1-500 | 501-818
Book Chapter: Verse
501 Mark 9:35| die zal de laatste van allen zijn, en aller dienaar. ~
502 Mark 11:17| des gebeds genaamd worden allen volken? Maar gij hebt dat
503 Mark 11:32| het volk; want zij hielden allen van Johannes, dat hij waarlijk
504 Mark 12:22| zaad na; de laatste van allen is ook de vrouw gestorven. ~
505 Mark 12:28| is het eerste gebod van allen? ~
506 Mark 12:43| meer ingeworpen heeft, dan allen, die in de schatkist geworpen
507 Mark 12:44| 44 Want zij allen hebben van hun overvloed
508 Mark 13:13| gij zult gehaat worden van allen, om Mijns Naams wil; maar
509 Mark 13:37| hetgeen Ik u zeg, dat zeg Ik allen: Waakt. ~ ~
510 Mark 14:23| hun dien; en zij dronken allen uit denzelven. ~
511 Mark 14:27| Gij zult in dezen nacht allen aan Mij geergerd worden;
512 Mark 14:29| zeide tot Hem: Of zij ook allen geergerd werden, zo zal
513 Mark 14:31| insgelijks zeiden zij ook allen. ~
514 Mark 14:50| zij, Hem verlatende, zijn allen gevloden. ~
515 Mark 14:64| wat dunkt ulieden? En zij allen veroordeelden Hem, des doods
516 Luk 1:63 | En zij verwonderden zich allen. ~
517 Luk 1:65 | 65 En er kwam vrees over allen, die rondom hen woonden;
518 Luk 1:66 | 66 En allen, die het hoorden, namen
519 Luk 2:3 | 3 En zij gingen allen om beschreven te worden,
520 Luk 2:18 | 18 En allen, die het hoorden, verwonderden
521 Luk 2:38 | beleden, en sprak van Hem tot allen, die de verlossing in Jeruzalem
522 Luk 2:47 | 47 En allen, die Hem hoorden, ontzetten
523 Luk 3:15 | het volk verwachtte, en allen in hun harten overleiden
524 Luk 3:16 | antwoordde Johannes aan allen, zeggende: Ik doop u wel
525 Luk 4:15 | hun synagogen, en werd van allen geprezen.
526 Luk 4:20 | Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op
527 Luk 4:22 | 22 En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden
528 Luk 4:28 | 28 En zij werden allen in de synagoge met toorn
529 Luk 4:36 | kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot
530 Luk 4:40 | zon onderging, brachten allen, die kranken hadden, met
531 Luk 5:9 | verbaasdheid had hem bevangen, en allen, die met hem waren, over
532 Luk 5:26 | En ontzetting heeft hen allen bevangen, en zij verheerlijkten
533 Luk 6:10 | 10 En hen allen rondom aangezien hebbende,
534 Luk 6:19 | Hem uit, en Hij genas ze allen. ~
535 Luk 7:16 | 16 En vreze beving hen allen, en zij verheerlijkten God,
536 Luk 8:40 | ontving; want zij waren allen Hem verwachtende. ~
537 Luk 8:45 | aangeraakt? En als zij het allen ontkenden, zeide Petrus
538 Luk 8:52 | 52 En zij schreiden allen, en maakten misbaar over
539 Luk 8:54 | 54 Maar als Hij ze allen uitgedreven had, greep Hij
540 Luk 9:15 | deden alzo, en deden hen allen nederzitten. ~
541 Luk 9:17 | 17 En zij aten en werden allen verzadigd; en er werd opgenomen,
542 Luk 9:23 | 23 En Hij zeide tot allen: Zo iemand achter Mij wil
543 Luk 9:43 | 43 En zij werden allen verslagen over de grootdadigheid
544 Luk 9:43 | grootdadigheid Gods. En als zij allen zich verwonderden over al
545 Luk 9:48 | Want die de minste onder u allen is, die zal groot zijn. ~
546 Luk 12:41 | gelijkenis tot ons, of ook tot allen? ~
547 Luk 13:3 | niet bekeert, zo zult gij allen desgelijks vergaan. ~
