1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256
Book Chapter: Verse
17001 Luk 9:8 | Elias verschenen was; en van anderen, dat een profeet
17002 Luk 9:8 | anderen, dat een profeet van de ouden was opgestaan. ~
17003 Luk 9:9 | onthoofd; wie is nu Deze, van Welken ik zulke dingen hoor?
17004 Luk 9:11 | ontving ze, en sprak tot hen van het Koninkrijk Gods; en
17005 Luk 9:11 | Koninkrijk Gods; en die genezing van node hadden, maakte Hij
17006 Luk 9:12 | tot Hem: Laat de schare van U, opdat zij, heengaande
17007 Luk 9:14 | nederzitten bij zaten, elk van vijftig. ~
17008 Luk 9:17 | werd opgenomen, hetgeen hun van de brokken overgeschoten
17009 Luk 9:19 | anderen: Dat enig profeet van de ouden opgestaan is. ~
17010 Luk 9:22 | lijden, en verworpen worden van de ouderlingen, en overpriesters,
17011 Luk 9:33 | het geschiedde, als zij van Hem afscheidden, zo zeide
17012 Luk 9:36 | in die dagen niemand iets van hetgeen zij gezien hadden. ~
17013 Luk 9:37 | des daags daaraan, als zij van den berg afkwamen, dat Hem
17014 Luk 9:38 | 38 En ziet, een man van de schare riep uit, zeggende:
17015 Luk 9:39 | een geest neemt hem, en van stonde aan roept hij, en
17016 Luk 9:39 | schuimt, en wijkt nauwelijks van hem, en verplettert hem. ~
17017 Luk 9:45 | begrepen; en zij vreesden van dat woord Hem te vragen. ~
17018 Luk 9:46 | onder hen, namelijk, wie van hen de meeste ware. ~
17019 Luk 9:54 | dat wij zeggen, dat vuur van den hemel nederdale, en
17020 Luk 9:55 | en zeide: Gij weet niet van hoedanigen geest gij zijt. ~
17021 Luk 9:61 | toe, dat ik afscheid neme van degenen, die in mijn huis
17022 Luk 10:7 | etende en drinkende, hetgeen van hen voorgezet wordt; want
17023 Luk 10:7 | waardig; gaat niet over van het ene huis in het andere
17024 Luk 10:12 | En Ik zeg u, dat het dien van Sodom verdragelijker wezen
17025 Luk 10:22 | 22 Alle dingen zijn Mij van Mijn Vader overgegeven;
17026 Luk 10:30 | Een zeker mens kwam af van Jeruzalem naar Jericho,
17027 Luk 10:36 | 36 Wie dan van deze drie dunkt u de naaste
17028 Luk 10:39 | zittende aan de voeten van Jezus, Zijn woord hoorde. ~
17029 Luk 10:42 | deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen
17030 Luk 11:1 | als Hij ophield, dat een van Zijn discipelen tot Hem
17031 Luk 11:4 | verzoeking, maar verlos ons van den boze. ~
17032 Luk 11:5 | En Hij zeide tot hen: Wie van u zal een vriend hebben,
17033 Luk 11:6 | 6 Overmits mijn vriend van de reis tot mij gekomen
17034 Luk 11:7 | 7 En dat die van binnen, antwoordende, zou
17035 Luk 11:15 | 15 Maar sommigen van hen zeiden: Hij werpt de
17036 Luk 11:16 | Hem verzoekende, begeerden van Hem een teken uit den hemel. ~
17037 Luk 11:24 | Wanneer de onreine geest van den mens uitgevaren is,
17038 Luk 11:26 | zij aldaar; en het laatste van dien mens wordt erger dan
17039 Luk 11:29 | gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet. ~
17040 Luk 11:31 | 31 De koningin van het Zuiden zal opstaan in
17041 Luk 11:31 | het oordeel met de mannen van dit geslacht, en zal ze
17042 Luk 11:31 | veroordelen; want zij is gekomen van de einden der aarde, om
17043 Luk 11:31 | om te horen de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan
17044 Luk 11:32 | 32 De mannen van Nineve, zullen opstaan in
17045 Luk 11:32 | bekeerd op de prediking van Jonas; en ziet, meer dan
17046 Luk 11:39 | schotels; maar het binnenste van u is vol van roof en boosheid. ~
17047 Luk 11:39 | het binnenste van u is vol van roof en boosheid. ~
17048 Luk 11:45 | 45 En een van de wetgeleerden, antwoordende,
17049 Luk 11:46 | lasten niet aan met een van uw vingeren. ~
17050 Luk 11:49 | apostelen tot hen zenden, en van die zullen zij sommigen
17051 Luk 11:50 | 50 Opdat van dit geslacht afgeeist worde
17052 Luk 11:50 | afgeeist worde het bloed van al de profeten, dat vergoten
17053 Luk 11:50 | profeten, dat vergoten is van de grondlegging der wereld
17054 Luk 11:51 | 51 Van het bloed van Abel, tot
17055 Luk 11:51 | 51 Van het bloed van Abel, tot het bloed van
17056 Luk 11:51 | van Abel, tot het bloed van Zacharia, die gedood is
17057 Luk 11:51 | het zal afgeeist worden van dit geslacht! ~
17058 Luk 11:53 | hard aan te houden, en Hem van vele dingen te doen spreken; ~
17059 Luk 12:6 | penningskens? En niet een van die is voor God vergeten. ~
17060 Luk 12:15 | hen: Ziet toe en wacht u van de gierigheid; want het
17061 Luk 12:20 | dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen gij
17062 Luk 12:25 | 25 Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn,
