Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
geveinsden 17
geveinsdheid 5
geveld 1
geven 717
gevende 21
gever 1
geverfd 1
Frequency    [«  »]
732 wie
731 twee
718 gegeven
717 geven
709 mannen
703 gedaan
700 zie

Bijbel

IntraText - Concordances

geven

1-500 | 501-717

    Book Chapter: Verse
501 Eze 7:9 | zal niet sparen; Ik zal u geven naar uw wegen, en uw gruwelen 502 Eze 9:10 | zal hun weg op hun hoofd geven. ~ 503 Eze 11:17 | u het land Israels      geven. ~ 504 Eze 11:19 | Ik zal hun enerlei hart geven, en zal een nieuwen geest 505 Eze 11:19 | geest in het binnenste van u geven; en Ik zal het stenen hart 506 Eze 11:19 | zal hun een vlesen hart geven; ~ 507 Eze 11:21 | weg zal Ik op hun hoofd geven, spreekt de Heere HEERE. ~ 508 Eze 13:6 | niet gezonden heeft; en zij geven hope van het woord te      509 Eze 16:41 | niet meer      hoerenloon geven. ~ 510 Eze 16:43 | Ik ook uw weg op uw hoofd geven, spreekt de Heere      HEERE; 511 Eze 16:61 | zult; want Ik zal u dezelve geven tot dochteren, maar niet 512 Eze 20:4 | Zoudt gij hun recht geven, zoudt gij hun recht geven, 513 Eze 20:4 | geven, zoudt gij hun recht geven, o mensenkind? Maak hun 514 Eze 20:28 | had, om hetzelve hun te geven, zo zagen zij naar allen 515 Eze 20:42 | hetzelve uw vaderen te      geven. ~ 516 Eze 21:11 | hand des doodslagers te geven. ~ 517 Eze 21:27 | recht heeft, en dien Ik dat geven zal. ~ 518 Eze 22:2 | gij der bloedstad recht geven? Zoudt gij ze recht geven? 519 Eze 22:2 | geven? Zoudt gij ze recht geven? Ja, maak haar bekend al 520 Eze 22:26 | het      onreine en reine geven zij niet te kennen; daartoe 521 Eze 23:31 | Ik haar beker in uw hand geven. ~ 522 Eze 23:36 | gij Ohola en Oholiba recht geven? Ja, vertoon haar haar gruwelen. ~ 523 Eze 24:19 | Zult gij ons niet te kennen geven, wat ons deze dingen zijn, 524 Eze 25:7 | u den heidenen ten buit geven, en zal u uit de volken 525 Eze 29:19 | koning van Babel, Egypteland geven; en hij zal deszelfs buit 526 Eze 29:21 | en u opening des monds geven in het midden van hen; en 527 Eze 30:24 | Mijn zwaard in zijn hand geven; maar Farao's armen zal 528 Eze 34:27 | des velds zal zijn vrucht geven, en het land zal zijn inkomst 529 Eze 34:27 | het land zal zijn inkomst geven, en zij zullen zeker zijn 530 Eze 36:8 | gij zult weder uw takken geven, en uw vrucht voor Mijn 531 Eze 36:26 | Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwen geest 532 Eze 36:26 | en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u; 533 Eze 36:26 | en zal u een vlesen hart geven. ~ 534 Eze 36:27 | En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u; 535 Eze 37:6 | trekken, en den geest in u geven, en gij zult levend worden; 536 Eze 37:14 | En Ik zal Mijn Geest in u geven, en gij zult leven, en Ik 537 Eze 37:18 | Zult gij ons niet te kennen geven, wat u deze dingen zijn? ~ 538 Eze 39:11 | grafstede in Israel zal geven, het dal der doorgangers 539 Eze 43:19 | HEERE), om Mij te dienen, geven een var, een jong rund, 540 Eze 44:28 | hunlieden geen bezitting geven in Israel; Ik ben hun Bezitting. ~ 541 Eze 44:30 | uw deeg den      priester geven, om den zegen op uw huis 542 Eze 45:6 | bezitting van de stad zult gij geven de breedte van vijf duizend 543 Eze 45:13 | het zesde deel van een efa geven van een homer gerst. ~ 544 Eze 46:16 | zijn zonen een geschenk zal geven van zijn erfenis, dat zullen 545 Eze 46:17 | erfenis een geschenk zal geven aan een van zijn knechten, 546 Eze 47:14 | dat Ik het uw vaderen zou geven; en ditzelve land zal ulieden 547 Eze 47:23 | zult gij hem zijn erfenis geven, spreekt de Heere HEERE. ~  ~ 548 Dan 1:5 | wat men ze dag bij dag geven zou van de stukken der spijs 549 Dan 2:2 | zijn dromen te kennen te geven; zij nu kwamen,      en 550 Dan 2:4 | de uitlegging te kennen geven. ~ 551 Dan 2:7 | de uitlegging te kennen