548 Luk 13:5 | niet bekeert, zo zult gij allen insgelijks vergaan. ~
549 Luk 13:17 | Hij dit zeide, werden zij allen beschaamd, die zich tegen
550 Luk 14:18 | 18 En zij begonnen allen zich eendrachtelijk te ontschuldigen.
551 Luk 14:29 | en niet kan voleindigen, allen, die het zien, hem beginnen
552 Luk 16:19 | zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig. ~
553 Luk 17:27 | zondvloed kwam, en verdierf ze allen. ~
554 Luk 17:29 | den hemel, en verdierf ze allen. ~
555 Luk 19:7 | 7 En allen, die het zagen, murmureerden,
556 Luk 20:32 | 32 En ten laatste na allen stierf ook de vrouw. ~
557 Luk 20:38 | levenden; want zij leven Hem allen. ~
558 Luk 21:3 | deze arme weduwe meer dan allen heeft in geworpen. ~
559 Luk 21:4 | 4 Want die allen hebben van hun overvloed
560 Luk 21:15 | tegenspreken, noch wederstaan allen, die zich tegen u zetten. ~
561 Luk 21:17 | 17 En gij zult van allen gehaat worden om Mijns Naams
562 Luk 22:70 | 70 En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon Gods?
563 Luk 24:53 | 53 En zij waren allen tijd in den tempel, lovende
564 Joha 1:7 | Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden. ~
565 Joha 1:16| Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor
566 Joha 2:15| gemaakt hebbende, dreef Hij ze allen uit den tempel, ook de schapen
567 Joha 2:24| Zichzelven niet, omdat Hij hen allen kende, ~
568 Joha 3:26| Die doopt, en zij komen allen tot Hem. ~
569 Joha 3:31| van boven komt, is boven allen; die uit de aarde is voortgekomen
570 Joha 3:31| den hemel komt, is boven allen. ~
571 Joha 5:23| 23 Opdat zij allen den Zoon eren, gelijk zij
572 Joha 5:28| de ure komt, in dewelke allen, die in de graven zijn,
573 Joha 6:45| profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een
574 Joha 7:21| gedaan, en gij verwondert u allen. ~
575 Joha 10:8 | 8 Allen, zovelen als er voor Mij
576 Joha 10:29| gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken
577 Joha 11:48| laten geworden, zij zullen allen in Hem geloven, en de Romeinen
578 Joha 12:32| zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken. ~
579 Joha 13:10| gijlieden zijt rein, doch niet allen. ~
580 Joha 13:11| zeide Hij: Gij zijt niet allen rein. ~
581 Joha 13:18| 18 Ik zeg niet van u allen: Ik weet, welke Ik uitverkoren
582 Joha 13:35| 35 Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen
583 Joha 17:21| 21 Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij,
584 Joha 18:20| gesproken tot de wereld; Ik heb allen tijd geleerd in de synagoge
585 Joha 18:40| 40 Zij dan riepen allen wederom, zeggende: Niet
586 Hand 1:14| 14 Deze allen waren eendrachtelijk volhardende
587 Hand 1:19| En het is bekend geworden allen, die te Jeruzalem wonen,
588 Hand 1:24| Gij Kenner der harten van allen, wijs van deze twee een
589 Hand 2:1 | vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen. ~
590 Hand 2:4 | 4 En zij werden allen vervuld met den Heiligen
591 Hand 2:5 | godvruchtige mannen van allen volke dergenen, die onder
592 Hand 2:7 | 7 En zij ontzetten zich allen, en verwonderden zich, zeggende
593 Hand 2:12| 12 En zij ontzetten zich allen, en werden twijfelmoedig,
594 Hand 2:14| Gij Joodse mannen, en gij allen, die te Jeruzalem woont,
