1-500 | 501-824
Book Chapter: Verse
501 Jes 45:13 | recht maken; hij zal Mijn stad bouwen, en hij zal Mijn
502 Jes 48:2 | Ja, van de heilige stad worden zij genoemd, en zij
503 Jes 52:1 | o Jeruzalem, gij heilige stad? want in u zal voortaan
504 Jes 61:14 | en zij zullen u noemen de stad des HEEREN, het Sion van
505 Jes 63:12 | genoemd worden de gezochte, de stad, die niet verlaten is. ~ ~
506 Jes 67:6 | een groot rumoer uit de stad zijn, een stem uit den tempel,
507 Jer 1:18 | stel u heden tot een vaste stad, en tot een ijzeren pilaar,
508 Jer 3:14 | u aannemen, een uit een stad, en twee uit een geslacht,
509 Jer 6:6 | tegen Jeruzalem; zij is de stad, die bezocht zal worden;
510 Jer 8:16 | en diens volheid, de stad en die daarin wonen. ~
511 Jer 14:18 | het zwaard, en zo ik in de stad komen, ziet daar de kranken
512 Jer 15:8 | doen overvallen, de stad met verschrikkingen.
513 Jer 17:24 | last door de poorten dezer stad op den sabbatdag inbrengt,
514 Jer 17:25 | zullen door de poorten dezer stad ingaan koningen en vorsten,
515 Jer 17:25 | inwoners van Jeruzalem; en deze stad zal bewoond worden in eeuwigheid. ~
516 Jer 19:8 | 8 En Ik zal deze stad zetten tot een ontzetting
517 Jer 19:11 | zal Ik dit volk en deze stad verbreken, gelijk als men
518 Jer 19:12 | inwoners; en dat om deze stad te stellen als een Tofeth. ~
519 Jer 19:15 | Ziet, Ik zal over deze stad, en over al haar steden,
520 Jer 20:5 | geven al het vermogen dezer stad, en al haar arbeid, en al
521 Jer 21:4 | verzamelen in het midden van deze stad. ~
522 Jer 21:6 | Ik zal de inwoners dezer stad slaan, zowel de mensen als
523 Jer 21:7 | het volk, en die in deze stad overgebleven zijn, van de
524 Jer 21:9 | 9 Die in deze stad blijft, zal sterven door
525 Jer 21:10 | Mijn aangezicht tegen deze stad gesteld ten kwade en niet
526 Jer 22:8 | veel heidenen voorbij deze stad gaan, en zullen zeggen,
527 Jer 22:8 | alzo gedaan aan deze grote stad? ~
528 Jer 23:39 | vergeten, en u, mitsgaders de stad, die Ik u en uw vaderen
529 Jer 25:29 | 29 Want ziet, in de stad, die naar Mijn Naam genoemd
530 Jer 26:6 | stellen als Silo, en deze stad zal Ik stellen tot een vloek
531 Jer 26:9 | worden als Silo, en deze stad zal woest worden, dat er
532 Jer 26:11 | geprofeteerd tegen deze stad, gelijk als gij met
533 Jer 26:12 | tegen dit huis en tegen deze stad te profeteren al de woorden,
534 Jer 26:15 | brengen op u, en op deze stad, en op haar inwoners; want
535 Jer 26:20 | die profeteerde tegen deze stad en tegen dit land, naar
536 Jer 27:17 | gijlieden leven; waarom zou deze stad tot een woestheid worden? ~
537 Jer 27:19 | overige der vaten, die in deze stad zijn overgebleven, ~
538 Jer 29:7 | En zoekt den vrede der stad, waarhenen Ik u gevankelijk
539 Jer 29:16 | al het volk, dat in deze stad woont, te weten, uw broederen,
540 Jer 30:18 | woningen ontfermen; en de stad zal herbouwd worden op haar
541 Jer 31:38 | spreekt de HEERE, dat deze stad den HEERE zal herbouwd worden,
542 Jer 32:3 | HEERE: Ziet, Ik geef deze stad in de hand des konings van
543 Jer 32:24 | zij zijn gekomen aan de stad, om die in te nemen, en
544 Jer 32:24 | om die in te nemen, en de stad is gegeven in de hand der
545 Jer 32:25 | getuigen betuigen; daar de stad in der Chaldeen hand gegeven
