1-500 | 501-717
Book Chapter: Verse
501 Eze 7:9 | zal niet sparen; Ik zal u geven naar uw wegen, en uw gruwelen
502 Eze 9:10 | zal hun weg op hun hoofd geven. ~
503 Eze 11:17 | u het land Israels geven. ~
504 Eze 11:19 | Ik zal hun enerlei hart geven, en zal een nieuwen geest
505 Eze 11:19 | geest in het binnenste van u geven; en Ik zal het stenen hart
506 Eze 11:19 | zal hun een vlesen hart geven; ~
507 Eze 11:21 | weg zal Ik op hun hoofd geven, spreekt de Heere HEERE. ~
508 Eze 13:6 | niet gezonden heeft; en zij geven hope van het woord te
509 Eze 16:41 | niet meer hoerenloon geven. ~
510 Eze 16:43 | Ik ook uw weg op uw hoofd geven, spreekt de Heere HEERE;
511 Eze 16:61 | zult; want Ik zal u dezelve geven tot dochteren, maar niet
512 Eze 20:4 | Zoudt gij hun recht geven, zoudt gij hun recht geven,
513 Eze 20:4 | geven, zoudt gij hun recht geven, o mensenkind? Maak hun
514 Eze 20:28 | had, om hetzelve hun te geven, zo zagen zij naar allen
515 Eze 20:42 | hetzelve uw vaderen te geven. ~
516 Eze 21:11 | hand des doodslagers te geven. ~
517 Eze 21:27 | recht heeft, en dien Ik dat geven zal. ~
518 Eze 22:2 | gij der bloedstad recht geven? Zoudt gij ze recht geven?
519 Eze 22:2 | geven? Zoudt gij ze recht geven? Ja, maak haar bekend al
520 Eze 22:26 | het onreine en reine geven zij niet te kennen; daartoe
521 Eze 23:31 | Ik haar beker in uw hand geven. ~
522 Eze 23:36 | gij Ohola en Oholiba recht geven? Ja, vertoon haar haar gruwelen. ~
523 Eze 24:19 | Zult gij ons niet te kennen geven, wat ons deze dingen zijn,
524 Eze 25:7 | u den heidenen ten buit geven, en zal u uit de volken
525 Eze 29:19 | koning van Babel, Egypteland geven; en hij zal deszelfs buit
526 Eze 29:21 | en u opening des monds geven in het midden van hen; en
527 Eze 30:24 | Mijn zwaard in zijn hand geven; maar Farao's armen zal
528 Eze 34:27 | des velds zal zijn vrucht geven, en het land zal zijn inkomst
529 Eze 34:27 | het land zal zijn inkomst geven, en zij zullen zeker zijn
530 Eze 36:8 | gij zult weder uw takken geven, en uw vrucht voor Mijn
531 Eze 36:26 | Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwen geest
532 Eze 36:26 | en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u;
533 Eze 36:26 | en zal u een vlesen hart geven. ~
534 Eze 36:27 | En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u;
535 Eze 37:6 | trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden;
536 Eze 37:14 | En Ik zal Mijn Geest in u geven, en gij zult leven, en Ik
537 Eze 37:18 | Zult gij ons niet te kennen geven, wat u deze dingen zijn? ~
538 Eze 39:11 | grafstede in Israel zal geven, het dal der doorgangers
539 Eze 43:19 | HEERE), om Mij te dienen, geven een var, een jong rund,
540 Eze 44:28 | hunlieden geen bezitting geven in Israel; Ik ben hun Bezitting. ~
541 Eze 44:30 | uw deeg den priester geven, om den zegen op uw huis
542 Eze 45:6 | bezitting van de stad zult gij geven de breedte van vijf duizend
543 Eze 45:13 | het zesde deel van een efa geven van een homer gerst. ~
544 Eze 46:16 | zijn zonen een geschenk zal geven van zijn erfenis, dat zullen
545 Eze 46:17 | erfenis een geschenk zal geven aan een van zijn knechten,
546 Eze 47:14 | dat Ik het uw vaderen zou geven; en ditzelve land zal ulieden
547 Eze 47:23 | zult gij hem zijn erfenis geven, spreekt de Heere HEERE. ~ ~
548 Dan 1:5 | wat men ze dag bij dag geven zou van de stukken der spijs
549 Dan 2:2 | zijn dromen te kennen te geven; zij nu kwamen, en
550 Dan 2:4 | de uitlegging te kennen geven. ~
551 Dan 2:7 | de uitlegging te kennen geven. ~
552 Dan 2:9 | uitlegging zult te kennen geven. ~
553 Dan 2:10 | woord zou kunnen te kennen geven; daarom is er geen koning,
554 Dan 2:11 | den koning te kennen kan geven, dan de goden, welker woning
