1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256
Book Chapter: Verse
15001 Eze 36:38 | eenzame steden vol zijn van mensenkudden; en zij zullen
15002 Eze 37:9 | HEERE: Gij geest! kom aan van de vier winden, en blaas
15003 Eze 37:16 | Voor Jozef, het hout van Efraim, en van het ganse
15004 Eze 37:16 | hout van Efraim, en van het ganse huis Israels,
15005 Eze 37:19 | HEERE: Ziet, Ik zal het hout van Jozef, dat in Efraims hand
15006 Eze 37:19 | Efraims hand geweest is, en van de stammen Israels, zijn
15007 Eze 37:19 | hem voegen tot het hout van Juda, en zal ze maken tot
15008 Eze 37:21 | zijn, en zal ze vergaderen van rondom, en brengen
15009 Eze 37:26 | heiligdom in het midden van hen zetten tot in eeuwigheid. ~
15010 Eze 37:28 | heiligdom in het midden van hen zal zijn tot in eeuwigheid. ~ ~ ~ ~ ~
15011 Eze 38:2 | aangezicht tegen Gog, het land van Magog, den hoofdvorst van
15012 Eze 38:2 | van Magog, den hoofdvorst van Mesech en Tubal; en profeteer
15013 Eze 38:3 | u, o Gog, gij hoofdvorst van Mesech en Tubal! ~
15014 Eze 38:6 | zijn benden, en het huis van Togarma, aan de zijden van
15015 Eze 38:6 | van Togarma, aan de zijden van het noorden, en al zijn
15016 Eze 38:8 | land, dat wedergebracht is van het zwaard, dat vergaderd
15017 Eze 38:13 | Dedan, en de kooplieden van Tarsis, en alle hun jonge
15018 Eze 38:15 | uw plaats, uit de zijden van het noorden, gij en vele
15019 Eze 38:17 | Heere HEERE: Zijt gij die, van welken Ik in verleden dagen
15020 Eze 38:20 | 20 Zodat van Mijn aangezicht beven zullen
15021 Eze 38:21 | Heere HEERE; het zwaard van een ieder zal tegen zijn
15022 Eze 38:23 | bekend worden voor de ogen van vele heidenen; en zij zullen
15023 Eze 39:1 | aan u, o Gog, hoofdvorst van Mesech en Tubal! ~
15024 Eze 39:2 | optrekken uit de zijden van het noorden, en Ik zal u
15025 Eze 39:4 | roofvogelen, aan het gevogelte van allen vleugel, en aan het
15026 Eze 39:7 | heiligen Naam in het midden van Mijn volk Israel bekend
15027 Eze 39:8 | Heere HEERE; dit is de dag, van welken Ik gesproken heb.
15028 Eze 39:9 | en vuur stoken en branden van de wapenen, zo van schilden
15029 Eze 39:9 | branden van de wapenen, zo van schilden als rondassen,
15030 Eze 39:9 | schilden als rondassen, van bogen en van pijlen, zo
15031 Eze 39:9 | rondassen, van bogen en van pijlen, zo van handstokken
15032 Eze 39:9 | bogen en van pijlen, zo van handstokken als van
15033 Eze 39:9 | van handstokken als van spiesen; en zij zullen daarvan
15034 Eze 39:10 | uit de wouden houwen, maar van de wapenen vuur stoken;
15035 Eze 39:11 | zullen het noemen: Het dal van Gogs menigte. ~
15036 Eze 39:14 | dien te reinigen; ten einde van zeven maanden zullen zij
15037 Eze 39:15 | hebben begraven in het dal van Gogs menigte. ~
15038 Eze 39:17 | HEERE: Zeg tot het gevogelte van allen vleugel, en tot al
15039 Eze 39:17 | en komt aan, verzamelt u van rondom, tot Mijn slachtoffer,
15040 Eze 39:18 | zult gij eten, en het bloed van de vorsten der aarde drinken;
15041 Eze 39:18 | varren, die altemaal gemesten van Basan zijn. ~
15042 Eze 39:19 | drinken tot dronkenschap toe; van Mijn slachtoffer, dat Ik
15043 Eze 39:20 | verzadigd worden aan Mijn tafel van rij paarden en wagen paarden,
15044 Eze 39:20 | paarden en wagen paarden, van helden en alle krijgslieden,
15045 Eze 39:22 | 22 En die van het huis Israels zullen
15046 Eze 39:22 | HEERE, hunlieder God ben, van dien dag af en voortaan.
15047 Eze 39:23 | heidenen zullen weten, dat die van het huis Israels gevankelijk
15048 Eze 39:27 | geheiligd zal zijn voor de ogen van vele heidenen; ~
15049 Eze 39:28 | heb aldaar niemand van hen meer overgelaten. ~
15050 Eze 40:3 | gedaante was als de gedaante van koper; en in zijn hand was
15051 Eze 40:5 | mans hand was een meetriet van zes ellen, elke el van een
15052 Eze 40:5 | meetriet van zes ellen, elke el van een el en een handbreed,
15053 Eze 40:7 | bij het voorhuis der poort van binnen, een riet. ~
15054 Eze 40:8 | hij het voorhuis der poort van binnen, een riet. ~
15055 Eze 40:9 | het voorhuis der poort was van binnen. ~
15056 Eze 40:10 | naar het oosten, waren drie van deze, en drie van gene zijde;
15057 Eze 40:10 | waren drie van deze, en drie van gene zijde; die drie hadden
15058 Eze 40:10 | maat; ook hadden de posten, van deze en van gene zijde,
15059 Eze 40:10 | hadden de posten, van deze en van gene zijde, enerlei
15060 Eze 40:11 | mat hij de wijdte der deur van de poort, tien ellen; de
15061 Eze 40:12 | ruim voor aan de kamertjes, van een el van deze, en een