546 Jer 32:28 | alzo: Zie, Ik geef deze stad in de hand der Chaldeen,
547 Jer 32:29 | Chaldeen, die tegen deze stad strijden, zullen er inkomen,
548 Jer 32:29 | zullen er inkomen, en deze stad met vuur aansteken, en zullen
549 Jer 32:31 | grimmigheid is Mij deze stad geweest, van den dag af,
550 Jer 32:36 | God Israels, alzo van deze stad, waar gij van zegt: Zij
551 Jer 33:4 | Israels, van de huizen dezer stad, en van de huizen der koningen
552 Jer 33:5 | Mijn aangezicht van deze stad verborgen heb, om al hunlieder
553 Jer 34:2 | HEERE: Zie, Ik geef deze stad in de hand des konings van
554 Jer 34:22 | en zal hen weder tot deze stad brengen, en zij zullen tegen
555 Jer 37:8 | wederkeren, en tegen deze stad strijden; en zij zullen
556 Jer 37:10 | tent, opmaken, en deze stad met vuur verbranden. ~
557 Jer 37:21 | al het brood van de stad op was. Alzo bleef Jeremia
558 Jer 38:2 | zegt de HEERE: Wie in deze stad blijft, zal door het zwaard,
559 Jer 38:3 | Zo zegt de HEERE: Deze stad zal zekerlijk gegeven worden
560 Jer 38:4 | krijgslieden, die in deze stad zijn overgebleven, en de
561 Jer 38:9 | dewijl geen brood meer in de stad is. ~
562 Jer 38:17 | ziel leven, en deze stad zal niet verbrand worden
563 Jer 38:18 | zult uitgaan, zo zal deze stad gegeven worden in de hand
564 Jer 38:23 | worden, en gij zult deze stad met vuur verbranden. ~
565 Jer 39:2 | negenden der maand, werd de stad doorgebroken. ~
566 Jer 39:4 | en togen bij nacht uit de stad, door den weg van des konings
567 Jer 39:9 | nu des volks, die in de stad waren overgebleven, en de
568 Jer 39:16 | woorden brengen over deze stad, ten kwade en niet
569 Jer 41:7 | als zij in het midden der stad gekomen waren, dat Ismael,
570 Jer 46:8 | aarde bedekken, ik zal de stad, en die daarin wonen, verderven. ~
571 Jer 47:2 | volheid van hetzelve, de stad en die daarin wonen; en
572 Jer 48:1 | beschaamd, zij is ingenomen; de stad des hogen vertreks
573 Jer 48:8 | verstoorder zal komen over elke stad, dat niet een stad ontkomen
574 Jer 48:8 | elke stad, dat niet een stad ontkomen zal; en het dal
575 Jer 49:25 | Hoe is de beroemde stad niet gelaten, de stad Mijner
576 Jer 49:25 | beroemde stad niet gelaten, de stad Mijner vrolijkheid! ~
577 Jer 51:31 | bekend te maken, dat zijn stad van het einde is ingenomen; ~
578 Jer 52:5 | 5 Alzo kwam de stad in belegering, tot in het
579 Jer 52:6 | maand, als de honger in de stad sterk werd, en het volk
580 Jer 52:7 | 7 Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden
581 Jer 52:7 | trokken uit des nachts, uit de stad, door den weg der poort
582 Jer 52:7 | Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en zij togen door
583 Jer 52:15 | overige des volks, die in de stad overgelaten waren, en de
584 Jer 52:25 | 25 En uit de stad nam hij een hoveling, die
585 Jer 52:25 | aangezicht zagen, die in de stad gevonden werden, mitsgaders
586 Jer 52:25 | lands, die in het midden der stad gevonden werden. ~
587 Klaa 1:1 | Aleph. Hoe zit die stad zo eenzaam, die vol volks
588 Klaa 1:19| mijn oudsten hebben in de stad den geest gegeven, als zij
589 Klaa 1:33| zuigeling op de straten der stad in onmacht zinken; ~
590 Klaa 1:34| als zij op de straten der stad in onmacht zinken, als de