17063 Luk 12:27 | bekleed geweest als een van deze. ~
17064 Luk 12:36 | wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat, als
17065 Luk 12:48 | iegelijk, wien veel gegeven is, van dien zal veel geeist worden;
17066 Luk 12:48 | men veel vertrouwd heeft, van dien zal men overvloediger
17067 Luk 12:52 | 52 Want van nu aan zullen er vijf in
17068 Luk 12:54 | gij een wolk ziet opgaan van het westen, terstond zegt
17069 Luk 12:57 | waarom oordeelt gij ook van uzelven niet, hetgeen recht
17070 Luk 12:58 | naarstigheid op den weg, om van hem verlost te worden; opdat
17071 Luk 12:59 | 59 Ik zeg u: Gij zult van daar geenszins uitgaan,
17072 Luk 13:1 | tegenwoordig, die Hem boodschapten van de Galileers, welker bloed
17073 Luk 13:12 | Vrouw, gij zijt verlost van uw krankheid. ~
17074 Luk 13:15 | maakt niet een iegelijk van u op den sabbat zijn os
17075 Luk 13:15 | den sabbat zijn os of ezel van de kribbe los, en leidt
17076 Luk 13:16 | die niet losgemaakt worden van dezen band, op den dag des
17077 Luk 13:17 | de heerlijke dingen, die van Hem geschiedden. ~
17078 Luk 13:22 | 22 En Hij reisde van de ene stad en vlek tot
17079 Luk 13:25 | u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt. ~
17080 Luk 13:27 | Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar gij zijt; wijkt van
17081 Luk 13:27 | van waar gij zijt; wijkt van Mij af, alle gij werkers
17082 Luk 13:29 | En daar zullen er komen van Oosten en Westen, en van
17083 Luk 13:29 | van Oosten en Westen, en van Noorden en Zuiden, en zullen
17084 Luk 13:31 | Hem: Ga weg, en vertrek van hier; want Herodes wil U
17085 Luk 14:1 | gekomen was in het huis van een der oversten der Farizeen,
17086 Luk 14:5 | zeide: Wiens ezel of os van ulieden zal in een put vallen,
17087 Luk 14:8 | 8 Wanneer gij van iemand ter bruiloft genood
17088 Luk 14:8 | misschien een waardiger dan gij van hem genood zij; ~
17089 Luk 14:15 | 15 En als een van degenen, die mede aanzaten,
17090 Luk 14:24 | zeg ulieden, dat niemand van die mannen, die genood waren,
17091 Luk 14:28 | 28 Want wie van u, willende een toren bouwen,
17092 Luk 14:33 | 33 Alzo dan een iegelijk van u, die niet verlaat alles,
17093 Luk 15:4 | honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat
17094 Luk 15:7 | rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben. ~
17095 Luk 15:12 | 12 En de jongste van hen zeide tot den vader:
17096 Luk 15:15 | en voegde zich bij een van de burgers deszelven lands;
17097 Luk 15:17 | vaders hebben overvloed van brood, en ik verga van honger! ~
17098 Luk 15:17 | overvloed van brood, en ik verga van honger! ~
17099 Luk 15:19 | worden; maak mij als een van uw huurlingen. ~
17100 Luk 15:20 | vader. En als hij nog ver van hem was, zag hem zijn vader,
17101 Luk 15:26 | zich geroepen hebbende een van de knechten, vraagde, wat
17102 Luk 16:2 | tot hem: Hoe hoor ik dit van u? Geef rekenschap van uw
17103 Luk 16:2 | dit van u? Geef rekenschap van uw rentmeesterschap; want
17104 Luk 16:3 | heer dit rentmeesterschap van mij neemt? Graven kan ik
17105 Luk 16:4 | doen zal, opdat, wanneer ik van het rentmeesterschap afgezet
17106 Luk 16:5 | riep tot zich een iegelijk van de schuldenaars zijns heeren,
17107 Luk 16:16 | profeten zijn tot op Johannes; van dien tijd af wordt het Koninkrijk
17108 Luk 16:18 | iegelijk, die de verlatene van den man trouwt, die doet
17109 Luk 16:21 | begeerde verzadigd te worden van de kruimkens, die van de
17110 Luk 16:21 | worden van de kruimkens, die van de tafel des rijken vielen;
17111 Luk 16:22 | dat de bedelaar stierf, en van de engelen gedragen werd
17112 Luk 16:22 | gedragen werd in den schoot van Abraham. ~
17113 Luk 16:23 | de pijn, zag hij Abraham van verre, en Lazarus in zijn
17114 Luk 16:26 | gevestigd, zodat degenen, die van hier tot u willen overgaan,
17115 Luk 16:26 | noch ook die daar zijn, van daar tot ons overkomen. ~
17116 Luk 16:30 | Abraham, maar zo iemand van de doden tot hen heenging,
17117 Luk 17:2 | geworpen, dan dat hij een van deze kleinen zou ergeren. ~
17118 Luk 17:7 | 7 En wie van u heeft een dienstknecht
17119 Luk 17:7 | hoedende, die tot hem, als hij van den akker inkomt, terstond
17120 Luk 17:11 | dat Hij door het midden van Samaria en Galilea ging. ~
17121 Luk 17:12 | melaatse mannen, welke stonden van verre; ~
17122 Luk 17:15 | 15 En een van hen, ziende, dat hij genezen
17123 Luk 17:20 | 20 En gevraagd zijnde van de Farizeen, wanneer het
17124 Luk 17:22 | zult begeren een der dagen van den Zoon des mensen te zien,
