Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
laagt 1
laagte 24
laagten 6
laat 734
laatdunkend 1
laatdunkenden 1
laatste 93
Frequency    [«  »]
778 woord
762 daar
736 22
734 laat
732 wie
731 twee
718 gegeven

Bijbel

IntraText - Concordances

laat

1-500 | 501-734

    Book Chapter: Verse
501 Jer 5:24 | zeggen niet in hun hart: Laat ons nu den HEERE, onzen 502 Jer 6:4 | tegen haar, maakt u op, en laat ons optrekken op den middag; 503 Jer 6:5 | 5      Maakt u op, en laat ons optrekken in den nacht, 504 Jer 6:8 | 8      Laat u tuchtigen, Jeruzalem! 505 Jer 8:14 | zitten? Verzamelt u, en laat ons ingaan in de vaste steden, 506 Jer 11:19 | tegen mij dachten, zeggende: Laat ons den boom met zijn vrucht      507 Jer 11:19 | vrucht      verderven, en laat ons hem uit het land der 508 Jer 11:20 | nieren en het hart proeft! laat mij Uw wraak van hen zien; 509 Jer 15:1 | van Mijn aangezicht, en laat ze uitgaan. ~ 510 Jer 15:19 | als Mijn      mond zijn; laat hen tot u wederkeren, maar 511 Jer 17:15 | is het woord des HEEREN? Laat het nu komen! ~ 512 Jer 17:18 | 18      Laat mijn vervolgers beschaamd 513 Jer 17:18 | vervolgers beschaamd worden, maar laat mij niet beschaamd worden; 514 Jer 17:18 | mij niet beschaamd worden; laat hen verschrikt worden, maar 515 Jer 17:18 | verschrikt worden, maar laat mij niet verschrikt worden; 516 Jer 18:18 | Toen zeiden zij: Komt aan, laat ons gedachten tegen Jeremia 517 Jer 18:18 | profeet; komt aan, en laat ons hem slaan met de tong, 518 Jer 18:18 | hem slaan met de tong, en laat ons niet luisteren naar 519 Jer 18:21 | het geweld des zwaards, en laat hun vrouwen van kinderen 520 Jer 18:21 | beroofd en weduwen worden, en laat hun      mannen door den 521 Jer 18:22 | 22      Laat er een geschrei uit hun 522 Jer 18:23 | voor Uw aangezicht; maar laat hen      nedergeveld worden 523 Jer 20:12 | nieren en het hart ziet, laat mij Uw wraak van hen zien, 524 Jer 27:18 | HEEREN woord bij hen is, laat hen nu bij den HEERE der 525 Jer 29:8 | heirscharen, de God Israels: Laat uw profeten en uw waarzeggers, 526 Jer 31:6 | roepen: Maakt ulieden op, en laat ons opgaan naar Sion, tot 527 Jer 35:11 | dat wij zeiden: Komt, en laat ons naar Jeruzalem trekken 528 Jer 37:20 | toch, o mijn heer koning! laat toch mijn smeking voor uw 529 Jer 38:4 | vorsten tot den koning: Laat toch dezen man gedood worden; 530 Jer 40:4 | naar Babel te komen, zo laat het; zie, het ganse land 531 Jer 40:15 | verborgene, te Mizpa, zeggende: Laat mij toch henengaan, en Ismael, 532 Jer 42:2 | tot den profeet Jeremia: Laat toch onze smeking voor uw 533 Jer 46:9 | en raast, gij wagens! en laat de helden uittrekken: de 534 Jer 46:16 | zij zeiden: Staat op en laat ons wederkeren tot ons volk, 535 Jer 48:2 | gedacht, zeggende: Komt, en laat ons haar uitroeien, dat 536 Jer 49:11 | 11      Laat uw wezen achter, en Ik zal 537 Jer 49:11 | in het leven behouden, en laat uw weduwen op Mij vertrouwen. ~ 538 Jer 50:2 | en werpt een banier op, laat horen, verbergt het niet; 539 Jer 50:16 | handelt in den oogsttijd; laat hen vanwege het verdrukkende 540 Jer 50:26 | korenhopen, en verbant ze; laat ze geen overblijfsel hebben. ~ 541 Jer 50:27 | het zwaard al haar varren, laat ze afgaan ter slachting; 542 Jer 50:29 | 29      Laat u horen tegen Babel, gij 543 Jer 50:29 | legert u tegen haar rondom, laat niemand van