1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256
Book Chapter: Verse
16001 Zep 3:8 | ganse land zal door het vuur van Mijn ijver verteerd worden. ~
16002 Zep 3:10 | 10 Van de zijden der rivieren der
16003 Zep 3:11 | alsdan zal Ik uit het midden van u wegnemen, die van
16004 Zep 3:11 | midden van u wegnemen, die van vreugde opspringen
16005 Zep 3:12 | Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig
16006 Zep 3:13 | 13 De overgeblevenen van Israel zullen geen onrecht
16007 Zep 3:14 | wees blijde, en spring op van vreugde van ganser harte,
16008 Zep 3:14 | en spring op van vreugde van ganser harte, gij dochter
16009 Zep 3:15 | HEERE, is in het midden van u, gij zult geen kwaad meer
16010 Zep 3:17 | uw God, is in het midden van u, een Held, Die verlossen
16011 Zac 1:1 | maand, in het tweede jaar van Darius, geschiedde het woord
16012 Zac 1:1 | HEEREN tot Zacharia, den zoon van Berechja, den zoon van Iddo,
16013 Zac 1:1 | zoon van Berechja, den zoon van Iddo, den profeet, zeggende: ~
16014 Zac 1:4 | heirscharen: Bekeert u toch van uw boze wegen, en uw boze
16015 Zac 1:7 | is), in het tweede jaar van Darius, geschiedde het woord
16016 Zac 1:7 | HEEREN tot Zacharia, den zoon van Berechja, den zoon
16017 Zac 1:7 | Berechja, den zoon van Iddo, den profeet, zeggende: ~
16018 Zac 1:12 | Jeruzalem, en over de steden van Juda, op welke Gij gram
16019 Zac 1:21 | verheven hebben tegen het land van Juda, om dat te verstrooien. ~ ~ ~ ~ ~
16020 Zac 2:5 | heerlijkheid wezen in het midden van haar. ~
16021 Zac 2:7 | die woont bij de dochter van Babel! ~
16022 Zac 2:10 | en Ik zal in het midden van u wonen, spreekt de HEERE. ~
16023 Zac 2:11 | en Ik zal in het midden van u wonen; en gij zult weten,
16024 Zac 3:1 | staande voor het aangezicht van den Engel des HEEREN; en
16025 Zac 3:4 | Doet deze vuile klederen van hem weg. Daarna sprak Hij
16026 Zac 3:4 | uw ongerechtigheid van u weggenomen, en Ik zal
16027 Zac 3:9 | heb voor het aangezicht van Josua, op dien enen steen
16028 Zac 4:1 | op, gelijk een man, die van zijn slaap opgewekt wordt. ~
16029 Zac 4:3 | daarnevens, een ter rechterzijde van het oliekruikje, en een
16030 Zac 4:7 | berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel zult gij worden
16031 Zac 4:9 | 9 De handen van Zerubbabel hebben dit huis
16032 Zac 4:10 | gewicht zullen zien in de hand van Zerubbabel; dat zijn de
16033 Zac 4:12 | gouden kruiken zijn, die goud van zich gieten? ~
16034 Zac 5:2 | vliegende rol, welker lengte is van twintig ellen, en haar breedte
16035 Zac 5:2 | twintig ellen, en haar breedte van tien ellen. ~
16036 Zac 5:3 | iegelijk, die steelt, zal van hier, volgens denzelven
16037 Zac 5:3 | die valselijk zweert, zal van hier, volgens denzelven
16038 Zac 5:4 | dat hij kome in het huis van den dief, en in het huis
16039 Zac 5:7 | En ziet, een plaat van lood werd opgeheven, en
16040 Zac 5:8 | Hij wierp ze in het midden van de efa; en Hij wierp het
16041 Zac 6:1 | vier wangens gingen er uit van tussen twee bergen, en die
16042 Zac 6:1 | die bergen waren bergen van koper. ~
16043 Zac 6:5 | winden des hemels, uitgaande van daar zij stonden voor den
16044 Zac 6:10 | 10 Neem van de gevankelijk weggevoerden
16045 Zac 6:10 | gevankelijk weggevoerden van Cheldai, van Tobia, en van
16046 Zac 6:10 | weggevoerden van Cheldai, van Tobia, en van Jedaja, en
16047 Zac 6:10 | van Cheldai, van Tobia, en van Jedaja, en kom gij te dien
16048 Zac 6:10 | dage, en ga in ten huize van Josia, den zoon van Zefanja,
16049 Zac 6:10 | huize van Josia, den zoon van Zefanja, dewelke uit Babel
16050 Zac 6:11 | en zet ze op het hoofd van Josua, den zoon van Jozadak,
16051 Zac 6:11 | hoofd van Josua, den zoon van Jozadak, den hogepriester. ~
16052 Zac 6:14 | en voor Chen, den zoon van Zefanja, tot een gedachtenis
16053 Zac 7:1 | gebeurde nu in het vierde jaar van den koning Darius, dat het
16054 Zac 7:2 | Toen men naar het huis van God gezonden had Sarezer,
16055 Zac 7:12 | ontstaan is een grote toorn van den HEERE der heirscharen. ~
16056 Zac 8:3 | en Ik zal in het midden van Jeruzalem wonen; en Jeruzalem
16057 Zac 8:4 | vrouwen zitten op de straten van Jeruzalem; een ieder zal
16058 Zac 8:6 | wonderlijk is in de ogen van het overblijfsel dezes volks
16059 Zac 8:8 | brengen, dat zij in het midden van Jeruzalem wonen zullen;
16060 Zac 8:9 | dage, als de grond van het huis des HEEREN der
16061 Zac 8:10 | loon te niet, en het loon van het vee was geen; en de
16062 Zac 8:13 | gelijk als gij, o huis van Juda! en gij, o huis Israels,
16063 Zac 8:15 | Jeruzalem, en aan het huis van Juda; vreest niet! ~