15062 Eze 40:12 | de kamertjes, van een el van deze, en een ruim van een
15063 Eze 40:12 | el van deze, en een ruim van een el van gene zijde; en
15064 Eze 40:12 | en een ruim van een el van gene zijde; en elk kamertje
15065 Eze 40:12 | en elk kamertje zes ellen van deze, en zes ellen van gene
15066 Eze 40:12 | ellen van deze, en zes ellen van gene zijde. ~
15067 Eze 40:13 | Toen mat hij de poort van het dak van het ene kamertje
15068 Eze 40:13 | hij de poort van het dak van het ene kamertje af tot
15069 Eze 40:13 | kamertje af tot aan het dak van een ander; de breedte was
15070 Eze 40:14 | Ook maakte hij posten van zestig ellen, namelijk tot
15071 Eze 40:15 | 15 En van het voorste deel der poort
15072 Eze 40:15 | tot aan het voorste deel van het voorhuis van de binnenpoort,
15073 Eze 40:15 | voorste deel van het voorhuis van de binnenpoort, waren vijftig
15074 Eze 40:18 | plaveisel nu was aan de zijde van de poorten, tegenover de
15075 Eze 40:18 | poorten, tegenover de lengte van de poorten; dit was het
15076 Eze 40:19 | En hij mat de breedte, van het voorste deel der benedenste
15077 Eze 40:19 | aan het binnenste voorhof, van buiten, honderd ellen, oostwaarts
15078 Eze 40:21 | En haar kamertjes, drie van deze en drie van gene zijde;
15079 Eze 40:21 | kamertjes, drie van deze en drie van gene zijde; en haar posten
15080 Eze 40:21 | haar lengte, en de breedte van vijf en twintig ellen. ~
15081 Eze 40:23 | 23 De poort nu van het binnenste voorhof was
15082 Eze 40:23 | voorhof was tegenover de poort van het noorden en van het oosten;
15083 Eze 40:23 | poort van het noorden en van het oosten; en hij mat van
15084 Eze 40:23 | van het oosten; en hij mat van poort tot poort honderd
15085 Eze 40:26 | En haar opgangen waren van zeven trappen, en haar voorhuizen
15086 Eze 40:26 | en zij had palmbomen, een van deze, en een van gene zijde
15087 Eze 40:26 | palmbomen, een van deze, en een van gene zijde aan haar posten. ~
15088 Eze 40:27 | naar het zuiden; en hij mat van poort tot poort, den weg
15089 Eze 40:31 | en haar opgangen waren van acht trappen. ~
15090 Eze 40:34 | palmbomen aan haar posten, van deze en van gene zijde;
15091 Eze 40:34 | haar posten, van deze en van gene zijde; en haar opgangen
15092 Eze 40:34 | en haar opgangen waren van acht trappen. ~
15093 Eze 40:37 | palmbomen aan haar posten, van deze en van gene zijde;
15094 Eze 40:37 | haar posten, van deze en van gene zijde; en haar opgangen
15095 Eze 40:37 | en haar opgangen waren van acht trappen. ~
15096 Eze 40:39 | poort waren twee tafelen van deze, en twee tafelen van
15097 Eze 40:39 | van deze, en twee tafelen van gene zijde, om daarop te
15098 Eze 40:40 | Ook waren er aan de zijde van buiten des opgangs, aan
15099 Eze 40:41 | 41 Vier tafelen van deze, en vier tafelen van
15100 Eze 40:41 | van deze, en vier tafelen van gene zijde, aan de zijde
15101 Eze 40:42 | voor het brandoffer waren van gehouwen stenen, de lengte
15102 Eze 40:44 | 44 En van buiten de binnenste poort
15103 Eze 40:44 | voorhof, dat aan de zijde van de noorderpoort was; en
15104 Eze 40:44 | een was er aan de zijde van de oostpoort, ziende den
15105 Eze 40:46 | waarnemen; dat zijn de kinderen van Zadok, die uit de kinderen
15106 Eze 40:46 | die uit de kinderen van Levi tot den HEERE naderen,
15107 Eze 40:48 | huizes, en hij mat elken post van het voorhuis, vijf ellen
15108 Eze 40:48 | het voorhuis, vijf ellen van deze, en vijf ellen van
15109 Eze 40:48 | van deze, en vijf ellen van gene zijde; en de breedte
15110 Eze 40:48 | breedte der poort, drie ellen van deze, en drie ellen
15111 Eze 40:48 | deze, en drie ellen van gene zijde. ~
15112 Eze 40:49 | 49 De lengte van het voorhuis twintig ellen,
15113 Eze 40:49 | pilaren aan de posten, een van deze, en een van gene
15114 Eze 40:49 | een van deze, en een van gene zijde. ~ ~
15115 Eze 41:1 | posten, zes ellen de breedte van deze, en zes ellen de breedte
15116 Eze 41:1 | en zes ellen de breedte van gene zijde, de breedte der
15117 Eze 41:2 | zijden der deur, vijf ellen van deze, en vijf ellen van
15118 Eze 41:2 | van deze, en vijf ellen van gene zijde; ook mat hij
15119 Eze 41:5 | zes ellen; en de breedte van elke zijkamer, vier ellen,
15120 Eze 41:8 | fondamenten der zijkameren waren van een vol riet, zes ellen,
15121 Eze 41:9 | 9 De breedte van den wand, die tot de zijkameren
15122 Eze 41:10 | kameren was een breedte van twintig ellen, rondom het
15123 Eze 41:11 | 11 De deuren nu van de zijkameren waren naar
15124 Eze 41:11 | het zuiden; en de breedte van de ledig gelatene plaats
