1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256
Book Chapter: Verse
18001 Rom 3:14 | 14 Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid; ~
18002 Rom 3:21 | wet, hebbende getuigenis van de wet en de profeten: ~
18003 Rom 3:22 | rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen,
18004 Rom 3:25 | bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door
18005 Rom 3:26 | 26 Tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid in
18006 Rom 3:26 | dengene, die uit het geloof van Jezus is. ~
18007 Rom 4:11 | opdat hij zou zijn een vader van allen, die geloven in de
18008 Rom 4:12 | voetstappen des geloofs van onzen vader Abraham, hetwelk
18009 Rom 4:16 | Abrahams is, welke een vader is van ons allen; ~
18010 Rom 4:17 | Ik heb u tot een vader van vele volken gesteld) voor
18011 Rom 4:18 | hij zou worden een vader van vele volken; volgens hetgeen
18012 Rom 5:9 | door Hem behouden worden van den toorn. ~
18013 Rom 5:14 | Maar de dood heeft geheerst van Adam tot Mozes toe, ook
18014 Rom 5:14 | gelijkheid der overtreding van Adam, welke een voorbeeld
18015 Rom 5:15 | indien, door de misdaad van een, velen gestorven zijn,
18016 Rom 5:15 | door de genade, die daar is van een mens Jezus Christus,
18017 Rom 5:17 | Want indien door de misdaad van een de dood geheerst heeft
18018 Rom 5:19 | door de ongehoorzaamheid van dien enen mens velen tot
18019 Rom 5:19 | ook door de gehoorzaamheid van Enen velen tot rechtvaardigen
18020 Rom 6:7 | die is gerechtvaardigd van de zonde. ~
18021 Rom 6:17 | zonde waart, maar dat gij nu van harte gehoorzaam geworden
18022 Rom 6:18 | 18 En vrijgemaakt zijnde van de zonde, zijt gemaakt dienstknechten
18023 Rom 6:20 | zonde, zo waart gij vrij van de gerechtigheid. ~
18024 Rom 6:21 | vrucht dan hadt gij toen van die dingen, waarover gij
18025 Rom 6:22 | 22 Maar nu, van de zonde vrijgemaakt zijnde,
18026 Rom 7:2 | is, zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans. ~
18027 Rom 7:3 | gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij geen
18028 Rom 7:4 | gedood door het lichaam van Christus, opdat gij zoudt
18029 Rom 7:4 | namelijk Desgenen, Die van de doden opgewekt is, opdat
18030 Rom 7:6 | nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien
18031 Rom 8:2 | Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des
18032 Rom 8:9 | Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die
18033 Rom 8:17 | ook erfgenamen, erfgenamen van God, en medeerfgenamen van
18034 Rom 8:17 | van God, en medeerfgenamen van Christus; zo wij anders
18035 Rom 8:21 | zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis,
18036 Rom 8:35 | 35 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?
18037 Rom 8:35 | ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of
18038 Rom 8:39 | ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is
18039 Rom 9:3 | wensen verbannen te zijn van Christus, voor mijn broederen,
18040 Rom 9:4 | wetgeving, en de dienst van God, en de beloftenissen; ~
18041 Rom 10:6 | opklimmen? Hetzelve is Christus van boven afbrengen. ~
18042 Rom 10:12 | is geen onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want
18043 Rom 10:12 | onderscheid, noch van Jood noch van Griek; want eenzelfde is
18044 Rom 10:12 | want eenzelfde is Heere van allen, rijk zijnde over
18045 Rom 10:14 | zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord
18046 Rom 10:20 | en zegt: Ik ben gevonden van degenen, die Mij niet zochten;
18047 Rom 11:1 | uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin. ~
18048 Rom 11:2 | niet, wat de Schrift zegt van Elia, hoe hij God aanspreekt
18049 Rom 11:4 | die de knie voor het beeld van Baal niet gebogen hebben. ~
18050 Rom 11:22 | goedertierenheid en de strengheid van God; de strengheid wel over
18051 Rom 11:24 | zijt uit den olijfboom, die van nature wild was, en tegen
18052 Rom 11:26 | goddeloosheden afwenden van Jakob.
18053 Rom 11:27 | En dit is hun een verbond van Mij, als Ik hun zonden zal
18054 Rom 12:2 | welbehagelijke en volmaakte wil van God zij. ~
18055 Rom 12:9 | ongeveinsd. Hebt een afkeer van het boze, en hangt het goede
18056 Rom 12:11 | benaarstigen. Zijt vurig van geest. Dient den Heere. ~
18057 Rom 12:21 | 21 Wordt van het kwade niet overwonnen,
18058 Rom 13:1 | want er is geen macht dan van God, en de machten, die
18059 Rom 13:1 | machten, die er zijn, die zijn van God geordineerd. ~