16064 Zac 8:19 | tiende maand, zal den huize van Juda tot vreugde, en
16065 Zac 8:20 | de volken, en de inwoners van vele steden komen zullen; ~
16066 Zac 8:23 | de slip grijpen zullen van een Joodsen man, zeggende:
16067 Zac 9:1 | 1 De last van het woord des HEEREN over
16068 Zac 9:5 | gemaakt; en de koning van Gaza zal vergaan, en Askelon
16069 Zac 9:7 | wegdoen, en zijn verfoeiselen van tussen zijn tanden; alzo
16070 Zac 9:10 | heerschappij zal zijn van zee tot aan zee, en van
16071 Zac 9:10 | van zee tot aan zee, en van de rivier tot aan de einden
16072 Zac 9:13 | hebben als het zwaard van een held. ~
16073 Zac 10:1 | 1 Begeert van den HEERE regen, ten tijde
16074 Zac 10:3 | kudde bezoeken, het huis van Juda, en Hij zal hen
16075 Zac 10:4 | 4 Van hetzelve zal de hoeksteen,
16076 Zac 10:4 | hetzelve zal de hoeksteen, van hetzelve zal de nagel, van
16077 Zac 10:4 | van hetzelve zal de nagel, van hetzelve zal de strijdboog,
16078 Zac 10:4 | strijdboog, te zamen zullen van hetzelve alle drijvers voortkomen. ~
16079 Zac 10:6 | En Ik zal het huis van Juda versterken, en het
16080 Zac 10:6 | versterken, en het huis van Jozef zal Ik behouden, en
16081 Zac 10:7 | zullen zijn als een held van Efraim, en hun hart zal
16082 Zac 10:7 | zal zich verblijden, als van den wijn; en hun kinderen
16083 Zac 10:10 | en Ik zal ze in het land van Gilead en Libanon brengen,
16084 Zac 10:11 | verdrogen; dan zal de hoogmoed van Assur nedergeworpen
16085 Zac 10:11 | nedergeworpen worden, en de schepter van Egypte zal wegwijken. ~
16086 Zac 11:2 | verwoest zijn; huilt, gij eiken van Basan! dewijl het sterke
16087 Zac 11:3 | leeuwen, dewijl de hoogmoed van de Jordaan verwoest is. ~
16088 Zac 11:5 | geworden ben; en niemand van degenen, die ze weiden,
16089 Zac 11:8 | ook had hun ziel een walg van mij. ~
16090 Zac 11:13 | waard geacht ben geweest van hen! En ik nam die dertig
16091 Zac 11:16 | niet dragen; maar het vlees van het vette zal hij eten,
16092 Zac 12:1 | 1 De last van het woord des HEEREN over
16093 Zac 12:4 | zinneloosheid; maar over het huis van Juda zal Ik Mijn ogen openen,
16094 Zac 12:5 | Dan zullen de leidslieden van Juda in hun hart zeggen:
16095 Zac 12:5 | hart zeggen: De inwoners van Jeruzalem zullen mij een
16096 Zac 12:6 | dage zal Ik de leidslieden van Juda stellen als een vurige
16097 Zac 12:7 | En de HEERE zal de tenten van Juda ten voorste behouden,
16098 Zac 12:7 | behouden, opdat de heerlijkheid van het huis Davids, en de heerlijkheid
16099 Zac 12:7 | heerlijkheid der inwoners van Jeruzalem, zich niet verheffe
16100 Zac 12:8 | zal de HEERE de inwoners van Jeruzalem beschutten; en
16101 Zac 12:10 | Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten
16102 Zac 12:11 | zijn, gelijk die rouwklage van Hadadrimmon, in het dal
16103 Zac 12:11 | Hadadrimmon, in het dal van Megiddon. ~
16104 Zac 12:12 | bijzonder; het geslacht van het huis Davids bijzonder,
16105 Zac 12:12 | bijzonder; en het geslacht van het huis van Nathan
16106 Zac 12:12 | het geslacht van het huis van Nathan bijzonder, en
16107 Zac 12:13 | 13 Het geslacht van het huis van Levi bijzonder,
16108 Zac 12:13 | Het geslacht van het huis van Levi bijzonder, en hun vrouwen
16109 Zac 12:13 | bijzonder; het geslacht van Simei bijzonder, en hun
16110 Zac 13:1 | Davids, en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde
16111 Zac 13:4 | zullen worden, een iegelijk van wege zijn gezicht, wanneer
16112 Zac 13:5 | heeft mij daartoe geworven van mijn jeugd aan. ~
16113 Zac 14:1 | uitgedeeld worden in het midden van u, o Jeruzalem! ~
16114 Zac 14:5 | de aardbeving in de dagen van Uzzia, den koning van
16115 Zac 14:5 | van Uzzia, den koning van Juda; den zal de HEERE,
16116 Zac 14:8 | vlieten zullen, de helft van die naar de oostzee, en
16117 Zac 14:8 | de oostzee, en de helft van die naar de achterste zee
16118 Zac 14:10 | vlak veld gemaakt worden, van Geba tot Rimmon toe, zuidwaarts
16119 Zac 14:10 | tot Rimmon toe, zuidwaarts van Jeruzalem; en zij zal verhoogd
16120 Zac 14:10 | bewoond worden in haar plaats; van de poort van Benjamin
16121 Zac 14:10 | plaats; van de poort van Benjamin af, tot aan de
16122 Zac 14:10 | Benjamin af, tot aan de plaats van de eerste poort, tot aan
16123 Zac 14:10 | aan de Hoekpoort toe; en van den toren van Hananeel,
16124 Zac 14:10 | Hoekpoort toe; en van den toren van Hananeel, tot aan des konings
16125 Zac 14:13 | dat er een groot gedruis van den HEERE onder hen zal
16126 Zac 14:16 | dat al de overgeblevenen van alle heidenen, die tegen