15125 Eze 41:12 | 12 Voorts van het gebouw, dat voor aan
15126 Eze 41:12 | breedte zeventig ellen, en van den wand des gebouws was
15127 Eze 41:14 | 14 En de breedte van het voorste deel des huizes,
15128 Eze 41:15 | en derzelver galerijen van deze en van gene zijde,
15129 Eze 41:15 | derzelver galerijen van deze en van gene zijde, honderd ellen;
15130 Eze 41:16 | met hout rondom henen, en van de aarde tot aan de vensteren;
15131 Eze 41:19 | aangezicht tegen den palmboom van deze, en eens jongen leeuws
15132 Eze 41:19 | aangezicht tegen den palmboom van gene zijde; gemaakt in het
15133 Eze 41:20 | 20 Van de aarde af tot boven de
15134 Eze 41:22 | lengte en zijn wanden waren van hout. En hij sprak tot mij:
15135 Eze 41:25 | hout aan het voorste deel van het voorhuis van buiten
15136 Eze 41:25 | deel van het voorhuis van buiten was dik. ~
15137 Eze 41:26 | vensteren waren ook palmbomen van deze en van gene zijde,
15138 Eze 41:26 | ook palmbomen van deze en van gene zijde, aan de zijden
15139 Eze 41:26 | gene zijde, aan de zijden van het voorhuis; en aan de
15140 Eze 41:26 | voorhuis; en aan de zijkameren van het huis, en aan de dikke
15141 Eze 42:1 | voorhof; den weg naar den weg van het noorden; en hij bracht
15142 Eze 42:2 | Voor aan de lengte van de honderd ellen naar de
15143 Eze 42:2 | honderd ellen naar de deur van het noorden; en de breedte
15144 Eze 42:4 | kameren was een wandeling van tien ellen de breedte; naar
15145 Eze 42:4 | naar binnen toe, en een weg van een el; en de deuren van
15146 Eze 42:4 | van een el; en de deuren van dezelve waren tegen het
15147 Eze 42:6 | Want zij waren wel van drie rijen, maar hadden
15148 Eze 42:6 | onderste en dan de middelste van de aarde af. ~
15149 Eze 42:7 | aan de kameren, de lengte van dien was vijftig ellen. ~
15150 Eze 42:9 | 9 Van onder deze kameren nu was
15151 Eze 42:9 | kameren nu was de ingang van het oosten, als iemand tot
15152 Eze 42:10 | 10 Aan de breedte van den muur des voorhofs, den
15153 Eze 42:12 | er een deur in het hoofd van den weg, den weg voor aan
15154 Eze 42:13 | hij tot mij: De kameren van het noorden, en de kameren
15155 Eze 42:13 | het noorden, en de kameren van het zuiden, die voor aan
15156 Eze 42:15 | Als hij nu de maten van het binnenste huis geeindigd
15157 Eze 43:2 | de heerlijkheid des Gods van Israel kwam van den weg
15158 Eze 43:2 | des Gods van Israel kwam van den weg naar het oosten;
15159 Eze 43:2 | stem was als het geruis van vele wateren, en de aarde
15160 Eze 43:2 | en de aarde werd verlicht van Zijn heerlijkheid. ~
15161 Eze 43:3 | En alzo was de gedaante van het gezicht, dat ik zag,
15162 Eze 43:7 | eeuwigheid; en die van het huis Israels zullen
15163 Eze 43:9 | lichamen hunner koningen verre van Mij wegdoen; en Ik zal in
15164 Eze 43:9 | en Ik zal in het midden van hen wonen in eeuwigheid. ~
15165 Eze 43:11 | maak hun bekend den vorm van het huis, en zijn gestaltenis,
15166 Eze 43:12 | 12 Dit is de wet van het huis: op de hoogte des
15167 Eze 43:12 | zijn; ziet, dit is de wet van het huis. ~
15168 Eze 43:13 | een handbreed; de boezem van een el, en een el de breedte;
15169 Eze 43:14 | 14 Van den boezem nu op de aarde
15170 Eze 43:14 | en de breedte een el; en van het kleinste afzetsel tot
15171 Eze 43:15 | de Harel vier ellen; en van den Ariel voorts opwaarts,
15172 Eze 43:19 | priesteren, dewelke uit het zaad van Zadok zijn, die tot Mij
15173 Eze 43:20 | 20 En gij zult van deszelfs bloed nemen, en
15174 Eze 43:21 | verbranden in een bestelde plaats van het huis buiten het heiligdom. ~
15175 Eze 43:23 | einde zult gemaakt hebben van het ontzondigen, dan zult
15176 Eze 43:23 | offeren, en een volkomen ram van de kudde. ~
15177 Eze 43:25 | een jong rund, en een ram van de kudde, beide volkomen
15178 Eze 44:1 | wederkeren den weg naar de poort van het buitenste heiligdom,
15179 Eze 44:3 | des HEEREN; door den weg van het voorhuis der poort zal
15180 Eze 44:3 | ingaan, en door den weg van hetzelve zal hij uitgaan. ~
15181 Eze 44:5 | wat Ik met u spreken zal, van alle inzettingen van het
15182 Eze 44:5 | zal, van alle inzettingen van het huis des HEEREN,
15183 Eze 44:5 | huis des HEEREN, en van al zijn wetten; en zet uw
15184 Eze 44:5 | zet uw hart op den ingang van het huis, met alle uitgangen
15185 Eze 44:7 | ingebracht, onbesnedenen van hart en onbesnedenen van
15186 Eze 44:7 | van hart en onbesnedenen van vlees, om in Mijn heiligdom
15187 Eze 44:8 | gijlieden hebt de wacht van Mijn heilige dingen niet
15188 Eze 44:9 | Geen vreemde, onbesneden van hart, en onbesneden van
