1-500 | 501-830
Book Chapter: Verse
501 Jes 28:20 | 20 Want het bed zal korter
502 Jes 29:20 | 20 Wanneer de tiran een
503 Jes 30:20 | 20 De Heere zal ulieden
504 Jes 32:20 | 20 Welgelukzalig zijt
505 Jes 33:20 | 20 Schouwt Sion aan, de
506 Jes 36:20 | 20 Welke zijn ze onder
507 Jes 37:20 | 20 Nu dan, HEERE, onze
508 Jes 38:20 | 20 De HEERE was gereed
509 Jes 40:20 | 20 Die verarmd is, dat
510 Jes 41:20 | 20 Opdat zij zien, en
511 Jes 42:20 | 20 Gij ziet wel veel dingen,
512 Jes 43:20 | 20 Het gedierte des velds
513 Jes 44:20 | 20 Hij voedt zich met
514 Jes 45:20 | 20 Verzamelt u, en komt,
515 Jes 48:20 | 20 Gaat uit van Babel,
516 Jes 49:20 | 20 Nog zullen de kinderen,
517 Jes 51:20 | 20 Uw kinderen zijn in
518 Jes 58:20 | 20 Doch de goddelozen
519 Jes 60:20 | 20 En er zal een Verlosser
520 Jes 61:20 | 20 Uw zon zal niet meer
521 Jes 66:20 | 20 Van daar zal niet meer
522 Jes 67:20 | 20 En zij zullen al uw
523 Jer 2:20 | 20 Als Ik van ouds uw
524 Jer 3:20 | 20 Waarlijk, gelijk een
525 Jer 4:20 | 20 Breuk op breuk wordt
526 Jer 5:20 | 20 Verkondigt dit in het
527 Jer 6:20 | 20 Waartoe zal dan de
528 Jer 7:20 | 20 Daarom zegt de Heere
529 Jer 8:20 | 20 De oogst is voorbijgaande,
530 Jer 9:20 | 20 Hoort dan des HEEREN
531 Jer 10:20 | 20 Mijn tent is verstoord,
532 Jer 11:20 | 20 Maar, o HEERE der heirscharen,
533 Jer 13:20 | 20 Hef uw ogen op, en
534 Jer 14:20 | 20 HEERE! wij kennen onze
535 Jer 15:20 | 20 Want Ik heb u tegen
536 Jer 16:20 | 20 Zal een mens zich goden
537 Jer 17:20 | 20 En zeg tot hen: Hoort
538 Jer 18:20 | 20 Zal dan kwaad voor
539 Jer 20 | 20 ~
540 Jer 22:20 | 20 Klim op den Libanon
541 Jer 23:20 | 20 Des HEEREN toorn zal
542 Jer 25:20 | 20 En den gansen gemengden
543 Jer 26:20 | 20 Er was ook een man,
544 Jer 27:20 | 20 Die Nebukadnezar, de
545 Jer 29:20 | 20 Gij dan, hoort des
546 Jer 30:20 | 20 En zijn zonen zullen
547 Jer 31:20 | 20 Is niet Efraim Mij
548 Jer 32:20 | 20 Gij, Die tekenen en
549 Jer 33:20 | 20 Alzo zegt de HEERE:
550 Jer 34:20 | 20 Ja, Ik zal hen overgeven
551 Jer 36:20 | 20 Zij dan gingen in tot
552 Jer 37:20 | 20 Nu dan, hoor toch,
553 Jer 38:20 | 20 En Jeremia zeide: Zij
554 Jer 42:20 | 20 Gewisselijk, gij hebt
555 Jer 44:20 | 20 Toen sprak Jeremia
556 Jer 46:20 | 20 Egypte is een zeer
557 Jer 48:20 | 20 Moab is beschaamd,
558 Jer 49:20 | 20 Daarom hoort des HEEREN
559 Jer 50:20 | 20 In die dagen en te
560 Jer 51:20 | 20 Gij zijt Mij een voorhamer,
561 Jer 52:20 | 20 De twee pilaren, de
562 Klaa 1:20 | 20 Resch. Aanzie, HEERE,
563 Klaa 1:42 | 20 Resch. Zie, HEERE,
564 Klaa 1:64 | 20 Zain. Mijn ziel gedenkt
565 Klaa 1:130| 20 Resch. De adem onzer
566 Klaa 2:20 | 20 Waarom zoudt Gij ons
567 Eze 1:20 | 20 Waarhenen de geest
568 Eze 3:20 | 20 Als ook een rechtvaardige
569 Eze 7:20 | 20 En Hij heeft de schoonheid
570 Eze 10:20 | 20 Dit is het dier, dat
571 Eze 11:20 | 20 Opdat zij wandelen
572 Eze 12:20 | 20 En de bewoonde steden