16127 Zac 14:16 | gekomen zijn, die zullen van jaar tot jaar optrekken
16128 Zac 14:17 | het zal geschieden, zo wie van de geslachten der aarde
16129 Zac 14:21 | willen, zullen komen, en van dezelve nemen, en in dezelve
16130 Mal 1:1 | 1 De last van het woord des HEEREN tot
16131 Mal 1:1 | Israel, door den dienst van Maleachi. ~
16132 Mal 1:5 | HEERE zij groot gemaakt, van de landpale Israels af! ~
16133 Mal 1:9 | smeekt toch het aangezicht van God, dat Hij ons genadig
16134 Mal 1:9 | ons genadig zij; zulks is van uw hand geschied, zal Hij
16135 Mal 1:10 | het spijsoffer is Mij van uw hand niet aangenaam.
16136 Mal 1:11 | 11 Maar van den opgang der zon tot haar
16137 Mal 1:13 | Mij zulks aangenaam zijn van uw hand? zegt de HEERE. ~
16138 Mal 2:6 | en hij bekeerde er velen van ongerechtigheid. ~
16139 Mal 2:8 | 8 Maar gij zijt van den weg afgeweken, gij hebt
16140 Mal 2:12 | uitroeien uit de hutten van Jakob, dien, die waakt,
16141 Mal 2:13 | noch met welgevallen van uw hand ontvangen wil. ~
16142 Mal 3:2 | Hij zal zijn als het vuur van een goudsmid, en als zeep
16143 Mal 3:3 | en Hij zal de kinderen van Levi reinigen, en Hij zal
16144 Mal 3:4 | Dan zal het spijsoffer van Juda en Jeruzalem den HEERE
16145 Mal 3:7 | 7 Van uwer vaderen dag af, zijt
16146 Mal 3:7 | dag af, zijt gij afgeweken van Mijn inzettingen, en hebt
16147 Mal 4:4 | 4 Gedenk der wet van Mozes, Mijn knecht, die
16148 Matt 1:1 | 1 Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon
16149 Matt 1:1 | JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den zoon van Abraham. ~
16150 Matt 1:1 | Zoon van David, den zoon van Abraham. ~
16151 Matt 1:16 | Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren
16152 Matt 1:17 | 17 Al de geslachten dan, van Abraham tot David, zijn
16153 Matt 1:17 | veertien geslachten; en van David tot de Babylonische
16154 Matt 1:17 | veertien geslachten; en van de Babylonische overvoering
16155 Matt 1:18 | 18 De geboorte van Jezus Christus was nu aldus;
16156 Matt 1:19 | openbaarlijk te schande maken, was van wil haar heimelijk te verlaten. ~
16157 Matt 1:21 | zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. ~
16158 Matt 1:22 | vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is,
16159 Matt 1:24 | Jozef dan, opgewekt zijnde van den slaap, deed, gelijk
16160 Matt 2:1 | gelegen in Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet,
16161 Matt 2:1 | Herodes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem
16162 Matt 2:4 | Schriftgeleerden des volks, vraagde van hen, waar de Christus zou
16163 Matt 2:6 | minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de
16164 Matt 2:7 | en vernam naarstiglijk van hen den tijd, wanneer de
16165 Matt 2:15 | was aldaar tot den dood van Herodes; opdat vervuld zou
16166 Matt 2:15 | vervuld zou worden hetgeen van den Heere gesproken is door
16167 Matt 2:16 | Als Herodes zag, dat hij van de wijzen bedrogen was,
16168 Matt 2:16 | deszelfs landpalen waren, van twee jaren oud en daaronder,
16169 Matt 2:16 | naar den tijd, dien hij van de wijzen naarstiglijk onderzocht
16170 Matt 2:20 | zijn gestorven, die de ziel van het Kindeken zochten. ~
16171 Matt 2:22 | koning was, in de plaats van zijn vader Herodes, vreesde
16172 Matt 2:22 | hij vertrokken in de delen van Galilea. ~
16173 Matt 2:24 | predikende in de woestijn van Judea, ~
16174 Matt 2:26 | 3 Want deze is het, van denwelken gesproken is door
16175 Matt 2:27 | Johannes had zijn kleding van kemelshaar, en een lederen
16176 Matt 2:29 | 6 En werden van hem gedoopt in de Jordaan,
16177 Matt 2:30 | 7 Hij dan, ziende velen van de Farizeen en Sadduceen
16178 Matt 2:30 | u aangewezen te vlieden van den toekomenden toorn? ~
16179 Matt 2:36 | 13 Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan,
16180 Matt 2:36 | Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden. ~
16181 Matt 2:37 | zeggende: Mij is nodig van U gedoopt te worden, en
16182 Matt 2:38 | vervullen. Toen liet hij van Hem af. ~
16183 Matt 4:1 | 1 Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de
16184 Matt 4:1 | woestijn, om verzocht te worden van den duivel. ~
16185 Matt 4:6 | geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij
16186 Matt 4:11 | 11 Toen liet de duivel van Hem af; en ziet, de engelen
16187 Matt 4:13 | aan de zee, in de landpale van Zebulon en Nafthali; ~
16188 Matt 4:17 | 17 Van toen aan heeft Jezus begonnen
16189 Matt 4:18 | Jezus, wandelende aan de zee van Galilea, zag twee broeders,
16190 Matt 4:21 | 21 En Hij, van daar voortgegaan zijnde,
