Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
harp 22
harpen 22
harsa 2
hart 800
harte 38
hartelijk 2
harteloos 1
Frequency    [«  »]
818 allen
804 noch
803 jeruzalem
800 hart
792 21
787 af
778 woord

Bijbel

IntraText - Concordances

hart

1-500 | 501-800

    Book Chapter: Verse
501 Pred 1:16| Jeruzalem geweest zijn; en mijn hart heeft veel wijsheid en      502 Pred 1:17| 17      En ik begaf mijn hart om wijsheid en wetenschap 503 Pred 2:1 | 1      Ik zeide in mijn hart: Nu, welaan, ik zal u beproeven 504 Pred 2:3 | 3      Ik heb in mijn hart nagespeurd, om mijn vlees 505 Pred 2:3 | nochtans leidende mijn hart in wijsheid) en om de dwaasheid 506 Pred 2:10| niet; ik wederhield mijn hart niet van enige blijdschap, 507 Pred 2:10| enige blijdschap, maar mijn hart was verblijd vanwege al 508 Pred 2:15| Dies zeide ik in mijn hart: Gelijk het den dwaze bejegent, 509 Pred 2:15| gestaan? Toen sprak ik in mijn hart, dat      ook hetzelve ijdelheid 510 Pred 2:20| keerde ik mij om, om mijn hart te doen wanhopen over al 511 Pred 2:23| zelfs des nachts rust zijn hart niet. Datzelve is ook ijdelheid. ~ 512 Pred 3:11| heeft Hij de eeuw in hun hart gelegd, zonder dat een mens 513 Pred 3:17| 17      Ik zeide in mijn hart: God zal den rechtvaardige 514 Pred 3:18| 18      Ik zeide in mijn hart van de positie der mensenkinderen, 515 Pred 5:1 | snel met uw mond, en uw hart haaste niet een woord voort 516 Pred 7:2 | levende legt het in zijn hart. ~ 517 Pred 7:3 | des aangezichts wordt het hart gebeterd. ~ 518 Pred 7:4 | 4      Het hart der wijzen is in het klaaghuis; 519 Pred 7:4 | het klaaghuis; maar het hart der zotten in het huis der 520 Pred 7:7 | het geschenk verderft het hart. ~ 521 Pred 7:21| 21      Geef ook uw hart niet tot alle woorden, die 522 Pred 7:22| 22      Want uw hart heeft ook veelmalen bekend, 523 Pred 7:25| Ik keerde mij om, en mijn hart, om te weten, en om na te 524 Pred 7:26| dood: een vrouw, welker hart netten en garen, en haar 525 Pred 8:5 | kwaads gewaar worden; en het hart eens wijzen zal tijd en 526 Pred 8:9 | ik gezien, toen ik mijn hart begaf tot alle werk, dat 527 Pred 8:11| geschiedt, daarom is het hart van de kinderen der mensen 528 Pred 8:16| 16      Als ik mijn hart begaf, om wijsheid te weten, 529 Pred 9:1 | dit alles heb ik in mijn hart gelegd, opdat ik dit alles 530 Pred 9:3 | wedervaart, en dat ook het hart der mensenkinderen vol boosheid 531 Pred 9:3 | onzinnigheden zijn in hun hart; en daarna moeten zij naar 532 Pred 10:2 | 2      Het hart des wijzen is tot zijn rechterhand, 533 Pred 10:2 | zijn rechterhand, maar het hart eens zots is tot zijn linkerhand. ~ 534 Pred 10:3 | op den weg wandelt, zijn hart ontbreekt hem, en hij zegt 535 Pred 11:9 | in uw jeugd, en laat uw hart zich vermaken in de dagen 536 Pred 11:10| toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van 537 Hoo 4:9 | 9      Gij hebt Mij het hart genomen, Mijn zuster, o 538 Hoo 4:9 | bruid! gij hebt Mij het hart genomen, met een van uw 539 Hoo 5:2 | Ik sliep, maar mijn hart waakte, de stem mijns Liefsten, 540 Hoo 8:6 | mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; 541 Jes 1:5 | hoofd is krank, en het ganse hart is mat. ~ 542 Jes 6:10 | 10      Maak het hart dezes volks vet, en maak 543 Jes 6:10 | oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich bekere,      544 Jes 7:2 | Efraim, zo bewoog zich zijn hart en het hart zijns volks, 545 Jes 7:2 | bewoog zich zijn hart en het hart zijns volks, gelijk de bomen 546 Jes 7:4 | gerust, vrees niet, en uw hart worde niet week, vanwege 547 Jes 10:7 | het