Book Chapter: Verse

18501 Fili   2:21 |                 het hunne, niet hetgeen van Christus Jezus is. ~
18502 Fili   2:23 |                23 Ik hoop dan wel dezen van stonde aan te zenden, zo
18503 Fili   2:30 |                     30 Want om het werk van Christus was hij tot nabij
18504 Fili   3:5  |         achtsten dage, uit het geslacht van Israel, van den stam van
18505 Fili   3:5  |                het geslacht van Israel, van den stam van Benjamin, een
18506 Fili   3:5  |                van Israel, van den stam van Benjamin, een Hebreer uit
18507 Fili   3:8  |                uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere;
18508 Fili   3:9  |                maar die door het geloof van Christus is, namelijk de
18509 Fili   3:12 |               grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen
18510 Fili   3:14 |             prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus. ~
18511 Fili   3:18 |             Want velen wandelen anders; van dewelken ik u dikmaals gezegd
18512 Fili   3:18 |                zij vijanden des kruises van Christus zijn; ~
18513 Fili   4:15 |                 des Evangelies, toen ik van Macedonie vertrokken ben,
18514 Fili   4:15 |          medegedeeld heeft tot rekening van uitgaaf en ontvangst, dan
18515 Fili   4:18 |                vervuld geworden, als ik van Epafroditus ontvangen heb,
18516 Fili   4:18 |          Epafroditus ontvangen heb, dat van u gezonden was, als een
18517 Fili   4:22 |                 groeten u, en meest die van het huis des keizers zijn. ~
18518 Fili   4:23 |                            23 De genade van onzen Heere Jezus Christus
18519 Kol   1:1   |                   1 Paulus, een apostel van Jezus Christus, door de
18520 Kol   1:1   |             Jezus Christus, door de wil van God, en Timotheus, de broeder, ~
18521 Kol   1:2   |             zijn: genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den
18522 Kol   1:3   |                 danken den God en Vader van onzen Heere Jezus Christus,
18523 Kol   1:4   |                              4 Alzo wij van uw geloof in Christus Jezus
18524 Kol   1:4   |                Jezus gehoord hebben, en van de liefde, die gij hebt
18525 Kol   1:5   |             weggelegd is in de hemelen, van welke gij te voren gehoord
18526 Kol   1:6   |              voort, gelijk ook onder u, van dien dag af dat gij gehoord
18527 Kol   1:7   |             Gelijk gij ook geleerd hebt van Epafras, onzen geliefden
18528 Kol   1:7   |             dewelke een getrouw dienaar van Christus is voor u; ~
18529 Kol   1:9   |                       9 Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het
18530 Kol   1:9   |            vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid
18531 Kol   1:10  |                en wassende in de kennis van God; ~
18532 Kol   1:13  |                 heeft in het Koninkrijk van den Zoon Zijner liefde; ~
18533 Kol   1:23  |             vast, en niet bewogen wordt van de hope des Evangelies,
18534 Kol   1:23  |                 die onder den hemel is; van hetwelk ik Paulus een dienaar
18535 Kol   1:24  |                 vlees de overblijfselen van de verdrukkingen van Christus,
18536 Kol   1:24  |     overblijfselen van de verdrukkingen van Christus, voor Zijn lichaam,
18537 Kol   1:25  |          geworden ben, naar de bedeling van God, die mij gegeven is
18538 Kol   1:26  |                die verborgen is geweest van alle eeuwen en van alle
18539 Kol   1:26  |              geweest van alle eeuwen en van alle geslachten, maar nu
18540 Kol   2:2   |                kennis der verborgenheid van God en den Vader, en van
18541 Kol   2:2   |                van God en den Vader, en van Christus; ~
18542 Kol   2:5   |                 hoewel ik met het vlees van u ben, nochtans ben ik met
18543 Kol   2:5   |              ordening, en de vastigheid van uw geloof in Christus. ~
18544 Kol   2:10  |              volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht; ~
18545 Kol   2:11  |            geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des
18546 Kol   2:11  |             vleses, door de besnijdenis van Christus; ~
18547 Kol   2:17  |             dingen, maar het lichaam is van Christus. ~
18548 Kol   2:23  |              wel hebben een schijn rede van wijsheid in eigenwilligen
18549 Kol   2:23  |            waarde, maar tot verzadiging van het vlees. ~  ~  ~ 
18550 Kol   3:16  |                            16 Het woord van Christus wone rijkelijk
18551 Kol   3:17  |               doet het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende
18552 Kol   3:23  |               al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet
18553 Kol   3:24  |                     24 Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen
18554 Kol   4:3   |                spreken de verborgenheid van Christus, om welke ik ook
18555 Kol   4:10  |       medegevangene; en Markus, de neef van Barnabas, aangaande welken
18556 Kol   4:12  |               uwen is, een dienstknecht van Christus, te allen tijde
18557 Kol   4:12  |               en volkomen in al den wil van God. ~
18558 Kol   4:16  |               En wanneer deze zendbrief van u zal gelezen zijn, maakt,
18559 Kol   4:18  |                groetenis met mijn hand, van Paulus. Gedenkt mijn banden.
18560 1The   1:1  |         Christus: genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den
18561 1The   1:4  |                 broeders, uw verkiezing van God; ~
18562 1The   1:8  |                                  8 Want van u is het Woord des Heeren
18563 1The   1:8  |               uitgegaan, zodat wij niet van node hebben, iets daarvan
18564 1The   1:9  |              Want zijzelven verkondigen van ons, hoedanigen ingang wij
18565 1The   1:9  |                gij tot God bekeerd zijt van de afgoden, om den levenden
18566 1The   1:10 |         namelijk Jezus, Die ons verlost van den toekomenden toorn. ~  ~
18567 1The   2:2  |             onzen God, om het Evangelie van God tot u te spreken in
