1-500 | 501-703
Book Chapter: Verse
1 Gen 3:13 | vrouw: Wat is dit, dat gij gedaan hebt? En de vrouw zeide:
2 Gen 3:14 | die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt
3 Gen 4:10 | Hij zeide: Wat hebt gij gedaan? daar is een stem des bloeds
4 Gen 8:21 | levende slaan, gelijk als Ik gedaan heb. ~
5 Gen 9:24 | wat zijn kleinste zoon hem gedaan had. ~
6 Gen 12:18 | Wat is dit, dat gij mij gedaan hebt? waarom hebt gij mij
7 Gen 17:21 | gekomen is, het uiterste gedaan hebben, en zo niet, Ik zal
8 Gen 18:19 | gemaakt, die Gij aan mij gedaan hebt, om mijn ziel te behouden
9 Gen 19:5 | mijner handen, heb ik dit gedaan. ~
10 Gen 19:6 | in oprechtheid uws harten gedaan hebt, en Ik heb u ook belet
11 Gen 19:9 | tot hem: Wat hebt gij ons gedaan? en wat heb ik tegen u gezondigd,
12 Gen 19:9 | gij hebt daden met mij gedaan, die niet zouden gedaan
13 Gen 19:9 | gedaan, die niet zouden gedaan worden. ~
14 Gen 19:10 | gezien, dat gij deze zaak gedaan hebt? ~
15 Gen 20:23 | weldadigheid, die ik bij u gedaan heb, zult gij doen bij mij,
16 Gen 20:26 | niet geweten, wie dit stuk gedaan heeft; en ook hebt gij het
17 Gen 21:16 | daarom dat gij deze zaak gedaan hebt, en uw zoon, uw enige,
18 Gen 23:14 | weldadigheid bij mijn heer gedaan hebt. ~
19 Gen 23:66 | Izak al de zaken, die hij gedaan had. ~
20 Gen 24:10 | Wat is dit, dat gij ons gedaan hebt? Lichtelijk had een
21 Gen 24:29 | wij bij u alleenlijk goed gedaan hebben, en hebben u in vrede
22 Gen 25:19 | uw eerstgeborene; ik heb gedaan, gelijk als gij tot mij
23 Gen 25:45 | vergeten hebbe, hetgeen gij hem gedaan hebt; dan zal ik zenden,
24 Gen 26:15 | verlaten, totdat Ik zal gedaan hebben, hetgeen Ik tot u
25 Gen 27:25 | Wat is dit, dat gij mij gedaan hebt; heb ik niet bij u
26 Gen 28:26 | tot Jakob: Wat hebt gij gedaan, dat gij u aan mijn hart
27 Gen 29:10 | trouw, die Gij aan Uw knecht gedaan hebt; want ik ben met mijn
28 Gen 31:7 | hij dwaasheid in Israel gedaan had, Jakobs dochter beslapende,
29 Gen 31:7 | hetwelk alzo niet zoude gedaan worden. ~
30 Gen 36:19 | woorden heeft mij uw knecht gedaan, zo ontstak zijn toorn. ~
31 Gen 36:38 | en ook heb ik hier niets gedaan, dat zij mij in dezen kuil
32 Gen 36:39 | hij een goede uitlegging gedaan had, zo zeide hij tot Jozef:
33 Gen 38:28 | Wat is dit, dat ons God gedaan heeft? ~
34 Gen 39:6 | hebt gij zo kwalijk aan mij gedaan, dat gij dien man te kennen
35 Gen 40:5 | waarnemen zal? Gij hebt kwalijk gedaan, wat gij gedaan hebt. ~
36 Gen 40:5 | kwalijk gedaan, wat gij gedaan hebt. ~
37 Gen 40:15 | Wat daad is dit, die gij gedaan hebt? Weet gij niet, dat
38 Exo 1:18 | Waarom hebt gij deze zaak gedaan, dat gij de knechtjes in
39 Exo 2:4 | verre, om te weten, wat hem gedaan zou worden. ~
40 Exo 5:22 | hebt Gij dit volk kwaad gedaan, waarom hebt Gij mij nu
41 Exo 5:23 | heeft hij dit volk kwaad gedaan; en Gij hebt Uw volk geenszins
42 Exo 11:10 | hebben al deze wonderen gedaan voor Farao's aangezicht;
43 Exo 12:16 | zal geen werk op denzelven gedaan worden; maar wat van iedere
44 Exo 12:35 | kinderen Israels nu hadden gedaan naar het woord van Mozes,
45 Exo 13:8 | om hetgeen de HEERE mij gedaan heeft, toen ik uit Egypte
46 Exo 14:5 | zeiden: Waarom hebben wij dat gedaan, dat wij Israel hebben laten
47 Exo 14:11 | Waarom hebt gij ons dat gedaan, dat gij ons uit Egypte
48 Exo 18:1 | en aan Israel, Zijn volk, gedaan had: dat de HEERE Israel
49 Exo 18:8 | Farao en aan de Egyptenaren gedaan had, om Israels wil; al
50 Exo 18:9 | hetwelk de HEERE Israel gedaan had; dat Hij het verlost
51 Exo 19:4 | wat Ik den Egyptenaren gedaan heb; hoe Ik u op vleugelen
52 Exo 21:31 | naar dat recht zal hem gedaan worden. ~
53 Exo 27:7 | handbomen zullen in de ringen gedaan worden, alzo dat de handbomen
54 Exo 29:33 | welke de verzoening zal gedaan zijn, om hun hand te vullen,
55 Exo 32:8 | en hebben het offerande gedaan, en gezegd: Dit zijn uw
56 Exo 32:21 | Aaron: Wat heeft u dit volk gedaan, dat gij zulk een grote
57 Exo 33:8 | en hebben het offerande gedaan, en gezegd: Dit zijn uw
58 Exo 33:21 | Aaron: Wat heeft u dit volk gedaan, dat gij zulk een grote
59 Lev 4:2 | des HEEREN, dat niet zou gedaan worden, en tegen een van
60 Lev 4:2 | en tegen een van die zal gedaan hebben; ~
61 Lev 4:13 | verborgen is, en zij iets gedaan zullen hebben tegen enige
62 Lev 4:13 | des HEEREN, dat niet zoude gedaan worden, en zijn schuldig
63 Lev 4:20 | hij den var des zondoffers gedaan heeft, alzo zal hij hem