zo niet meent, en zijn hart alzo niet denkt, maar hij 548 Jes 10:7 | denkt, maar hij zal in zijn hart hebben te verdelgen, en 549 Jes 13:7 | worden, en aller mensen hart zal versmelten; ~ 550 Jes 14:13 | 13      En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, 551 Jes 15:5 | 5   Mijn hart schreeuwt over Moab, haar 552 Jes 19:1 | Zijn aangezicht, en het hart der      Egyptenaren zal 553 Jes 21:4 | 4      Mijn hart dwaalt, gruwen verschrikt 554 Jes 29:13 | hun lippen eren, doch hun hart verre van Mij doen; en hun 555 Jes 32:4 | 4      En het hart der onbedachtzamen zal de 556 Jes 32:6 | spreekt dwaasheid, en zijn hart doet ongerechtigheid, om 557 Jes 33:18 | 18      Uw hart zal de verschrikking overdenken, 558 Jes 38:3 | waarheid en met een volkomen hart gewandeld, en wat goed in 559 Jes 40:2 | 2      Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept 560 Jes 44:19 | van hen brengt het in zijn hart, en er is noch kennis noch 561 Jes 44:20 | zich met as, het bedrogen hart heeft hem ter zijde afgeleid; 562 Jes 46:8 | brengt het weder in het hart, o gij overtreders! ~ 563 Jes 47:7 | gij deze dingen niet in uw hart genomen, gij hebt aan het 564 Jes 47:8 | zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en niemand 565 Jes 47:10 | gemaakt; en gij hebt in uw hart gezegd: Ik ben het, en      566 Jes 49:21 | En gij zult zeggen in uw hart: Wie heeft mij dezen gegenereerd, 567 Jes 51:7 | kent, gij volk, in welks hart Mijn wet is! vreest niet 568 Jes 58:11 | geweest, gij hebt Mij op uw hart niet gelegd; is het niet, 569 Jes 58:15 | opdat Ik levend make het hart der verbrijzelden. ~ 570 Jes 60:13 | valse      woorden uit het hart. ~ 571 Jes 61:5 | zien en samenvloeien, en uw hart zal vervaard zijn en verwijd 572 Jes 64:4 | dag der wraak was in Mijn hart, en het jaar Mijner verlosten 573 Jes 64:17 | waarom verstokt Gij ons hart, dat wij U niet vrezen? 574 Jes 66:17 | worden, en zullen in het hart niet opkomen. ~ 575 Jes 67:14 | gij zult het zien, en uw hart zal vrolijk zijn, en uw 576 Jer 3:10 | niet bekeerd met haar ganse hart, maar valselijk, spreekt 577 Jer 3:15 | herders geven naar Mijn hart; die zullen u weiden met 578 Jer 3:16 | HEEREN, ook zal zij in het hart niet opkomen; en zij zullen 579 Jer 3:17 | goeddunken van hun boos hart. ~ 580 Jer 4:9 | spreekt de HEERE, dat het hart des konings en het hart 581 Jer 4:9 | hart des konings en het hart der vorsten vergaan zal; 582 Jer 4:14 | 14      Was uw hart van boosheid, o Jeruzalem! 583 Jer 4:18 | bitter is, dat het tot aan uw hart raakt. ~ 584 Jer 4:19 | wanden mijns harten! mijn hart maakt getier in mij, ik 585 Jer 5:23 | afvallig en wederspannig hart; zij zijn afgevallen en 586 Jer 5:24 | En zij zeggen niet in hun hart: Laat ons nu den HEERE, 587 Jer 7:24 | goeddunken van hun boos hart; en zij zijn achterwaarts 588 Jer 7:31 | geboden,      noch in Mijn hart is opgekomen. ~ 589 Jer 8:18 | verkwikking is in droefenis; mijn hart is flauw in mij. ~ 590 Jer 11:8 | goeddunken van hunlieder boos hart; daarom heb Ik over hen 591 Jer 11:20 | Rechter, Die de nieren en het hart proeft! laat mij Uw wraak 592 Jer 12:3 | ziet mij, en proeft mijn hart, dat het met U is. Ruk ze 593 Jer 13:22 | Wanneer gij dan in uw hart zult zeggen: Waarom zijn 594 Jer 16:12 | goeddunken van zijn boos hart, om naar Mij niet te horen. ~ 595 Jer 17:1 | in de tafel van hunlieder hart, en aan de hoornen uwer 596 Jer 17:5 | zijn arm stelt, en wiens hart van den HEERE afwijkt! ~ 597 Jer 17:9 | 9      Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, 598 Jer 17:10 | de HEERE, doorgrond