1-500 | 501-656
Book Chapter: Verse
1 Gen 14:25 | 1 Na deze dingen geschiedde het woord des
2 Gen 21:1 | En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht;
3 Gen 21:20 | En het geschiedde na deze dingen, dat men Abraham boodschapte,
4 Gen 27:13 | hij vertelde Laban al deze dingen. ~
5 Gen 35:25 | Bij den man, wiens deze dingen zijn, ben ik zwanger; en
6 Gen 36:7 | En het geschiedde na deze dingen, dat de huisvrouw zijns
7 Gen 36:24 | En het geschiedde na deze dingen, dat de schenker des konings
8 Gen 38:36 | Benjamin wegnemen! al deze dingen zijn tegen mij! ~
9 Gen 44:1 | Het geschiedde nu na deze dingen, dat men Jozef zeide: Zie,
10 Exo 21:11 | indien hij haar deze drie dingen niet doet, zo zal zij om
11 Exo 28:38 | ongerechtigheid der heilige dingen, welke de kinderen Israels
12 Exo 28:38 | gaven hunner geheiligde dingen; en zij zal geduriglijk
13 Exo 29:33 | 33 En zij zullen die dingen eten, met welke de verzoening
14 Exo 38:21 | 21 Dit zijn de getelde dingen van den tabernakel, van
15 Lev 5:15 | onwetende van de heilige dingen des HEEREN, zo zal hij tot
16 Lev 5:16 | onwetend van de heilige dingen, wedergeven, en zal deszelfs
17 Lev 8:36 | en zijn zonen deden al de dingen, die de HEERE door den dienst
18 Lev 10:19 | HEEREN geofferd, en zulke dingen zijn mij wedervaren; en
19 Lev 14:11 | die te reinigen is, en die dingen, stellen voor het aangezicht
20 Lev 15:27 | 27 En zo wie die dingen aanroert, zal onrein zijn;
21 Lev 20:23 | aangezicht uitwerp; want al deze dingen hebben zij gedaan; daarom
22 Lev 21:22 | Gods, van de allerheiligste dingen, en van de heilige dingen,
23 Lev 21:22 | dingen, en van de heilige dingen, zal hij mogen eten; ~
24 Lev 22:2 | zij zich van de heilige dingen der kinderen Israels, die
25 Lev 22:3 | ganse zaad tot de heilige dingen, die de kinderen Israels
26 Lev 22:4 | heeft, zal van die heilige dingen eten, totdat hij rein is;
27 Lev 22:6 | hij zal van die heilige dingen niet eten, maar zal zijn
28 Lev 22:7 | zal hij van die heilige dingen eten; want dat is zijn spijze. ~
29 Lev 22:12 | het hefoffer der heilige dingen niet eten. ~
30 Lev 22:15 | niet ontheiligen de heilige dingen der kinderen Israels, die
31 Lev 22:16 | schuld, als zij hun heilige dingen zouden eten; want Ik ben
32 Lev 22:25 | des vreemden van al deze dingen uw God geen spijs offeren;
33 Lev 25:18 | 18 En zo gij Mij tot deze dingen toe nog niet horen zult,
34 Lev 25:23 | Indien gij nog door deze dingen Mij niet getuchtigd zult
35 Num 5:9 | heffing van alle geheiligde dingen der kinderen Israels, welke
36 Num 5:10 | En een ieders geheiligde dingen zullen zijne zijn; wat iemand
37 Num 7:9 | want de dienst der heilige dingen was op hen, die zij op de
38 Num 15:13 | Alle inboorling zal deze dingen alzo doen, offerende een
39 Num 18:21 | hefofferen, met alle heilige dingen van de kinderen Israels
40 Num 18:32 | Alle hefofferen der heilige dingen, die de kinderen Israels
41 Num 18:45 | en gij zult de heilige dingen van de kinderen Israels
42 Num 19:8 | hefofferen, met alle heilige dingen van de kinderen Israels
43 Num 19:19 | Alle hefofferen der heilige dingen, die de kinderen Israels
44 Num 19:32 | en gij zult de heilige dingen van de kinderen Israels
45 Num 28:23 | brandoffer is, zult gij deze dingen bereiden. ~
46 Num 28:24 | 24 Achtervolgens deze dingen zult gij des daags, zeven
47 Num 29:39 | 39 Deze dingen zult gij den HEERE doen
48 Num 30:12 | Maar indien haar man die dingen ganselijk te niet maakt,