64 Lev 4:22 | zijns Gods, door afdwaling, gedaan zal hebben, hetwelk niet
65 Lev 4:22 | hebben, hetwelk niet zou gedaan worden, zodat hij schuldig
66 Lev 4:27 | geboden des HEEREN, dat niet gedaan zou worden, zodat hij schuldig
67 Lev 5:17 | zal gezondigd hebben, en gedaan tegen een van alle geboden
68 Lev 5:17 | HEEREN, hetwelk niet zou gedaan worden, al is het dat hij
69 Lev 7:7 | die daarmede verzoening gedaan zal hebben. ~
70 Lev 8:34 | 34 Gelijk men gedaan heeft op dezen dag, heeft
71 Lev 9:22 | brandoffer, en dankoffer gedaan had. ~
72 Lev 11:32 | alle vat, waarmede werk gedaan wordt; het zal in het water
73 Lev 11:38 | Maar als water op het zaad gedaan zal worden, en van hun dood
74 Lev 16:15 | met het bloed van den var gedaan heeft, en zal dat sprengen
75 Lev 18:27 | hebben al deze gruwelen gedaan; en het land is onrein geworden. ~
76 Lev 18:30 | inzettingen, die voor u zijn gedaan geweest, en u daarmede niet
77 Lev 20:10 | iemands huisvrouw overspel zal gedaan hebben, dewijl hij met zijns
78 Lev 20:10 | zijns naasten vrouw overspel gedaan heeft, zal zekerlijk gedood
79 Lev 20:12 | een gruwelijke vermenging gedaan; hun bloed is op hen! ~
80 Lev 20:13 | hebben beiden een gruwel gedaan; zij zullen zekerlijk gedood
81 Lev 20:23 | al deze dingen hebben zij gedaan; daarom ben Ik op hen verdrietig
82 Lev 22:61 | enig werk op dienzelven dag gedaan zal hebben, die ziel zal
83 Lev 23:19 | aangebracht hebben; gelijk als hij gedaan heeft, zo zal ook aan hem
84 Lev 23:19 | heeft, zo zal ook aan hem gedaan worden: ~
85 Lev 24:33 | de Levieten lossing zal gedaan hebben, zo zal de koop van
86 Lev 26:8 | desgenen, die de gelofte gedaan heeft, zal kunnen bekomen,
87 Num 5:6 | enige menselijke zonden gedaan zullen hebben, overtreden
88 Num 5:7 | zullen hun zonde, welke zij gedaan hebben, belijden; daarna
89 Num 11:11 | Gij aan Uw knecht kwalijk gedaan, en waarom heb ik geen genade
90 Num 12:11 | waarmede wij zottelijk gedaan, en waarmede wij gezondigd
91 Num 14:11 | Ik in het midden van hen gedaan heb? ~
92 Num 14:22 | Egypte en in de woestijn gedaan heb, en Mij nu tienmaal
93 Num 15:11 | 11 Alzo zal gedaan worden met den enen os,
94 Num 15:22 | afgedwaald zult zijn, en niet gedaan hebben al deze geboden,
95 Num 15:24 | indien iets bij dwaling gedaan, en voor de ogen der vergadering
96 Num 15:30 | 30 Maar de ziel, die iets gedaan zal hebben met opgeheven
97 Num 15:34 | niet verklaard, wat hem gedaan zou worden. ~
98 Num 16:15 | en niet een van hen kwaad gedaan. ~
99 Num 16:29 | over hen een bezoeking zal gedaan worden, naar aller mensen
100 Num 20:15 | ons en onze vaderen kwaad gedaan hebben. ~
101 Num 21:34 | Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt. ~
102 Num 22:2 | Israel aan de Amorieten gedaan had; ~
103 Num 22:28 | Bileam zeide: Wat heb ik u gedaan, dat gij mij nu driemaal
104 Num 23:11 | Bileam: Wat hebt gij mij gedaan? Ik heb u genomen, om mijn
105 Num 25:13 | geijverd, en verzoening gedaan heeft voor de kinderen Israels. ~
106 Num 30:10 | huize haars mans gelofte gedaan heeft, of met een eed door
107 Num 31:66 | ganse geslacht, hetwelk gedaan had, wat kwaad was in de
108 Num 34:33 | land zal geen verzoening gedaan worden over het bloed, dat
109 Deu 1:30 | wat Hij bij u voor uw ogen gedaan heeft in Egypte.
110 Deu 2:12 | gewoond; gelijk als Israel gedaan heeft aan het land zijner
111 Deu 2:22 | Ezau, die in Seir wonen, gedaan heeft, voor welker aangezicht
112 Deu 2:29 | Moabieten, die in Ar wonen, mij gedaan hebben; totdat ik over de
113 Deu 3:2 | Amorieten, die te Hesbon woonde, gedaan hebt. ~
114 Deu 3:6 | den koning van Hesbon, gedaan hadden, verbannende alle
115 Deu 3:21 | aan deze twee koningen gedaan heeft; alzo zal de HEERE
116 Deu 4:3 | gezien, wat God om Baal-Peor gedaan heeft; want alle man, die
117 Deu 4:34 | ulieden voor uw ogen in Egypte gedaan heeft? ~
118 Deu 7:18 | en aan alle Egyptenaren gedaan heeft; ~
119 Deu 10:21 | Hij is uw God. Die bij u gedaan heeft deze grote en vreselijke
120 Deu 11:3 | in het midden van Egypte gedaan heeft, aan Farao, den koning
121 Deu 11:4 | 4 En wat Hij gedaan heeft aan het heir der Egyptenaren,
122 Deu 11:5 | 5 En wat Hij ulieden gedaan heeft in de woestijn, totdat
123 Deu 11:6 | 6 Daarboven, wat Hij gedaan heeft aan Dathan, en aan
124 Deu 11:7 | werk des HEEREN, dat Hij gedaan heeft. ~
125 Deu 12:25 | na u, welga, als gij zult gedaan hebben, wat recht is in
126 Deu 12:28 | eeuwigheid, als gij zult gedaan hebben wat goed en recht