591 Klaa 1:37| Jeruzalems, zeggende: Is dit die stad, waar men van zeide,
592 Klaa 1:95| vanwege al de dochteren mijner stad. ~
593 Eze 4:1 | aangezicht, en bewerp daarop de stad Jeruzalem. ~
594 Eze 4:3 | muur tussen u en tussen die stad; en richt uw aangezicht
595 Eze 5:2 | zult gij in het midden der stad met vuur verbranden, nadat
596 Eze 7:15 | zwaard sterven, en die in de stad is, dien zal de honger en
597 Eze 7:23 | van bloedgerichten, en de stad is vol van geweld. ~
598 Eze 9:1 | zeggende: Doet de opzieners der stad naderen, en elkeen met zijn
599 Eze 9:4 | door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem,
600 Eze 9:5 | oren: Gaat door, door de stad achter hem, en slaat, ulieder
601 Eze 9:7 | uit, en zij sloegen in de stad. ~
602 Eze 9:9 | met bloed vervuld, en de stad is vol van afwijking; want
603 Eze 10:2 | en strooi ze over de stad; en hij ging in voor mijn
604 Eze 11:2 | kwaden raad raden in deze stad. ~
605 Eze 11:3 | huizen nabij bouwen; deze stad zou de pot, en wij het vlees
606 Eze 11:6 | hebt uw verslagenen in deze stad vermenigvuldigd, en gij
607 Eze 11:7 | zijn dat vlees, en deze stad is de pot; maar ulieden
608 Eze 11:11 | 11 Deze stad zal ulieden niet tot een
609 Eze 11:23 | rees op van het midden der stad, en stond op den berg, die
610 Eze 11:23 | die tegen het oosten der stad is. ~
611 Eze 13:14 | ontdekt worden; alzo zal de stad vallen, en gij zult
612 Eze 17:4 | koophandel; hij zette hem in een stad van kooplieden. ~
613 Eze 21:19 | hoofd van den weg der stad. ~
614 Eze 21:20 | tegen Juda, tot de vaste stad Jeruzalem. ~
615 Eze 22:3 | Alzo zegt de Heere HEERE: O stad, die in haar midden bloed
616 Eze 26:10 | ingangen ener doorbrokene stad. ~
617 Eze 26:17 | welbewoonde, gij beroemde stad, die sterk geweest is ter
618 Eze 26:19 | stellen tot een verwoeste stad, gelijk de steden, die niet
619 Eze 33:21 | ontkomen was, zeggende: De stad is geslagen. ~
620 Eze 39:16 | Ook zo zal de naam der stad Hamona zijn. Alzo zullen
621 Eze 40:1 | veertiende jaar, nadat de stad geslagen was; even op
622 Eze 40:2 | was als een gebouw ener stad tegen het zuiden. ~
623 Eze 43:3 | had, toen ik kwam, om de stad te verderven; en het waren
624 Eze 45:6 | En tot bezitting van de stad zult gij geven de breedte
625 Eze 45:7 | hefoffers en der bezitting der stad, voor aan het heilig hefoffer,
626 Eze 45:7 | voor aan de bezitting der stad; van den westerhoek
627 Eze 48:15 | zal onheilig zijn, voor de stad, tot bewoning en tot voorsteden;
628 Eze 48:15 | en tot voorsteden; en de stad zal in het midden daarvan
629 Eze 48:17 | De voorsteden nu der stad zullen zijn, noordwaarts
630 Eze 48:18 | onderhoud voor degenen, die de stad dienen. ~
631 Eze 48:19 | 19 En die de stad dienen, zullen haar dienen
632 Eze 48:20 | offeren, met de bezitting der stad. ~
633 Eze 48:21 | en van de bezitting der stad, voor aan de vijf en twintig
634 Eze 48:22 | en van de bezitting der stad af, zijnde in het midden
635 Eze 48:30 | zullen dit de uitgangen der stad zijn: van den noorderhoek,
636 Eze 48:31 | 31 En de poorten der stad zullen zijn naar de namen
637 Eze 48:35 | duizend; en de naam der stad zal van dien dag af zijn:
638 Dan 9:16 | afgekeerd worden van Uw stad Jeruzalem, Uw heiligen berg;