18568 1The   2:4  |                      4 Maar, gelijk wij van God beproefd zijn geweest,
18569 1The   2:5  |                  noch met enig bedeksel van gierigheid; God is Getuige! ~
18570 1The   2:6  |           zoekende eer uit mensen, noch van u, noch van anderen; hoewel
18571 1The   2:6  |                mensen, noch van u, noch van anderen; hoewel wij u tot
18572 1The   2:7  |       vriendelijk geweest in het midden van u, gelijk als een voedster
18573 1The   2:8  |               niet alleen het Evangelie van God, maar ook onze eigen
18574 1The   2:9  |                hebben wij het Evangelie van God onder u gepredikt. ~
18575 1The   2:11 |              weet, hoe wij een iegelijk van u, als een vader zijn kinderen,
18576 1The   2:13 |                 het Woord der prediking van God van ons ontvangen hebt,
18577 1The   2:13 |             Woord der prediking van God van ons ontvangen hebt, gij
18578 1The   2:14 |              gij hetzelfde geleden hebt van uw eigen medeburgers, gelijk
18579 1The   2:14 |             medeburgers, gelijk als zij van de Joden; ~
18580 1The   2:17 |                  17 Maar wij, broeders, van u beroofd geweest zijnde
18581 1The   3:2  |           medearbeider in het Evangelie van Christus, om u te versterken,
18582 1The   3:2  |            versterken, en u te vermanen van uw geloof; ~
18583 1The   3:6  |                 6 Maar als Timotheus nu van ulieden tot ons gekomen
18584 1The   3:6  |            goede boodschap gebracht had van uw geloof en liefde, en
18585 1The   3:6  |                altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig zijnde
18586 1The   3:13 |                en Vader, in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus
18587 1The   4:1  |                 Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe
18588 1The   4:3  |                    3 Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat
18589 1The   4:3  |        heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij; ~
18590 1The   4:4  |                      4 Dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten
18591 1The   4:9  |                                       9 Van de broederlijke liefde nu
18592 1The   4:9  |                 liefde nu hebt gij niet van node, dat ik u schrijve;
18593 1The   4:9  |           schrijve; want gijzelven zijt van God geleerd om elkander
18594 1The   4:12 |               buiten zijn, en geen ding van node hebt. ~
18595 1The   4:13 |                  dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn,
18596 1The   4:16 |               de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus
18597 1The   5:1  |                                  1 Maar van de tijden en de gelegenheden,
18598 1The   5:1  |                 broeders! hebt gij niet van node, dat men u schrijve. ~
18599 1The   5:18 |               alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over
18600 1The   5:22 |                           22 Onthoudt u van allen schijn des kwaads. ~
18601 1The   5:23 |    onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus. ~
18602 1The   5:28 |                            28 De genade van onzen Heere Jezus Christus
18603 2The   1:2  |                 Genade zij u, en vrede, van God, onzen Vader, en den
18604 2The   1:3  |               de liefde eens iegelijken van u allen jegens elkander
18605 2The   1:4  |                   4 Alzo dat wij zelven van u roemen in de Gemeenten
18606 2The   1:5  |                            5 Een bewijs van Gods rechtvaardig oordeel,
18607 2The   1:7  |               met ons, in de openbaring van den Heere Jezus van den
18608 2The   1:7  |          openbaring van den Heere Jezus van den hemel met de engelen
18609 2The   1:8  |              degenen, die het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus
18610 2The   1:9  |              lijden het eeuwig verderf, van het aangezicht des Heeren,
18611 2The   1:9  |               aangezicht des Heeren, en van de heerlijkheid Zijner sterkte, ~
18612 2The   1:12 |                        12 Opdat de Naam van onzen Heere Jezus Christus
18613 2The   1:12 |              gij in Hem, naar de genade van onzen God en den Heere Jezus
18614 2The   2:1  |              broeders, door de toekomst van onzen Heere Jezus Christus,
18615 2The   2:2  |                haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt,
18616 2The   2:2  |                noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de
18617 2The   2:2  |                geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande ware. ~
18618 2The   2:13 |            danken over u, broeders, die van den Heere bemind zijt, dat
18619 2The   2:13 |            Heere bemind zijt, dat u God van den beginne verkoren heeft
18620 2The   2:14 |            verkrijging der heerlijkheid van onzen Heere Jezus Christus. ~
18621 2The   3:2  |                wij mogen verlost worden van de ongeschikte en boze mensen;
18622 2The   3:3  |               zal versterken en bewaren van den boze. ~
18623 2The   3:4  |                     4 En wij vertrouwen van u in den Heere, dat gij,
18624 2The   3:5  |                 uw harten tot de liefde van God, en tot de lijdzaamheid
18625 2The   3:5  |                  en tot de lijdzaamheid van Christus. ~
18626 2The   3:6  |                u, broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus,
18627 2The   3:6  |            Christus, dat gij u onttrekt van een iegelijk broeder, die
18628 2The   3:6  |              naar de inzetting, die hij van ons ontvangen heeft. ~
18629 2The   3:8  |         werkende, opdat wij niet iemand van u zouden lastig zijn; ~
18630 2The   3:17 |                groetenis met mijn hand, van Paulus; hetwelk is een teken
18631 2The   3:18 |                            18 De genade van onzen Heere Jezus Christus
18632 1Tim   1:1  |                   1 Paulus, een apostel van Jezus Christus, naar het
18633 1Tim   1:1  |                Christus, naar het bevel van God, onzen Zaligmaker, en