573 Eze 13:20 | 20 Daarom, zo zegt de
574 Eze 14:20 | 20 Ofschoon Noach, Daniel
575 Eze 16:20 | 20 Verder hebt gij uw
576 Eze 17:20 | 20 En Ik zal Mijn net
577 Eze 18:20 | 20 De ziel, die zondigt,
578 Eze 20 | l 20 ~
579 Eze 20:20 | 20 En heiligt Mijn sabbatten,
580 Eze 21:20 | 20 Gij zult een weg voorstellen,
581 Eze 22:20 | 20 Gelijk zilver, of koper,
582 Eze 23:20 | 20 En zij werd verliefd
583 Eze 24:20 | 20 En ik zeide tot hen:
584 Eze 26:20 | 20 Dan zal Ik u doen nederdalen
585 Eze 27:20 | 20 Dedan handelde met
586 Eze 28:20 | 20 Wijders geschiedde
587 Eze 29:20 | 20 Tot zijn arbeidsloon,
588 Eze 30:20 | 20 Ook gebeurde het in
589 Eze 32:20 | 20 In het midden der verslagenen
590 Eze 33:20 | 20 Nog zegt gij: De weg
591 Eze 34:20 | 20 Daarom zegt de Heere
592 Eze 36:20 | 20 Als zij nu tot de heidenen
593 Eze 37:20 | 20 De houten nu, op dewelke
594 Eze 38:20 | 20 Zodat van Mijn aangezicht
595 Eze 39:20 | 20 En gij zult verzadigd
596 Eze 40:20 | 20 Aangaande de poort
597 Eze 41:20 | 20 Van de aarde af tot
598 Eze 42:20 | 20 Hij mat het aan de
599 Eze 43:20 | 20 En gij zult van deszelfs
600 Eze 44:20 | 20 En zij zullen hun hoofd
601 Eze 45:20 | 20 Alzo zult gij ook doen
602 Eze 46:20 | 20 En hij zeide tot mij:
603 Eze 47:20 | 20 En den westerhoek,
604 Eze 48:20 | 20 Het ganse hefoffer
605 Dan 1:20 | 20 En in alle zaken van
606 Dan 2:20 | 20 Daniel antwoordde en
607 Dan 3:20 | 20 En tot de sterkste
608 Dan 4:20 | 20 De boom, dien gij gezien
609 Dan 5:20 | 20 Maar toen zich zijn
610 Dan 6:20 | 20 Toen stond de koning
611 Dan 7:20 | 20 En aangaande de tien
612 Dan 8:20 | 20 De ram met de twee
613 Dan 9:20 | 20 Als ik nog sprak, en
614 Dan 10:20 | 20 Toen zeide Hij: Weet
615 Dan 11:20 | 20 En in zijn staat zal
616 Hos 2:20 | 20 En het zal te dien
617 Joe 1:20 | 20 Ook schreeuwt elk beest
618 Joe 2:20 | 20 En Ik zal dien van
619 Joe 3:20 | 20 Maar Juda zal blijven
620 Amos 5:20 | 20 Zal dan niet des HEEREN
621 Oba 1:20 | 20 En de gevankelijk weggevoerden
622 Mic 7:20 | 20 Gij zult Jakob de trouw,
623 Zep 3:20 | 20 Te dier tijd zal Ik
624 Zac 1:20 | 20 En de HEERE toonde
625 Zac 8:20 | 20 Alzo zegt de HEERE
626 Zac 14:20 | 20 Te dien dage zal op
627 Matt 1:20 | 20 En alzo hij deze dingen
628 Matt 2:20 | 20 Zeggende: Sta op, neem het
629 Matt 4:20 | 20 Zij dan, terstond de netten
630 Matt 5:20 | 20 Want Ik zeg u: Tenzij uw
631 Matt 6:20 | 20 Maar vergadert u schatten
632 Matt 7:20 | 20 Zo zult gij dan dezelve
633 Matt 8:20 | 20 En Jezus zeide tot hem:
634 Matt 9:20 | 20 (En ziet, een vrouw die
635 Matt 10:20 | 20 Want gij zijt het niet,
636 Matt 11:20 | 20 Toen begon Hij de steden,
637 Matt 12:20 | 20 Het gekrookte riet zal Hij
638 Matt 13:20 | 20 Maar die in steenachtige
639 Matt 14:20 | 20 En zij aten allen en werden
640 Matt 15:20 | 20 Deze dingen zijn het, die
641 Matt 16:20 | 20 Toen verbood Hij Zijn discipelen,
