1-500 | 501-778
Book Chapter: Verse
501 Eze 37:4 | beenderen! hoort des HEEREN woord. ~
502 Eze 37:15 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~
503 Eze 38:1 | Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: ~
504 Dan 2:9 | leugenachtig en verdicht woord voor mij te zeggen bereid,
505 Dan 2:10 | aardbodem, die des konings woord zou kunnen te kennen geven;
506 Dan 3:22 | Daarom dan, dewijl het woord des konings aandreef, en
507 Dan 3:28 | hebben, en des konings woord veranderd, en hun lichamen
508 Dan 4:17 | deze begeerte is in het woord der heiligen; opdat de levenden
509 Dan 4:31 | 31 Dit woord nog zijnde in des konings
510 Dan 4:33 | Ter zelfder ure werd dat woord volbracht over Nebukadnezar,
511 Dan 7:28 | mij; doch ik bewaarde dat woord in mijn hart. ~ ~
512 Dan 9:2 | der jaren, van dewelke het woord des HEEREN tot den profeet
513 Dan 9:23 | begin uwer smekingen is het woord uitgegaan, en ik ben gekomen,
514 Dan 9:23 | gewenst man; versta dan dit woord, en merk op dit gezicht. ~
515 Dan 10:11 | gezonden; en toen Hij dat woord tot mij sprak, stond
516 Hos 1:1 | 1 Het woord des HEEREN, dat geschied
517 Hos 1:2 | 2 Het begin van het woord des HEEREN door Hosea. De
518 Hos 4:1 | 1 Hoort des HEEREN woord, gij kinderen Israels! want
519 Hos 4:18 | een schande!) beminnen het woord: Geeft. ~
520 Joe 1:1 | 1 Het woord des HEEREN, dat geschied
521 Joe 2:11 | is machtig, doende Zijn woord; want de dag des HEEREN
522 Amos 3:1 | 1 Hoort dit woord, dat de HEERE tegen ulieden
523 Amos 4:1 | 1 Hoort dit woord, gij koeien van Basan! gij,
524 Amos 5:1 | 1 Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef,
525 Amos 7:16| Nu dan, hoor des HEEREN woord: Gij zegt: Gij zult niet
526 Amos 8:12| zij zullen omlopen om het woord des HEEREN te zoeken, maar
527 Jona 1:1 | 1 En het woord des HEEREN geschiedde tot
528 Jona 3:1 | 1 En het woord des HEEREN geschiedde ten
529 Jona 3:3 | ging naar Nineve, naar het woord des HEEREN. Nineve nu was
530 Jona 3:6 | 6 Want dit woord geraakte tot den koning
531 Jona 4:2 | Och HEERE! was dit mijn woord niet, als ik nog in mijn
532 Mic 1:1 | 1 Het woord des HEEREN, dat geschied
533 Mic 4:2 | wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem. ~
534 Zep 1:1 | 1 Het woord des HEEREN, hetwelk geschied
535 Zep 2:5 | volken der Cheretim! Het woord des HEEREN zal tegen ulieden
536 Zac 1:1 | van Darius, geschiedde het woord des HEEREN tot Zacharia,
537 Zac 1:7 | van Darius, geschiedde het woord des HEEREN tot Zacharia,
538 Zac 4:6 | mij, zeggende: Dit is het woord des HEEREN tot Zerubbabel,
539 Zac 4:8 | 8 Het woord des HEEREN geschiedde verder
540 Zac 6:9 | 9 En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: ~
541 Zac 7:1 | den koning Darius, dat het woord des HEEREN geschiedde tot
542 Zac 7:4 | Toen geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen
543 Zac 7:8 | Verder geschiedde het woord des HEEREN tot Zacharia,
544 Zac 8:1 | Daarna geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen
545 Zac 8:18 | Wederom geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen
546 Zac 9:1 | 1 De last van het woord des HEEREN over het land
547 Zac 11:11 | bekend, dat het des HEEREN woord was. ~
548 Zac 12:1 | 1 De last van het woord des HEEREN over Israel.
549 Mal 1:1 | 1 De last van het woord des HEEREN tot Israel, door
550 Matt 4:4 | niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods
551 Matt 5:37| 37 Maar laat zijn uw woord ja, ja; neen, neen; wat
552 Matt 8:8 | maar spreek alleenlijk een woord, en mijn knecht zal genezen
553 Matt 12:32| 32 En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen
554 Matt 12:36| zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen
555 Matt 13:19| 19 Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en
556 Matt 13:20| deze is degene, die het Woord hoort, en dat terstond met
557 Matt 13:22| deze is degene, die het Woord hoort; en de zorgvuldigheid