639 Dan 9:18 | onze verwoestingen, en de stad, die naar Uw Naam genoemd
640 Dan 9:19 | wil, o mijn God! Want Uw stad, en Uw volk is naar Uw Naam
641 Dan 9:24 | volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten,
642 Dan 9:26 | hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven,
643 Hos 6:8 | 8 Gilead is een stad van werkers der ongerechtigheid;
644 Hos 11:9 | midden van u, en Ik zal in de stad niet komen. ~
645 Joe 2:9 | 9 Zij zullen in de stad omlopen, zij zullen lopen
646 Amos 3:6 | Zal de bazuin in de stad geblazen worden, dat het
647 Amos 3:6 | zal er een kwaad in de stad zijn, dat de HEERE niet
648 Amos 4:7 | doen regenen over de ene stad, maar over de andere stad
649 Amos 4:7 | stad, maar over de andere stad niet doen regenen;
650 Amos 4:8 | steden togen om tot een stad, opdat zij water mochten
651 Amos 5:3 | zegt de Heere HEERE: De stad, die uitgaat met duizend,
652 Amos 6:2 | daar naar Hamath, de grote stad, en trekt af naar Gath der
653 Amos 6:8 | paleizen; daarom zal Ik de stad en haar volheid overleveren. ~
654 Amos 7:17| alzo: Uw vrouw zal in de stad hoereren, en uw zonen en
655 Jona 1:2 | Maak u op, ga naar de grote stad Nineve, en predik tegen
656 Jona 3:2 | Maak u op, ga naar de grote stad Nineve; en predik tegen
657 Jona 3:3 | Nineve nu was een grote stad Gods, van drie dagreizen. ~
658 Jona 3:4 | En Jona begon in de stad te gaan, een dagreis; en
659 Jona 4:5 | 5 Jona nu ging ter stad uit, en zette zich tegen
660 Jona 4:5 | zich tegen het oosten der stad; en hij maakte zich aldaar
661 Jona 4:5 | totdat hij zag, wat van de stad zou worden. ~
662 Jona 4:11| En Ik zou die grote stad Nineve niet verschonen?
663 Mic 4:10 | want nu zult gij wel uit de stad henen uitgaan, en op het
664 Mic 6:9 | des HEEREN roept tot de stad (want Uw Naam ziet het wezen):
665 Zep 2:15 | 15 Dit is die stad, die opspringt van vreugde,
666 Zep 3:1 | bevlekte, der verdrukkende stad! ~
667 Zac 8:3 | Jeruzalem zal geheten worden een stad der waarheid, en de berg
668 Zac 8:5 | En de straten dier stad zullen vervuld worden met
669 Zac 8:21 | En de inwoners der ene stad zullen gaan tot de inwoners
670 Zac 14:2 | strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen
671 Zac 14:2 | worden; en de helft der stad zal uitgaan in de gevangenis;
672 Zac 14:2 | overige des volks zal uit de stad niet uitgeroeid worden. ~
673 Matt 2:23| hij zijn woonplaats in de stad, genaamd Nazareth; opdat
674 Matt 4:5 | duivel mede naar de heilige stad, en stelde Hem op de tinne
675 Matt 5:14| het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende,
676 Matt 5:35| Jeruzalem, omdat zij is de stad des groten Konings; ~
677 Matt 8:33| gevlucht; en als zij in de stad gekomen waren, boodschapten
678 Matt 8:34| 34 En ziet, de gehele stad ging uit, Jezus tegemoet;
679 Matt 9:1 | Hij over en kwam in Zijn stad. En ziet, zij brachten tot
680 Matt 10:5 | zult niet ingaan in enige stad der Samaritanen. ~
681 Matt 10:11| 11 En in wat stad of vlek gij zult inkomen,
682 Matt 10:14| dat huis of uit dezelve stad, schudt het stof uwer voeten
683 Matt 10:15| des oordeels, dan dezelve stad. ~
684 Matt 10:23| Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de
685 Matt 12:25| verwoest; en een iedere stad, of huis, dat tegen zichzelf
