Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
1verder 2
1welgelukzalig 1
2 1241
20 830
21 792
22 736
23 678
Frequency    [«  »]
851 vader
848 ogen
840 juda
830 20
824 stad
821 indien
818 allen

Bijbel

IntraText - Concordances

20

1-500 | 501-830

    Book Chapter: Verse
501 Jes 28:20 | 20      Want het bed zal korter 502 Jes 29:20 | 20      Wanneer de tiran een 503 Jes 30:20 | 20      De Heere zal ulieden 504 Jes 32:20 | 20      Welgelukzalig zijt 505 Jes 33:20 | 20      Schouwt Sion aan, de 506 Jes 36:20 | 20      Welke zijn ze onder 507 Jes 37:20 | 20      Nu dan, HEERE, onze 508 Jes 38:20 | 20      De HEERE was gereed 509 Jes 40:20 | 20      Die verarmd is, dat 510 Jes 41:20 | 20      Opdat zij zien, en 511 Jes 42:20 | 20      Gij ziet wel veel dingen, 512 Jes 43:20 | 20      Het gedierte des velds 513 Jes 44:20 | 20      Hij voedt zich met 514 Jes 45:20 | 20      Verzamelt u, en komt, 515 Jes 48:20 | 20      Gaat uit van Babel, 516 Jes 49:20 | 20      Nog zullen de kinderen, 517 Jes 51:20 | 20      Uw kinderen zijn in 518 Jes 58:20 | 20      Doch de goddelozen 519 Jes 60:20 | 20      En er zal een Verlosser 520 Jes 61:20 | 20      Uw zon zal niet meer 521 Jes 66:20 | 20      Van daar zal niet meer 522 Jes 67:20 | 20      En zij zullen al uw 523 Jer 2:20 | 20      Als Ik van ouds uw 524 Jer 3:20 | 20      Waarlijk, gelijk een 525 Jer 4:20 | 20      Breuk op breuk wordt 526 Jer 5:20 | 20      Verkondigt dit in het 527 Jer 6:20 | 20      Waartoe zal dan de 528 Jer 7:20 | 20      Daarom zegt de Heere 529 Jer 8:20 | 20      De oogst is voorbijgaande, 530 Jer 9:20 | 20      Hoort dan des HEEREN 531 Jer 10:20 | 20      Mijn tent is verstoord, 532 Jer 11:20 | 20      Maar, o HEERE der heirscharen, 533 Jer 13:20 | 20      Hef uw ogen op, en 534 Jer 14:20 | 20      HEERE! wij kennen onze 535 Jer 15:20 | 20      Want Ik heb u tegen 536 Jer 16:20 | 20      Zal een mens zich goden 537 Jer 17:20 | 20      En zeg tot hen: Hoort 538 Jer 18:20 | 20      Zal dan kwaad voor 539 Jer 20 | 20 ~ 540 Jer 22:20 | 20      Klim op den Libanon 541 Jer 23:20 | 20      Des HEEREN toorn zal 542 Jer 25:20 | 20      En den gansen gemengden 543 Jer 26:20 | 20      Er was ook een man, 544 Jer 27:20 | 20      Die Nebukadnezar, de 545 Jer 29:20 | 20      Gij dan, hoort des 546 Jer 30:20 | 20      En zijn zonen zullen 547 Jer 31:20 | 20      Is niet Efraim Mij 548 Jer 32:20 | 20      Gij, Die tekenen en 549 Jer 33:20 | 20      Alzo zegt de HEERE: 550 Jer 34:20 | 20      Ja, Ik zal hen overgeven 551 Jer 36:20 | 20      Zij dan gingen in tot 552 Jer 37:20 | 20      Nu dan, hoor toch, 553 Jer 38:20 | 20      En Jeremia zeide: Zij 554 Jer 42:20 | 20      Gewisselijk, gij hebt 555 Jer 44:20 | 20      Toen sprak Jeremia 556 Jer 46:20 | 20      Egypte is een zeer 557 Jer 48:20 | 20      Moab is beschaamd, 558 Jer 49:20 | 20      Daarom hoort des HEEREN 559 Jer 50:20 | 20      In die dagen en te 560 Jer 51:20 | 20      Gij zijt Mij een voorhamer, 561 Jer 52:20 | 20      De twee pilaren, de 562 Klaa 1:20 | 20      Resch. Aanzie, HEERE, 563 Klaa 