Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
alleenlijk 87
allemaal 1
allemeth 1
allen 818
allengskens 3
aller 57
allerhande 1
Frequency    [«  »]
830 20
824 stad
821 indien
818 allen
804 noch
803 jeruzalem
800 hart

Bijbel

IntraText - Concordances

allen

1-500 | 501-818

    Book Chapter: Verse
501 Mark 9:35| die zal de laatste van allen zijn, en aller dienaar. ~ 502 Mark 11:17| des gebeds genaamd worden allen volken? Maar gij hebt dat 503 Mark 11:32| het volk; want zij hielden allen van Johannes, dat hij waarlijk 504 Mark 12:22| zaad na; de laatste van allen is ook de vrouw gestorven. ~ 505 Mark 12:28| is het eerste gebod van allen? ~ 506 Mark 12:43| meer ingeworpen heeft, dan allen, die in de schatkist geworpen 507 Mark 12:44| 44 Want zij allen hebben van hun overvloed 508 Mark 13:13| gij zult gehaat worden van allen, om Mijns Naams wil; maar 509 Mark 13:37| hetgeen Ik u zeg, dat zeg Ik allen: Waakt. ~  ~ 510 Mark 14:23| hun dien; en zij dronken allen uit denzelven. ~ 511 Mark 14:27| Gij zult in dezen nacht allen aan Mij geergerd worden; 512 Mark 14:29| zeide tot Hem: Of zij ook allen geergerd werden, zo zal 513 Mark 14:31| insgelijks zeiden zij ook allen. ~ 514 Mark 14:50| zij, Hem verlatende, zijn allen gevloden. ~ 515 Mark 14:64| wat dunkt ulieden? En zij allen veroordeelden Hem, des doods 516 Luk 1:63 | En zij verwonderden zich allen. ~ 517 Luk 1:65 | 65 En er kwam vrees over allen, die rondom hen woonden; 518 Luk 1:66 | 66 En allen, die het hoorden, namen 519 Luk 2:3 | 3 En zij gingen allen om beschreven te worden, 520 Luk 2:18 | 18 En allen, die het hoorden, verwonderden 521 Luk 2:38 | beleden, en sprak van Hem tot allen, die de verlossing in Jeruzalem 522 Luk 2:47 | 47 En allen, die Hem hoorden, ontzetten 523 Luk 3:15 | het volk verwachtte, en allen in hun harten overleiden 524 Luk 3:16 | antwoordde Johannes aan allen, zeggende: Ik doop u wel 525 Luk 4:15 | hun synagogen, en werd van allen geprezen. 526 Luk 4:20 | Hij neder; en de ogen van allen in de synagoge waren op 527 Luk 4:22 | 22 En zij gaven Hem allen getuigenis, en verwonderden 528 Luk 4:28 | 28 En zij werden allen in de synagoge met toorn 529 Luk 4:36 | kwam een verbaasdheid over allen; en zij spraken samen tot 530 Luk 4:40 | zon onderging, brachten allen, die kranken hadden, met 531 Luk 5:9 | verbaasdheid had hem bevangen, en allen, die met hem waren, over 532 Luk 5:26 | En ontzetting heeft hen allen bevangen, en zij verheerlijkten 533 Luk 6:10 | 10 En hen allen rondom aangezien hebbende, 534 Luk 6:19 | Hem uit, en Hij genas ze allen. ~ 535 Luk 7:16 | 16 En vreze beving hen allen, en zij verheerlijkten God, 536 Luk 8:40 | ontving; want zij waren allen Hem verwachtende. ~ 537 Luk 8:45 | aangeraakt? En als zij het allen ontkenden, zeide Petrus 538 Luk 8:52 | 52 En zij schreiden allen, en maakten misbaar over 539 Luk 8:54 | 54 Maar als Hij ze allen uitgedreven had, greep Hij 540 Luk 9:15 | deden alzo, en deden hen allen nederzitten. ~ 541 Luk 9:17 | 17 En zij aten en werden allen verzadigd; en er werd opgenomen, 542 Luk 9:23 | 23 En Hij zeide tot allen: Zo iemand achter Mij wil 543 Luk 9:43 | 43 En zij werden allen verslagen over de grootdadigheid 544 Luk 9:43 | grootdadigheid Gods. En als zij allen zich verwonderden over al 545 Luk 9:48 | Want die de minste onder u allen is, die zal groot zijn. ~ 546 Luk 12:41 | gelijkenis tot ons, of ook tot allen? ~ 547 Luk 13:3 | niet bekeert, zo zult gij allen desgelijks vergaan. ~ 548 Luk 13:5 | niet bekeert, zo zult gij allen insgelijks vergaan. ~ 549 Luk 13:17 | Hij dit zeide, werden zij allen beschaamd, die zich tegen 550 Luk 14:18 | 18 En zij begonnen allen zich eendrachtelijk te ontschuldigen. 