127 Deu 12:31 | haat, hebben zij hun goden gedaan; want zij hebben ook hun
128 Deu 13:14 | gruwel is in het midden van u gedaan; ~
129 Deu 17:4 | een gruwel is in Israel gedaan; ~
130 Deu 17:5 | die ditzelve boze stuk gedaan hebben, tot uw poorten uitbrengen,
131 Deu 20:18 | gruwelen, die zij hun goden gedaan hebben, en gij zondigt tegen
132 Deu 22:21 | een dwaasheid in Israel gedaan heeft, hoererende in haars
133 Deu 24:9 | Gedenkt, wat de HEERE, uw God, gedaan heeft aan Mirjam, op den
134 Deu 25:9 | zeggen: Alzo zal dien man gedaan worden, die zijns broeders
135 Deu 25:17 | 17 Gedenkt, wat u Amalek gedaan heeft op den weg, als gij
136 Deu 26:14 | gehoorzaam geweest, ik heb gedaan naar alles, wat Gij mij
137 Deu 29:2 | Egypteland voor uw ogen gedaan heeft, aan Farao, en aan
138 Deu 29:24 | HEERE aan dit land alzo gedaan? Wat is de ontsteking van
139 Deu 31:4 | Amorieten, en aan hun land, gedaan heeft, die Hij verdelgd
140 Deu 31:18 | om al het kwaad, dat het gedaan heeft; want het heeft zich
141 Deu 31:29 | ontmoeten, wanneer gij zult gedaan hebben, dat kwaad is in
142 Deu 34:12 | verschrikking, die Mozes gedaan heeft voor de ogen van gans
143 Joz 2:10 | Amorieten, Sihon en Og, gedaan hebt, die op gene zijde
144 Joz 2:12 | weldadigheid aan ulieden gedaan heb, dat gij ook weldadigheid
145 Joz 4:23 | uw God, aan de Schelfzee gedaan heeft, die Hij voor ons
146 Joz 7:15 | hij dwaasheid in Israel gedaan heeft. ~
147 Joz 7:19 | toch te kennen, wat gij gedaan hebt, verberg het voor mij
148 Joz 7:20 | gezondigd, en heb alzo en alzo gedaan. ~
149 Joz 8:2 | aan Jericho en haar koning gedaan hebt; behalve dat gij haar
150 Joz 9:3 | Jozua met Jericho en met Ai gedaan had, ~
151 Joz 9:9 | alles wat Hij in Egypte gedaan heeft; ~
152 Joz 9:10 | 10 En alles wat Hij gedaan heeft aan de twee koningen
153 Joz 9:24 | daarom hebben wij deze zaak gedaan. ~
154 Joz 10:1 | aan Ai en haar koning alzo gedaan had, gelijk als hij aan
155 Joz 10:1 | aan Jericho en haar koning gedaan had; en dat de inwoners
156 Joz 10:28 | hij den koning van Jericho gedaan had. ~
157 Joz 10:30 | hij den koning van Jericho gedaan had. ~
158 Joz 10:32 | alles, wat hij aan Libna gedaan had. ~
159 Joz 10:35 | alles, wat hij aan Lachis gedaan had. ~
160 Joz 10:37 | naar alles, wat hij Eglon gedaan had; en hij verbande haar,
161 Joz 10:39 | gelijk als hij aan Hebron gedaan had, alzo deed hij aan Debir
162 Joz 10:39 | aan Libna en haar koning gedaan had; ~
163 Joz 23:24 | uit zorg vanwege deze zaak gedaan hebben, zeggende: Morgen
164 Joz 24:3 | alles, wat de HEERE, uw God, gedaan heeft aan al deze volken
165 Joz 24:8 | als gij tot op dezen dag gedaan hebt. ~
166 Joz 25:5 | als Ik in deszelfs midden gedaan heb; en daarna leidde Ik
167 Joz 25:7 | gezien, wat Ik in Egypte gedaan heb. Daarna hebt gij vele
168 Joz 25:17 | grote tekenen voor onze ogen gedaan heeft, en ons bewaard heeft
169 Joz 25:20 | verdoen, naar dat Hij u goed gedaan zal hebben. ~
170 Joz 25:31 | hetwelk Hij aan Israel gedaan had. ~
171 Ric 1:7 | oplezende; gelijk als ik gedaan heb, alzo heeft mij God
172 Ric 2:2 | geweest; waarom hebt gij dit gedaan? ~
173 Ric 2:7 | HEEREN, dat Hij aan Israel gedaan had. ~
174 Ric 2:10 | werk, dat Hij aan Israel gedaan had. ~
175 Ric 3:24 | opperzaal waren in het slot gedaan; zo zeiden zij: Zeker, hij
176 Ric 5:29 | ander: Wie heeft dit stuk gedaan? En als zij onderzochten
177 Ric 5:29 | van Joas, heeft dit stuk gedaan. ~
178 Ric 7:1 | stuk is dit, dat gij ons gedaan hebt, dat gij ons niet riept,
179 Ric 7:2 | zeide tot hen: Wat heb ik nu gedaan, gelijk gijlieden; zijn
180 Ric 7:35 | goede, dat hij bij Israel gedaan had. ~ ~
181 Ric 8:16 | waarheid en oprechtheid gedaan hebt, dat gij Abimelech
182 Ric 8:16 | verdienste zijner handen gedaan hebt. ~
183 Ric 8:24 | 24 Opdat het geweld, gedaan aan de zeventig zonen van
184 Ric 8:56 | dat hij aan zijn vader gedaan had, dodende zijn zeventig
185 Ric 13:6 | niet te kennen, wat hij gedaan had. ~
186 Ric 14:6 | Filistijnen: Wie heeft dit gedaan? En men zeide: Simson, de
187 Ric 14:10 | doen, gelijk als hij ons gedaan heeft. ~
188 Ric 14:11 | Waarom hebt gij ons dan dit gedaan? En hij zeide tot hen: Gelijk
189 Ric 14:11 | hen: Gelijk als zij mij gedaan hebben, alzo heb ik hunlieden
190 Ric 14:11 | hebben, alzo heb ik hunlieden gedaan. ~
191 Ric 15:11 | touwen, met dewelke geen werk gedaan is, zo zou ik zwak worden,
