1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256
Book Chapter: Verse
7501 2Kon 12:1 | zijner moeder was Zibja van Ber-seba. ~
7502 2Kon 12:4 | tot de getelden, het geld van een ieder der personen naar
7503 2Kon 12:5 | tot zich nemen, een ieder van zijn bekende; en zij zullen
7504 2Kon 12:5 | en zij zullen de breuken van het huis verbeteren, naar
7505 2Kon 12:6 | drie en twintigste jaar van den koning Joas, dat de
7506 2Kon 12:6 | de priesters de breuken van het huis niet gebeterd hadden. ~
7507 2Kon 12:7 | gijlieden niet de breuken van het huis? Nu dan, neemt
7508 2Kon 12:7 | Nu dan, neemt geen geld van uw bekenden, dat gij het
7509 2Kon 12:7 | zoudt geven voor de breuken van het huis. ~
7510 2Kon 12:8 | de priesters bewilligden van het volk geen geld te nemen,
7511 2Kon 12:8 | te nemen, noch de breuken van het huis te verbeteren. ~
7512 2Kon 12:11 | in handen der verzorgers van dat werk, die gesteld waren
7513 2Kon 12:12 | te kopen, om de breuken van het huis des HEEREN te verbeteren,
7514 2Kon 12:13 | gouden vat, of zilveren vat, van het geld, dat ten huize
7515 2Kon 12:15 | eisten zij geen rekening van de mannen, wien zij dat
7516 2Kon 12:16 | 16 Het geld van schuldoffer, en het geld
7517 2Kon 12:16 | schuldoffer, en het geld van zondofferen werd ten huize
7518 2Kon 12:17 | Toen trok Hazael, de koning van Syrie op, en krijgde tegen
7519 2Kon 12:18 | 18 Maar Joas, de koning van Juda, nam al de geheiligde
7520 2Kon 12:18 | zijn vaderen, de koningen van Juda, geheiligd hadden,
7521 2Kon 12:18 | gevonden werd in de schatten van het huis des HEEREN, en
7522 2Kon 12:18 | het huis des HEEREN, en van het huis des konings, en
7523 2Kon 12:18 | het tot Hazael, den koning van Syrie; toen trok hij op
7524 2Kon 12:18 | Syrie; toen trok hij op van Jeruzalem. ~
7525 2Kon 12:19 | overige nu der geschiedenissen van Joas, en al wat hij gedaan
7526 2Kon 12:19 | der kronieken der koningen van Juda? ~
7527 2Kon 12:20 | sloegen Joas, in het huis van Millo, dat afgaat naar Silla; ~
7528 2Kon 12:21 | 21 Want Jozacar, de zoon van Simeath, en Jozabad, de
7529 2Kon 12:21 | Simeath, en Jozabad, de zoon van Somer, zijn knechten, sloegen
7530 2Kon 13:1 | 1 In het zevende jaar van Jehu werd Joas koning, en
7531 2Kon 13:1 | zijner moeder was Zibja van Ber-seba. ~
7532 2Kon 13:4 | tot de getelden, het geld van een ieder der personen naar
7533 2Kon 13:5 | tot zich nemen, een ieder van zijn bekende; en zij zullen
7534 2Kon 13:5 | en zij zullen de breuken van het huis verbeteren, naar
7535 2Kon 13:6 | drie en twintigste jaar van den koning Joas, dat de
7536 2Kon 13:6 | de priesters de breuken van het huis niet gebeterd hadden. ~
7537 2Kon 13:7 | gijlieden niet de breuken van het huis? Nu dan, neemt
7538 2Kon 13:7 | Nu dan, neemt geen geld van uw bekenden, dat gij het
7539 2Kon 13:7 | zoudt geven voor de breuken van het huis. ~
7540 2Kon 13:8 | de priesters bewilligden van het volk geen geld te nemen,
7541 2Kon 13:8 | te nemen, noch de breuken van het huis te verbeteren. ~
7542 2Kon 13:11 | in handen der verzorgers van dat werk, die gesteld waren
7543 2Kon 13:12 | te kopen, om de breuken van het huis des HEEREN te verbeteren,
7544 2Kon 13:13 | gouden vat, of zilveren vat, van het geld, dat ten huize
7545 2Kon 13:15 | eisten zij geen rekening van de mannen, wien zij dat
7546 2Kon 13:16 | 16 Het geld van schuldoffer, en het geld
7547 2Kon 13:16 | schuldoffer, en het geld van zondofferen werd ten huize
7548 2Kon 13:17 | Toen trok Hazael, de koning van Syrie op, en krijgde tegen
7549 2Kon 13:18 | 18 Maar Joas, de koning van Juda, nam al de geheiligde
7550 2Kon 13:18 | zijn vaderen, de koningen van Juda, geheiligd hadden,
7551 2Kon 13:18 | gevonden werd in de schatten van het huis des HEEREN, en
7552 2Kon 13:18 | het huis des HEEREN, en van het huis des konings, en
7553 2Kon 13:18 | het tot Hazael, den koning van Syrie; toen trok hij op
7554 2Kon 13:18 | Syrie; toen trok hij op van Jeruzalem. ~
7555 2Kon 13:19 | overige nu der geschiedenissen van Joas, en al wat hij gedaan
7556 2Kon 13:19 | der kronieken der koningen van Juda? ~
7557 2Kon 13:20 | sloegen Joas, in het huis van Millo, dat afgaat naar Silla; ~
7558 2Kon 13:21 | 21 Want Jozacar, de zoon van Simeath, en Jozabad, de
7559 2Kon 13:21 | Simeath, en Jozabad, de zoon van Somer, zijn knechten, sloegen
7560 2Kon 14:1 | drie en twintigste jaar van Joas, den zoon van Ahazia,
7561 2Kon 14:1 | jaar van Joas, den zoon van Ahazia, den koning van Juda,
7562 2Kon 14:1 | zoon van Ahazia, den koning van Juda, werd Joahaz, de zoon