17125 Luk 17:24 | Want gelijk de bliksem, die van het ene einde onder den
17126 Luk 17:25 | lijden, en verworpen worden van dit geslacht. ~
17127 Luk 17:26 | geschied is in de dagen van Noach, alzo zal het ook
17128 Luk 17:26 | het ook zijn in de dagen van den Zoon des mensen. ~
17129 Luk 17:28 | het geschiedde in de dagen van Lot; zij aten, zij dronken,
17130 Luk 17:29 | op den dag, op welken Lot van Sodom uitging, regende het
17131 Luk 17:29 | regende het vuur en sulfer van den hemel, en verdierf ze
17132 Luk 17:32 | 32 Gedenkt aan de vrouw van Lot. ~
17133 Luk 18:12 | per week; ik geef tienden van alles, wat ik bezit. ~
17134 Luk 18:13 | 13 En de tollenaar, van verre staande, wilde ook
17135 Luk 18:21 | dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid aan. ~
17136 Luk 18:25 | een kemel ga door het oog van een naald, dan dat een rijke
17137 Luk 18:34 | 34 En zij verstonden geen van deze dingen; en dit woord
17138 Luk 19:3 | schare, omdat hij klein van persoon was. ~
17139 Luk 19:8 | den Heere: Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef
17140 Luk 19:9 | nademaal ook deze een zoon van Abraham is. ~
17141 Luk 19:24 | stonden: Neemt dat pond van hem weg, en geeft het dien,
17142 Luk 19:26 | zal gegeven worden; maar van degene, die niet heeft,
17143 Luk 19:26 | degene, die niet heeft, van dien zal genomen worden
17144 Luk 19:29 | Olijfberg, dat Hij twee van Zijn discipelen uitzond, ~
17145 Luk 19:31 | zeggen: Omdat het de Heere van node heeft. ~
17146 Luk 19:33 | ontbonden, zeiden de heren van hetzelve tot hen: Waarom
17147 Luk 19:34 | zeiden: De Heere heeft het van node. ~
17148 Luk 19:43 | zullen u omsingelen, en u van alle zijden benauwen; ~
17149 Luk 20:1 | En het geschiedde in een van die dagen, als Hij in den
17150 Luk 20:4 | 4 De doop van Johannes, was die uit den
17151 Luk 20:10 | dienstknecht, opdat zij hem van de vrucht des wijngaards
17152 Luk 20:33 | opstanding dan, wiens vrouw van dezen zal zij zijn? Want
17153 Luk 20:46 | 46 Wacht u van de Schriftgeleerden, die
17154 Luk 21:4 | 4 Want die allen hebben van hun overvloed geworpen tot
17155 Luk 21:4 | gaven Gods; maar deze heeft van haar gebrek, al den leeftocht,
17156 Luk 21:5 | 5 En als sommigen zeiden van den tempel, dat hij met
17157 Luk 21:9 | En wanneer gij zult horen van oorlogen en beroerten, zo
17158 Luk 21:11 | dingen, en grote tekenen van den hemel geschieden. ~
17159 Luk 21:14 | Neemt dan in uw harten voor, van te voren niet te overdenken,
17160 Luk 21:16 | overgeleverd worden ook van ouders, en broeders, en
17161 Luk 21:17 | 17 En gij zult van allen gehaat worden om Mijns
17162 Luk 21:20 | zien zult, dat Jeruzalem van heirlegers omsingeld wordt,
17163 Luk 21:21 | bergen; en die in het midden van dezelve zijn, dat zij daaruit
17164 Luk 21:24 | volken; en Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden,
17165 Luk 21:26 | mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting der
17166 Luk 22:11 | zeggen tot den huisvader van dat huis: De Meester zegt
17167 Luk 22:18 | dat Ik niet drinken zal van de vrucht des wijnstoks,
17168 Luk 22:23 | elkander te vragen, wie van hen het toch mocht zijn,
17169 Luk 22:24 | twisting onder hen, wie van hen scheen de meeste te
17170 Luk 22:27 | Maar Ik ben in het midden van u, als een die dient. ~
17171 Luk 22:37 | Want ook die dingen, die van Mij geschreven zijn, hebben
17172 Luk 22:41 | 41 En Hij scheidde Zich van hen af, omtrent een steenworp;
17173 Luk 22:42 | wildet dezen drinkbeker van Mij wegnemen, doch niet
17174 Luk 22:43 | 43 En van Hem werd gezien een engel
17175 Luk 22:45 | 45 En als Hij van het gebed opgestaan was,
17176 Luk 22:45 | discipelen, en vond hen slapende van droefheid. ~
17177 Luk 22:47 | daar een schare; en een van de twaalven, die genaamd
17178 Luk 22:54 | hogepriesters. En Petrus volgde van verre. ~
17179 Luk 22:55 | ontstoken hadden in het midden van de zaal, en zij te zamen
17180 Luk 22:55 | zat Petrus in het midden van hen. ~
17181 Luk 22:58 | ziende, zeide: Ook gij zijt van die. Maar Petrus zeide:
17182 Luk 22:69 | 69 Van nu aan zal de Zoon des mensen
17183 Luk 22:71 | hebben wij nog getuigenis van node? Want wij zelven hebben
17184 Luk 23:1 | 1 En de gehele menigte van hen stond op, en leidde
17185 Luk 23:5 | Judea, begonnen hebbende van Galilea tot hier toe. ~
17186 Luk 23:6 | 6 Als nu Pilatus van Galilea hoorde, vraagde
17187 Luk 23:7 | dat Hij uit het gebied van Herodes was, zond hij Hem
17188 Luk 23:8 | zeer verblijd; want hij was van over lang begerig geweest