hen ontkomen; 544 Jer 51:9 | genezen; verlaat haar dan, en laat ons een iegelijk in zijn 545 Jer 51:10 | hervoor gebracht; komt en laat ons te Sion het werk des 546 Jer 51:50 | des HEEREN van verre, en laat Jeruzalem in ulieder hart 547 Klaa 1:22| 22      Thau. Laat al hun kwaad voor Uw aangezicht 548 Klaa 1:40| muur der dochter Sions, laat dag en nacht tranen afvlieten 549 Klaa 1:84| 40      Nun. Laat ons onze wegen onderzoeken 550 Klaa 1:84| onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot den HEERE. ~ 551 Klaa 1:85| 41      Nun. Laat ons onze harten opheffen, 552 Klaa 2:5 | halzen; zijn wij woede, men laat ons geen rust. ~ 553 Eze 3:27 | hoort, die hore, en wie het laat, die late het; want zij 554 Eze 24:6 | stuk bij stuk daaruit, en laat het lot      over hem niet 555 Eze 24:10 | kruid het met specerijen, en laat de beenderen verbranden. ~ 556 Eze 33:4 | wel hoort, maar zich niet laat waarschuwen; en het zwaard 557 Eze 33:5 | hem; maar hij, die zich laat waarschuwen, behoudt zijn 558 Eze 43:10 | hun ongerechtigheden, en laat ze het patroon afmeten. ~ 559 Dan 4:15 | 15      Doch laat den stam met zijn wortelen 560 Dan 4:15 | tedere gras des velds; en laat hem in de dauw des hemels 561 Dan 4:16 | beesten hart gegeven, en laat zeven tijden over hem voorbijgaan. ~ 562 Dan 4:19 | antwoordde en zeide: Beltsazar! laat u de droom en zijn      563 Dan 4:23 | af, en verderft hem; doch laat den stam met zijn      wortelen 564 Dan 4:27 | 27      Daarom, o koning! laat mijn raad u behagen, en 565 Dan 5:10 | koning, leef in eeuwigheid! laat u uw gedachten      niet 566 Dan 5:12 | naam van Beltsazar gaf; laat nu Daniel geroepen worden, 567 Dan 9:16 | naar al Uw gerechtigheden, laat toch Uw toorn en Uw grimmigheid 568 Hos 2:1 | Ik haar Man niet ben; en laat ze haar hoererijen van haar 569 Hos 4:17 | vergezeld met de afgoden; laat hem varen. ~ 570 Hos 6:1 | 1      Komt en laat ons wederkeren tot den HEERE, 571 Joe 1:3 | uw kinderen daarvan, en laat het uw kinderen hun kinderen 572 Joe 2:1 | berg Mijner heiligheid; laat alle inwoners des lands 573 Joe 2:17 | 17      Laat de priesters, des HEEREN 574 Joe 2:17 | voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen: Spaar Uw volk, 575 Joe 3:9 | krijg; wekt de helden op, laat naderen, laat optrekken 576 Joe 3:9 | helden op, laat naderen, laat optrekken alle krijgslieden. ~ 577 Amos 5:24| 24      Maar laat het oordeel zich daarhenen 578 Oba 1:1 | heidenen: Staat op, en      laat ons opstaan tegen hen ten 579 Jona 1:7 | zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat 580 Jona 1:14| HEERE, en zeiden: Och HEERE! laat ons toch niet vergaan om 581 Jona 3:7 | zijner groten, zeggende: Laat mens noch beest, rund noch 582 Jona 3:7 | noch schaap, iets smaken, laat ze niet weiden, noch      583 Mic 2:6 | gijlieden niet, zeggen zij, laat die profeteren; zij profeteren 584 Mic 4:2 | henengaan, en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den berg 585 Mic 4:11 | verzameld, die daar zeggen: Laat ze ontheiligd worden, en 586 Mic 4:11 | ze ontheiligd worden, en laat ons oog schouwen aan Sion. ~ 587 Mic 6:1 | twist met de bergen, en laat de heuvelen uw stem horen. ~ 588 Mic 7:14 | van een vruchtbaar land; laat ze weiden in Basan en Gilead, 589 Zep 3:16 | worden: Vrees niet, o Sion! laat uw handen niet slap worden. ~ 590 Zac 3:5 | 5      