7563 2Kon 14:1 | Juda, werd Joahaz, de zoon van Jehu, koning over Israel,
7564 2Kon 14:2 | hij wandelde na de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat,
7565 2Kon 14:2 | zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen
7566 2Kon 14:3 | en Hij gaf hen in de hand van Hazael, den koning van Syrie,
7567 2Kon 14:3 | hand van Hazael, den koning van Syrie, en in de hand van
7568 2Kon 14:3 | van Syrie, en in de hand van Benhadad, den zoon van Hazael,
7569 2Kon 14:3 | hand van Benhadad, den zoon van Hazael, al die dagen. ~
7570 2Kon 14:4 | want Hij zag de verdrukking van Israel, dat de koning van
7571 2Kon 14:4 | van Israel, dat de koning van Syrie hen verdrukte. ~
7572 2Kon 14:5 | Israel een verlosser, dat zij van onder de hand der Syriers
7573 2Kon 14:6 | Nochtans weken zij niet af van de zonden van het huis van
7574 2Kon 14:6 | zij niet af van de zonden van het huis van Jerobeam, die
7575 2Kon 14:6 | van de zonden van het huis van Jerobeam, die Israel zondigen
7576 2Kon 14:7 | voetvolks; want de koning van Syrie had hen omgebracht,
7577 2Kon 14:8 | overige nu der geschiedenissen van Joahaz, en al wat hij gedaan
7578 2Kon 14:8 | der kronieken der koningen van Israel? ~
7579 2Kon 14:10 | zeven en dertigste jaar van Joas, den koning van Juda,
7580 2Kon 14:10 | jaar van Joas, den koning van Juda, werd Joas, de zoon
7581 2Kon 14:10 | Juda, werd Joas, de zoon van Joahaz, koning over Israel,
7582 2Kon 14:11 | HEEREN; hij week niet af van al de zonden van Jerobeam,
7583 2Kon 14:11 | niet af van al de zonden van Jerobeam, dien zoon van
7584 2Kon 14:11 | van Jerobeam, dien zoon van Nebat, die Israel zondigen
7585 2Kon 14:12 | overige nu der geschiedenissen van Joas, en al wat hij gedaan
7586 2Kon 14:12 | tegen Amazia, den koning van Juda, zijn die niet geschreven
7587 2Kon 14:12 | der kronieken der koningen van Israel? ~
7588 2Kon 14:13 | Samaria, bij de koningen van Israel. ~
7589 2Kon 14:14 | Elisa nu was krank geweest van zijn krankheid, van dewelke
7590 2Kon 14:14 | geweest van zijn krankheid, van dewelke hij stierf; en Joas,
7591 2Kon 14:14 | stierf; en Joas, de koning van Israel, was tot hem afgekomen,
7592 2Kon 14:16 | hij zeide tot den koning van Israel: Leg uw hand aan
7593 2Kon 14:18 | zeide hij tot den koning van Israel: Sla tegen de aarde.
7594 2Kon 14:21 | zij den man in het graf van Elisa; en toen de man daarin
7595 2Kon 14:21 | daarin kwam, en het gebeente van Elisa aanroerde, werd hij
7596 2Kon 14:22 | 22 Hazael nu, de koning van Syrie, verdrukte Israel,
7597 2Kon 14:22 | verdrukte Israel, al de dagen van Joahaz. ~
7598 2Kon 14:23 | heeft hen niet verworpen van Zijn aangezicht, tot nu
7599 2Kon 14:24 | 24 En Hazael, de koning van Syrie, stierf, en zijn zoon
7600 2Kon 14:25 | 25 Joas nu, de zoon van Joahaz, nam de steden weder
7601 2Kon 14:25 | steden weder in, uit de hand van Benhadad, den zoon van Hazael,
7602 2Kon 14:25 | hand van Benhadad, den zoon van Hazael, die hij uit de hand
7603 2Kon 14:25 | Hazael, die hij uit de hand van Joahaz, zijn vader, met
7604 2Kon 15:1 | 1 In het tweede jaar van Joas, den zoon van Joahaz,
7605 2Kon 15:1 | jaar van Joas, den zoon van Joahaz, den koning van Israel,
7606 2Kon 15:1 | zoon van Joahaz, den koning van Israel, werd Amazia koning,
7607 2Kon 15:1 | werd Amazia koning, de zoon van Joas, den koning van Juda. ~
7608 2Kon 15:1 | zoon van Joas, den koning van Juda. ~
7609 2Kon 15:2 | zijner moeder was Joaddan van Jeruzalem. ~
7610 2Kon 15:6 | geschreven is in het wetboek van Mozes, waar de HEERE geboden
7611 2Kon 15:8 | boden tot Joas, den zoon van Joahaz, den zoon van Jehu,
7612 2Kon 15:8 | zoon van Joahaz, den zoon van Jehu, den koning van Israel,
7613 2Kon 15:8 | zoon van Jehu, den koning van Israel, zeggende: Kom, laat
7614 2Kon 15:9 | 9 Maar Joas, de koning van Israel, zond tot Amazia,
7615 2Kon 15:9 | zond tot Amazia, den koning van Juda, zeggende: De distel,
7616 2Kon 15:11 | daarom toog Joas, de koning van Israel, op, zodat hij en
7617 2Kon 15:11 | hij en Amazia, de koning van Juda, elkanders aangezicht
7618 2Kon 15:12 | geslagen voor het aangezicht van Israel, en zij vloden, een
7619 2Kon 15:13 | 13 En Joas, de koning van Israel, greep Amazia, den
7620 2Kon 15:13 | greep Amazia, den koning van Juda, den zoon van Joas,
7621 2Kon 15:13 | koning van Juda, den zoon van Joas, den zoon van Ahazia,
7622 2Kon 15:13 | zoon van Joas, den zoon van Ahazia, te Beth-Semes, en
7623 2Kon 15:13 | en hij brak aan den muur van Jeruzalem, van de poort
7624 2Kon 15:13 | den muur van Jeruzalem, van de poort van Efraim tot