192 Ric 17:4 | Zo en zo heeft Micha mij gedaan; en hij heeft mij gehuurd,
193 Ric 19:6 | daad en dwaasheid in Israel gedaan hadden. ~
194 Ric 19:10 | dwaasheid, die zij in Israel gedaan heeft. ~
195 Rut 1:8 | weldadigheid, gelijk als gij gedaan hebt bij de doden, en bij
196 Rut 2:11 | gij bij uw schoonmoeder gedaan hebt, na de dood uws mans,
197 Rut 3:16 | alles, wat die man haar gedaan had. ~
198 1Sa 2:3 | en Zijn daden zijn recht gedaan. ~
199 1Sa 2:32 | goede, dat Hij Israel zou gedaan hebben; en er zal te genen
200 1Sa 6:9 | Hij ons dit groot kwaad gedaan; maar zo niet, zo zullen
201 1Sa 8:8 | Naar de werken, die zij gedaan hebben, van dien dag af,
202 1Sa 11:13 | een verlossing in Israel gedaan. ~
203 1Sa 12:7 | aan u en aan uw vaderen gedaan heeft. ~
204 1Sa 12:17 | voor de ogen des HEEREN gedaan hebt, dat gij een koning
205 1Sa 12:19 | hebben wij dit kwaad daartoe gedaan, dat wij voor ons een kong
206 1Sa 12:20 | niet, gij hebt al dit kwaad gedaan; doch wijkt niet van achter
207 1Sa 12:24 | grote dingen Hij bij ulieden gedaan heeft! ~
208 1Sa 13:11 | zeide Samuel: Wat hebt gij gedaan? Saul nu zeide: Omdat ik
209 1Sa 13:13 | Saul: Gij hebt zottelijk gedaan; gij hebt het gebod van
210 1Sa 14:43 | Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan
211 1Sa 14:45 | grote verlossing in Israel gedaan heeft? Dat zij verre! zo
212 1Sa 14:45 | heeft dit heden met God gedaan. Alzo verloste het volk
213 1Sa 15:2 | hetgeen Amalek aan Israel gedaan heeft, hoe hij zich tegen
214 1Sa 15:6 | gij hebt barmhartigheid gedaan aan al de kinderen Israels,
215 1Sa 15:19 | den roof gevlogen, en hebt gedaan dat kwaad was in de ogen
216 1Sa 17:29 | zeide David: Wat heb ik nu gedaan? Is er geen oorzaak?
217 1Sa 19:5 | heil aan het ganse Israel gedaan; gij hebt het gezien, en
218 1Sa 19:18 | te kennen al wat Saul hem gedaan had; en hij en Samuel gingen
219 1Sa 20:1 | van Jonathan: Wat heb ik gedaan, wat is mijn misdaad, en
220 1Sa 20:32 | gedood worden? Wat heeft hij gedaan? ~
221 1Sa 24:19 | aangewezen, dat gij mij goed gedaan hebt; want de HEERE had
222 1Sa 26:16 | 16 Deze zaak, die gij gedaan hebt, is niet goed; zo waarachtig
223 1Sa 26:18 | achterna, want wat heb ik gedaan, en wat kwaad is er in mijn
224 1Sa 26:21 | is; zie, ik heb dwaselijk gedaan, en ik heb zeer grotelijks
225 1Sa 27:11 | zeggende: Alzo heeft David gedaan! En alzo was zijn wijze
226 1Sa 28:9 | Zie, gij weet, wat Saul gedaan heeft, hoe hij de waarzegsters
227 1Sa 28:17 | de HEERE heeft voor Zich gedaan, gelijk als Hij door mijn
228 1Sa 28:18 | heeft de HEERE u deze zaak gedaan te dezen dage. ~
229 1Sa 29:8 | tot Achis: Maar wat heb ik gedaan? Of wat hebt gij in uw knecht
230 1Sa 31:11 | wat de Filistijnen Saul gedaan hadden; ~
231 2Sa 2:5 | dat gij deze weldadigheid gedaan hebt aan uw heer, aan Saul,
232 2Sa 2:6 | doen, dewijl gij deze zaak gedaan hebt. ~
233 2Sa 3:24 | en zeide: Wat hebt gij gedaan? Zie, Abner is tot u gekomen;
234 2Sa 3:34 | voeten in koperen boeien gedaan, maar gij zijt gevallen,
235 2Sa 3:36 | alles, zoals de koning gedaan had, was goed in de ogen
236 2Sa 7:21 | Gij al deze grote dingen gedaan, om aan Uw knecht bekend
237 2Sa 10:2 | vader weldadigheid aan mij gedaan heeft. Zo zond David heen,
238 2Sa 11:27 | Doch deze zaak, die David gedaan had, was kwaad in de ogen
239 2Sa 12:5 | HEERE leeft, de man, die dat gedaan heeft, is een kind des doods! ~
240 2Sa 12:6 | daarom dat hij deze zaak gedaan, en omdat hij niet verschoond
241 2Sa 12:12 | hebt het in het verborgen gedaan; maar Ik zal deze zaak doen
242 2Sa 12:21 | dit voor een ding, dat gij gedaan hebt? Om des levenden kinds
243 2Sa 13:16 | andere, dat gij bij mij gedaan hebt; maar hij wilde naar
244 2Sa 14:13 | alzulks tegen Gods volk gedaan? Want daaruit, dat de koning
245 2Sa 14:20 | zulks heeft uw knecht Joab gedaan; doch mijn heer is wijs,
246 2Sa 14:21 | Zie nu, ik heb deze zaak gedaan; zo ga henen, haal den jongeling
247 2Sa 14:22 | het woord van zijn knecht gedaan heeft. ~
248 2Sa 16:10 | zeggen: Waarom hebt gij alzo gedaan? ~
249 2Sa 17:23 | zag, dat zijn raad niet gedaan was, zadelde hij den ezel,
250 2Sa 18:19 | dat de HEERE hem recht gedaan heeft van de hand zijner
251 2Sa 18:31 | HEERE heden heeft recht gedaan van de hand van al degenen,
252 2Sa 19:19 | uw knecht verkeerdelijk gedaan heeft, te dien dage, als
253 2Sa 21:11 | van Aja, Sauls bijwijf, gedaan had. ~
254 2Sa 24:10 | gezondigd in hetgeen ik gedaan heb; maar nu, o HEERE, neem