16191 Matt 4:21 | namelijk Jakobus, den zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn
16192 Matt 4:24 | 24 En Zijn gerucht ging van daar uit in geheel Syrie;
16193 Matt 4:24 | pijnen bevangen zijnde, en van den duivel bezeten, en maanzieken
16194 Matt 4:25 | scharen volgden Hem na, van Galilea en van Dekapolis,
16195 Matt 4:25 | volgden Hem na, van Galilea en van Dekapolis, en van Jeruzalem,
16196 Matt 4:25 | Galilea en van Dekapolis, en van Jeruzalem, en van Judea,
16197 Matt 4:25 | Dekapolis, en van Jeruzalem, en van Judea, en van over de Jordaan. ~ ~
16198 Matt 4:25 | Jeruzalem, en van Judea, en van over de Jordaan. ~ ~
16199 Matt 5:3 | 3 Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het
16200 Matt 5:8 | 8 Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God
16201 Matt 5:13 | dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden. ~
16202 Matt 5:18 | een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat
16203 Matt 5:19 | 19 Zo wie dan een van deze minste geboden zal
16204 Matt 5:27 | 27 Gij hebt gehoord, dat van de ouden gezegd is: Gij
16205 Matt 5:29 | trekt het uit, en werpt het van u; want het is u nut, dat
16206 Matt 5:30 | houwt ze af, en werpt ze van u; want het is u nut, dat
16207 Matt 5:32 | anders dan uit oorzaak van hoererij, die maakt, dat
16208 Matt 5:33 | Wederom hebt gij gehoord, dat van de ouden gezegd is: Gij
16209 Matt 5:42 | Geeft dengene, die iets van u bidt, en keert u niet
16210 Matt 5:42 | bidt, en keert u niet af van dengene, die van u lenen
16211 Matt 5:42 | niet af van dengene, die van u lenen wil. ~
16212 Matt 6:1 | doet voor de mensen, om van hen gezien te worden; anders
16213 Matt 6:2 | straten doen, opdat zij van de mensen geeerd mogen worden.
16214 Matt 6:5 | staande, te bidden, opdat zij van de mensen mogen gezien worden.
16215 Matt 6:7 | gebruikt geen ijdel verhaal van woorden, gelijk de heidenen;
16216 Matt 6:7 | dat zij door hun veelheid van woorden zullen verhoord
16217 Matt 6:8 | want uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt. ~
16218 Matt 6:13 | verzoeking, maar verlos ons van den boze. Want Uw is het
16219 Matt 6:16 | aangezichten, opdat zij van de mensen mogen gezien worden,
16220 Matt 6:18 | 18 Opdat het van de mensen niet gezien worde,
16221 Matt 6:18 | worde, als gij vast, maar van uw Vader, Die in het verborgen
16222 Matt 6:27 | 27 Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn,
16223 Matt 6:29 | bekleed geweest, gelijk een van deze. ~
16224 Matt 7:11 | gaven geven dengenen, die ze van Hem bidden! ~
16225 Matt 7:15 | 15 Maar wacht u van de valse profeten, dewelke
16226 Matt 7:15 | schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende
16227 Matt 7:16 | Leest men ook een druif van doornen, of vijgen van distelen? ~
16228 Matt 7:16 | druif van doornen, of vijgen van distelen? ~
16229 Matt 7:23 | u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij, die de ongerechtigheid
16230 Matt 8:1 | 1 Toen Hij nu van den berg afgeklommen was,
16231 Matt 8:3 | gereinigd! En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd. ~
16232 Matt 8:9 | een mens onder de macht van anderen, hebbende onder
16233 Matt 8:11 | dat velen zullen komen van oosten en westen en zullen
16234 Matt 8:14 | gekomen zijnde in het huis van Petrus, zag zijn vrouws
16235 Matt 8:16 | geworden was, hebben zij velen, van den duivel bezeten, tot
16236 Matt 8:24 | zee, alzo dat het schip van de golven bedekt werd; doch
16237 Matt 8:28 | Gergesenen, zijn Hem twee, van den duivel bezeten, ontmoet,
16238 Matt 8:30 | 30 En verre van hen was een kudde veler
16239 Matt 8:32 | gehele kudde zwijnen stortte van de steilte af in de zee,
16240 Matt 9:9 | 9 En Jezus, van daar voortgaande, zag een
16241 Matt 9:10 | geschiedde, als Hij in het huis van Mattheus aanzat, ziet, vele
16242 Matt 9:12 | den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn. ~
16243 Matt 9:14 | Toen kwamen de discipelen van Johannes tot Hem, zeggende:
16244 Matt 9:15 | komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn,
16245 Matt 9:16 | aangezette lap scheurt af van het kleed, en er wordt een
16246 Matt 9:20 | gehad had, komende tot Hem van achteren, raakte den zoom
16247 Matt 9:22 | En de vrouw werd gezond van dezelve ure af.) ~
16248 Matt 9:27 | 27 En als Jezus van daar voortging, zijn Hem
16249 Matt 9:32 | Hem een mens, die stom en van den duivel bezeten was. ~
16250 Matt 10:2 | broeder; Jakobus, de zoon van Zebedeus, en Johannes, zijn
16251 Matt 10:3 | tollenaar; Jakobus, de zoon van Alfeus, en Lebbeus, toegenaamd
16252 Matt 10:6 | tot de verloren schapen van het huis Israels. ~
