1-500 | 501-731
Book Chapter: Verse
501 Neh 11:13 | vaderen, waren tweehonderd twee en veertig. En Amassai,
502 Neh 11:19 | de poorten, waren honderd twee en zeventig. ~
503 Neh 12:31 | op den muur; en ik stelde twee grote dankkoren en omgangen,
504 Neh 13:6 | te Jeruzalem; want in het twee en dertigste jaar van Arthahsasta,
505 Est 13:1 | werden Bigthan en Theres, twee kamerlingen des konings
506 Est 30:2 | van Bigthana en Theres, twee kamerlingen des konings,
507 Est 52:14 | overtrade, dat zij deze twee dagen zouden houden, naar
508 Job 13:20 | 20 Alleenlijk doe twee dingen niet met mij; dan
509 Job 41:7 | ontstoken tegen u, en tegen uw twee vrienden, want gijlieden
510 Psa 46:10 | verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen met vuur
511 Psa 68:14 | Al laagt gijlieden tussen twee rijen van stenen, zo zult
512 Spre 28:18| verkeerdelijk gedraagt in twee wegen, zal in den enen vallen. ~
513 Spre 30:7 | 7 Twee dingen heb ik van U begeerd,
514 Spre 30:15| De bloedzuiger heeft twee dochters: Geef, geef! Deze
515 Pred 4:9 | 9 Twee zijn beter dan een; want
516 Pred 4:11| 11 Ook, indien twee te zamen liggen, zo hebben
517 Pred 4:12| overweldigen, zo zullen de twee tegen hem bestaan; en een
518 Pred 12:4 | 4 En de twee deuren naar de straat zullen
519 Hoo 4:5 | 5 Uw twee borsten zijn gelijk twee
520 Hoo 4:5 | twee borsten zijn gelijk twee welpen, tweelingen van een
521 Hoo 6:13 | Zij is als een rei van twee heiren. ~ ~ ~
522 Hoo 7:3 | 3 Uw twee borsten zijn als twee welpen,
523 Hoo 7:3 | Uw twee borsten zijn als twee welpen, tweelingen van een
524 Jes 6:2 | iegelijk had zes vleugelen; met twee bedekte ieder zijn aangezicht,
525 Jes 6:2 | zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten,
526 Jes 6:2 | hij zijn voeten, en met twee vloog hij. ~
527 Jes 7:4 | worde niet week, vanwege die twee staarten dezer rokende vuurbranden;
528 Jes 7:16 | verlaten zijn van zijn twee koningen. ~
529 Jes 7:21 | zal behouden hebben, en twee schapen; ~
530 Jes 8:14 | rotssteen der struikeling den twee huizen van Israel, tot een
531 Jes 17:6 | afschudding eens olijfbooms, twee of drie bezien in den top
532 Jes 36:8 | van Assyrie; en ik zal u twee duizend paarden geven, zo
533 Jes 51:19 | 19 Deze twee dingen zijn u wedervaren,
534 Jer 2:13 | Want Mijn volk heeft twee boosheden begaan; Mij, den
535 Jer 3:14 | aannemen, een uit een stad, en twee uit een geslacht, en zal
536 Jer 24:1 | zien, en ziet, er waren twee vijgenkorven, gezet voor
537 Jer 28:3 | 3 In nog twee volle jaren zal Ik tot deze
538 Jer 28:11 | koning van Babel, in nog twee volle jaren, van den
539 Jer 33:24 | volk spreekt, zeggende: De twee geslachten, die de HEERE
540 Jer 39:4 | de poort tussen de twee muren; en hij toog uit door
541 Jer 39:7 | Zedekia, en bond hem met twee koperen ketenen, om hem
542 Jer 52:7 | weg der poort tussen de twee muren, die aan des konings
543 Jer 52:11 | Zedekia, en hij bond hem met twee koperen ketenen; alzo bracht
544 Jer 52:20 | 20 De twee pilaren, de ene zee, en
545 Jer 52:29 | gevankelijk weg achthonderd twee en dertig zielen uit Jeruzalem; ~
546 Eze 1:11 | verdeeld; elkeen had er twee samengevoegd aan de andere,
547 Eze 1:11 | samengevoegd aan de andere, en twee bedekten hun lichamen. ~