49 Num 34:29 | 29 En deze dingen zullen ulieden zijn tot
50 Deu 4:9 | dat gij niet vergeet de dingen, die uw ogen gezien hebben;
51 Deu 4:30 | zult zijn, en u al deze dingen zullen treffen; in het laatste
52 Deu 10:21 | deze grote en vreselijke dingen, die uw ogen gezien hebben. ~
53 Deu 12:26 | 26 Doch uw heilige dingen, die gij hebben zult, en
54 Deu 29:29 | 29 De verborgene dingen zijn voor den HEERE, onzen
55 Deu 30:1 | geschieden, wanneer al deze dingen over u zullen gekomen zijn,
56 Deu 32:35 | ondergangs is nabij, en de dingen, die hun zullen gebeuren,
57 Deu 33:19 | en de bedekte verborgen dingen des zands. ~
58 Joz 7:23 | 23 Zij dan namen die dingen uit het midden der tent,
59 Joz 24:15 | gelijk als al die goede dingen over u gekomen zijn, die
60 Joz 24:15 | komen laten al die kwade dingen, totdat Hij u verdelge van
61 Joz 25:29 | En het geschiedde na deze dingen, dat Jozua, de zoon van
62 1Sa 2:23 | Waarom doet gij al zulke dingen, dat ik deze uw boze stukken
63 1Sa 12:24 | hart; want ziet, hoe grote dingen Hij bij ulieden gedaan heeft! ~
64 1Sa 22:15 | knecht heeft van al deze dingen niet geweten, klein noch
65 2Sa 7:21 | hart hebt Gij al deze grote dingen gedaan, om aan Uw knecht
66 2Sa 7:23 | grote en verschrikkelijke dingen te doen aan Uw land, voor
67 2Sa 13:21 | de koning David al deze dingen hoorde, zo ontstak hij zeer. ~
68 2Sa 23:22 | 22 Die dingen deed Benaja, de zoon van
69 2Sa 24:12 | Alzo zegt de HEERE: Drie dingen draag Ik u voor; verkies
70 1Kon 7:9 | 9 Al deze dingen waren van kostelijke stenen,
71 1Kon 7:51| bracht Salomo de geheiligde dingen van zijn vader David; het
72 1Kon 15:15| des HEEREN de geheiligde dingen zijns vaders, en zijn geheiligde
73 1Kon 15:15| vaders, en zijn geheiligde dingen, zilver, en goud, en vaten. ~
74 1Kon 17:17| En het geschiedde na deze dingen, dat de zoon dezer vrouw,
75 1Kon 18:36| knecht; en dat ik al deze dingen naar Uw woord gedaan heb. ~
76 1Kon 21:1 | Het geschiedde nu na deze dingen, alzo Naboth, en Jizreeliet,
77 2Kon 8:4 | Vertel mij toch al de grote dingen, die Elisa gedaan heeft. ~
78 2Kon 12:4 | het geld der geheiligde dingen, dat gebracht zal worden
79 2Kon 12:18| Juda, nam al de geheiligde dingen, die Josafat, en Joram,
80 2Kon 12:18| hadden, en zijn geheiligde dingen, en al het goud, dat gevonden
81 2Kon 13:4 | het geld der geheiligde dingen, dat gebracht zal worden
82 2Kon 13:18| Juda, nam al de geheiligde dingen, die Josafat, en Joram,
83 2Kon 13:18| hadden, en zijn geheiligde dingen, en al het goud, dat gevonden
84 2Kon 19:11| had; en zij hadden kwade dingen gedaan, om den HEERE tot
85 2Kon 25:17| die uit Juda kwam, en deze dingen, die gij tegen dit altaar
86 1Kro 4:22| de Jasubilehem; doch deze dingen zijn oud. ~
87 1Kro 11:24| 24 Deze dingen deed Benaja, de zoon van
88 1Kro 17:19| hebt Gij al dezen grote dingen gedaan, om al deze grote
89 1Kro 17:19| gedaan, om al deze grote dingen bekend te maken. ~
90 1Kro 17:21| grote en verschrikkelijke dingen, met de heidenen uit te
91 1Kro 22:10| Aldus zegt de HEERE: Drie dingen leg Ik u voor; kies u een
92 1Kro 24:13| heiligde de allerheiligste dingen, hij en zijn zonen, tot
93 1Kro 24:28| reiniging van alle heilige dingen, en het werk van den dienst
94 1Kro 27:20| schatten der geheiligde dingen. ~
95 1Kro 27:26| de schatten der heilige dingen, die de koning David geheiligd
96 1Kro 29:12| de schatten der heilige dingen; ~
97 1Kro 30:17| oprechtigheid mijns harten al deze dingen vrijwillig gegeven, en ik