16253 Matt 10:15 | Ik u: Het zal den lande van Sodom en Gomorra verdragelijker
16254 Matt 10:22 | 22 En gij zult van allen gehaat worden om Mijn
16255 Matt 10:29 | penningsken verkocht? En niet een van deze zal op de aarde vallen
16256 Matt 10:42 | 42 En zo wie een van deze kleinen te drinken
16257 Matt 11:1 | bevelen te geven, dat Hij van daar voortging, om te leren
16258 Matt 11:2 | gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van
16259 Matt 11:2 | van Christus, zond twee van zijn discipelen; ~
16260 Matt 11:7 | scharen begonnen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij uitgegaan
16261 Matt 11:7 | aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds en weder
16262 Matt 11:10 | 10 Want deze is het, van denwelken geschreven staat:
16263 Matt 11:11 | Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is
16264 Matt 11:12 | 12 En van de dagen van Johannes den
16265 Matt 11:12 | 12 En van de dagen van Johannes den Doper tot nu
16266 Matt 11:19 | wijnzuiper is, een Vriend van tollenaren en zondaren.
16267 Matt 11:19 | gerechtvaardigd geworden van Haar kinderen. ~
16268 Matt 11:24 | zeg u, dat het den lande van Sodom verdragelijker zal
16269 Matt 11:27 | dingen zijn Mij overgegeven van Mijn Vader; en niemand kent
16270 Matt 11:29 | Mijn juk op u, en leert van Mij, dat Ik zachtmoedig
16271 Matt 11:29 | zachtmoedig ben en nederig van hart; en gij zult rust vinden
16272 Matt 12:8 | mensen is een Heere ook van den sabbat. ~
16273 Matt 12:9 | 9 En van daar voortgaande, kwam Hij
16274 Matt 12:15 | Jezus, dat wetende, vertrok van daar, en vele scharen volgden
16275 Matt 12:22 | werd tot Hem gebracht een van den duivel bezeten, die
16276 Matt 12:23 | zeiden: Is niet Deze de Zoon van David? ~
16277 Matt 12:36 | 36 Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk
16278 Matt 12:36 | zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen rekenschap
16279 Matt 12:38 | zeggende: Meester! wij willen van U wel een teken zien. ~
16280 Matt 12:39 | gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet. ~
16281 Matt 12:40 | nachten was in den buik van den walvis, alzo zal de
16282 Matt 12:41 | 41 De mannen van Nineve zullen opstaan in
16283 Matt 12:41 | bekeerd op de prediking van Jonas; en ziet, meer dan
16284 Matt 12:42 | 42 De koningin van het zuiden zal opstaan in
16285 Matt 12:42 | veroordelen; want zij is gekomen van de einden der aarde, om
16286 Matt 12:42 | om te horen, de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan
16287 Matt 12:43 | wanneer de onreine geest van den mens uitgegaan is, zo
16288 Matt 12:44 | wederkeren in mijn huis, van waar ik uitgegaan ben; en
16289 Matt 12:45 | zij aldaar; en het laatste van denzelven mens wordt erger
16290 Matt 13:4 | hij zaaide, viel een deel van het zaad bij den weg; en
16291 Matt 13:5 | op, omdat het geen diepte van aarde had. ~
16292 Matt 13:11 | gegeven is, de verborgenheden van het Koninkrijk der hemelen
16293 Matt 13:12 | hebben; maar wie niet heeft, van dien zal genomen worden,
16294 Matt 13:14 | in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt:
16295 Matt 13:18 | dan, hoort de gelijkenis van den zaaier. ~
16296 Matt 13:27 | 27 En de dienstknechten van den heer des huizes gingen
16297 Matt 13:27 | zaad in uw akker gezaaid? Van waar heeft hij dan dit onkruid? ~
16298 Matt 13:32 | is, dan is 't het meeste van de moeskruiden, en het wordt
16299 Matt 13:35 | dingen, die verborgen waren van de grondlegging der wereld. ~
16300 Matt 13:36 | Toen nu Jezus de scharen van Zich gelaten had, ging Hij
16301 Matt 13:36 | Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid des akkers. ~
16302 Matt 13:44 | hebbende, verborg dien, en van blijdschap over denzelven,
16303 Matt 13:46 | Dewelke, hebbende een parel van grote waarde gevonden, ging
16304 Matt 13:47 | en dat allerlei soorten van vissen samenbrengt; ~
16305 Matt 13:53 | geeindigd had, vertrok Hij van daar. ~
16306 Matt 13:54 | zich ontzetten, en zeiden: Van waar komt Dezen die wijsheid
16307 Matt 13:56 | zij niet allen bij ons? Van waar komt dan Dezen dit
16308 Matt 14:1 | de viervorst, het gerucht van Jezus; ~
16309 Matt 14:2 | de Doper; hij is opgewekt van de doden, en daarom werken
16310 Matt 14:3 | Herodias' wil, de huisvrouw van Filippus, zijn broeder. ~
16311 Matt 14:6 | als de dag der geboorte van Herodes gehouden werd, danste
16312 Matt 14:6 | werd, danste de dochter van Herodias in het midden van
16313 Matt 14:6 | van Herodias in het midden van hen, en zij behaagde aan
16314 Matt 14:8 | voren onderricht zijnde van haar moeder, zeide: Geef