642 Matt 17:20 | 20 En Jezus zeide tot hen:
643 Matt 18:20 | 20 Want waar twee of drie vergaderd
644 Matt 19:20 | 20 De jongeling zeide tot Hem:
645 Matt 20 | 20 ~
646 Matt 20:20 | 20 Toen kwam de moeder der
647 Matt 21:20 | 20 En de discipelen, dat ziende,
648 Matt 22:20 | 20 En Hij zeide tot hen: Wiens
649 Matt 23:20 | 20 Daarom wie zweert bij het
650 Matt 24:20 | 20 Doch bidt, dat uw vlucht
651 Matt 25:20 | 20 En die de vijf talenten
652 Matt 26:20 | 20 En als het avond geworden
653 Matt 27:20 | 20 Maar de overpriesters en
654 Matt 28:20 | 20 En ziet, Ik ben met ulieden
655 Mark 1:20 | 20 En terstond riep Hij hen;
656 Mark 2:20 | 20 Maar de dagen zullen komen,
657 Mark 3:20 | 20 En zij kwamen in huis; en
658 Mark 4:20 | 20 En dezen zijn, die in de
659 Mark 5:20 | 20 En hij ging heen, en begon
660 Mark 6:20 | 20 Want Herodes vreesde Johannes,
661 Mark 7:20 | 20 En Hij zeide: Hetgeen uitgaat
662 Mark 8:20 | 20 En toen Ik de zeven brak
663 Mark 9:20 | 20 En zij brachten denzelven
664 Mark 10:20 | 20 Doch hij, antwoordende,
665 Mark 11:20 | 20 En des morgens vroeg voorbijgaande,
666 Mark 12:20 | 20 Er waren nu zeven broeders,
667 Mark 13:20 | 20 En indien de Heere de dagen
668 Mark 14:20 | 20 Maar Hij antwoordde en zeide
669 Mark 15:20 | 20 En als zij Hem bespot hadden,
670 Mark 16:20 | 20 En zij, uitgegaan zijnde,
671 Luk 1:20 | 20 En zie, gij zult zwijgen,
672 Luk 2:20 | 20 En de herders keerde wederom,
673 Luk 3:20 | 20 Zo heeft hij ook dit nog
674 Luk 4:20 | 20 En als Hij het boek toegedaan
675 Luk 5:20 | 20 En Hij ziende hun geloof,
676 Luk 6:20 | 20 En Hij, Zijn ogen opslaande
677 Luk 7:20 | 20 En als de mannen tot Hem
678 Luk 8:20 | 20 En Hem werd geboodschapt
679 Luk 9:20 | 20 En Hij zeide tot hen: Maar
680 Luk 10:20 | 20 Doch verblijdt u daarin
681 Luk 11:20 | 20 Maar indien Ik door den
682 Luk 12:20 | 20 Maar God zeide tot hem:
683 Luk 13:20 | 20 En Hij zeide wederom: Waarbij
684 Luk 14:20 | 20 En een ander zeide: Ik heb
685 Luk 15:20 | 20 En opstaande, ging hij naar
686 Luk 16:20 | 20 En er was een zeker bedelaar,
687 Luk 17:20 | 20 En gevraagd zijnde van de
688 Luk 18:20 | 20 Gij weet de geboden: Gij
689 Luk 19:20 | 20 En een ander kwam, zeggende:
690 Luk 20 | 20 ~
691 Luk 20:20 | 20 En zij namen Hem waar, en
692 Luk 21:20 | 20 Maar wanneer gij zien zult,
693 Luk 22:20 | 20 Desgelijks ook den drinkbeker
694 Luk 23:20 | 20 Pilatus dan riep hun wederom
695 Luk 24:20 | 20 En hoe onze overpriesters
696 Joha 1:20 | 20 En hij beleed en loochende
697 Joha 2:20 | 20 De Joden zeiden dan: Zes
698 Joha 3:20 | 20 Want een iegelijk, die kwaad
699 Joha 4:20 | 20 Onze vaders hebben op deze
700 Joha 5:20 | 20 Want de Vader heeft den
701 Joha 6:20 | 20 Maar Hij zeide tot hen:
702 Joha 7:20 | 20 De schare antwoordde en
703 Joha 8:20 | 20 Deze woorden sprak Jezus
704 Joha 9:20 | 20 Zijn ouders antwoordden
705 Joha 10:20 | 20 En velen van hen zeiden:
