1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256
Book Chapter: Verse
12501 Jes 1:23 | metgezellen der dieven, een ieder van hen heeft de geschenken
12502 Jes 1:24 | wee! Ik zal Mij troosten van Mijn wederpartijders. Ik
12503 Jes 1:24 | wederpartijders. Ik zal Mij wreken van Mijn vijanden. ~
12504 Jes 2:1 | woord, dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over
12505 Jes 2:2 | laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal
12506 Jes 2:3 | des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij
12507 Jes 2:3 | Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij
12508 Jes 2:5 | 5 Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen
12509 Jes 2:6 | Gij hebt Uw volk, het huis van Jakob, verlaten, want zij
12510 Jes 2:13 | hoge en verhevene cederen van Libanon, en tegen alle eiken
12511 Jes 2:13 | Libanon, en tegen alle eiken van Basan; ~
12512 Jes 2:16 | En tegen alle schepen van Tarsis, en tegen alle gewenste
12513 Jes 2:22 | Laat gijlieden dan af van den mens, wiens adem in
12514 Jes 3:1 | HEERE der heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda wegnemen
12515 Jes 3:1 | heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda wegnemen den stok en
12516 Jes 3:3 | 3 Den overste van vijftig, en den aanzienlijke,
12517 Jes 3:16 | Daarom dat de dochteren van Sion zich verheffen, en
12518 Jes 3:17 | den schedel der dochteren van Sion schurftig maken, en
12519 Jes 3:24 | gordel, en kaalheid in plaats van haarvlechten, en omgording
12520 Jes 3:24 | omgording eens zaks in plaats van een wijden rok, en
12521 Jes 3:24 | en verbranding in plaats van schoonheid. ~
12522 Jes 4:4 | hebben den drek der dochteren van Sion, en de bloedschulden
12523 Jes 4:4 | Sion, en de bloedschulden van Jeruzalem zal verdreven
12524 Jes 4:5 | HEERE zal over alle woning van den berg Sions, en over
12525 Jes 5:1 | lied mijns Liefsten zingen van Zijn wijngaard; Mijn Beminde
12526 Jes 5:2 | Hij heeft dien omtuind, en van stenen gezuiverd, en Hij
12527 Jes 5:3 | Nu dan, gij inwoners van Jeruzalem, en gij mannen
12528 Jes 5:3 | Jeruzalem, en gij mannen van Juda, oordeelt toch tussen
12529 Jes 5:7 | 7 Want de wijngaard van den HEERE der heirscharen
12530 Jes 5:7 | heirscharen is het huis van Israel, en de mannen van
12531 Jes 5:7 | van Israel, en de mannen van Juda zijn een plant Zijner
12532 Jes 5:13 | hun menigte zal verdorren van dorst. ~
12533 Jes 5:14 | gedruis, en die in haar van vreugde opspringt. ~
12534 Jes 5:19 | den raadslag des Heiligen van Israel, dat wij het vernemen! ~
12535 Jes 5:23 | gerechtigheid der rechtvaardigen van dezelven afwenden. ~
12536 Jes 5:24 | en de rede des Heiligen van Israel versmaden. ~
12537 Jes 5:26 | opwerpen onder de heidenen van verre, en Hij zal hen herwaarts
12538 Jes 5:26 | zal hen herwaarts sissen van het einde der aarde; en
12539 Jes 5:29 | Hun gebrul zal zijn als van een ouden leeuw, en zij
12540 Jes 6:3 | heirscharen! De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol! ~
12541 Jes 6:4 | der dorpels zich bewogen van de stem des roependen; en
12542 Jes 6:5 | verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik
12543 Jes 6:5 | midden eens volks, dat onrein van lippen is; want mijn ogen
12544 Jes 6:6 | 6 Maar een van de serafs vloog tot mij,
12545 Jes 6:6 | hand, die hij met de tang van het altaar genomen had. ~
12546 Jes 6:7 | aangeroerd; alzo is uw misdaad van u geweken, en uw zonde is
12547 Jes 7:1 | geschiedde nu in de dagen van Achaz, den zoon van Jotham,
12548 Jes 7:1 | dagen van Achaz, den zoon van Jotham, den zoon van Uzzia,
12549 Jes 7:1 | zoon van Jotham, den zoon van Uzzia, den koning van Juda,
12550 Jes 7:1 | zoon van Uzzia, den koning van Juda, dat Rezin, de koning
12551 Jes 7:1 | Juda, dat Rezin, de koning van Syrie, en Pekah, de zoon
12552 Jes 7:1 | Syrie, en Pekah, de zoon van Remalia, de koning
12553 Jes 7:1 | Remalia, de koning van Israel, optoog naar Jeruzalem,
12554 Jes 7:2 | des wouds bewogen worden van den wind. ~
12555 Jes 7:3 | Schear-Jaschub, aan het einde van den watergang des oppersten
12556 Jes 7:3 | vijvers, aan den hogen weg van het veld des vollers; ~
12557 Jes 7:4 | de ontsteking des toorns van Rezin en der Syriers,
12558 Jes 7:4 | Rezin en der Syriers, en van den zoon van Remalia; ~
12559 Jes 7:4 | Syriers, en van den zoon van Remalia; ~
12560 Jes 7:5 | met Efraim en den zoon van Remalia, zeggende: ~
12561 Jes 7:6 | onder ons delen, en den zoon van Tabeal koning maken in het
12562 Jes 7:6 | koning maken in het midden van hen. ~