18634 1Tim   1:2  |             barmhartigheid, vrede zij u van God, onzen Vader, en Christus
18635 1Tim   1:6  |                                       6 Van dewelke sommigen afgeweken
18636 1Tim   1:15 |                zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste
18637 1Tim   1:18 |                 naar de profetieen, die van u voorgegaan zijn, in dezelve
18638 1Tim   1:19 |            sommigen verstoten hebbende, van het geloof schipbreuk geleden
18639 1Tim   3:7  |                 goede getuigenis hebben van degenen, die buiten zijn,
18640 1Tim   3:16 |                 in den Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt
18641 1Tim   4:1  |                sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende
18642 1Tim   4:3  |               te huwelijken, gebiedende van spijzen te onthouden, die
18643 1Tim   4:5  |                geheiligd door het Woord van God, en door het gebed. ~
18644 1Tim   4:6  |               zult gij een goed dienaar van Jezus Christus zijn, opgevoed
18645 1Tim   5:9  |           gekozen worde niet minder dan van zestig jaren, welke eens
18646 1Tim   5:10 |                  10 Getuigenis hebbende van goede werken: zo zij kinderen
18647 1Tim   5:14 |              huis regeren, geen oorzaak van lastering aan de wederpartij
18648 1Tim   5:20 |            zondigen in tegenwoordigheid van allen, opdat ook de anderen
18649 1Tim   5:24 |                                      24 Van sommige mensen zijn de zonden
18650 1Tim   6:1  |           waardig achten, opdat de Naam van God, en de leer niet gelasterd
18651 1Tim   6:3  |      overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus,
18652 1Tim   6:5  |                 5 Verkeerde krakelingen van mensen, die een verdorven
18653 1Tim   6:5  |           verdorven verstand hebben, en van de waarheid beroofd zijn,
18654 1Tim   6:5  |     godzaligheid een gewin zij. Wijk af van dezulken. ~
18655 1Tim   6:10 |            geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen
18656 1Tim   6:10 |                hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven
18657 1Tim   6:14 |                  tot op de verschijning van onzen Heere Jezus Christus; ~
18658 1Tim   6:20 |        toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel-roepen,
18659 1Tim   6:20 |            ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der valselijk
18660 1Tim   6:21 |              sommigen voorgevende, zijn van het geloof afgeweken. De
18661 2Tim   1:1  |                   1 Paulus, een apostel van Jezus Christus, door den
18662 2Tim   1:1  |            Jezus Christus, door den wil van God, naar de belofte des
18663 2Tim   1:2  |             barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en Christus
18664 2Tim   1:3  |                 dank God, Wien ik diene van mijn voorouderen aan in
18665 2Tim   1:10 |                 is door de verschijning van onzen Zaligmaker Jezus Christus,
18666 2Tim   1:13 |                gezonde woorden, die gij van mij gehoord hebt, in geloof
18667 2Tim   1:15 |                  die in Azie zijn, zich van mij afgewend hebben; onder
18668 2Tim   1:16 |                 De Heere geve den huize van Onesiforus barmhartigheid;
18669 2Tim   2:2  |                        2 En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele
18670 2Tim   2:3  |               als een goed krijgsknecht van Jezus Christus. ~
18671 2Tim   2:18 |                                  18 Die van de waarheid zijn afgeweken,
18672 2Tim   2:19 |              Een iegelijk, die den Naam van Christus noemt, sta af van
18673 2Tim   2:19 |              van Christus noemt, sta af van ongerechtigheid. ~
18674 2Tim   2:21 |            Indien dan iemand zichzelven van deze reinigt, die zal een
18675 2Tim   3:2  |                 zullen zijn liefhebbers van zichzelven, geldgierig,
18676 2Tim   3:5  |                 5 Hebbende een gedaante van godzaligheid, maar die de
18677 2Tim   3:5  |              hebben. Heb ook een afkeer van dezen. ~
18678 2Tim   3:6  |                                  6 Want van dezen zijn het, die in de
18679 2Tim   3:8  |                mensen, verdorven zijnde van verstand, verwerpelijk aangaande
18680 2Tim   3:9  |         openbaar worden, gelijk ook die van genen geworden is. ~
18681 2Tim   3:10 |            achtervolgd mijn leer, wijze van doen, voornemen, geloof,
18682 2Tim   3:14 |         verzekering gedaan is, wetende, van wien gij het geleerd hebt; ~
18683 2Tim   3:15 |                           15 En dat gij van kinds af de heilige Schriften
18684 2Tim   3:16 |                     16 Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig
18685 2Tim   4:3  |                maar kittelachtig zijnde van gehoor, zullen zij zichzelven
18686 2Tim   4:4  |                  4 En zullen hun gehoor van de waarheid afwenden, en
18687 2Tim   4:5  |             verdrukkingen; doe het werk van een evangelist, maak, dat
18688 2Tim   4:5  |               evangelist, maak, dat men van uw dienst ten volle verzekerd
18689 2Tim   4:15 |                                      15 Van welken wacht gij u ook,
18690 2Tim   4:17 |                volle zou verzekerd zijn van de prediking, en alle heidenen
18691 2Tim   4:18 |                 Heere zal mij verlossen van alle boos werk, en bewaren
18692 2Tim   4:19 |           Priska en Aquila, en het huis van Onesiforus. ~
18693 2Tim   5:1  |       dienstknecht Gods, en een apostel van Jezus Christus, naar het
18694 2Tim   5:3  |          toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan
18695 2Tim   5:4  |             barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en den Heere
18696 2Tim   5:5  |               recht brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen
18697 2Tim   5:6  |               niet te beschuldigen zijn van overdadigheid, of ongehoorzaam
18698 2Tim   5:10 |         ijdelheidsprekers en verleiders van zinnen, inzonderheid die
18699 2Tim   5:14 |             geboden der mensen, die hen van de waarheid afkeren. ~