558 Matt 13:22| des rijkdoms verstikt het Woord, en het wordt onvruchtbaar. ~
559 Matt 13:23| deze is degene, die het Woord hoort en verstaat, die ook
560 Matt 15:23| antwoordde haar niet een woord. En Zijn discipelen, tot
561 Matt 18:16| twee of drie getuigen alle woord besta. ~
562 Matt 19:11| tot hen: Allen vatten dit woord niet, maar dien het gegeven
563 Matt 19:22| Als nu de jongeling dit woord hoorde, ging hij bedroefd
564 Matt 21:24| tot hen: Ik zal u ook een woord vragen, hetwelk indien gij
565 Matt 22:46| 46 En niemand kon Hem een woord antwoorden; noch iemand
566 Matt 26:75| Petrus werd indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd
567 Matt 27:14| antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de stadhouder
568 Matt 28:15| zij geleerd waren. En dit woord is verbreid geworden bij
569 Mark 1:45| dingen te verkondigen, en dat woord te verbreiden, alzo dat
570 Mark 2:2 | bevatten; en Hij sprak het woord tot hen. ~
571 Mark 4:14| 14 De zaaier is, die het Woord zaait. ~
572 Mark 4:15| bezaaid worden, waarin het Woord gezaaid wordt; en als zij
573 Mark 4:15| satan terstond, en neemt het Woord weg, hetwelk in hun harten
574 Mark 4:16| worden; welke, als zij het Woord gehoord hebben, terstond
575 Mark 4:18| namelijk degenen, die het Woord horen; ~
576 Mark 4:19| inkomende, verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. ~
577 Mark 4:20| bezaaid zijn, welke het Woord horen en aannemen, en dragen
578 Mark 4:33| gelijkenissen sprak Hij tot hen het Woord, naardat zij het horen konden. ~
579 Mark 5:36| terstond gehoord hebbende het woord, dat er gesproken werd,
580 Mark 7:13| 13 Makende alzo Gods woord krachteloos door uw inzetting,
581 Mark 8:32| 32 En dit woord sprak Hij vrij uit; en Petrus,
582 Mark 9:10| 10 En zij behielden dit woord bij zichzelven, vragende
583 Mark 9:32| Maar zij verstonden dat woord niet, en zij vreesden Hem
584 Mark 10:22| geworden zijnde over dat woord, ging bedroefd weg; want
585 Mark 11:29| tot hen: Ik zal u ook een woord vragen; antwoordt Mij ook,
586 Mark 14:72| Petrus werd indachtig het woord, hetwelk Jezus tot hem gezegd
587 Mark 16:20| mede, en bevestigde het Woord door tekenen, die daarop
588 Luk 1:29 | zeer ontroerd over dit zijn woord, en overlegde, hoedanig
589 Luk 1:38 | Heeren; mij geschiede naar uw woord. En de engel ging weg van
590 Luk 2:15 | Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is, hetwelk
591 Luk 2:17 | maakten zij alom bekend het woord, dat hun van dit Kindeken
592 Luk 2:29 | dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; ~
593 Luk 2:50 | 50 En zij verstonden het woord niet, dat Hij tot hen sprak. ~
594 Luk 3:2 | Kajafas, geschiedde het woord Gods tot Johannes, den zoon
595 Luk 4:4 | zal leven, maar bij alle woord Gods. ~
596 Luk 4:32 | over Zijn leer, want Zijn woord was met macht. ~
597 Luk 4:36 | elkander, zeggende: Wat woord is dit, dat Hij met macht
598 Luk 5:1 | op Hem aandrong, om het Woord Gods te horen, dat Hij stond
599 Luk 5:5 | niet gevangen; doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen. ~
600 Luk 7:7 | komen; maar zeg het met een woord, en mijn knecht zal genezen
601 Luk 8:11 | gelijkenis: Het zaad is het Woord Gods. ~
602 Luk 8:12 | de duivel, en neemt het Woord uit hun hart weg, opdat
603 Luk 8:13 | het gehoord hebben, het Woord met vreugde ontvangen; en
604 Luk 8:15 | valt, zijn dezen, die, het Woord gehoord hebbende, hetzelve
605 Luk 8:21 | broeders zijn dezen, die Gods Woord horen, en datzelve doen. ~
606 Luk 9:45 | Maar zij verstonden dit woord niet, en het was voor hen
607 Luk 9:45 | en zij vreesden van dat woord Hem te vragen. ~
608 Luk 10:39 | de voeten van Jezus, Zijn woord hoorde. ~
609 Luk 11:28 | zalig zijn degenen, die het Woord Gods horen, en hetzelve
610 Luk 12:10 | En een iegelijk, die enig woord spreken zal tegen den Zoon
611 Luk 18:34 | van deze dingen; en dit woord was voor hen verborgen,
612 Luk 20:3 | tot hen: Ik zal u ook een woord vragen, en zegt Mij: ~