1:42 | 20      Resch. Zie, HEERE, 564 Klaa 1:64 | 20      Zain. Mijn ziel gedenkt 565 Klaa 1:130| 20      Resch. De adem onzer 566 Klaa 2:20 | 20      Waarom zoudt Gij ons 567 Eze 1:20 | 20      Waarhenen de geest 568 Eze 3:20 | 20      Als ook een rechtvaardige 569 Eze 7:20 | 20      En Hij heeft de schoonheid 570 Eze 10:20 | 20      Dit is het dier, dat 571 Eze 11:20 | 20      Opdat zij wandelen 572 Eze 12:20 | 20      En de bewoonde steden 573 Eze 13:20 | 20      Daarom, zo zegt de 574 Eze 14:20 | 20      Ofschoon Noach, Daniel 575 Eze 16:20 | 20      Verder hebt gij uw 576 Eze 17:20 | 20      En Ik zal Mijn net 577 Eze 18:20 | 20      De ziel, die zondigt, 578 Eze 20 | l 20 ~ 579 Eze 20:20 | 20      En heiligt Mijn sabbatten, 580 Eze 21:20 | 20      Gij zult een weg voorstellen, 581 Eze 22:20 | 20      Gelijk zilver, of koper, 582 Eze 23:20 | 20      En zij werd verliefd 583 Eze 24:20 | 20      En ik zeide tot hen: 584 Eze 26:20 | 20      Dan zal Ik u doen nederdalen 585 Eze 27:20 | 20      Dedan handelde met 586 Eze 28:20 | 20      Wijders geschiedde 587 Eze 29:20 | 20      Tot zijn arbeidsloon, 588 Eze 30:20 | 20      Ook gebeurde het in 589 Eze 32:20 | 20      In het midden der verslagenen 590 Eze 33:20 | 20      Nog zegt gij: De weg 591 Eze 34:20 | 20      Daarom zegt de Heere 592 Eze 36:20 | 20      Als zij nu tot de heidenen 593 Eze 37:20 | 20      De houten nu, op dewelke 594 Eze 38:20 | 20      Zodat van Mijn aangezicht 595 Eze 39:20 | 20      En gij zult verzadigd 596 Eze 40:20 | 20      Aangaande de poort 597 Eze 41:20 | 20      Van de aarde af tot 598 Eze 42:20 | 20      Hij mat het aan de 599 Eze 43:20 | 20      En gij zult van deszelfs 600 Eze 44:20 | 20      En zij zullen hun hoofd 601 Eze 45:20 | 20      Alzo zult gij ook doen 602 Eze 46:20 | 20      En hij zeide tot mij: 603 Eze 47:20 | 20      En den westerhoek, 604 Eze 48:20 | 20      Het ganse hefoffer 605 Dan 1:20 | 20      En in alle zaken van 606 Dan 2:20 | 20      Daniel antwoordde en 607 Dan 3:20 | 20      En tot de sterkste 608 Dan 4:20 | 20      De boom, dien gij gezien 609 Dan 5:20 | 20      Maar toen zich zijn 610 Dan 6:20 | 20      Toen stond de koning 611 Dan 7:20 | 20      En aangaande de tien 612 Dan 8:20 | 20      De ram met de twee 613 Dan 9:20 | 20      Als ik nog sprak, en 614 Dan 10:20 | 20      Toen zeide Hij: Weet 615 Dan 11:20 | 20      En in zijn staat zal 616 Hos 2:20 | 20      En het zal te dien 617 Joe 1:20 | 20      Ook schreeuwt elk beest 618 Joe 2:20 | 20      En Ik zal dien van 619 Joe 3:20 | 20      Maar Juda zal blijven 620 Amos 5:20 | 20      Zal dan niet des HEEREN 621 Oba 1:20 | 20      En de gevankelijk weggevoerden 622 Mic 7:20 | 20      Gij zult Jakob de trouw, 623 Zep 3:20 | 20      Te dier tijd zal Ik 624 Zac 1:20 | 20      En de HEERE toonde 625 Zac 8:20 | 20      Alzo zegt de HEERE 626 Zac 14:20 | 20      Te dien dage zal op 627 Matt 1:20 | 20 En alzo hij deze dingen 628 Matt 2:20 | 20 Zeggende: Sta op, neem het 629 Matt 4:20 | 20 Zij dan, terstond de netten 630 Matt 5:20 | 20 Want Ik zeg u: Tenzij uw 