18060 Rom 13:2 | macht stelt, de ordinantie van God wederstaat; en die ze
18061 Rom 13:3 | het goede, en gij zult lof van haar hebben; ~
18062 Rom 13:6 | want zij zijn dienaars van God, in ditzelve geduriglijk
18063 Rom 14:7 | 7 Want niemand van ons leeft zichzelven, en
18064 Rom 14:10 | allen voor den rechterstoel van Christus gesteld worden. ~
18065 Rom 14:12 | 12 Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven
18066 Rom 14:20 | 20 Verbreek het werk van God niet om der spijze wil.
18067 Rom 15:2 | 2 Dat dan een iegelijk van ons zijn naaste behage ten
18068 Rom 15:6 | verheerlijken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus. ~
18069 Rom 15:12 | Jesaja: Er zal zijn de wortel van Jessai, en Die opstaat,
18070 Rom 15:14 | ook ik zelf ben verzekerd van u, dat gij ook zelven vol
18071 Rom 15:14 | gij ook zelven vol zijt van goedheid, vervuld met alle
18072 Rom 15:15 | makende, om de genade, die mij van God gegeven is; ~
18073 Rom 15:16 | 16 Opdat ik een dienaar van Jezus Christus zij onder
18074 Rom 15:16 | heidenen, het Evangelie van God bedienende, opdat de
18075 Rom 15:19 | 19 Door kracht van tekenen en wonderheden,
18076 Rom 15:19 | wonderheden, en door de kracht van den Geest Gods, zodat ik,
18077 Rom 15:19 | den Geest Gods, zodat ik, van Jeruzalem af, en rondom,
18078 Rom 15:19 | Illyrikum toe, het Evangelie van Christus vervuld heb. ~
18079 Rom 15:21 | geschreven is: Denwelken van Hem niet was geboodschapt,
18080 Rom 15:23 | hebbende in deze gewesten, en van over vele jaren groot verlangen
18081 Rom 15:24 | doorreizen u te zien, en van u derwaarts geleid te worden,
18082 Rom 15:24 | te worden, als ik eerst van ulieder tegenwoordigheid
18083 Rom 15:26 | 26 Want het heeft dien van Macedonie en Achaje goed
18084 Rom 15:27 | zijn zij ook schuldig hen van lichamelijke goederen te
18085 Rom 15:29 | vollen zegen des Evangelies van Christus komen zal. ~
18086 Rom 15:31 | Opdat ik mag bevrijd worden van de ongehoorzamen in Judea,
18087 Rom 15:32 | blijdschap, door den wil van God, tot u mag komen, en
18088 Rom 16:2 | wat zaak zij u zou mogen van doen hebben; want zij is
18089 Rom 16:2 | een voorstandster geweest van velen, ook van mijzelven. ~
18090 Rom 16:2 | voorstandster geweest van velen, ook van mijzelven. ~
18091 Rom 16:5 | beminde, die de eersteling is van Achaje in Christus. ~
18092 Rom 16:10 | Christus. Groet hen, die van het huisgezin van Aristobulus
18093 Rom 16:10 | hen, die van het huisgezin van Aristobulus zijn. ~
18094 Rom 16:11 | 11 Groet Herodion, die van mijn maagschap is. Groet
18095 Rom 16:11 | maagschap is. Groet hen, die van het huisgezin van Narcissus
18096 Rom 16:11 | hen, die van het huisgezin van Narcissus zijn, degenen
18097 Rom 16:16 | heiligen kus. De Gemeenten van Christus groeten ulieden. ~
18098 Rom 16:17 | aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt
18099 Rom 16:17 | geleerd hebt; en wijkt af van dezelve. ~
18100 Rom 16:19 | gehoorzaamheid is tot kennis van allen gekomen. Ik verblijde
18101 Rom 16:20 | verpletteren. De genade van onzen Heere Jezus Christus
18102 Rom 16:23 | groet Gajus, de huiswaard van mij en van de gehele Gemeente.
18103 Rom 16:23 | de huiswaard van mij en van de gehele Gemeente. U groet
18104 Rom 16:24 | 24 De genade van onzen Heere Jezus Christus
18105 Rom 16:25 | Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de
18106 Rom 16:25 | openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen
18107 1Kor 1:1 | Paulus, een geroepen apostel van Jezus Christus, door den
18108 1Kor 1:1 | Jezus Christus, door den wil van God, en Sosthenes, de broeder, ~
18109 1Kor 1:2 | met allen, die den Naam van onzen Heere Jezus Christus
18110 1Kor 1:3 | 3 Genade zij u en vrede van God onzen Vader, en den
18111 1Kor 1:6 | 6 Gelijk de getuigenis van Christus bevestigd is onder
18112 1Kor 1:7 | verwachtende de openbaring van onzen Heere Jezus Christus. ~
18113 1Kor 1:8 | onstraffelijk te zijn in den dag van onzen Heere Jezus Christus. ~
18114 1Kor 1:9 | zijt tot de gemeenschap van Zijn Zoon Jezus Christus,
18115 1Kor 1:10 | broeders, door den Naam van onzen Heere Jezus Christus,
18116 1Kor 1:11 | 11 Want mij is van u bekend gemaakt, mijn broeders,
18117 1Kor 1:11 | mijn broeders, door die van het huisgezin van Chloe
18118 1Kor 1:11 | door die van het huisgezin van Chloe zijn, dat er twisten
18119 1Kor 1:12 | zeg ik, dat een iegelijk van u zegt: Ik ben van Paulus,