17189 Luk 23:8 | te zien, omdat hij veel van Hem hoorde; en hoopte enig
17190 Luk 23:8 | enig teken te zien, dat van Hem gedaan zou worden. ~
17191 Luk 23:14 | Mens geen schuld gevonden, van hetgeen daar gij Hem mede
17192 Luk 23:15 | gezonden, en ziet, er is van Hem niets gedaan, dat des
17193 Luk 23:26 | wegleidden, namen zij een Simon van Cyrene, komende van den
17194 Luk 23:26 | Simon van Cyrene, komende van den akker, en legden hem
17195 Luk 23:27 | 27 En een grote menigte van volk en van vrouwen volgde
17196 Luk 23:27 | grote menigte van volk en van vrouwen volgde Hem, welke
17197 Luk 23:28 | kerende zeide: Gij dochters van Jeruzalem! weent niet over
17198 Luk 23:49 | al Zijn bekenden stonden van verre, ook de vrouwen, die
17199 Luk 23:49 | Hem te zamen gevolgd waren van Galilea, en zagen dit aan. ~
17200 Luk 23:51 | bewilligd in hun raad en handel) van Arimathea, een stad der
17201 Luk 23:52 | en begeerde het lichaam van Jezus. ~
17202 Luk 24:2 | vonden den steen afgewenteld van het graf. ~
17203 Luk 24:3 | vonden zij het lichaam van den Heere Jezus niet. ~
17204 Luk 24:9 | 9 En wedergekeerd zijnde van het graf, boodschapten zij
17205 Luk 24:10 | Johanna, en Maria, de moeder van Jakobus, en de andere met
17206 Luk 24:12 | verwonderende bij zichzelven van hetgeen geschied was. ~
17207 Luk 24:13 | 13 En zie, twee van hen gingen op denzelfden
17208 Luk 24:13 | vlek, dat zestig stadien van Jeruzalem was, welks naam
17209 Luk 24:14 | spraken samen onder elkander van al deze dingen, die er gebeurd
17210 Luk 24:21 | het heden de derde dag, van dat deze dingen geschied
17211 Luk 24:23 | dat zij ook een gezicht van engelen gezien hadden, die
17212 Luk 24:25 | onverstandigen en tragen van hart, om te geloven al hetgeen
17213 Luk 24:27 | 27 En begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten,
17214 Luk 24:27 | begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten, legde Hij
17215 Luk 24:27 | al de Schriften, hetgeen van Hem geschreven was. ~
17216 Luk 24:34 | waarlijk opgestaan, en is van Simon gezien. ~
17217 Luk 24:36 | 36 En als zij van deze dingen spraken, stond
17218 Luk 24:36 | Jezus Zelf in het midden van hen, en zeide tot hen: Vrede
17219 Luk 24:41 | 41 En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden,
17220 Luk 24:42 | En zij gaven Hem een stuk van een gebraden vis, en van
17221 Luk 24:42 | van een gebraden vis, en van honigraten. ~
17222 Luk 24:44 | moest vervuld worden, wat van Mij geschreven is in de
17223 Luk 24:44 | geschreven is in de Wet van Mozes, en de Profeten, en
17224 Luk 24:46 | moest de Christus lijden, en van de doden opstaan ten derden
17225 Luk 24:47 | alle volken, beginnende van Jeruzalem. ~
17226 Luk 24:48 | 48 En gij zijt getuigen van deze dingen. ~
17227 Luk 24:51 | Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde, en werd opgenomen
17228 Joha 1:6 | 6 Er was een mens van God gezonden, wiens naam
17229 Joha 1:7 | kwam tot een getuigenis, om van het Licht te getuigen, opdat
17230 Joha 1:8 | was gezonden, opdat hij van het Licht getuigen zou. ~
17231 Joha 1:14 | heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade
17232 Joha 1:14 | Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid. ~
17233 Joha 1:15 | 15 Johannes getuigt van Hem, en heeft geroepen,
17234 Joha 1:15 | zeggende: Deze was het, van Welken ik zeide: Die na
17235 Joha 1:19 | En dit is de getuigenis van Johannes, toen de Joden
17236 Joha 1:19 | priesters en Levieten afzonden van Jeruzalem, opdat zij hem
17237 Joha 1:22 | gezonden hebben; wat zegt gij van uzelven? ~
17238 Joha 1:30 | 30 Deze is het, van Welken ik gezegd heb: Na
17239 Joha 1:34 | getuigd, dat Deze de Zoon van God is. ~
17240 Joha 1:41 | 41 Andreas, de broeder van Simon Petrus, was een van
17241 Joha 1:41 | van Simon Petrus, was een van de twee, die het van Johannes
17242 Joha 1:41 | een van de twee, die het van Johannes gehoord hadden,
17243 Joha 1:43 | Gij zijt Simon, de zoon van Jonas; gij zult genaamd
17244 Joha 1:45 | 45 Filippus nu was van Bethsaida, uit de stad van
17245 Joha 1:45 | van Bethsaida, uit de stad van Andreas en Petrus. ~
17246 Joha 1:46 | Wij hebben Dien gevonden, van Welken Mozes in de wet geschreven
17247 Joha 1:46 | namelijk Jezus, den zoon van Jozef, van Nazareth. ~
17248 Joha 1:46 | Jezus, den zoon van Jozef, van Nazareth. ~
17249 Joha 1:49 | Nathanael zeide tot Hem: Van waar kent Gij mij? Jezus
17250 Joha 1:52 | voorwaar zeg Ik ulieden: Van nu aan zult gij den hemel