Dies zeg Ik: Laat ze een reinen hoed op zijn 591 Zac 8:9 | de HEERE der heirscharen: Laat uw handen sterk zijn, gijlieden, 592 Zac 8:13 | wezen; vreest niet, laat uw handen sterk zijn. ~ 593 Zac 8:21 | inwoners der andere, zeggende: Laat ons vlijtig henengaan, om 594 Zac 11:12 | brengt mijn loon, en zo niet, laat het na. En zij hebben mijn 595 Matt 2:38| antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt 596 Matt 5:16| 16 Laat uw licht alzo schijnen voor 597 Matt 5:24| 24 Laat daar uw gave voor het altaar, 598 Matt 5:37| 37 Maar laat zijn uw woord ja, ja; neen, 599 Matt 5:40| rechten wil, en uw rok nemen, laat hem ook den mantel; ~ 600 Matt 6:2 | gij dan aalmoes doet, zo laat voor u niet trompetten, 601 Matt 6:3 | als gij aalmoes doet, zo laat uw linker hand niet weten, 602 Matt 7:4 | gij tot uw broeder zeggen: Laat toe, dat ik den splinter 603 Matt 8:16| 16 En als het laat geworden was, hebben zij 604 Matt 8:21| discipelen zeide tot Hem: Heere! laat mij toe, dat ik eerst heenga, 605 Matt 8:22| zeide tot hem: Volg Mij, en laat de doden hun doden begraven. ~ 606 Matt 8:31| Indien Gij ons uitwerpt, laat ons toe, dat wij in die 607 Matt 13:30| 30 Laat ze beiden te zamen opwassen 608 Matt 14:15| tijd is nu voorbijgegaan; laat de scharen van U, opdat 609 Matt 15:14| 14 Laat hen varen; zij zijn blinde 610 Matt 15:23| komende, baden Hem, zeggende: Laat haar van U; want zij roept 611 Matt 17:4 | hier zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen 612 Matt 19:14| 14 Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en 613 Matt 21:38| Deze is de erfgenaam, komt, laat ons hem doden, en zijn erfenis 614 Matt 23:13| degenen, die ingaan zouden, laat ingaan. ~ 615 Matt 23:23| dille, en den komijn, en gij laat na het zwaarste der wet, 616 Matt 26:39| indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij 617 Matt 26:46| 46 Staat op, laat ons gaan; ziet, hij is nabij, 618 Matt 27:22| Zij zeiden allen tot hem: Laat Hem gekruisigd worden. ~ 619 Matt 27:23| riepen te meer, zeggende: Laat Hem gekruisigd worden! ~ 620 Matt 27:49| anderen zeiden: Houd op, laat ons zien, of Elias komt, 621 Matt 28:1 | 1 En laat na de sabbat, als het begon 622 Mark 1:24| 24 Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U 623 Mark 1:38| 38 En Hij zeide tot hen: Laat ons in de bijliggende vlekken 624 Mark 4:35| was, zeide Hij tot hen: Laat ons overvaren aan de andere 625 Mark 6:35| 35 En als het nu laat op den dag geworden was, 626 Mark 6:35| plaats is woest, en het is nu laat op den dag; ~ 627 Mark 6:36| 36 Laat ze van U, opdat zij heengaan 628 Mark 7:12| 12 En gij laat hem niet meer toe, iets 629 Mark 7:27| Maar Jezus zeide tot haar: Laat eerst de kinderen verzadigd 630 Mark 8:3 | nuchteren naar hun huis laat gaan, zo zullen zij op den 631 Mark 9:5 | goed, dat wij hier zijn, en laat ons drie tabernakelen maken, 632 Mark 10:14| kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens tot Mij komen, 633 Mark 11:19| 19 En als het nu laat geworden was, ging Hij uit 634 Mark 12:7 | Deze is de erfgenaam; komt, laat ons hem doden, en de erfenis 635 Mark 13:35| huizes komen zal, des avonds laat, of ter middernacht, of 636 Mark 14:6 | 6 Maar Jezus zeide: Laat af van haar; wat doet gij 637 Mark 14:42| 42 Staat op, laat ons gaan; ziet, die Mij 638 Mark 15:36| drinken, zeggende: Houdt stil, laat ons