706 Joha 11:20 | 20 Martha dan, als zij hoorde,
707 Joha 12:20 | 20 En er waren sommige Grieken
708 Joha 13:20 | 20 Voorwaar, voorwaar zeg Ik
709 Joha 14:20 | 20 In dien dag zult gij bekennen,
710 Joha 15:20 | 20 Gedenk des woords, dat Ik
711 Joha 16:20 | 20 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg
712 Joha 17:20 | 20 En Ik bid niet alleen voor
713 Joha 18:20 | 20 Jezus antwoordde hem: Ik
714 Joha 19:20 | 20 Dit opschrift dan lazen
715 Joha 20 | 20 ~
716 Joha 20:20 | 20 En dit gezegd hebbende,
717 Joha 21:20 | 20 En Petrus, zich omkerende,
718 Hand 1:20 | 20 Want er staat geschreven
719 Hand 2:20 | 20 De zon zal veranderd worden
720 Hand 3:20 | 20 En Hij gezonden zal hebben
721 Hand 4:20 | 20 Want wij kunnen niet laten
722 Hand 5:20 | 20 Daarom sta op, en ga af,
723 Hand 6:20 | 20 En er waren enige Cyprische
724 Hand 6:50 | 20 En Herodes had in den zin
725 Hand 7:20 | 20 En daarna omtrent vierhonderd
726 Hand 8:20 | 20 Doch als hem de discipelen
727 Hand 9:20 | 20 Maar hun zal aanschrijven,
728 Hand 10:20 | 20 En als zij hen tot de hoofdmannen
729 Hand 11:20 | 20 Want gij brengt enige vreemde
730 Hand 12:20 | 20 En als zij baden, dat hij
731 Hand 13:20 | 20 Alzo wies het Woord des
732 Hand 14 | 20 ~
733 Hand 14:20 | 20 Hoe ik niets achtergehouden
734 Hand 15:20 | 20 En zij, dat gehoord hebbende,
735 Hand 16:20 | 20 En toen het bloed van Stefanus,
736 Hand 17:20 | 20 En hij zeide: De Joden zijn
737 Hand 18:20 | 20 Of dat dezen zelf zeggen
738 Hand 19:20 | 20 En als ik over de onderzoeking
739 Hand 20:20 | 20 Maar heb eerst dengenen,
740 Hand 21:20 | 20 En als noch zon noch gesternten
741 Hand 22:20 | 20 Om deze oorzaak dan heb
742 Rom 1:20 | 20 Want Zijn onzienlijke dingen
743 Rom 2:20 | 20 Een onderrichter der onwijzen,
744 Rom 3:20 | 20 Daarom zal uit de werken
745 Rom 4:20 | 20 En hij heeft aan de beloftenis
746 Rom 5:20 | 20 Maar de wet is bovendien
747 Rom 6:20 | 20 Want toen gij dienstknechten
748 Rom 7:20 | 20 Indien ik hetgene doe, dat
749 Rom 8:20 | 20 Want het schepsel is der
750 Rom 9:20 | 20 Maar toch, o mens, wie zijt
751 Rom 10:20 | 20 En Jesaja verstout zich,
752 Rom 11:20 | 20 Het is wel; zij zijn door
753 Rom 12:20 | 20 Indien dan uw vijand hongert,
754 Rom 14:20 | 20 Verbreek het werk van God
755 Rom 15:20 | 20 En alzo zeer begerig geweest
756 Rom 16:20 | 20 En de God des vredes zal
757 1Kor 1:20 | 20 Waar is de wijze? Waar is
758 1Kor 3:20 | 20 En wederom: De Heere kent
759 1Kor 4:20 | 20 Want het Koninkrijk Gods
760 1Kor 6:20 | 20 Want gij zijt duur gekocht:
761 1Kor 7:20 | 20 Een iegelijk blijve in die
762 1Kor 9:20 | 20 En ik ben den Joden geworden
763 1Kor 10:20 | 20 Ja, ik zeg, dat hetgeen
764 1Kor 11:20 | 20 Als gij dan bijeen samenkomt,
765 1Kor 12:20 | 20 Maar nu zijn er wel vele
766 1Kor 14:20 | 20 Broeders, wordt geen kinderen
767 1Kor 15:20 | 20 Maar nu, Christus is opgewekt
768 1Kor 16:20 | 20 U groeten al de broeders.
