Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
valstrik 4
valstrikken 2
valt 35
van 19256
vandaag 1
vandaar 3
vaneen 6
Frequency    [«  »]
-----
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het
13263 zijn
12370 in

Bijbel

IntraText - Concordances

van

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256

      Book Chapter: Verse
12501 Jes 1:23 | metgezellen der dieven, een ieder van hen heeft de geschenken 12502 Jes 1:24 | wee! Ik zal Mij troosten van Mijn wederpartijders. Ik 12503 Jes 1:24 | wederpartijders. Ik zal Mij wreken van Mijn vijanden. ~ 12504 Jes 2:1 | woord, dat Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft over 12505 Jes 2:2 | laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal 12506 Jes 2:3 | des HEEREN, tot het huis van den God Jakobs, opdat Hij 12507 Jes 2:3 | Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij      12508 Jes 2:5 | 5      Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen 12509 Jes 2:6 | Gij hebt Uw volk, het huis van Jakob, verlaten, want zij 12510 Jes 2:13 | hoge en verhevene cederen van Libanon, en tegen alle eiken 12511 Jes 2:13 | Libanon, en tegen alle eiken van Basan; ~ 12512 Jes 2:16 | En tegen alle schepen van Tarsis, en tegen alle gewenste 12513 Jes 2:22 | Laat gijlieden dan af van den mens, wiens adem in 12514 Jes 3:1 | HEERE der heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda wegnemen 12515 Jes 3:1 | heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda wegnemen den stok en 12516 Jes 3:3 | 3      Den overste van vijftig, en den aanzienlijke, 12517 Jes 3:16 | Daarom dat de dochteren van Sion zich verheffen, en 12518 Jes 3:17 | den schedel der dochteren van Sion schurftig maken, en 12519 Jes 3:24 | gordel, en kaalheid in plaats van haarvlechten, en omgording 12520 Jes 3:24 | omgording eens zaks in plaats van een wijden      rok, en 12521 Jes 3:24 | en verbranding in plaats van schoonheid. ~ 12522 Jes 4:4 | hebben den drek der dochteren van Sion, en de bloedschulden 12523 Jes 4:4 | Sion, en de bloedschulden van Jeruzalem zal verdreven 12524 Jes 4:5 | HEERE zal over alle woning van den berg Sions, en over 12525 Jes 5:1 | lied mijns Liefsten zingen van Zijn wijngaard; Mijn Beminde 12526 Jes 5:2 | Hij heeft dien omtuind, en van stenen gezuiverd, en Hij 12527 Jes 5:3 | Nu dan, gij inwoners van Jeruzalem, en gij mannen 12528 Jes 5:3 | Jeruzalem, en gij mannen van Juda, oordeelt toch tussen 12529 Jes 5:7 | 7      Want de wijngaard van den HEERE der heirscharen 12530 Jes 5:7 | heirscharen is het huis van Israel, en de mannen van 12531 Jes 5:7 | van Israel, en de mannen van Juda zijn een plant Zijner 12532 Jes 5:13 | hun menigte zal verdorren van dorst. ~ 12533 Jes 5:14 | gedruis, en die in haar van      vreugde opspringt. ~ 12534 Jes 5:19 | den raadslag des Heiligen van Israel, dat wij het vernemen! ~ 12535 Jes 5:23 | gerechtigheid der rechtvaardigen van dezelven afwenden. ~ 12536 Jes 5:24 | en de rede des Heiligen van Israel versmaden. ~ 12537 Jes 5:26 | opwerpen onder de heidenen van verre, en Hij zal hen herwaarts 12538 Jes 5:26 | zal hen herwaarts sissen van het einde der aarde; en 12539 Jes 5:29 | Hun gebrul zal zijn als van een ouden leeuw, en zij 12540 Jes 6:3 | heirscharen! De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid vol! ~ 12541 Jes 6:4 | der dorpels zich bewogen van de stem des roependen; en 12542 Jes 6:5 | verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben, en ik 12543 Jes 6:5 | midden eens volks, dat onrein van lippen is; want mijn ogen 12544 Jes 6:6 | 6      Maar een van de serafs vloog tot mij, 12545 Jes 6:6 | hand, die hij met de tang van het altaar genomen had. ~ 12546 Jes 6:7 | aangeroerd; alzo is uw misdaad van u geweken, en uw zonde is 12547 Jes 7:1 | geschiedde nu in de dagen van Achaz, den zoon van Jotham, 12548 Jes 7:1 | dagen van Achaz, den zoon van Jotham, den zoon van Uzzia, 12549 Jes 7:1 | zoon van Jotham, den zoon van Uzzia, den koning van Juda, 12550 Jes 7:1 | zoon van Uzzia, den koning van Juda, dat Rezin, de koning 12551 Jes 7:1 | Juda, dat Rezin, de koning van Syrie, en Pekah, de zoon 12552 Jes 7:1 | Syrie, en Pekah, de zoon van Remalia, de      koning 12553 Jes 7:1 | Remalia, de      koning van Israel, optoog naar Jeruzalem, 12554 Jes 7:2 | des wouds bewogen worden van      den wind. ~ 12555 Jes 7:3 | Schear-Jaschub, aan het einde van den watergang des oppersten 12556 Jes 7:3 | vijvers, aan den hogen weg van het      veld des vollers; ~ 12557 Jes 7:4 | de ontsteking des toorns van      Rezin en der Syriers, 12558 Jes 7:4 | Rezin en der Syriers, en van den zoon van Remalia; ~ 12559 Jes 7:4 | Syriers, en van den zoon van Remalia; ~ 12560 Jes 7:5 | met Efraim en den zoon van Remalia, zeggende: ~ 12561 Jes 7:6 | onder ons delen, en den zoon van Tabeal koning maken in het 12562 Jes 7:6 | koning maken in het midden van hen. ~ 12563 Jes 7:8 | Maar Damaskus zal het hoofd van Syrie zijn, en Rezin het 12564 Jes 7:8 | zijn, en Rezin het hoofd van Damaskus; en in nog vijf 12565 Jes 7:9 | Efraims hoofd zijn, en de zoon van Remalia het hoofd van Samaria. 