551 Luk 14:29 | en niet kan voleindigen, allen, die het zien, hem beginnen 552 Luk 16:19 | zeer fijn lijnwaad, levende allen dag vrolijk en prachtig. ~ 553 Luk 17:27 | zondvloed kwam, en verdierf ze allen. ~ 554 Luk 17:29 | den hemel, en verdierf ze allen. ~ 555 Luk 19:7 | 7 En allen, die het zagen, murmureerden, 556 Luk 20:32 | 32 En ten laatste na allen stierf ook de vrouw. ~ 557 Luk 20:38 | levenden; want zij leven Hem allen. ~ 558 Luk 21:3 | deze arme weduwe meer dan allen heeft in geworpen. ~ 559 Luk 21:4 | 4 Want die allen hebben van hun overvloed 560 Luk 21:15 | tegenspreken, noch wederstaan allen, die zich tegen u zetten. ~ 561 Luk 21:17 | 17 En gij zult van allen gehaat worden om Mijns Naams 562 Luk 22:70 | 70 En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon Gods? 563 Luk 24:53 | 53 En zij waren allen tijd in den tempel, lovende 564 Joha 1:7 | Licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden. ~ 565 Joha 1:16| Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor 566 Joha 2:15| gemaakt hebbende, dreef Hij ze allen uit den tempel, ook de schapen 567 Joha 2:24| Zichzelven niet, omdat Hij hen allen kende, ~ 568 Joha 3:26| Die doopt, en zij komen allen tot Hem. ~ 569 Joha 3:31| van boven komt, is boven allen; die uit de aarde is voortgekomen 570 Joha 3:31| den hemel komt, is boven allen. ~ 571 Joha 5:23| 23 Opdat zij allen den Zoon eren, gelijk zij 572 Joha 5:28| de ure komt, in dewelke allen, die in de graven zijn, 573 Joha 6:45| profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een 574 Joha 7:21| gedaan, en gij verwondert u allen. ~ 575 Joha 10:8 | 8 Allen, zovelen als er voor Mij 576 Joha 10:29| gegeven heeft, is meerder dan allen; en niemand kan ze rukken 577 Joha 11:48| laten geworden, zij zullen allen in Hem geloven, en de Romeinen 578 Joha 12:32| zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken. ~ 579 Joha 13:10| gijlieden zijt rein, doch niet allen. ~ 580 Joha 13:11| zeide Hij: Gij zijt niet allen rein. ~ 581 Joha 13:18| 18 Ik zeg niet van u allen: Ik weet, welke Ik uitverkoren 582 Joha 13:35| 35 Hieraan zullen zij allen bekennen, dat gij Mijn discipelen 583 Joha 17:21| 21 Opdat zij allen een zijn, gelijkerwijs Gij, 584 Joha 18:20| gesproken tot de wereld; Ik heb allen tijd geleerd in de synagoge 585 Joha 18:40| 40 Zij dan riepen allen wederom, zeggende: Niet 586 Hand 1:14| 14 Deze allen waren eendrachtelijk volhardende 587 Hand 1:19| En het is bekend geworden allen, die te Jeruzalem wonen, 588 Hand 1:24| Gij Kenner der harten van allen, wijs van deze twee een 589 Hand 2:1 | vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen. ~ 590 Hand 2:4 | 4 En zij werden allen vervuld met den Heiligen 591 Hand 2:5 | godvruchtige mannen van allen volke dergenen, die onder 592 Hand 2:7 | 7 En zij ontzetten zich allen, en verwonderden zich, zeggende 593 Hand 2:12| 12 En zij ontzetten zich allen, en werden twijfelmoedig, 594 Hand 2:14| Gij Joodse mannen, en gij allen, die te Jeruzalem woont, 595 Hand 2:25| van Hem: Ik zag den Heere allen tijd voor mij; want Hij 596 Hand 2:32| God opgewekt; waarvan wij allen getuigen zijn. ~ 597 Hand 2:39| toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo 598 Hand 2:44| 44 En allen, die geloofden, waren bijeen, 599 Hand 2:45| en verdeelden dezelve aan allen, naar dat elk van node had. ~ 600 Hand 4:10| 10 Zo zij u allen kennelijk, en het ganse 601 Hand 4:16| geschied is, is openbaar aan allen, die te Jeruzalem wonen, 602 Hand 4:21| want zij verheerlijkten allen God over hetgeen er geschied 603 Hand 4:31| bewogen. En zij werden allen vervuld met den Heiligen 604 Hand 4:33| was grote genade over hen allen. ~ 605 Hand 5:33| gekomen zijt. Wij zijn dan allen nu hier tegenwoordig voor 606 Hand 5:35| 35 Maar in allen volke, die