Book Chapter: Verse

1 Psa  58:5  | slangenvenijn; zij zijn als een dove adder, die haar oren toestopt; ~
2 Psa  91:13 |            Op den fellen leeuw en de adder zult gij treden, gij zult
3 Spre  23:32|            bijten, en steken als een adder. ~
4 Jes  11:8  |        vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal
5 Jes  41:24 |        ulieder werk is erger dan een adder; hij is een gruwel, die
6 Jes  60:5  |          gedrukt wordt, er berst een adder uit. ~
7 Hand  22:3 |              gelegd had, kwam er een adder uit door de hitte, en vatte