555 Dan 2:16 | een bestemden tijd wilde geven, dat hij den koning de uitlegging
556 Dan 2:24 | de uitlegging te kennen geven. ~
557 Dan 2:27 | koning niet te kennen geven; ~
558 Dan 4:25 | als den ossen, te smaken geven; en gij zult van den dauw
559 Dan 4:32 | men zal u gras te smaken geven, als den ossen, en er zullen
560 Dan 5:7 | uitlegging mij te kennen zal geven, die zal met purper gekleed
561 Dan 5:12 | de uitlegging te kennen geven. ~
562 Dan 5:15 | woorden niet te kennen geven. ~
563 Dan 5:16 | dat gij uitleggingen kunt geven, en knopen ontbinden; nu,
564 Dan 6:3 | zelfs zouden rekenschap geven, opdat de koning geen schade
565 Dan 8:19 | Zie, ik zal u te kennen geven, wat er geschieden zal ten
566 Dan 9:23 | gekomen, om u dat te kennen te geven; want gij zijt een zeer
567 Dan 10:21 | Doch Ik zal u te kennen geven, hetgeen getekend is in
568 Dan 11:2 | u de waarheid te kennen geven; ziet, er zullen nog drie
569 Dan 11:17 | dochter der vrouwen geven, om haar te verderven, maar
570 Dan 11:21 | koninklijke waardigheid niet zal geven; doch hij zal in stilheid
571 Dan 11:30 | wederkerende zal hij acht geven op de verlaters des heiligen
572 Dan 11:37 | vaderen zal hij geen acht geven, noch op de begeerte der
573 Dan 11:37 | zal ook op geen God acht geven, maar hij zal zich boven
574 Hos 2:4 | mijn olie en mijn drank geven. ~
575 Hos 2:14 | 14 En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar
576 Hos 9:14 | hun, HEERE! Wat zult Gij geven? Geef hun een misdragende
577 Joe 2:22 | zullen hun vermogen geven. ~
578 Joe 2:23 | uw God; want Hij zal u geven dien Leraar ter gerechtigheid;
579 Joe 2:30 | En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde:
580 Joe 3:16 | uit Jeruzalem Zijn stem geven, dat hemel en aarde beven
581 Mic 6:7 | Zal ik mijn eerstgeborene geven voor mijn overtreding, de
582 Mic 7:20 | Abraham de goedertierenheid geven, die Gij onzen vaderen van
583 Zac 3:7 | en Ik zal u wandelingen geven onder dezen, die hier staan. ~
584 Zac 8:12 | wijnstok zal zijn vrucht geven, en de aarde zal haar inkomen
585 Zac 8:12 | de aarde zal haar inkomen geven, en de hemelen zullen hun
586 Zac 8:12 | hemelen zullen hun dauw geven; en Ik zal het overblijfsel
587 Zac 10:1 | Hij zal hun regen genoeg geven voor ieder kruid op het
588 Zac 13:8 | uitgeroeid worden, en den geest geven; maar het derde deel zal
589 Mal 2:2 | nemen, om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE der heirscharen,
590 Matt 4:9 | Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij, nedervallende,
591 Matt 7:9 | brood, die hem een steen zal geven? ~
592 Matt 7:10| bidden, die hem een slang zal geven? ~
593 Matt 7:11| kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw
594 Matt 7:11| hemelen is, goede gaven geven dengenen, die ze van Hem
595 Matt 11:1 | twaalf discipelen bevelen te geven, dat Hij van daar voortging,
596 Matt 11:28| belast zijt, en Ik zal u rust geven. ~
597 Matt 12:36| hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels. ~
598 Matt 14:7 | haar met ede beloofde te geven, wat zij ook eisen zou. ~
599 Matt 16:19| 19 En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk
600 Matt 16:26| ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel? ~
601 Matt 17:27| opdat wij hun geen aanstoot geven, ga heen naar de zee, werp
602 Matt 19:7 | geboden een scheidbrief te geven en haar te verlaten? ~
603 Matt 19:18| zult geen valse getuigenis geven; ~
604 Matt 20:4 | zo wat recht is, zal ik u geven. En zij gingen. ~
605 Matt 20:14| Ik wil deze laatsten ook geven, gelijk als u. ~
606 Matt 20:23| hand staat bij Mij niet te geven, maar het zal gegeven worden
607 Matt 20:28| dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. ~