18700 Tit   1:1   |       dienstknecht Gods, en een apostel van Jezus Christus, naar het
18701 Tit   1:3   |          toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan
18702 Tit   1:4   |             barmhartigheid, vrede zij u van God den Vader, en den Heere
18703 Tit   1:5   |               recht brengen, en dat gij van stad tot stad zoudt ouderlingen
18704 Tit   1:6   |               niet te beschuldigen zijn van overdadigheid, of ongehoorzaam
18705 Tit   1:10  |         ijdelheidsprekers en verleiders van zinnen, inzonderheid die
18706 Tit   1:14  |             geboden der mensen, die hen van de waarheid afkeren. ~
18707 Tit   2:3   |         begevende, maar leraressen zijn van het goede; ~
18708 Tit   2:7   |          uzelven in alles een voorbeeld van goede werken, betoon in
18709 Tit   2:8   |            worde, en niets kwaads hebbe van ulieden te zeggen. ~
18710 Tit   2:10  |           bewijzende; opdat zij de leer van God, onzen Zaligmaker, in
18711 Tit   2:13  |           verschijning der heerlijkheid van den groten God en onzen
18712 Tit   2:14  |             opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid, en
18713 Tit   3:4   |             wanneer de goedertierenheid van God, onzen Zaligmaker, en
18714 File   1:1  |                 1 Paulus, een gevangene van Christus Jezus, en Timotheus,
18715 File   1:3  |             Genade zij ulieden en vrede van God, onzen Vader, en den
18716 File   1:6  |                worde in de bekendmaking van alle goed, hetwelk in ulieden
18717 File   1:9  |                 en nu ook een gevangene van Jezus Christus. ~
18718 File   1:15 |            daarom voor een kleinen tijd van u gescheiden geweest, opdat
18719 File   1:25 |                            25 De genade van onzen Heere Jezus Christus
18720 Heb   1:2   |                 heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook
18721 Heb   1:5   |                         5 Want tot wien van de engelen heeft Hij ooit
18722 Heb   2:1   |                 meer houden aan hetgeen van ons gehoord is, opdat wij
18723 Heb   2:3   |               ons bevestigd is geworden van degenen, die Hem gehoord
18724 Heb   2:5   |       onderworpen de toekomende wereld, van welke wij spreken. ~
18725 Heb   3:4   |               Want een ieder huis wordt van iemand gebouwd; maar Die
18726 Heb   3:12  |                te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig
18727 Heb   3:12  |         ongelovig hart, om af te wijken van den levenden God; ~
18728 Heb   3:14  |                 wij anders het beginsel van dezen vasten grond tot het
18729 Heb   4:1   |                 eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan
18730 Heb   4:1   |                nagelaten zijnde, iemand van u schijne achtergebleven
18731 Heb   4:3   |                rust! hoewel Zijn werken van de grondlegging der wereld
18732 Heb   4:4   |                 4 Want Hij heeft ergens van den zevenden dag aldus gesproken:
18733 Heb   4:4   |               heeft op den zevenden dag van al Zijn werken gerust. ~
18734 Heb   4:8   |               Hij daarna niet gesproken van een anderen dag. ~
18735 Heb   4:10  |               zijn rust, heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk
18736 Heb   4:10  |               werken gerust, gelijk God van de Zijne. ~
18737 Heb   4:14  |                namelijk Jezus, den Zoon van God, zo laat ons deze belijdenis
18738 Heb   5:4   |        zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs
18739 Heb   5:6   |            eeuwigheid, naar de ordening van Melchizedek. ~
18740 Heb   5:10  |                                10 En is van God genaamd een Hogepriester,
18741 Heb   5:10  |          Hogepriester, naar de ordening van Melchizedek. ~
18742 Heb   5:11  |                                      11 Van Denwelken wij hebben vele
18743 Heb   5:12  |          vanwege den tijd, hebt wederom van node, dat men u lere, welke
18744 Heb   5:12  |             zijt geworden, als die melk van node hebben, en niet vaste
18745 Heb   6:1   |         nalatende het beginsel der leer van Christus, laat ons tot de
18746 Heb   6:1   |          wederom leggende het fondament van de bekering van dode werken,
18747 Heb   6:1   |               fondament van de bekering van dode werken, en van het
18748 Heb   6:1   |            bekering van dode werken, en van het geloof in God, ~
18749 Heb   6:2   |                                       2 Van de leer der dopen, en van
18750 Heb   6:2   |               Van de leer der dopen, en van de oplegging der handen,
18751 Heb   6:2   |                oplegging der handen, en van de opstanding der doden,
18752 Heb   6:2   |                opstanding der doden, en van het eeuwig oordeel. ~
18753 Heb   6:6   |               welke zichzelven den Zoon van God wederom kruisigen en
18754 Heb   6:7   |               wordt, die ontvangt zegen van God; ~
18755 Heb   6:9   |           geliefden! wij verzekeren ons van u betere dingen, en met
18756 Heb   6:11  |               begeren, dat een iegelijk van u dezelfde naarstigheid
18757 Heb   6:16  |      bevestiging is denzelven een einde van alle tegenspreken; ~
18758 Heb   6:17  |          bewijzen de onveranderlijkheid van Zijn raad, met een eed daartussen
18759 Heb   6:19  |                 ingaat in het binnenste van het voorhangsel; ~
18760 Heb   6:20  |                 Jezus, naar de ordening van Melchizedek, een Hogepriester