7625 2Kon 15:13 | Jeruzalem, van de poort van Efraim tot aan de Hoekpoort,
7626 2Kon 15:14 | HEEREN, en in de schatten van des konings huis, mitsgaders
7627 2Kon 15:15 | overige nu der geschiedenissen van Joas, wat hij gedaan heeft,
7628 2Kon 15:15 | tegen Amazia, den koning van Juda, zijn die niet geschreven
7629 2Kon 15:15 | der kronieken der koningen van Israel? ~
7630 2Kon 15:16 | begraven bij de koningen van Israel; en zijn zoon Jerobeam
7631 2Kon 15:17 | 17 Amazia nu, de zoon van Joas, koning van Juda, leefde
7632 2Kon 15:17 | de zoon van Joas, koning van Juda, leefde na den dood
7633 2Kon 15:17 | Juda, leefde na den dood van Joas, den zoon van Joahaz,
7634 2Kon 15:17 | dood van Joas, den zoon van Joahaz, den koning van Israel,
7635 2Kon 15:17 | zoon van Joahaz, den koning van Israel, vijftien jaren. ~
7636 2Kon 15:18 | overige nu der geschiedenissen van Amazia, is dat niet geschreven
7637 2Kon 15:18 | der kronieken der koningen van Juda? ~
7638 2Kon 15:21 | 21 En het ganse volk van Juda nam Azaria (die nu
7639 2Kon 15:21 | maakten hem koning in plaats van zijn vader Amazia. ~
7640 2Kon 15:23 | 23 In het vijftiende jaar van Amazia, den zoon van Joas,
7641 2Kon 15:23 | jaar van Amazia, den zoon van Joas, den koning van Juda,
7642 2Kon 15:23 | zoon van Joas, den koning van Juda, werd te Samaria koning,
7643 2Kon 15:23 | koning, Jerobeam, de zoon van Joas, koning van Israel,
7644 2Kon 15:23 | de zoon van Joas, koning van Israel, en regeerde een
7645 2Kon 15:24 | des HEEREN; hij week niet van alle zonden van Jerobeam,
7646 2Kon 15:24 | week niet van alle zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat,
7647 2Kon 15:24 | zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen
7648 2Kon 15:25 | bracht ook weder de landpale van Israel van den ingang van
7649 2Kon 15:25 | weder de landpale van Israel van den ingang van Hamath, tot
7650 2Kon 15:25 | van Israel van den ingang van Hamath, tot aan de zee van
7651 2Kon 15:25 | van Hamath, tot aan de zee van het vlakke veld; naar het
7652 2Kon 15:25 | woord des HEEREN, des Gods van Israel, dat Hij gesproken
7653 2Kon 15:25 | gesproken had door den dienst van Zijn knecht Jona, den zoon
7654 2Kon 15:25 | Zijn knecht Jona, den zoon van Amitthai, den profeet, die
7655 2Kon 15:25 | Amitthai, den profeet, die van Gath-hefer was. ~
7656 2Kon 15:26 | HEERE zag, dat de ellende van Israel zeer bitter was,
7657 2Kon 15:27 | gesproken, dat Hij den naam van Israel van onder den hemel
7658 2Kon 15:27 | Hij den naam van Israel van onder den hemel verdelgen
7659 2Kon 15:27 | verloste hen door de hand van Jerobeam, den zoon van Joas. ~
7660 2Kon 15:27 | hand van Jerobeam, den zoon van Joas. ~
7661 2Kon 15:28 | overige nu der geschiedenissen van Jerobeam, en al wat hij
7662 2Kon 15:28 | der kronieken der koningen van Israel? ~
7663 2Kon 15:29 | vaderen, met de koningen van Israel; en zijn zoon Zacharia
7664 2Kon 16:1 | zeven en twintigste jaar van Jerobeam, den koning van
7665 2Kon 16:1 | van Jerobeam, den koning van Israel, werd koning Azaria,
7666 2Kon 16:1 | werd koning Azaria, de zoon van Amazia, den koning van Juda. ~
7667 2Kon 16:1 | zoon van Amazia, den koning van Juda. ~
7668 2Kon 16:2 | zijner moeder was Jecholia, van Jeruzalem. ~
7669 2Kon 16:6 | overige nu der geschiedenissen van Azaria, en al wat hij gedaan
7670 2Kon 16:6 | der kronieken der koningen van Juda? ~
7671 2Kon 16:8 | het acht en dertigste jaar van Azaria, den koning van Juda,
7672 2Kon 16:8 | jaar van Azaria, den koning van Juda, regeerde Zacharia,
7673 2Kon 16:8 | regeerde Zacharia, de zoon van Jerobeam, over Israel te
7674 2Kon 16:9 | hadden; hij week niet af van de zonden van Jerobeam,
7675 2Kon 16:9 | week niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat,
7676 2Kon 16:9 | zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen
7677 2Kon 16:10 | 10 En Sallum, de zoon van Jabes, maakte een verbintenis
7678 2Kon 16:11 | overige nu der geschiedenissen van Zacharia, ziet, dat is geschreven
7679 2Kon 16:11 | der kronieken der koningen van Israel. ~
7680 2Kon 16:12 | zeggende: U zullen zonen van het vierde gelid op den
7681 2Kon 16:12 | vierde gelid op den troon van Israel zitten; en het is
7682 2Kon 16:13 | 13 Sallum, de zoon van Jabes, werd koning, in het
7683 2Kon 16:13 | negen en dertigste jaar van Uzzia, den koning van Juda;
7684 2Kon 16:13 | jaar van Uzzia, den koning van Juda; en hij regeerde een
7685 2Kon 16:14 | 14 Want Menahem, de zoon van Gadi, toog op van Thirza,
7686 2Kon 16:14 | de zoon van Gadi, toog op van Thirza, en kwam te Samaria,