18120 1Kor 1:12 | iegelijk van u zegt: Ik ben van Paulus, en ik van Apollos;
18121 1Kor 1:12 | Ik ben van Paulus, en ik van Apollos; en ik van Cefas;
18122 1Kor 1:12 | en ik van Apollos; en ik van Cefas; en ik van Christus. ~
18123 1Kor 1:12 | en ik van Cefas; en ik van Christus. ~
18124 1Kor 1:14 | dank God, dat ik niemand van ulieden gedoopt heb, dan
18125 1Kor 1:16 | ik heb ook het huisgezin van Stefanus gedoopt; voorts
18126 1Kor 1:17 | verkondigen; niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis
18127 1Kor 1:17 | woorden, opdat het kruis van Christus niet verijdeld
18128 1Kor 1:30 | ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid,
18129 1Kor 2:1 | gekomen met uitnemendheid van woorden, of van wijsheid,
18130 1Kor 2:1 | uitnemendheid van woorden, of van wijsheid, u verkondigende
18131 1Kor 2:1 | verkondigende de getuigenis van God. ~
18132 1Kor 2:7 | verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, eer de wereld was; ~
18133 1Kor 2:8 | 8 Welke niemand van de oversten dezer wereld
18134 1Kor 2:11 | 11 Want wie van de mensen weet, hetgeen
18135 1Kor 2:12 | weten de dingen, die ons van God geschonken zijn; ~
18136 1Kor 2:15 | dingen, maar hij zelf wordt van niemand onderscheiden. ~
18137 1Kor 2:16 | Maar wij hebben den zin van Christus. ~ ~
18138 1Kor 3:4 | als de een zegt: Ik ben van Paulus; en een ander: Ik
18139 1Kor 3:4 | Paulus; en een ander: Ik ben van Apollos; zijt gij niet vleselijk? ~
18140 1Kor 3:23 | 23 Doch gij zijt van Christus, en Christus is
18141 1Kor 4:1 | ieder mens, als dienaars van Christus, en uitdelers der
18142 1Kor 4:3 | voor het minste, dat ik van ulieden geoordeeld worde,
18143 1Kor 4:3 | ulieden geoordeeld worde, of van een menselijk oordeel; ja,
18144 1Kor 4:4 | 4 Want ik ben mijzelven van geen ding bewust; doch ik
18145 1Kor 4:5 | een iegelijk lof hebben van God. ~
18146 1Kor 5:2 | opdat hij uit het midden van u weggedaan worde, die deze
18147 1Kor 5:4 | 4 In den Naam van onzen Heere Jezus Christus,
18148 1Kor 5:4 | zullen zijn, met de kracht van onzen Heere Jezus Christus, ~
18149 1Kor 5:5 | behouden moge worden in den dag van den Heere Jezus. ~
18150 1Kor 6:1 | 1 Durft iemand van ulieden, die een zaak heeft
18151 1Kor 6:11 | gerechtvaardigd, in den Naam van den Heere Jezus, en door
18152 1Kor 6:12 | maar ik zal onder de macht van geen mij laten brengen. ~
18153 1Kor 6:15 | niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan
18154 1Kor 6:15 | zijn? Zal ik dan de leden van Christus nemen, en maken
18155 1Kor 6:19 | ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest, Die
18156 1Kor 6:19 | Geest, Die in u is, Dien gij van God hebt, en dat gij uws
18157 1Kor 7:7 | iegelijk heeft zijn eigen gave van God, de een wel aldus, maar
18158 1Kor 7:10 | maar de Heere, dat de vrouw van den man niet scheide. ~
18159 1Kor 7:22 | die is een dienstknecht van Christus. ~
18160 1Kor 7:25 | als die barmhartigheid van den Heere gekregen heb,
18161 1Kor 7:27 | ontbinding; zijt gij ongebonden van een vrouw, zoek geen vrouw. ~
18162 1Kor 8:3 | iemand God liefheeft, die is van Hem gekend. ~
18163 1Kor 9:6 | ik en Barnabas geen macht van niet te werken? ~
18164 1Kor 9:7 | een wijngaard, en eet niet van zijn vrucht? Of wie weidt
18165 1Kor 9:7 | weidt een kudde, en eet niet van de melk der kudde? ~
18166 1Kor 9:9 | 9 Want in de wet van Mozes is geschreven: Gij
18167 1Kor 9:12 | geven aan het Evangelie van Christus. ~
18168 1Kor 9:13 | heilige dingen bedienen, van het heilige eten? en die
18169 1Kor 9:14 | Evangelie verkondigen, dat zij van het Evangelie leven. ~
18170 1Kor 9:15 | 15 Maar ik heb geen van deze dingen gebruikt. En
18171 1Kor 9:18 | verkondigende, het Evangelie van Christus kosteloos stelle,
18172 1Kor 9:19 | 19 Want daar ik van allen vrij was, heb ik mijzelven
18173 1Kor 10:5 | Maar in het meerder deel van hen heeft God geen welgevallen
18174 1Kor 10:7 | gelijkerwijs als sommigen van hen, gelijk geschreven staat:
18175 1Kor 10:8 | hoereren, gelijk sommigen van hen gehoereerd hebben, en
18176 1Kor 10:9 | verzoeken, gelijk ook sommigen van hen verzocht hebben, en
18177 1Kor 10:9 | verzocht hebben, en werden van de slagen vernield. ~
18178 1Kor 10:10 | niet, gelijk ook sommigen van hen gemurmureerd hebben,
18179 1Kor 10:10 | hebben, en werden vernield van den verderver. ~
18180 1Kor 10:11 | beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden
18181 1Kor 10:14 | mijn geliefden, vliedt van den afgodendienst. ~
18182 1Kor 10:16 | een gemeenschap des bloeds van Christus? Het brood, dat
18183 1Kor 10:16 | gemeenschap des lichaams van Christus? ~
18184 1Kor 10:27 | 27 En indien u iemand van de ongelovigen noodt, en
18185 1Kor 10:29 | zeg: om het geweten, niet van uzelven, maar des anderen;
18186 1Kor 10:29 | mijn vrijheid geoordeeld van een ander geweten? ~
18187 1Kor 10:33 | voordeel, maar het voordeel van velen, opdat zij mochten
18188 1Kor 11:1 | navolgers, gelijkerwijs ook ik van Christus. ~
18189 1Kor 11:3 | vrouw, en God het Hoofd van Christus. ~
18190 1Kor 11:23 | 23 Want ik heb van den Heere ontvangen, hetgeen
18191 1Kor 11:28 | zichzelven, en ete alzo van het brood, en drinke van
18192 1Kor 11:28 | van het brood, en drinke van den drinkbeker. ~
18193 1Kor 11:32 | geoordeeld worden, zo worden wij van den Heere getuchtigd, opdat
18194 1Kor 12:1 | 1 En van de geestelijke gaven, broeders,
18195 1Kor 12:12 | leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, vele zijnde,
18196 1Kor 12:15 | hand niet ben, zo ben ik van het lichaam niet; is hij
18197 1Kor 12:15 | niet; is hij daarom niet van het lichaam? ~
18198 1Kor 12:16 | oog niet ben, zo ben ik van het lichaam niet; is het
18199 1Kor 12:16 | niet; is het daarom niet van het lichaam? ~
18200 1Kor 12:18 | leden gezet, een iegelijk van dezelve in het lichaam,
18201 1Kor 12:21 | tot de hand: Ik heb u niet van node; of wederom het hoofd
18202 1Kor 12:21 | de voeten: Ik heb u niet van node. ~
18203 1Kor 12:24 | sierlijke hebben het niet van node; maar God heeft het
18204 1Kor 12:27 | gijlieden zijt het lichaam van Christus, en leden in het
18205 1Kor 13:13 | deze drie; doch de meeste van deze is de liefde. ~ ~
18206 1Kor 14:10 | voorvalt, zo vele soorten van stemmen in de wereld, en
18207 1Kor 14:21 | geschreven: Ik zal door lieden van andere talen, en door andere
18208 1Kor 14:24 | ongeleerde inkwame, die wordt van allen overtuigd, en hij
18209 1Kor 14:24 | overtuigd, en hij wordt van allen geoordeeld. ~
18210 1Kor 14:26 | samenkomt, een iegelijk van u, heeft hij een psalm,
18211 1Kor 14:33 | 33 Want God is geen God van verwarring, maar van vrede,
18212 1Kor 14:33 | God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de Gemeenten
18213 1Kor 14:36 | 36 Is het Woord Gods van u uitgegaan? Of is het tot
18214 1Kor 15:5 | 5 En dat Hij is van Cefas gezien, daarna van
18215 1Kor 15:5 | van Cefas gezien, daarna van de twaalven. ~
18216 1Kor 15:6 | 6 Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broeders
18217 1Kor 15:6 | vijfhonderd broeders op eenmaal, van welken het meren deel nog
18218 1Kor 15:7 | 7 Daarna is Hij gezien van Jakobus, daarna van al de
18219 1Kor 15:7 | gezien van Jakobus, daarna van al de apostelen. ~
18220 1Kor 15:8 | 8 En ten laatste van allen is Hij ook van mij,
18221 1Kor 15:8 | laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig
18222 1Kor 15:8 | is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene, gezien. ~
18223 1Kor 15:9 | 9 Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig
18224 1Kor 15:15 | getuigen Gods; want wij hebben van God getuigd, dat Hij Christus
18225 1Kor 15:19 | zijn wij de ellendigste van alle mensen. ~
18226 1Kor 15:23 | eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn toekomst. ~
18227 1Kor 15:34 | sommigen hebben de kennis van God niet. Ik zeg het u tot
18228 1Kor 15:37 | graan, naar het voorvalt, van tarwe, of van enig der andere
18229 1Kor 15:37 | voorvalt, van tarwe, of van enig der andere granen. ~
18230 1Kor 15:41 | verschilt in heerlijkheid van de andere ster. ~
18231 1Kor 16:2 | week, legge een iegelijk van u iets bij zichzelven weg,
18232 1Kor 16:15 | broeders, gij kent het huis van Stefanas, dat het is de
18233 1Kor 16:15 | dat het is de eersteling van Achaje, en dat zij zichzelven
18234 1Kor 16:17 | verblijde mij over de aankomst van Stefanas, en Fortunatus,
18235 1Kor 16:19 | 19 U groeten de Gemeenten van Azie. U groeten zeer in
18236 1Kor 16:21 | groetenis met mijn hand van Paulus. ~
18237 1Kor 16:23 | 23 De genade van den Heere Jezus Christus
18238 2Kor 1:1 | 1 Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den
18239 2Kor 1:1 | Jezus Christus, door den wil van God, en Timotheus, de broeder,
18240 2Kor 1:2 | 2 Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den