12563 Jes 7:8 | Maar Damaskus zal het hoofd van Syrie zijn, en Rezin het
12564 Jes 7:8 | zijn, en Rezin het hoofd van Damaskus; en in nog vijf
12565 Jes 7:9 | Efraims hoofd zijn, en de zoon van Remalia het hoofd van Samaria.
12566 Jes 7:9 | zoon van Remalia het hoofd van Samaria. Indien gijlieden
12567 Jes 7:11 | 11 Eis u een teken van den HEERE, uw God; eis beneden
12568 Jes 7:13 | gijlieden nu, gij, huis van David! is het ulieden te
12569 Jes 7:16 | verdrietig zijt, verlaten zijn van zijn twee koningen. ~
12570 Jes 7:17 | hoedanige niet gekomen zijn van dien dag af, dat Efraim
12571 Jes 7:17 | dien dag af, dat Efraim van Juda is afgeweken, door
12572 Jes 7:17 | afgeweken, door den koning van Assyrie. ~
12573 Jes 7:18 | aan het einde der rivieren van Egypte zijn, en de bijen
12574 Jes 7:18 | de bijen die in het land van Assur zijn. ~
12575 Jes 7:20 | rivier is, door den koning van Assyrie, afscheren het hoofd,
12576 Jes 7:23 | wijnstokken geweest zijn, van duizend zilverlingen, tot
12577 Jes 7:25 | zullen wezen tot inzending van den os, en tot vertreding
12578 Jes 7:25 | en tot vertreding van het kleinvee. ~ ~ ~ ~ ~
12579 Jes 8:2 | priester, en Zacharia, den zoon van Jeberechja. ~
12580 Jes 8:4 | moeder! zal men den rijkdom van Damaskus, en den buit van
12581 Jes 8:4 | van Damaskus, en den buit van Samaria dragen voor het
12582 Jes 8:4 | dragen voor het aangezicht van den koning van Assur. ~
12583 Jes 8:4 | aangezicht van den koning van Assur. ~
12584 Jes 8:6 | volk veracht de wateren van Siloa, die zachtjes gaan,
12585 Jes 8:6 | is bij Rezin en den zoon van Remalia; ~
12586 Jes 8:7 | wateren der rivier, den koning van Assyrie en al zijn heerlijkheid;
12587 Jes 8:11 | hand, en Hij onderwees mij van niet te wandelen op den
12588 Jes 8:12 | zeggen: Een verbintenis, van alles, waar dit volk van
12589 Jes 8:12 | van alles, waar dit volk van zegt: Het is een verbintenis;
12590 Jes 8:14 | struikeling den twee huizen van Israel, tot een strik en
12591 Jes 8:17 | aangezicht verbergt voor het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten. ~
12592 Jes 8:18 | tot wonderen in Israel, van den HEERE der heirscharen,
12593 Jes 8:21 | 21 En een ieder van hen zal daar doorgaan, hard
12594 Jes 8:23 | gemaakt heeft, naar het land van Zebulon aan, en naar het
12595 Jes 8:23 | aan, en naar het land van Nafthali aan, alzo heeft
12596 Jes 9:1 | degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over
12597 Jes 9:3 | 3 Want het juk van hun last, en den stok hunner
12598 Jes 9:6 | einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk,
12599 Jes 9:6 | met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid
12600 Jes 9:8 | worden, Efraim en de inwoner van Samaria; in hoogmoed en
12601 Jes 9:11 | 11 De Syriers van voren, en de Filistijnen
12602 Jes 9:11 | voren, en de Filistijnen van achteren, dat zij Israel
12603 Jes 9:15 | zijn verleiders, en die van hen geleid worden, worden
12604 Jes 10:2 | 2 Om de armen van het recht af te wenden,
12605 Jes 10:3 | en der verwoesting, die van verre komen zal? Tot wien
12606 Jes 10:10 | beelden beter zijn, dan die van Jeruzalem, en dan die van
12607 Jes 10:10 | van Jeruzalem, en dan die van Samaria; ~
12608 Jes 10:12 | einde zal gemaakt hebben van al Zijn werk op den berg
12609 Jes 10:12 | te huis zoeken de vrucht van de grootsheid des harten
12610 Jes 10:12 | grootsheid des harten van den koning van Assyrie,
12611 Jes 10:12 | des harten van den koning van Assyrie, en de pracht van
12612 Jes 10:12 | van Assyrie, en de pracht van de hoogheid zijner ogen. ~
12613 Jes 10:17 | 17 Want het Licht van Israel zal tot een vuur
12614 Jes 10:18 | zijns vruchtbaren velds; van de ziel af, tot het vlees
12615 Jes 10:20 | dage, dat het overblijfsel van Israel, en de ontkomenen
12616 Jes 10:20 | Israel, en de ontkomenen van het huis Jakobs niet meer
12617 Jes 10:21 | wederkeren, het overblijfsel van Jakob, tot den sterken God! ~
12618 Jes 10:26 | verwekken, gelijk de slachting van Midian was aan de rots van
12619 Jes 10:26 | van Midian was aan de rots van Oreb; en gelijk Zijn staf
12620 Jes 10:27 | dat zijn last zal afwijken van uw schouder, en zijn juk
12621 Jes 10:27 | uw schouder, en zijn juk van uw hals; en het juk zal
12622 Jes 10:30 | met uw stem, gij dochter van Gallim! laat ze horen tot
12623 Jes 10:31 | vliedt weg, de inwoners van Gebim vluchten met hopen. ~
12624 Jes 10:32 | tegen den berg der dochter van Sion, den heuvel van Jeruzalem. ~
12625 Jes 10:32 | dochter van Sion, den heuvel van Jeruzalem. ~