98 2Kro 5:1 | bracht Salomo de geheiligde dingen van zijn vader David; en
99 2Kro 6:1 | bracht Salomo de geheiligde dingen van zijn vader David; en
100 2Kro 13:12| waren in Juda nog goede dingen. ~
101 2Kro 16:18| huis Gods de geheiligde dingen zijns vaders, en zijn geheiligde
102 2Kro 16:18| vaders, en zijn geheiligde dingen, zilver en goud, en vaten. ~
103 2Kro 20:3 | 3 Evenwel goede dingen zijn bij u gevonden; want
104 2Kro 24:7 | ja, zelfs alle geheiligde dingen van het huis des HEEREN
105 2Kro 29:33| Nog waren der geheiligde dingen zeshonderd runderen en drie
106 2Kro 31:6 | en tienden der heilige dingen, die den HEERE, hun God,
107 2Kro 31:12| tienden, en de geheiligde dingen, in getrouwigheid; en daarover
108 2Kro 35:13| maar de andere heilige dingen kookten zij in potten, en
109 2Kro 36:13| maar de andere heilige dingen kookten zij in potten, en
110 Ezra 2:63| dat zij van de heiligste dingen niet zouden eten, totdat
111 Ezra 9:1 | 1 Als nu deze dingen voleind waren, traden de
112 Neh 7:65 | dat zij van de heiligste dingen niet zouden eten, totdat
113 Neh 10:33 | hoogtijden, en tot de heilige dingen, en tot de zondofferen,
114 Job 5:9 | 9 Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken
115 Job 8:2 | 2 Hoe lang zult gij deze dingen spreken, en de redenen uws
116 Job 9:10 | 10 Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken
117 Job 10:13 | 13 Maar deze dingen hebt Gij verborgen in Uw
118 Job 12:3 | wien zijn niet dergelijke dingen? ~
119 Job 13:20 | 20 Alleenlijk doe twee dingen niet met mij; dan zal ik
120 Job 13:26 | schrijft tegen mij bittere dingen; en Gij doet mij erven de
121 Job 16:2 | 2 Ik heb vele dergelijke dingen gehoord; gij allen zijt
122 Job 23:14 | bescheiden is; en diergelijke dingen zijn er vele bij Hem. ~
123 Job 33:22 | verderve, en zijn leven tot de dingen, die doden. ~
124 Job 36:37 | hoogheid, en vertrekt die dingen niet, als Zijn stem zal
125 Job 36:38 | wonderlijk; Hij doet grote dingen, en wij begrijpen ze niet. ~
126 Job 41:3 | hetgeen ik niet verstond, dingen, die voor mij te wonderbaar
127 Psa 15:5 | den onschuldige. Die deze dingen doet, zal niet wankelen
128 Psa 45:5 | rechterhand zal U vreselijke dingen leren. ~
129 Psa 50:21 | 21 Deze dingen doet gij, en Ik zwijg; gij
130 Psa 65:4 | 4 Ongerechtige dingen hadden de overhand over
131 Psa 65:6 | 6 Vreselijke dingen zult Gij ons in gerechtigheid
132 Psa 71:19 | de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan hebt; o God! wie
133 Psa 87:3 | 3Zeer heerlijke dingen worden van u gesproken,
134 Psa 106:21 | hun Heiland, Die grote dingen gedaan had in Egypte; ~
135 Psa 106:22 | land van Cham; vreselijke dingen aan de Schelfzee. ~
136 Psa 107:43 | Wie is wijs? Die neme deze dingen waar; en dat zij verstandelijk
137 Psa 126:2 | heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan. ~
138 Psa 126:3 | 3De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn
139 Psa 131:1 | heb ik niet gewandeld in dingen mij te groot en tewonderlijk. ~
140 Psa 139:16 | klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven,
141 Spre 8:6 | want ik zal vorstelijke dingen spreken, en de opening Mijner
142 Spre 15:28| zal overvloediglijk kwade dingen uitstorten. ~
143 Spre 16:13| liefhebben dien, die rechte dingen spreekt. ~
144 Spre 18:23| de rijke antwoordt harde dingen. ~
145 Spre 21:26| begeert hij begeerlijke dingen; maar de rechtvaardige zal
146 Spre 22:20| Heb ik u niet heerlijke dingen geschreven van allerlei