16315 Matt 14:8 | in een schotel het hoofd van Johannes den Doper. ~
16316 Matt 14:13 | dit hoorde, vertrok Hij van daar te scheep, naar een
16317 Matt 14:15 | voorbijgegaan; laat de scharen van U, opdat zij heengaan in
16318 Matt 14:16 | tot hen: Het is hun niet van node heen te gaan, geeft
16319 Matt 14:22 | terwijl Hij de scharen van Zich zou laten. ~
16320 Matt 14:23 | En als Hij nu de scharen van Zich gelaten had, klom Hij
16321 Matt 14:24 | in de zee, zijnde in nood van de baren; want de wind was
16322 Matt 14:26 | spooksel! En zij schreeuwden van vrees. ~
16323 Matt 14:29 | Kom. En Petrus klom neder van het schip, en wandelde op
16324 Matt 14:35 | 35 En als de mannen van die plaats Hem werden kennende,
16325 Matt 15:1 | Schriftgeleerden en Farizeen, die van Jeruzalem waren, zeggende: ~
16326 Matt 15:5 | Het is een gave, zo wat u van mij zou kunnen ten nutte
16327 Matt 15:7 | geveinsden! Wel heeft Jesaja van u geprofeteerd, zeggende: ~
16328 Matt 15:8 | hun hart houdt zich verre van Mij; ~
16329 Matt 15:9 | lerende leringen, die geboden van mensen zijn. ~
16330 Matt 15:21 | 21 En Jezus van daar gaande, vertrok naar
16331 Matt 15:21 | gaande, vertrok naar de delen van Tyrus en Sidon. ~
16332 Matt 15:22 | mijn dochter is deerlijk van den duivel bezeten. ~
16333 Matt 15:23 | Hem, zeggende: Laat haar van U; want zij roept ons na. ~
16334 Matt 15:24 | tot de verloren schapen van het huis Israels. ~
16335 Matt 15:27 | doch de hondekens eten ook van de brokjes die er vallen
16336 Matt 15:27 | de brokjes die er vallen van de tafel hunner heren. ~
16337 Matt 15:28 | haar dochter werd gezond van diezelfde ure. ~
16338 Matt 15:29 | 29 En Jezus, van daar vertrekkende, kwam
16339 Matt 15:29 | vertrekkende, kwam aan de zee van Galilea, en klom op den
16340 Matt 15:30 | wierpen ze voor de voeten van Jezus; en Hij genas dezelve. ~
16341 Matt 15:32 | Ik wil hen niet nuchteren van Mij laten, opdat zij op
16342 Matt 15:33 | discipelen zeiden tot Hem: Van waar zullen wij zovele broden
16343 Matt 15:39 | 39 En de scharen van Zich gelaten hebbende, ging
16344 Matt 15:39 | en kwam in de landpalen van Magdala. ~ ~
16345 Matt 16:1 | Hem verzoekende, begeerden van Hem, dat Hij hun een teken
16346 Matt 16:4 | gegeven worden, dan het teken van Jona, den profeet. En hen
16347 Matt 16:6 | hen: Ziet toe, en wacht u van den zuurdesem der Farizeen
16348 Matt 16:11 | verstaat gij niet, dat Ik u van geen brood gesproken heb,
16349 Matt 16:11 | dat gij u wachten zoudt van den zuurdesem der Farizeen
16350 Matt 16:12 | zij zich wachten zouden van den zuurdesem des broods,
16351 Matt 16:12 | zuurdesem des broods, maar van de leer der Farizeen en
16352 Matt 16:13 | gekomen was in de delen van Cesarea Filippi, vraagde
16353 Matt 16:14 | anderen: Jeremia of een van de profeten. ~
16354 Matt 16:19 | zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk der hemelen;
16355 Matt 16:21 | 21 Van toen aan begon Jezus Zijn
16356 Matt 16:21 | Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesters,
16357 Matt 16:26 | mens geven, tot lossing van zijn ziel? ~
16358 Matt 16:28 | zeg Ik u: Er zijn sommigen van die hier staan, dewelke
16359 Matt 17:2 | werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht
16360 Matt 17:3 | 3 En ziet, van hen werden gezien Mozes
16361 Matt 17:9 | 9 En als zij van de berg afkwamen, gebood
16362 Matt 17:12 | zal ook de Zoon des mensen van hen lijden. ~
16363 Matt 17:13 | de discipelen dat Hij hun van Johannes de Doper gesproken
16364 Matt 17:18 | bestrafte hem, en de duivel ging van hem uit, en het kind werd
16365 Matt 17:18 | en het kind werd genezen van die ure af. ~
16366 Matt 17:20 | deze berg zeggen: Ga heen van hier derwaarts, en hij zal
16367 Matt 17:25 | de koningen der aarde, van wie nemen zij tollen of
16368 Matt 17:25 | zij tollen of schatting, van hun zonen, of van de vreemden? ~
16369 Matt 17:25 | schatting, van hun zonen, of van de vreemden? ~
16370 Matt 17:26 | 26 Petrus zeide tot Hem: Van de vreemden. Jezus zeide
16371 Matt 18:2 | stelde dat in het midden van hen; ~
16372 Matt 18:6 | 6 Maar zo wie een van deze kleinen, die in Mij
16373 Matt 18:7 | 7 Wee der wereld van de ergernissen, want het
16374 Matt 18:8 | houwt ze af en werpt ze van u. Het is u beter, tot het
16375 Matt 18:9 | trekt het uit, en werpt het van u. Het is u beter, maar
16376 Matt 18:10 | Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. Want
16377 Matt 18:14 | in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren ga. ~
16378 Matt 18:16 | met u; opdat in de mond van twee of drie getuigen alle