595 Hand 2:25| van Hem: Ik zag den Heere allen tijd voor mij; want Hij
596 Hand 2:32| God opgewekt; waarvan wij allen getuigen zijn. ~
597 Hand 2:39| toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo
598 Hand 2:44| 44 En allen, die geloofden, waren bijeen,
599 Hand 2:45| en verdeelden dezelve aan allen, naar dat elk van node had. ~
600 Hand 4:10| 10 Zo zij u allen kennelijk, en het ganse
601 Hand 4:16| geschied is, is openbaar aan allen, die te Jeruzalem wonen,
602 Hand 4:21| want zij verheerlijkten allen God over hetgeen er geschied
603 Hand 4:31| bewogen. En zij werden allen vervuld met den Heiligen
604 Hand 4:33| was grote genade over hen allen. ~
605 Hand 5:33| gekomen zijt. Wij zijn dan allen nu hier tegenwoordig voor
606 Hand 5:35| 35 Maar in allen volke, die Hem vreest en
607 Hand 5:36| Christus; deze is een Heere van allen. ~
608 Hand 5:38| goeddoende, en genezende allen, die van den duivel overweldigd
609 Hand 5:44| viel de Heilige Geest op allen, die het Woord hoorden. ~
610 Hand 6:23| verblijd, en vermaande hen allen, dat zij met een voornemen
611 Hand 10:3 | plaatsen waren; want zij kenden allen zijn vader, dat hij een
612 Hand 10:26| geopend, en de banden van allen werden los. ~
613 Hand 10:28| geen kwaad; want wij zijn allen hier. ~
614 Hand 10:32| woord des Heeren, en tot allen, die in zijn huis waren. ~
615 Hand 11:21| 21 (Die van Athene nu allen, en de vreemdelingen, die
616 Hand 11:25| behoevende, alzo Hij Zelf allen het leven en den adem, en
617 Hand 11:30| hebbende, verkondigt nu allen mensen alom, dat zij zich
618 Hand 11:31| verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden
619 Hand 13:10| twee jaren lang, alzo dat allen, die in Azie woonden, het
620 Hand 13:17| 17 En dit werd allen bekend, beiden Joden en
621 Hand 13:17| viel een vreze over hen allen, en de Naam van den Heere
622 Hand 13:34| was, werd er een stem van allen, roepende omtrent twee uren
623 Hand 14:25| nu ziet, ik weet, dat gij allen, waar ik doorgegaan ben,
624 Hand 14:26| ben van het bloed van u allen. ~
625 Hand 14:36| hij nederknielende met hen allen gebeden. ~
626 Hand 14:37| een groot geween van hen allen; en zij, vallende om den
627 Hand 15:5 | voort; en zij geleidden ons allen met vrouwen en kinderen
628 Hand 15:20| die geloven; en zij zijn allen ijveraars van de wet. ~
629 Hand 15:28| en de wet, en deze plaats allen man overal leert; en bovendien
630 Hand 16:3 | ijveraar Gods, gelijkerwijs gij allen heden zijt; ~
631 Hand 19:24| Koning Agrippa, en gij mannen allen, die met ons hier tegenwoordig
632 Hand 20:14| 14 En als wij allen ter aarde nedergevallen
633 Hand 20:29| niet alleen gij, maar ook allen, die mij heden horen, zodanigen
634 Hand 21:24| God heeft u geschonken allen, die met u varen. ~
635 Hand 21:33| worden, vermaande Paulus hen allen, dat zij zouden spijze nemen,
636 Hand 21:36| 36 En zij allen, goedsmoeds geworden zijnde,
637 Hand 21:44| is het geschied, dat zij allen behouden aan het land gekomen
638 Hand 22:2 | hebbende, namen zij ons allen in, om den regen, die overkwam,
639 Hand 22:30| gehuurde woning; en ontving allen, die tot hem kwamen; ~
640 Rom 1:7 | 7 Allen, die te Rome zijt, geliefden
641 Rom 1:8 | door Jezus Christus over u allen, dat uw geloof verkondigd