18241 2Kor 1:3 | Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus,
18242 2Kor 1:4 | vertroosting, met welke wij zelven van God vertroost worden. ~
18243 2Kor 1:5 | 5 Want gelijk het lijden van Christus overvloedig is
18244 2Kor 1:6 | wordt in de lijdzaamheid van hetzelfde lijden, hetwelk
18245 2Kor 1:7 | 7 En onze hoop van u is vast, als die weten,
18246 2Kor 1:8 | dat gij onwetende zijt van onze verdrukking, die ons
18247 2Kor 1:8 | zeer in twijfel waren, ook van het leven. ~
18248 2Kor 1:12 | namelijk de getuigenis van ons geweten, dat wij in
18249 2Kor 1:14 | de onze zijt, in den dag van den Heere Jezus. ~
18250 2Kor 1:16 | Macedonie gaan, en wederom van Macedonie tot u komen, en
18251 2Kor 1:16 | Macedonie tot u komen, en van ulieden naar Judea geleid
18252 2Kor 1:19 | 19 Want de Zoon van God, Jezus Christus, Die
18253 2Kor 2:2 | vrolijk maken, dan degene, die van mij bedroefd is geworden? ~
18254 2Kor 2:3 | niet zou droefheid hebben van degenen, van welke ik moest
18255 2Kor 2:3 | droefheid hebben van degenen, van welke ik moest verblijd
18256 2Kor 2:3 | verblijd worden; vertrouwende van u allen, dat mijn blijdschap
18257 2Kor 2:6 | bestraffing genoeg, die van velen geschied is. ~
18258 2Kor 2:10 | uwentwil, voor het aangezicht van Christus, opdat de satan
18259 2Kor 2:12 | Troas kwam, om het Evangelie van Christus te prediken, en
18260 2Kor 2:13 | 13 Maar, afscheid van hen genomen hebbende, vertrok
18261 2Kor 2:15 | zijn Gode een goede reuk van Christus, in degenen, die
18262 2Kor 3:1 | gelijk sommigen, brieven van voorschrijving aan u, of
18263 2Kor 3:1 | voorschrijving aan u, of brieven van voorschrijving van u? ~
18264 2Kor 3:1 | brieven van voorschrijving van u? ~
18265 2Kor 3:2 | harten, bekend en gelezen van alle mensen; ~
18266 2Kor 3:3 | geworden, dat gij een brief van Christus zijt, en door onzen
18267 2Kor 3:5 | 5 Niet dat wij van onszelven bekwaam zijn iets
18268 2Kor 3:7 | kinderen Israels het aangezicht van Mozes niet konden sterk
18269 2Kor 3:10 | dezen dele, ten aanzien van deze uitnemende heerlijkheid. ~
18270 2Kor 3:13 | sterk zien op het einde van hetgeen te niet gedaan wordt. ~
18271 2Kor 3:14 | geworden; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel
18272 2Kor 3:18 | beeld in gedaante veranderd, van heerlijkheid tot heerlijkheid,
18273 2Kor 3:18 | heerlijkheid tot heerlijkheid, als van des Heeren Geest. ~ ~
18274 2Kor 4:4 | bestrale de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid
18275 2Kor 4:4 | Evangelie der heerlijkheid van Christus, Die het Beeld
18276 2Kor 4:6 | heerlijkheid Gods in het aangezicht van Jezus Christus. ~
18277 2Kor 4:7 | uitnemendheid der kracht zij van God, en niet uit ons; ~
18278 2Kor 4:10 | 10 Altijd de doding van den Heere Jezus in het lichaam
18279 2Kor 4:10 | omdragende, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam zou
18280 2Kor 4:11 | wil; opdat ook het leven van Jezus in ons sterfelijk
18281 2Kor 4:15 | genade, door de dankzegging van velen, overvloedig worde
18282 2Kor 4:16 | nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag. ~
18283 2Kor 5:1 | gebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet
18284 2Kor 5:4 | worden, opdat het sterfelijke van het leven verslonden worde. ~
18285 2Kor 5:6 | in het lichaam, uitwonen van den Heere; ~
18286 2Kor 5:10 | worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk
18287 2Kor 5:12 | maar wij geven u oorzaak van roem over ons, opdat gij
18288 2Kor 5:13 | hetzij dat wij gematigd van zinnen zijn, wij zijn het
18289 2Kor 5:14 | 14 Want de liefde van Christus dringt ons; ~
18290 2Kor 5:16 | 16 Zo dan, wij kennen van nu aan niemand naar het
18291 2Kor 5:20 | Zo zijn wij dan gezanten van Christus wege, alsof God
18292 2Kor 5:20 | door ons bade; wij bidden van Christus wege: laat u met
18293 2Kor 6:4 | 4 Maar wij, als dienaars van God, maken onszelven in
18294 2Kor 6:7 | der waarheid, in de kracht van God, door de wapenen der
18295 2Kor 6:17 | Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt
18296 2Kor 7:1 | laat ons onszelven reinigen van alle besmetting des vleses
18297 2Kor 7:4 | ik ben zeer overvloedig van blijdschap in al onze verdrukking. ~
18298 2Kor 7:5 | waren in alles verdrukt; van buiten was strijd, van binnen
18299 2Kor 7:5 | van buiten was strijd, van binnen vrees. ~
18300 2Kor 7:6 | ons getroost door de komst van Titus. ~