147 Spre 25:27| de heerlijkheid van zulke dingen is eer. ~
148 Spre 26:18| vuursprankelen, pijlen en dodelijke dingen werpt; ~
149 Spre 30:7 | 7 Twee dingen heb ik van U begeerd, onthoud
150 Spre 30:15| dochters: Geef, geef! Deze drie dingen worden niet verzadigd; ja,
151 Spre 30:18| 18 Deze drie dingen zijn voor mij te wonderlijk,
152 Spre 30:21| 21 Om drie dingen ontroert zich de aarde,
153 Pred 1:8 | 8 Al deze dingen worden zo moede, dat het
154 Pred 1:11| gedachtenis van de voorgaande dingen; en van de navolgende dingen,
155 Pred 1:11| dingen; en van de navolgende dingen, die zijn zullen, van dezelve
156 Pred 6:11| Voorwaar, er zijn veel dingen, die de ijdelheid vermeerderen;
157 Pred 8:1 | wie weet de uitlegging der dingen? De wijsheid der mensen
158 Pred 11:9 | weet, dat God, om al deze dingen, u zal doen komen voor het
159 Jes 12:5 | want Hij heeft heerlijk dingen gedaan; zulks zij bekend
160 Jes 30:10 | spreekt tot ons zachte dingen, schouwt ons bedriegerijen. ~
161 Jes 38:16 | 16 Heere, bij deze dingen leeft men, en in dit alles
162 Jes 40:26 | omhoog, en ziet, Wie deze dingen geschapen heeft; Die in
163 Jes 41:22 | voortbrengen en ons verkondigen de dingen, die gebeuren zullen; verkondigt
164 Jes 41:22 | zullen; verkondigt de vorige dingen, welke die geweest zijn,
165 Jes 41:22 | of doet ons de toekomende dingen horen. ~
166 Jes 41:23 | 23 Verkondigt dingen, die hierna komen zullen,
167 Jes 42:9 | Ziet, de voorgaande dingen zijn gekomen, en nieuwe
168 Jes 42:9 | zijn gekomen, en nieuwe dingen verkondig Ik; eer dat zij
169 Jes 42:16 | het kromme tot recht; deze dingen zal Ik hun doen, en Ik zal
170 Jes 42:20 | 20 Gij ziet wel veel dingen, maar gij bewaart ze niet;
171 Jes 43:9 | ons doen horen de vorige dingen, laat hen hun getuigen
172 Jes 43:18 | Gedenkt der vorige dingen niet, en overlegt de oude
173 Jes 43:18 | niet, en overlegt de oude dingen niet. ~
174 Jes 44:7 | en laat ze de toekomstige dingen, en die komen zullen,
175 Jes 44:9 | ijdelheid, en hun gewenste dingen doen geen nut; ja, zij zelven
176 Jes 44:21 | 21 Gedenk aan deze dingen, o Jakob, en Israel! Want
177 Jes 45:7 | Ik, de HEERE, doe al deze dingen. ~
178 Jes 45:11 | hebben Mij van toekomende dingen gevraagd; van Mijn kinderen,
179 Jes 45:19 | spreekt, Die rechtmatige dingen verkondigt. ~
180 Jes 46:9 | Gedenkt der vorige dingen van oude tijden af, dat
181 Jes 46:10 | einde, en van ouds af die dingen, die nog niet geschied zijn;
182 Jes 47:7 | tot nog toe hebt gij deze dingen niet in uw hart genomen,
183 Jes 47:9 | 9 Doch deze beide dingen zullen u in een ogenblik
184 Jes 47:13 | u verlossen van die dingen, die over u komen zullen. ~
185 Jes 48:3 | 3 De vorige dingen heb Ik verkondigd van toen
186 Jes 48:5 | zeggen: Mijn afgod heeft die dingen gedaan, of mijn gesneden
187 Jes 48:6 | Van nu af doe Ik u nieuwe dingen horen, en verborgen dingen,
188 Jes 48:6 | dingen horen, en verborgen dingen, en die gij niet geweten
189 Jes 48:14 | wie onder hen heeft deze dingen verkondigd? De HEERE heeft
190 Jes 51:19 | 19 Deze twee dingen zijn u wedervaren, wie heeft
191 Jes 58:6 | spijsoffer; zou Ik Mij over deze dingen troosten laten? ~
192 Jes 65:3 | Toen Gij vreselijke dingen deedt, die wij niet verwachtten;
193 Jes 65:11 | verbrand; en al onze gewenste dingen zijn tot woestheid geworden. ~
194 Jes 65:12 | HEERE! zoudt Gij U over deze dingen inhouden, zoudt Gij stilzwijgen,
195 Jes 66:4 | er is sap van gruwelijke dingen in hun vaten. ~