12566 Jes 7:9 | zoon van Remalia het hoofd van Samaria. Indien gijlieden 12567 Jes 7:11 | 11      Eis u een teken van den HEERE, uw God; eis beneden 12568 Jes 7:13 | gijlieden nu, gij, huis van David! is het ulieden te 12569 Jes 7:16 | verdrietig zijt, verlaten zijn van zijn twee koningen. ~ 12570 Jes 7:17 | hoedanige niet gekomen zijn van dien dag af, dat Efraim 12571 Jes 7:17 | dien dag af, dat Efraim van Juda is afgeweken, door      12572 Jes 7:17 | afgeweken, door      den koning van Assyrie. ~ 12573 Jes 7:18 | aan het einde der rivieren van Egypte zijn, en de bijen 12574 Jes 7:18 | de bijen die in het land van Assur zijn. ~ 12575 Jes 7:20 | rivier is, door den koning van Assyrie, afscheren het hoofd, 12576 Jes 7:23 | wijnstokken geweest zijn, van duizend zilverlingen, tot 12577 Jes 7:25 | zullen wezen tot inzending van den os,      en tot vertreding 12578 Jes 7:25 | en tot vertreding van het kleinvee. ~  ~  ~  ~ ~ 12579 Jes 8:2 | priester, en Zacharia, den zoon van Jeberechja. ~ 12580 Jes 8:4 | moeder! zal men den rijkdom van Damaskus, en den buit van 12581 Jes 8:4 | van Damaskus, en den buit van Samaria dragen voor het 12582 Jes 8:4 | dragen voor het aangezicht van den koning      van Assur. ~ 12583 Jes 8:4 | aangezicht van den koning      van Assur. ~ 12584 Jes 8:6 | volk veracht de wateren van Siloa, die zachtjes gaan, 12585 Jes 8:6 | is bij Rezin en den zoon van Remalia; ~ 12586 Jes 8:7 | wateren der rivier, den koning van Assyrie en al zijn heerlijkheid; 12587 Jes 8:11 | hand, en Hij onderwees mij van niet te wandelen op den 12588 Jes 8:12 | zeggen: Een verbintenis, van alles, waar dit volk van 12589 Jes 8:12 | van alles, waar dit volk van zegt: Het is een verbintenis; 12590 Jes 8:14 | struikeling den twee huizen van Israel, tot een strik en 12591 Jes 8:17 | aangezicht verbergt voor het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten. ~ 12592 Jes 8:18 | tot wonderen in Israel, van den HEERE der heirscharen, 12593 Jes 8:21 | 21      En een ieder van hen zal daar doorgaan, hard 12594 Jes 8:23 | gemaakt heeft, naar het land van Zebulon aan, en naar het      12595 Jes 8:23 | aan, en naar het      land van Nafthali aan, alzo heeft 12596 Jes 9:1 | degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over 12597 Jes 9:3 | 3      Want het juk van hun last, en den stok hunner 12598 Jes 9:6 | einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, 12599 Jes 9:6 | met      gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid 12600 Jes 9:8 | worden, Efraim en de inwoner van Samaria; in hoogmoed en 12601 Jes 9:11 | 11      De Syriers van voren, en de Filistijnen 12602 Jes 9:11 | voren, en de Filistijnen van achteren, dat zij Israel 12603 Jes 9:15 | zijn verleiders, en die van hen geleid worden, worden 12604 Jes 10:2 | 2      Om de armen van het recht af te wenden, 12605 Jes 10:3 | en der verwoesting, die van verre komen zal? Tot wien 12606 Jes 10:10 | beelden beter zijn, dan die van Jeruzalem, en dan die van 12607 Jes 10:10 | van Jeruzalem, en dan die van Samaria; ~ 12608 Jes 10:12 | einde zal gemaakt hebben van al Zijn werk op den berg 12609 Jes 10:12 | te huis zoeken de vrucht van de grootsheid      des harten 12610 Jes 10:12 | grootsheid      des harten van den koning van Assyrie, 12611 Jes 10:12 | des harten van den koning van Assyrie, en de pracht van 12612 Jes 10:12 | van Assyrie, en de pracht van de hoogheid zijner ogen. ~ 12613 Jes 10:17 | 17      Want het Licht van Israel zal tot een vuur 12614 Jes 10:18 | zijns vruchtbaren velds; van de ziel af, tot het vlees 12615 Jes 10:20 | dage, dat het overblijfsel van Israel, en de ontkomenen 12616 Jes 10:20 | Israel, en de ontkomenen van het huis Jakobs niet meer 12617 Jes 10:21 | wederkeren, het overblijfsel van Jakob, tot den sterken God! ~ 12618 Jes 10:26 | verwekken, gelijk de slachting van Midian was aan de rots van 12619 Jes 10:26 | van Midian was aan de rots van Oreb; en gelijk Zijn staf 12620 Jes 10:27 | dat zijn last zal afwijken van uw schouder, en zijn juk 12621 Jes 10:27 | uw schouder, en zijn juk van uw hals; en het juk zal 12622 Jes 10:30 | met uw stem, gij dochter van Gallim! laat ze horen tot 12623 