7687 2Kon 16:14 | en sloeg Sallum, den zoon van Jabes, te Samaria, en doodde
7688 2Kon 16:15 | overige nu der geschiedenissen van Sallum, en zijn verbintenis,
7689 2Kon 16:15 | der kronieken der koningen van Israel. ~
7690 2Kon 16:16 | waren, ook haar landpalen van Thirza af; omdat men niet
7691 2Kon 16:17 | negen en dertigste jaar van Azaria, den koning van Juda,
7692 2Kon 16:17 | jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Menahem, den
7693 2Kon 16:17 | werd Menahem, den zoon van Gadi, koning over Israel,
7694 2Kon 16:18 | week al zijn dagen niet af van de zonden van Jerobeam,
7695 2Kon 16:18 | dagen niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat,
7696 2Kon 16:18 | zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen
7697 2Kon 16:19 | Toen kwam Pul, de koning van Assyrie, tegen het land;
7698 2Kon 16:20 | Menahem nu bracht dit geld op van Israel, van alle geweldigen
7699 2Kon 16:20 | dit geld op van Israel, van alle geweldigen van vermogen,
7700 2Kon 16:20 | Israel, van alle geweldigen van vermogen, om den koning
7701 2Kon 16:20 | vermogen, om den koning van Assyrie te geven, voor elk
7702 2Kon 16:20 | sikkels; alzo keerde de koning van Assyrie weder, en bleef
7703 2Kon 16:21 | overige nu der geschiedenissen van Menahem, en al wat hij gedaan
7704 2Kon 16:21 | der kronieken der koningen van Israel? ~
7705 2Kon 16:23 | 23 In het vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda,
7706 2Kon 16:23 | jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Pekahia, de zoon
7707 2Kon 16:23 | Juda, werd Pekahia, de zoon van Menahem, koning over Israel,
7708 2Kon 16:24 | HEEREN; hij week niet af van de zonden van Jerobeam,
7709 2Kon 16:24 | week niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat,
7710 2Kon 16:24 | zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen
7711 2Kon 16:25 | 25 En Pekah, de zoon van Remalia, zijn hoofdman,
7712 2Kon 16:25 | te Samaria, in het paleis van het huis des konings, met
7713 2Kon 16:25 | en met hem vijftig mannen van de kinderen der Gileadieten;
7714 2Kon 16:26 | overige nu der geschiedenissen van Pekahia, en al wat hij gedaan
7715 2Kon 16:26 | der kronieken der koningen van Israel. ~
7716 2Kon 16:27 | twee en vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda,
7717 2Kon 16:27 | jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Pekah, de zoon
7718 2Kon 16:27 | Juda, werd Pekah, de zoon van Remalia, koning over Israel,
7719 2Kon 16:28 | HEEREN; hij week niet af van de zonden van Jerobeam,
7720 2Kon 16:28 | week niet af van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat,
7721 2Kon 16:28 | zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen
7722 2Kon 16:29 | dagen Pekah, den koning van Israel, kwam Tiglath-Pilezer,
7723 2Kon 16:29 | Tiglath-Pilezer, de koning van Assyrie, en nam Ijon in,
7724 2Kon 16:29 | Galilea, het ganse land van Nafthali; en hij voerde
7725 2Kon 16:30 | 30 En Hosea, de zoon van Ela, maakte een verbintenis
7726 2Kon 16:30 | verbintenis tegen Pekah, den zoon van Remalia, en sloeg hem, en
7727 2Kon 16:30 | in het twintigste jaar van Jotham, den zoon van Uzzia. ~
7728 2Kon 16:30 | jaar van Jotham, den zoon van Uzzia. ~
7729 2Kon 16:31 | overige nu der geschiedenissen van Pekah, en al wat hij gedaan
7730 2Kon 16:31 | der kronieken der koningen van Israel. ~
7731 2Kon 16:32 | 32 In het tweede jaar van Pekah, den zoon van Remalia,
7732 2Kon 16:32 | jaar van Pekah, den zoon van Remalia, den koning van
7733 2Kon 16:32 | van Remalia, den koning van Israel, werd Jotham koning,
7734 2Kon 16:32 | werd Jotham koning, de zoon van Uzzia, den koning van Juda. ~
7735 2Kon 16:32 | zoon van Uzzia, den koning van Juda. ~
7736 2Kon 16:33 | moeder was Jerusa, de dochter van Zadok. ~
7737 2Kon 16:36 | overige nu der geschiedenissen van Jotham, en al wat hij gedaan
7738 2Kon 16:36 | der kronieken der koningen van Juda? ~
7739 2Kon 16:37 | zenden Rezin, den koning van Syrie, en Pekah, den zoon
7740 2Kon 16:37 | Syrie, en Pekah, den zoon van Remalia. ~
7741 2Kon 16:38 | zijn vaderen in de stad van zijn vader David; en zijn
7742 2Kon 17:1 | In het zeventiende jaar van Pekah, den zoon van Remalia,
7743 2Kon 17:1 | jaar van Pekah, den zoon van Remalia, werd Achaz koning,
7744 2Kon 17:1 | werd Achaz koning, de zoon van Jotham, den koning van Juda. ~
7745 2Kon 17:1 | zoon van Jotham, den koning van Juda. ~
7746 2Kon 17:3 | in den weg der koningen van Israel; ja, hij deed ook
7747 2Kon 17:5 | Toen toog Rezin, de koning van Syrie, op, met Pekah, den