631 Matt 6:20 | 20 Maar vergadert u schatten 632 Matt 7:20 | 20 Zo zult gij dan dezelve 633 Matt 8:20 | 20 En Jezus zeide tot hem: 634 Matt 9:20 | 20 (En ziet, een vrouw die 635 Matt 10:20 | 20 Want gij zijt het niet, 636 Matt 11:20 | 20 Toen begon Hij de steden, 637 Matt 12:20 | 20 Het gekrookte riet zal Hij 638 Matt 13:20 | 20 Maar die in steenachtige 639 Matt 14:20 | 20 En zij aten allen en werden 640 Matt 15:20 | 20 Deze dingen zijn het, die 641 Matt 16:20 | 20 Toen verbood Hij Zijn discipelen, 642 Matt 17:20 | 20 En Jezus zeide tot hen: 643 Matt 18:20 | 20 Want waar twee of drie vergaderd 644 Matt 19:20 | 20 De jongeling zeide tot Hem: 645 Matt 20 | 20 ~ 646 Matt 20:20 | 20 Toen kwam de moeder der 647 Matt 21:20 | 20 En de discipelen, dat ziende, 648 Matt 22:20 | 20 En Hij zeide tot hen: Wiens 649 Matt 23:20 | 20 Daarom wie zweert bij het 650 Matt 24:20 | 20 Doch bidt, dat uw vlucht 651 Matt 25:20 | 20 En die de vijf talenten 652 Matt 26:20 | 20 En als het avond geworden 653 Matt 27:20 | 20 Maar de overpriesters en 654 Matt 28:20 | 20 En ziet, Ik ben met ulieden 655 Mark 1:20 | 20 En terstond riep Hij hen; 656 Mark 2:20 | 20 Maar de dagen zullen komen, 657 Mark 3:20 | 20 En zij kwamen in huis; en 658 Mark 4:20 | 20 En dezen zijn, die in de 659 Mark 5:20 | 20 En hij ging heen, en begon 660 Mark 6:20 | 20 Want Herodes vreesde Johannes, 661 Mark 7:20 | 20 En Hij zeide: Hetgeen uitgaat 662 Mark 8:20 | 20 En toen Ik de zeven brak 663 Mark 9:20 | 20 En zij brachten denzelven 664 Mark 10:20 | 20 Doch hij, antwoordende, 665 Mark 11:20 | 20 En des morgens vroeg voorbijgaande, 666 Mark 12:20 | 20 Er waren nu zeven broeders, 667 Mark 13:20 | 20 En indien de Heere de dagen 668 Mark 14:20 | 20 Maar Hij antwoordde en zeide 669 Mark 15:20 | 20 En als zij Hem bespot hadden, 670 Mark 16:20 | 20 En zij, uitgegaan zijnde, 671 Luk 1:20 | 20 En zie, gij zult zwijgen, 672 Luk 2:20 | 20 En de herders keerde wederom, 673 Luk 3:20 | 20 Zo heeft hij ook dit nog 674 Luk 4:20 | 20 En als Hij het boek toegedaan 675 Luk 5:20 | 20 En Hij ziende hun geloof, 676 Luk 6:20 | 20 En Hij, Zijn ogen opslaande 677 Luk 7:20 | 20 En als de mannen tot Hem 678 Luk 8:20 | 20 En Hem werd geboodschapt 679 Luk 9:20 | 20 En Hij zeide tot hen: Maar 680 Luk 10:20 | 20 Doch verblijdt u daarin 681 Luk 11:20 | 20 Maar indien Ik door den 682 Luk 12:20 | 20 Maar God zeide tot hem: 683 Luk 13:20 | 20 En Hij zeide wederom: Waarbij 684 Luk 14:20 | 20 En een ander zeide: Ik heb 685 Luk 15:20 | 20 En opstaande, ging hij naar 686 Luk 16:20 | 20 En er was een zeker bedelaar, 687 Luk 17:20 | 20 En gevraagd zijnde van de 688 Luk 18:20 | 20 Gij weet de geboden: Gij 689 Luk 19:20 | 20 En een ander kwam, zeggende: 690 Luk 20 | 20 ~ 691 Luk 20:20 | 20 En zij namen Hem waar, en 692 Luk 21:20 | 20 Maar wanneer gij zien zult, 693 Luk 22:20 | 20 Desgelijks ook den drinkbeker 694 Luk 23:20 | 20 Pilatus dan riep hun wederom 695 Luk 24:20 | 20 En hoe onze overpriesters 696 Joha 1:20 | 20 En hij beleed en loochende 697 Joha 2:20 | 20 De Joden zeiden dan: Zes 698 Joha 3:20 | 20 Want