Jes 10:31 | vliedt weg, de inwoners van Gebim vluchten met hopen. ~ 12624 Jes 10:32 | tegen den berg der dochter van Sion, den heuvel van Jeruzalem. ~ 12625 Jes 10:32 | dochter van Sion, den heuvel van Jeruzalem. ~ 12626 Jes 10:33 | takken afkappen, en die hoog van gestalte zijn, zullen nedergehouwen 12627 Jes 11:1 | uit den afgehouwen tronk van Isai, en een Scheut uit 12628 Jes 11:8 | zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend 12629 Jes 11:8 | hand uitsteken in de kuil van den basilisk. ~ 12630 Jes 11:9 | heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, 12631 Jes 11:10 | heidenen naar den Wortel van Isai, Die staan zal tot 12632 Jes 11:11 | overgebleven zal zijn      van Assyrie, en van Egypte, 12633 Jes 11:11 | zijn      van Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, 12634 Jes 11:11 | Assyrie, en van Egypte, en van Pathros, en van Morenland, 12635 Jes 11:11 | Egypte, en van Pathros, en van Morenland, en van Elam, 12636 Jes 11:11 | Pathros, en van Morenland, en van Elam, en van Sinear, en 12637 Jes 11:11 | Morenland, en van Elam, en van Sinear, en van Hamath, en 12638 Jes 11:11 | Elam, en van Sinear, en van Hamath, en van de eilanden 12639 Jes 11:11 | Sinear, en van Hamath, en van de eilanden der zee. ~ 12640 Jes 11:12 | en Hij zal de verdrevenen van Israel verzamelen, en de 12641 Jes 11:12 | verstrooiden uit Juda vergaderen, van de vier einden des aardrijks. ~ 12642 Jes 11:13 | 13      En de nijd van Efraim zal wegwijken, en 12643 Jes 11:13 | wegwijken, en de tegenpartijders van Juda zullen uitgeroeid worden; 12644 Jes 11:14 | zij zullen te zamen die van het oosten beroven; aan 12645 Jes 11:15 | HEERE den inham der zee van Egypte verbannen, en Hij 12646 Jes 11:16 | dat overgebleven zal zijn van Assur, gelijk als Israel 12647 Jes 12:6 | zing vrolijk, gij inwoneres van Sion! want de Heilige Israels 12648 Jes 12:6 | Israels is groot in het midden van u. ~  ~ 12649 Jes 13:1 | 1      De last van Babel, dien Jesaja, de zoon 12650 Jes 13:1 | Babel, dien Jesaja, de zoon van Amoz, gezien heeft. ~ 12651 Jes 13:4 | eens groten volks; een stem van gedruis der koninkrijken, 12652 Jes 13:5 | komen uit verren lande, van het einde des hemels; de 12653 Jes 13:6 | komt als een verwoesting van den Almachtige. ~ 12654 Jes 13:12 | en een mens dan fijn goud van Ofir. ~ 12655 Jes 13:13 | aarde zal bewogen worden van haar plaats, vanwege de 12656 Jes 13:20 | zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht; en 12657 Jes 14:1 | zij zullen het      huis van Jakob aanhangen. ~ 12658 Jes 14:3 | de HEERE rust geven zal van uw smart, en van uw beroering, 12659 Jes 14:3 | geven zal van uw smart, en van uw beroering, en van de 12660 Jes 14:3 | en van uw beroering, en van de harde dienstbaarheid, 12661 Jes 14:4 | opnemen tegen den koning van Babel, en zeggen: Hoe houdt 12662 Jes 14:8 | dennen over u, en de cederen van Libanon, zeggende: Sinds 12663 Jes 14:9 | 9      De hel van onderen was beroerd om uwentwil, 12664 Jes 14:9 | koningen der      heidenen van hun tronen opstaan. ~ 12665 Jes 14:13 | samenkomst aan de zijden van het      noorden. ~ 12666 Jes 14:15 | nedergestoten worden, aan de zijden van den kuil! ~ 12667 Jes 14:19 | Maar gij zijt verworpen van uw graf, als een gruwelijke 12668 Jes 14:22 | der heirscharen, en Ik zal van Babel uitroeien den naam 12669 Jes 14:25 | vertreden; opdat zijn juk van hen afwijke, en zijn last 12670 Jes 14:25 | hen afwijke, en zijn last van hun schouder wijke. ~ 12671 Jes 14:31 | gij gans Palestina! want van het noorden komt een rook, 12672 Jes 15:1 | 1   De last van Moab. Zekerlijk, in den 12673 Jes 15:4 | daarom maken de toegerusten van Moab een geschrei, eens 12674 Jes 15:5 | met geween naar den opgang van Luhith, want op den weg 12675 Jes 15:6 | 6   Want de wateren van Nimrim zullen enkel verwoesting 12676 Jes 15:8 | omgaan door de landpale van Moab, haar gehuil tot Eglaim 12677 Jes 15:9 | 9   Want de wateren van Dimon zijn vol bloeds, want 12678 Jes 15:9 | leeuwen over de ontkomenen van Moab, mitsgaders over het 12679 Jes 16:1 | 1      Zendt de lammeren van den heerser des lands van 12680 Jes 16:1 | van den heerser des lands van Sela af, naar de woestijn 12681 Jes 16:1 | tot den berg der dochter van Sion. ~ 12682 Jes 16:2 | geschieden, dat de dochteren van Moab aan de veren van Arnon 12683 Jes 16:2 | dochteren van Moab aan de veren van Arnon zullen zijn, als een 12684 Jes 16:3 | uw schaduw op het midden van den middag, gelijk van den 12685 Jes 16:3 | midden van den middag, gelijk van den nacht; verbergt de verdrevenen, 12686 Jes 16:4 | geworden, de vertreders zijn van de aarde