12626 Jes 10:33 | takken afkappen, en die hoog van gestalte zijn, zullen nedergehouwen
12627 Jes 11:1 | uit den afgehouwen tronk van Isai, en een Scheut uit
12628 Jes 11:8 | zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend
12629 Jes 11:8 | hand uitsteken in de kuil van den basilisk. ~
12630 Jes 11:9 | heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn,
12631 Jes 11:10 | heidenen naar den Wortel van Isai, Die staan zal tot
12632 Jes 11:11 | overgebleven zal zijn van Assyrie, en van Egypte,
12633 Jes 11:11 | zijn van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros,
12634 Jes 11:11 | Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland,
12635 Jes 11:11 | Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam,
12636 Jes 11:11 | Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en
12637 Jes 11:11 | Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en
12638 Jes 11:11 | Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden
12639 Jes 11:11 | Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. ~
12640 Jes 11:12 | en Hij zal de verdrevenen van Israel verzamelen, en de
12641 Jes 11:12 | verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier einden des aardrijks. ~
12642 Jes 11:13 | 13 En de nijd van Efraim zal wegwijken, en
12643 Jes 11:13 | wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden;
12644 Jes 11:14 | zij zullen te zamen die van het oosten beroven; aan
12645 Jes 11:15 | HEERE den inham der zee van Egypte verbannen, en Hij
12646 Jes 11:16 | dat overgebleven zal zijn van Assur, gelijk als Israel
12647 Jes 12:6 | zing vrolijk, gij inwoneres van Sion! want de Heilige Israels
12648 Jes 12:6 | Israels is groot in het midden van u. ~ ~
12649 Jes 13:1 | 1 De last van Babel, dien Jesaja, de zoon
12650 Jes 13:1 | Babel, dien Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft. ~
12651 Jes 13:4 | eens groten volks; een stem van gedruis der koninkrijken,
12652 Jes 13:5 | komen uit verren lande, van het einde des hemels; de
12653 Jes 13:6 | komt als een verwoesting van den Almachtige. ~
12654 Jes 13:12 | en een mens dan fijn goud van Ofir. ~
12655 Jes 13:13 | aarde zal bewogen worden van haar plaats, vanwege de
12656 Jes 13:20 | zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht; en
12657 Jes 14:1 | zij zullen het huis van Jakob aanhangen. ~
12658 Jes 14:3 | de HEERE rust geven zal van uw smart, en van uw beroering,
12659 Jes 14:3 | geven zal van uw smart, en van uw beroering, en van de
12660 Jes 14:3 | en van uw beroering, en van de harde dienstbaarheid,
12661 Jes 14:4 | opnemen tegen den koning van Babel, en zeggen: Hoe houdt
12662 Jes 14:8 | dennen over u, en de cederen van Libanon, zeggende: Sinds
12663 Jes 14:9 | 9 De hel van onderen was beroerd om uwentwil,
12664 Jes 14:9 | koningen der heidenen van hun tronen opstaan. ~
12665 Jes 14:13 | samenkomst aan de zijden van het noorden. ~
12666 Jes 14:15 | nedergestoten worden, aan de zijden van den kuil! ~
12667 Jes 14:19 | Maar gij zijt verworpen van uw graf, als een gruwelijke
12668 Jes 14:22 | der heirscharen, en Ik zal van Babel uitroeien den naam
12669 Jes 14:25 | vertreden; opdat zijn juk van hen afwijke, en zijn last
12670 Jes 14:25 | hen afwijke, en zijn last van hun schouder wijke. ~
12671 Jes 14:31 | gij gans Palestina! want van het noorden komt een rook,
12672 Jes 15:1 | 1 De last van Moab. Zekerlijk, in den
12673 Jes 15:4 | daarom maken de toegerusten van Moab een geschrei, eens
12674 Jes 15:5 | met geween naar den opgang van Luhith, want op den weg
12675 Jes 15:6 | 6 Want de wateren van Nimrim zullen enkel verwoesting
12676 Jes 15:8 | omgaan door de landpale van Moab, haar gehuil tot Eglaim
12677 Jes 15:9 | 9 Want de wateren van Dimon zijn vol bloeds, want
12678 Jes 15:9 | leeuwen over de ontkomenen van Moab, mitsgaders over het
12679 Jes 16:1 | 1 Zendt de lammeren van den heerser des lands van
12680 Jes 16:1 | van den heerser des lands van Sela af, naar de woestijn
12681 Jes 16:1 | tot den berg der dochter van Sion. ~
12682 Jes 16:2 | geschieden, dat de dochteren van Moab aan de veren van Arnon
12683 Jes 16:2 | dochteren van Moab aan de veren van Arnon zullen zijn, als een
12684 Jes 16:3 | uw schaduw op het midden van den middag, gelijk van den
12685 Jes 16:3 | midden van den middag, gelijk van den nacht; verbergt de verdrevenen,
12686 Jes 16:4 | geworden, de vertreders zijn van de aarde verdaan. ~
12687 Jes 16:5 | bestendig een zitten in de tent van David, een, die oordeelt
12688 Jes 16:6 | hebben gehoord de hovaardij van Moab, hij is zeer hovaardig;