het hart, en proef de nieren; en 599 Jer 18:12 | goeddunken van zijn boos hart. ~ 600 Jer 19:5 | gesproken heb, noch in Mijn      hart is opgekomen? ~ 601 Jer 20:9 | spreken; maar het werd in mijn hart als een brandend vuur, besloten 602 Jer 20:12 | proeft, Die de nieren en het hart ziet, laat mij Uw wraak 603 Jer 22:17 | Maar uw ogen en uw hart zijn niet dan op uw gierigheid, 604 Jer 23:9 | Aangaande de profeten. Mijn hart wordt in mijn binnenste 605 Jer 23:26 | er dan een droom in het hart der profeten, die de leugen 606 Jer 24:7 | 7      En Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen, 607 Jer 24:7 | zich tot Mij met hun ganse hart      bekeren. ~ 608 Jer 29:13 | zult vragen met uw ganse hart. ~ 609 Jer 30:21 | wie is hij, die met zijn hart borg      worde, om tot 610 Jer 31:21 | u spitse pilaren, zet uw hart op de baan, op den weg, 611 Jer 31:33 | geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal      612 Jer 32:35 | heb geboden, noch in Mijn hart is opgekomen, dat zij dezen 613 Jer 32:39 | En Ik zal hun enerlei hart en enerlei weg geven, om 614 Jer 32:40 | Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, dat zij niet van 615 Jer 32:41 | planten, met Mijn ganse hart en met Mijn ganse ziel. ~ 616 Jer 44:10 | nog niet verbrijzeld van hart, en zij hebben niet gevreesd, 617 Jer 44:21 | en is het niet in Zijn hart opgekomen? ~ 618 Jer 48:36 | 36      Daarom zal Mijn hart over Moab getier maken als 619 Jer 48:36 | de fluiten; ook zal Mijn hart over de lieden van Kir-heres 620 Jer 48:41 | vastigheden is ingenomen; en het hart van Moabs helden zal te 621 Jer 48:41 | dien dage wezen, als het hart ener vrouw, die in nood 622 Jer 49:22 | Bozra uitbreiden; en het hart van Edoms helden zal te 623 Jer 49:22 | dien dage wezen, als het hart ener vrouw, die in      624 Jer 51:1 | degenen, die daar wonen in het hart van degenen, die tegen Mij 625 Jer 51:46 | 46      En opdat ulieder hart misschien niet week worde, 626 Jer 51:50 | laat Jeruzalem in ulieder hart opkomen. ~ 627 Klaa 1:20| ingewand is beroerd, mijn hart heeft zich omgekeerd in 628 Klaa 1:22| zuchtingen zijn vele, en mijn hart is      mat. ~  ~Klaagliederen 629 Klaa 1:40| 18      Tsade. Hun hart schreeuwde tot den Heere: 630 Klaa 1:41| der nachtwaken, stort uw hart uit voor het aangezicht 631 Klaa 2:17| 17      Daarom is ons hart mat, om deze dingen zijn 632 Eze 2:4 | aangezicht, en stijf van hart; Ik zend u tot hen, en gij 633 Eze 3:7 | van voorhoofd, en hard van hart zijn zij. ~ 634 Eze 3:10 | tot u spreken zal, in uw hart, en hoor ze met uw oren. ~ 635 Eze 6:9 | ben door hun hoerachtig hart, dat van Mij      afgeweken 636 Eze 11:19 | En Ik zal hun enerlei hart geven, en zal een nieuwen 637 Eze 11:19 | geven; en Ik zal het stenen hart uit hun vlees wegnemen, 638 Eze 11:19 | wegnemen, en zal hun een vlesen hart geven; ~ 639 Eze 11:21 | 21      Maar welker hart het hart hunner verfoeiselen 640 Eze 11:21 | Maar welker hart het hart hunner verfoeiselen en hunner 641 Eze 13:2 | tot degenen, die uit hun hart profeteren: Hoort des HEEREN 642 Eze 13:17 | dewelke profeteren uit haar hart, en profeteer tegen haar; ~ 643 Eze 13:22 | Omdat gijlieden het hart des rechtvaardigen door 644 Eze 14:3 | hebben hun drekgoden in hun hart opgezet, en hebben den aanstoot 645 Eze 14:4 | die de drekgoden in zijn hart opzet, en den aanstoot zijner      646 Eze 14:5 | het huis Israels in hun hart grijpe, dewijl zij allen 647 Eze 14:7 | zijn drekgoden op in zijn hart, en stelt den aanstoot      648 Eze 16:30 | 30      Hoe zwak is uw hart (spreekt de