548 Eze 1:23 | den ander; ieder had er twee, die herwaarts hun lichamen
549 Eze 1:23 | bedekten, en ieder had er twee, die ze derwaarts bedekten. ~
550 Eze 21:19 | Gij nu, mensenkind, stel u twee wegen voor, waardoor het
551 Eze 21:21 | staan, aan het hoofd van de twee wegen, om waarzegging te
552 Eze 23:2 | Mensenkind! daar waren twee vrouwen, dochteren van een
553 Eze 35:10 | Omdat gij zegt: Die twee volken en die twee landen
554 Eze 35:10 | Die twee volken en die twee landen zullen mij geworden,
555 Eze 37:22 | zij zullen niet meer tot twee volken zijn, noch voortaan
556 Eze 37:22 | noch voortaan meer in twee koninkrijken verdeeld zijn. ~
557 Eze 40:9 | acht ellen, en haar posten twee ellen; en het voorhuis der
558 Eze 40:39 | voorhuis der poort waren twee tafelen van deze, en twee
559 Eze 40:39 | twee tafelen van deze, en twee tafelen van gene zijde,
560 Eze 40:40 | de deur der noorderpoort, twee tafelen; en aan de andere
561 Eze 40:40 | voorhuis der poort was, twee tafelen. ~
562 Eze 41:3 | en mat den post der deur, twee ellen; en de deur zes ellen,
563 Eze 41:18 | cherub, en elke cherub had twee aangezichten; ~
564 Eze 41:22 | drie ellen, en zijn lengte twee ellen, en het had zijn hoeken;
565 Eze 41:23 | het heiligdom hadden beide twee deuren. ~
566 Eze 41:24 | 24 En er waren twee bladen aan de deuren; te
567 Eze 41:24 | aan de deuren; te weten twee bladen, die men omdraaien
568 Eze 41:24 | die men omdraaien kon; twee aan de ene deur, en twee
569 Eze 41:24 | twee aan de ene deur, en twee bladen aan de andere. ~
570 Eze 43:14 | aan het onderste afzetsel, twee ellen; en de breedte een
571 Eze 47:9 | overal, waarhenen een der twee beken zal komen, leven zal,
572 Eze 47:13 | twaalf stammen Israels: Jozef twee snoeren. ~
573 Dan 6:1 | het koninkrijk, omtrent twee en zestig jaren oud zijnde. ~
574 Dan 8:3 | voor dien vloed, die had twee hoornen, en die twee hoornen
575 Dan 8:3 | had twee hoornen, en die twee hoornen waren hoog, en de
576 Dan 8:6 | kwam tot den ram, die de twee hoornen had, dien ik had
577 Dan 8:14 | En hij zeide tot mij: Tot twee duizend en driehonderd avonden
578 Dan 8:20 | 20 De ram met de twee hoornen, dien gij gezien
579 Dan 9:25 | Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de
580 Dan 9:26 | 26 En na die twee en zestig weken zal de Messias
581 Dan 12:5 | zag, en ziet, er stonden twee anderen, de een aan deze
582 Hos 6:2 | 2 Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den
583 Hos 10:10 | Ik ze binden zal in hun twee voren. ~
584 Amos 1:1 | Joas, koning van Israel; twee jaren voor de aardbeving. ~
585 Amos 3:3 | 3 Zullen twee te zamen wandelen, tenzij
586 Amos 3:12| HEERE: Gelijk als een herder twee schenkelen, of een stukje
587 Amos 4:8 | 8 En twee, drie steden togen om tot
588 Zac 4:3 | 3 En twee olijfbomen daarnevens, een
589 Zac 4:11 | zeide tot Hem: Wat zijn die twee olijfbomen, ter rechterzijde
590 Zac 4:12 | ik tot Hem: Wat zijn die twee takjes der olijfbomen, welke
591 Zac 4:12 | olijfbomen, welke in de twee gouden kruiken zijn, die
592 Zac 4:14 | zeide Hij: Deze zijn de twee olietakken, welke voor den
593 Zac 5:9 | op, en ik zag; en ziet, twee vrouwen kwamen voort, en