608 Matt 21:41| vruchten op haar tijden zullen geven. ~
609 Matt 22:17| den keizer schatting te geven of niet? ~
610 Matt 24:29| zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van
611 Matt 24:45| hunlieder hun voedsel te geven ter rechter tijd? ~
612 Matt 26:15| zeide: Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren?
613 Mark 5:43| dat men haar zou te eten geven. ~ ~
614 Mark 6:22| ook wilt, en ik zal het u geven. ~
615 Mark 6:23| mij zult eisen, zal ik u geven, ook tot de helft mijns
616 Mark 6:37| penningen brood, en hun te eten geven? ~
617 Mark 8:37| 37 Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel? ~
618 Mark 9:41| beker water zal te drinken geven in Mijn Naam, omdat gij
619 Mark 10:19| zult geen valse getuigenis geven; gij zult niemand te kort
620 Mark 10:40| hand staat bij Mij niet te geven; maar het zal gegeven worden
621 Mark 10:45| dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. ~
622 Mark 12:9 | den wijngaard aan anderen geven. ~
623 Mark 12:14| den keizer schatting te geven, of niet? Zullen wij geven,
624 Mark 12:14| geven, of niet? Zullen wij geven, of niet geven? ~
625 Mark 12:14| Zullen wij geven, of niet geven? ~
626 Mark 13:24| zal haar schijnsel niet geven. ~
627 Mark 14:11| en beloofden hem geld te geven; en hij zocht, hoe hij Hem
628 Luk 1:32 | troon van Zijn vader David geven. ~
629 Luk 1:73 | gezworen heeft, om ons te geven, ~
630 Luk 1:77 | kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden. ~
631 Luk 4:6 | heerlijkheid derzelver koninkrijken geven; want zij is mij overgegeven,
632 Luk 6:38 | maat zal men in uw schoot geven; want met dezelfde maat,
633 Luk 8:55 | gebood, dat men haar te eten geven zoude. ~
634 Luk 11:7 | kan niet opstaan, om u te geven. ~
635 Luk 11:8 | niet zou opstaan en hem geven, omdat hij zijn vriend is,
636 Luk 11:8 | zal hij opstaan, en hem geven zoveel als hij er behoeft. ~
637 Luk 11:11 | bidt, zal hem een steen geven, of ook om een vis, zal
638 Luk 11:11 | hem voor een vis een slang geven? ~
639 Luk 11:12 | zal hij hem een schorpioen geven? ~
640 Luk 11:13 | kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de
641 Luk 11:13 | Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden? ~
642 Luk 12:32 | ulieden het Koninkrijk te geven. ~
643 Luk 12:42 | bescheiden deel spijze te geven? ~
644 Luk 12:51 | gekomen ben, om vrede te geven op de aarde? Neen, zeg Ik
645 Luk 16:12 | geweest, wie zal u het uwe geven? ~
646 Luk 17:18 | wederkeren, om Gode eer te geven, dan deze vreemdeling? ~
647 Luk 18:20 | zult geen valse getuigenis geven; eer uw vader en uw moeder. ~
648 Luk 20:10 | de vrucht des wijngaards geven zouden; maar de landlieden
649 Luk 20:16 | den wijngaard aan anderen geven. En als zij dat hoorden,
650 Luk 20:22 | den keizer schatting te geven, of niet? ~
651 Luk 21:15 | Ik zal u mond en wijsheid geven, welke niet zullen kunnen
652 Luk 21:25 | watergolven groot geluid zullen geven; ~
653 Luk 22:5 | geworden, dat zij hem geld geven zouden. ~
654 Luk 23:2 | den keizer schattingen te geven, zeggende, dat Hij Zelf
655 Joha 1:22| gij? opdat wij antwoord geven mogen dengenen, die ons
656 Joha 4:14| van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid
657 Joha 4:14| het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein
658 Joha 6:27| Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God
659 Joha 6:51| leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk
660 Joha 6:51| is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. ~
661 Joha 6:52| deze Zijn vlees te eten geven? ~
662 Joha 11:22| begeren zult, God U het geven zal. ~
663 Joha 11:57| was, hij het zou te kennen geven, opdat zij Hem mochten vangen. ~ ~
664 Joha 13:26| als Ik ze ingedoopt heb, geven zal. En als Hij de bete