Heere HEERE) 649 Eze 18:31 | hebt, en maakt u een nieuw hart en een nieuwen geest; want 650 Eze 20:16 | sabbatten ontheiligden; want hun hart wandelde hun drekgoden na. ~ 651 Eze 21:7 | want het komt! en alle hart zal versmelten, en alle 652 Eze 21:15 | al hun poorten, opdat het hart versmelte, en de aanstoten 653 Eze 22:14 | 14      Zal uw hart bestaan? zullen uw handen 654 Eze 27:4 | Uw landpalen zijn in het hart der zeeen; uw bouwers hebben 655 Eze 27:25 | zeer verheerlijkt in het hart der zeeen. ~ 656 Eze 27:26 | heeft u verbroken in het hart der zeeen. ~ 657 Eze 27:27 | is, zullen vallen in het hart der zeeen, ten dage van 658 Eze 28:2 | de Heere HEERE: Omdat uw hart zich verheft en zegt: Ik 659 Eze 28:2 | zit in Godes stoel, in het hart der zeeen! daar gij een 660 Eze 28:2 | zijt, stelt gij nochtans uw hart, als Gods hart. ~ 661 Eze 28:2 | nochtans uw hart, als Gods hart. ~ 662 Eze 28:5 | vermogen vermeerderd, en uw hart verheft zich vanwege uw 663 Eze 28:6 | HEERE alzo: Omdat gij uw hart gesteld hebt als Gods hart; ~ 664 Eze 28:6 | hart gesteld hebt als Gods hart; ~ 665 Eze 28:8 | eens verslagenen in het hart der zeeen. ~ 666 Eze 28:17 | 17      Uw hart verheft zich over uw schoonheid; 667 Eze 31:10 | der dichte takken, en zijn hart verhief zich over zijn hoogte; ~ 668 Eze 32:9 | Daartoe zal Ik het hart van vele volken verdrietig 669 Eze 33:31 | hun      mond, maar hun hart wandelt hun gierigheid na. ~ 670 Eze 36:26 | En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwen 671 Eze 36:26 | u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en 672 Eze 36:26 | wegnemen, en zal u een vlesen hart geven. ~ 673 Eze 38:10 | dat er raadslagen in uw hart zullen opkomen, en gij zult 674 Eze 40:4 | hoor met uw oren, en zet uw hart op alles, wat ik u zal doen 675 Eze 44:5 | mij: Mensenkind! zet er uw hart op, en zie met uw ogen, 676 Eze 44:5 | al zijn wetten; en zet uw hart op den ingang van het huis, 677 Eze 44:7 | ingebracht, onbesnedenen van hart en onbesnedenen van vlees, 678 Eze 44:9 | vreemde, onbesneden van hart, en onbesneden van vlees, 679 Dan 1:8 | Daniel nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou ontreinigen 680 Dan 4:16 | 16      Zijn hart worde veranderd, dat het 681 Dan 4:16 | veranderd, dat het geens mensen hart meer zij, en hem worde eens 682 Dan 4:16 | en hem worde eens beesten hart gegeven, en laat zeven tijden 683 Dan 5:20 | Maar toen zich zijn hart verhief, en zijn geest verstijfd 684 Dan 5:21 | mensen verstoten, en zijn hart werd den beesten gelijk 685 Dan 5:22 | Belsazar, zijn zoon! hebt uw hart niet vernederd, alhoewel 686 Dan 6:15 | zichzelven, en hij stelde het hart op Daniel om hem te verlossen; 687 Dan 7:4 | hetzelve werd eens mensen hart gegeven. ~ 688 Dan 7:28 | bewaarde dat woord in mijn hart. ~  ~ 689 Dan 8:25 | en hij zal zich in zijn hart verheffen; en in stille 690 Dan 10:12 | eersten dag aan, dat gij uw hart begaaft, om te verstaan 691 Dan 11:12 | weggenomen zijn, zal zijn hart zich verheffen, en hij zal 692 Dan 11:25 | zal zijn kracht en zijn hart verwekken tegen den koning 693 Dan 11:27 | 27      En het hart van beide deze koningen 694 Dan 11:28 | met groot goed, en zijn hart zal zijn tegen het heilig 695 Hos 2:13 | woestijn; en Ik zal naar haar hart spreken. ~ 696 Hos 4:11 | wijn, en most neemt het hart weg. ~ 697 Hos 7:2 | En zij zeggen niet in hun hart, dat Ik al hunner boosheid 698 Hos 7:6 | Want zij voeren hun hart aan, als een bakoven, tot 699 Hos 7:11 | als een botte duif, zonder hart; zij roepen Egypte aan, 700 Hos 7:14 | ook niet tot Mij met hun