769 2Kor 1:20 | 20 Want zovele beloften Gods
770 2Kor 5:20 | 20 Zo zijn wij dan gezanten
771 2Kor 8:20 | 20 Dit verhoedende, dat ons
772 2Kor 11:20 | 20 Want gij verdraagt het,
773 2Kor 12:20 | 20 Want ik vrees, dat als ik
774 Gal 1:20 | 20 Hetgeen nu ik u schrijf,
775 Gal 2:20 | 20 Ik ben met Christus gekruist;
776 Gal 3:20 | 20 En de Middelaar is niet
777 Gal 4:20 | 20 Doch ik wilde, dat ik nu
778 Gal 5:20 | 20 Afgoderij, venijngeving,
779 Efez 1:20 | 20 Die Hij gewrocht heeft in
780 Efez 2:20 | 20 Gebouwd op het fondament
781 Efez 3:20 | 20 Hem nu, Die machtig is meer
782 Efez 4:20 | 20 Doch gij hebt Christus alzo
783 Efez 5:20 | 20 Dankende te allen tijd over
784 Efez 6:20 | 20 Waarover ik een gezant ben
785 Fili 1:20 | 20 Volgens mijn ernstige verwachting
786 Fili 2:20 | 20 Want ik heb niemand, die
787 Fili 3:20 | 20 Maar onze wandel is in de
788 Fili 4:20 | 20 Onzen God nu en Vader zij
789 Kol 1:20 | 20 En dat Hij, door Hem vrede
790 Kol 2:20 | 20 Indien gij dan met Christus
791 Kol 3:20 | 20 Gij kinderen, zijt uw ouderen
792 1The 2:20 | 20 Want gij zijt onze heerlijkheid
793 1The 5:20 | 20 Veracht de profetieen niet. ~
794 1Tim 1:20 | 20 Onder welken is Hymeneus
795 1Tim 5:20 | 20 Bestraf die zondigen in
796 1Tim 6:20 | 20 O Timotheus, bewaar het
797 2Tim 2:20 | 20 Doch in een groot huis zijn
798 2Tim 4:20 | 20 Erastus is te Korinthe gebleven;
799 File 1:20 | 20 Ja, broeder, laat mij uwer
800 Heb 6:20 | 20 Daar de Voorloper voor ons
801 Heb 7:20 | 20 En voor zoveel het niet
802 Heb 9:20 | 20 Zeggende: Dit is het bloed
803 Heb 10:20 | 20 Op een versen en levenden
804 Heb 11:20 | 20 Door het geloof heeft Izak
805 Heb 12:20 | 20 (Want zij konden niet dragen,
806 Heb 13:20 | 20 De God nu des vredes, Die
807 Jako 1:20 | 20 Want de toorn des mans werkt
808 Jako 2:20 | 20 Maar wilt gij weten, o ijdel
809 Jako 5:20 | 20 Die wete, dat degene, die
810 1Pet 1:20 | 20 Dewelke wel voorgekend is
811 1Pet 2:20 | 20 Want wat lof is het, indien
812 1Pet 3:20 | 20 Die eertijds ongehoorzaam
813 2Pet 1:20 | 20 Dit eerst wetende, dat geen
814 2Pet 2:20 | 20 Want indien zij, nadat zij
815 1Joh 2:20 | 20 Doch gij hebt de zalving
816 1Joh 3:20 | 20 Want indien ons hart ons
817 1Joh 4:20 | 20 Indien iemand zegt: Ik heb
818 1Joh 5:20 | 20 Doch wij weten, dat de Zoon
819 Jud 1:20 | 20 Maar geliefden, bouwt gij
820 Open 1:20 | 20 De verborgenheid der zeven
821 Open 2:20 | 20 Maar Ik heb enige weinige
822 Open 3:20 | 20 Zie, Ik sta aan de deur,
823 Open 9:20 | 20 En de overige mensen, die
824 Open 14:20 | 20 En de wijnpersbak werd buiten
825 Open 16:20 | 20 En alle eiland is gevloden,
826 Open 18:20 | 20 Bedrijft vreugde over haar,
827 Open 19:20 | 20 En het beest werd gegrepen,
828 Open 20 | 20 ~
829 Open 21:20 | 20 Het vijfde Sardonix, het
830 Open 22:20 | 20 Die deze dingen getuigt,
1-500 | 501-830 |