geven. ~ 552 Dan 2:9 | uitlegging zult te kennen geven. ~ 553 Dan 2:10 | woord zou kunnen te kennen geven; daarom is er geen koning,      554 Dan 2:11 | den koning te kennen kan geven, dan de goden, welker woning 555 Dan 2:16 | een bestemden tijd wilde geven, dat hij den koning de uitlegging 556 Dan 2:24 | de uitlegging te kennen geven. ~ 557 Dan 2:27 | koning niet te      kennen geven; ~ 558 Dan 4:25 | als den ossen, te smaken geven; en gij zult van den dauw      559 Dan 4:32 | men zal u gras te smaken geven, als den ossen, en er zullen 560 Dan 5:7 | uitlegging mij te kennen zal geven, die zal met purper gekleed 561 Dan 5:12 | de uitlegging te kennen geven. ~ 562 Dan 5:15 | woorden niet      te kennen geven. ~ 563 Dan 5:16 | dat gij uitleggingen kunt geven, en knopen ontbinden; nu, 564 Dan 6:3 | zelfs zouden rekenschap geven, opdat de koning geen schade 565 Dan 8:19 | Zie, ik zal u te kennen geven, wat er geschieden zal ten 566 Dan 9:23 | gekomen, om u dat te kennen te geven; want gij zijt een zeer 567 Dan 10:21 | Doch Ik zal u te kennen geven, hetgeen getekend is in 568 Dan 11:2 | u de waarheid te kennen geven; ziet, er zullen nog drie 569 Dan 11:17 | dochter der      vrouwen geven, om haar te verderven, maar 570 Dan 11:21 | koninklijke waardigheid niet zal geven; doch hij zal in stilheid 571 Dan 11:30 | wederkerende zal hij acht geven op de verlaters des heiligen 572 Dan 11:37 | vaderen zal hij geen acht geven, noch op de begeerte der 573 Dan 11:37 | zal ook op geen God acht geven, maar hij zal zich boven 574 Hos 2:4 | mijn olie en mijn drank geven. ~ 575 Hos 2:14 | 14      En Ik zal haar geven haar wijngaarden van daar 576 Hos 9:14 | hun, HEERE! Wat zult Gij geven? Geef hun een misdragende 577 Joe 2:22 | zullen      hun vermogen geven. ~ 578 Joe 2:23 | uw God; want Hij zal u geven dien Leraar ter gerechtigheid; 579 Joe 2:30 | En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: 580 Joe 3:16 | uit Jeruzalem Zijn stem geven, dat hemel en aarde beven 581 Mic 6:7 | Zal ik mijn eerstgeborene geven voor mijn overtreding, de 582 Mic 7:20 | Abraham de goedertierenheid geven, die Gij onzen vaderen van 583 Zac 3:7 | en Ik zal u wandelingen geven onder dezen, die hier staan. ~ 584 Zac 8:12 | wijnstok zal zijn vrucht geven, en de aarde zal haar inkomen 585 Zac 8:12 | de aarde zal haar inkomen geven, en de hemelen zullen hun 586 Zac 8:12 | hemelen zullen hun dauw geven; en Ik zal het overblijfsel 587 Zac 10:1 | Hij zal hun regen genoeg geven voor ieder kruid op het 588 Zac 13:8 | uitgeroeid worden, en den geest geven; maar het derde deel zal 589 Mal 2:2 | nemen, om Mijn Naam eer te geven, zegt de HEERE der heirscharen, 590 Matt 4:9 | Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij, nedervallende, 591 Matt 7:9 | brood, die hem een steen zal geven? ~ 592 Matt 7:10| bidden, die hem een slang zal geven? ~ 593 Matt 7:11| kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal uw 594 Matt 7:11| hemelen is, goede gaven geven dengenen, die ze van Hem 595 Matt 11:1 | twaalf discipelen bevelen te geven, dat Hij van daar voortging, 596 Matt 11:28| belast zijt, en Ik zal u rust geven. ~ 597 Matt 12:36| hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels. ~ 598 Matt 14:7 | haar met ede beloofde te geven, wat zij ook eisen zou. ~ 599 Matt 16:19| 19 En Ik zal u geven de sleutelen van het Koninkrijk 600 Matt 16:26| ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel? ~ 601 Matt 17:27| opdat wij hun geen aanstoot geven, ga heen naar de zee, werp 602 Matt 19:7 | geboden een scheidbrief te geven en haar te verlaten? ~ 603 Matt 19:18| zult geen valse getuigenis geven; ~ 604 Matt 20:4 | zo wat recht is, zal ik u geven. En zij gingen. ~ 605 Matt 20:14| Ik wil deze laatsten ook geven, gelijk als u. ~ 606 Matt 20:23| hand staat bij Mij niet te geven, maar het zal gegeven