18761 Heb   7:1   |             deze Melchizedek was koning van Salem, een priester des
18762 Heb   7:1   |               ging, als hij wederkeerde van het slaan der koningen,
18763 Heb   7:2   |                2 Aan welken ook Abraham van alles de tienden deelde;
18764 Heb   7:2   |               daarna ook was een koning van Salem, hetwelk is een koning
18765 Heb   7:3   |                 hebbende; maar den Zoon van God gelijk geworden zijnde,
18766 Heb   7:5   |                5 En die uit de kinderen van Levi het priesterdom ontvangen,
18767 Heb   7:5   |               bevel om tienden te nemen van het volk, naar de wet, dat
18768 Heb   7:5   |              volk, naar de wet, dat is, van hun broederen, hoewel die
18769 Heb   7:5   |                hoewel die uit de lenden van Abraham voortgekomen zijn. ~
18770 Heb   7:6   |               hen niet heeft, die heeft van Abraham tienden genomen,
18771 Heb   7:7   |               minder is, wordt gezegend van hetgeen meerder is. ~
18772 Heb   7:8   |               maar aldaar neemt ze die, van welken getuigd wordt, dat
18773 Heb   7:11  |               priester naar de ordening van Melchizedek zou opstaan,
18774 Heb   7:11  |                te zijn naar de ordening van Aaron? ~
18775 Heb   7:13  |           behoort tot een anderen stam, van welken niemand zich tot
18776 Heb   7:14  |             Mozes niets gesproken heeft van het priesterschap. ~
18777 Heb   7:15  |                zo er naar de gelijkenis van Melchizedek een ander priester
18778 Heb   7:17  |             eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek. ~
18779 Heb   7:18  |                 18 Want de vernietiging van het voorgaande gebod geschiedt
18780 Heb   7:19  |            volmaakt, maar de aanleiding van een betere hoop, door welke
18781 Heb   7:21  |             eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek). ~
18782 Heb   7:22  |                                      22 Van een zoveel beter verbond
18783 Heb   7:26  |                  onbesmet, afgescheiden van de zondaren, en hoger dan
18784 Heb   8:1   |          gezeten is aan de rechter hand van den troon der Majesteit
18785 Heb   8:8   |               Israels, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten; ~
18786 Heb   8:11  |                 zullen Mij allen kennen van den kleine onder hen tot
18787 Heb   9:1   |              het eerste verbond rechten van de gods dienst, en het wereldlijk
18788 Heb   9:4   |                Manna in was, en de staf van Aaron, die gebloeid had,
18789 Heb   9:5   |             verzoendeksel beschaduwden; van welke dingen wij nu van
18790 Heb   9:5   |                 van welke dingen wij nu van stuk tot stuk niet zullen
18791 Heb   9:11  |            handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel, ~
18792 Heb   9:14  |           Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door den eeuwigen
18793 Heb   9:14  |              heeft, uw geweten reinigen van dode werken, om den levende
18794 Heb   9:19  |                 de geboden, naar de wet van Mozes, tot al het volk uitgesproken
18795 Heb   9:21  |              tabernakel, en al de vaten van den dienst met het bloed. ~
18796 Heb   9:24  |               hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel
18797 Heb   9:24  |         verschijnen voor het aangezicht van God voor ons; ~
18798 Heb   9:26  |              Hij dikwijls moeten lijden van de grondlegging der wereld
18799 Heb   9:28  |              zonder zonde gezien worden van degenen, die Hem verwachten
18800 Heb  10:4   |               onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden
18801 Heb  10:7   |               in het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil
18802 Heb  10:10  |               de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal
18803 Heb  10:19  |                heiligdom door het bloed van Jezus, ~
18804 Heb  10:22  |                 harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het
18805 Heb  10:28  |                    28 Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan,
18806 Heb  10:29  |             geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en
18807 Heb  10:36  |              Want gij hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil
18808 Heb  10:36  |                node, opdat gij, den wil van God gedaan hebbende, de
18809 Heb  10:39  |                   39 Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken
18810 Heb  10:39  |           onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot
18811 Heb  11:7   |               aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet
18812 Heb  11:7   |                toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke
18813 Heb  11:12  |                      12 Daarom zijn ook van een, en dat een verstorvene,
18814 Heb  11:13  |           hebbende, maar hebben dezelve van verre gezien, en geloofd,
18815 Heb  11:15  |               vaderland gedacht hadden, van hetwelk zij uitgegaan waren,
18816 Heb  11:21  |                  een iegelijk der zonen van Jozef gezegend, en heeft
18817 Heb  11:21  |                leunende op het opperste van zijn staf. ~
18818 Heb  11:22  |                Jozef, stervende, gemeld van den uitgang der kinderen
18819 Heb  11:22  |                  en heeft bevel gegeven van zijn gebeente. ~
18820 Heb  11:23  |          geboren was, drie maanden lang van zijn ouders verborgen, overmits