16379 Matt 18:19 | zeg Ik u: Indien er twee van u samenstemmen op de aarde,
16380 Matt 18:19 | dat die hun zal geschieden van Mijn Vader, Die in de hemelen
16381 Matt 18:20 | daar ben Ik in het midden van hen. ~
16382 Matt 18:27 | 27 En de heer van dezen dienstknecht, met
16383 Matt 18:35 | u doen, indien gij niet van harte vergeeft een iegelijk
16384 Matt 19:1 | geeindigd had, dat Hij vertrok van Galilea, en kwam over de
16385 Matt 19:1 | Jordaan, in de landpalen van Judea. ~
16386 Matt 19:4 | Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne den mens gemaakt
16387 Matt 19:8 | vrouwen te verlaten; maar van den beginne is het alzo
16388 Matt 19:12 | er zijn gesnedenen, die van de mensen gesneden zijn;
16389 Matt 19:14 | Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en verhindert
16390 Matt 19:15 | opgelegd had, vertrok Hij van daar. ~
16391 Matt 19:20 | dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af; wat ontbreekt
16392 Matt 19:24 | een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke
16393 Matt 20:8 | hun het loon, beginnende van de laatsten tot de eersten. ~
16394 Matt 20:13 | antwoordende, zeide tot een van hen: Vriend! ik doe u geen
16395 Matt 20:20 | kwam de moeder der zonen van Zebedeus tot Hem met haar
16396 Matt 20:20 | aanbiddende, en begerende wat van Hem. ~
16397 Matt 20:23 | worden dien het bereid is van Mijn Vader. ~
16398 Matt 20:24 | namen zij het zeer kwalijk van de twee broeders. ~
16399 Matt 20:29 | 29 En als zij van Jericho uitgingen, is Hem
16400 Matt 21:3 | zeggen, dat de Heere deze van node heeft, en hij zal ze
16401 Matt 21:8 | en anderen hieuwen takken van de bomen, en spreidden ze
16402 Matt 21:11 | Deze is Jezus, de Profeet van Nazareth in Galilea. ~
16403 Matt 21:17 | hen verlatende, ging Hij van daar uit de stad, naar Bethanie,
16404 Matt 21:25 | 25 De doop van Johannes, van waar was die,
16405 Matt 21:25 | 25 De doop van Johannes, van waar was die, uit de hemel,
16406 Matt 21:31 | 31 Wie van deze twee heeft den wil
16407 Matt 21:42 | tot een hoofd des hoeks; van de Heere is dit geschied,
16408 Matt 21:43 | dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden,
16409 Matt 21:45 | verstonden zij, dat Hij van hen sprak. ~
16410 Matt 22:28 | wiens vrouw zal zij wezen van die zeven, want zij hebben
16411 Matt 22:31 | gij niet gelezen, hetgeen van God tot ulieden gesproken
16412 Matt 22:42 | 42 En zeide: Wat dunkt u van den Christus? Wiens Zoon
16413 Matt 22:46 | noch iemand durfde Hem van dien dag aan iets meer vragen. ~ ~ ~
16414 Matt 23:2 | zijn gezeten op de stoel van Mozes; ~
16415 Matt 23:5 | hun werken doen zij, om van de mensen gezien te worden;
16416 Matt 23:5 | breed, en maken de zomen van hun klederen groot. ~
16417 Matt 23:7 | begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd te worden:
16418 Matt 23:11 | 11 Maar de meeste van u zal uw dienaar zijn. ~
16419 Matt 23:14 | en dat onder den schijn van lang te bidden; daarom zult
16420 Matt 23:25 | drinkbekers, en des schotels, maar van binnen zijn zij vol van
16421 Matt 23:25 | van binnen zijn zij vol van roof en onmatigheid. ~
16422 Matt 23:27 | witgepleisterden graven gelijk, die van buiten wel schoon schijnen,
16423 Matt 23:27 | wel schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen
16424 Matt 23:28 | schijnt gij wel den mensen van buiten rechtvaardig, maar
16425 Matt 23:28 | buiten rechtvaardig, maar van binnen zijt gij vol geveinsdheid
16426 Matt 23:34 | synagogen, en zult hen vervolgen van stad tot stad; ~
16427 Matt 23:35 | vergoten is op de aarde, van het bloed des rechtvaardigen
16428 Matt 23:35 | Abels af, tot op het bloed van Zacharia, den zoon van Barachia,
16429 Matt 23:35 | bloed van Zacharia, den zoon van Barachia, welken gij gedood
16430 Matt 23:39 | Want Ik zeg u: Gij zult Mij van nu aan niet zien, totdat
16431 Matt 24:1 | Jezus ging uit en vertrok van den tempel; en Zijn discipelen
16432 Matt 24:3 | welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en van de voleinding
16433 Matt 24:3 | zijn van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld? ~
16434 Matt 24:6 | 6 En gij zult horen van oorlogen, en geruchten van
16435 Matt 24:6 | van oorlogen, en geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt
16436 Matt 24:9 | en gij zult gehaat worden van alle volken, om Mijns Naams
16437 Matt 24:12 | worden, zo zal de liefde van velen verkouden. ~
16438 Matt 24:21 | hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot
16439 Matt 24:27 | gelijk de bliksem uitgaat van het oosten, en schijnt tot