hart, wanneer zij huilen op hun 701 Hos 10:2 | 2      Hij heeft hun hart verdeeld, nu zullen zij 702 Hos 11:8 | stellen als Zeboim? Mijn hart is in Mij omgekeerd, al 703 Hos 13:6 | geworden, heeft zich hun hart verheven; daarom hebben 704 Joe 2:12 | bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met 705 Joe 2:13 | 13      En scheurt uw hart en niet uw klederen, en 706 Oba 1:3 | hoge woning; die in zijn hart zegt: Wie zou mij ter aarde 707 Jona 2:3 | geworpen in de diepte, in het hart der zeeen, en de stroom 708 Nah 2:10 | uitgeledigd, uitgeput, en haar hart versmelt, en de knieen schudden, 709 Zep 1:12 | droesem, die in hun      hart zeggen: De HEERE doet geen 710 Zep 2:15 | zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten 711 Zac 7:10 | ellendige; en denkt niet in uw hart de een des anderen kwaad. ~ 712 Zac 7:12 | En zij maakten hun hart als een diamant, opdat zij 713 Zac 8:17 | anderen kwaad in ulieder hart; en hebt een valsen eed 714 Zac 10:7 | held van Efraim, en hun hart zal zich verblijden, als 715 Zac 10:7 | en zich verblijden, hun hart zal zich verheugen in den      716 Zac 12:5 | leidslieden van Juda in hun hart zeggen: De inwoners van 717 Mal 4:6 | 6   En hij zal het hart der vaderen tot de kinderen 718 Mal 4:6 | kinderen wederbrengen, en het hart der kinderen tot hun vaderen; 719 Matt 5:8 | Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien. ~ 720 Matt 5:28| alrede overspel in zijn hart met haar gedaan. ~ 721 Matt 6:21| schat is, daar zal ook uw hart zijn. ~ 722 Matt 11:29| zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden 723 Matt 12:40| drie nachten wezen in het hart der aarde. ~ 724 Matt 13:15| 15 Want het hart dezes volks is dik geworden, 725 Matt 13:15| de oren horen, en met het hart verstaan, en zich bekeren, 726 Matt 13:19| rukt weg, hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene, 727 Matt 15:8 | met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij; ~ 728 Matt 15:18| uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen 729 Matt 15:19| 19 Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, 730 Matt 22:37| Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, 731 Matt 24:48| kwade dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft 732 Mark 3:5 | over de verharding van hun hart, zeide Hij tot den mens: 733 Mark 6:52| wonder der broden; want hun hart was verhard. ~ 734 Mark 7:6 | met de lippen, maar hun hart houdt zich verre van Mij. ~ 735 Mark 7:19| Want het gaat niet in zijn hart, maar in den buik, en gaat 736 Mark 7:21| Want van binnen uit het hart der mensen komen voort kwade 737 Mark 8:17| hebt gij nog uw verharde hart? ~ 738 Mark 11:23| niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven hetgeen 739 Mark 12:30| liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, 740 Mark 12:33| te hebben uit geheel het hart, en uit geheel het verstand, 741 Luk 2:19 | overleggende die in haar hart. ~ 742 Luk 2:51 | bewaarde al deze dingen in haar hart. ~ 743 Luk 4:18 | genezen, die gebroken zijn van hart; ~ 744 Luk 8:12 | neemt het Woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden 745 Luk 8:15 | hetzelve in een eerlijk en goed hart bewaren, en in volstandigheid 746 Luk 10:27 | liefhebben, uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, 747 Luk 12:34 | schat is, aldaar zal ook uw hart zijn. ~ 748 Luk 12:45 | dezelve dienstknecht in zijn hart zou zeggen: Mijn heer vertoeft 749 Luk 21:26 | 26 En den mensen het hart zal bezwijken van vrees 750 Luk 24:25 | onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen 751 Luk 