594 Zac 6:1 | gingen er uit van tussen twee bergen, en die bergen waren
595 Zac 11:7 | zijn; en ik heb mij genomen twee stokken, den een heb ik
596 Zac 13:8 | land, spreekt de HEERE, de twee delen daarin zullen uitgeroeid
597 Matt 2:16| deszelfs landpalen waren, van twee jaren oud en daaronder,
598 Matt 4:18| de zee van Galilea, zag twee broeders, namelijk Simon,
599 Matt 4:21| voortgegaan zijnde, zag twee andere broeders, namelijk
600 Matt 5:41| mijl te gaan, gaat met hem twee mijlen. ~
601 Matt 6:24| 24 Niemand kan twee heren dienen; want of hij
602 Matt 8:28| der Gergesenen, zijn Hem twee, van den duivel bezeten,
603 Matt 9:27| daar voortging, zijn Hem twee blinden gevolgd, roepende
604 Matt 10:10| Noch male tot den weg, noch twee rokken, noch schoenen, noch
605 Matt 10:29| 29 Worden niet twee musjes om een penningsken
606 Matt 11:2 | werken van Christus, zond twee van zijn discipelen; ~
607 Matt 14:17| niet, dan vijf broden en twee vissen. ~
608 Matt 14:19| nam de vijf broden en de twee vissen, en opwaarts ziende
609 Matt 18:8 | of verminkt zijnde, dan twee handen of twee voeten hebbende,
610 Matt 18:8 | zijnde, dan twee handen of twee voeten hebbende, in het
611 Matt 18:9 | het leven in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse
612 Matt 18:16| hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in de mond
613 Matt 18:16| u; opdat in de mond van twee of drie getuigen alle woord
614 Matt 18:19| Wederom zeg Ik u: Indien er twee van u samenstemmen op de
615 Matt 18:20| 20 Want waar twee of drie vergaderd zijn in
616 Matt 19:5 | vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn; ~
617 Matt 19:6 | 6 Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen
618 Matt 20:21| Hem: Zeg, dat deze mijn twee zonen zitten mogen, de een
619 Matt 20:24| het zeer kwalijk van de twee broeders. ~
620 Matt 20:30| 30 En ziet, twee blinden, zittende aan den
621 Matt 21:1 | Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen, zeggende tot
622 Matt 21:28| wat dunkt u? Een mens had twee zonen, en gaande tot den
623 Matt 21:31| 31 Wie van deze twee heeft den wil des vaders
624 Matt 22:40| 40 Aan deze twee geboden hangt de ganse wet
625 Matt 24:40| 40 Alsdan zullen er twee op den akker zijn, de een
626 Matt 24:41| 41 Er zullen twee vrouwen malen in den molen,
627 Matt 25:15| talenten, en den anderen twee, en den derden een, een
628 Matt 25:17| 17 Desgelijks ook die de twee ontvangen had, die won ook
629 Matt 25:17| had, die won ook andere twee. ~
630 Matt 25:22| 22 En die de twee talenten ontvangen had,
631 Matt 25:22| tot hem, en zeide: Heer, twee talenten hebt gij mij gegeven;
632 Matt 25:22| hebt gij mij gegeven; zie, twee andere talenten heb ik boven
633 Matt 26:2 | 2 Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, en
634 Matt 26:37| Zich nemende Petrus, en de twee zonen van Zebedeus, begon
635 Matt 26:61| Maar ten laatste kwamen twee valse getuigen, en zeiden:
636 Matt 27:21| tot hen: Welke van deze twee wilt gij, dat ik u zal loslaten?
637 Matt 27:38| 38 Toen werden met Hem twee moordenaars gekruisigd,
638 Mark 5:13| daar waren er nu omtrent twee duizend), en versmoorden
639 Mark 6:7 | begon hen uit te zenden twee en twee, en gaf hun macht