18821 Heb  11:24  |              zijnde, geweigerd een zoon van Farao's dochter genoemd
18822 Heb  11:25  |         Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te
18823 Heb  11:26  |                Achtende de versmaadheid van Christus meerderen rijkdom
18824 Heb  11:30  |                het geloof zijn de muren van Jericho gevallen, als zij
18825 Heb  11:32  |              ontbreken, zou ik verhalen van Gideon, en Barak, en Samson,
18826 Heb  12:2   |                 rechter hand des troons van God. ~
18827 Heb  12:3   |                zodanig een tegenspreken van de zondaren tegen Zich heeft
18828 Heb  12:5   |               en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt; ~
18829 Heb  12:11  |      tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid
18830 Heb  12:11  |             geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch
18831 Heb  12:11  |             zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht
18832 Heb  12:15  |              dat niet iemand verachtere van de genade Gods; dat niet
18833 Heb  12:16  |                 om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte weggaf. ~
18834 Heb  12:25  |             niet ontvlieden, zo wij ons van Dien afkeren, Die van de
18835 Heb  12:25  |               ons van Dien afkeren, Die van de hemelen is; ~
18836 Heb  13:10  |               10 Wij hebben een altaar, van hetwelk geen macht hebben
18837 Heb  13:24  |                 heiligen. U groeten die van Italie zijn. ~
18838 Jako   1:1  |               Jakobus, een dienstknecht van God en van den Heere Jezus
18839 Jako   1:1  |                 dienstknecht van God en van den Heere Jezus Christus;
18840 Jako   1:5  |                      5 En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat
18841 Jako   1:5  |          wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk
18842 Jako   1:6  |                baar der zee gelijk, die van den wind gedreven en op
18843 Jako   1:7  |              dat hij iets ontvangen zal van den Heere. ~
18844 Jako   1:10 |              want hij zal als een bloem van het gras voorbijgaan. ~
18845 Jako   1:13 |          verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; want God kan
18846 Jako   1:14 |                 wordt verzocht, als hij van zijn eigen begeerlijkheid
18847 Jako   1:17 |                 alle volmaakte gifte is van boven, van den Vader der
18848 Jako   1:17 |           volmaakte gifte is van boven, van den Vader der lichten afkomende,
18849 Jako   1:17 |              verandering is, of schaduw van omkering. ~
18850 Jako   1:21 |                 vuiligheid en overvloed van boosheid, ontvangt met zachtmoedigheid
18851 Jako   1:27 |             zichzelven onbesmet bewaren van de wereld. ~  ~
18852 Jako   2:1  |          broeders, hebt niet het geloof van onzen Heere Jezus Christus,
18853 Jako   2:4  |               en zijt rechters geworden van kwade overleggingen? ~
18854 Jako   2:9  |                doet gij zonde, en wordt van de wet bestraft als overtreders. ~
18855 Jako   2:16 |                            16 En iemand van u tot hen zou zeggen: Gaat
18856 Jako   2:23 |          gerekend, en hij is een vriend van God genaamd geweest. ~
18857 Jako   3:4  |            hoewel zij zo groot zijn, en van harde winden gedreven, zij
18858 Jako   3:4  |           gedreven, zij worden omgewend van een zeer klein roer, waarhenen
18859 Jako   3:6  |            geboorte, en wordt ontstoken van de hel. ~
18860 Jako   3:7  |             getemd en is getemd geweest van de menselijke natuur. ~
18861 Jako   3:8  |               onbedwingelijk kwaad, vol van dodelijk venijn. ~
18862 Jako   3:9  |                  die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn. ~
18863 Jako   3:15 |                is de wijsheid niet, die van boven afkomt, maar is aards,
18864 Jako   3:17 |                17 Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten eerste
18865 Jako   3:17 |            bescheiden, gezeggelijk, vol van barmhartigheid en van goede
18866 Jako   3:17 |               vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig
18867 Jako   4:1  |                                       1 Van waar komen krijgen en vechterijen
18868 Jako   4:4  |              zijn, die wordt een vijand van God gesteld. ~
18869 Jako   4:7  |       wederstaat den duivel, en hij zal van u vlieden. ~
18870 Jako   4:11 |          Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander. Die van zijn broeder
18871 Jako   4:11 |               kwalijk van elkander. Die van zijn broeder kwalijk spreekt
18872 Jako   4:11 |           oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet.
18873 Jako   5:2  |             verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden; ~
18874 Jako   5:4  |            landen gemaaid hebben, welke van u verkort is, roept; en
18875 Jako   5:4  |               is gekomen tot in de oren van den Heere Sebaoth. ~
18876 Jako   5:11 |                hebt de verdraagzaamheid van Job gehoord, en gij hebt
18877 Jako   5:17 |                   17 Elias was een mens van gelijke bewegingen als wij;
18878 Jako   5:19 |         Broeders, indien iemand onder u van de waarheid is afgedwaald,
18879 Jako   5:20 |                 degene, die een zondaar van de dwaling zijns wegs bekeert,
18880 Jako   5:20 |            zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, en