17251 Joha 2:1 | in Galilea; en de moeder van Jezus was aldaar. ~
17252 Joha 2:3 | ontbrak, zeide de moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben
17253 Joha 2:9 | geproefd had (en hij wist niet, van waar de wijn was; maar de
17254 Joha 2:15 | 15 En een gesel van touwtjes gemaakt hebbende,
17255 Joha 2:16 | verkochten: Neemt deze dingen van hier weg; maakt niet het
17256 Joha 2:16 | Mijns Vaders tot een huis van koophandel. ~
17257 Joha 2:17 | geschreven is: De ijver van Uw huis heeft mij verslonden. ~
17258 Joha 2:21 | 21 Maar Hij zeide dit van den tempel Zijns lichaams. ~
17259 Joha 2:22 | Daarom, als Hij opgestaan was van de doden, werden Zijn discipelen
17260 Joha 2:25 | 25 En omdat Hij niet van node had, dat iemand getuigen
17261 Joha 2:25 | dat iemand getuigen zou van den mens; want Hij Zelf
17262 Joha 3:2 | dat Gij zijt een Leraar van God gekomen; want niemand
17263 Joha 3:8 | geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij
17264 Joha 3:10 | hem: Zijt gij een leraar van Israel, en weet gij deze
17265 Joha 3:18 | Naam des eniggeboren Zoons van God. ~
17266 Joha 3:22 | Zijn discipelen in het land van Judea, en onthield Zich
17267 Joha 3:25 | 25 Er rees dan een vraag van enigen uit de discipelen
17268 Joha 3:25 | enigen uit de discipelen van Johannes met de Joden over
17269 Joha 3:31 | 31 Die van boven komt, is boven allen;
17270 Joha 4:5 | Hij kwam dan in een stad van Samaria, genaamd Sichar,
17271 Joha 4:6 | Jezus dan, vermoeid zijnde van de reize, zat alzo neder
17272 Joha 4:9 | Gij, Die een Jood zijt, van mij te drinken, die een
17273 Joha 4:10 | te drinken, zo zoudt gij van Hem hebben begeerd, en Hij
17274 Joha 4:11 | putten, en de put is diep; van waar hebt Gij dan het levend
17275 Joha 4:13 | tot haar: Een ieder, die van dit water drinkt, zal wederom
17276 Joha 4:14 | wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven
17277 Joha 4:14 | in hem worden een fontein van water, springende tot in
17278 Joha 4:43 | na de twee dagen ging Hij van daar en ging heen naar Galilea; ~
17279 Joha 4:52 | 52 Zo vraagde hij dan van hen de ure, in welke het
17280 Joha 5:3 | dezelve lag een grote menigte van kranken, blinden, kreupelen,
17281 Joha 5:4 | daarin kwam, na de beroering van het water, die werd gezond,
17282 Joha 5:4 | water, die werd gezond, van wat ziekte hij ook bevangen
17283 Joha 5:19 | Ik u: De Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij
17284 Joha 5:30 | 30 Ik kan van Mijzelven niets doen. Gelijk
17285 Joha 5:31 | 31 Indien Ik van Mijzelven getuig, Mijn getuigenis
17286 Joha 5:32 | 32 Er is een ander, die van Mij getuigt, en Ik weet,
17287 Joha 5:32 | de getuigenis, welke hij van Mij getuigt, waarachtig
17288 Joha 5:34 | Ik neem geen getuigenis van een mens; maar dit zeg Ik,
17289 Joha 5:36 | getuigenis meerder, dan die van Johannes; want de werken,
17290 Joha 5:36 | werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat Mij de Vader gezonden
17291 Joha 5:37 | gezonden heeft, Die heeft Zelf van Mij getuigd. Gij hebt noch
17292 Joha 5:39 | hebben; en die zijn het, die van Mij getuigen. ~
17293 Joha 5:41 | 41 Ik neem geen eer van mensen; ~
17294 Joha 5:44 | gij geloven, gij, die eer van elkander neemt, en de eer,
17295 Joha 5:44 | elkander neemt, en de eer, die van God alleen is, niet zoekt? ~
17296 Joha 5:46 | geloven; want hij heeft van Mij geschreven. ~
17297 Joha 6:1 | vertrok Jezus over de zee van Galilea, welke is de zee
17298 Joha 6:1 | Galilea, welke is de zee van Tiberias. ~
17299 Joha 6:5 | kwam, zeide tot Filippus: Van waar zullen wij broden kopen,
17300 Joha 6:7 | genoeg, opdat een iegelijk van hen een weinig neme. ~
17301 Joha 6:8 | 8 Een van Zijn discipelen, namelijk
17302 Joha 6:8 | namelijk Andreas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot
17303 Joha 6:11 | nedergezeten waren; desgelijks ook van de visjes, zoveel zij wilden. ~
17304 Joha 6:13 | twaalf korven met brokken van de vijf gerstebroden, welke
17305 Joha 6:23 | kwamen andere scheepjes van Tiberias, nabij de plaats,
17306 Joha 6:26 | gezien hebt, maar omdat gij van de broden gegeten hebt,
17307 Joha 6:42 | deze niet Jezus, de Zoon van Jozef, Wiens vader en moeder
17308 Joha 6:45 | profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk
17309 Joha 6:45 | Een iegelijk dan, die het van den Vader gehoord en geleerd
17310 Joha 6:46 | Vader gezien heeft, dan Die van God is; Deze heeft den Vader
17311 Joha 6:51 | nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in