15189 Eze 44:9 | van hart, en onbesneden van vlees, zal in Mijn heiligdom
15190 Eze 44:9 | in Mijn heiligdom ingaan, van enigen vreemde, die in het
15191 Eze 44:10 | Maar de Levieten, die verre van Mij geweken zijn, als Israel
15192 Eze 44:10 | als Israel ging dolen, die van Mij zijn afgedwaald, hun
15193 Eze 44:11 | de ambten aan de poorten van het huis, en zij zullen
15194 Eze 44:14 | hen stellen tot wachters van de wacht des huizes, aan
15195 Eze 44:15 | Levietische priesters, de kinderen van Zadok, die de wacht Mijns
15196 Eze 44:15 | als de kinderen Israels van Mij afdwaalden, die zullen
15197 Eze 44:17 | als zij tot de poorten van het binnenste voorhof zullen
15198 Eze 44:17 | dienen in de poorten van het binnenste voorhof, en
15199 Eze 44:22 | nemen; maar jonge dochters van het zaad van het huis Israels,
15200 Eze 44:22 | jonge dochters van het zaad van het huis Israels, of een
15201 Eze 44:22 | weduwe zal geweest zijn van een priester, zullen
15202 Eze 44:25 | 25 Ook zal geen van hen tot een doden mens ingaan,
15203 Eze 44:30 | En de eerstelingen van alle eerste vruchten van
15204 Eze 44:30 | van alle eerste vruchten van alles, en alle hefoffer
15205 Eze 44:30 | alles, en alle hefoffer van alles, van al uw hefofferen,
15206 Eze 44:30 | alle hefoffer van alles, van al uw hefofferen, zullen
15207 Eze 44:30 | zult gij de eerstelingen van uw deeg den priester
15208 Eze 44:31 | noch wat verscheurd is van het gevogelte, of van het
15209 Eze 44:31 | is van het gevogelte, of van het vee, zullen de priesters
15210 Eze 45:1 | tot een heilige plaats, van het land; de lengte zal
15211 Eze 45:1 | lengte zal zijn de lengte van vijf en twintig duizend
15212 Eze 45:3 | Alzo zult gij meten van deze maat, de lengte van
15213 Eze 45:3 | van deze maat, de lengte van vijf en twintig duizend,
15214 Eze 45:3 | twintig duizend, en de breedte van tien duizend; en daarin
15215 Eze 45:4 | een heilige plaats zijn van het land; zij zal zijn voor
15216 Eze 45:5 | huizes, ook de lengte hebben van vijf en twintig duizend,
15217 Eze 45:5 | twintig duizend, en de breedte van tien duizend, hunlieden
15218 Eze 45:6 | 6 En tot bezitting van de stad zult gij geven de
15219 Eze 45:6 | zult gij geven de breedte van vijf duizend en de lengte
15220 Eze 45:6 | vijf duizend en de lengte van vijf en twintig duizend,
15221 Eze 45:7 | nu zal zijn deel hebben van deze en van gene zijde des
15222 Eze 45:7 | deel hebben van deze en van gene zijde des heiligen
15223 Eze 45:7 | aan de bezitting der stad; van den westerhoek westwaarts,
15224 Eze 45:7 | westerhoek westwaarts, en van den oosterhoek oostwaarts;
15225 Eze 45:7 | tegenover een der delen, van de westergrens tot de oostergrens
15226 Eze 45:9 | neemt uw uitstortingen op van Mijn volk, spreekt
15227 Eze 45:11 | Een efa en een bath zullen van enerlei mate zijn, dat een
15228 Eze 45:11 | een bath het tiende deel van een homer houde; ook een
15229 Eze 45:11 | een efa het tiende deel van een homer; de mate daarvan
15230 Eze 45:12 | En de sikkel zal zijn van twintig gera; twintig sikkelen,
15231 Eze 45:13 | offeren zult: het zesde deel van een efa van een homer tarwe;
15232 Eze 45:13 | het zesde deel van een efa van een homer tarwe; ook zult
15233 Eze 45:13 | zult gij het zesde deel van een efa geven van een homer
15234 Eze 45:13 | zesde deel van een efa geven van een homer gerst. ~
15235 Eze 45:14 | Aangaande de inzetting van olie, van een bath olie;
15236 Eze 45:14 | Aangaande de inzetting van olie, van een bath olie; gij zult
15237 Eze 45:14 | offeren het tiende deel van een bath uit een kor, hetwelk
15238 Eze 45:14 | kor, hetwelk is een homer van tien bath, want tien bath
15239 Eze 45:15 | uit het waterrijke land van Israel, tot spijsoffer,
15240 Eze 45:17 | gezette hoogtijden van het huis Israels; hij zal
15241 Eze 45:19 | En de priester zal van het bloed des zondoffers
15242 Eze 45:19 | huizes, en aan de vier hoeken van het afzetsel des altaars,
15243 Eze 45:19 | posten der poorten van het binnenste voorhof. ~
15244 Eze 45:21 | het pascha zijn; een feest van zeven dagen, ongezuurde
15245 Eze 45:23 | 23 En de zeven dagen van het feest zal hij een brandoffer
15246 Eze 45:23 | brandoffer den HEERE bereiden, van zeven varren en zeven rammen,
15247 Eze 45:23 | lang, en een zondoffer van een geitenbok, dagelijks. ~
15248 Eze 46:1 | de Heere HEERE: De poort van het binnenste voorhof, die
15249 Eze 46:1 | geopend worden op den dag van de nieuwe maan. ~
15250 Eze 46:2 | zal ingaan door den weg van het voorhuis derzelve poort
15251 Eze 46:2 | voorhuis derzelve poort van buiten, en zal staan aan
