Ik leve 667 Joha 6:57| heeft, en Ik leve door den Vader; alzo die Mij eet, dezelve 668 Joha 6:65| hem gegeven zij van Mijn Vader. ~ 669 Joha 8:16| niet alleen, maar Ik en de Vader, Die Mij gezonden heeft. ~ 670 Joha 8:18| Mijzelven getuig, en de Vader, Die Mij gezonden heeft, 671 Joha 8:19| zeiden tot Hem: Waar is Uw Vader? Jezus antwoordde: Gij kent 672 Joha 8:19| kent noch Mij, noch Mijn Vader; indien gij Mij kendet, 673 Joha 8:19| kendet, zo zoudt gij ook Mijn Vader kennen. ~ 674 Joha 8:27| niet, dat Hij hun van den Vader sprak. ~ 675 Joha 8:28| dingen spreek Ik, gelijk Mijn Vader Mij geleerd heeft. ~ 676 Joha 8:29| gezonden heeft, is met Mij. De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, 677 Joha 8:38| Ik spreek wat Ik bij Mijn Vader gezien heb; gij doet dan 678 Joha 8:38| dan ook, wat gij bij uw vader gezien hebt. ~ 679 Joha 8:39| tot Hem: Abraham is onze vader. Jezus zeide tot hen: Indien 680 Joha 8:41| hoererij; wij hebben een Vader, namelijk God. ~ 681 Joha 8:42| zeide tot hen: Indien God uw Vader ware, zo zoudt gij Mij liefhebben; 682 Joha 8:44| 44 Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten 683 Joha 8:44| is een leugenaar, en de vader derzelve leugen. ~ 684 Joha 8:49| duivel niet; maar Ik eer Mijn Vader, en gij onteert Mij. ~ 685 Joha 8:53| Zijt Gij meerder, dan onze vader Abraham, welke gestorven 686 Joha 8:54| is Mijn eer niets; Mijn Vader is het, Die Mij eert, Welken 687 Joha 8:56| 56 Abraham, uw vader, heeft met verheuging verlangd, 688 Joha 10:15| 15 Gelijkerwijs de Vader Mij kent, alzo ken Ik ook 689 Joha 10:15| kent, alzo ken Ik ook den Vader; en Ik stel Mijn leven voor 690 Joha 10:17| 17 Daarom heeft mij de Vader lief, overmits Ik Mijn leven 691 Joha 10:18| Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen. ~ 692 Joha 10:29| 29 Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, 693 Joha 10:30| 30 Ik en de Vader zijn een. ~ 694 Joha 10:32| werken getoond van Mijn Vader; om welk werk van die stenigt 695 Joha 10:36| gijlieden tot Mij, Dien de Vader geheiligd en in de wereld 696 Joha 10:38| bekennen en geloven, dat de Vader in Mij is, en Ik in Hem. ~ 697 Joha 11:41| ogen opwaarts, en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij 698 Joha 12:26| zo iemand Mij dient, de Vader zal hem eren. ~ 699 Joha 12:27| ontroerd; en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! 700 Joha 12:28| 28 Vader, verheerlijk Uw Naam. Er 701 Joha 12:49| niet gesproken; maar de Vader, Die Mij gezonden heeft, 702 Joha 12:50| spreek Ik alzo, gelijk Mij de Vader gezegd heeft. ~  ~ 703 Joha 13:1 | wereld zou overgaan tot den Vader, alzo Hij de Zijnen, die 704 Joha 13:3 | 3 Jezus, wetende, dat de Vader Hem alle dingen in de handen 705 Joha 14:6 | Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij. ~ 706 Joha 14:7 | hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu 707 Joha 14:8 | Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg. ~ 708 Joha 14:9 | gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: 709 Joha 14:9 | hoe zegt gij: Toon ons den Vader? ~ 710 Joha 14:10| gij niet, dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij 711 Joha 14:10| in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden, die 712 Joha 14:10| Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve 713 Joha 14:11| Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is; 714 Joha 14:11| Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is; en indien niet, 715 Joha 14:12| want Ik ga heen tot Mijn Vader. ~ 716 Joha 14:13| dat zal Ik doen; opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt 717 Joha 14:16| 16 En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een 718 Joha 14:20| bekennen, dat Ik in Mijn Vader ben, en gij in Mij, en Ik 719 Joha 14:21| liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden; en Ik zal 720 Joha 14:23| Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal hem liefhebben, en Wij 721 Joha 14:26| Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, 722 Joha 14:28| heb: Ik ga heen tot den Vader; want Mijn Vader is meerder 723 Joha 14:28| tot den Vader; want Mijn Vader is meerder dan Ik. ~ 724 Joha 14:31| wereld wete, dat Ik den Vader liefheb, en alzo doe, gelijkerwijs 725 Joha 14:31| doe, gelijkerwijs Mij de Vader geboden heeft. Staat op, 726 Joha 15:1 | de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman. ~ 727 Joha 15:8 | 8 Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel 728 Joha 15:9 | 9 Gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb 729 Joha 15:15| want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik 730 Joha 15:16| opdat, zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, 731 Joha 15:23| haat, die haat ook Mijn Vader. ~ 732 Joha 15:24| gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat. ~ 733 Joha 15:26| Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, 734 Joha 15:26| der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij 735 Joha 16:3 | zij u doen, omdat zij den Vader niet gekend hebben, noch 736 Joha 16:10| gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij 737 Joha 16:15| 15 Al wat de Vader heeft, is Mijn; daarom heb 738 Joha 16:16| want Ik ga heen tot den Vader. ~ 739 Joha 16:17| Want Ik ga heen tot den Vader? ~ 740 Joha 16:23| Ik zeg u: Al wat gij den Vader zult bidden in Mijn Naam, 741 Joha 16:25| maar u vrijuit van den Vader zal verkondigen. ~ 742 Joha 16:26| Ik zeg u niet, dat Ik den Vader voor u bidden zal; ~ 743 Joha 16:27| 27 Want de Vader Zelf heeft u lief, dewijl 744 Joha 16:28| 28 Ik ben van den Vader uitgegaan, en ben in de 745 Joha 16:28| wereld, en ga heen tot den Vader. ~ 746 Joha 16:32| Ik niet alleen; want de Vader is met Mij. ~ 747 Joha 17:1 | naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk 748 Joha 17:5 | nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, 749 Joha 17:11| en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar ze in Uw Naam, die 750 Joha 17:21| zijn, gelijkerwijs Gij, Vader, in Mij, en Ik in U, dat 751 Joha 17:24| 24 Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, 752 Joha 17:25| 25 Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet 753 Joha 18:11| drinkbeker, dien Mij de Vader gegeven heeft, zal Ik dien 754 Joha 18:13| want hij was de vrouws vader van Kajafas, welke deszelven 755 Joha 20:17| niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, 756 Joha 20:17| hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn 757 Joha 20:17| op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God. ~ 758 Joha 20:21| ulieden, gelijkerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik 759 Hand 1:7 | of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld 760 Hand 2:33| ontvangen hebbende van den Vader, heeft dit uitgestort, dat 761 Hand 10:1 | vrouw, maar van een Grieksen vader; ~ 762 Hand 10:3 | want zij kenden allen zijn vader, dat hij een Griek was. ~ 763 Hand 22:8 | En het geschiedde, dat de vader van Publius, met koortsen 764 Rom 1:7 | en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~ 765 Rom 4:1 | zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar het 766 Rom 4:11 | opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in 767 Rom 4:12 | 12 En een vader der besnijdenis, dengenen 768 Rom 4:12 | voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk in de voorhuid 769 Rom 4:16 | geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen; ~ 770 Rom 4:17 | staat: Ik heb u tot een vader van vele volken gesteld) 771 Rom 4:18 | dat hij zou worden een vader van vele volken; volgens 772 Rom 8:15 | Welken wij roepen: Abba, Vader! ~ 773 Rom 9:10 | was, namelijk Izaak, onzen Vader. ~ 774 Rom 15:6 | verheerlijken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus. ~ 775 1Kor 1:3 | u en vrede van God onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~ 776 1Kor 8:6 | hebben wij maar een God, den Vader, uit Welken alle dingen 777 1Kor 15:24| Koninkrijk aan God en den Vader zal overgegeven hebben; 778 2Kor 1:2 | en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~ 779 2Kor 1:3 | 3 Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, 780 2Kor 1:3 | Heere Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden, en 781 2Kor 6:18| 18 En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot 782 2Kor 11:31| 31 De God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, 783 Gal 1:1 | Jezus Christus, en God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt 784 Gal 1:3 | zij u en vrede van God den Vader, en onzen Heere Jezus Christus; ~ 785 Gal 1:4 | den wil van onzen God en Vader; ~ 786 Gal 4:2 | verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld. ~ 787 Gal 4:6 | harten, Die roept: Abba, Vader! ~ 788 Efez 1:2 | en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~ 789 Efez 1:3 | 3 Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, 790 Efez 1:17| Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve 791 Efez 