een iegelijk, die kwaad 699 Joha 4:20 | 20 Onze vaders hebben op deze 700 Joha 5:20 | 20 Want de Vader heeft den 701 Joha 6:20 | 20 Maar Hij zeide tot hen: 702 Joha 7:20 | 20 De schare antwoordde en 703 Joha 8:20 | 20 Deze woorden sprak Jezus 704 Joha 9:20 | 20 Zijn ouders antwoordden 705 Joha 10:20 | 20 En velen van hen zeiden: 706 Joha 11:20 | 20 Martha dan, als zij hoorde, 707 Joha 12:20 | 20 En er waren sommige Grieken 708 Joha 13:20 | 20 Voorwaar, voorwaar zeg Ik 709 Joha 14:20 | 20 In dien dag zult gij bekennen, 710 Joha 15:20 | 20 Gedenk des woords, dat Ik 711 Joha 16:20 | 20 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg 712 Joha 17:20 | 20 En Ik bid niet alleen voor 713 Joha 18:20 | 20 Jezus antwoordde hem: Ik 714 Joha 19:20 | 20 Dit opschrift dan lazen 715 Joha 20 | 20 ~ 716 Joha 20:20 | 20 En dit gezegd hebbende, 717 Joha 21:20 | 20 En Petrus, zich omkerende, 718 Hand 1:20 | 20 Want er staat geschreven 719 Hand 2:20 | 20 De zon zal veranderd worden 720 Hand 3:20 | 20 En Hij gezonden zal hebben 721 Hand 4:20 | 20 Want wij kunnen niet laten 722 Hand 5:20 | 20 Daarom sta op, en ga af, 723 Hand 6:20 | 20 En er waren enige Cyprische 724 Hand 6:50 | 20 En Herodes had in den zin 725 Hand 7:20 | 20 En daarna omtrent vierhonderd 726 Hand 8:20 | 20 Doch als hem de discipelen 727 Hand 9:20 | 20 Maar hun zal aanschrijven, 728 Hand 10:20 | 20 En als zij hen tot de hoofdmannen 729 Hand 11:20 | 20 Want gij brengt enige vreemde 730 Hand 12:20 | 20 En als zij baden, dat hij 731 Hand 13:20 | 20 Alzo wies het Woord des 732 Hand 14 | 20 ~ 733 Hand 14:20 | 20 Hoe ik niets achtergehouden 734 Hand 15:20 | 20 En zij, dat gehoord hebbende, 735 Hand 16:20 | 20 En toen het bloed van Stefanus, 736 Hand 17:20 | 20 En hij zeide: De Joden zijn 737 Hand 18:20 | 20 Of dat dezen zelf zeggen 738 Hand 19:20 | 20 En als ik over de onderzoeking 739 Hand 20:20 | 20 Maar heb eerst dengenen, 740 Hand 21:20 | 20 En als noch zon noch gesternten 741 Hand 22:20 | 20 Om deze oorzaak dan heb 742 Rom 1:20 | 20 Want Zijn onzienlijke dingen 743 Rom 2:20 | 20 Een onderrichter der onwijzen, 744 Rom 3:20 | 20 Daarom zal uit de werken 745 Rom 4:20 | 20 En hij heeft aan de beloftenis 746 Rom 5:20 | 20 Maar de wet is bovendien 747 Rom 6:20 | 20 Want toen gij dienstknechten 748 Rom 7:20 | 20 Indien ik hetgene doe, dat 749 Rom 8:20 | 20 Want het schepsel is der 750 Rom 9:20 | 20 Maar toch, o mens, wie zijt 751 Rom 10:20 | 20 En Jesaja verstout zich, 752 Rom 11:20 | 20 Het is wel; zij zijn door 753 Rom 12:20 | 20 Indien dan uw vijand hongert, 754 Rom 14:20 | 20 Verbreek het werk van God 755 Rom 15:20 | 20 En alzo zeer begerig geweest 756 Rom 16:20 | 20 En de God des vredes zal 757 1Kor 1:20 | 20 Waar is de wijze? Waar is 758 1Kor 3:20 | 20 En wederom: De Heere kent 759 1Kor 4:20 | 20 Want het Koninkrijk Gods 760 1Kor 6:20 | 20 Want gij zijt duur gekocht: 761 1Kor 7:20 | 20 Een iegelijk blijve in die 762 1Kor 9:20 | 20 En ik ben den Joden geworden 763 1Kor 10:20 | 20 Ja, ik zeg, dat hetgeen 764 1Kor 11:20 | 20 Als gij dan bijeen samenkomt, 765 1Kor 12:20 | 20 Maar nu zijn er wel vele 766 1Kor 14:20 | 20 Broeders, wordt geen kinderen 767 1Kor 15:20 | 20 Maar nu, Christus is opgewekt 768 1Kor 16:20 | 20 U groeten al de broeders. 