18301 2Kor 7:9 | gij in geen ding schade van ons geleden hebt. ~
18302 2Kor 7:13 | geworden over de blijdschap van Titus, omdat zijn geest
18303 2Kor 7:13 | Titus, omdat zijn geest van u allen verkwikt is geworden. ~
18304 2Kor 7:16 | mij dan, dat ik in alles van u vertrouwen mag hebben. ~ ~
18305 2Kor 8:1 | bekend, broeders, de genade van God, die in de Gemeenten
18306 2Kor 8:1 | God, die in de Gemeenten van Macedonie gegeven is. ~
18307 2Kor 8:5 | daarna aan ons, door den wil van God. ~
18308 2Kor 8:8 | als door de naarstigheid van anderen ook de oprechtheid
18309 2Kor 8:9 | Want gij weet de genade van onzen Heere Jezus Christus,
18310 2Kor 8:10 | doen, maar ook het willen van over een jaar te voren hebt
18311 2Kor 8:16 | naarstigheid voor u in het hart van Titus gegeven heeft; ~
18312 2Kor 8:19 | alleen, maar hij is ook van de Gemeenten verkoren, om
18313 2Kor 8:19 | reizen met deze gave, die van ons bediend wordt tot de
18314 2Kor 8:20 | in dezen overvloed, die van ons wordt bediend; ~
18315 2Kor 8:23 | der Gemeenten, en een eer van Christus. ~
18316 2Kor 8:24 | bewijzing uwer liefde, en van onzen roem van u, ook voor
18317 2Kor 8:24 | liefde, en van onzen roem van u, ook voor het aangezicht
18318 2Kor 9:1 | 1 Want van de bediening, die voor de
18319 2Kor 9:2 | volvaardigheid uws gemoeds, van welke ik roem over u bij
18320 2Kor 9:2 | Macedoniers, dat Achaje van over een jaar bereid is
18321 2Kor 9:2 | is geweest; en de ijver, van u begonnen, heeft er velen
18322 2Kor 9:12 | 12 Want de bediening van dezen dienst vervult niet
18323 2Kor 9:13 | belijdenis onder het Evangelie van Christus, en over de goeddadigheid
18324 2Kor 10:1 | zachtmoedigheid en goedertierenheid van Christus, die, tegenwoordig
18325 2Kor 10:4 | 4 Want de wapenen van onzen krijg zijn niet vleselijk,
18326 2Kor 10:5 | verheft tegen de kennis van God, en alle gedachte gevangen
18327 2Kor 10:5 | leiden tot de gehoorzaamheid van Christus; ~
18328 2Kor 10:7 | zichzelven betrouwt, dat hij van Christus is, die denke dit
18329 2Kor 10:7 | zichzelven, dat gelijkerwijs hij van Christus is, alzo ook wij
18330 2Kor 10:7 | Christus is, alzo ook wij van Christus zijn. ~
18331 2Kor 10:8 | overvloediger zou roemen van onze macht, welke de Heere
18332 2Kor 10:14 | u toe, in het Evangelie van Christus; ~
18333 2Kor 10:16 | plaatsen, die op gene zijde van u gelegen zijn; niet om
18334 2Kor 11:3 | worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, die in
18335 2Kor 11:8 | Gemeenten beroofd, bezoldiging van haar nemende, om u te bedienen;
18336 2Kor 11:9 | de broeders vervuld, die van Macedonie kwamen; en ik
18337 2Kor 11:10 | 10 De waarheid van Christus is in mij, dat
18338 2Kor 11:10 | deze roem in de gewesten van Achaje aan mij niet zal
18339 2Kor 11:13 | veranderende in apostelen van Christus. ~
18340 2Kor 11:15 | dienaars der gerechtigheid; van welke het einde zal zijn
18341 2Kor 11:20 | iemand opeet, zo iemand van u neemt, zo zich iemand
18342 2Kor 11:22 | Ik ook. Zijn zij het zaad van Abraham? Ik ook. ~
18343 2Kor 11:23 | 23 Zijn zij dienaars van Christus? (ik spreek onwijs
18344 2Kor 11:24 | 24 Van de Joden heb ik veertig
18345 2Kor 11:26 | reizen menigmaal in gevaren van rivieren, in gevaren van
18346 2Kor 11:26 | van rivieren, in gevaren van moordenaars, in gevaren
18347 2Kor 11:26 | moordenaars, in gevaren van mijn geslacht, in gevaren
18348 2Kor 11:26 | mijn geslacht, in gevaren van de heidenen, in gevaren
18349 2Kor 11:28 | 28 Zonder de dingen, die van buiten zijn, overvalt mij
18350 2Kor 11:28 | overvalt mij dagelijks de zorg van al de Gemeenten. ~
18351 2Kor 11:31 | 31 De God en Vader van onzen Heere Jezus Christus,
18352 2Kor 11:32 | 32 De stadhouder van den koning Aretas in Damaskus,
18353 2Kor 12:5 | 5 Van den zodanige zal ik roemen,
18354 2Kor 12:5 | zodanige zal ik roemen, doch van mijzelven zal ik niet roemen,
18355 2Kor 12:6 | daarvan af, opdat niemand van mij denke boven hetgeen
18356 2Kor 12:8 | driemaal gebeden, opdat hij van mij zou wijken. ~
18357 2Kor 12:9 | zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone. ~
18358 2Kor 12:11 | genoodzaakt, want ik behoorde van u geprezen te zijn; want
18359 2Kor 12:12 | 12 De merktekenen van een apostel zijn onder u
18360 2Kor 12:17 | die ik tot u gezonden heb, van u mijn voordeel gezocht? ~
18361 2Kor 12:18 | medegezonden; heeft ook Titus van u zijn voordeel gezocht?