17312 Joha 6:60 | 60 Velen dan van Zijn discipelen, dit horende,
17313 Joha 6:64 | 64 Maar er zijn sommigen van ulieden, die niet geloven.
17314 Joha 6:64 | geloven. Want Jezus wist van den beginne, wie zij waren,
17315 Joha 6:65 | dat het hem gegeven zij van Mijn Vader. ~
17316 Joha 6:66 | 66 Van toen af gingen velen Zijner
17317 Joha 6:71 | 71 En Hij zeide dit van Judas, Simons zoon, Iskariot;
17318 Joha 6:71 | Hem verraden, zijnde een van de twaalven. ~ ~ ~
17319 Joha 7:3 | broeders tot Hem: Vertrek van hier, en ga heen in Judea,
17320 Joha 7:4 | zoekt zelf, dat men openlijk van hem spreke. Indien Gij deze
17321 Joha 7:7 | maar Mij haat zij, omdat Ik van dezelve getuig, dat haar
17322 Joha 7:12 | En er was veel gemurmels van Hem onder de scharen. Sommigen
17323 Joha 7:13 | sprak niemand vrijmoediglijk van Hem, om de vrees der Joden. ~
17324 Joha 7:14 | als het nu in het midden van het feest was, zo ging Jezus
17325 Joha 7:17 | Deszelfs wil doen, die zal van deze leer bekennen, of zij
17326 Joha 7:17 | zij uit God is, dan of Ik van Mijzelven spreek. ~
17327 Joha 7:18 | 18 Die van zichzelven spreekt, zoekt
17328 Joha 7:19 | wet gegeven? En niemand van u doet de wet. Wat zoekt
17329 Joha 7:23 | den sabbat, opdat de wet van Mozes niet gebroken worde;
17330 Joha 7:25 | 25 Sommigen dan uit die van Jeruzalem zeiden: Is Deze
17331 Joha 7:27 | 27 Doch van Dezen weten wij, van waar
17332 Joha 7:27 | Doch van Dezen weten wij, van waar Hij is; maar de Christus,
17333 Joha 7:27 | zal, zo zal niemand weten, van waar Hij is. ~
17334 Joha 7:28 | gij kent Mij, en gij weet, van waar Ik ben; en Ik ben van
17335 Joha 7:28 | van waar Ik ben; en Ik ben van Mijzelven niet gekomen,
17336 Joha 7:29 | Ik ken Hem; want Ik ben van Hem, en Hij heeft Mij gezonden. ~
17337 Joha 7:32 | hoorden, dat de schare dit van Hem murmelde; en de Farizeen
17338 Joha 7:37 | dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus en
17339 Joha 7:39 | 39 (En dit zeide Hij van den Geest, Denwelken ontvangen
17340 Joha 7:42 | uit den zade Davids, en van het vlek Bethlehem, waar
17341 Joha 7:44 | 44 En sommigen van hen wilden Hem grijpen;
17342 Joha 7:51 | mens, tenzij dat zij eerst van hem gehoord heeft, en verstaat,
17343 Joha 8:7 | op, en zeide tot hen: Die van ulieden zonder zonde is,
17344 Joha 8:9 | Maar zij, dit horende, en van hun geweten overtuigd zijnde,
17345 Joha 8:9 | na den andere, beginnende van de oudsten tot de laatsten;
17346 Joha 8:13 | zeiden tot Hem: Gij getuigt van Uzelven; Uw getuigenis is
17347 Joha 8:14 | zeide tot hen: Hoewel Ik van Mijzelven getuig, zo is
17348 Joha 8:14 | waarachtig; want Ik weet, van waar Ik gekomen ben, en
17349 Joha 8:14 | maar gijlieden weet niet, van waar Ik kom, en waar Ik
17350 Joha 8:17 | geschreven, dat de getuigenis van twee mensen waarachtig is. ~
17351 Joha 8:18 | 18 Ik ben het, Die van Mijzelven getuig, en de
17352 Joha 8:18 | gezonden heeft, getuigt van Mij. ~
17353 Joha 8:23 | tot hen: Gijlieden zijt van beneden, Ik ben van boven;
17354 Joha 8:23 | zijt van beneden, Ik ben van boven; gij zijt uit deze
17355 Joha 8:25 | Jezus zeide tot hen: Wat Ik van den beginne ulieden ook
17356 Joha 8:26 | 26 Ik heb vele dingen van u te zeggen en te oordelen;
17357 Joha 8:26 | waarachtig; en de dingen, die Ik van Hem gehoord heb, dezelve
17358 Joha 8:27 | verstonden niet, dat Hij hun van den Vader sprak. ~
17359 Joha 8:28 | dat Ik Die ben, en dat Ik van Mijzelven niets doe; maar
17360 Joha 8:39 | zo zoudt gij de werken van Abraham doen. ~
17361 Joha 8:40 | gesproken heb, welke Ik van God gehoord heb. Dat deed
17362 Joha 8:42 | liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan; en kom van
17363 Joha 8:42 | van God uitgegaan; en kom van Hem. Want Ik ben ook van
17364 Joha 8:42 | van Hem. Want Ik ben ook van Mijzelven niet gekomen,
17365 Joha 8:44 | die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de
17366 Joha 8:46 | 46 Wie van u overtuigt Mij van zonde?
17367 Joha 8:46 | Wie van u overtuigt Mij van zonde? En indien Ik de waarheid
17368 Joha 8:59 | gaande door het midden van hen; en ging alzo voorbij. ~ ~
17369 Joha 9:1 | zag Hij een mens, blind van de geboorte af. ~
17370 Joha 9:16 | Farizeen zeiden: Deze Mens is van God niet, want Hij houdt
17371 Joha 9:17 | blinde: Gij, wat zegt gij van Hem; dewijl Hij uw ogen
17372 Joha 9:18 | 18 De Joden dan geloofden van hem niet, dat hij blind
17373 Joha 9:21 | vraagt hemzelven; hij zal van zichzelven spreken. ~
17374 Joha 9:28 | maar wij zijn discipelen van Mozes. ~