196 Jes 66:17 | nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet meer gedacht
197 Jes 67:2 | Mijn hand heeft al deze dingen gemaakt, en al deze dingen
198 Jes 67:2 | dingen gemaakt, en al deze dingen zijn geweest, spreekt de
199 Jer 2:8 | en wandelden naar dingen, die geen nut doen. ~
200 Jer 4:18 | handelingen hebben u deze dingen gedaan; dit is uw boosheid,
201 Jer 5:9 | 9 Zou Ik over die dingen geen bezoeking doen? spreekt
202 Jer 5:19 | HEERE, onze God, al deze dingen gedaan? dat gij tot hen
203 Jer 5:25 | ongerechtigheden wenden die dingen af, en uw zonden weren dat
204 Jer 5:29 | 29 Zou Ik over die dingen geen bezoeking doen? spreekt
205 Jer 9:9 | Zou Ik hen om deze dingen niet bezoeken? spreekt de
206 Jer 9:24 | op de aarde, want in die dingen heb Ik lust, spreekt
207 Jer 13:22 | zeggen: Waarom zijn mij deze dingen bejegend? Om de veelheid
208 Jer 14:22 | want Gij doet al die dingen. ~ ~ ~ ~ ~
209 Jer 30:15 | veel zijn, heb Ik u deze dingen gedaan. ~
210 Jer 33:3 | bekend maken grote en vaste dingen, die gij niet weet. ~
211 Jer 45:5 | 5 En zoudt gij u grote dingen zoeken? Zoek ze niet; want
212 Klaa 1:7 | indachtig aan al haar gewenste dingen, die zij van oude dagen
213 Klaa 1:10| hand aan al haar gewenste dingen uitgebreid; immers heeft
214 Klaa 1:11| zij hebben hun gewenste dingen voor spijs gegeven, om de
215 Klaa 1:16| 16 Ain. Om dezer dingen wille ween ik; mijn oog,
216 Klaa 1:26| doodde al de begeerlijke dingen der ogen; Hij heeft
217 Klaa 2:17| is ons hart mat, om deze dingen zijn onze ogen duister geworden. ~
218 Eze 11:5 | want Ik weet elkeen der dingen, die in uw geest opklimmen. ~
219 Eze 16:5 | over u, om u een van deze dingen te doen, om zich over u
220 Eze 16:30 | Heere HEERE) als gij al deze dingen doet, zijnde het werk van
221 Eze 17:12 | Weet gij niet, wat deze dingen zijn? Zeg: Ziet, de koning
222 Eze 17:15 | hij ontkomen, die zulke dingen doet? Ja, zal hij het
223 Eze 17:18 | had; dewijl hij al deze dingen gedaan heeft, zal hij niet
224 Eze 18:10 | broeder doet een van deze dingen; ~
225 Eze 18:11 | 11 En die al die dingen niet doet; maar eet ook
226 Eze 20:40 | heffingen met al uw geheiligde dingen. ~
227 Eze 22:8 | 8 Mijn heilige dingen hebt gij veracht, en Mijn
228 Eze 22:26 | ontheiligen Mijn heilige dingen; tussen het heilige en het
229 Eze 23:30 | 30 Deze dingen zal men u doen, dewijl gij
230 Eze 24:19 | kennen geven, wat ons deze dingen zijn, dat gij aldus doet? ~
231 Eze 37:18 | kennen geven, wat u deze dingen zijn? ~
232 Eze 42:13 | naderen, die allerheiligste dingen zullen eten; aldaar zullen
233 Eze 42:13 | zullen zij de allerheiligste dingen henenleggen, en het spijsoffer,
234 Eze 44:8 | de wacht van Mijn heilige dingen niet waargenomen; maar gij
235 Eze 44:13 | naderen tot al Mijn heilige dingen, tot de allerheiligste dingen;
236 Eze 44:13 | dingen, tot de allerheiligste dingen; maar zullen hun schande
237 Dan 2:22 | openbaart diepe en verborgen dingen; Hij weet, wat in het duister
238 Dan 2:29 | zou; en Hij, Die verborgen dingen openbaart, heeft u te kennen
239 Dan 7:8 | mensenogen, en een mond, grote dingen sprekende. ~
240 Dan 7:20 | een mond, die grote dingen sprak, en wiens aanzien
241 Dan 11:36 | God der goden wonderlijke dingen spreken; en hij zal
242 Dan 11:38 | gesteente, en met gewenste dingen. ~
243 Dan 11:43 | en over al de gewenste dingen van Egypte; en die van Libye,
244 Dan 12:7 | heiligen volks, al deze dingen voleind zullen worden. ~
245 Dan 12:8 | het einde zijn van deze dingen? ~