686 Matt 21:10| Jeruzalem inkwam, werd de gehele stad beroerd, zeggende: Wie is
687 Matt 21:17| ging Hij van daar uit de stad, naar Bethanie, en overnachtte
688 Matt 21:18| Hij wederkeerde naar de stad, hongerde Hem. ~
689 Matt 22:7 | doodslagers vernield, en hun stad in brand gestoken. ~
690 Matt 23:34| en zult hen vervolgen van stad tot stad; ~
691 Matt 23:34| hen vervolgen van stad tot stad; ~
692 Matt 26:18| Hij zeide: Gaat heen in de stad, tot zulk een, en zegt hem:
693 Matt 27:53| kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen. ~
694 Matt 28:11| van de wacht kwamen in de stad, en boodschapten den overpriesters
695 Mark 1:33| 33 En de gehele stad was bijeenvergaderd omtrent
696 Mark 1:45| niet meer openbaar in de stad kon komen, maar was buiten
697 Mark 5:14| boodschapten zulks in de stad en op het land. En zij gingen
698 Mark 6:11| des oordeels dan dezelve stad. ~
699 Mark 11:19| ging Hij uit buiten de stad. ~
700 Mark 14:13| tot hen: Gaat henen in de stad, en u zal een mens ontmoeten,
701 Mark 14:16| gingen uit, en kwamen in de stad, en vonden het, gelijk Hij
702 Luk 1:26 | van God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth; ~
703 Luk 1:39 | naar het gebergte, in een stad van Juda; ~
704 Luk 2:3 | iegelijk naar zijn eigen stad. ~
705 Luk 2:4 | ook op van Galilea, uit de stad Nazareth, naar Judea, tot
706 Luk 2:4 | Nazareth, naar Judea, tot de stad Davids, die Bethlehem genaamd
707 Luk 2:11 | Christus, de Heere, in de stad Davids. ~
708 Luk 2:39 | weder naar Galilea, tot hun stad Nazareth. ~
709 Luk 4:29 | wierpen zij Hem uit, buiten de stad, en leidden Hem op den top
710 Luk 4:29 | bergs, op denwelken hun stad gebouwd was, om Hem van
711 Luk 4:31 | kwam af te Kapernaum, een stad van Galilea, en leerde hen
712 Luk 7:11 | dag, dat Hij ging naar een stad, genaamd Nain, en met Hem
713 Luk 7:12 | En als Hij de poort der stad genaakte, zie daar, een
714 Luk 7:12 | een grote schare van de stad was met haar. ~
715 Luk 7:37 | En ziet, een vrouw in de stad, welke een zondares was,
716 Luk 8:1 | dat Hij reisde van de ene stad en vlek tot de andere, predikende
717 Luk 8:27 | Hem een zeker man uit de stad, die van over langen tijd
718 Luk 8:34 | heengaande boodschapten het in de stad, en op het land. ~
719 Luk 8:39 | ging heen door de gehele stad, verkondigende, wat grote
720 Luk 9:5 | ontvangen, uitgaande van die stad, schudt ook het stof af
721 Luk 9:10 | in een woeste plaats der stad, genaamd Bethsaida. ~
722 Luk 10:1 | twee en twee, in iedere stad en plaats, daar Hij komen
723 Luk 10:8 | 8 En in wat stad gij zult ingaan, en zij
724 Luk 10:10 | 10 Maar in wat stad gij zult ingaan, en zij
725 Luk 10:11 | Ook het stof, dat uit uw stad aan ons kleeft, schudden
726 Luk 10:12 | in dien dag, dan dezelve stad. ~
727 Luk 13:22 | En Hij reisde van de ene stad en vlek tot de andere, lerende,
728 Luk 14:21 | de straten en wijken der stad, en breng de armen, en verminkten,
729 Luk 18:2 | een zeker rechter in een stad, die God niet vreesde, en
730 Luk 18:3 | zekere weduwe in dezelfde stad, en zij kwam tot hem, zeggende:
731 Luk 19:41 | als Hij nabij kwam, en de stad zag, weende Hij over haar, ~
732 Luk 22:10 | hen: Ziet, als gij in de stad zult gekomen zijn, zo zal
733 Luk 23:19 | zeker oproer, dat in de stad geschied was, en om een