17375 Joha 9:29 | maar Dezen weten wij niet, van waar Hij is. ~
17376 Joha 9:30 | wonders, dat gij niet weet, van waar Hij is, en nochtans
17377 Joha 9:32 | 32 Van alle eeuw is het niet gehoord,
17378 Joha 9:33 | 33 Indien Deze van God niet ware, Hij zou niets
17379 Joha 9:35 | Gelooft gij in den Zoon van God? ~
17380 Joha 10:1 | den stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een
17381 Joha 10:5 | geenszins volgen, maar zullen van hem vlieden; overmits zij
17382 Joha 10:14 | ken de Mijnen, en worde van de Mijnen gekend. ~
17383 Joha 10:16 | nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze
17384 Joha 10:18 | 18 Niemand neemt hetzelve van Mij, maar Ik leg het van
17385 Joha 10:18 | van Mij, maar Ik leg het van Mijzelven af; Ik heb macht
17386 Joha 10:18 | nemen. Dit gebod heb Ik van Mijn Vader ontvangen. ~
17387 Joha 10:20 | 20 En velen van hen zeiden: hij heeft den
17388 Joha 10:23 | den tempel, in het voorhof van Salomo.
17389 Joha 10:25 | Mijns Vaders, die getuigen van Mij.
17390 Joha 10:26 | niet; want gij zijt niet van Mijn schapen, gelijk Ik
17391 Joha 10:32 | treffelijke werken getoond van Mijn Vader; om welk werk
17392 Joha 10:32 | Mijn Vader; om welk werk van die stenigt gij Mij? ~
17393 Joha 10:41 | maar alles, wat Johannes van Dezen zeide, was waar. ~
17394 Joha 11:1 | krank, genaamd Lazarus, van Bethanie, uit het vlek van
17395 Joha 11:1 | van Bethanie, uit het vlek van Maria en haar zuster Martha. ~
17396 Joha 11:13 | Doch Jezus had gesproken van zijn dood; maar zij meenden,
17397 Joha 11:13 | zij meenden, dat Hij sprak van de rust des slaaps. ~
17398 Joha 11:18 | omtrent vijftien stadien van daar.) ~
17399 Joha 11:22 | weet ik, dat alles, wat Gij van God begeren zult, God U
17400 Joha 11:46 | 46 Maar sommigen van hen gingen tot de Farizeen,
17401 Joha 11:53 | 53 Van dien dag dan af beraadslaagden
17402 Joha 11:54 | onder de Joden; maar ging van daar naar het land bij de
17403 Joha 12:2 | diende; en Lazarus was een van degenen, die met Hem aanzaten. ~
17404 Joha 12:3 | genomen hebbende een pond zalf van onvervalsten, zeer kostelijken
17405 Joha 12:3 | nardus, heeft de voeten van Jezus gezalfd, en met haar
17406 Joha 12:3 | en het huis werd vervuld van den reuk der zalf. ~
17407 Joha 12:4 | 4 Zo zeide dan een van Zijn discipelen, namelijk
17408 Joha 12:7 | Jezus dan zeide: Laat af van haar; zij heeft dit bewaard
17409 Joha 12:11 | 11 Want velen van de Joden gingen heen om
17410 Joha 12:13 | 13 Namen de takken van palmbomen, en gingen uit
17411 Joha 12:16 | werden zij indachtig, dat dit van Hem geschreven was, en dat
17412 Joha 12:21 | gingen tot Filippus, die van Bethsaida in Galilea was,
17413 Joha 12:32 | 32 En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn,
17414 Joha 12:36 | weggaande verborg Hij Zich van hen. ~
17415 Joha 12:38 | 38 Opdat het woord van Jesaja, den profeet, vervuld
17416 Joha 12:41 | Zijn heerlijkheid zag, en van Hem sprak. ~
17417 Joha 12:43 | mensen lief, meer dan de eer van God. ~
17418 Joha 13:1 | 1 En voor het feest van het pascha, Jezus wetende,
17419 Joha 13:2 | nu de duivel in het hart van Judas, Simons zoon, Iskariot,
17420 Joha 13:3 | gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan was, en tot
17421 Joha 13:4 | 4 Stond op van het avondmaal, en legde
17422 Joha 13:10 | gewassen is, heeft niet van node, dan de voeten te wassen,
17423 Joha 13:18 | 18 Ik zeg niet van u allen: Ik weet, welke
17424 Joha 13:19 | 19 Van nu zeg Ik het ulieden, eer
17425 Joha 13:21 | voorwaar, Ik zeg u, dat een van ulieden Mij zal verraden. ~
17426 Joha 13:22 | op elkander, twijfelende, van wien Hij dat zeide. ~
17427 Joha 13:23 | 23 En een van Zijn discipelen was aanzittende
17428 Joha 13:23 | aanzittende in den schoot van Jezus, welken Jezus liefhad. ~
17429 Joha 13:24 | zou, wie hij toch ware, van welken Hij dit zeide. ~
17430 Joha 13:25 | deze, vallende op de borst van Jezus, zeide tot Hem: Heere,
17431 Joha 13:29 | zeide: Koop, hetgeen wij van node hebben tot het feest,
17432 Joha 14:7 | Vader gekend hebben; en van nu kent gij Hem, en hebt
17433 Joha 14:10 | ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de
17434 Joha 14:21 | en die Mij liefheeft, zal van Mijn Vader geliefd worden;
17435 Joha 14:31 | heeft. Staat op, laat ons van hier gaan. ~ ~ ~
17436 Joha 15:4 | rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in
17437 Joha 15:15 | genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb,
17438 Joha 15:16 | blijve; opdat, zo wat gij van den Vader begeren zult in