zien, of Elias komt, 639 Luk 2:15 | herders tot elkander zeiden: Laat ons dan heengaan naar Bethlehem, 640 Luk 2:15 | heengaan naar Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat 641 Luk 2:29 | 29 Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht 642 Luk 3:14 | het zijne met bedrog, en laat u vergenoegen met uw bezoldigingen. ~ 643 Luk 4:34 | 34 Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U 644 Luk 6:37 | zult niet verdoemd worden; laat los, en gij zult losgelaten 645 Luk 6:42 | broeder zeggen: Broeder, laat toe, dat ik den splinter, 646 Luk 8:22 | Hem; en Hij zeide tot hen: Laat ons overvaren aan de andere 647 Luk 9:12 | komende, zeiden tot Hem: Laat de schare van U, opdat zij, 648 Luk 9:33 | goed, dat wij hier zijn; en laat ons drie tabernakelen maken, 649 Luk 9:59 | Doch hij zeide: Heere, laat mij toe, dat ik heenga, 650 Luk 9:60 | Maar Jezus zeide tot hem: Laat de doden hun doden begraven; 651 Luk 9:61 | Heere, ik zal U volgen; maar laat mij eerst toe, dat ik afscheid 652 Luk 10:40 | dat mijn zuster mij alleen laat dienen? Zeg dan haar, dat 653 Luk 12:35 | 35 Laat uw lendenen omgord zijn, 654 Luk 13:8 | antwoordende, zeide tot hem: Heer, laat hem ook nog dit jaar, totdat 655 Luk 13:9 | vrucht zal voortbrengen, laat hem staan; maar indien niet, 656 Luk 13:14 | komt dan in dezelve, en laat u genezen, en niet op den 657 Luk 15:23 | kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn. ~ 658 Luk 18:16 | kinderkens tot Zich, en zeide: Laat de kinderkens tot Mij komen, 659 Luk 20:14 | Deze is de erfgenaam; komt, laat ons hem doden, opdat de 660 Luk 22:51 | Jezus, antwoordende, zeide: Laat hen tot hiertoe geworden; 661 Luk 23:18 | zeggende: Weg met Dezen, en laat ons Bar-abbas los. ~ 662 Joha 11:7 | verder tot de discipelen: Laat ons wederom naar Judea gaan. ~ 663 Joha 11:15| gij geloven moogt; doch laat ons tot hem gaan. ~ 664 Joha 11:16| tot zijn medediscipelen: Laat ons ook gaan, opdat wij 665 Joha 11:44| tot hen: Ontbindt hem, en laat hem heengaan. ~ 666 Joha 12:7 | 7 Jezus dan zeide: Laat af van haar; zij heeft dit 667 Joha 14:27| 27 Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik 668 Joha 14:31| geboden heeft. Staat op, laat ons van hier gaan. ~  ~  ~  669 Joha 18:8 | Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan. ~ 670 Joha 19:24| dan zeiden tot elkander: Laat ons dien niet scheuren, 671 Joha 19:24| dien niet scheuren, maar laat ons daarover loten, wiens 672 Hand 2:14| woont, dit zij u bekend, en laat mijn woorden tot uw oren 673 Hand 4:17| het volk verspreid worde, laat ons hen scherpelijk dreigen, 674 Hand 9:36| zeide Paulus tot Barnabas: Laat ons nu wederkeren, en bezoeken 675 Hand 10:35| stadsdienaars, zeggende: Laat die mensen los. ~ 676 Hand 13:38| en er zijn stadhouders; laat hen elkander verklagen. ~ 677 Hand 15:39| in Cilicie, en ik bid u, laat mij toe tot het volk te 678 Hand 16:16| vertoeft gij? Sta op, en laat u dopen, en uw zonden afwassen, 679 Hand 17:9 | gesproken heeft, of een engel, laat ons tegen God niet strijden. ~ 680 Hand 17:15| 15 Gij dan nu, laat den overste weten met den 681 Hand 17:24| 24 En laat ze zadel beesten bestellen, 682 Hand 22:4 | doodslager, welken de wraak niet laat leven, daar hij uit de zee 683 Rom 3:8 | zeggen, dat wij zeggen): Laat ons het kwade doen, opdat 684 Rom 12:7 | 7 Zo laat ons die gaven