640 Mark 6:7 | hen uit te zenden twee en twee, en gaf hun macht over de
641 Mark 6:9 | zouden aanbinden, en met geen twee rokken gekleed zijn. ~
642 Mark 6:38| hadden, zeiden zij: Vijf, en twee vissen. ~
643 Mark 6:41| Hij de vijf broden en de twee vissen genomen had, zag
644 Mark 6:41| zouden voorleggen, en de twee vissen deelde Hij voor allen. ~
645 Mark 9:43| leven in te gaan, dan de twee handen hebbende, heen te
646 Mark 9:45| leven in te gaan, dan de twee voeten hebbende, geworpen
647 Mark 9:47| Koninkrijk Gods in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse
648 Mark 10:8 | 8 En die twee zullen tot een vlees zijn,
649 Mark 10:8 | alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees. ~
650 Mark 11:1 | den Olijfberg, zond Hij twee van Zijn discipelen uit, ~
651 Mark 12:42| kwam een arme weduwe, die twee kleine penningen daarin
652 Mark 14:1 | ongehevelde broden was na twee dagen. En de overpriesters
653 Mark 14:13| 13 En Hij zond twee van Zijn discipelen uit,
654 Mark 15:27| En zij kruisigden met Hem twee moordenaars, een aan Zijn
655 Mark 16:12| een andere gedaante, aan twee van hen, daar zij wandelden,
656 Luk 2:24 | een paar tortelduiven, of twee jonge duiven. ~
657 Luk 3:11 | antwoordende, zeide tot hen: Die twee rokken heeft, dele hem mede,
658 Luk 5:2 | 2 En Hij zag twee schepen aan den oever van
659 Luk 7:19 | 19 En Johannes, zekere twee van zijn discipelen tot
660 Luk 7:41 | Een zeker schuldheer had twee schuldenaars; de een was
661 Luk 9:3 | geld; noch iemand van u zal twee rokken hebben. ~
662 Luk 9:13 | meer dan vijf broden, en twee vissen; tenzij dan dat wij
663 Luk 9:16 | Hij, de vijf broden en de twee vissen genomen hebbende,
664 Luk 9:30 | 30 En ziet, twee mannen spraken met Hem,
665 Luk 9:32 | Zijn heerlijkheid, en de twee mannen, die bij Hem stonden. ~
666 Luk 10:1 | heen voor Zijn aangezicht, twee en twee, in iedere stad
667 Luk 10:1 | Zijn aangezicht, twee en twee, in iedere stad en plaats,
668 Luk 10:35 | daags weggaande, langde hij twee penningen uit, en gaf ze
669 Luk 12:6 | vijf musjes verkocht voor twee penningskens? En niet een
670 Luk 12:52 | verdeeld zijn, drie tegen twee, en twee tegen drie. ~
671 Luk 12:52 | zijn, drie tegen twee, en twee tegen drie. ~
672 Luk 15:11 | zeide: Een zeker mens had twee zonen. ~
673 Luk 16:13 | 13 Geen huisknecht kan twee heren dienen; want of hij
674 Luk 17:34 | u: In dien nacht zullen twee op een bed zijn; de een
675 Luk 17:35 | 35 Twee vrouwen zullen te zamen
676 Luk 17:36 | 36 Twee zullen op den akker zijn;
677 Luk 18:10 | 10 Twee mensen gingen op in den
678 Luk 19:29 | genaamd den Olijfberg, dat Hij twee van Zijn discipelen uitzond, ~
679 Luk 21:2 | ook een zekere arme weduwe twee kleine penningen daarin
680 Luk 22:38 | zeiden: Heere! zie hier twee zwaarden. En Hij zeide tot
681 Luk 23:32 | 32 En er werden ook twee anderen, zijnde kwaaddoeners,
682 Luk 24:4 | twijfelmoedig waren, zie, twee mannen stonden bij haar
683 Luk 24:13 | 13 En zie, twee van hen gingen op denzelfden
684 Joha 1:35| wederom stond Johannes, en twee uit zijn discipelen. ~
685 Joha 1:37| 37 En die twee discipelen hoorden hem dat
686 Joha 1:41| Simon Petrus, was een van de twee, die het van Johannes gehoord