665 Joha 13:29| of, dat hij den armen wat geven zou. ~
666 Joha 14:16| zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve
667 Joha 16:23| Mijn Naam, dat zal Hij u geven. ~
668 Joha 18:37| der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit
669 Hand 2:19| 19 En Ik zal wonderen geven in den hemel boven, en tekenen
670 Hand 2:27| noch zult Uw Heilige over geven, om verderving te zien. ~
671 Hand 5:43| 43 Dezen geven getuigenis al de profeten,
672 Hand 7:34| de weldadigheden Davids geven, die getrouw zijn; ~
673 Hand 7:35| zult Uw Heilige niet over geven, om verderving te zien. ~
674 Hand 13:40| wij reden zullen kunnen geven van deze oploop. En dit
675 Hand 14:32| bouwen, en u een erfdeel te geven onder al de geheiligden. ~
676 Hand 14:35| heeft: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen. ~
677 Hand 19:16| uit gunst ter dood over te geven, eer de beschuldigde de
678 Hand 19:27| tegen hem zijn, te kennen te geven. ~ ~
679 Rom 13:9 | zult geen valse getuigenis geven, gij zult niet begeren;
680 Rom 14:12 | zichzelven Gode rekenschap geven. ~
681 1Kor 5:5 | 5 Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf
682 1Kor 9:12| niet enige verhindering geven aan het Evangelie van Christus. ~
683 1Kor 10:13| verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen. ~
684 1Kor 10:32| Weest zonder aanstoot te geven, en den Joden, en den Grieken,
685 1Kor 13:3 | het mij geen nuttigheid geven. ~
686 1Kor 14:7 | levenloze dingen, die geluid geven, hetzij fluit, hetzij citer,
687 1Kor 14:7 | onderscheid met hun klank geven, hoe zal bekend worden,
688 2Kor 4:6 | harten geschenen heeft, om te geven verlichting der kennis der
689 2Kor 5:12| niet wederom aan, maar wij geven u oorzaak van roem over
690 2Kor 6:3 | 3 Wij geven geen aanstoot in enig ding,
691 Fili 1:10| zijt, en zonder aanstoot te geven, tot den dag van Christus; ~
692 2The 3:9 | maar opdat wij onszelven u geven zouden tot een voorbeeld,
693 1Tim 5:14| lastering aan de wederpartij geven. ~
694 2Tim 4:8 | rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij,
695 Heb 8:10 | Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik
696 Heb 10:16 | Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal
697 Heb 11:11 | kracht ontvangen, om zaad te geven, en boven den tijd haars
698 Heb 13:17 | zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen
699 Jako 2:16| gijlieden zoudt hun niet geven de nooddruftigheden des
700 1Pet 4:5 | Dewelke zullen rekenschap geven Dengene, Die bereid staat
701 1Joh 5:16| en Hij zal hem het leven geven, dengenen, zeg ik, die zondigen
702 Open 2:7 | Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom des
703 Open 2:10| tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens. ~
704 Open 2:17| Die overwint, Ik zal hem geven te eten van het manna, dat
705 Open 2:17| verborgen is, en Ik zal hem geven een witten keursteen, en
706 Open 2:23| onderzoek. En Ik zal ulieden geven een iegelijk naar uw werken. ~
707 Open 2:26| bewaart, Ik zal hem macht geven over de heidenen; ~
708 Open 2:28| Ik zal hem de morgenster geven. ~
709 Open 3:21| Die overwint, Ik zal hem geven met Mij te zitten in Mijn
710 Open 11:3 | Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren
711 Open 11:18| worden, en om het loon te geven Uw dienstknechten, den profeten,
712 Open 13:15| van het beest een geest te geven, opdat het beeld van het
713 Open 16:9 | om Hem heerlijkheid te geven. ~
714 Open 16:19| geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn
715 Open 17:17| hun koninkrijk het beest geven, totdat de woorden Gods
716 Open 19:7 | en Hem de heerlijkheid geven; want de bruiloft des Lams
717 Open 21:6 | Einde. Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water
1-500 | 501-717 |