besteden, 685 Rom 13:12 | de dag is nabij gekomen. Laat ons dan afleggen de werken 686 Rom 13:13 | 13 Laat ons, als in den dag, eerlijk 687 Rom 14:13 | 13 Laat ons dan elkander niet meer 688 Rom 14:19 | 19 Zo dan laat ons najagen, hetgeen tot 689 1Kor 5:8 | 8 Zo dan laat ons feest houden, niet in 690 1Kor 7:21| dienstknecht zijnde, geroepen, laat u dat niet bekommeren; maar 691 1Kor 10:8 | 8 En laat ons niet hoereren, gelijk 692 1Kor 10:9 | 9 En laat ons Christus niet verzoeken, 693 1Kor 14:26| heeft hij een uitlegging; laat alle dingen geschieden tot 694 1Kor 14:35| zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen 695 1Kor 14:40| 40 Laat alle dingen eerlijk en met 696 1Kor 15:32| doden niet opgewekt worden? Laat ons eten en drinken, want 697 2Kor 5:20| bidden van Christus wege: laat u met God verzoenen. ~ 698 2Kor 7:1 | beloften hebben, geliefden, laat ons onszelven reinigen van 699 Gal 5:2 | ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus 700 Gal 5:3 | iegelijk mens, die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar 701 Gal 5:25 | door den Geest leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen. ~ 702 Gal 5:26 | 26 Laat ons niet zijn zoekers van 703 Gal 6:7 | 7 Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want 704 Gal 6:9 | 9 Doch laat ons, goed doende, niet vertragen; 705 Gal 6:10 | terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, 706 Efez 5:3 | onreinigheid, of gierigheid, laat ook onder u niet genoemd 707 Fili 3:15| dan als wij volmaakt zijn, laat ons dit gevoelen; en indien 708 Fili 3:16| daar wij toe gekomen zijn, laat ons daarin naar denzelfden 709 Fili 3:16| denzelfden regel wandelen, laat ons hetzelfde gevoelen. ~ 710 Fili 4:6 | geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door 711 1The 5:6 | 6 Zo laat ons dan niet slapen, gelijk 712 1The 5:6 | gelijk als de anderen, maar laat ons waken, en nuchteren 713 1The 5:8 | wij, die des daags zijn, laat ons nuchteren zijn, aangedaan 714 1Tim 2:12| 12 Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij 715 File 1:20| 20 Ja, broeder, laat mij uwer hierin genieten 716 Heb 4:1 | 1 Laat ons dan vrezen, dat niet 717 Heb 4:11 | 11 Laat ons dan ons benaarstigen, 718 Heb 4:14 | Jezus, den Zoon van God, zo laat ons deze belijdenis vasthouden. ~ 719 Heb 4:16 | 16 Laat ons dan met vrijmoedigheid 720 Heb 6:1 | beginsel der leer van Christus, laat ons tot de volmaaktheid 721 Heb 10:22 | 22 Zo laat ons toegaan met een waarachtig 722 Heb 10:23 | 23 Laat ons de onwankelbare belijdenis 723 Heb 10:24 | 24 En laat ons op elkander acht nemen, 724 Heb 10:25 | 25 En laat ons onze onderlinge bijeenkomst 725 Heb 12:1 | rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last, 726 Heb 12:1 | ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen 727 Heb 12:28 | onbewegelijk Koninkrijk ontvangen, laat ons de genade vast houden, 728 Heb 13:13 | 13 Zo laat ons dan tot Hem uitgaan 729 Heb 13:15 | 15 Laat ons dan door Hem altijd 730 1Joh 3:18| 18 Mijn kinderkens, laat ons niet liefhebben met 731 1Joh 4:7 | 7 Geliefden! Laat ons elkander liefhebben, 732 Open 2:20| zegt een profetes te zijn, laat leren, en Mijn dienstknechten 733 Open 11:2 | 2 En laat het voorhof uit, dat van 734 Open 19:7 | 7 Laat ons blijde zijn, en vreugde


1-500 | 501-734

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License