734 Luk 23:51 | handel) van Arimathea, een stad der Joden, en die ook zelf
735 Luk 24:49 | u; maar blijft gij in de stad Jeruzalem, totdat gij zult
736 Joha 1:45| was van Bethsaida, uit de stad van Andreas en Petrus. ~
737 Joha 4:5 | 5 Hij kwam dan in een stad van Samaria, genaamd Sichar,
738 Joha 4:8 | discipelen waren heengegaan in de stad, opdat zij zouden spijze
739 Joha 4:28| watervat, en ging heen in de stad en zeide tot de lieden: ~
740 Joha 4:30| 30 Zij dan gingen uit de stad, en kwamen tot Hem. ~
741 Joha 4:39| der Samaritanen uit die stad geloofden in Hem, om het
742 Joha 11:54| bij de woestijn, naar de stad, genaamd Efraim, en verkeerde
743 Joha 19:20| gekruist werd, was nabij de stad; en het was geschreven in
744 Hand 5:9 | deze reisden, en nabij de stad kwamen, klom Petrus op het
745 Hand 6:5 | 5 Ik was in de stad Joppe, biddende en zag in
746 Hand 6:40| ijzeren poort, die naar de stad leidt; dewelke van zelve
747 Hand 7:13| zijnde, kwamen te Perge, een stad in Pamfylie. Maar Johannes,
748 Hand 7:14| kwamen te Antiochie, een stad in Pisidie; en gegaan zijnde
749 Hand 7:44| sabbat kwam bijna de gehele stad samen, om het Woord Gods
750 Hand 7:50| en de voornaamsten van de stad, en verwekten vervolging
751 Hand 8:4 | 4 En de menigte der stad werd verdeeld, en sommigen
752 Hand 8:13| van Jupiter, die voor hun stad was, als hij ossen en kransen
753 Hand 8:19| en sleepten hem buiten de stad, menende, dat hij dood was. ~
754 Hand 8:20| stond hij op, en kwam in de stad; en des anderen daags ging
755 Hand 8:21| 21 En als zij derzelve stad het Evangelie verkondigd
756 Hand 9:21| van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij
757 Hand 9:36| bezoeken onze broeders in elke stad, in welke wij het Woord
758 Hand 10:12| Filippi, welke is de eerste stad van dit deel van Macedonie,
759 Hand 10:12| wij onthielden ons in die stad ettelijke dagen. ~
760 Hand 10:13| sabbats gingen wij buiten de stad aan de rivier, waar het
761 Hand 10:14| purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende,
762 Hand 10:20| Deze mensen beroeren onze stad, daar zij Joden zijn. ~
763 Hand 10:39| begeerden zij, dat zij uit de stad gaan zouden. ~
764 Hand 10:40| dezelve, en gingen uit de stad. ~ ~
765 Hand 11:5 | hoop liep, en beroerden de stad; en op het huis van Jason
766 Hand 11:6 | broeders voor de oversten der stad, roepende: Dezen, die de
767 Hand 11:8 | schare, en de oversten der stad, die dit hoorden. ~
768 Hand 11:16| ontstoken, ziende, dat de stad zo zeer afgodisch was. ~
769 Hand 11:23| 23 Want de stad doorgaande, en aanschouwende
770 Hand 12:10| Ik heb veel volks in deze stad. ~
771 Hand 13:29| 29 En de gehele stad werd vol verwarring; en
772 Hand 13:35| toch, die niet weet, dat de stad der Efezeren de kerkbewaarster
773 Hand 14:23| dat de Heilige Geest van stad tot stad betuigt, zeggende,
774 Hand 14:23| Heilige Geest van stad tot stad betuigt, zeggende, dat mij
775 Hand 15:5 | en kinderen tot buiten de stad; en aan den oever nederknielende,
776 Hand 15:29| den Efezier, met hem in de stad gezien, welken zij meenden,
777 Hand 15:30| 30 En de gehele stad kwam in roer en het volk
778 Hand 15:39| burger van gene onvermaarde stad in Cilicie, en ik bid u,