worden 607 Matt 20:28| dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. ~ 608 Matt 21:41| vruchten op haar tijden zullen geven. ~ 609 Matt 22:17| den keizer schatting te geven of niet? ~ 610 Matt 24:29| zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van 611 Matt 24:45| hunlieder hun voedsel te geven ter rechter tijd? ~ 612 Matt 26:15| zeide: Wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren? 613 Mark 5:43| dat men haar zou te eten geven. ~  ~ 614 Mark 6:22| ook wilt, en ik zal het u geven. ~ 615 Mark 6:23| mij zult eisen, zal ik u geven, ook tot de helft mijns 616 Mark 6:37| penningen brood, en hun te eten geven? ~ 617 Mark 8:37| 37 Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel? ~ 618 Mark 9:41| beker water zal te drinken geven in Mijn Naam, omdat gij 619 Mark 10:19| zult geen valse getuigenis geven; gij zult niemand te kort 620 Mark 10:40| hand staat bij Mij niet te geven; maar het zal gegeven worden 621 Mark 10:45| dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. ~ 622 Mark 12:9 | den wijngaard aan anderen geven. ~ 623 Mark 12:14| den keizer schatting te geven, of niet? Zullen wij geven, 624 Mark 12:14| geven, of niet? Zullen wij geven, of niet geven? ~ 625 Mark 12:14| Zullen wij geven, of niet geven? ~ 626 Mark 13:24| zal haar schijnsel niet geven. ~ 627 Mark 14:11| en beloofden hem geld te geven; en hij zocht, hoe hij Hem 628 Luk 1:32 | troon van Zijn vader David geven. ~ 629 Luk 1:73 | gezworen heeft, om ons te geven, ~ 630 Luk 1:77 | kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden. ~ 631 Luk 4:6 | heerlijkheid derzelver koninkrijken geven; want zij is mij overgegeven, 632 Luk 6:38 | maat zal men in uw schoot geven; want met dezelfde maat, 633 Luk 8:55 | gebood, dat men haar te eten geven zoude. ~ 634 Luk 11:7 | kan niet opstaan, om u te geven. ~ 635 Luk 11:8 | niet zou opstaan en hem geven, omdat hij zijn vriend is, 636 Luk 11:8 | zal hij opstaan, en hem geven zoveel als hij er behoeft. ~ 637 Luk 11:11 | bidt, zal hem een steen geven, of ook om een vis, zal 638 Luk 11:11 | hem voor een vis een slang geven? ~ 639 Luk 11:12 | zal hij hem een schorpioen geven? ~ 640 Luk 11:13 | kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de 641 Luk 11:13 | Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden? ~ 642 Luk 12:32 | ulieden het Koninkrijk te geven. ~ 643 Luk 12:42 | bescheiden deel spijze te geven? ~ 644 Luk 12:51 | gekomen ben, om vrede te geven op de aarde? Neen, zeg Ik 645 Luk 16:12 | geweest, wie zal u het uwe geven? ~ 646 Luk 17:18 | wederkeren, om Gode eer te geven, dan deze vreemdeling? ~ 647 Luk 18:20 | zult geen valse getuigenis geven; eer uw vader en uw moeder. ~ 648 Luk 20:10 | de vrucht des wijngaards geven zouden; maar de landlieden 649 Luk 20:16 | den wijngaard aan anderen geven. En als zij dat hoorden, 650 Luk 20:22 | den keizer schatting te geven, of niet? ~ 651 Luk 21:15 | Ik zal u mond en wijsheid geven, welke niet zullen kunnen 652 Luk 21:25 | watergolven groot geluid zullen geven; ~ 653 Luk 22:5 | geworden, dat zij hem geld geven zouden. ~ 654 Luk 23:2 | den keizer schattingen te geven, zeggende, dat Hij Zelf 655 Joha 1:22| gij? opdat wij antwoord geven mogen dengenen, die ons 656 Joha 4:14| van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid 657 Joha 4:14| het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein 658 Joha 6:27| Zoon des mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God 659 Joha 6:51| leven. En het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk 660 Joha 6:51| is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. ~ 661 Joha 6:52| deze Zijn vlees te eten geven? ~ 662 Joha 11:22| begeren zult, God U het geven zal. ~ 663 Joha 11:57| was, hij het zou te kennen geven, opdat zij Hem mochten vangen. ~  ~ 664 Joha 13:26| als Ik ze ingedoopt heb, geven