18362 2Kor 12:19 | spreken in de tegenwoordigheid van God in Christus; en dit
18363 2Kor 12:20 | zodanigen als ik wil, en dat ik van u zal gevonden worden zodanig
18364 2Kor 12:21 | niet bekeerd zullen hebben van de onreinigheid, en hoererij,
18365 2Kor 13:1 | ik tot u kom; in den mond van twee of drie getuigen zal
18366 2Kor 13:3 | Dewijl gij zoekt een proeve van Christus, Die in mij spreekt,
18367 2Kor 13:7 | 7 En ik wens van God, dat gij geen kwaad
18368 2Kor 13:13 | 13 De genade van den Heere Jezus Christus,
18369 2Kor 13:13 | Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des
18370 Gal 1:1 | apostel,, geroepen niet van mensen, noch door een mens,
18371 Gal 1:2 | mij zijn, aan de Gemeenten van Galatie: ~
18372 Gal 1:3 | 3 Genade zij u en vrede van God den Vader, en onzen
18373 Gal 1:4 | boze wereld, naar den wil van onzen God en Vader; ~
18374 Gal 1:6 | dat gij zo haast wijkende van dengene, die u in de genade
18375 Gal 1:6 | dengene, die u in de genade van Christus geroepen heeft,
18376 Gal 1:7 | ontroeren, en het Evangelie van Christus willen verkeren. ~
18377 Gal 1:10 | ware ik geen dienstknecht van Christus. ~
18378 Gal 1:11 | dat het Evangelie, hetwelk van mij verkondigd is, niet
18379 Gal 1:12 | ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen, noch
18380 Gal 1:12 | maar door de openbaring van Jezus Christus. ~
18381 Gal 1:14 | Jodendom toenam boven velen van mijn ouderdom in mijn geslacht,
18382 Gal 1:15 | Gode behaagd heeft, Die mij van mijner moeders lijf aan
18383 Gal 1:19 | 19 En zag geen ander van de apostelen, dan Jakobus,
18384 Gal 1:21 | ik gekomen in de gewesten van Syrie en van Cilicie. ~
18385 Gal 1:21 | de gewesten van Syrie en van Cilicie. ~
18386 Gal 1:22 | 22 En ik was van aangezicht onbekend aan
18387 Gal 2:4 | valse broederen wil, die van bezijden ingekomen waren,
18388 Gal 2:5 | onderwerping, opdat de waarheid van het Evangelie bij u zou
18389 Gal 2:6 | 6 En van degenen, die geacht waren,
18390 Gal 2:12 | 12 Want eer sommigen van Jakobus gekomen waren, at
18391 Gal 2:14 | wandelden naar de waarheid van het Evangelie, zeide ik
18392 Gal 2:15 | 15 Wij zijn van nature Joden, en niet zondaars
18393 Gal 2:16 | wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben
18394 Gal 2:16 | gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de
18395 Gal 2:20 | door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft,
18396 Gal 3:2 | 2 Dit alleen wil ik van u leren: hebt gij den Geest
18397 Gal 3:13 | Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek
18398 Gal 3:14 | 14 Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen
18399 Gal 3:16 | niet: En den zaden, als van velen; maar als van een:
18400 Gal 3:16 | als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk
18401 Gal 3:17 | Het verbond, dat te voren van God bevestigd is op Christus,
18402 Gal 3:20 | Middelaar is niet Middelaar van een, maar God is een.
18403 Gal 3:22 | de belofte uit het geloof van Jezus Christus aan de gelovigen
18404 Gal 3:29 | 29 En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij
18405 Gal 4:1 | zo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel
18406 Gal 4:1 | hoewel hij een heer is van alles; ~
18407 Gal 4:2 | verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld. ~
18408 Gal 4:7 | zijt gij ook een erfgenaam van God door Christus. ~
18409 Gal 4:8 | diendet gij degenen, die van nature geen goden zijn; ~
18410 Gal 4:9 | gij God kent, ja, veelmeer van God gekend zijt, hoe keert
18411 Gal 4:9 | beginselen, welke gij wederom van voren aan wilt dienen? ~
18412 Gal 4:24 | twee verbonden; het ene van den berg Sinai, tot dienstbaarheid
18413 Gal 5:4 | gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de genade vervallen. ~
18414 Gal 5:10 | 10 Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij
18415 Gal 5:15 | vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt. ~
18416 Gal 5:21 | brasserijen, en dergelijke; van dewelke ik u te voren zeg,
18417 Gal 5:24 | 24 Maar die van Christus zijn, hebben het
18418 Gal 5:26 | Laat ons niet zijn zoekers van ijdele eer, elkander tergende,
18419 Gal 6:2 | en vervult alzo de wet van Christus. ~
18420 Gal 6:6 | in het Woord, dele mede van alle goederen dengene, die
18421 Gal 6:12 | opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd
18422 Gal 6:14 | 14 Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen,
18423 Gal 6:14 | anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus;
18424 Gal 6:17 | want ik draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn
18425 Gal 6:18 | 18 De genade van onzen Heere Jezus Christus
18426 Efez 1:1 | 1 Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den
18427 Efez 1:1 | Jezus Christus, door den wil van God, aan de heiligen, die
18428 Efez 1:2 | 2 Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den
18429 Efez 1:3 | Gezegend zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus,
18430 Efez 1:5 | Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil.
18431 Efez 1:9 | hebbende de verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen,