769 2Kor 1:20 | 20 Want zovele beloften Gods 770 2Kor 5:20 | 20 Zo zijn wij dan gezanten 771 2Kor 8:20 | 20 Dit verhoedende, dat ons 772 2Kor 11:20 | 20 Want gij verdraagt het, 773 2Kor 12:20 | 20 Want ik vrees, dat als ik 774 Gal 1:20 | 20 Hetgeen nu ik u schrijf, 775 Gal 2:20 | 20 Ik ben met Christus gekruist; 776 Gal 3:20 | 20 En de Middelaar is niet 777 Gal 4:20 | 20 Doch ik wilde, dat ik nu 778 Gal 5:20 | 20 Afgoderij, venijngeving, 779 Efez 1:20 | 20 Die Hij gewrocht heeft in 780 Efez 2:20 | 20 Gebouwd op het fondament 781 Efez 3:20 | 20 Hem nu, Die machtig is meer 782 Efez 4:20 | 20 Doch gij hebt Christus alzo 783 Efez 5:20 | 20 Dankende te allen tijd over 784 Efez 6:20 | 20 Waarover ik een gezant ben 785 Fili 1:20 | 20 Volgens mijn ernstige verwachting 786 Fili 2:20 | 20 Want ik heb niemand, die 787 Fili 3:20 | 20 Maar onze wandel is in de 788 Fili 4:20 | 20 Onzen God nu en Vader zij 789 Kol 1:20 | 20 En dat Hij, door Hem vrede 790 Kol 2:20 | 20 Indien gij dan met Christus 791 Kol 3:20 | 20 Gij kinderen, zijt uw ouderen 792 1The 2:20 | 20 Want gij zijt onze heerlijkheid 793 1The 5:20 | 20 Veracht de profetieen niet. ~ 794 1Tim 1:20 | 20 Onder welken is Hymeneus 795 1Tim 5:20 | 20 Bestraf die zondigen in 796 1Tim 6:20 | 20 O Timotheus, bewaar het 797 2Tim 2:20 | 20 Doch in een groot huis zijn 798 2Tim 4:20 | 20 Erastus is te Korinthe gebleven; 799 File 1:20 | 20 Ja, broeder, laat mij uwer 800 Heb 6:20 | 20 Daar de Voorloper voor ons 801 Heb 7:20 | 20 En voor zoveel het niet 802 Heb 9:20 | 20 Zeggende: Dit is het bloed 803 Heb 10:20 | 20 Op een versen en levenden 804 Heb 11:20 | 20 Door het geloof heeft Izak 805 Heb 12:20 | 20 (Want zij konden niet dragen, 806 Heb 13:20 | 20 De God nu des vredes, Die 807 Jako 1:20 | 20 Want de toorn des mans werkt 808 Jako 2:20 | 20 Maar wilt gij weten, o ijdel 809 Jako 5:20 | 20 Die wete, dat degene, die 810 1Pet 1:20 | 20 Dewelke wel voorgekend is 811 1Pet 2:20 | 20 Want wat lof is het, indien 812 1Pet 3:20 | 20 Die eertijds ongehoorzaam 813 2Pet 1:20 | 20 Dit eerst wetende, dat geen 814 2Pet 2:20 | 20 Want indien zij, nadat zij 815 1Joh 2:20 | 20 Doch gij hebt de zalving 816 1Joh 3:20 | 20 Want indien ons hart ons 817 1Joh 4:20 | 20 Indien iemand zegt: Ik heb 818 1Joh 5:20 | 20 Doch wij weten, dat de Zoon 819 Jud 1:20 | 20 Maar geliefden, bouwt gij 820 Open 1:20 | 20 De verborgenheid der zeven 821 Open 2:20 | 20 Maar Ik heb enige weinige 822 Open 3:20 | 20 Zie, Ik sta aan de deur, 823 Open 9:20 | 20 En de overige mensen, die 824 Open 14:20 | 20 En de wijnpersbak werd buiten 825 Open 16:20 | 20 En alle eiland is gevloden, 826 Open 18:20 | 20 Bedrijft vreugde over haar, 827 Open 19:20 | 20 En het beest werd gegrepen, 828 Open 20 | 20 ~ 829 Open 21:20 | 20 Het vijfde Sardonix, het 830 Open 22:20 | 20 Die deze dingen getuigt,


1-500 | 501-830

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License