12689 Jes 16:7 | huilen; over de fondamenten van Kir-Hareseth zult gijlieden
12690 Jes 16:8 | 8 Want de velden van Hesbon zijn verflauwd, ook
12691 Jes 16:8 | verflauwd, ook de wijnstok van Sibma, de heren der heidenen
12692 Jes 16:9 | over Jaezer, den wijnstok van Sibma, ik maak u doornat
12693 Jes 16:10 | vrolijkheid weggenomen is van het vruchtbare veld, en
12694 Jes 16:13 | tegen Moab gesproken heeft, van toen af. ~
12695 Jes 16:14 | huurlings), dan zal de eer van Moab verachtzaam gemaakt
12696 Jes 17:1 | 1 De last van Damaskus. Ziet, Damaskus
12697 Jes 17:2 | 2 De steden van Aroer zullen verlaten worden;
12698 Jes 17:3 | de vesting zal ophouden van Efraim, en het koninkrijk
12699 Jes 17:3 | Efraim, en het koninkrijk van Damaskus, en het overblijfsel
12700 Jes 17:4 | dage, dat de heerlijkheid van Jakob verdund zal worden,
12701 Jes 17:4 | worden, en dat de vettigheid van zijn vlees mager worden
12702 Jes 17:11 | doch het zal maar een hoop van het gemaaide zijn, in
12703 Jes 17:13 | als het kaf der bergen van den wind, en gelijk
12704 Jes 17:13 | en gelijk een kloot van den wervelwind. ~
12705 Jes 18:1 | aan de zijde der rivieren van Morenland is; ~
12706 Jes 18:2 | over de zee, en in schepen van biezen op de wateren! Gaat
12707 Jes 18:2 | een volk, dat vreselijk is van dat het was en voortaan;
12708 Jes 18:2 | was en voortaan; een volk van regel en regel, en van vertreding,
12709 Jes 18:2 | volk van regel en regel, en van vertreding, welks land de
12710 Jes 18:7 | geschenk gebracht worden van het volk, dat getrokken
12711 Jes 18:7 | getrokken is en geplukt, en van het volk, dat vreselijk
12712 Jes 18:7 | het volk, dat vreselijk is van dat het was en voortaan;
12713 Jes 18:7 | en voortaan; een volk van regel en regel, en van vertreding,
12714 Jes 18:7 | volk van regel en regel, en van vertreding, welks land de
12715 Jes 18:7 | rivieren beroven; tot de plaats van den Naam des HEEREN der
12716 Jes 19:1 | 1 De last van Egypte. Ziet, de HEERE rijdt
12717 Jes 19:1 | Egypte komen; en de afgoden van Egypte zullen bewogen worden
12718 Jes 19:1 | Egypte zullen bewogen worden van Zijn aangezicht, en het
12719 Jes 19:1 | smelten in het binnenste van hen. ~
12720 Jes 19:3 | worden in het binnenste van hen, en hun raad zal Ik
12721 Jes 19:4 | Egyptenaars besluiten in de hand van harde heren, en een strenge
12722 Jes 19:9 | beschaamd worden, ook de wevers van de witte stof. ~
12723 Jes 19:11 | Gewisselijk, de vorsten van Zoan zijn dwazen, de raad
12724 Jes 19:11 | der wijzen, der raadgevers van Farao, is onvernuftig geworden;
12725 Jes 19:13 | 13 De vorsten van Zoan zijn zot geworden,
12726 Jes 19:13 | zot geworden, de vorsten van Nof zijn bedrogen; zij zullen
12727 Jes 19:14 | ingeschonken in het midden van hen, en zij hebben Egypte
12728 Jes 19:16 | vrezen vanwege de beweging van de hand des HEEREN der heirscharen,
12729 Jes 19:17 | 17 En het land van Juda zal den Egyptenaren
12730 Jes 19:18 | zijn, sprekende de spraak van Kanaan, en zwerende den
12731 Jes 19:19 | altaar hebben in het midden van Egypteland, en een opgericht
12732 Jes 19:22 | bekeren, en Hij zal Zich van hen verbidden laten, en
12733 Jes 19:23 | er een gebaande weg wezen van Egypte in Assyrie, dat de
12734 Jes 19:24 | een zegen in het midden van het land. ~
12735 Jes 20:1 | als hem Sargon, de koning van Assyrie gezonden had, toen
12736 Jes 20:2 | de HEERE, door den dienst van Jesaja, den zoon van Amoz,
12737 Jes 20:2 | dienst van Jesaja, den zoon van Amoz, zeggende: Ga heen,
12738 Jes 20:2 | heen, en ontbind den zak van uw lendenen, en doe uw schoenen
12739 Jes 20:2 | lendenen, en doe uw schoenen van uw voeten. En hij deed
12740 Jes 20:4 | 4 Alzo zal de koning van Assyrie voortdrijven de
12741 Jes 20:5 | verschrikken en beschaamd zijn van de Moren, op dewelke zij
12742 Jes 20:5 | op dewelke zij zagen, en van de Egyptenaars, hun roem. ~
12743 Jes 20:6 | 6 En de inwoners van dit eiland zullen te dien
12744 Jes 20:6 | hulp, om gered te worden van het aangezicht des konings
12745 Jes 20:6 | aangezicht des konings van Assyrie; hoe zullen wij
12746 Jes 21:3 | Daarom zijn mijn lendenen vol van grote krankheid, bange weeen
12747 Jes 21:3 | aangegrepen, gelijk de bange weeen van een, die baart; ik krom
12748 Jes 21:3 | die baart; ik krom mij van horen, ik word ontsteld
12749 Jes 21:3 | horen, ik word ontsteld van het aanzien. ~
12750 Jes 21:10 | dorsvloers! wat ik gehoord heb van den HEERE der heirscharen,
12751 Jes 21:11 | 11 De last van Duma. Men roept tot mij