16440 Matt 24:27 | alzo zal ook de toekomst van den Zoon des mensen wezen. ~
16441 Matt 24:29 | geven, en de sterren zullen van den hemel vallen, en de
16442 Matt 24:30 | hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en
16443 Matt 24:31 | uitzenden met een bazuin van groot geluid, en zij zullen
16444 Matt 24:31 | bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen
16445 Matt 24:32 | 32 En leert van den vijgeboom deze gelijkenis:
16446 Matt 24:36 | 36 Doch van dien dag en die ure weet
16447 Matt 24:37 | 37 En gelijk de dagen van Noach waren, alzo zal ook
16448 Matt 24:37 | zal ook zijn de toekomst van den Zoon des mensen. ~
16449 Matt 24:39 | zal ook zijn de toekomst van de Zoon des mensen. ~
16450 Matt 24:50 | 50 Zo zal de heer van dezen dienstknecht komen
16451 Matt 25:2 | 2 En vijf van haar waren wijzen, en vijf
16452 Matt 25:8 | tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen
16453 Matt 25:19 | langen tijd kwam de heer van dezelve dienstknechten,
16454 Matt 25:24 | gezaaid hebt, en vergaderende van daar, waar gij niet gestrooid
16455 Matt 25:26 | ik niet gezaaid heb, en van daar vergader, waar ik niet
16456 Matt 25:28 | 28 Neemt dan van hem het talent weg, en geeft
16457 Matt 25:29 | overvloedig hebben; maar van dengene, die niet heeft,
16458 Matt 25:29 | dengene, die niet heeft, van dien zal genomen worden,
16459 Matt 25:32 | vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk
16460 Matt 25:32 | gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt. ~
16461 Matt 25:34 | Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld. ~
16462 Matt 25:40 | Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders
16463 Matt 25:41 | linker hand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in
16464 Matt 25:45 | Voor zoveel gij dit een van deze minsten niet gedaan
16465 Matt 26:6 | Bethanie was, ten huize van Simon, de melaatse, ~
16466 Matt 26:12 | gedaan tot een voorbereiding van Mijn begrafenis. ~
16467 Matt 26:13 | gedachtenis gesproken worden van hetgeen zij gedaan heeft. ~
16468 Matt 26:14 | 14 Toen ging een van de twaalven, genaamd Judas
16469 Matt 26:16 | 16 En van toen af zocht hij gelegenheid,
16470 Matt 26:21 | Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u Mij zal verraden. ~
16471 Matt 26:22 | zijnde, begon een iegelijk van hen tot Hem te zeggen: Ben
16472 Matt 26:24 | mensen gaat wel heen, gelijk van Hem geschreven is; maar
16473 Matt 26:29 | 29 En Ik zeg u, dat Ik van nu aan niet zal drinken
16474 Matt 26:29 | nu aan niet zal drinken van de vrucht des wijnstoks,
16475 Matt 26:37 | Petrus, en de twee zonen van Zebedeus, begon Hij droevig
16476 Matt 26:39 | is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan? doch niet,
16477 Matt 26:42 | Indien deze drinkbeker van Mij niet voorbij kan gaan,
16478 Matt 26:47 | sprak, ziet, Judas, een van de twaalven, kwam, en met
16479 Matt 26:47 | zwaarden en stokken, gezonden van de overpriesters en ouderlingen
16480 Matt 26:51 | 51 En ziet, een van degenen, die met Jezus waren,
16481 Matt 26:58 | 58 En Petrus volgde Hem van verre tot aan de zaal des
16482 Matt 26:63 | zijt de Christus, de Zoon van God? ~
16483 Matt 26:64 | gezegd. Doch Ik zeg ulieden: Van nu aan zult gij zien den
16484 Matt 26:65 | hebben wij nog getuigen van node? Ziet, nu hebt gij
16485 Matt 26:73 | Waarlijk, gij zijt ook van die, want ook uw spraak
16486 Matt 26:75 | werd indachtig het woord van Jezus, Die tot hem gezegd
16487 Matt 27:9 | waarde des Gewaardeerden van de kinderen Israels, Denwelken
16488 Matt 27:12 | 12 En als Hij van de overpriesters en de ouderlingen
16489 Matt 27:21 | antwoordende, zeide tot hen: Welke van deze twee wilt gij, dat
16490 Matt 27:29 | 29 En een kroon van doornen gevlochten hebbende,
16491 Matt 27:32 | uitgaande, vonden zij een man van Cyrene, met name Simon;
16492 Matt 27:40 | Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis.
16493 Matt 27:42 | Israels is, dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen
16494 Matt 27:45 | 45 En van de zesde ure aan werd er
16495 Matt 27:47 | 47 En sommigen van die daar stonden, zulks
16496 Matt 27:48 | 48 En terstond een van hen toe lopende, nam een
16497 Matt 27:51 | tempels scheurde in tweeen, van boven tot beneden; en de
16498 Matt 27:55 | aldaar waren vele vrouwen, van verre aanschouwende, die
16499 Matt 27:55 | die Jezus gevolgd waren van Galilea, om Hem te dienen. ~
16500 Matt 27:56 | Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus en Joses, en de
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256 |