613 Luk 20:26 | En zij konden Hem in Zijn woord niet vatten voor het volk;
614 Luk 22:61 | Petrus werd indachtig het woord des Heeren, hoe Hij hem
615 Joha 1:1 | 1 In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God,
616 Joha 1:1 | beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord
617 Joha 1:1 | Woord was bij God, en het Woord was God. ~
618 Joha 1:14| 14 En het Woord is vlees geworden, en heeft
619 Joha 2:22| geloofden de Schrift, en het woord, dat Jezus gesproken had. ~
620 Joha 4:39| geloofden in Hem, om het woord der vrouw, die getuigde:
621 Joha 4:50| En de mens geloofde het woord, dat Jezus tot hem zeide,
622 Joha 5:24| voorwaar zeg Ik u: Die Mijn woord hoort, en gelooft Hem, Die
623 Joha 5:38| 38 En Zijn woord hebt gij niet in u blijvende;
624 Joha 8:31| Indien gijlieden in Mijn woord blijft, zo zijt gij waarlijk
625 Joha 8:37| Mij te doden; want Mijn woord heeft in u geen plaats. ~
626 Joha 8:43| Het is, omdat gij Mijn woord niet kunt horen. ~
627 Joha 8:51| zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die
628 Joha 8:52| zegt Gij: Zo iemand Mijn woord bewaard zal hebben, die
629 Joha 8:55| ken Hem, en bewaar Zijn woord. ~
630 Joha 10:35| genaamd heeft, tot welke het woord Gods geschied is, en de
631 Joha 12:38| 38 Opdat het woord van Jesaja, den profeet,
632 Joha 12:48| heeft, die hem oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat
633 Joha 14:23| liefheeft, die zal Mijn woord bewaren; en Mijn Vader zal
634 Joha 14:24| Mijn woorden niet; en het woord dat gijlieden hoort, is
635 Joha 15:3 | Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken
636 Joha 15:20| vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen
637 Joha 15:25| dit geschiedt, opdat het woord vervuld worde, dat in hun
638 Joha 17:6 | gegeven; en zij hebben Uw woord bewaard. ~
639 Joha 17:14| 14 Ik heb hun Uw woord gegeven; en de wereld heeft
640 Joha 17:17| Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. ~
641 Joha 17:20| voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen. ~
642 Joha 18:9 | 9 Opdat het woord vervuld zou worden, dat
643 Joha 18:32| 32 Opdat het woord van Jezus vervuld wierd,
644 Joha 19:8 | 8 Toen Pilatus dan dit woord hoorde, werd hij meer bevreesd; ~
645 Joha 19:13| 13 Als Pilatus dan dit woord hoorde, bracht hij Jezus
646 Joha 21:23| 23 Dit woord dan ging uit onder de broederen,
647 Hand 2:41| 41 Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden
648 Hand 4:4 | velen van degenen, die het woord gehoord hadden, geloofden;
649 Hand 4:29| met alle vrijmoedigheid Uw woord te spreken; ~
650 Hand 4:31| Heiligen Geest, en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid. ~
651 Hand 5:36| 36 Dit is het woord, dat Hij gezonden heeft
652 Hand 5:44| Geest op allen, die het Woord hoorden. ~
653 Hand 6:1 | dat ook de heidenen het Woord Gods aangenomen hadden. ~
654 Hand 6:16| ik werd gedachtig aan het woord des Heeren, hoe Hij zeide:
655 Hand 6:19| Antiochie, tot niemand het Woord sprekende, dan alleen tot
656 Hand 6:54| 24 En het Woord Gods wies, en vermenigvuldigde. ~
657 Hand 7:5 | Salamis, verkondigden zij het woord Gods in de synagogen der
658 Hand 7:7 | hebbende, zocht zeer het Woord Gods te horen. ~
659 Hand 7:15| broeders, indien er enig woord van vertroosting tot het
660 Hand 7:26| God vrezen, tot u is het woord dezer zaligheid gezonden. ~
661 Hand 7:44| gehele stad samen, om het Woord Gods te horen. ~
662 Hand 7:46| nodig, dat eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden;
663 Hand 7:48| zij zich, en prezen het Woord des Heeren; en er geloofden
664 Hand 7:49| 49 En het Woord des Heeren werd door het
665 Hand 8:3 | Die getuigenis gaf aan het Woord Zijner genade, en gaf, dat
666 Hand 8:12| Mercurius, omdat hij het woord voerde. ~
667 Hand 8:25| En als zij te Perge het Woord gesproken hadden, kwamen
668 Hand 9:7 | heidenen door mijn mond het woord des Evangelies zouden horen,