255 2Sa 24:10 | want ik heb zeer zottelijk gedaan. ~
256 2Sa 24:17 | wat hebben deze schapen gedaan? Uw hand zij toch tegen
257 1Kon 1:6 | zeggende: Waarom hebt gij alzo gedaan? En ook was hij zeer schoon
258 1Kon 2:5 | de zoon van Zeruja, mij gedaan heeft, en wat hij gedaan
259 1Kon 2:5 | gedaan heeft, en wat hij gedaan heeft aan de twee krijgsoversten
260 1Kon 2:5 | en hij heeft krijgsbloed gedaan aan zijn gordel, die aan
261 1Kon 2:44| gij aan mijn vader David gedaan hebt; daarom heeft de HEERE
262 1Kon 3:6 | vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw
263 1Kon 3:12| 12 Zie, Ik heb gedaan naar uw woorden; zie, Ik
264 1Kon 8:47| gezondigd, en verkeerdelijk gedaan, wij hebben goddelooslijk
265 1Kon 8:66| en aan Israel, Zijn volk, gedaan had. ~ ~
266 1Kon 9:3 | Mijn aangezicht smekende gedaan hebt; Ik heb dat huis geheiligd,
267 1Kon 9:8 | Waarom heeft de HEERE alzo gedaan aan dit land en aan dit
268 1Kon 11:38| gelijk als Mijn knecht David gedaan heeft; dat Ik met u zal
269 1Kon 11:41| van Salomo, en al wat hij gedaan heeft, en zijn wijsheid,
270 1Kon 13:11| te dien dage in Beth-El gedaan had, met de woorden, die
271 1Kon 14:9 | 9 Maar kwaad gedaan hebt, doende des meer dan
272 1Kon 14:22| meer dan al hun vaderen gedaan hadden, met hun zonden,
273 1Kon 14:29| Rehabeam, en al wat hij gedaan heeft, zijn die niet geschreven
274 1Kon 15:3 | vaders, die hij voor hem gedaan had; en zijn hart was niet
275 1Kon 15:5 | 5 Omdat David gedaan had wat recht was in de
276 1Kon 15:7 | Abiam, en alles, wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
277 1Kon 15:23| zijn macht, en al wat hij gedaan heeft, en de steden, die
278 1Kon 15:31| van Nadab, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
279 1Kon 16:5 | geschiedenissen van Baesa, en wat hij gedaan heeft, en zijn macht, zijn
280 1Kon 16:7 | om al het kwaad, dat hij gedaan had in de ogen des HEEREN,
281 1Kon 16:14| geschiedenissen van Ela, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
282 1Kon 16:19| en in zijn zonde, die hij gedaan had, doende Israel zondigen. ~
283 1Kon 16:27| geschiedenissen van Omri, wat hij gedaan heeft, en zijn macht die
284 1Kon 17:20| ik herberge, zo kwalijk gedaan, dat Gij haar zoon gedood
285 1Kon 18:13| heer niet aangezegd, wat ik gedaan heb, als Izebel de profeten
286 1Kon 18:36| deze dingen naar Uw woord gedaan heb. ~
287 1Kon 19:1 | zeide Izebel aan al wat Elia gedaan had, en allen, die hij gedood
288 1Kon 19:20| weder; want wat heb ik u gedaan? ~
289 1Kon 21:26| alles, wat de Amorieten gedaan hadden, die God voor het
290 1Kon 22:39| van Achab, en al wat hij gedaan heeft, en het elpenbenen
291 1Kon 22:54| naar alles, wat zijn vader gedaan had. ~
292 2Kon 1:18| zaken van Ahazia, die hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
293 2Kon 5:13| gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? Hoeveel te meer,
294 2Kon 7:12| geven, wat de Syriers ons gedaan hebben; zij weten, dat wij
295 2Kon 8:2 | had zich opgemaakt, en had gedaan naar het woord van den man
296 2Kon 8:4 | grote dingen, die Elisa gedaan heeft. ~
297 2Kon 8:23| Joram, en alles wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
298 2Kon 10:10| vallen; want de HEERE heeft gedaan, wat Hij door den dienst
299 2Kon 10:30| hebt aan het huis van Achab gedaan, naar alles, wat in Mijn
300 2Kon 10:34| van Jehu, en al wat hij gedaan heeft, en al zijn macht,
301 2Kon 12:19| van Joas, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
302 2Kon 13:19| van Joas, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
303 2Kon 14:8 | van Joahaz, en al wat hij gedaan heeft, en al zijn macht,
304 2Kon 14:12| van Joas, en al wat hij gedaan heeft, en zijn macht, waarmede
305 2Kon 15:3 | alles, wat zijn vader Joas gedaan had. ~
306 2Kon 15:15| geschiedenissen van Joas, wat hij gedaan heeft, en zijn macht, en
307 2Kon 15:28| Jerobeam, en al wat hij gedaan heeft, en zijn macht, hoe
308 2Kon 16:3 | al wat zijn vader Amazia gedaan had. ~
309 2Kon 16:6 | van Azaria, en al wat hij gedaan heeft, zijn die niet geschreven
310 2Kon 16:9 | gelijk als zijn vaderen gedaan hadden; hij week niet af
311 2Kon 16:21| van Menahem, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
312 2Kon 16:26| van Pekahia, en al wat hij gedaan heeft, ziet, dat is geschreven
313 2Kon 16:31| van Pekah, en al wat hij gedaan heeft, ziet, dat is geschreven
314 2Kon 16:34| alles, wat zijn vader Uzzia gedaan had, deed hij. ~