24:32 | zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als 752 Joha 12:40| hun ogen verblind, en hun hart verhard; opdat zij met de 753 Joha 12:40| ogen niet zien, en met het hart niet verstaan, en zij bekeerd 754 Joha 13:2 | toen nu de duivel in het hart van Judas, Simons zoon, 755 Joha 14:1 | 1 Uw hart worde niet ontroerd; gijlieden 756 Joha 14:27| geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij 757 Joha 16:6 | zo heeft de droefheid uw hart vervuld. ~ 758 Joha 16:22| zal u wederom zien, en uw hart zal zich verblijden, en 759 Hand 2:26| 26 Daarom is mijn hart verblijd; en mijn tong verheugt 760 Hand 2:37| werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en 761 Hand 4:32| die geloofden, was een hart en een ziel; en niemand 762 Hand 7:22| Jesse; een man naar Mijn hart, die al Mijn wil zal doen. ~ 763 Hand 10:14| diende, hoorde ons; welker hart de Heere heeft geopend, 764 Hand 15:13| dat gij weent, en mijn hart week maakt? Want ik ben 765 Hand 22:27| 27 Want het hart dezes volks is dik geworden, 766 Hand 22:27| de oren horen, en met het hart verstaan, en zij zich bekeren, 767 Rom 1:21 | overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden; ~ 768 Rom 2:5 | hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn 769 Rom 9:2 | grote droefheid, en mijn hart een gedurige smart is. ~ 770 Rom 10:6 | spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie zal in den hemel opklimmen? 771 Rom 10:8 | Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, 772 Rom 10:9 | den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God Hem uit 773 Rom 10:10 | 10 Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid 774 1Kor 2:9 | heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, 775 1Kor 7:37| Doch die vast staat in zijn hart, geen noodzaak hebbende, 776 1Kor 7:37| eigen wil, en dit in zijn hart besloten heeft, dat hij 777 2Kor 3:15| ligt een deksel op hun hart. ~ 778 2Kor 5:12| aangezicht roemen en niet in het hart. ~ 779 2Kor 6:11| tegen u, o Korinthiers, ons hart is uitgebreid. ~ 780 2Kor 8:16| naarstigheid voor u in het hart van Titus gegeven heeft; ~ 781 2Kor 9:7 | doe, gelijk hij in zijn hart voorneemt; niet uit droefheid, 782 Efez 5:19| psalmende den Heere in uw hart; ~ 783 Fili 1:7 | gevoel, omdat ik in mijn hart houde, dat gij, beide in 784 Kol 3:16 | met aangenaamheid in uw hart. ~ 785 1The 2:17| aangezicht, niet naar het hart, hebben ons te overvloediger 786 1Tim 1:5 | gebods is liefde uit een rein hart, en uit een goed geweten, 787 2Tim 2:22| Heere aanroepen uit een rein hart. ~ 788 Heb 3:10 | Altijd dwalen zij met het hart, en zij hebben Mijn wegen 789 Heb 3:12 | zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van den 790 Heb 10:22 | toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid 791 Heb 13:9 | want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door genade, 792 Jako 1:26| in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst 793 Jako 3:14| twistgierigheid hebt in uw hart, zo roemt en liegt niet 794 1Pet 1:22| vuriglijk lief uit een rein hart; ~ 795 2Pet 2:14| onvaste zielen, hebbende het hart geoefend in gierigheid, 796 1Joh 3:17| gebrek hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft 797 1Joh 3:20| 20 Want indien ons hart ons veroordeelt, God is 798 1Joh 3:20| God is meerder dan ons hart, en Hij kent alle dingen. ~ 799 1Joh 3:21| 21 Geliefden! Indien ons hart ons niet veroordeelt, zo 800 Open 18:7 | aan; want zij zegt in haar hart: Ik zit als een koningin,


1-500 | 501-800

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License