7748 2Kon 17:5 | op, met Pekah, den zoon van Remalia, den koning van
7749 2Kon 17:5 | van Remalia, den koning van Israel, naar Jeruzalem ten
7750 2Kon 17:6 | bracht Rezin, de koning van Syrie, Elath weder aan Syrie,
7751 2Kon 17:7 | Tiglath-Pilezer, den koning van Assyrie, zeggende: Ik ben
7752 2Kon 17:7 | en verlos mij uit de hand van den koning van Syrie, en
7753 2Kon 17:7 | uit de hand van den koning van Syrie, en uit de hand van
7754 2Kon 17:7 | van Syrie, en uit de hand van den koning van Israel, die
7755 2Kon 17:7 | uit de hand van den koning van Israel, die zich tegen mij
7756 2Kon 17:8 | HEEREN, en in de schatten van het huis des konings gevonden
7757 2Kon 17:8 | en hij zond den koning van Assyrie een geschenk. ~
7758 2Kon 17:9 | 9 Zo hoorde de koning van Assyrie naar hem; want de
7759 2Kon 17:9 | naar hem; want de koning van Assyrie toog op tegen Damaskus,
7760 2Kon 17:10 | Tiglath-Pilezer, den koning van Assyrie, tegemoet, naar
7761 2Kon 17:10 | priester Uria de gelijkenis van het altaar, en zijn afbeelding,
7762 2Kon 17:11 | alles, wat de koning Achaz van Damaskus ontboden had; alzo
7763 2Kon 17:11 | tegen dat de koning Achaz van Damaskus kwam. ~
7764 2Kon 17:12 | 12 Als nu de koning van Damaskus gekomen was, zag
7765 2Kon 17:14 | HEEREN was, dat bracht hij van het voorste deel van het
7766 2Kon 17:14 | hij van het voorste deel van het huis, van tussen zijn
7767 2Kon 17:14 | voorste deel van het huis, van tussen zijn altaar, en van
7768 2Kon 17:14 | van tussen zijn altaar, en van tussen het huis des HEEREN,
7769 2Kon 17:15 | spijsoffer, en het brandoffer van al het volk des lands, en
7770 2Kon 17:17 | stellingen af, en nam die van boven het wasvat weg, en
7771 2Kon 17:17 | wasvat weg, en deed de zee af van de koperen runderen, die
7772 2Kon 17:18 | des konings nam hij weg van het huis des HEEREN, vanwege
7773 2Kon 17:18 | HEEREN, vanwege den koning van Assyrie. ~
7774 2Kon 17:19 | overige nu der geschiedenissen van Achaz, wat hij gedaan heeft,
7775 2Kon 17:19 | der kronieken der koningen van Juda? ~
7776 2Kon 18:1 | In het zeventiende jaar van Pekah, den zoon van Remalia,
7777 2Kon 18:1 | jaar van Pekah, den zoon van Remalia, werd Achaz koning,
7778 2Kon 18:1 | werd Achaz koning, de zoon van Jotham, den koning van Juda. ~
7779 2Kon 18:1 | zoon van Jotham, den koning van Juda. ~
7780 2Kon 18:3 | in den weg der koningen van Israel; ja, hij deed ook
7781 2Kon 18:5 | Toen toog Rezin, de koning van Syrie, op, met Pekah, den
7782 2Kon 18:5 | op, met Pekah, den zoon van Remalia, den koning van
7783 2Kon 18:5 | van Remalia, den koning van Israel, naar Jeruzalem ten
7784 2Kon 18:6 | bracht Rezin, de koning van Syrie, Elath weder aan Syrie,
7785 2Kon 18:7 | Tiglath-Pilezer, den koning van Assyrie, zeggende: Ik ben
7786 2Kon 18:7 | en verlos mij uit de hand van den koning van Syrie, en
7787 2Kon 18:7 | uit de hand van den koning van Syrie, en uit de hand van
7788 2Kon 18:7 | van Syrie, en uit de hand van den koning van Israel, die
7789 2Kon 18:7 | uit de hand van den koning van Israel, die zich tegen mij
7790 2Kon 18:8 | HEEREN, en in de schatten van het huis des konings gevonden
7791 2Kon 18:8 | en hij zond den koning van Assyrie een geschenk. ~
7792 2Kon 18:9 | 9 Zo hoorde de koning van Assyrie naar hem; want de
7793 2Kon 18:9 | naar hem; want de koning van Assyrie toog op tegen Damaskus,
7794 2Kon 18:10 | Tiglath-Pilezer, den koning van Assyrie, tegemoet, naar
7795 2Kon 18:10 | priester Uria de gelijkenis van het altaar, en zijn afbeelding,
7796 2Kon 18:11 | alles, wat de koning Achaz van Damaskus ontboden had; alzo
7797 2Kon 18:11 | tegen dat de koning Achaz van Damaskus kwam. ~
7798 2Kon 18:12 | 12 Als nu de koning van Damaskus gekomen was, zag
7799 2Kon 18:14 | HEEREN was, dat bracht hij van het voorste deel van het
7800 2Kon 18:14 | hij van het voorste deel van het huis, van tussen zijn
7801 2Kon 18:14 | voorste deel van het huis, van tussen zijn altaar, en van
7802 2Kon 18:14 | van tussen zijn altaar, en van tussen het huis des HEEREN,
7803 2Kon 18:15 | spijsoffer, en het brandoffer van al het volk des lands, en
7804 2Kon 18:17 | stellingen af, en nam die van boven het wasvat weg, en
7805 2Kon 18:17 | wasvat weg, en deed de zee af van de koperen runderen, die
7806 2Kon 18:18 | des konings nam hij weg van het huis des HEEREN, vanwege
7807 2Kon 18:18 | HEEREN, vanwege den koning van Assyrie. ~
7808 2Kon 18:19 | overige nu der geschiedenissen van Achaz, wat hij gedaan heeft,
7809 2Kon 18:19 | der kronieken der koningen van Juda? ~