315 2Kon 16:36| van Jotham, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
316 2Kon 17:19| geschiedenissen van Achaz, wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
317 2Kon 18:19| geschiedenissen van Achaz, wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
318 2Kon 19:11| zij hadden kwade dingen gedaan, om den HEERE tot toorn
319 2Kon 19:22| zonden van Jerobeam die hij gedaan had; zij weken daarvan niet
320 2Kon 19:41| kindskinderen, gelijk als hun vaders gedaan hebben, tot op dezen dag. ~ ~
321 2Kon 20:3 | alles, wat zijn vader David gedaan had. ~
322 2Kon 20:12| hadden zij niet gehoord, noch gedaan. ~
323 2Kon 21:11| Assyrie aan alle landen gedaan hebben, die verbannende;
324 2Kon 21:25| dat Ik zulks lang te voren gedaan heb en dat van oude dagen
325 2Kon 22:3 | wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende gans
326 2Kon 23:11| van Juda, deze gruwelen gedaan heeft, erger doende dan
327 2Kon 23:11| dan al wat de Amorieten gedaan hebben, die voor hem geweest
328 2Kon 23:15| 15 Daarom, dat zij gedaan hebben dat kwaad was in
329 2Kon 23:17| van Manasse, en al wat hij gedaan heeft, en zijn zonde, die
330 2Kon 23:20| gelijk als zijn vader Manasse gedaan had. ~
331 2Kon 23:25| geschiedenissen van Amon, wat hij gedaan heeft, zijn die niet geschreven
332 2Kon 25:17| tegen dit altaar van Beth-El gedaan hebt, uitgeroepen heeft. ~
333 2Kon 25:19| daden, die hij te Beth-El gedaan had. ~
334 2Kon 25:28| van Josia, en al wat hij gedaan heeft, zijn die niet geschreven
335 2Kon 25:32| alles, wat zijn vaderen gedaan hadden. ~
336 2Kon 25:37| naar alles, wat zijn vaders gedaan hadden. ~ ~ ~
337 2Kon 26:3 | Manasse, naar alles, wat hij gedaan had; ~
338 2Kon 26:5 | van Jojakim, en al wat hij gedaan heeft, is dat niet geschreven
339 2Kon 26:9 | naar alles, wat zijn vader gedaan had. ~
340 2Kon 26:19| naar alles, wat Jojakim gedaan had. ~
341 1Kro 10:11| wat de Filistijnen Saul gedaan hadden, ~
342 1Kro 15:13| God, onder ons een scheur gedaan, omdat wij Hem niet gezocht
343 1Kro 16:12| Zijner wonderwerken, die Hij gedaan heeft, Zijner wondertekenen,
344 1Kro 17:19| Gij al dezen grote dingen gedaan, om al deze grote dingen
345 1Kro 20:2 | heeft weldadigheid aan mij gedaan. Daarom zond David boden,
346 1Kro 22:8 | gezondigd, dat ik deze zaak gedaan heb; maar neem toch nu de
347 1Kro 22:17| schapen, wat hebben die gedaan? O HEERE, mijn God, dat
348 2Kro 1:8 | David grote weldadigheid gedaan; en Gij hebt mij koning
349 2Kro 1:9 | laat Uw woord waar worden, gedaan aan mijn vader David; want
350 2Kro 2:3 | gij met mijn vader David gedaan hebt, en hebt hem cederen
351 2Kro 5:10| die Mozes bij Horeb daarin gedaan had als de HEERE een verbond
352 2Kro 6:10| die Mozes bij Horeb daarin gedaan had als de HEERE een verbond
353 2Kro 7:37| gezondigd, verkeerdelijk gedaan, en goddelooslijk gehandeld; ~
354 2Kro 8:10| Salomo, en Zijn volk Israel gedaan had. ~
355 2Kro 8:21| land en aan dit huis alzo gedaan? ~
356 2Kro 17:9 | gij hebt hierin zottelijk gedaan; want van nu af zullen oorlogen
357 2Kro 24:6 | hebt gij geen onderzoek gedaan bij de Levieten, dat zij
358 2Kro 24:16| koningen; want hij had goed gedaan in Israel, beide aan God
359 2Kro 24:22| zijn vader Jojada aan hem gedaan had, maar doodde zijn zoon;
360 2Kro 25:16| verderven, dewijl gij dit gedaan, en naar mijn raad niet
361 2Kro 26:4 | alles, wat zijn vader Amazia gedaan had. ~
362 2Kro 27:2 | alles, wat zijn vader Uzzia gedaan had, behalve dat hij in
363 2Kro 29:2 | alles, wat zijn vader David gedaan had. ~
364 2Kro 29:6 | vaders hebben overtreden, en gedaan dat kwaad was in de ogen
365 2Kro 32:13| 13 Weet gij niet, wat ik gedaan heb, en mijn vaderen aan
366 2Kro 33:22| gelijk als zijn vader Manasse gedaan had; want Amon offerde al
367 Ezra 5:8 | datzelve werk wordt ras gedaan, en gaat voorspoediglijk
368 Ezra 6:12| gegeven, dat het spoediglijk gedaan worde. ~
369 Ezra 7:21| zal begeren, spoediglijk gedaan worde; ~
370 Ezra 7:23| is, dat het vlijtiglijk gedaan worde, voor het huis van
371 Ezra 7:26| spoediglijk recht worden gedaan, hetzij ter dood, of tot
372 Ezra 10:3 | gebod onzes Gods; en laat er gedaan worden naar de wet. ~
373 Neh 5:15 | volk; maar ik heb alzo niet gedaan, om der vreze Gods wil. ~
374 Neh 5:19 | alles, wat ik aan dit volk gedaan heb. ~ ~
375 Neh 6:9 | aflaten, dat het niet zal gedaan worden; nu dan, sterk mijn
376 Neh 6:16 | dat dit werk van onzen God gedaan was. ~