687 Joha 2:6 | der Joden, elk houdende twee of drie metreten. ~
688 Joha 4:40| bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen. ~
689 Joha 4:43| 43 En na de twee dagen ging Hij van daar
690 Joha 6:9 | vijf gerstebroden heeft, en twee visjes; maar wat zijn deze
691 Joha 8:17| geschreven, dat de getuigenis van twee mensen waarachtig is. ~
692 Joha 11:6 | was, toen bleef Hij nog twee dagen in de plaats, waar
693 Joha 19:18| Hem kruisten, en met Hem twee anderen, aan elke zijde
694 Joha 20:4 | 4 En deze twee liepen tegelijk; en de andere
695 Joha 20:12| 12 En zag twee engelen in witte klederen
696 Joha 21:2 | de zonen van Zebedeus, en twee anderen van Zijn discipelen. ~
697 Hand 1:10| terwijl Hij heenvoer, ziet, twee mannen stonden bij hen in
698 Hand 1:23| 23 En zij stelden er twee, Jozef, genaamd Barsabas,
699 Hand 1:24| van allen, wijs van deze twee een aan, dien Gij uitverkoren
700 Hand 5:7 | weggegaan was, riep hij twee van zijn huisknechten, en
701 Hand 6:36| dienzelfden nacht tussen twee krijgsknechten, gebonden
702 Hand 6:36| krijgsknechten, gebonden met twee ketenen; en de wachters
703 Hand 13:10| 10 En dit geschiedde twee jaren lang, alzo dat allen,
704 Hand 13:22| naar Macedonie gezonden had twee van degenen, die hem dienden,
705 Hand 13:34| allen, roepende omtrent twee uren lang: Groot is de Diana
706 Hand 15:33| en beval, dat men hem met twee ketenen zou binden; en vraagde,
707 Hand 17:23| 23 En zekere twee van de hoofdmannen over
708 Hand 18:27| 27 Maar als twee jaren vervuld waren, kreeg
709 Hand 22:30| 30 En Paulus bleef twee gehele jaren in zijn eigen
710 1Kor 6:16| lichaam met haar is? Want die twee, zegt Hij, zullen tot een
711 1Kor 14:27| taal spreekt, dat het door twee, of ten meeste drie geschiede,
712 1Kor 14:29| 29 En dat twee of drie profeten spreken,
713 2Kor 13:1 | tot u kom; in den mond van twee of drie getuigen zal alle
714 Gal 4:22 | geschreven, dat Abraham twee zonen had, een uit de dienstmaagd,
715 Gal 4:24 | hebben; want deze zijn de twee verbonden; het ene van den
716 Efez 2:15| bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot een nieuwen
717 Efez 5:31| vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot een vlees wezen. ~
718 Fili 1:23| 23 Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende begeerte,
719 1Tim 5:19| beschuldiging aan, anders dan onder twee of drie getuigen. ~
720 Heb 6:18 | 18 Opdat wij, door twee onveranderlijke dingen,
721 Heb 10:28 | zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen; ~
722 Open 9:12| weggegaan, ziet, er komen nog twee weeen na dezen. ~
723 Open 11:2 | de heilige stad vertreden twee en veertig maanden. ~
724 Open 11:3 | 3 En Ik zal Mijn twee getuigen macht geven, en
725 Open 11:4 | 4 Dezen zijn de twee olijfbomen, en de twee kandelaren,
726 Open 11:4 | de twee olijfbomen, en de twee kandelaren, die voor den
727 Open 11:10| geschenken zenden; omdat deze twee profeten degenen, die op
728 Open 12:14| der vrouwe zijn gegeven twee vleugelen eens groten arends,
729 Open 13:5 | gegeven, om zulks te doen, twee en veertig maanden. ~
730 Open 13:11| aarde opkomen, en het had twee hoornen, des Lams hoornen
731 Open 19:20| deszelfs beeld aanbaden. Deze twee zijn levend geworpen in
1-500 | 501-731 |