7810 2Kon 19:1 | 1 In het twaalfde jaar van Achaz, den koning van Juda,
7811 2Kon 19:1 | jaar van Achaz, den koning van Juda, werd Hosea, de zoon
7812 2Kon 19:1 | Juda, werd Hosea, de zoon van Ela, koning over Israel
7813 2Kon 19:2 | evenwel niet, als de koningen van Israel, die voor hem geweest
7814 2Kon 19:3 | toog op Salmaneser, koning van Assyrie; en Hosea werd zijn
7815 2Kon 19:4 | 4 Maar de koning van Assyrie bevond een verbintenis
7816 2Kon 19:4 | dat hij tot So, den koning van Egypte, boden gezonden had,
7817 2Kon 19:4 | geschenk aan den koning van Assyrie niet als te voren
7818 2Kon 19:4 | Assyrie niet als te voren van jaar tot jaar opbracht;
7819 2Kon 19:4 | zo besloot hem de koning van Assyrie, en bond hem in
7820 2Kon 19:5 | 5 Want de koning van Assyrie toog op in het ganse
7821 2Kon 19:6 | 6 In het negende jaar van Hosea, nam de koning van
7822 2Kon 19:6 | van Hosea, nam de koning van Assyrie Samaria in, en voerde
7823 2Kon 19:7 | Egypteland opgebracht had, van onder de hand van Farao,
7824 2Kon 19:7 | opgebracht had, van onder de hand van Farao, den koning van Egypte;
7825 2Kon 19:7 | hand van Farao, den koning van Egypte; en hadden andere
7826 2Kon 19:8 | verdreven had, en der koningen van Israel, die ze gemaakt hadden. ~
7827 2Kon 19:9 | gebouwd in al hun steden, van den wachttoren af tot de
7828 2Kon 19:11 | de heidenen, die de HEERE van hun aangezichten weggevoerd
7829 2Kon 19:13 | tegen Juda, door den dienst van alle profeten, van alle
7830 2Kon 19:13 | dienst van alle profeten, van alle zieners, betuigd had,
7831 2Kon 19:13 | had, zeggende: Bekeert u van uw boze wegen en houdt Mijn
7832 2Kon 19:13 | die Ik tot u door de hand van Mijn knechten, de profeten,
7833 2Kon 19:15 | heidenen, die rondom hen waren, van dewelke de HEERE hun geboden
7834 2Kon 19:18 | Israel, dat Hij hen wegdeed van Zijn aangezicht; er bleef
7835 2Kon 19:18 | niets over, behalve de stam van Juda alleen. ~
7836 2Kon 19:19 | wandelden in de inzettingen van Israel, die zij gemaakt
7837 2Kon 19:20 | de HEERE het ganse zaad van Israel, en bedrukte hen,
7838 2Kon 19:20 | der rovers, totdat Hij hen van Zijn aangezicht weggeworpen
7839 2Kon 19:21 | Want Hij scheurde Israel van het huis van David af, en
7840 2Kon 19:21 | scheurde Israel van het huis van David af, en zij maakten
7841 2Kon 19:21 | maakten Jerobeam, den zoon van Nebat, koning; en Jerobeam
7842 2Kon 19:21 | Jerobeam dreef Israel af van achter den HEERE, en hij
7843 2Kon 19:22 | kinderen Israels in alle zonden van Jerobeam die hij gedaan
7844 2Kon 19:23 | 23 Totdat de HEERE Israel van Zijn aangezicht wegdeed,
7845 2Kon 19:23 | gesproken had door den dienst van al Zijn knechten, de profeten;
7846 2Kon 19:24 | 24 De koning nu van Assyrie bracht volk van
7847 2Kon 19:24 | van Assyrie bracht volk van Babel, en van Chuta, en
7848 2Kon 19:24 | bracht volk van Babel, en van Chuta, en van Avva, en van
7849 2Kon 19:24 | Babel, en van Chuta, en van Avva, en van Hamath, en
7850 2Kon 19:24 | van Chuta, en van Avva, en van Hamath, en Sefarvaim, en
7851 2Kon 19:24 | deed hen wonen in de steden van Samaria, in de plaats der
7852 2Kon 19:25 | leeuwen onder hen, die enigen van hen doodden. ~
7853 2Kon 19:26 | spraken zij tot den koning van Assyrie, zeggende: De volken,
7854 2Kon 19:26 | doen wonen in de steden van Samaria, weten de wijze
7855 2Kon 19:26 | weten de wijze des Gods van het land niet; daarom heeft
7856 2Kon 19:26 | weten de wijze des Gods van het land. ~
7857 2Kon 19:27 | 27 Toen gebood de koning van Assyrie, zeggende: Brengt
7858 2Kon 19:27 | daarheen, die gijlieden van daar weggevoerd hebt, dat
7859 2Kon 19:27 | hun lere de wijze des Gods van het land. ~
7860 2Kon 19:28 | uit de priesteren, die zij van Samaria weggevoerd hadden,
7861 2Kon 19:30 | 30 Want de lieden van Babel maakten Sukkoth Benoth,
7862 2Kon 19:30 | Sukkoth Benoth, en de lieden van Chut maakten Nergal, en
7863 2Kon 19:30 | maakten Nergal, en de lieden van Hamath maakten Asima, ~
7864 2Kon 19:31 | Adramelech en Anamelech, de goden van Sefarvaim, met vuur. ~
7865 2Kon 19:32 | den HEERE, en maakten zich van hun geringsten priesteren
7866 2Kon 19:33 | naar de wijze der volken, van dewelke zij die weggevoerd
7867 2Kon 19:34 | geboden heeft aan de kinderen van Jakob, dien Hij den naam
7868 2Kon 19:39 | zal u redden uit de hand van al uw vijanden. ~
7869 2Kon 20:1 | geschiedde nu in het derde jaar van Hosea, den zoon van Ela,
7870 2Kon 20:1 | jaar van Hosea, den zoon van Ela, den koning van Israel,
7871 2Kon 20:1 | zoon van Ela, den koning van Israel, dat Hizkia koning