669 Hand 9:35| met nog vele anderen, het Woord des Heeren. ~
670 Hand 9:36| elke stad, in welke wij het Woord des Heeren verkondigd hebben,
671 Hand 10:6 | Heiligen Geest verhinderd het Woord in Azie te spreken.
672 Hand 10:32| zij spraken tot hem het woord des Heeren, en tot allen,
673 Hand 11:11| Thessalonica waren, als die het woord ontvingen met alle toegenegenheid,
674 Hand 11:13| Thessalonica verstonden, dat het Woord Gods ook te Berea van Paulus
675 Hand 12:11| maanden, lerende onder hen het Woord Gods. ~
676 Hand 12:15| indien er geschil is over een woord, en namen, en over de wet,
677 Hand 13:10| die in Azie woonden, het Woord van den Heere Jezus hoorden,
678 Hand 13:20| 20 Alzo wies het Woord des Heeren met macht, en
679 Hand 14:38| zijnde, allermeest over het woord, dat hij gezegd had, dat
680 Hand 16:22| Zij hoorden hem nu tot dit woord toe; en zij verhieven hun
681 Hand 18:21| 21 Dan van dit enig woord, hetwelk ik riep, staande
682 Hand 22:25| zij; als Paulus dit ene woord gezegd had, namelijk: Wel
683 Rom 9:6 | zeg dit niet, alsof het woord Gods ware uitgevallen; want
684 Rom 9:9 | 9 Want dit is het woord der beloftenis: Omtrent
685 Rom 10:8 | zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart.
686 Rom 10:8 | en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij
687 Rom 10:17 | en het gehoor door het Woord Gods. ~
688 Rom 13:9 | ander gebod is, wordt in dit woord als in een hoofdsom begrepen,
689 1Kor 1:18| 18 Want het woord des kruises is wel dengenen,
690 1Kor 12:8 | door den Geest gegeven het woord der wijsheid, en een ander
691 1Kor 12:8 | wijsheid, en een ander het woord der kennis, door denzelfden
692 1Kor 14:36| 36 Is het Woord Gods van u uitgegaan? Of
693 1Kor 15:54| aangedaan hebben, alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven
694 2Kor 1:18| God is getrouw, dat ons woord, hetwelk tot u is geschied,
695 2Kor 2:17| niet, gelijk velen, het Woord Gods te koop, maar als uit
696 2Kor 4:2 | arglistigheid, noch het Woord Gods vervalsende, maar door
697 2Kor 5:19| toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. ~
698 2Kor 6:7 | 7 In het woord der waarheid, in de kracht
699 2Kor 8:7 | overvloedig zijt, in geloof, en in woord, en in kennis, en in alle
700 2Kor 10:11| hoedanigen wij zijn in het woord door brieven, als wij afwezig
701 2Kor 13:1 | of drie getuigen zal alle woord bestaan. ~
702 Gal 5:14 | gehele wet wordt in een woord vervuld, namelijk in dit:
703 Gal 6:6 | onderwezen wordt in het Woord, dele mede van alle goederen
704 Efez 1:13| gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het
705 Efez 5:26| bad des waters door het Woord; ~
706 Efez 6:17| Geestes, hetwelk is Gods Woord. ~
707 Efez 6:19| voor mij, opdat mij het Woord gegeven worde in de opening
708 Fili 1:14| hebbende, overvloediger het Woord onbevreesd durven spreken. ~
709 Fili 2:16| 16 Voorhoudende het woord des levens, mij tot een
710 Kol 1:5 | voren gehoord hebt, door het Woord der waarheid, namelijk des
711 Kol 1:25 | aan u, om te vervullen het Woord Gods; ~
712 Kol 3:16 | 16 Het woord van Christus wone rijkelijk
713 Kol 4:6 | 6 Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid,
714 1The 1:6 | geworden, en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in vele
715 1The 1:8 | 8 Want van u is het Woord des Heeren luidbaar geworden
716 1The 2:13| ophouden, dat, als gij het Woord der prediking van God van
717 1The 2:13| hebt, niet als der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk
718 1The 2:13| het waarlijk is) als Gods Woord, dat ook werkt in u, die
719 1The 4:15| dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die
720 2The 2:2 | noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als
721 2The 2:15| geleerd zijn, hetzij door ons woord, hetzij door onzen zendbrief. ~
722 2The 2:17| versterke u in alle goed woord en werk. ~ ~
723 2The 3:1 | bidt voor ons, opdat het Woord des Heeren zijn loop hebbe,