2:18| toegang door een Geest tot den Vader. ~ 792 Efez 3:14| buig ik mijn knieen tot den Vader van onzen Heere Jezus Christus, ~ 793 Efez 4:6 | 6 Een God en Vader van allen, Die daar is boven 794 Efez 5:20| over alle dingen God en den Vader, in den Naam van onzen Heere 795 Efez 5:31| Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal 796 Efez 6:2 | 2 Eert uw vader en moeder (hetwelk het eerste 797 Efez 6:23| met geloof, van God den Vader, en den Heere Jezus Christus. ~ 798 Fili 1:2 | en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~ 799 Fili 2:22| dat hij, als een kind zijn vader, met mij gediend heeft in 800 Fili 4:20| 20 Onzen God nu en Vader zij de heerlijkheid in alle 801 Kol 1:2 | en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~ 802 Kol 1:3 | 3 Wij danken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, 803 Kol 1:12 | 12 Dankende den Vader, Die ons bekwaam gemaakt 804 Kol 2:2 | verborgenheid van God en den Vader, en van Christus; ~ 805 Kol 3:17 | Jezus, dankende God en de Vader door Hem. ~ 806 1The 1:1 | Thessalonicensen, welke is in God den Vader, en den Heere Jezus Christus: 807 1The 1:1 | en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~ 808 1The 1:3 | Christus, voor onzen God en Vader; ~ 809 1The 2:11| iegelijk van u, als een vader zijn kinderen, vermaanden 810 1The 3:11| 11 Doch onze God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus 811 1The 3:13| heiligmaking, voor onzen God en Vader, in de toekomst van onzen 812 2The 1:1 | welke is in God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus: ~ 813 2The 1:2 | en vrede, van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~ 814 2The 2:16| Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, 815 1Tim 1:2 | vrede zij u van God, onzen Vader, en Christus Jezus, onzen 816 1Tim 5:1 | maar vermaan hem als een vader; de jonge als broeders; ~ 817 2Tim 1:2 | vrede zij u van God den Vader, en Christus Jezus, onzen 818 2Tim 5:4 | vrede zij u van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, 819 Tit 1:4 | vrede zij u van God den Vader, en den Heere Jezus Christus, 820 File 1:3 | en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. ~ 821 Heb 1:5 | wederom: Ik zal Hem tot een Vader zijn, en Hij zal Mij tot 822 Heb 7:3 | 3 Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsrekening, 823 Heb 12:7 | wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?) ~ 824 Heb 12:9 | wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen 825 Jako 1:17| gifte is van boven, van den Vader der lichten afkomende, bij 826 Jako 1:27| godsdienst voor God en den Vader is deze: wezen en weduwen 827 Jako 2:21| 21 Abraham, onze vader, is hij niet uit de werken 828 Jako 3:9 | haar loven wij God en den Vader, en door haar vervloeken 829 1Pet 1:2 | de voorkennis van God den Vader, in de heiligmaking des 830 1Pet 1:3 | 3 Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, 831 1Pet 1:17| 17 En indien gij tot een Vader aanroept Dengene, Die zonder 832 2Pet 1:17| Want Hij heeft van God den Vader eer en heerlijkheid ontvangen, 833 1Joh 1:2 | eeuwige Leven, Hetwelk bij den Vader was, en ons is geopenbaard.) ~ 834 1Joh 1:3 | gemeenschap ook zij met den Vader, en met Zijn Zoon Jezus 835 1Joh 2:1 | hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige; ~ 836 1Joh 2:13| kinderen, want gij hebt den Vader gekend. ~ 837 1Joh 2:16| levens, is niet uit den Vader, maar is uit de wereld. ~ 838 1Joh 2:22| is de antichrist, die den Vader en den Zoon loochent. ~ 839 1Joh 2:23| loochent, heeft ook den Vader niet. ~ 840 1Joh 2:24| ook in den Zoon en in den Vader blijven. ~ 841 1Joh 3:1 | hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft, namelijk 842 1Joh 4:14| aanschouwd, en getuigen, dat de Vader Zijn Zoon gezonden heeft 843 1Joh 5:7 | getuigen in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige 844 2Joh 1:3 | met ulieden van God den Vader, en van den Heere Jezus 845 2Joh 1:4 | ontvangen hebben van den Vader. ~ 846 2Joh 1:9 | blijft, deze heeft beiden den Vader en den Zoon. ~ 847 Jud 1:1 | geroepenen, die door God den Vader geheiligd zijn, en door 848 Open 1:6 | en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid 849 Open 2:27| gelijk ook Ik van Mijn Vader ontvangen heb. ~ 850 Open 3:5 | naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen. ~ 851 Open 3:21| en ben gezeten met Mijn Vader in Zijn troon. ~


1-500 | 501-851

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License