zal. En als Hij de bete 665 Joha 13:29| of, dat hij den armen wat geven zou. ~ 666 Joha 14:16| zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve 667 Joha 16:23| Mijn Naam, dat zal Hij u geven. ~ 668 Joha 18:37| der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit 669 Hand 2:19| 19 En Ik zal wonderen geven in den hemel boven, en tekenen 670 Hand 2:27| noch zult Uw Heilige over geven, om verderving te zien. ~ 671 Hand 5:43| 43 Dezen geven getuigenis al de profeten, 672 Hand 7:34| de weldadigheden Davids geven, die getrouw zijn; ~ 673 Hand 7:35| zult Uw Heilige niet over geven, om verderving te zien. ~ 674 Hand 13:40| wij reden zullen kunnen geven van deze oploop. En dit 675 Hand 14:32| bouwen, en u een erfdeel te geven onder al de geheiligden. ~ 676 Hand 14:35| heeft: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen. ~ 677 Hand 19:16| uit gunst ter dood over te geven, eer de beschuldigde de 678 Hand 19:27| tegen hem zijn, te kennen te geven. ~  ~ 679 Rom 13:9 | zult geen valse getuigenis geven, gij zult niet begeren; 680 Rom 14:12 | zichzelven Gode rekenschap geven. ~ 681 1Kor 5:5 | 5 Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf 682 1Kor 9:12| niet enige verhindering geven aan het Evangelie van Christus. ~ 683 1Kor 10:13| verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen. ~ 684 1Kor 10:32| Weest zonder aanstoot te geven, en den Joden, en den Grieken, 685 1Kor 13:3 | het mij geen nuttigheid geven. ~ 686 1Kor 14:7 | levenloze dingen, die geluid geven, hetzij fluit, hetzij citer, 687 1Kor 14:7 | onderscheid met hun klank geven, hoe zal bekend worden, 688 2Kor 4:6 | harten geschenen heeft, om te geven verlichting der kennis der 689 2Kor 5:12| niet wederom aan, maar wij geven u oorzaak van roem over 690 2Kor 6:3 | 3 Wij geven geen aanstoot in enig ding, 691 Fili 1:10| zijt, en zonder aanstoot te geven, tot den dag van Christus; ~ 692 2The 3:9 | maar opdat wij onszelven u geven zouden tot een voorbeeld, 693 1Tim 5:14| lastering aan de wederpartij geven. ~ 694 2Tim 4:8 | rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij, 695 Heb 8:10 | Mijn wetten in hun verstand geven, en in hun harten zal Ik 696 Heb 10:16 | Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal 697 Heb 11:11 | kracht ontvangen, om zaad te geven, en boven den tijd haars 698 Heb 13:17 | zielen, als die rekenschap geven zullen; opdat zij dat doen 699 Jako 2:16| gijlieden zoudt hun niet geven de nooddruftigheden des 700 1Pet 4:5 | Dewelke zullen rekenschap geven Dengene, Die bereid staat 701 1Joh 5:16| en Hij zal hem het leven geven, dengenen, zeg ik, die zondigen 702 Open 2:7 | Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom des 703 Open 2:10| tot den dood, en Ik zal u geven de kroon des levens. ~ 704 Open 2:17| Die overwint, Ik zal hem geven te eten van het manna, dat 705 Open 2:17| verborgen is, en Ik zal hem geven een witten keursteen, en 706 Open 2:23| onderzoek. En Ik zal ulieden geven een iegelijk naar uw werken. ~ 707 Open 2:26| bewaart, Ik zal hem macht geven over de heidenen; ~ 708 Open 2:28| Ik zal hem de morgenster geven. ~ 709 Open 3:21| Die overwint, Ik zal hem geven met Mij te zitten in Mijn 710 Open 11:3 | Mijn twee getuigen macht geven, en zij zullen profeteren 711 Open 11:18| worden, en om het loon te geven Uw dienstknechten, den profeten, 712 Open 13:15| van het beest een geest te geven, opdat het beeld van het 713 Open 16:9 | om Hem heerlijkheid te geven. ~ 714 Open 16:19| geworden voor God, om haar te geven den drinkbeker van den wijn 715 Open 17:17| hun koninkrijk het beest geven, totdat de woorden Gods 716 Open 19:7 | en Hem de heerlijkheid geven; want de bruiloft des Lams 717 Open 21:6 | Einde. Ik zal den dorstige geven uit de fontein van het water


1-500 | 501-717

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License