642 Rom 1:10 | 10 Allen tijd in mijn gebeden biddende,
643 Rom 3:9 | Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn; ~
644 Rom 3:12 | 12 Allen zijn zij afgeweken, te zamen
645 Rom 3:22 | van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven;
646 Rom 3:22 | Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is
647 Rom 3:23 | 23 Want zij hebben allen gezondigd, en derven de
648 Rom 4:11 | hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid
649 Rom 4:16 | welke een vader is van ons allen; ~
650 Rom 5:12 | doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben. ~
651 Rom 8:32 | maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij
652 Rom 9:5 | aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid.
653 Rom 9:6 | uitgevallen; want die zijn niet allen Israel, die uit Israel zijn. ~
654 Rom 9:7 | Abrahams zaad zijn, zijn zij allen kinderen; maar: In Izaak
655 Rom 10:12 | want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen,
656 Rom 10:12 | allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen. ~
657 Rom 10:16 | 16 Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam
658 Rom 11:10 | zien; en verkrom hun rug allen tijd. ~
659 Rom 11:32 | 32 Want God heeft hen allen onder de ongehoorzaamheid
660 Rom 11:32 | besloten, opdat Hij hun allen zou barmhartig zijn. ~
661 Rom 14:10 | broeder? Want wij zullen allen voor den rechterstoel van
662 Rom 15:33 | God des vredes zij met u allen. Amen. ~ ~ ~
663 Rom 16:19 | gehoorzaamheid is tot kennis van allen gekomen. Ik verblijde mij
664 Rom 16:24 | Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~
665 1Kor 1:2 | geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van onzen
666 1Kor 1:4 | 4 Ik dank mijn God allen tijd over u, vanwege de
667 1Kor 1:10| Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat
668 1Kor 8:1 | zijn, wij weten, dat wij allen te zamen kennis hebben.
669 1Kor 8:7 | 7 Doch in allen is de kennis niet; maar
670 1Kor 9:19| 19 Want daar ik van allen vrij was, heb ik mijzelven
671 1Kor 9:19| vrij was, heb ik mijzelven allen dienstbaar gemaakt, opdat
672 1Kor 9:22| ik de zwakken winnen zou; allen ben ik alles geworden, opdat
673 1Kor 9:24| die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat een
674 1Kor 10:1 | onwetende zijt, dat onze vaders allen onder de wolk waren, en
675 1Kor 10:1 | onder de wolk waren, en allen door de zee doorgegaan zijn; ~
676 1Kor 10:2 | 2 En allen in Mozes gedoopt zijn in
677 1Kor 10:3 | 3 En allen dezelfde geestelijke spijs
678 1Kor 10:4 | 4 En allen denzelfden geestelijken
679 1Kor 10:17| een lichaam, dewijl wij allen eens broods deelachtig zijn. ~
680 1Kor 10:33| Gelijkerwijs ik ook in alles allen behaag, niet zoekende mijn
681 1Kor 12:6 | dezelfde God, Die alles in allen werkt. ~
682 1Kor 12:13| 13 Want ook wij allen zijn door een Geest tot
683 1Kor 12:13| hetzij vrijen; en wij zijn allen tot een Geest gedrenkt. ~
684 1Kor 12:29| 29 Zijn zij allen apostelen? Zijn zij allen
685 1Kor 12:29| allen apostelen? Zijn zij allen profeten? Zijn zij allen
686 1Kor 12:29| allen profeten? Zijn zij allen leraars? Zijn zij allen
687 1Kor 12:29| allen leraars? Zijn zij allen krachten? ~
688 1Kor 12:30| 30 Hebben zij allen gaven der gezondmakingen?