12752 Jes 21:11 | Seir: Wachter! wat is er van den nacht? Wachter! wat
12753 Jes 21:11 | nacht? Wachter! wat is er van den nacht? ~
12754 Jes 21:13 | tegen Arabie. In het woud van Arabie zult gijlieden vernachten,
12755 Jes 21:13 | gij reizende gezelschappen van Dedanieten! ~
12756 Jes 21:14 | water; de inwoners des lands van Thema zijn den vluchtende
12757 Jes 21:16 | zo zal de heerlijkheid van Kedar ten ondergaan. ~
12758 Jes 22:1 | 1 De last van het dal des gezichts. Wat
12759 Jes 22:2 | 2 Gij, die vol van groot gedruis waart, gij
12760 Jes 22:3 | zamen weggevlucht; zij zijn van de schutters gebonden, allen,
12761 Jes 22:3 | samengebonden, zij zijn van verre gevloden. ~
12762 Jes 22:4 | zeg ik: Wendt het gezicht van mij af; laat mij bitterlijk
12763 Jes 22:5 | Want het is een dag van beroering, en van vertreding,
12764 Jes 22:5 | een dag van beroering, en van vertreding, en van verwarring
12765 Jes 22:5 | beroering, en van vertreding, en van verwarring van den Heere,
12766 Jes 22:5 | vertreding, en van verwarring van den Heere, den HEERE der
12767 Jes 22:5 | dal des gezicht, een dag van ontmuring des muurs,
12768 Jes 22:5 | ontmuring des muurs, en van geschreeuw naar het gebergte
12769 Jes 22:8 | En hij zal het deksel van Juda ontdekken; en te dien
12770 Jes 22:10 | Gij zult ook de huizen van Jeruzalem tellen; en gij
12771 Jes 22:11 | aanmerken Dien, Die dat van verre tijden geformeerd
12772 Jes 22:18 | rolt, in een land, wijd van begrip; aldaar zult gij
12773 Jes 22:18 | wagenen zijn, o gij schandvlek van het huis uws heren! ~
12774 Jes 22:19 | En Ik zal u afstoten van uw staat, en van uw stand
12775 Jes 22:19 | afstoten van uw staat, en van uw stand zal Hij u verstoren. ~
12776 Jes 22:20 | knecht, Eljakim, den zoon van Hilkia, roepen zal. ~
12777 Jes 22:21 | te Jeruzalem en den huize van Juda tot een vader
12778 Jes 22:22 | En Ik zal den sleutel van het huis van David op zijn
12779 Jes 22:22 | den sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen;
12780 Jes 22:24 | hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, der
12781 Jes 22:24 | ook alle kleine vaten, van de vaten der bekers af,
12782 Jes 23:1 | 1 De last van Tyrus. Huilt, gij schepen
12783 Jes 23:1 | Tyrus. Huilt, gij schepen van Tarsis! want zij is verwoest,
12784 Jes 23:2 | gij, die de kooplieden van Sidon, over zee varende,
12785 Jes 23:3 | wiens inkomst was het zaad van Sichor over de grote wateren,
12786 Jes 23:5 | als geweest is de tijding van Egypte, zal men ook in weedom
12787 Jes 23:5 | in weedom zijn, als men van Tyrus horen zal. ~
12788 Jes 23:7 | stad? welker oudheid wel van oude dagen af is; maar haar
12789 Jes 23:9 | ontheilige de hovaardij van alle sieraad, om al de heerlijksten
12790 Jes 23:10 | een rivier, gij dochter van Tarsis! er is geen gordel
12791 Jes 23:12 | verdrukte maagd, gij dochter van Sidon! Naar Chittim toe,
12792 Jes 23:14 | Huilt, gij schepen van Tarsis! want ulieder sterkte
12793 Jes 23:15 | konings dagen; maar ten einde van zeventig jaren zal in Tyrus
12794 Jes 23:17 | zal geschieden ten einde van zeventig jaren, dat de HEERE
12795 Jes 24:2 | de woekeraar, alzo die, van welken hij woeker ontvangt. ~
12796 Jes 24:4 | het verwelkt; de hoogsten van het volk des lands kwelen. ~
12797 Jes 24:13 | Want in het binnenste van het land, in het midden
12798 Jes 24:14 | HEEREN zullen zij juichen van de zee af. ~
12799 Jes 24:15 | Naam des HEEREN, des Gods van Israel. ~
12800 Jes 24:16 | 16 Van het uiterste einde der aarde
12801 Jes 25:1 | wonder gedaan; Uw raadslagen van verre zijn waarheid en vastigheid. ~
12802 Jes 25:2 | 2 Want Gij hebt van de stad een steenhoop gemaakt;
12803 Jes 25:6 | maaltijd maken, een maaltijd van reinen wijn, van vet vol
12804 Jes 25:6 | maaltijd van reinen wijn, van vet vol mergs, van reine
12805 Jes 25:6 | wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd
12806 Jes 25:8 | Heere HEERE zal de tranen van alle aangezichten afwissen;
12807 Jes 25:8 | de smaadheid Zijns volks van de ganse aarde wegnemen;
12808 Jes 25:11 | uitbreiden in het midden van hen, gelijk als een zwemmer
12809 Jes 26:1 | gezongen worden in het land van Juda; Wij hebben een sterke
12810 Jes 26:9 | geest, die in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken;
12811 Jes 26:21 | uitgaan, om de ongerechtigheid van de inwoners der aarde over
12812 Jes 27:2 | dage zal er een wijngaard van roden wijn zijn; zingt van
12813 Jes 27:2 | van roden wijn zijn; zingt van denzelven bij beurte. ~
12814 Jes 27:9 | daardoor de ongerechtigheid van Jakob verzoend worden, en