779 Hand 16:3 | geboren, opgevoed in deze stad, aan de voeten van Gamaliel
780 Hand 18:12| de synagogen, noch in de stad; ~
781 Hand 19:23| die de voornaamsten de stad waren, werd Paulus op bevel
782 Hand 21:8 | genaamd Schonehavens, waar de stad Lasea nabij was. ~
783 Rom 15:28 | zo zal ik door ulieder stad naar Spanje afkomen. ~
784 Rom 16:23 | Erastus, de rentmeester der stad, en de broeder Quartus. ~
785 2Kor 1:16| 16 En door uw stad naar Macedonie gaan, en
786 2Kor 11:26| heidenen, in gevaren in de stad, in gevaren in de woestijn,
787 2Kor 11:32| in Damaskus, bezette de stad der Damaskenen, willende
788 2Tim 5:5 | brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen
789 2Tim 5:5 | en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen,
790 Tit 1:5 | brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen
791 Tit 1:5 | en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen stellen,
792 Heb 11:10 | 10 Want hij verwachtte de stad, die fondamenten heeft,
793 Heb 11:16 | worden; want Hij had hun een stad bereid. ~
794 Heb 12:22 | tot den berg Sion, en de stad des levenden Gods, tot het
795 Heb 13:14 | hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende. ~
796 Jako 4:13| of morgen naar zulk een stad reizen, en aldaar een jaar
797 Open 3:12| Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk des
798 Open 11:2 | en zij zullen de heilige stad vertreden twee en veertig
799 Open 11:8 | liggen op de straat der grote stad, die geestelijk genoemd
800 Open 11:13| en het tiende deel der stad is gevallen, en er zijn
801 Open 14:8 | gevallen, Babylon, die grote stad, omdat zij uit den wijn
802 Open 14:20| wijnpersbak werd buiten de stad getreden, en er is bloed
803 Open 16:19| 19 En de grote stad is in drie delen gescheurd,
804 Open 17:18| gezien hebt, is de grote stad, die het koninkrijk heeft
805 Open 18:10| zeggende: Wee, wee, de grote stad Babylon, de sterke stad,
806 Open 18:10| stad Babylon, de sterke stad, want uw oordeel is in een
807 Open 18:16| zeggende: Wee, wee, de grote stad, die bekleed was met fijn
808 Open 18:18| brand, en zeggende: Wat stad was deze grote stad gelijk? ~
809 Open 18:18| Wat stad was deze grote stad gelijk? ~
810 Open 18:19| zeggende: Wee, wee, de grote stad, in dewelke allen, die schepen
811 Open 18:21| zeggende: Aldus zal de grote stad Babylon met geweld geworpen
812 Open 20:9 | heiligen, en de geliefde stad; en er kwam vuur neder van
813 Open 21:2 | Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, nederdalende
814 Open 21:10| hij toonde mij de grote stad, het heilige Jeruzalem,
815 Open 21:14| 14 En de muur der stad had twaalf fondamenten,
816 Open 21:15| gouden rietstok, opdat hij de stad zou meten, en haar poorten,
817 Open 21:16| 16 En de stad lag vierkant, en haar lengte
818 Open 21:16| haar breedte. En hij mat de stad met den rietstok op twaalf
819 Open 21:18| haar muur Jaspis; en de stad was zuiver goud, zijnde
820 Open 21:19| fondamenten van den muur der stad waren met allerlei kostelijk
821 Open 21:21| paarl; en de straat der stad was zuiver goud; gelijk
822 Open 21:23| 23 En de stad behoeft de zon en de maan
823 Open 22:14| poorten mogen ingaan in de stad. ~
824 Open 22:19| levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek
1-500 | 501-824 |