18432 Efez 1:10 | 10 Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom
18433 Efez 1:11 | dingen werkt naar den raad van Zijn wil; ~
18434 Efez 1:14 | 14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene
18435 Efez 1:17 | 17 Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus,
18436 Efez 1:18 | weten, welke zij de hoop van Zijn roeping, en welke de
18437 Efez 1:18 | rijkdom zij der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen; ~
18438 Efez 2:2 | wereld, naar den overste van de macht der lucht, van
18439 Efez 2:2 | van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt
18440 Efez 2:3 | gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns,
18441 Efez 2:11 | die voorhuid genaamd werdt van degenen, die genaamd zijn
18442 Efez 2:12 | zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israels,
18443 Efez 2:12 | Israels, en vreemdelingen van de verbonden der belofte,
18444 Efez 2:13 | geworden door het bloed van Christus. ~
18445 Efez 3:1 | ben ik Paulus de gevangene van Christus Jezus, voor u,
18446 Efez 3:2 | Indien gij maar gehoord hebt van de bedeling der genade Gods,
18447 Efez 3:4 | wetenschap, in deze verborgenheid van Christus), ~
18448 Efez 3:6 | zijn medeerfgenamen, en van hetzelfde lichaam, en mededeelgenoten
18449 Efez 3:8 | 8 Mij, den allerminste van al de heiligen, is deze
18450 Efez 3:8 | onnaspeurlijken rijkdom van Christus, ~
18451 Efez 3:9 | der verborgenheid zij, die van alle eeuwen verborgen is
18452 Efez 3:14 | mijn knieen tot den Vader van onzen Heere Jezus Christus, ~
18453 Efez 3:19 | 19 En bekennen de liefde van Christus, die de kennis
18454 Efez 4:6 | 6 Een God en Vader van allen, Die daar is boven
18455 Efez 4:7 | 7 Maar aan elkeen van ons is de genade gegeven,
18456 Efez 4:7 | gegeven, naar de maat der gave van Christus. ~
18457 Efez 4:12 | tot opbouwing des lichaams van Christus; ~
18458 Efez 4:13 | des geloofs en der kennis van den Zoon Gods, tot een volkomen
18459 Efez 4:13 | volkomen man, tot de mate van de grootte der volheid van
18460 Efez 4:13 | van de grootte der volheid van Christus; ~
18461 Efez 4:16 | toebrenging, naar de werking van een iegelijk deel in zijn
18462 Efez 4:18 | verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de
18463 Efez 4:31 | geroep, en lastering zij van u geweerd, met alle boosheid; ~
18464 Efez 5:5 | heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. ~
18465 Efez 5:5 | Koninkrijk van Christus en van God. ~
18466 Efez 5:12 | 12 Want hetgeen heimelijk van hen geschiedt, is schandelijk
18467 Efez 5:13 | 13 Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde,
18468 Efez 5:20 | en den Vader, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus; ~
18469 Efez 5:30 | zijn leden Zijns lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen. ~
18470 Efez 5:30 | lichaams, van Zijn vlees en van Zijn benen. ~
18471 Efez 6:6 | maar als dienstknechten van Christus, doende den wil
18472 Efez 6:6 | Christus, doende den wil van God van harte; ~
18473 Efez 6:6 | doende den wil van God van harte; ~
18474 Efez 6:8 | zal hebben, hij datzelve van den Heere zal ontvangen,
18475 Efez 6:15 | hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes; ~
18476 Efez 6:19 | vrijmoedigheid, om de verborgenheid van het Evangelie bekend te
18477 Efez 6:23 | broederen, en liefde met geloof, van God den Vader, en den Heere
18478 Fili 1:1 | Timotheus, dienstknechten van Jezus Christus, al den heiligen
18479 Fili 1:2 | 2 Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den
18480 Fili 1:5 | gemeenschap aan het Evangelie, van den eersten dag af tot nu
18481 Fili 1:6 | voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus; ~
18482 Fili 1:7 | bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat
18483 Fili 1:7 | verantwoording en bevestiging van het Evangelie, gij allen,
18484 Fili 1:8 | met innerlijke bewegingen van Jezus Christus. ~
18485 Fili 1:10 | aanstoot te geven, tot den dag van Christus; ~
18486 Fili 1:11 | tot heerlijkheid en prijs van God. ~
18487 Fili 1:12 | geschied, meer tot bevordering van het Evangelie gekomen is; ~
18488 Fili 1:17 | dat ik tot verantwoording van het Evangelie gezet ben. ~
18489 Fili 1:19 | toebrenging des Geestes van Jezus Christus. ~
18490 Fili 1:23 | 23 Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende
18491 Fili 1:27 | waardiglijk het Evangelie van Christus, opdat, hetzij
18492 Fili 1:27 | hetzij ik afwezig ben, ik van uw zaken moge horen, dat
18493 Fili 1:28 | geen ding verschrikt wordt van degenen, die tegenstaan;
18494 Fili 1:28 | u der zaligheid, en dat van God. ~
18495 Fili 1:29 | genade gegeven in de zaak van Christus, niet alleen in
18496 Fili 2:2 | dezelfde liefde hebbende, van een gemoed en van een gevoelen
18497 Fili 2:2 | hebbende, van een gemoed en van een gevoelen zijnde. ~
18498 Fili 2:10 | 10 Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle
18499 Fili 2:15 | onstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht,
18500 Fili 2:16 | tot een roem tegen den dag van Christus, dat ik niet tevergeefs
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18500 | 18501-19000 | 19001-19256 |