12815 Jes 27:11 | aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal
12816 Jes 27:12 | dat de HEERE dorsen zal, van den stroom der rivier af
12817 Jes 27:12 | rivier af tot aan de rivier van Egypte; doch gijlieden zult
12818 Jes 27:13 | die komen, die in het land van Assur verloren zijn, en
12819 Jes 27:13 | heengedrevenen in het land van Egypte; en zij zullen den
12820 Jes 28:1 | hovaardige kroon der dronkenen van Efraim, welker heerlijk
12821 Jes 28:1 | vette vallei, der geslagenen van den wijn. ~
12822 Jes 28:3 | hovaardige kronen der dronkenen van Efraim zullen met voeten
12823 Jes 28:7 | En ook dwalen dezen van den wijn, en zij dolen van
12824 Jes 28:7 | van den wijn, en zij dolen van den sterken drank; de priester
12825 Jes 28:7 | priester en de profeet dwalen van den sterken drank; zij zijn
12826 Jes 28:7 | drank; zij zijn verslonden van den wijn, zij dolen van
12827 Jes 28:7 | van den wijn, zij dolen van sterken drank; zij
12828 Jes 28:8 | Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel en van drek,
12829 Jes 28:8 | zijn vol van uitspuwsel en van drek, zodat er geen plaats
12830 Jes 28:9 | verstaan geven? Den gespeenden van de melk, den afgetrokkenen
12831 Jes 28:9 | melk, den afgetrokkenen van de borsten? ~
12832 Jes 28:18 | dan zult gijlieden van denzelven vertreden worden. ~
12833 Jes 28:19 | 19 Van den tijd af, als hij doortrekt,
12834 Jes 28:21 | zijn, gelijk in het dal van Gibeon, om Zijn werk te
12835 Jes 28:22 | gemaakt worden; want ik heb van den Heere HEERE der heirscharen
12836 Jes 28:25 | Wanneer hij het bovenste van hetzelve effen gemaakt heeft,
12837 Jes 28:25 | komijn, of hij werpt er van de beste tarwe in, of uitgelezen
12838 Jes 28:26 | zijn God onderricht hem van de wijze, Hij leert hem. ~
12839 Jes 28:29 | Zulks komt ook voort van den HEERE der heirscharen;
12840 Jes 28:29 | heirscharen; Hij is wonderlijk van raad, Hij is groot van daad. ~ ~
12841 Jes 28:29 | wonderlijk van raad, Hij is groot van daad. ~ ~
12842 Jes 29:4 | zal zijn uit de aarde als van een tovenaar, en uw spraak
12843 Jes 29:6 | 6 Gij zult van den HEERE der heirscharen
12844 Jes 29:7 | En gelijk de droom van een nachtgezicht is, alzo
12845 Jes 29:9 | zijn dronken, maar niet van wijn; zij waggelen, maar
12846 Jes 29:9 | zij waggelen, maar niet van sterken drank. ~
12847 Jes 29:11 | geworden als de woorden van een verzegeld boek, hetwelk
12848 Jes 29:13 | eren, doch hun hart verre van Mij doen; en hun vreze,
12849 Jes 29:16 | leem, dat het maaksel zeide van zijn maker: Hij heeft mij
12850 Jes 29:16 | en het geformeerde vat van zijn pottenbakker zeide:
12851 Jes 29:22 | verlost heeft, tot het huis van Jakob alzo: Jakob zal nu
12852 Jes 29:23 | zien zal in het midden van hen, zullen zij Mijn Naam
12853 Jes 29:23 | Jakobs heiligen, en den God van Israel vrezen. ~
12854 Jes 29:24 | 24 En die dwalende van geest zijn, zullen tot verstand
12855 Jes 30:2 | te sterken met de macht van Farao, en om hun toevlucht
12856 Jes 30:2 | te nemen onder de schaduw van Egypte. ~
12857 Jes 30:3 | 3 Want de sterkte van Farao zal ulieden tot schaamte
12858 Jes 30:3 | toevlucht onder de schaduw van Egypte tot schande. ~
12859 Jes 30:6 | De last der beesten, van het zuiden, naar het land
12860 Jes 30:6 | angstes, en der benauwdheid, van waar de sterke leeuw en
12861 Jes 30:11 | 11 Wijkt af van den weg, maakt u van de
12862 Jes 30:11 | af van den weg, maakt u van de baan; laat den Heilige
12863 Jes 30:11 | laat den Heilige Israels van ons ophouden! ~
12864 Jes 30:14 | niet verschonen; alzo dat van haar verbrijzeling niet
12865 Jes 30:17 | 17 Een duizend van het schelden van een enige,
12866 Jes 30:17 | duizend van het schelden van een enige, van het schelden
12867 Jes 30:17 | schelden van een enige, van het schelden van vijf zult
12868 Jes 30:17 | enige, van het schelden van vijf zult gij allen vlieden;
12869 Jes 30:17 | gelijk een mast op den top van een berg, en als een
12870 Jes 30:22 | maanstondig kleed, en tot elk van die zeggen: Henen uit! ~
12871 Jes 30:23 | hebt, regen geven, en brood van des lands inkomen, en hetzelve
12872 Jes 30:26 | zevenvoudig zijn als het licht van zeven dagen; ten dage als
12873 Jes 30:27 | de Naam des HEEREN komt van verre, Zijn toorn brandt,
12874 Jes 30:29 | blijdschap des harten, gelijk van een, die met pijpen wandelt,
12875 Jes 30:29 | HEEREN, tot den Rotssteen van Israel. ~
12876 Jes 30:30 | doen zien, met grimmigheid van toorn, en een vlam van verterend
12877 Jes 30:30 | grimmigheid van toorn, en een vlam van verterend vuur, stralen,