verdaan. ~ 12687 Jes 16:5 | bestendig een zitten in de tent van David, een, die oordeelt 12688 Jes 16:6 | hebben gehoord de hovaardij van Moab, hij is zeer hovaardig; 12689 Jes 16:7 | huilen; over de fondamenten van Kir-Hareseth zult gijlieden 12690 Jes 16:8 | 8      Want de velden van Hesbon zijn verflauwd, ook 12691 Jes 16:8 | verflauwd, ook de wijnstok van Sibma, de heren der heidenen 12692 Jes 16:9 | over Jaezer, den wijnstok van Sibma, ik maak u doornat 12693 Jes 16:10 | vrolijkheid weggenomen is van het vruchtbare veld, en 12694 Jes 16:13 | tegen Moab gesproken heeft, van toen af. ~ 12695 Jes 16:14 | huurlings), dan zal de eer van Moab verachtzaam gemaakt 12696 Jes 17:1 | 1      De last van Damaskus. Ziet, Damaskus 12697 Jes 17:2 | 2      De steden van Aroer zullen verlaten worden; 12698 Jes 17:3 | de vesting zal ophouden van Efraim, en het koninkrijk 12699 Jes 17:3 | Efraim, en het koninkrijk van Damaskus, en het overblijfsel 12700 Jes 17:4 | dage, dat de heerlijkheid van Jakob verdund zal worden, 12701 Jes 17:4 | worden, en dat de vettigheid van zijn vlees mager worden 12702 Jes 17:11 | doch het zal maar een hoop van het gemaaide zijn, in      12703 Jes 17:13 | als het kaf der bergen van den wind, en      gelijk 12704 Jes 17:13 | en      gelijk een kloot van den wervelwind. ~ 12705 Jes 18:1 | aan de zijde der rivieren van Morenland is; ~ 12706 Jes 18:2 | over de zee, en in schepen van biezen op de wateren! Gaat 12707 Jes 18:2 | een volk, dat vreselijk is van   dat het was en voortaan; 12708 Jes 18:2 | was en voortaan; een volk van regel en regel, en van vertreding, 12709 Jes 18:2 | volk van regel en regel, en van vertreding, welks land de 12710 Jes 18:7 | geschenk gebracht worden van het volk, dat getrokken 12711 Jes 18:7 | getrokken is en geplukt, en van het volk, dat vreselijk 12712 Jes 18:7 | het volk, dat vreselijk is van dat het was en voortaan;   12713 Jes 18:7 | en voortaan;   een volk van regel en regel, en van vertreding, 12714 Jes 18:7 | volk van regel en regel, en van vertreding, welks land de 12715 Jes 18:7 | rivieren beroven; tot de plaats van den Naam des HEEREN der 12716 Jes 19:1 | 1      De last van Egypte. Ziet, de HEERE rijdt 12717 Jes 19:1 | Egypte komen; en de afgoden van Egypte zullen bewogen worden 12718 Jes 19:1 | Egypte zullen bewogen worden van Zijn aangezicht, en het 12719 Jes 19:1 | smelten in het binnenste van hen. ~ 12720 Jes 19:3 | worden in het binnenste van hen, en hun raad zal Ik 12721 Jes 19:4 | Egyptenaars besluiten in de hand van harde heren, en een strenge 12722 Jes 19:9 | beschaamd worden, ook de wevers van de witte stof. ~ 12723 Jes 19:11 | Gewisselijk, de vorsten van Zoan zijn dwazen, de raad 12724 Jes 19:11 | der wijzen, der raadgevers van Farao, is onvernuftig geworden; 12725 Jes 19:13 | 13      De vorsten van Zoan zijn zot geworden, 12726 Jes 19:13 | zot geworden, de vorsten van Nof zijn bedrogen; zij zullen 12727 Jes 19:14 | ingeschonken in het midden van hen, en zij hebben Egypte 12728 Jes 19:16 | vrezen vanwege de beweging van de hand des HEEREN der heirscharen, 12729 Jes 19:17 | 17      En het land van Juda zal den Egyptenaren 12730 Jes 19:18 | zijn, sprekende de spraak van Kanaan, en zwerende den 12731 Jes 19:19 | altaar hebben in het midden van Egypteland, en een opgericht 12732 Jes 19:22 | bekeren, en Hij zal Zich van hen verbidden laten, en 12733 Jes 19:23 | er een gebaande weg wezen van Egypte in Assyrie, dat de 12734 Jes 19:24 | een zegen in het midden van het land. ~ 12735 Jes 20:1 | als hem Sargon, de koning van Assyrie gezonden had, toen 12736 Jes 20:2 | de HEERE, door den dienst van Jesaja, den zoon van Amoz, 12737 Jes 20:2 | dienst van Jesaja, den zoon van Amoz, zeggende: Ga heen, 12738 Jes 20:2 | heen, en ontbind den zak van uw lendenen, en doe uw schoenen 12739 Jes 20:2 | lendenen, en doe uw schoenen van uw voeten.   En hij deed 12740 Jes 20:4 | 4   Alzo zal de koning van Assyrie voortdrijven de 12741 Jes 20:5 | verschrikken en beschaamd zijn van de Moren, op dewelke zij 12742 Jes 20:5 | op dewelke zij zagen, en van de Egyptenaars, hun roem. ~ 12743 Jes 20:6 | 6   En de inwoners van dit eiland zullen te dien 12744 Jes 20:6 | hulp, om gered te worden van het   aangezicht des konings 12745 Jes 20:6 | aangezicht des konings van Assyrie; hoe zullen wij 12746 Jes 21:3 | Daarom zijn mijn lendenen vol van grote krankheid, bange weeen 12747 Jes 21:3 | aangegrepen, gelijk de bange weeen van een, die baart; ik krom 12748 Jes 21:3 | die baart; ik krom mij van horen, ik word ontsteld      12749 Jes 21:3 | horen, ik word ontsteld      van het aanzien. ~ 12750 Jes 21:10 | dorsvloers! wat ik gehoord heb van den HEERE der heirscharen, 12751 Jes 21:11 | 11      De last van Duma. Men roept tot mij 12752 Jes 21:11 | Seir: Wachter! wat is er van den nacht? Wachter! wat 12753 Jes 21:11 | nacht? Wachter! wat is er van den nacht? ~ 12754 Jes 21:13 | tegen Arabie. In het woud van Arabie zult gijlieden vernachten, 12755 Jes 21:13 | gij reizende gezelschappen van Dedanieten! ~ 12756 Jes 21:14 | water; de inwoners des lands van Thema zijn den vluchtende 12757 Jes 21:16 | zo zal de heerlijkheid van Kedar ten ondergaan. ~ 12758 Jes 22:1 | 1      De last van het dal des gezichts. Wat 12759 Jes 22:2 | 2      Gij, die vol van groot gedruis waart, gij 12760 Jes 22:3 | zamen weggevlucht; zij zijn van de schutters gebonden, allen, 12761 Jes 22:3 | samengebonden, zij zijn van verre gevloden. ~ 12762 Jes 22:4 | zeg ik: Wendt het gezicht van mij af; laat mij bitterlijk 12763 Jes 22:5 | Want het is een dag van beroering, en van vertreding, 12764 Jes 22:5 | een dag van beroering, en van vertreding, en van verwarring 12765 Jes 22:5 | beroering, en van vertreding, en van verwarring van den Heere, 12766 Jes 22:5 | vertreding, en van verwarring van den Heere, den HEERE der 12767 Jes 22:5 | dal des gezicht, een dag van ontmuring des muurs,      12768 Jes 22:5 | ontmuring des muurs,      en van geschreeuw naar het gebergte 12769 Jes 22:8 | En hij zal het deksel van Juda ontdekken; en te dien 12770 Jes 22:10 | Gij zult ook de huizen van Jeruzalem tellen; en gij 12771 Jes 22:11 | aanmerken      Dien, Die dat van verre tijden geformeerd 12772 Jes 22:18 | rolt, in een land, wijd van begrip; aldaar zult gij 12773 Jes 22:18 | wagenen zijn, o gij schandvlek van het      huis uws heren! ~ 12774 Jes 22:19 | En Ik zal u afstoten van uw staat, en van uw stand 12775 Jes 22:19 | afstoten van uw staat, en van uw stand zal Hij u verstoren. ~ 12776 Jes 22:20 | knecht, Eljakim, den zoon van Hilkia, roepen zal. ~ 12777 Jes 22:21 | te Jeruzalem en den huize van      Juda tot een vader 12778 Jes 22:22 | En Ik zal den sleutel van het huis van David op zijn 12779 Jes 22:22 | den sleutel van het huis van David op zijn schouder leggen; 12780 Jes 22:24 | hangen alle heerlijkheid van het huis zijns vaders, der 12781 Jes 22:24 | ook alle kleine vaten, van de vaten der bekers af, 12782 Jes 23:1 | 1      De last van Tyrus. Huilt, gij schepen 12783 Jes 23:1 | Tyrus. Huilt, gij schepen van Tarsis! want zij is verwoest, 12784 Jes 23:2 | gij, die de kooplieden van Sidon, over zee varende, 12785 Jes 23:3 | wiens inkomst was het zaad van Sichor over de grote wateren, 12786 Jes 23:5 | als geweest is de tijding van Egypte, zal men ook in weedom 12787 Jes 23:5 | in weedom zijn, als men van Tyrus horen zal. ~ 12788 Jes 23:7 | stad? welker oudheid wel van oude dagen af is; maar haar 12789 Jes 23:9 | ontheilige de hovaardij van alle sieraad, om al de heerlijksten 12790 Jes 23:10 | een rivier, gij dochter van Tarsis! er is geen gordel 12791 Jes 23:12 | verdrukte maagd, gij dochter van Sidon! Naar Chittim toe, 12792 Jes 23:14 | Huilt, gij schepen van Tarsis! want ulieder sterkte 12793 Jes 23:15 | konings dagen; maar ten einde van zeventig jaren zal in Tyrus 12794 Jes 23:17 | zal geschieden ten einde van zeventig jaren, dat de HEERE 12795 Jes 24:2 | de woekeraar, alzo die, van welken hij woeker ontvangt. ~ 12796 Jes 24:4 | het verwelkt; de hoogsten van het volk des lands kwelen. ~ 12797 Jes 24:13 | Want in het binnenste van het land, in het midden 12798 Jes 24:14 | HEEREN zullen zij juichen van de zee af. ~ 12799 Jes 24:15 | Naam des HEEREN, des Gods van Israel. ~ 12800 Jes 24:16 | 16      Van het uiterste einde der aarde 12801 Jes 25:1 | wonder gedaan; Uw raadslagen van verre zijn waarheid en vastigheid. ~ 12802 Jes 25:2 | 2      Want Gij hebt van de stad een steenhoop gemaakt; 12803 Jes 25:6 | maaltijd maken, een maaltijd van reinen wijn, van vet vol 12804 Jes 25:6 | maaltijd van reinen wijn, van vet vol mergs, van reine 12805 Jes 25:6 | wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd 12806 Jes 25:8 | Heere HEERE zal de tranen van alle aangezichten afwissen; 12807 Jes 25:8 | de smaadheid Zijns volks van de ganse aarde      wegnemen; 12808 Jes 25:11 | uitbreiden in het midden van hen, gelijk als een zwemmer 12809 Jes 26:1 | gezongen worden in het land van Juda; Wij hebben een sterke 12810 Jes 26:9 | geest, die in het binnenste van mij is, U vroeg zoeken; 12811 Jes 26:21 | uitgaan, om de ongerechtigheid van de inwoners der aarde over 12812 Jes 27:2 | dage zal er een wijngaard van roden wijn zijn; zingt van 12813 Jes 27:2 | van roden wijn zijn; zingt van denzelven bij