15252 Eze 46:2 | en zal staan aan den post van de poort; en de priesters
15253 Eze 46:6 | 6 Maar op den dag van de nieuwe maan, een var,
15254 Eze 46:6 | een var, een jong rund, van de volkomene, en zes lammeren,
15255 Eze 46:8 | ingaat, zal hij door den weg van het voorhuis der poort ingaan,
15256 Eze 46:9 | hoogtijden, die door den weg van de noorderpoort ingaat om
15257 Eze 46:9 | aanbidden, zal door den weg van de zuiderpoort weder uitgaan;
15258 Eze 46:9 | uitgaan; en die door den weg van de zuiderpoort ingaat, zal
15259 Eze 46:9 | ingaat, zal door den weg van de noorderpoort weder uitgaan;
15260 Eze 46:10 | vorst nu zal in het midden van hen ingaan, als zij ingaan;
15261 Eze 46:14 | alle morgens een zesde deel van een efa, en olie een derde
15262 Eze 46:14 | en olie een derde deel van een hin, om de meelbloem
15263 Eze 46:16 | Wanneer de vorst aan iemand van zijn zonen een geschenk
15264 Eze 46:16 | zonen een geschenk zal geven van zijn erfenis, dat zullen
15265 Eze 46:17 | 17 Maar wanneer hij van zijn erfenis een geschenk
15266 Eze 46:17 | geschenk zal geven aan een van zijn knechten, die zal dat
15267 Eze 46:18 | de vorst zal niets nemen van de erfenis des volks, om
15268 Eze 46:18 | erfenis des volks, om hen van hun bezitting te beroven;
15269 Eze 46:18 | hun bezitting te beroven; van zijn bezitting zal hij zijn
15270 Eze 46:22 | voorhofjes met schoorstenen, van veertig ellen de lengte,
15271 Eze 47:1 | hij mij weder tot de deur van het huis, en ziet, er vloten
15272 Eze 47:1 | er vloten wateren uit, van onder den dorpel des huizes
15273 Eze 47:1 | oosten; want het voorste deel van het huis was in het
15274 Eze 47:1 | en de wateren daalden af van onderen, uit de rechterzijde
15275 Eze 47:1 | rechterzijde des huizes, van het zuiden des altaars. ~
15276 Eze 47:2 | bracht mij uit door den weg van de noorderpoort, en voerde
15277 Eze 47:2 | voerde mij om door den weg van buiten, tot de buitenpoort,
15278 Eze 47:7 | beek zeer veel geboomte, van deze en van gene zijde. ~
15279 Eze 47:7 | veel geboomte, van deze en van gene zijde. ~
15280 Eze 47:10 | aan dezelve zullen staan, van En-gedi aan tot En-eglaim
15281 Eze 47:10 | aard wezen als de vis van de grote zee, zeer menigvuldig. ~
15282 Eze 47:12 | nu, aan haar oever, zal van deze en van gene zijde opgaan
15283 Eze 47:12 | haar oever, zal van deze en van gene zijde opgaan allerlei
15284 Eze 47:15 | zijn: aan den noorderhoek, van de grote zee af, den weg
15285 Eze 47:15 | de grote zee af, den weg van Hethlon, waar men komt te
15286 Eze 47:16 | dat tussen de landpale van Damaskus en tussen de landpale
15287 Eze 47:16 | Damaskus en tussen de landpale van Hamath is; Hazar Hattichon,
15288 Eze 47:16 | Hattichon, dat aan de landpale van Havran is. ~
15289 Eze 47:17 | Alzo zal de landpale van de zee af zijn, Hazar-Enon,
15290 Eze 47:17 | Hazar-Enon, de landpale van Damaskus, en het noorden
15291 Eze 47:17 | noordwaarts, en de landpale van Hamath; en dat zal de noorderhoek
15292 Eze 47:18 | nu zult gijlieden meten van tussen Havran, en van tussen
15293 Eze 47:18 | meten van tussen Havran, en van tussen Damaskus, en van
15294 Eze 47:18 | van tussen Damaskus, en van tussen Gilead, en van tussen
15295 Eze 47:18 | en van tussen Gilead, en van tussen het land Israels
15296 Eze 47:18 | Israels aan den Jordaan, van de landpale af tot
15297 Eze 47:19 | den zuiderhoek zuidwaarts van Thamar af, tot aan het twistwater
15298 Eze 47:19 | tot aan het twistwater van Kades, voorts naar de beek
15299 Eze 47:20 | westerhoek, de grote zee, van de landpale af tot daar
15300 Eze 47:22 | vreemdelingen, die in het midden van u verkeren, die kinderen
15301 Eze 47:22 | die kinderen in het midden van u zullen gewonnen hebben;
15302 Eze 48:1 | zijn de namen der stammen. Van het einde noordwaarts, aan
15303 Eze 48:1 | noordwaarts, aan de zijde des wegs van Hethlon, waar men komt te
15304 Eze 48:1 | Hazar-Enon, de landpale van Damaskus, noordwaarts
15305 Eze 48:1 | noordwaarts aan de zijde van Hamath (ook zal hij den
15306 Eze 48:2 | En aan de landpale van Dan, van den oosterhoek
15307 Eze 48:2 | aan de landpale van Dan, van den oosterhoek tot den westerhoek
15308 Eze 48:3 | En aan de landpale van Aser, van den oosterhoek
15309 Eze 48:3 | aan de landpale van Aser, van den oosterhoek af tot den
15310 Eze 48:4 | En aan de landpale van Nafthali, van den oosterhoek
15311 Eze 48:4 | de landpale van Nafthali, van den oosterhoek tot den westerhoek
15312 Eze 48:5 | En aan de landpale van Manasse, van den oosterhoek