689 1Kor 12:30| gezondmakingen? Spreken zij allen met menigerlei talen? Zijn
690 1Kor 12:30| menigerlei talen? Zijn zij allen uitleggers? ~
691 1Kor 14:5 | 5 En ik wil wel, dat gij allen in vreemde talen spreekt,
692 1Kor 14:18| vreemde talen spreek, dan gij allen; ~
693 1Kor 14:23| bijeenvergaderd ware, en zij allen in vreemde talen spraken,
694 1Kor 14:24| 24 Maar indien zij allen profeteerden, en een ongelovige
695 1Kor 14:24| ongeleerde inkwame, die wordt van allen overtuigd, en hij wordt
696 1Kor 14:24| overtuigd, en hij wordt van allen geoordeeld. ~
697 1Kor 14:31| 31 Want gij kunt allen, de een na den ander profeteren,
698 1Kor 14:31| ander profeteren, opdat zij allen leren, en allen getroost
699 1Kor 14:31| opdat zij allen leren, en allen getroost worden. ~
700 1Kor 15:8 | 8 En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als
701 1Kor 15:10| overvloediger gearbeid dan zij allen; doch niet ik, maar de genade
702 1Kor 15:22| 22 Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen
703 1Kor 15:22| zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden. ~
704 1Kor 15:28| opdat God zij alles in allen. ~
705 1Kor 15:51| verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen
706 1Kor 15:51| ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden; ~
707 1Kor 16:24| 24 Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus. Amen. ~
708 2Kor 2:3 | worden; vertrouwende van u allen, dat mijn blijdschap uw
709 2Kor 2:5 | hem niet bezware) ulieden allen. ~
710 2Kor 2:14| En Gode zij dank, Die ons allen tijd doet triomferen in
711 2Kor 3:18| 18 En wij allen, met ongedekten aangezichte
712 2Kor 5:10| 10 Want wij allen moeten geopenbaard worden
713 2Kor 5:15| oordelen, dat, indien Een voor allen gestorven is, zij dan allen
714 2Kor 5:15| allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is
715 2Kor 5:15| gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen,
716 2Kor 7:13| omdat zijn geest van u allen verkwikt is geworden. ~
717 2Kor 9:8 | u; opdat gij in alles te allen tijd, alle genoegzaamheid
718 2Kor 9:13| mededeling aan hen en aan allen; ~
719 2Kor 13:13| Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen. ~ ~ ~ ~
720 Gal 3:26 | 26 Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof
721 Gal 3:28 | geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus. ~
722 Gal 4:18 | 18 Doch in het goede te allen tijd te ijveren is goed,
723 Gal 6:10 | laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten
724 Efez 1:21| kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt,
725 Efez 1:23| vervulling Desgenen, Die alles in allen vervult. ~ ~
726 Efez 2:3 | 3 Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben
727 Efez 3:9 | 9 En allen te verlichten, dat zij mogen
728 Efez 4:6 | 6 Een God en Vader van allen, Die daar is boven allen,
729 Efez 4:6 | allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u
730 Efez 4:6 | is boven allen, en door allen, en in u allen. ~
731 Efez 4:6 | en door allen, en in u allen. ~
732 Efez 4:13| 13 Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid
733 Efez 4:14| en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij
734 Efez 5:20| 20 Dankende te allen tijd over alle dingen God
735 Efez 6:18| en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot
736 Fili 1:4 | 4 (Te allen tijd in al mijn gebed voor
737 Fili 1:4 | in al mijn gebed voor u allen met blijdschap het gebed
738 Fili 1:7 | mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in
739 Fili 1:7 | bevestiging van het Evangelie, gij allen, zeg ik, mijner genade mede
740 Fili 1:8 | hoezeer ik begerig ben naar u allen, met innerlijke bewegingen
741 Fili 1:20| vrijmoedigheid, gelijk te allen tijd, alzo ook nu, Christus
742 Fili 1:25| ik zal blijven, en met u allen zal verblijven tot uw bevordering
743 Fili 2:9 | Naam gegeven, welke boven allen naam is; ~
744 Fili 2:12| geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam geweest
745 Fili 2:17| en verblijde mij met u allen. ~
746 Fili 2:21| 21 Want zij zoeken allen het hunne, niet hetgeen
747 Fili 2:26| zeer begerig was naar u allen, en zeer beangst was, omdat
748 Fili 4:4 | Verblijdt u in den Heere te allen tijd; wederom zeg ik: Verblijdt
749 Fili 4:5 | 5 Uw bescheidenheid zij allen mensen bekend. De Heere
750 Fili 4:23| Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~
751 Kol 1:18 | uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. ~
752 Kol 2:2 | in de liefde, en dat tot allen rijkdom der volle verzekerdheid
753 Kol 3:11 | Christus is alles en in allen. ~
754 Kol 4:6 | 6 Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid,
755 Kol 4:12 | dienstknecht van Christus, te allen tijde strijdende voor u
756 1The 1:2 | danken God altijd over u allen, uwer gedachtig zijnde in
757 1The 2:16| mochten worden; opdat zij te allen tijd hun zonden vervullen
758 1The 3:12| jegens elkander en jegens allen, gelijk wij ook zijn jegens
759 1The 5:5 | 5 Gij zijt allen kinderen des lichts, en
760 1The 5:14| zijt lankmoedig jegens allen. ~
761 1The 5:15| iemand vergelde; maar jaagt allen tijd het goede na, zo jegens
762 1The 5:15| jegens elkander als jegens allen. ~
763 1The 5:16| 16 Verblijdt u te allen tijd. ~
764 1The 5:22| 22 Onthoudt u van allen schijn des kwaads. ~
765 2The 1:3 | 3 Wij moeten God te allen tijd danken over u, broeders,
766 2The 1:3 | liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig
767 2The 1:10| wonderbaar te worden in allen, die geloven (overmits onze
768 2The 2:12| 12 Opdat zij allen veroordeeld worden, die
769 2The 3:16| vredes Zelf geve u vrede te allen tijd, in allerlei wijze.