Hem vreest en 607 Hand 5:36| Christus; deze is een Heere van allen. ~ 608 Hand 5:38| goeddoende, en genezende allen, die van den duivel overweldigd 609 Hand 5:44| viel de Heilige Geest op allen, die het Woord hoorden. ~ 610 Hand 6:23| verblijd, en vermaande hen allen, dat zij met een voornemen 611 Hand 10:3 | plaatsen waren; want zij kenden allen zijn vader, dat hij een 612 Hand 10:26| geopend, en de banden van allen werden los. ~ 613 Hand 10:28| geen kwaad; want wij zijn allen hier. ~ 614 Hand 10:32| woord des Heeren, en tot allen, die in zijn huis waren. ~ 615 Hand 11:21| 21 (Die van Athene nu allen, en de vreemdelingen, die 616 Hand 11:25| behoevende, alzo Hij Zelf allen het leven en den adem, en 617 Hand 11:30| hebbende, verkondigt nu allen mensen alom, dat zij zich 618 Hand 11:31| verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden 619 Hand 13:10| twee jaren lang, alzo dat allen, die in Azie woonden, het 620 Hand 13:17| 17 En dit werd allen bekend, beiden Joden en 621 Hand 13:17| viel een vreze over hen allen, en de Naam van den Heere 622 Hand 13:34| was, werd er een stem van allen, roepende omtrent twee uren 623 Hand 14:25| nu ziet, ik weet, dat gij allen, waar ik doorgegaan ben, 624 Hand 14:26| ben van het bloed van u allen. ~ 625 Hand 14:36| hij nederknielende met hen allen gebeden. ~ 626 Hand 14:37| een groot geween van hen allen; en zij, vallende om den 627 Hand 15:5 | voort; en zij geleidden ons allen met vrouwen en kinderen 628 Hand 15:20| die geloven; en zij zijn allen ijveraars van de wet. ~ 629 Hand 15:28| en de wet, en deze plaats allen man overal leert; en bovendien 630 Hand 16:3 | ijveraar Gods, gelijkerwijs gij allen heden zijt; ~ 631 Hand 19:24| Koning Agrippa, en gij mannen allen, die met ons hier tegenwoordig 632 Hand 20:14| 14 En als wij allen ter aarde nedergevallen 633 Hand 20:29| niet alleen gij, maar ook allen, die mij heden horen, zodanigen 634 Hand 21:24| God heeft u geschonken allen, die met u varen. ~ 635 Hand 21:33| worden, vermaande Paulus hen allen, dat zij zouden spijze nemen, 636 Hand 21:36| 36 En zij allen, goedsmoeds geworden zijnde, 637 Hand 21:44| is het geschied, dat zij allen behouden aan het land gekomen 638 Hand 22:2 | hebbende, namen zij ons allen in, om den regen, die overkwam, 639 Hand 22:30| gehuurde woning; en ontving allen, die tot hem kwamen; ~ 640 Rom 1:7 | 7 Allen, die te Rome zijt, geliefden 641 Rom 1:8 | door Jezus Christus over u allen, dat uw geloof verkondigd 642 Rom 1:10 | 10 Allen tijd in mijn gebeden biddende, 643 Rom 3:9 | Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn; ~ 644 Rom 3:12 | 12 Allen zijn zij afgeweken, te zamen 645 Rom 3:22 | van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; 646 Rom 3:22 | Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is 647 Rom 3:23 | 23 Want zij hebben allen gezondigd, en derven de 648 Rom 4:11 | hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de voorhuid 649 Rom 4:16 | welke een vader is van ons allen; ~ 650 Rom 5:12 | doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben. ~ 651 Rom 8:32 | maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij 652 Rom 9:5 | aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. 