beurte. ~ 12814 Jes 27:9 | daardoor de ongerechtigheid van Jakob verzoend worden, en 12815 Jes 27:11 | aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal 12816 Jes 27:12 | dat de HEERE dorsen zal, van den stroom der rivier af 12817 Jes 27:12 | rivier af tot aan de rivier van Egypte; doch gijlieden zult 12818 Jes 27:13 | die komen, die in het land van Assur verloren zijn, en 12819 Jes 27:13 | heengedrevenen in het      land van Egypte; en zij zullen den 12820 Jes 28:1 | hovaardige kroon der dronkenen van Efraim, welker heerlijk 12821 Jes 28:1 | vette vallei, der geslagenen van den wijn. ~ 12822 Jes 28:3 | hovaardige kronen der dronkenen van Efraim zullen met voeten 12823 Jes 28:7 | En ook dwalen dezen van den wijn, en zij dolen van 12824 Jes 28:7 | van den wijn, en zij dolen van den sterken drank; de priester 12825 Jes 28:7 | priester en de profeet dwalen van den sterken drank; zij zijn 12826 Jes 28:7 | drank; zij zijn verslonden van den wijn, zij dolen van      12827 Jes 28:7 | van den wijn, zij dolen van      sterken drank; zij 12828 Jes 28:8 | Want alle tafels zijn vol van uitspuwsel en van drek, 12829 Jes 28:8 | zijn vol van uitspuwsel en van drek, zodat er geen plaats 12830 Jes 28:9 | verstaan geven? Den gespeenden van de melk, den afgetrokkenen 12831 Jes 28:9 | melk, den afgetrokkenen van de borsten? ~ 12832 Jes 28:18 | dan zult gijlieden      van denzelven vertreden worden. ~ 12833 Jes 28:19 | 19      Van den tijd af, als hij doortrekt, 12834 Jes 28:21 | zijn, gelijk in het dal van Gibeon, om Zijn werk te 12835 Jes 28:22 | gemaakt worden; want ik heb van den Heere HEERE der heirscharen 12836 Jes 28:25 | Wanneer hij het bovenste van hetzelve effen gemaakt heeft, 12837 Jes 28:25 | komijn, of hij werpt er van de beste tarwe in, of uitgelezen 12838 Jes 28:26 | zijn God onderricht hem van de wijze, Hij leert hem. ~ 12839 Jes 28:29 | Zulks komt ook voort van den HEERE der heirscharen; 12840 Jes 28:29 | heirscharen; Hij is wonderlijk van raad, Hij is groot van daad. ~  ~ 12841 Jes 28:29 | wonderlijk van raad, Hij is groot van daad. ~  ~ 12842 Jes 29:4 | zal zijn uit de aarde als van een tovenaar, en uw spraak      12843 Jes 29:6 | 6      Gij zult van den HEERE der heirscharen 12844 Jes 29:7 | En gelijk de droom van een nachtgezicht is, alzo 12845 Jes 29:9 | zijn dronken, maar niet van wijn; zij waggelen, maar 12846 Jes 29:9 | zij waggelen, maar niet van sterken drank. ~ 12847 Jes 29:11 | geworden als de woorden van een verzegeld boek, hetwelk 12848 Jes 29:13 | eren, doch hun hart verre van Mij doen; en hun vreze, 12849 Jes 29:16 | leem, dat het maaksel zeide van zijn maker: Hij heeft mij 12850 Jes 29:16 | en het geformeerde vat van zijn pottenbakker      zeide: 12851 Jes 29:22 | verlost heeft, tot het huis van Jakob alzo: Jakob zal nu 12852 Jes 29:23 | zien zal in het midden van hen, zullen zij Mijn Naam 12853 Jes 29:23 | Jakobs heiligen, en den God van Israel      vrezen. ~ 12854 Jes 29:24 | 24      En die dwalende van geest zijn, zullen tot verstand 12855 Jes 30:2 | te sterken met de macht van Farao, en om hun toevlucht 12856 Jes 30:2 | te nemen onder de schaduw van Egypte. ~ 12857 Jes 30:3 | 3      Want de sterkte van Farao zal ulieden tot schaamte 12858 Jes 30:3 | toevlucht onder de schaduw van Egypte tot schande. ~ 12859 Jes 30:6 | De last der beesten, van het zuiden, naar het land 12860 Jes 30:6 | angstes, en der benauwdheid, van waar de sterke leeuw en 12861 Jes 30:11 | 11      Wijkt af van den weg, maakt u van de 12862 Jes 30:11 | af van den weg, maakt u van de baan; laat den Heilige 12863 Jes 30:11 | laat den Heilige Israels van ons ophouden! ~ 12864 Jes 30:14 | niet verschonen; alzo dat van haar verbrijzeling niet 12865 Jes 30:17 | 17      Een duizend van het schelden van een enige, 12866 Jes 30:17 | duizend van het schelden van een enige, van het schelden 12867 Jes 30:17 | schelden van een enige, van het schelden van vijf zult 12868 Jes 30:17 | enige, van het schelden van vijf zult gij allen vlieden; 12869 Jes 30:17 | gelijk een mast op den top van een berg, en als een      12870 Jes 30:22 | maanstondig      kleed, en tot elk van die zeggen: Henen uit! ~ 12871 Jes 30:23 | hebt, regen geven, en brood van des lands inkomen, en hetzelve 12872 Jes 30:26 | zevenvoudig zijn als het licht van zeven dagen; ten dage als 12873 Jes 30:27 | de Naam des HEEREN komt van verre, Zijn toorn brandt, 12874 Jes 30:29 | blijdschap des harten, gelijk van een, die met pijpen wandelt, 12875 Jes 30:29 | HEEREN, tot den Rotssteen van Israel. ~ 12876 Jes 30:30 | doen zien, met grimmigheid van toorn, en een vlam van verterend 12877 Jes 30:30 | grimmigheid van toorn, en een vlam van verterend vuur, stralen, 12878 Jes 30:33 | 33      Want Tofeth is van gisteren bereid; ja, hij 12879 Jes 30:33 | gemaakt, het vuur en hout van zijn brandstapel is veel; 12880 Jes 31:6 | 6   Bekeert u tot Hem, van Denwelken de kinderen Israels 12881 Jes 31:9 | 9   En hij zal van vreze doorgaan naar zijn 12882 Jes 32:2 | dorre plaats, als de schaduw van een zwaren rotssteen in 12883 Jes 33:3 | 3      Van het geluid des rumoers zullen 12884 Jes 33:3 | zullen de volken wegvlieden; van Uw verhoging zullen de heidenen 12885 Jes 33:6 | uwer tijden, de sterkte van uw behoudenissen zal zijn 12886 Jes 33:19 | zien, het volk, dat zo diep van spraak is, dat men het niet 12887 Jes 33:19 | men het niet horen kan, van belachelijke tong, hetwelk 12888 Jes 33:20 | zullen uitgetogen worden, en van welker zelen geen verscheurd 12889 Jes 33:21 | het zal zijn een plaats van rivieren, van wijde stromen; 12890 Jes 33:21 | een plaats van rivieren, van wijde stromen; geen roeischuit 12891 Jes 33:23 | uitspannen; dan zal de roof van een overvloedigen buit uitgedeeld      12892 Jes 33:24 | daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben. ~  ~  ~  ~ ~ 12893 Jes 34:3 | zullen weggeworpen worden, en van hun dode lichamen zal hun 12894 Jes 34:3 | de bergen zullen smelten van hun bloed. ~ 12895 Jes 34:4 | afvallen, gelijk een blad van den wijnstok afvalt, en 12896 Jes 34:4 | gelijk een      vijg afvalt van den vijgeboom. ~ 12897 Jes 34:6 | zwaard des HEEREN is vol van bloed, het is vet geworden 12898 Jes 34:6 | bloed, het is vet geworden van smeer, van het bloed der 12899 Jes 34:6 | vet geworden van smeer, van het bloed der lammeren en 12900 Jes 34:6 | lammeren en der bokken, van het smeer der nieren van 12901 Jes 34:6 | van het smeer der nieren van de rammen; want de HEERE      12902 Jes 34:7 | land zal doordronken zijn van het bloed, en hun stof zal 12903 Jes 34:7 | het bloed, en hun stof zal van het smeer vet gemaakt worden. ~ 12904 Jes 34:10 | eeuwigheid zal zijn rook opgaan; van geslacht tot geslacht zal 12905 Jes 34:16 | HEEREN, en leest; niet een van dezen zal er feilen, het 12906 Jes 34:17 | zij dat erfelijk bezitten, van geslacht tot      geslacht 12907 Jes 35:2 | juichen; de heerlijkheid van Libanon is haar gegeven, 12908 Jes 35:2 | haar gegeven, het sieraard van Karmel en Saron; zij zullen 12909 Jes 35:4 | Zegt den onbedachtzamen van harte: Weest sterk, en vreest 12910 Jes 36:1 | geschiedde in het veertiende jaar van den koning Hizkia, dat Sanherib, 12911 Jes 36:1 | dat Sanherib, de koning van Assyrie, optoog tegen alle 12912 Jes 36:1 | tegen alle vaste steden van Juda, en nam ze in. ~ 12913 Jes 36:2 | 2      En de koning van Assyrie zond Rabsake van 12914 Jes 36:2 | van Assyrie zond Rabsake van Lachis naar Jeruzalem tot 12915 Jes 36:2 | aan den      hogen weg van het veld des vollers. ~ 12916 Jes 36:3 | hem uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en 12917 Jes 36:3 | schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier. ~ 12918 Jes 36:4 | grote koning, de koning van Assyrie: Wat vertrouwen 12919 Jes 36:6 | alzo is Farao, de koning van Egypte, al      dengenen, 12920 Jes 36:8 | met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik zal u twee 12921 Jes 36:9 | zoudt gij dan het aangezicht van een enigen vorst, van de 12922 Jes 36:9 | aangezicht van een enigen vorst, van de geringste knechten mijns 12923 Jes 36:13 | groten konings, des konings van Assyrie! ~ 12924 Jes 36:15 | niet in de hand des konings van Assyrie gegeven worden. ~ 12925 Jes 36:16 | want alzo zegt de koning van Assyrie: Handelt met mij 12926 Jes 36:16 | mij uit, en eet, een ieder van zijn wijnstok, en een ieder 12927 Jes 36:16 | zijn wijnstok, en een ieder van zijn      vijgeboom, en 12928 Jes 36:17 | ulieder land is, een land van koren en van most, een land 12929 Jes 36:17 | is, een land van koren en van most, een land van brood 12930 Jes 36:17 | koren en van most, een land van brood en van wijngaarden. ~ 12931 Jes 36:17 | most, een land van brood en van wijngaarden. ~ 12932 Jes 36:18 | uit de hand des konings van Assyrie? ~ 12933 Jes 36:19 | Waar zijn de goden van Hamath en Arpad? Waar zijn 12934 Jes 36:19 | Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim? Hebben zij ook 12935 Jes 36:19 | Hebben zij ook Samaria van mijn hand gered? ~ 12936 Jes 36:22 | Toen kwam Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en 12937 Jes 36:22 | schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier, tot 12938 Jes 36:22 | gaven hem      de woorden van Rabsake te kennen. ~  ~  ~  ~ ~ 12939 Jes 37:2 | Jesaja, den