15313 Eze 48:5 | de landpale van Manasse, van den oosterhoek tot den westerhoek
15314 Eze 48:6 | En aan de landpale van Efraim, van den oosterhoek
15315 Eze 48:6 | de landpale van Efraim, van den oosterhoek tot den westerhoek
15316 Eze 48:7 | En aan de landpale van Ruben, van den oosterhoek
15317 Eze 48:7 | aan de landpale van Ruben, van den oosterhoek tot den westerhoek
15318 Eze 48:8 | Aan de landpale nu van Juda, van den oosterhoek
15319 Eze 48:8 | de landpale nu van Juda, van den oosterhoek tot den westerhoek
15320 Eze 48:8 | en de lengte, als van een der andere delen, van
15321 Eze 48:8 | van een der andere delen, van den oosterhoek tot den westerhoek
15322 Eze 48:9 | offeren, zal wezen de lengte van vijf en twintig duizend,
15323 Eze 48:9 | twintig duizend, en de breedte van tien duizend. ~
15324 Eze 48:10 | priesteren, noordwaarts de lengte van vijf en twintig duizend,
15325 Eze 48:10 | en westwaarts de breedte van tien duizend, en oostwaarts,
15326 Eze 48:10 | oostwaarts, de breedte van tien duizend, en zuidwaarts
15327 Eze 48:10 | en zuidwaarts de lengte van vijf en twintig duizend;
15328 Eze 48:11 | geheiligd zijn uit de kinderen van Zadok, die Mijn wacht hebben
15329 Eze 48:12 | 12 En het geofferde van het hefoffer des lands zal
15330 Eze 48:13 | priesteren hebben de lengte van vijf en twintig duizend,
15331 Eze 48:13 | twintig duizend, en de breedte van tien duizend; de ganse lengte
15332 Eze 48:16 | duizend en vijfhonderd en van den oosterhoek vier duizend
15333 Eze 48:20 | ganse hefoffer zal zijn van vijf en twintig duizend
15334 Eze 48:21 | zal voor den vorst zijn, van deze en van gene zijde des
15335 Eze 48:21 | vorst zijn, van deze en van gene zijde des heiligen
15336 Eze 48:21 | des heiligen hefoffers, en van de bezitting der stad, voor
15337 Eze 48:22 | 22 Van de bezitting nu der Levieten,
15338 Eze 48:22 | bezitting nu der Levieten, en van de bezitting der stad af,
15339 Eze 48:22 | af, zijnde in het midden van hetgeen des vorsten zal
15340 Eze 48:22 | wat tussen de landpale van Juda, en tussen de landpale
15341 Eze 48:22 | tussen de landpale van Benjamin is, zal des vorsten
15342 Eze 48:23 | het overige der stammen; van den oosterhoek tot den westerhoek
15343 Eze 48:24 | En aan de landpale van Benjamin, van den oosterhoek
15344 Eze 48:24 | de landpale van Benjamin, van den oosterhoek tot den westerhoek
15345 Eze 48:25 | En aan de landpale van Simeon, van den oosterhoek
15346 Eze 48:25 | de landpale van Simeon, van den oosterhoek tot de westerhoek
15347 Eze 48:26 | En aan de landpale van Issaschar, van den oosterhoek
15348 Eze 48:26 | landpale van Issaschar, van den oosterhoek tot aan den
15349 Eze 48:27 | En aan de landpale van Zebulon, van den oosterhoek
15350 Eze 48:27 | de landpale van Zebulon, van den oosterhoek tot den westerhoek
15351 Eze 48:28 | Aan de landpale nu van Gad, aan den zuiderhoek
15352 Eze 48:28 | daar zal de landpale zijn van Thamar af, naar het twistwater
15353 Eze 48:28 | af, naar het twistwater van Kades, voorts naar de beek
15354 Eze 48:30 | uitgangen der stad zijn: van den noorderhoek, vier duizend
15355 Eze 48:31 | poorten noordwaarts; een poort van Ruben, een poort van Juda,
15356 Eze 48:31 | poort van Ruben, een poort van Juda, een poort van Levi. ~
15357 Eze 48:31 | poort van Juda, een poort van Levi. ~
15358 Eze 48:32 | poorten: namelijk, een poort van Jozef, een poort van Benjamin,
15359 Eze 48:32 | poort van Jozef, een poort van Benjamin, een poort van
15360 Eze 48:32 | van Benjamin, een poort van Dan. ~
15361 Eze 48:33 | drie poorten: een poort van Simeon, een poort van Issaschar,
15362 Eze 48:33 | poort van Simeon, een poort van Issaschar, een poort van
15363 Eze 48:33 | van Issaschar, een poort van Zebulon. ~
15364 Eze 48:34 | poorten drie: een poort van Gad, een poort van Aser,
15365 Eze 48:34 | poort van Gad, een poort van Aser, een poort van Nafthali. ~
15366 Eze 48:34 | poort van Aser, een poort van Nafthali. ~
15367 Eze 48:35 | en de naam der stad zal van dien dag af zijn: De HEERE
15368 Dan 1:1 | derde jaar des koninkrijks van Jojakim, den koning van
15369 Dan 1:1 | van Jojakim, den koning van Juda, kwam Nebukadnezar,
15370 Dan 1:1 | Nebukadnezar, de koning van Babel, te Jeruzalem, en
15371 Dan 1:2 | gaf Jojakim, den koning van Juda, in zijn hand, en een
15372 Dan 1:2 | hand, en een deel der vaten van het huis Gods; en hij bracht
15373 Dan 1:2 | hij bracht ze in het land van Sinear, in het huis zijns
15374 Dan 1:4 | gebrek ware, maar schoon van aangezicht, en vernuftig