653 Rom 9:6 | uitgevallen; want die zijn niet allen Israel, die uit Israel zijn. ~ 654 Rom 9:7 | Abrahams zaad zijn, zijn zij allen kinderen; maar: In Izaak 655 Rom 10:12 | want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over allen, 656 Rom 10:12 | allen, rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen. ~ 657 Rom 10:16 | 16 Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam 658 Rom 11:10 | zien; en verkrom hun rug allen tijd. ~ 659 Rom 11:32 | 32 Want God heeft hen allen onder de ongehoorzaamheid 660 Rom 11:32 | besloten, opdat Hij hun allen zou barmhartig zijn. ~ 661 Rom 14:10 | broeder? Want wij zullen allen voor den rechterstoel van 662 Rom 15:33 | God des vredes zij met u allen. Amen. ~  ~  ~  663 Rom 16:19 | gehoorzaamheid is tot kennis van allen gekomen. Ik verblijde mij 664 Rom 16:24 | Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~ 665 1Kor 1:2 | geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van onzen 666 1Kor 1:4 | 4 Ik dank mijn God allen tijd over u, vanwege de 667 1Kor 1:10| Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat 668 1Kor 8:1 | zijn, wij weten, dat wij allen te zamen kennis hebben. 669 1Kor 8:7 | 7 Doch in allen is de kennis niet; maar 670 1Kor 9:19| 19 Want daar ik van allen vrij was, heb ik mijzelven 671 1Kor 9:19| vrij was, heb ik mijzelven allen dienstbaar gemaakt, opdat 672 1Kor 9:22| ik de zwakken winnen zou; allen ben ik alles geworden, opdat 673 1Kor 9:24| die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat een 674 1Kor 10:1 | onwetende zijt, dat onze vaders allen onder de wolk waren, en 675 1Kor 10:1 | onder de wolk waren, en allen door de zee doorgegaan zijn; ~ 676 1Kor 10:2 | 2 En allen in Mozes gedoopt zijn in 677 1Kor 10:3 | 3 En allen dezelfde geestelijke spijs 678 1Kor 10:4 | 4 En allen denzelfden geestelijken 679 1Kor 10:17| een lichaam, dewijl wij allen eens broods deelachtig zijn. ~ 680 1Kor 10:33| Gelijkerwijs ik ook in alles allen behaag, niet zoekende mijn 681 1Kor 12:6 | dezelfde God, Die alles in allen werkt. ~ 682 1Kor 12:13| 13 Want ook wij allen zijn door een Geest tot 683 1Kor 12:13| hetzij vrijen; en wij zijn allen tot een Geest gedrenkt. ~ 684 1Kor 12:29| 29 Zijn zij allen apostelen? Zijn zij allen 685 1Kor 12:29| allen apostelen? Zijn zij allen profeten? Zijn zij allen 686 1Kor 12:29| allen profeten? Zijn zij allen leraars? Zijn zij allen 687 1Kor 12:29| allen leraars? Zijn zij allen krachten? ~ 688 1Kor 12:30| 30 Hebben zij allen gaven der gezondmakingen? 689 1Kor 12:30| gezondmakingen? Spreken zij allen met menigerlei talen? Zijn 690 1Kor 12:30| menigerlei talen? Zijn zij allen uitleggers? ~ 691 1Kor 14:5 | 5 En ik wil wel, dat gij allen in vreemde talen spreekt, 692 1Kor 14:18| vreemde talen spreek, dan gij allen; ~ 693 1Kor 14:23| bijeenvergaderd ware, en zij allen in vreemde talen spraken, 694 1Kor 14:24| 24 Maar indien zij allen profeteerden, en een ongelovige 695 1Kor 14:24| ongeleerde inkwame, die wordt van allen overtuigd, en hij wordt 696 1Kor 14:24| overtuigd, en hij wordt van allen geoordeeld. ~ 697 1Kor 14:31| 31 Want gij kunt allen, de een na den ander profeteren, 698 1Kor 14:31| ander profeteren, opdat zij allen leren, en allen getroost 699 1Kor 14:31| opdat zij allen leren, en allen getroost worden. ~ 700 1Kor 15:8 | 8 En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als 701 1Kor 15:10| overvloediger gearbeid dan zij allen; doch niet ik, maar de genade 702 1Kor 15:22| 22 Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen 703 1Kor 15:22| zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden. ~ 704 1Kor 15:28| opdat God zij alles in allen. ~ 705 1Kor 15:51| verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen 706 1Kor 15:51| ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden; ~ 707 1Kor 16:24| 24 Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus. Amen. ~ 708 2Kor 2:3 | worden; vertrouwende van u allen, dat mijn blijdschap uw 709 2Kor 2:5 | hem niet bezware) ulieden allen. ~ 710 2Kor 2:14| En Gode zij dank, Die ons allen tijd doet triomferen in 711 2Kor 3:18| 18 En wij allen, met ongedekten aangezichte 712 2Kor 5:10| 10 Want wij allen moeten geopenbaard worden 713 2Kor 5:15| oordelen, dat, indien Een voor allen gestorven