18881 1Pet   1:1  |                   1 Petrus, een apostel van Jezus Christus, aan de vreemdelingen,
18882 1Pet   1:2  |        uitverkorenen naar de voorkennis van God den Vader, in de heiligmaking
18883 1Pet   1:2  |               en besprenging des bloeds van Jezus Christus; genade en
18884 1Pet   1:3  |             Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus,
18885 1Pet   1:3  |                hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden. ~
18886 1Pet   1:7  |                 veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat
18887 1Pet   1:7  |          heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus; ~
18888 1Pet   1:10 |                                      10 Van welke zaligheid ondervraagd
18889 1Pet   1:10 |                 die geprofeteerd hebben van de genade, aan u geschied; ~
18890 1Pet   1:11 |                hoedanigen tijd de Geest van Christus, Die in hen was,
18891 1Pet   1:12 |             door den Heilige Geest, Die van den hemel gezonden is; in
18892 1Pet   1:13 |      toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. ~
18893 1Pet   1:18 |                 ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd
18894 1Pet   1:19 |                 door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk
18895 1Pet   1:19 |                 bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt
18896 1Pet   1:23 |               en eeuwig blijvende Woord van God. ~
18897 1Pet   1:24 |                 mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord,
18898 1Pet   2:4  |                 tot een levenden Steen, van de mensen wel verworpen,
18899 1Pet   2:11 |       vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden,
18900 1Pet   2:12 |            opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners,
18901 1Pet   2:12 |              kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij uit de
18902 1Pet   2:14 |               den stadhouderen, als die van hem gezonden worden, tot
18903 1Pet   2:15 |                 Want alzo is het de wil van God, dat gij, weldoende,
18904 1Pet   2:16 |                 maar als dienstknechten van God. ~
18905 1Pet   3:3  |         vlechten des haars, en omhangen van goud, of van klederen aan
18906 1Pet   3:3  |                en omhangen van goud, of van klederen aan te trekken; ~
18907 1Pet   3:4  |               onverderfelijk versiersel van een zachtmoedigen en stillen
18908 1Pet   3:10 |              zien, die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen,
18909 1Pet   3:11 |                         11 Die wijke af van het kwade, en doe het goede;
18910 1Pet   3:13 |               indien gij navolgers zijt van het goede? ~
18911 1Pet   3:14 |                en vreest niet uit vreze van hen, en wordt niet ontroerd; ~
18912 1Pet   3:15 |                 die u rekenschap afeist van de hoop, die in u is, met
18913 1Pet   3:16 |            opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners,
18914 1Pet   3:16 |              kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij beschaamd
18915 1Pet   3:17 |           weldoende, (indien het de wil van God wil) lijdt, dan kwaad
18916 1Pet   3:20 |                 verwachtte, in de dagen van Noach, als de ark toebereid
18917 1Pet   3:21 |         lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God,
18918 1Pet   3:21 |                 God, door de opstanding van Jezus Christus; ~
18919 1Pet   4:1  |             heeft, die heeft opgehouden van de zonde; ~
18920 1Pet   4:2  |               mensen, maar naar den wil van God, den tijd, die overig
18921 1Pet   4:8  |              want de liefde zal menigte van zonden bedekken. ~
18922 1Pet   4:13 |         gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, alzo verblijdt
18923 1Pet   4:14 |               gesmaad wordt om den Naam van Christus, zo zijt gij zalig;
18924 1Pet   4:14 |               heerlijkheid, en de Geest van God rust op u. Wat hen aangaat,
18925 1Pet   4:15 |                     15 Doch dat niemand van u lijde als een doodslager,
18926 1Pet   4:17 |                 dat het oordeel beginne van het huis Gods; en indien
18927 1Pet   4:17 |               Gods; en indien het eerst van ons begint, welk zal het
18928 1Pet   4:17 |             dergenen, die het Evangelie van God ongehoorzaam zijn? ~
18929 1Pet   4:19 |                 die lijden naar den wil van God, dat zij hun zielen
18930 1Pet   5:1  |                  en getuige des lijdens van Christus ben, en deelachtig
18931 2Pet   1:1  |                 dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan degenen,
18932 2Pet   1:1  |                door de rechtvaardigheid van onzen God en Zaligmaker,
18933 2Pet   1:2  |          vermenigvuldigd door de kennis van God, en van Jezus, onzen
18934 2Pet   1:2  |              door de kennis van God, en van Jezus, onzen Heere; ~
18935 2Pet   1:8  |         onvruchtbaar laten in de kennis van onzen Heere Jezus Christus. ~
18936 2Pet   1:9  |                niet zijn, die is blind, van verre niet ziende, hebbende
18937 2Pet   1:11 |                in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker,
18938 2Pet   1:15 |                 dat gij na mijn uitgang van deze dingen gedachtenis
18939 2Pet   1:16 |            hebben de kracht en toekomst van onze Heere Jezus Christus,
18940 2Pet   1:16 |               zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit. ~