724 2The 3:14| 14 Maar indien iemand ons woord, door deze brief geschreven,
725 1Tim 1:15| 15 Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig,
726 1Tim 3:1 | 1 Dit is een getrouw woord: zo iemand tot eens opzieners
727 1Tim 4:5 | wordt geheiligd door het Woord van God, en door het gebed. ~
728 1Tim 4:9 | 9 Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig. ~
729 1Tim 4:12| voorbeeld der gelovigen in woord, in wandel, in liefde, in
730 1Tim 5:17| voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer. ~
731 2Tim 2:9 | een kwaaddoener; maar het Woord Gods is niet gebonden. ~
732 2Tim 2:11| 11 Dit is een getrouw woord; want indien wij met Hem
733 2Tim 2:15| beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt. ~
734 2Tim 2:17| 17 En hun woord zal voorteten, gelijk de
735 2Tim 4:2 | 2 Predik het woord; houd aan tijdelijk, ontijdelijk;
736 2Tim 5:3 | 3 Namelijk Zijn Woord, door de prediking, die
737 2Tim 5:9 | vasthoudt aan het getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat
738 Tit 1:3 | 3 Namelijk Zijn Woord, door de prediking, die
739 Tit 1:9 | vasthoudt aan het getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat
740 Tit 2:5 | onderdanig te zijn, opdat het Woord Gods niet gelasterd worde. ~
741 Tit 2:8 | 8 Het woord gezond en onverwerpelijk,
742 Tit 3:8 | 8 Dit is een getrouw woord, en deze dingen wil ik,
743 Heb 1:3 | alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij
744 Heb 2:2 | 2 Want indien het woord, door de engelen gesproken,
745 Heb 4:2 | gelijk als hun; maar het woord der prediking deed hun geen
746 Heb 4:12 | 12 Want het Woord Gods is levend en krachtig,
747 Heb 5:13 | die is onervaren in het woord der gerechtigheid; want
748 Heb 6:5 | gesmaakt hebben het goede woord Gods, en de krachten der
749 Heb 7:28 | zwakheid hebben; maar het woord der eedzwering, die na de
750 Heb 11:3 | dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo
751 Heb 12:19 | hoorden, baden, dat het woord tot hen niet meer zou gedaan
752 Heb 12:27 | 27 En dit woord: Nog eenmaal, wijst aan
753 Heb 13:7 | voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en
754 Heb 13:22 | broeders, verdraagt het woord dezer vermaning; want ik
755 Jako 1:18| Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij
756 Jako 1:21| met zachtmoedigheid het Woord, dat in u geplant wordt,
757 1Pet 1:23| levende en eeuwig blijvende Woord van God. ~
758 1Pet 1:25| 25 Maar het Woord des Heeren blijft in der
759 1Pet 1:25| eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd
760 1Pet 2:8 | namelijk, die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam zijnde,
761 1Pet 3:1 | wandel der vrouwen zonder Woord mogen gewonnen worden; ~
762 2Pet 1:19| wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij
763 2Pet 3:5 | hun onbekend, dat door het woord Gods de hemelen van over
764 2Pet 3:7 | aarde, zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd,
765 1Joh 1:1 | handen getast hebben, van het Woord des levens; ~
766 1Joh 1:10| tot een leugenaar, en Zijn woord is niet in ons. ~ ~
767 1Joh 2:5 | 5 Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk
768 1Joh 2:7 | hebt; dit oud gebod is het woord, dat gij van den beginne
769 1Joh 2:14| want gij zijt sterk, en het Woord Gods blijft in u, en gij
770 1Joh 5:7 | den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en
771 Open 1:2 | 2 Dewelke het woord Gods betuigd heeft, en de
772 Open 1:9 | genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis
773 Open 3:8 | kracht, en gij hebt Mijn woord bewaard, en hebt Mijn Naam
774 Open 3:10| 10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard
775 Open 6:9 | die gedood waren om het Woord Gods, en om de getuigenis,
776 Open 12:11| bloed des Lams, en door het woord hunner getuigenis, en zij
777 Open 19:13| Zijn naam wordt genoemd het Woord Gods. ~
778 Open 20:4 | getuigenis van Jezus, en om het Woord Gods, en die het beest,
1-500 | 501-778 |