15375 Dan 1:4 | in wetenschap, en kloek van verstand, en in dewelke
15376 Dan 1:5 | ze dag bij dag geven zou van de stukken der spijs des
15377 Dan 1:5 | der spijs des konings, en van den wijn zijns dranks, en
15378 Dan 1:6 | nu waren uit de kinderen van Juda: Daniel, Hananja, Misael
15379 Dan 1:8 | ontreinigen met de stukken van de spijs des konings, noch
15380 Dan 1:8 | dranks; daarom verzocht hij van den overste der kamerlingen,
15381 Dan 1:9 | barmhartigheid voor het aangezicht van den overste der kamerlingen. ~
15382 Dan 1:12 | dagen lang, en men geve ons van het gezaaide te eten, en
15383 Dan 1:13 | jongelingen, die de stukken van de spijs des konings eten;
15384 Dan 1:15 | waren, en zij vetter waren van vlees dan al de jongelingen,
15385 Dan 1:15 | jongelingen, die de stukken van de spijze des konings aten. ~
15386 Dan 1:16 | huns dranks, en hij gaf hun van het gezaaide. ~
15387 Dan 1:18 | kamerlingen in voor het aangezicht van Nebukadnezar, ~
15388 Dan 1:20 | 20 En in alle zaken van verstandige wijsheid, die
15389 Dan 1:21 | bleef tot het eerste jaar van den koning Kores toe. ~ ~
15390 Dan 2:1 | jaar nu des koninkrijks van Nebukadnezar, droomde Nebukadnezar
15391 Dan 2:6 | geschenken en gaven, en grote eer van mij ontvangen; daarom geeft
15392 Dan 2:10 | zulk een zaak begeerd heeft van enigen tovenaar, of sterrekijker,
15393 Dan 2:14 | uitgetogen was, om de wijzen van Babel te doden. ~
15394 Dan 2:15 | konings: Waarom zou de wet van 's konings wege zo verhaast
15395 Dan 2:16 | Daniel ging in, en verzocht van den koning, dat hij hem
15396 Dan 2:18 | 18 Opdat zij van den God des hemels barmhartigheden
15397 Dan 2:18 | metgezellen met de overige wijzen van Babel niet omkwamen. ~
15398 Dan 2:20 | De Naam Gods zij geloofd van eeuwigheid tot in eeuwigheid,
15399 Dan 2:23 | bekend gemaakt hebt, wat wij van U verzocht hebben, want
15400 Dan 2:24 | gesteld had om de wijzen van Babel om te brengen; hij
15401 Dan 2:24 | tot hem: Breng de wijzen van Babel niet om, maar
15402 Dan 2:25 | tot hem: Ik heb een man van de gevankelijk weggevoerden
15403 Dan 2:25 | gevankelijk weggevoerden van Juda gevonden, die den koning
15404 Dan 2:32 | 32 Het hoofd van dit beeld was van goed goud;
15405 Dan 2:32 | hoofd van dit beeld was van goed goud; zijn borst en
15406 Dan 2:32 | zijn borst en zijn armen van zilver; zijn buik en zijn
15407 Dan 2:32 | zijn buik en zijn dijen van koper; ~
15408 Dan 2:33 | 33 Zijn schenkelen van ijzer; zijn voeten eensdeels
15409 Dan 2:33 | ijzer; zijn voeten eensdeels van ijzer, en eensdeels van
15410 Dan 2:33 | van ijzer, en eensdeels van leem. ~
15411 Dan 2:34 | dat beeld aan zijn voeten van ijzer en leem, en vermaalde
15412 Dan 2:35 | en zij werden gelijk kaf van de dorsvloeren des zomers,
15413 Dan 2:39 | ander, het derde koninkrijk van koper, hetwelk heersen zal
15414 Dan 2:41 | voeten en de tenen, ten dele van pottenbakkersleem, en ten
15415 Dan 2:41 | pottenbakkersleem, en ten dele van ijzer, dat zal een gedeeld
15416 Dan 2:41 | koninkrijk zijn, doch daar zal van des ijzers vastigheid in
15417 Dan 2:44 | 44 Doch in de dagen van die koningen zal de God
15418 Dan 2:48 | over het ganse landschap van Babel, en een overste der
15419 Dan 2:48 | overheden over al de wijzen van Babel. ~
15420 Dan 2:49 | Toen verzocht Daniel van den koning; en hij stelde
15421 Dan 2:49 | Abed-nego over de bediening van het landschap van Babel;
15422 Dan 2:49 | bediening van het landschap van Babel; maar Daniel bleef
15423 Dan 3:1 | Nebukadnezar maakte een beeld van goud, welks hoogte was zestig
15424 Dan 3:1 | dal Dura, in het landschap van Babel. ~
15425 Dan 3:2 | zouden tot de inwijding van het beeld, hetwelk de koning
15426 Dan 3:3 | landschappen, tot inwijding van het beeld, hetwelk de koning
15427 Dan 3:5 | akkoordgezangs, en allerlei soorten van muziek, zo zult gijlieden
15428 Dan 3:6 | dierzelfder ure in het midden van den oven des brandenden
15429 Dan 3:10 | en allerlei soorten van muziek, nedervallen, en
15430 Dan 3:11 | aanbad, die zou in het midden van den oven des brandenden
15431 Dan 3:12 | die gij over de bediening van het landschap van Babel
15432 Dan 3:12 | bediening van het landschap van Babel gesteld hebt, Sadrach,
15433 Dan 3:15 | geworpen worden in het midden van den oven des brandenden
15434 Dan 3:20 | En tot de sterkste mannen van kracht, die in zijn heir
15435 Dan 3:21 | wierpen hen in het midden van den oven des brandenden
15436 Dan 3:23 | Abed-nego, in het midden van den oven des brandenden
15437 Dan 3:26 | Nebukadnezar tot de deur van den oven des brandenden