12878 Jes 30:33 | 33 Want Tofeth is van gisteren bereid; ja, hij
12879 Jes 30:33 | gemaakt, het vuur en hout van zijn brandstapel is veel;
12880 Jes 31:6 | 6 Bekeert u tot Hem, van Denwelken de kinderen Israels
12881 Jes 31:9 | 9 En hij zal van vreze doorgaan naar zijn
12882 Jes 32:2 | dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in
12883 Jes 33:3 | 3 Van het geluid des rumoers zullen
12884 Jes 33:3 | zullen de volken wegvlieden; van Uw verhoging zullen de heidenen
12885 Jes 33:6 | uwer tijden, de sterkte van uw behoudenissen zal zijn
12886 Jes 33:19 | zien, het volk, dat zo diep van spraak is, dat men het niet
12887 Jes 33:19 | men het niet horen kan, van belachelijke tong, hetwelk
12888 Jes 33:20 | zullen uitgetogen worden, en van welker zelen geen verscheurd
12889 Jes 33:21 | het zal zijn een plaats van rivieren, van wijde stromen;
12890 Jes 33:21 | een plaats van rivieren, van wijde stromen; geen roeischuit
12891 Jes 33:23 | uitspannen; dan zal de roof van een overvloedigen buit uitgedeeld
12892 Jes 33:24 | daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben. ~ ~ ~ ~ ~
12893 Jes 34:3 | zullen weggeworpen worden, en van hun dode lichamen zal hun
12894 Jes 34:3 | de bergen zullen smelten van hun bloed. ~
12895 Jes 34:4 | afvallen, gelijk een blad van den wijnstok afvalt, en
12896 Jes 34:4 | gelijk een vijg afvalt van den vijgeboom. ~
12897 Jes 34:6 | zwaard des HEEREN is vol van bloed, het is vet geworden
12898 Jes 34:6 | bloed, het is vet geworden van smeer, van het bloed der
12899 Jes 34:6 | vet geworden van smeer, van het bloed der lammeren en
12900 Jes 34:6 | lammeren en der bokken, van het smeer der nieren van
12901 Jes 34:6 | van het smeer der nieren van de rammen; want de HEERE
12902 Jes 34:7 | land zal doordronken zijn van het bloed, en hun stof zal
12903 Jes 34:7 | het bloed, en hun stof zal van het smeer vet gemaakt worden. ~
12904 Jes 34:10 | eeuwigheid zal zijn rook opgaan; van geslacht tot geslacht zal
12905 Jes 34:16 | HEEREN, en leest; niet een van dezen zal er feilen, het
12906 Jes 34:17 | zij dat erfelijk bezitten, van geslacht tot geslacht
12907 Jes 35:2 | juichen; de heerlijkheid van Libanon is haar gegeven,
12908 Jes 35:2 | haar gegeven, het sieraard van Karmel en Saron; zij zullen
12909 Jes 35:4 | Zegt den onbedachtzamen van harte: Weest sterk, en vreest
12910 Jes 36:1 | geschiedde in het veertiende jaar van den koning Hizkia, dat Sanherib,
12911 Jes 36:1 | dat Sanherib, de koning van Assyrie, optoog tegen alle
12912 Jes 36:1 | tegen alle vaste steden van Juda, en nam ze in. ~
12913 Jes 36:2 | 2 En de koning van Assyrie zond Rabsake van
12914 Jes 36:2 | van Assyrie zond Rabsake van Lachis naar Jeruzalem tot
12915 Jes 36:2 | aan den hogen weg van het veld des vollers. ~
12916 Jes 36:3 | hem uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en
12917 Jes 36:3 | schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier. ~
12918 Jes 36:4 | grote koning, de koning van Assyrie: Wat vertrouwen
12919 Jes 36:6 | alzo is Farao, de koning van Egypte, al dengenen,
12920 Jes 36:8 | met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik zal u twee
12921 Jes 36:9 | zoudt gij dan het aangezicht van een enigen vorst, van de
12922 Jes 36:9 | aangezicht van een enigen vorst, van de geringste knechten mijns
12923 Jes 36:13 | groten konings, des konings van Assyrie! ~
12924 Jes 36:15 | niet in de hand des konings van Assyrie gegeven worden. ~
12925 Jes 36:16 | want alzo zegt de koning van Assyrie: Handelt met mij
12926 Jes 36:16 | mij uit, en eet, een ieder van zijn wijnstok, en een ieder
12927 Jes 36:16 | zijn wijnstok, en een ieder van zijn vijgeboom, en
12928 Jes 36:17 | ulieder land is, een land van koren en van most, een land
12929 Jes 36:17 | is, een land van koren en van most, een land van brood
12930 Jes 36:17 | koren en van most, een land van brood en van wijngaarden. ~
12931 Jes 36:17 | most, een land van brood en van wijngaarden. ~
12932 Jes 36:18 | uit de hand des konings van Assyrie? ~
12933 Jes 36:19 | Waar zijn de goden van Hamath en Arpad? Waar zijn
12934 Jes 36:19 | Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim? Hebben zij ook
12935 Jes 36:19 | Hebben zij ook Samaria van mijn hand gered? ~
12936 Jes 36:22 | Toen kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en
12937 Jes 36:22 | schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot
12938 Jes 36:22 | gaven hem de woorden van Rabsake te kennen. ~ ~ ~ ~ ~
12939 Jes 37:2 | Jesaja, den profeet, den zoon van Amoz; ~