770 2The 3:16| wijze. De Heere zij met u allen. ~
771 2The 3:18| Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~ ~ ~
772 1Tim 2:2 | 2 Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat
773 1Tim 2:6 | heeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te
774 1Tim 3:16| 16 En buiten allen twijfel, de verborgenheid
775 1Tim 5:20| in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vreze
776 2Tim 1:15| 15 Gij weet dit, dat allen, die in Azie zijn, zich
777 2Tim 2:24| vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te leren, en
778 2Tim 3:9 | want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk
779 2Tim 3:12| 12 En ook allen, die godzaliglijk willen
780 2Tim 4:8 | niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad
781 2Tim 4:16| geweest, maar zij hebben mij allen verlaten. Het worde hun
782 Tit 2:15 | vermaan, en bestraf met allen ernst. Dat niemand u verachte. ~ ~
783 Tit 3:15 | met mij zijn, groeten u allen. Groet ze, die ons liefhebben
784 Tit 3:15 | geloof. De genade zij met u allen. Amen. ~
785 Heb 1:14 | 14 Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die
786 Heb 2:9 | door de genade Gods voor allen den dood smaken zou. ~
787 Heb 2:11 | die geheiligd worden, zijn allen uit een; om welke oorzaak
788 Heb 3:13 | Maar vermaant elkander te allen dage, zolang als het heden
789 Heb 3:16 | Hem verbitterd, doch niet allen, die uit Egypte door Mozes
790 Heb 5:9 | geheiligd zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn,
791 Heb 7:27 | 27 Dien het niet allen dag nodig was, gelijk den
792 Heb 8:11 | Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder
793 Heb 9:6 | den eersten tabernakel, te allen tijde, om de gods diensten
794 Heb 11:13 | 13 Deze allen zijn in het geloof gestorven,
795 Heb 11:39 | 39 En deze allen, hebbende door het geloof
796 Heb 12:1 | liggende, laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons
797 Heb 12:8 | zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig zijn geworden,
798 Heb 12:14 | 14 Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder
799 Heb 12:23 | tot God, den Rechter over allen, en de geesten der volmaakte
800 Heb 13:4 | huwelijk is eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar
801 Heb 13:25 | 25 De genade zij met u allen. Amen. ~ ~ ~ ~
802 Jako 3:2 | 2 Want wij struikelen allen in vele. Indien iemand in
803 1Pet 3:8 | 8 En eindelijk, zijt allen eensgezind, medelijdend,
804 1Pet 4:11| God verleent; opdat God in allen geprezen worde door Jezus
805 1Pet 5:5 | ouden onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt
806 1Pet 5:14| der liefde. Vrede zij u allen, die in Christus Jezus zijt.
807 2Pet 1:7 | broederlijke liefde, liefde jegens allen. ~
808 2Pet 3:9 | verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. ~
809 1Joh 2:19| openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn. ~
810 2Joh 1:1 | niet alleen ik, maar ook allen, die de waarheid gekend
811 3Joh 1:12| wordt getuigenis gegeven van allen, en van de waarheid zelve;
812 Jud 1:15 | gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen
813 Open 13:8 | 8 En allen, die op de aarde wonen,
814 Open 13:15| zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest
815 Open 13:16| En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken
816 Open 18:17| schepen, en bootsgezellen, en allen, die ter zee handelen, stonden
817 Open 18:19| de grote stad, in dewelke allen, die schepen in de zee hadden,
818 Open 22:21| Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~ ~
1-500 | 501-818 |