18941 2Pet   1:17 |                       17 Want Hij heeft van God den Vader eer en heerlijkheid
18942 2Pet   1:17 |         ontvangen, als zodanig een stem van de hoogwaardige heerlijkheid
18943 2Pet   1:18 |             hebben wij gehoord, als zij van de hemel gebracht is geweest,
18944 2Pet   1:20 |                 profetie der Schrift is van eigen uitlegging; ~
18945 2Pet   1:21 |             maar de heilige mensen Gods van den Heilige Geest gedreven
18946 2Pet   2:3  |       gierigheid, met gemaakte woorden, van u een koopmanschap maken;
18947 2Pet   2:3  |                  over welke het oordeel van over lang niet ledig is,
18948 2Pet   2:6  |                          6 En de steden van Sodoma en Gomorra tot as
18949 2Pet   2:7  |    rechtvaardigen Lot, die vermoeid was van den ontuchtigen wandel der
18950 2Pet   2:8  |                  door het zien en horen van hun ongerechtige werken); ~
18951 2Pet   2:14 |          overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de
18952 2Pet   2:15 |            verdwaald, en volgen den weg van Balaam, den zoon van Bosor,
18953 2Pet   2:15 |                weg van Balaam, den zoon van Bosor, die het loon der
18954 2Pet   2:17 |             waterloze fonteinen, wolken van een draaiwind gedreven,
18955 2Pet   2:18 |                waarlijk ontvloden waren van degenen, die in dwaling
18956 2Pet   2:19 |                 der verdorvenheid; want van wien iemand overwonnen is,
18957 2Pet   2:20 |                nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker
18958 2Pet   2:20 |             wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden,
18959 2Pet   2:21 |                 hebbende, weder afkeren van het heilige gebod, dat hun
18960 2Pet   3:2  |                zijt aan de woorden, die van de heilige profeten te voren
18961 2Pet   3:4  |           belofte Zijner toekomst? Want van dien dag, dat de vaders
18962 2Pet   3:4  |                 alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping. ~
18963 2Pet   3:5  |               het woord Gods de hemelen van over lang geweest zijn,
18964 2Pet   3:6  |                 toen was, met het water van den zondvloed bedekt zijnde,
18965 2Pet   3:12 |               haastende tot de toekomst van den dag Gods, in welken
18966 2Pet   3:14 |            onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden
18967 2Pet   3:16 |                alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in
18968 2Pet   3:17 |              afgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid; ~
18969 2Pet   3:18 |               op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker
18970 1Joh   1:1  |                               1 Hetgeen van den beginne was, hetgeen
18971 1Joh   1:1  |              onze handen getast hebben, van het Woord des levens; ~
18972 1Joh   1:5  |                de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben, en wij
18973 1Joh   1:7  |              met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon,
18974 1Joh   1:7  |                  Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. ~
18975 1Joh   1:9  |                 vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid. ~
18976 1Joh   2:7  |             maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt;
18977 1Joh   2:7  |             gebod is het woord, dat gij van den beginne gehoord hebt. ~
18978 1Joh   2:13 |                gij hebt Hem gekend, Die van den beginne is. Ik schrijf
18979 1Joh   2:14 |                gij hebt Hem gekend, Die van den beginne is. Ik heb u
18980 1Joh   2:17 |        begeerlijkheid; maar die den wil van God doet, blijft in der
18981 1Joh   2:20 |                Doch gij hebt de zalving van den Heilige, en gij weet
18982 1Joh   2:24 |                24 Hetgeen gijlieden dan van den beginne gehoord hebt,
18983 1Joh   2:24 |             Indien in u blijft, wat gij van den beginne gehoord hebt,
18984 1Joh   2:26 |                 Dit heb ik u geschreven van degenen, die u verleiden. ~
18985 1Joh   2:27 |               de zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft
18986 1Joh   2:27 |           blijft in u, en gij hebt niet van node, dat iemand u lere;
18987 1Joh   2:27 |                dezelfde zalving u leert van alle dingen, zo is zij ook
18988 1Joh   2:28 |           vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt
18989 1Joh   3:8  |                  want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is
18990 1Joh   3:8  |             beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij
18991 1Joh   3:11 |                de verkondiging, die gij van den beginne gehoord hebt,
18992 1Joh   3:12 |              zijn werken boos waren, en van zijn broeder rechtvaardig. ~
18993 1Joh   3:22 |               wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden
18994 1Joh   3:23 |                 wij geloven in den Naam van Zijn Zoon Jezus Christus,
18995 1Joh   4:2  |              Hieraan kent gij den Geest van God: alle geest, die belijdt,
18996 1Joh   4:3  |              niet; maar dit is de geest van den antichrist, welken geest
18997 1Joh   4:13 |               Hij in ons, omdat Hij ons van Zijn Geest gegeven heeft. ~
18998 1Joh   4:15 |               hebben, dat Jezus de Zoon van God is, God blijft in hem,
18999 1Joh   4:21 |                 En dit gebod hebben wij van Hem, namelijk dat die God
19000 1Joh   5:5  |           gelooft, dat Jezus is de Zoon van God? ~