12940 Jes 37:4 | uw God, horen de woorden van Rabsake, denwelken zijn
12941 Jes 37:4 | denwelken zijn heer, de koning van Assyrie, gezonden heeft,
12942 Jes 37:5 | 5 En de knechten van den koning Hizkia kwamen
12943 Jes 37:6 | de dienaars des konings van Assyrie gelasterd hebben. ~
12944 Jes 37:8 | en hij vond den koning van Assyrie strijdende tegen
12945 Jes 37:8 | hij had gehoord, dat hij van Lachis vertrokken was. ~
12946 Jes 37:9 | 9 Als hij nu hoorde van Tirhaka, den koning van
12947 Jes 37:9 | van Tirhaka, den koning van Cusch, zeggen: Hij is uitgetogen,
12948 Jes 37:10 | spreken tot Hizkia, den koning van Juda, zeggende: Laat u uw
12949 Jes 37:10 | zal in de hand des konings van Assyrie niet gegeven
12950 Jes 37:11 | gehoord, wat de koningen van Assyrie aan alle landen
12951 Jes 37:12 | en Rezef, en de kinderen van Eden, die in Telasser waren? ~
12952 Jes 37:13 | 13 Waar is de koning van Hamath, en de koning van
12953 Jes 37:13 | van Hamath, en de koning van Arpad, en de koning der
12954 Jes 37:16 | der heirscharen, Gij, God van Israel, Die tussen de cherubim
12955 Jes 37:16 | Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde;
12956 Jes 37:17 | zie; en hoor al de woorden van Sanherib, die gezonden heeft
12957 Jes 37:18 | HEERE! hebben de koningen van Assyrie al de landen, mitsgaders
12958 Jes 37:19 | geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen;
12959 Jes 37:21 | Toen zond Jesaja, de zoon van Amoz, tot Hizkia, om te
12960 Jes 37:21 | tegen Sanherib, den koning van Assyrie, heb Ik gehoord. ~
12961 Jes 37:22 | De jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot
12962 Jes 37:22 | zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd
12963 Jes 37:24 | hoogte der bergen, de zijden van Libanon; en ik zal
12964 Jes 37:26 | voren gedaan heb, en dat van de oude dagen af geformeerd
12965 Jes 37:30 | dat men in dit jaar, wat van zelf gewassen is, eten zal,
12966 Jes 37:31 | ontkomene, dat overgebleven is van het huis van Juda, zal wederom
12967 Jes 37:31 | overgebleven is van het huis van Juda, zal wederom nederwaarts
12968 Jes 37:32 | 32 Want van Jeruzalem zal het overblijfsel
12969 Jes 37:32 | uitgaan, en het ontkomene van den berg Sion; de ijver
12970 Jes 37:33 | Daarom, zo zegt de HEERE van den koning van Assyrie:
12971 Jes 37:33 | de HEERE van den koning van Assyrie: Hij zal in deze
12972 Jes 37:36 | uit, en sloeg in het leger van Assyrie honderd vijf en
12973 Jes 37:37 | vertrok Sanherib, de koning van Assyrie, en toog henen,
12974 Jes 37:38 | nu, als hij in het huis van Nisroch, zijn god, zich
12975 Jes 37:38 | ontkwamen in het land van Ararat; en Esar-Haddon,
12976 Jes 38:1 | profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en zeide
12977 Jes 38:5 | Zo zegt de HEERE, de God van uw vader David: Ik heb uw
12978 Jes 38:6 | uit de hand des konings van Assyrie verlossen, mitsgaders
12979 Jes 38:7 | dit zal u een teken zijn van den HEERE, dat de HEERE
12980 Jes 38:8 | met de zon in de graden van Achaz' zonnewijzer nederwaarts
12981 Jes 38:9 | Dit is het schrift van Hizkia, koning van Juda,
12982 Jes 38:9 | schrift van Hizkia, koning van Juda, toen hij ziek geweest
12983 Jes 38:9 | toen hij ziek geweest en van zijn ziekte genezen was. ~
12984 Jes 38:10 | heengaan, ik word beroofd van het overige mijner jaren. ~
12985 Jes 38:12 | levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens
12986 Jes 38:12 | Hij zal mij afsnijden, als van den drom; van den dag
12987 Jes 38:12 | als van den drom; van den dag tot den nacht zult
12988 Jes 38:13 | al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult
12989 Jes 38:16 | in dit alles is het leven van mijn geest; want Gij hebt
12990 Jes 39:1 | Merodach Baladan, de zoon van Baladan, de koning van Babel,
12991 Jes 39:1 | zoon van Baladan, de koning van Babel, brieven en een geschenk
12992 Jes 39:3 | hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen?
12993 Jes 39:7 | 7 Daartoe zullen zij van uw zonen, die uit u zullen
12994 Jes 39:7 | in het paleis des konings van Babel. ~
12995 Jes 40:2 | Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar
12996 Jes 40:2 | ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel
12997 Jes 40:9 | Sion, gij verkondigster van goede boodschap, klim op
12998 Jes 40:9 | Jeruzalem, gij verkondigster van goede boodschap, hef uw
12999 Jes 40:9 | niet, zeg den steden van Juda: Zie hier is uw God! ~
13000 Jes 40:12 | met Zijn vuist gemeten, en van de hemelen met de span de
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256 |