profeet, den zoon van Amoz; ~ 12940 Jes 37:4 | uw God, horen de woorden van Rabsake, denwelken zijn 12941 Jes 37:4 | denwelken zijn heer, de koning van Assyrie, gezonden heeft, 12942 Jes 37:5 | 5      En de knechten van den koning Hizkia kwamen 12943 Jes 37:6 | de dienaars des konings van      Assyrie gelasterd hebben. ~ 12944 Jes 37:8 | en hij vond den koning van Assyrie strijdende tegen 12945 Jes 37:8 | hij had gehoord, dat hij van Lachis vertrokken was. ~ 12946 Jes 37:9 | 9      Als hij nu hoorde van Tirhaka, den koning van 12947 Jes 37:9 | van Tirhaka, den koning van Cusch, zeggen: Hij is uitgetogen, 12948 Jes 37:10 | spreken tot Hizkia, den koning van Juda, zeggende: Laat u uw 12949 Jes 37:10 | zal in de hand des konings van      Assyrie niet gegeven 12950 Jes 37:11 | gehoord, wat de koningen van Assyrie aan alle landen 12951 Jes 37:12 | en Rezef, en de kinderen van Eden, die in Telasser waren? ~ 12952 Jes 37:13 | 13      Waar is de koning van Hamath, en de koning van 12953 Jes 37:13 | van Hamath, en de koning van Arpad, en de koning der 12954 Jes 37:16 | der heirscharen, Gij, God van Israel, Die tussen de cherubim 12955 Jes 37:16 | Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde; 12956 Jes 37:17 | zie; en hoor al de woorden van Sanherib, die gezonden heeft 12957 Jes 37:18 | HEERE! hebben de koningen van Assyrie al de landen, mitsgaders 12958 Jes 37:19 | geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; 12959 Jes 37:21 | Toen zond Jesaja, de zoon van Amoz, tot Hizkia, om te 12960 Jes 37:21 | tegen Sanherib, den koning van Assyrie, heb Ik      gehoord. ~ 12961 Jes 37:22 | De jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot 12962 Jes 37:22 | zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd 12963 Jes 37:24 | hoogte der bergen, de zijden van Libanon;      en ik zal 12964 Jes 37:26 | voren gedaan heb, en dat van de oude dagen af geformeerd 12965 Jes 37:30 | dat men in dit jaar, wat van zelf gewassen is, eten zal, 12966 Jes 37:31 | ontkomene, dat overgebleven is van het huis van Juda, zal wederom 12967 Jes 37:31 | overgebleven is van het huis van Juda, zal wederom nederwaarts 12968 Jes 37:32 | 32      Want van Jeruzalem zal het overblijfsel 12969 Jes 37:32 | uitgaan, en het ontkomene van den berg Sion; de ijver 12970 Jes 37:33 | Daarom, zo zegt de HEERE van den koning van Assyrie: 12971 Jes 37:33 | de HEERE van den koning van Assyrie: Hij zal in deze 12972 Jes 37:36 | uit, en sloeg in het leger van Assyrie honderd vijf en 12973 Jes 37:37 | vertrok Sanherib, de koning van Assyrie, en toog henen, 12974 Jes 37:38 | nu, als hij in het huis van Nisroch, zijn god, zich 12975 Jes 37:38 | ontkwamen in het      land van Ararat; en Esar-Haddon, 12976 Jes 38:1 | profeet Jesaja, de zoon van Amoz, kwam tot hem, en zeide 12977 Jes 38:5 | Zo zegt de HEERE, de God van uw vader David: Ik heb uw 12978 Jes 38:6 | uit de hand des konings van Assyrie verlossen, mitsgaders 12979 Jes 38:7 | dit zal u een teken zijn van den HEERE, dat de HEERE 12980 Jes 38:8 | met de zon in de graden van Achaz' zonnewijzer nederwaarts 12981 Jes 38:9 | Dit is het schrift van Hizkia, koning van Juda, 12982 Jes 38:9 | schrift van Hizkia, koning van Juda, toen hij ziek geweest 12983 Jes 38:9 | toen hij ziek geweest en van zijn ziekte genezen was. ~ 12984 Jes 38:10 | heengaan, ik word beroofd van het overige mijner jaren. ~ 12985 Jes 38:12 | levenstijd is weggetogen, en van mij weggevoerd gelijk eens 12986 Jes 38:12 | Hij zal mij afsnijden, als van den drom;      van den dag 12987 Jes 38:12 | als van den drom;      van den dag tot den nacht zult 12988 Jes 38:13 | al mijn beenderen breken; van den dag tot den nacht, zult 12989 Jes 38:16 | in dit alles is het leven van mijn geest; want Gij hebt 12990 Jes 39:1 | Merodach Baladan, de zoon van Baladan, de koning van Babel, 12991 Jes 39:1 | zoon van Baladan, de koning van Babel, brieven en een geschenk 12992 Jes 39:3 | hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen? 12993 Jes 39:7 | 7   Daartoe zullen zij van uw zonen, die uit u zullen 12994 Jes 39:7 | in het paleis des konings van Babel. ~ 12995 Jes 40:2 | Spreekt naar het hart van Jeruzalem, en roept haar 12996 Jes 40:2 | ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des HEEREN dubbel 12997 Jes 40:9 | Sion, gij verkondigster van goede boodschap, klim op 12998 Jes 40:9 | Jeruzalem, gij verkondigster van goede boodschap, hef uw 12999 Jes 40:9 | niet,      zeg den steden van Juda: Zie hier is uw God! ~ 13000 Jes 40:12 | met Zijn vuist gemeten, en van de hemelen met de span de


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License