377 Neh 8:18 | Israels hadden alzo niet gedaan sinds de dagen van Jesua,
378 Neh 9:10 | hebt tekenen en wonderen gedaan aan Farao, en aan al zijn
379 Neh 9:17 | wonderen, die Gij bij hen gedaan hadt, en hebben hun nek
380 Neh 9:18 | opgevoerd; en grote lasteren gedaan hadden; ~
381 Neh 9:26 | hebben zij grote lasteren gedaan. ~
382 Neh 9:34 | vaders hebben Uw wet niet gedaan; en zij hebben niet geluisterd
383 Neh 13:7 | dat Eljasib voor Tobia gedaan had, makende hem een kamer
384 Neh 13:14 | Gods en aan Zijn wachten gedaan heb. ~
385 Est 1:15 | doen zou, omdat zij niet gedaan had het woord van den koning
386 Est 2:1 | hij aan Vasthi, en wat zij gedaan had, en wat over haar besloten
387 Est 30:3 | verhoging is Mordechai hierover gedaan? En de jongelingen des konings,
388 Est 30:3 | zeiden: Aan hem is niets gedaan. ~
389 Est 51 | landschappen des konings gedaan? Wat is nu uw bede? en het
390 Job 10:12 | Gij weldadigheid aan mij gedaan, en Uw opzicht heeft mijn
391 Job 16:15 | heb mijn hoorn in het stof gedaan. ~
392 Job 19:13 | heeft Hij verre van mij gedaan; en die mij kennen, zekerlijk,
393 Job 22:17 | wat had de Almachtige hun gedaan? ~
394 Job 36:23 | gezegd: Gij hebt onrecht gedaan? ~
395 Psa 7:4 | mijn God, indien ik dat gedaan heb, indien er onrecht in
396 Psa 9:17 | geworden; Hij heeft recht gedaan; de goddeloze is verstrikt
397 Psa 22:32 | geboren wordt, omdat Hij het gedaan heeft. ~ ~
398 Psa 40:10 | opendoen, want Gij hebt het gedaan. ~
399 Psa 51:6 | alleen, heb ik gezondigd, en gedaan, dat kwaad is in Uw ogen;
400 Psa 52:11 | eeuwigheid, omdat Gij het gedaan hebt; en ik zal Uw Naam
401 Psa 66:16 | vertellen, wat Hij aan mijn ziel gedaan heeft. ~
402 Psa 71:19 | hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan hebt; o God! wie is U gelijk? ~
403 Psa 78:4 | en Zijn wonderen, die Hij gedaan heeft. ~
404 Psa 78:12 | hun vaderen had Hij wonder gedaan, in Egypteland, in het veld
405 Psa 88:9 | bekenden hebt Gij verre van mij gedaan, Gij hebt mij hun tot een
406 Psa 88:19 | en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn in duisternis. ~ ~ ~ ~
407 Psa 89:40 | verbond Uws knechts te niet gedaan; Gij hebt zijn kroon ontheiligd
408 Psa 98:1 | want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn rechterhand, en de
409 Psa 99:4 | hebt recht en gerechtigheid gedaan in Jakob. ~
410 Psa 105:5 | Zijner wonderen, die Hij gedaan heeft, Zijner wondertekenen,
411 Psa 106:6 | wij hebben verkeerdelijk gedaan; wij hebben goddelooslijk
412 Psa 106:21 | Heiland, Die grote dingen gedaan had in Egypte; ~
413 Psa 109:27 | is, dat Gij het, HEERE! gedaan hebt. ~
414 Psa 111:8 | eeuwigheid; Ain. zijnde gedaan in waarheid en oprechtigheid. ~
415 Psa 119:65 | hebt bij Uw knecht goed gedaan, HEERE, naar Uw woord. ~
416 Psa 119:121| heb recht en gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan
417 Psa 126:2 | heeft grote dingen aan dezen gedaan. ~
418 Psa 126:3 | heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd. ~
419 Psa 132:2 | Machtige Jakobs gelofte gedaan heeft, zeggende: ~
420 Psa 142:8 | wanneer Gij wel bij mij zult gedaan hebben. ~
421 Psa 147:20 | Alzo heeft Hij geen volk gedaan; en Zijn rechten, die kennen
422 Spre 3:30| oorzaak, zo hij u geen kwaad gedaan heeft. ~
423 Spre 4:16| niet, zo zij geen kwaad gedaan hebben; en hun slaap wordt
424 Spre 24:29| niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft, zo zal ik hem doen;
425 Pred 1:9 | zal er zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan
426 Pred 1:9 | gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat er niets nieuws
427 Pred 2:12| zal, doen hetgeen alrede gedaan is? ~
428 Pred 8:10| in dewelke zij recht gedaan hadden. Dit is ook ijdelheid. ~
429 Jes 5:4 | hetwelk Ik aan hem niet gedaan heb? Waarom heb Ik verwacht,
430 Jes 10:11 | 11 Gelijk als ik gedaan heb aan Samaria en aan haar
431 Jes 10:13 | kracht mijner hand heb ik het gedaan, en door mijn wijsheid,
432 Jes 12:5 | Hij heeft heerlijk dingen gedaan; zulks zij bekend op den
433 Jes 22:11 | zien op Dien, Die zulks gedaan heeft, noch aanmerken
434 Jes 25:1 | loven, want Gij hebt wonder gedaan; Uw raadslagen van verre
435 Jes 33:13 | die verre zijt, wat Ik gedaan heb; en gijlieden, die nabij
436 Jes 37:11 | Assyrie aan alle landen gedaan hebben, die verbannende;
437 Jes 37:26 | dat Ik zulks lang te voren gedaan heb, en dat van de oude
438 Jes 38:3 | wat goed in Uw ogen is, gedaan heb. En Hizkia weende