15438 Dan 3:28 | zeide: Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abed-nego,
15439 Dan 3:29 | 29 Daarom wordt van mij een bevel gegeven, dat
15440 Dan 3:29 | lastering spreekt tegen den God van Sadrach, Mesach en Abed-nego,
15441 Dan 3:30 | voorspoedig in het landschap van Babel. ~ ~ ~ ~ ~
15442 Dan 4:3 | en Zijn heerschappij is van geslacht tot geslacht. ~
15443 Dan 4:6 | Daarom is er een bevel van mij gesteld, dat men voor
15444 Dan 4:6 | zou inbrengen al de wijzen van Babel, opdat zij mij de
15445 Dan 4:6 | opdat zij mij de uitlegging van dien droom zouden bekend
15446 Dan 4:13 | namelijk een heilige, kwam af van den hemel, ~
15447 Dan 4:14 | vruchten, dat de dieren van onder hem wegzwerven, en
15448 Dan 4:14 | wegzwerven, en de vogelen van zijn takken; ~
15449 Dan 4:18 | Beltsazar! zeg de uitlegging van dien, dewijl als de wijzen
15450 Dan 4:23 | een heilige gezien heeft, van den hemel afkomende, die
15451 Dan 4:25 | Te weten, men zal u van de mensen verstoten, en
15452 Dan 4:25 | smaken geven; en gij zult van den dauw des hemels
15453 Dan 4:26 | den stam met de wortelen van dien boom laten zou; uw
15454 Dan 4:27 | ellendigen, of er verlenging van uw vrede mocht wezen. ~
15455 Dan 4:29 | 29 Want op het einde van twaalf maanden, toen hij
15456 Dan 4:29 | op het koninklijk paleis van Babel wandelde, ~
15457 Dan 4:31 | gezegd: Het koninkrijk is van u gegaan. ~
15458 Dan 4:32 | 32 En men zal u van de mensen verstoten, en
15459 Dan 4:33 | ossen, en zijn lichaam werd van den dauw des hemels
15460 Dan 4:34 | heerschappij, en Zijn Koninkrijk is van geslacht tot geslacht; ~
15461 Dan 5:3 | die men uit den tempel van het huis Gods, die te Jeruzalem
15462 Dan 5:5 | zelfder ure kwamen er vingeren van eens mensen hand voort,
15463 Dan 5:5 | den kandelaar, op de kalk van den wand van het koninklijk
15464 Dan 5:5 | op de kalk van den wand van het koninklijk paleis, en
15465 Dan 5:7 | antwoordde en zeide tot de wijzen van Babel: Alle man, die
15466 Dan 5:12 | wetenschap, en verstand van een, die dromen uitlegt,
15467 Dan 5:12 | uitlegt, en der aanwijzing van raadselen, en van een, die
15468 Dan 5:12 | aanwijzing van raadselen, en van een, die knopen ontbindt,
15469 Dan 5:12 | dien de koning den naam van Beltsazar gaf; laat nu Daniel
15470 Dan 5:13 | gevankelijk weggevoerden van Juda, die de koning, mijn
15471 Dan 5:14 | 14 Ik heb toch van u gehoord, dat de geest
15472 Dan 5:16 | 16 Doch van u heb ik gehoord, dat gij
15473 Dan 5:20 | ter hovaardij, werd hij van den troon zijns koninkrijks
15474 Dan 5:20 | afgestoten, en men nam de eer van hem weg. ~
15475 Dan 5:21 | 21 En hij werd van de kinderen der mensen verstoten,
15476 Dan 5:21 | ossen; en zijn lichaam werd van den dauw des hemels nat
15477 Dan 5:23 | hemels, en men heeft de vaten van Zijn huis voor u gebracht,
15478 Dan 5:23 | dezelve gedronken, en de goden van zilver en goud, koper, ijzer,
15479 Dan 5:24 | Toen is dat deel der hand van Hem gezonden, en dit schrift
15480 Dan 5:29 | en zij riepen overluid van hem, dat hij de derde heerser
15481 Dan 6:3 | over dezelve drie vorsten, van dewelke Daniel de eerste
15482 Dan 6:8 | dagen een verzoek zal doen van enigen god of mens, behalve
15483 Dan 6:8 | enigen god of mens, behalve van u, o koning! die zal in
15484 Dan 6:13 | spraken voor den koning van het gebod des konings: Hebt
15485 Dan 6:13 | man, die in dertig dagen van enigen god of mens iets
15486 Dan 6:13 | verzoeken zou, behalve van u, o koning! in den kuil
15487 Dan 6:14 | den koning: Daniel, een van de gevankelijk weggevoerden
15488 Dan 6:19 | en zijn slaap week verre van hem. ~
15489 Dan 6:21 | gij geduriglijk eert, u van de leeuwen kunnen verlossen? ~
15490 Dan 6:27 | 27 Van mij is een bevel gegeven,
15491 Dan 6:27 | siddere voor het aangezicht van den God van Daniel; want
15492 Dan 6:27 | het aangezicht van den God van Daniel; want Hij is de levende
15493 Dan 6:29 | voorspoed in het koninkrijk van Darius, en in het koninkrijk
15494 Dan 6:29 | Darius, en in het koninkrijk van Kores, den Perziaan. ~ ~
15495 Dan 7:1 | In het eerste jaar van Belsazar, den koning van
15496 Dan 7:1 | van Belsazar, den koning van Babel, zag Daniel een droom,
15497 Dan 7:3 | dieren op uit de zee, het ene van het andere verscheiden. ~
15498 Dan 7:4 | uitgeplukt waren, en het werd van de aarde opgeheven, en op
15499 Dan 7:7 | en het was verscheiden van al de dieren, die voor hetzelve
15500 Dan 7:9 | gezet werden, en de Oude van dagen Zich zette, Wiens
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256 |