7872 2Kon 20:1 | Hizkia koning werd, de zoon van Achaz, koning van Juda. ~
7873 2Kon 20:1 | de zoon van Achaz, koning van Juda. ~
7874 2Kon 20:2 | moeder was Abi, een dochter van Zacharia. ~
7875 2Kon 20:5 | was onder alle koningen van Juda, noch die voor hem
7876 2Kon 20:6 | HEERE aan; hij week niet van Hem na te volgen, en hij
7877 2Kon 20:7 | kloekelijk; daartoe viel hij af van den koning van Assyrie,
7878 2Kon 20:7 | viel hij af van den koning van Assyrie, dat hij hem niet
7879 2Kon 20:8 | toe, en haar landpalen, van den wachttoren af tot de
7880 2Kon 20:9 | geschiedde nu in het vierde jaar van den koning Hizkia (hetwelk
7881 2Kon 20:9 | hetwelk was het zevende jaar van Hosea, den zoon van Ela,
7882 2Kon 20:9 | jaar van Hosea, den zoon van Ela, den koning van Israel)
7883 2Kon 20:9 | zoon van Ela, den koning van Israel) dat Salmaneser,
7884 2Kon 20:9 | dat Salmaneser, de koning van Assyrie, opkwam tegen Samaria,
7885 2Kon 20:10 | namen haar in ten einde van drie jaren, in het zesde
7886 2Kon 20:10 | jaren, in het zesde jaar van Hizkia; het was het negende
7887 2Kon 20:10 | het was het negende jaar van Hosea, den koning van Israel,
7888 2Kon 20:10 | jaar van Hosea, den koning van Israel, als Samaria ingenomen
7889 2Kon 20:11 | 11 En de koning van Assyrie voerde Israel weg
7890 2Kon 20:13 | Maar in het veertiende jaar van den koning Hizkia kwam Sanherib,
7891 2Kon 20:13 | kwam Sanherib, de koning van Assyrie, op tegen alle vaste
7892 2Kon 20:13 | tegen alle vaste steden van Juda, en nam ze in. ~
7893 2Kon 20:14 | Toen zond Hizkia, de koning van Juda, tot den koning van
7894 2Kon 20:14 | van Juda, tot den koning van Assyrie, naar Lachis, zeggende:
7895 2Kon 20:14 | Ik heb gezondigd, keer af van mij, wat gij mij opleggen
7896 2Kon 20:14 | dragen. Toen legde de koning van Assyrie Hizkia, den koning
7897 2Kon 20:14 | Assyrie Hizkia, den koning van Juda, driehonderd talenten
7898 2Kon 20:15 | HEEREN, en in de schatten van het huis des konings. ~
7899 2Kon 20:16 | sneed Hizkia het goud af van de deuren van den tempel
7900 2Kon 20:16 | het goud af van de deuren van den tempel des HEEREN, en
7901 2Kon 20:16 | den tempel des HEEREN, en van de posten, die Hizkia, de
7902 2Kon 20:16 | posten, die Hizkia, de koning van Juda, had laten overtrekken,
7903 2Kon 20:16 | en gaf dat aan de koning van Assyrie. ~
7904 2Kon 20:17 | 17 Evenwel zond de koning van Assyrie Tartan, en Rabsaris,
7905 2Kon 20:17 | en Rabsaris, en Rabsake, van Lachis tot den koning Hizkia,
7906 2Kon 20:17 | welke is bij den hogen weg van het veld des vollers. ~
7907 2Kon 20:18 | hen uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en
7908 2Kon 20:18 | schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier. ~
7909 2Kon 20:19 | grote koning, de koning van Assyrie: Wat vertrouwen
7910 2Kon 20:21 | alzo is Farao, de koning van Egypte, al dengenen, die
7911 2Kon 20:23 | met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik zal u twee
7912 2Kon 20:24 | zoudt gij dan het aangezicht van een enigen vorst van de
7913 2Kon 20:24 | aangezicht van een enigen vorst van de geringste knechten mijns
7914 2Kon 20:26 | Toen zeide Eljakim, de zoon van Hilkia, en Sebna, en Joah
7915 2Kon 20:28 | groten konings, des konings van Assyrie! ~
7916 2Kon 20:30 | stad zal niet in de hand van den koning van Assyrie gegeven
7917 2Kon 20:30 | in de hand van den koning van Assyrie gegeven worden. ~
7918 2Kon 20:31 | want zo zegt de koning van Assyrie: Handelt met mij
7919 2Kon 20:31 | mij uit, en eet, een ieder van zijn wijnstok, en een ieder
7920 2Kon 20:31 | zijn wijnstok, en een ieder van zijn vijgeboom; en drinkt
7921 2Kon 20:32 | als ulieder land, een land van koren en van most, een land
7922 2Kon 20:32 | land, een land van koren en van most, een land van brood
7923 2Kon 20:32 | koren en van most, een land van brood en van wijngaarden,
7924 2Kon 20:32 | most, een land van brood en van wijngaarden, een land van
7925 2Kon 20:32 | van wijngaarden, een land van olijven, van olie en van
7926 2Kon 20:32 | wijngaarden, een land van olijven, van olie en van honig; zo zult
7927 2Kon 20:32 | van olijven, van olie en van honig; zo zult gij leven
7928 2Kon 20:33 | enigszins gered uit de hand van den koning van Assyrie? ~
7929 2Kon 20:33 | uit de hand van den koning van Assyrie? ~
7930 2Kon 20:34 | 34 Waar zijn de goden van Hamath, en van Arpad? Waar
7931 2Kon 20:34 | de goden van Hamath, en van Arpad? Waar zijn de goden
7932 2Kon 20:34 | Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim, Hena en Ivva?