246 Hos 14:10 | is wijs? die versta deze dingen; wie is verstandig? die
247 Joe 2:20 | opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan. ~
248 Joe 2:21 | want de HEERE heeft grote dingen gedaan. ~
249 Nah 3:6 | En Ik zal verfoeilijke dingen op u werpen, en u tot schande
250 Zac 4:4 | Mijn Heere! wat zijn deze dingen? ~
251 Zac 4:5 | Weet gij niet, wat deze dingen zijn? En ik zeide: Neen,
252 Zac 4:10 | veracht den dag der kleine dingen? daar zich toch die zeven
253 Zac 8:16 | 16 Dit zijn de dingen, die gij doen zult: spreekt
254 Zac 8:17 | lief; want al deze zijn dingen, die Ik haat, spreekt de
255 Matt 1:20| 20 En alzo hij deze dingen in den zin had, ziet, de
256 Matt 4:9 | En zeide tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij,
257 Matt 6:32| 32 Want al deze dingen zoeken de heidenen; want
258 Matt 6:32| Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft. ~
259 Matt 6:33| gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. ~
260 Matt 7:12| 12 Alle dingen dan, die gij wilt, dat u
261 Matt 8:33| boodschapten zij al deze dingen, en wat den bezetenen geschied
262 Matt 9:18| 18 Als Hij deze dingen tot hen sprak, ziet, een
263 Matt 11:25| der aarde! dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen
264 Matt 11:27| 27 Alle dingen zijn Mij overgegeven van
265 Matt 12:34| adderengebroedsels! hoe kunt gij goede dingen spreken, daar gij boos zijt?
266 Matt 12:35| goede mens brengt goede dingen voort uit den goede schat
267 Matt 12:35| de boze mens brengt boze dingen voort uit den boze schat. ~
268 Matt 13:3 | En Hij sprak tot hen vele dingen door gelijkenissen, zeggende:
269 Matt 13:17| hebben begeerd te zien de dingen, die gij ziet, en hebben
270 Matt 13:17| niet gezien; en te horen de dingen, die gij hoort, en hebben
271 Matt 13:34| 34 Al deze dingen heeft Jezus tot de scharen
272 Matt 13:35| gelijkenissen; Ik zal voortbrengen dingen, die verborgen waren van
273 Matt 13:52| zijn schat nieuwe en oude dingen voortbrengt. ~
274 Matt 15:18| 18 Maar die dingen, die ten monde uitgaan,
275 Matt 15:20| 20 Deze dingen zijn het, die den mens ontreinigen;
276 Matt 16:23| want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die
277 Matt 19:20| jongeling zeide tot Hem: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn
278 Matt 19:26| maar bij God zijn alle dingen mogelijk. ~
279 Matt 21:23| wat macht doet Gij deze dingen? En Wie heeft U deze macht
280 Matt 21:24| door wat macht Ik deze dingen doe. ~
281 Matt 22:4 | beesten zijn geslacht, en alle dingen zijn gereed; komt tot de
282 Matt 23:23| barmhartigheid, en het geloof. Deze dingen moest men doen, en de andere
283 Matt 23:36| Voorwaar zeg Ik u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht. ~
284 Matt 24:2 | hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar zeg Ik: Hier zal
285 Matt 24:3 | ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken
286 Matt 24:6 | verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, maar
287 Matt 24:8 | 8 Doch al die dingen zijn maar een beginsel der
288 Matt 24:33| gijlieden, wanneer gij al deze dingen zult zien, zo weet, dat
289 Matt 24:34| voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn. ~
290 Matt 27:54| ziende de aardbeving, en de dingen, die geschied waren, werden
291 Matt 28:11| den overpriesters al de dingen, die geschied waren. ~
292 Mark 1:45| uitgegaan zijnde, begon vele dingen te verkondigen, en dat woord
293 Mark 2:8 | Wat overdenkt gij deze dingen in uw harten? ~