439 Jes 38:15 | toegezegd, alzo heeft Hij het gedaan; ik zal nu al zoetjes voorttreden
440 Jes 41:4 | Wie heeft dit gewrocht en gedaan, roepende de geslachten
441 Jes 41:20 | de hand des HEEREN zulks gedaan, en dat de Heilige Israels
442 Jes 44:23 | want de HEERE heeft het gedaan; juicht, gij benedenste
443 Jes 46:4 | ulieden dragen; Ik heb het gedaan, en Ik zal u opnemen, en
444 Jes 48:3 | horen; Ik heb ze snellijk gedaan, en zij zijn gekomen; ~
445 Jes 48:5 | Mijn afgod heeft die dingen gedaan, of mijn gesneden beeld,
446 Jes 53:9 | omdat Hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in Zijn
447 Jes 66:12 | gehoord, maar hebt gedaan, dat kwaad was in Mijn ogen,
448 Jer 2:23 | in het dal, ken, wat gij gedaan hebt, gij lichte, snelle
449 Jer 3:6 | wat de afgekeerde Israel gedaan heeft? Zij ging henen op
450 Jer 3:7 | zeide, nadat zij zulks alles gedaan had: Bekeer u tot Mij; maar
451 Jer 4:18 | handelingen hebben u deze dingen gedaan; dit is uw boosheid, dat
452 Jer 5:19 | onze God, al deze dingen gedaan? dat gij tot hen zeggen
453 Jer 7:12 | en ziet, wat Ik daaraan gedaan heb vanwege de boosheid
454 Jer 7:14 | gelijk als Ik aan Silo gedaan heb. ~
455 Jer 7:30 | kinderen van Juda hebben gedaan, dat kwaad is in Mijn ogen,
456 Jer 8:6 | boosheid, zeggende: Wat heb ik gedaan? Een ieder keert zich om
457 Jer 11:8 | heb te doen, maar zij niet gedaan hebben. ~
458 Jer 15:4 | hetgeen hij te Jeruzalem gedaan heeft. ~
459 Jer 16:12 | En gijlieden erger gedaan hebt dan uw vaderen; want
460 Jer 22:8 | Waarom heeft de HEERE alzo gedaan aan deze grote stad? ~
461 Jer 22:15 | en recht en gerechtigheid gedaan, en het ging hem toen wel? ~
462 Jer 23:20 | afwenden, totdat Hij zal hebben gedaan, en totdat Hij zal hebben
463 Jer 28:14 | Ik heb een ijzeren juk gedaan aan den hals van al deze
464 Jer 30:15 | zijn, heb Ik u deze dingen gedaan. ~
465 Jer 30:24 | niet afwenden, totdat Hij gedaan, en totdat Hij daargesteld
466 Jer 31:37 | om alles, wat zij gedaan hebben, spreekt de HEERE. ~
467 Jer 32:23 | gewandeld; zij hebben niets gedaan van alles, wat Gij
468 Jer 32:30 | hun jeugd aan alleenlijk gedaan, dat kwaad was in Mijn ogen;
469 Jer 32:32 | kinderen van Juda, die zij gedaan hebben om Mij te vertoornen,
470 Jer 34:15 | heden wedergekeerd, en hadt gedaan, dat recht is in Mijn ogen,
471 Jer 35:10 | alzo hebben wij gehoord en gedaan naar alles, wat ons onze
472 Jer 35:18 | zijn geboden bewaard, en gedaan naar alles, wat hij ulieden
473 Jer 38:7 | zij Jeremia in den kuil gedaan hadden (de koning nu zat
474 Jer 38:9 | gehandeld in alles, wat zij gedaan hebben aan den profeet Jeremia,
475 Jer 40:3 | heeft het doen komen, en gedaan, gelijk als Hij gesproken
476 Jer 41:11 | Ismael, de zoon van Nethanja, gedaan had; ~
477 Jer 44:3 | Vanwege hun boosheid, die zij gedaan hebben, om Mij te tergen,
478 Jer 44:9 | uwer vrouwen, die zij gedaan hebben in het land van Juda
479 Jer 44:13 | gelijk als Ik bezoeking gedaan heb over Jeruzalem, door
480 Jer 44:17 | offerende, gelijk als wij gedaan hebben, wij en onze
481 Jer 45:3 | droefenis tot mijn smart gedaan; ik ben moede van mijn zuchten,
482 Jer 50:15 | haar, gelijk als zij gedaan heeft! ~
483 Jer 50:18 | gelijk als Ik bezoeking gedaan heb over den koning
484 Jer 50:29 | naar alles, wat zij gedaan heeft; want zij heeft trotselijk
485 Jer 51:12 | voorgenomen, alzo heeft Hij gedaan, wat Hij over de inwoners
486 Jer 51:24 | al hun boosheid, die zij gedaan hebben aan Sion, voor ulieder
487 Jer 52:2 | naar alles, wat Jojakim gedaan had. ~
488 Klaa 1:21| zijn vrolijk, dat Gij het gedaan hebt; als Gij den dag zult
489 Klaa 1:22| hun, gelijk als Gij mij gedaan hebt vanwege al mijn overtredingen;
490 Klaa 1:29| heeft Zijn heiligdom te niet gedaan, Hij heeft de muren harer
491 Klaa 1:39| Ain. De HEERE heeft gedaan, wat Hij gedacht had, Hij
492 Klaa 1:42| toch, aan wien Gij alzo gedaan hebt; zullen dan de vrouwen
493 Eze 3:20 | gerechtigheden, die hij gedaan heeft, zullen niet gedacht
494 Eze 5:7 | en Mijn rechten niet gedaan hebt, zelfs naar de rechten
495 Eze 5:7 | die rondom u zijn, niet gedaan hebt; ~
496 Eze 5:9 | u doen, hetgeen Ik niet gedaan heb, en desgelijks Ik voortaan
497 Eze 6:9 | die zij in al hun gruwelen gedaan hebben. ~
498 Eze 9:4 | die in het midden derzelve gedaan worden. ~
499 Eze 9:11 | weder, zeggende: Ik heb gedaan, gelijk als Gij mij geboden
500 Eze 11:12 | gewandeld, en Mijn rechten niet gedaan hebt, maar naar de rechten
1-500 | 501-703 |