17439 Joha 15:19 | 19 Indien gij van de wereld waart, zo zou
17440 Joha 15:19 | liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar
17441 Joha 15:26 | zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest
17442 Joha 15:26 | Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal
17443 Joha 15:26 | den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen. ~
17444 Joha 15:27 | getuigen, want gij zijt van den beginne met Mij geweest. ~ ~ ~
17445 Joha 16:4 | doch deze dingen heb Ik u van het begin niet gezegd, omdat
17446 Joha 16:5 | gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat
17447 Joha 16:8 | zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid,
17448 Joha 16:8 | overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel: ~
17449 Joha 16:8 | en van gerechtigheid, en van oordeel: ~
17450 Joha 16:9 | 9 Van zonde, omdat zij in Mij
17451 Joha 16:10 | 10 En van gerechtigheid, omdat Ik
17452 Joha 16:11 | 11 En van oordeel, omdat de overste
17453 Joha 16:13 | waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken,
17454 Joha 16:22 | niemand zal uw blijdschap van u wegnemen. ~
17455 Joha 16:25 | spreken zal, maar u vrijuit van den Vader zal verkondigen. ~
17456 Joha 16:27 | en hebt geloofd, dat Ik van God ben uitgegaan. ~
17457 Joha 16:28 | 28 Ik ben van den Vader uitgegaan, en
17458 Joha 16:30 | dingen weet, en Gij hebt niet van node, dat U iemand vrage.
17459 Joha 16:30 | Hierom geloven wij, dat Gij van God uitgegaan zijt. ~
17460 Joha 17:7 | wat Gij Mij gegeven hebt, van U is. ~
17461 Joha 17:8 | waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben
17462 Joha 17:14 | heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk
17463 Joha 17:14 | niet zijn, gelijk als Ik van de wereld niet ben. ~
17464 Joha 17:15 | maar dat Gij hen bewaart van den boze. ~
17465 Joha 17:16 | 16 Zij zijn niet van de wereld, gelijkerwijs
17466 Joha 17:16 | wereld, gelijkerwijs Ik van de wereld niet ben. ~
17467 Joha 18:3 | krijgsknechten en enige dienaars van de overpriesters en Farizeen,
17468 Joha 18:10 | rechteroor af. En de naam van den dienstknecht was Malchus. ~
17469 Joha 18:13 | hij was de vrouws vader van Kajafas, welke deszelven
17470 Joha 18:17 | gij niet uit de discipelen van dezen Mens? Hij zeide: Ik
17471 Joha 18:19 | hogepriester dan vraagde Jezus van Zijn discipelen, en van
17472 Joha 18:19 | van Zijn discipelen, en van Zijn leer. ~
17473 Joha 18:20 | den tempel, waar de Joden van alle plaatsen samenkomen;
17474 Joha 18:22 | als Hij dit zeide, gaf een van de dienaren, die daarbij
17475 Joha 18:23 | kwalijk gesproken heb, betuig van het kwade; en indien wel,
17476 Joha 18:26 | 26 Een van de dienstknechten des hogepriesters,
17477 Joha 18:26 | hogepriesters, die maagschap was van dengene, dien Petrus het
17478 Joha 18:28 | 28 Zij dan leidden Jezus van Kajafas in het rechthuis.
17479 Joha 18:32 | 32 Opdat het woord van Jezus vervuld wierd, dat
17480 Joha 18:34 | antwoordde hem: Zegt gij dit van uzelven, of hebben het u
17481 Joha 18:34 | of hebben het u anderen van Mij gezegd? ~
17482 Joha 18:36 | Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn
17483 Joha 18:36 | Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden
17484 Joha 18:36 | is Mijn Koninkrijk niet van hier. ~
17485 Joha 19:2 | krijgsknechten, een kroon van doornen gevlochten hebbende,
17486 Joha 19:9 | rechthuis, en zeide tot Jezus: Van waar zijt Gij? Maar Jezus
17487 Joha 19:11 | tegen Mij, indien het u niet van boven gegeven ware; daarom
17488 Joha 19:12 | 12 Van toen af zocht Pilatus Hem
17489 Joha 19:14 | het was de voorbereiding van het pascha, en omtrent de
17490 Joha 19:20 | opschrift dan lazen velen van de Joden; want de plaats,
17491 Joha 19:23 | rok nu was zonder naad, van boven af geheel geweven. ~
17492 Joha 19:25 | 25 En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder
17493 Joha 19:25 | zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. ~
17494 Joha 19:27 | discipel: Zie, uw moeder. En van die ure aan nam haar de
17495 Joha 19:36 | vervuld worde: Geen been van Hem zal verbroken worden. ~
17496 Joha 19:38 | 38 En daarna Jozef van Arimathea (die een discipel
17497 Joha 19:38 | Arimathea (die een discipel van Jezus was, maar bedekt om
17498 Joha 19:38 | dat hij mocht het lichaam van Jezus wegnemen; en Pilatus
17499 Joha 19:38 | ging en nam het lichaam van Jezus weg. ~
17500 Joha 19:39 | brengende een mengsel van mirre en aloe; omtrent honderd
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256 |