7933 2Kon 20:37 | Toen kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en
7934 2Kon 20:37 | schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot
7935 2Kon 20:37 | zij gaven hem de woorden van Rabsake te kennen. ~ ~
7936 2Kon 21:2 | Jesaja, den profeet, den zoon van Amoz; ~
7937 2Kon 21:4 | God, horen al de woorden van Rabsake, denwelken zijn
7938 2Kon 21:4 | denwelken zijn heer, de koning van Assyrie, gezonden heeft,
7939 2Kon 21:5 | 5 En de knechten van den koning Hizkia kwamen
7940 2Kon 21:6 | waarmede Mij de dienaars van den koning van Assyrie gelasterd
7941 2Kon 21:6 | dienaars van den koning van Assyrie gelasterd hebben. ~
7942 2Kon 21:8 | weder, en vond den koning van Assyrie, strijdende tegen
7943 2Kon 21:8 | hij had gehoord, dat hij van Lachis vertrokken was. ~
7944 2Kon 21:9 | 9 Als hij nu hoorde van Tirhaka, den koning van
7945 2Kon 21:9 | van Tirhaka, den koning van Cusch, zeggen: Ziet, hij
7946 2Kon 21:10 | spreken tot Hizkia, den koning van Juda, zeggende: Laat u uw
7947 2Kon 21:10 | zal in de hand des konings van Assyrie niet gegeven worden. ~
7948 2Kon 21:11 | gehoord, wat de koningen van Assyrie aan alle landen
7949 2Kon 21:12 | en Rezef, en de kinderen van Eden, die in Telasser waren? ~
7950 2Kon 21:13 | 13 Waar is de koning van Hamath, en de koning van
7951 2Kon 21:13 | van Hamath, en de koning van Arpad, en de koning der
7952 2Kon 21:15 | Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde,
7953 2Kon 21:16 | zie, en hoor de woorden van Sanherib, die dezen gezonden
7954 2Kon 21:17 | HEERE, hebben de koningen van Assyrie die heidenen en
7955 2Kon 21:18 | geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen;
7956 2Kon 21:20 | Toen zond Jesaja, de zoon van Amoz, tot Hizkia, zeggende:
7957 2Kon 21:20 | tegen Sanherib, den koning van Assyrie, heb Ik gehoord. ~
7958 2Kon 21:21 | De jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot
7959 2Kon 21:21 | zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd
7960 2Kon 21:23 | hoogten der bergen, de zijden van den Libanon; en ik zal zijn
7961 2Kon 21:25 | voren gedaan heb en dat van oude dagen af geformeerd
7962 2Kon 21:29 | in dit jaar eten zal, wat van zelf gewassen is; en in
7963 2Kon 21:30 | ontkomene, dat overgebleven is van het huis van Juda, zal wederom
7964 2Kon 21:30 | overgebleven is van het huis van Juda, zal wederom nederwaarts
7965 2Kon 21:31 | 31 Want van Jeruzalem zal het overblijfsel
7966 2Kon 21:31 | uitgaan, en het ontkomene van den berg Sion; de ijver
7967 2Kon 21:31 | den berg Sion; de ijver van den HEERE der heirscharen
7968 2Kon 21:32 | Daarom zo zegt de HEERE van den koning van Assyrie:
7969 2Kon 21:32 | de HEERE van den koning van Assyrie: Hij zal in deze
7970 2Kon 21:35 | uitvoer, en sloeg in het leger van Assyrie honderd vijf en
7971 2Kon 21:36 | vertrok Sanherib, de koning van Assyrie, en toog henen,
7972 2Kon 21:37 | nu, als hij in het huis van Nisroch, zijn god, zich
7973 2Kon 21:37 | zij ontkwamen in het land van Ararat; en Esar-Haddon,
7974 2Kon 22:1 | profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en zeide
7975 2Kon 22:5 | Zo zegt de HEERE, de God van uw vader David: Ik heb uw
7976 2Kon 22:6 | uit de hand des konings van Assyrie verlossen, mitsgaders
7977 2Kon 22:9 | zeide: Dit zal u een teken van den HEERE zijn, dat de HEERE
7978 2Kon 22:11 | gegaan was, in de graden van Achaz' zonnewijzer. ~
7979 2Kon 22:12 | Berodach Baladan de zoon van Baladan, de koning van Babel,
7980 2Kon 22:12 | zoon van Baladan, de koning van Babel, brieven en een geschenk
7981 2Kon 22:14 | hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen?
7982 2Kon 22:18 | 18 Daartoe zullen zij van uw zonen, die uit u zullen
7983 2Kon 22:18 | in het paleis des konings van Babel. ~
7984 2Kon 22:20 | overige nu der geschiedenissen van Hizkia, en al zijn macht,
7985 2Kon 22:20 | der kronieken der koningen van Juda? ~
7986 2Kon 23:3 | gelijk als Achab, de koning van Israel, gemaakt had, en
7987 2Kon 23:5 | hemels, in beide de voorhoven van het huis des HEEREN. ~
7988 2Kon 23:7 | stelde ook een gesneden beeld van het bos, dat hij gemaakt
7989 2Kon 23:7 | die Ik uit alle stammen van Israel verkoren heb, zal
7990 2Kon 23:8 | niet voortvaren den voet van Israel te bewegen uit dit
7991 2Kon 23:10 | de HEERE door den dienst van Zijn knechten, de profeten,
7992 2Kon 23:11 | Dewijl dat Manasse, de koning van Juda, deze gruwelen gedaan
7993 2Kon 23:13 | Jeruzalem het meetsnoer van Samaria trekken, mitsgaders
7994 2Kon 23:13 | mitsgaders het paslood van het huis van Achab; en Ik
7995 2Kon 23:13 | het paslood van het huis van Achab; en Ik zal Jeruzalem
7996 2Kon 23:15 | tot toorn verwekt hebben, van dien dag, dat hun vaderen
7997 2Kon 23:15 | dien dag, dat hun vaderen van Egypte uitgegaan zijn, ook
7998 2Kon 23:16 | bloed, totdat hij Jeruzalem van het ene einde tot het andere
7999 2Kon 23:17 | overige der geschiedenissen van Manasse, en al wat hij gedaan
8000 2Kon 23:17 | der kronieken der koningen van Juda? ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256 |