is, zij dan allen 714 2Kor 5:15| allen gestorven is, zij dan allen gestorven zijn. En Hij is 715 2Kor 5:15| gestorven zijn. En Hij is voor allen gestorven, opdat degenen, 716 2Kor 7:13| omdat zijn geest van u allen verkwikt is geworden. ~ 717 2Kor 9:8 | u; opdat gij in alles te allen tijd, alle genoegzaamheid 718 2Kor 9:13| mededeling aan hen en aan allen; ~ 719 2Kor 13:13| Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen. ~  ~  ~  ~ 720 Gal 3:26 | 26 Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof 721 Gal 3:28 | geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus. ~ 722 Gal 4:18 | 18 Doch in het goede te allen tijd te ijveren is goed, 723 Gal 6:10 | laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten 724 Efez 1:21| kracht, en heerschappij, en allen naam, die genaamd wordt, 725 Efez 1:23| vervulling Desgenen, Die alles in allen vervult. ~  ~ 726 Efez 2:3 | 3 Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben 727 Efez 3:9 | 9 En allen te verlichten, dat zij mogen 728 Efez 4:6 | 6 Een God en Vader van allen, Die daar is boven allen, 729 Efez 4:6 | allen, Die daar is boven allen, en door allen, en in u 730 Efez 4:6 | is boven allen, en door allen, en in u allen. ~ 731 Efez 4:6 | en door allen, en in u allen. ~ 732 Efez 4:13| 13 Totdat wij allen zullen komen tot de enigheid 733 Efez 4:14| en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij 734 Efez 5:20| 20 Dankende te allen tijd over alle dingen God 735 Efez 6:18| en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot 736 Fili 1:4 | 4 (Te allen tijd in al mijn gebed voor 737 Fili 1:4 | in al mijn gebed voor u allen met blijdschap het gebed 738 Fili 1:7 | mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in 739 Fili 1:7 | bevestiging van het Evangelie, gij allen, zeg ik, mijner genade mede 740 Fili 1:8 | hoezeer ik begerig ben naar u allen, met innerlijke bewegingen 741 Fili 1:20| vrijmoedigheid, gelijk te allen tijd, alzo ook nu, Christus 742 Fili 1:25| ik zal blijven, en met u allen zal verblijven tot uw bevordering 743 Fili 2:9 | Naam gegeven, welke boven allen naam is; ~ 744 Fili 2:12| geliefden, gelijk gij te allen tijd gehoorzaam geweest 745 Fili 2:17| en verblijde mij met u allen. ~ 746 Fili 2:21| 21 Want zij zoeken allen het hunne, niet hetgeen 747 Fili 2:26| zeer begerig was naar u allen, en zeer beangst was, omdat 748 Fili 4:4 | Verblijdt u in den Heere te allen tijd; wederom zeg ik: Verblijdt 749 Fili 4:5 | 5 Uw bescheidenheid zij allen mensen bekend. De Heere 750 Fili 4:23| Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~ 751 Kol 1:18 | uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn. ~ 752 Kol 2:2 | in de liefde, en dat tot allen rijkdom der volle verzekerdheid 753 Kol 3:11 | Christus is alles en in allen. ~ 754 Kol 4:6 | 6 Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid, 755 Kol 4:12 | dienstknecht van Christus, te allen tijde strijdende voor u 756 1The 1:2 | danken God altijd over u allen, uwer gedachtig zijnde in 757 1The 2:16| mochten worden; opdat zij te allen tijd hun zonden vervullen 758 1The 3:12| jegens elkander en jegens allen, gelijk wij ook zijn jegens 759 1The 5:5 | 5 Gij zijt allen kinderen des lichts, en 760 1The 5:14| zijt lankmoedig jegens allen. ~ 761 1The 5:15| iemand vergelde; maar jaagt allen tijd het goede na, zo jegens 762 1The 5:15| jegens elkander als jegens allen. ~ 763 1The 5:16| 16 Verblijdt u te allen tijd. ~ 764 1The 5:22| 22 Onthoudt u van allen schijn des kwaads. ~ 765 2The 1:3 | 3 Wij moeten God te allen tijd danken over u, broeders, 766 2The 1:3 | liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander overvloedig 767 2The 1:10| wonderbaar te worden in allen, die geloven (overmits onze 768 2The 2:12| 12 Opdat zij allen veroordeeld worden, die 769 2The 3:16| vredes Zelf geve u vrede te allen tijd, in allerlei wijze. 770 2The 3:16| wijze. De Heere zij met u allen. ~ 771 2The 3:18| Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~  ~  ~ 772 1Tim 2:2 | 2 Voor koningen, en allen, die in hoogheid zijn; opdat 773 1Tim 2:6 | heeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te 774 1Tim 3:16| 16 En buiten allen twijfel, de verborgenheid 775 1Tim 5:20| in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen vreze 776 2Tim 1:15| 15 Gij weet dit, dat allen, die in Azie zijn, zich 777 2Tim 2:24| vriendelijk zijn jegens allen, bekwaam om te leren, en 778 2Tim 3:9 | want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk 779 2Tim 3:12| 12 En ook allen, die godzaliglijk willen 780 2Tim 4:8 | niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad 781 2Tim 4:16| geweest, maar zij hebben mij allen verlaten. Het worde hun 782 Tit 2:15 | vermaan, en bestraf met allen ernst. Dat niemand u verachte. ~  ~ 783 Tit 3:15 | met mij zijn, groeten u allen. Groet ze, die ons liefhebben 784 Tit 3:15 | geloof. De genade zij met u allen. Amen. ~ 785 Heb 1:14 | 14 Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die 786 Heb 2:9 | door de genade Gods voor allen den dood smaken zou. ~ 787 Heb 2:11 | die geheiligd worden, zijn allen uit een; om welke oorzaak 788 Heb 3:13 | Maar vermaant elkander te allen dage, zolang als het heden 789 Heb 3:16 | Hem verbitterd, doch niet allen, die uit Egypte door Mozes 790 Heb 5:9 | geheiligd zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn, 791 Heb 7:27 | 27 Dien het niet allen dag nodig was, gelijk den 792 Heb 8:11 | Heere; want zij zullen Mij allen kennen van den kleine onder 793 Heb 9:6 | den eersten tabernakel, te allen tijde, om de gods diensten 794 Heb 11:13 | 13 Deze allen zijn in het geloof gestorven, 795 Heb 11:39 | 39 En deze allen, hebbende door het geloof 796 Heb 12:1 | liggende, laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons 797 Heb 12:8 | zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig zijn geworden, 798 Heb 12:14 | 14 Jaagt den vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder 799 Heb 12:23 | tot God, den Rechter over allen, en de geesten der volmaakte 800 Heb 13:4 | huwelijk is eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar 801 Heb 13:25 | 25 De genade zij met u allen. Amen. ~  ~  ~  ~ 802 Jako 3:2 | 2 Want wij struikelen allen in vele. Indien iemand in 803 1Pet 3:8 | 8 En eindelijk, zijt allen eensgezind, medelijdend, 804 1Pet 4:11| God verleent; opdat God in allen geprezen worde door Jezus 805 1Pet 5:5 | ouden onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt 806 1Pet 5:14| der liefde. Vrede zij u allen, die in Christus Jezus zijt. 807 2Pet 1:7 | broederlijke liefde, liefde jegens allen. ~ 808 2Pet 3:9 | verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen. ~ 809 1Joh 2:19| openbaar worden, dat zij niet allen uit ons zijn. ~ 810 2Joh 1:1 | niet alleen ik, maar ook allen, die de waarheid gekend 811 3Joh 1:12| wordt getuigenis gegeven van allen, en van de waarheid zelve; 812 Jud 1:15 | gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen 813 Open 13:8 | 8 En allen, die op de aarde wonen, 814 Open 13:15| zou spreken, en maken, dat allen, die het beeld van het beest 815 Open 13:16| En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken 816 Open 18:17| schepen, en bootsgezellen, en allen, die ter zee handelen, stonden 817 Open 18:19| de grote stad, in dewelke allen, die schepen in de zee hadden, 818 Open 22:21| Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~ ~


1-500 | 501-818

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License