294 Mark 3:8 | gehoord hebbende, hoe grote dingen Hij deed, kwamen tot Hem. ~
295 Mark 4:2 | 2 En Hij leerde hun veel dingen door gelijkenissen, en Hij
296 Mark 4:11| zijn, geschieden al deze dingen door gelijkenissen; ~
297 Mark 4:19| begeerlijkheden omtrent de andere dingen, inkomende, verstikken het
298 Mark 5:19| boodschap hun, wat grote dingen u de Heere gedaan heeft,
299 Mark 5:20| van Dekapolis, wat grote dingen hem Jezus gedaan had; en
300 Mark 6:2 | Van waar komen Dezen deze dingen, en wat wijsheid is dit,
301 Mark 6:20| hem hoorde, deed hij vele dingen, en hoorde hem gaarne. ~
302 Mark 6:34| hebben; en Hij begon hun vele dingen te leren. ~
303 Mark 7:4 | gewassen zijn. En vele andere dingen zijn er, die zij aangenomen
304 Mark 7:8 | drinkbekers; en andere dergelijke dingen doet gij vele. ~
305 Mark 7:13| hebt; en vele dergelijke dingen doet gij. ~
306 Mark 7:15| kan ontreinigen; maar de dingen, die van hem uitgaan, die
307 Mark 7:23| 23 Al deze boze dingen komen voort van binnen,
308 Mark 8:33| want gij verzint niet de dingen, die Gods zijn, maar die
309 Mark 9:23| Zo gij kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk dengene, die
310 Mark 10:20| tot Hem: Meester! al deze dingen heb ik onderhouden van mijn
311 Mark 10:27| niet bij God; want alle dingen zijn mogelijk bij God. ~
312 Mark 10:32| begon Hij hun te zeggen de dingen, die Hem overkomen zouden; ~
313 Mark 11:24| 24 Daarom zeg Ik u: Alle dingen, die gij biddende begeert,
314 Mark 11:28| wat macht doet Gij deze dingen? En wie heeft U deze macht
315 Mark 11:28| macht gegeven, dat Gij deze dingen doen zoudt? ~
316 Mark 11:29| door wat macht Ik deze dingen doe: ~
317 Mark 11:33| door wat macht Ik deze dingen doe. ~ ~
318 Mark 13:4 | ons, wanneer zullen deze dingen zijn? En welk is het teken,
319 Mark 13:4 | het teken, wanneer deze dingen alle voleindigd zullen worden? ~
320 Mark 13:8 | wezen, en beroerten. Deze dingen zijn maar beginselen der
321 Mark 13:29| ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo
322 Mark 13:30| voorbijgaan, totdat al deze dingen zullen geschied zijn. ~
323 Mark 14:36| zeide: Abba, Vader, alle dingen zijn U mogelijk; neem dezen
324 Luk 1:1 | stellen een verhaal van de dingen, die onder ons volkomen
325 Luk 1:4 | kennen de zekerheid der dingen, waarvan gij onderwezen
326 Luk 1:19 | u te spreken, en u deze dingen te verkondigen. ~
327 Luk 1:20 | tot op den dag, dat deze dingen geschied zullen zijn; om
328 Luk 1:45 | die geloofd heeft; want de dingen, die haar van den Heere
329 Luk 1:49 | 49 Want grote dingen heeft aan mij gedaan Hij,
330 Luk 1:65 | veel gesproken van al deze dingen. ~
331 Luk 2:49 | dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders? ~
332 Luk 2:51 | moeder bewaarde al deze dingen in haar hart. ~
333 Luk 3:18 | dan, ook nog vele andere dingen vermanende, verkondigde
334 Luk 5:26 | hebben heden ongelofelijke dingen gezien. ~
335 Luk 7:18 | boodschapten hem van al deze dingen. ~
336 Luk 7:22 | boodschapt Johannes weder de dingen, die gij gezien en gehoord
337 Luk 8:39 | huis, en vertel, wat grote dingen u God gedaan heeft. En hij
338 Luk 8:39 | verkondigende, wat grote dingen Jezus hem gedaan had. ~
339 Luk 9:7 | viervorst, hoorde al de dingen, die van Hem geschiedden;
340 Luk 9:9 | Deze, van Welken ik zulke dingen hoor? En hij zocht Hem te
341 Luk 9:43 | verwonderden over al de dingen, die Jezus gedaan had, zeide
342 Luk 10:21 | der aarde; dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen
343 Luk 10:22 | 22 Alle dingen zijn Mij van Mijn Vader
344 Luk 10:41 | bekommert en ontrust u over vele dingen; ~
345 Luk 11:27 | geschiedde, als Hij deze dingen sprak, dat een zekere vrouw,
346 Luk 11:45 | Hem: Meester! als Gij deze dingen zegt, zo doet Gij ook ons
347 Luk 11:53 | 53 En als Hij deze dingen tot hen zeide, begonnen
348 Luk 11:53 | houden, en Hem van vele dingen te doen spreken; ~
349 Luk 12:26 | zijt gij voor de andere dingen bezorgd? ~
350 Luk 12:30 | 30 Want al deze dingen zoeken de volken der wereld;
351 Luk 12:30 | Vader weet, dat gij deze dingen behoeft. ~
352 Luk 12:31 | Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden. ~
353 Luk 12:48 | geweten heeft, en gedaan heeft dingen, die slagen waardig zijn,
354 Luk 13:17 | zich over al de heerlijke dingen, die van Hem geschiedden. ~
355 Luk 14:15 | die mede aanzaten, deze dingen hoorde, zeide hij tot Hem:
356 Luk 14:17 | zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed. ~
357 Luk 14:21 | zijnde, boodschapte deze dingen zijn heer. Toen werd de
358 Luk 16:14 | 14 En al deze dingen hoorden ook de Farizeen,
359 Luk 18:21 | 21 En hij zeide: Al deze dingen heb ik onderhouden van mijn
360 Luk 18:27 | 27 En Hij zeide: De dingen, die onmogelijk zijn bij
361 Luk 18:34 | verstonden geen van deze dingen; en dit woord was voor hen
362 Luk 20:2 | door wat macht Gij deze dingen doet; of wie Hij is, Die
363 Luk 20:8 | door wat macht Ik deze dingen doe. ~
364 Luk 21:6 | 6 Wat deze dingen aangaat, die gij aanschouwt,
365 Luk 21:7 | wanneer zullen dan deze dingen zijn, en welk is het teken,
366 Luk 21:7 | het teken, wanneer deze dingen zullen geschieden? ~
367 Luk 21:9 | niet verschrikt; want deze dingen moeten eerst geschieden;
368 Luk 21:11 | zullen ook schrikkelijke dingen, en grote tekenen van den
369 Luk 21:26 | vrees en verwachting der dingen, die het aardrijk zullen
370 Luk 21:28 | 28 Als nu deze dingen beginnen te geschieden,
371 Luk 21:31 | ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo
372 Luk 21:36 | worden te ontvlieden al deze dingen, die geschieden zullen,
373 Luk 22:37 | misdadigen gerekend. Want ook die dingen, die van Mij geschreven
374 Luk 22:65 | 65 En vele andere dingen zeiden zij tegen Hem, lasterende. ~
375 Luk 23:48 | te aanschouwen, ziende de dingen, die geschied waren, keerden
376 Luk 24:9 | boodschapten zij al deze dingen aan de elven, en aan al
377 Luk 24:14 | onder elkander van al deze dingen, die er gebeurd waren. ~
378 Luk 24:18 | Jeruzalem, en weet niet de dingen, die dezer dagen daarin
379 Luk 24:19 | En zij zeiden tot Hem: De dingen aangaande Jezus den Nazarener,
380 Luk 24:21 | derde dag, van dat deze dingen geschied zijn. ~
381 Luk 24:26 | Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn
382 Luk 24:36 | 36 En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus Zelf
383 Luk 24:48 | gij zijt getuigen van deze dingen. ~
384 Joha 1:3 | 3 Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt,
385 Joha 1:28| 28 Deze dingen zijn geschied in Bethabara,
386 Joha 1:51| gelooft gij; gij zult grotere dingen zien dan deze. ~
387 Joha 2:16| duiven verkochten: Neemt deze dingen van hier weg; maakt niet
388 Joha 2:18| toont Gij ons, dat Gij deze dingen doet? ~
389 Joha 3:9 | tot Hem: Hoe kunnen deze dingen geschieden? ~
390 Joha 3:10| Israel, en weet gij deze dingen niet? ~
391 Joha 3:12| Indien Ik ulieden de aardse dingen gezegd heb, en gij niet
392 Joha 3:35| Zoon lief, en heeft alle dingen in Zijn hand gegeven. ~
393 Joha 4:25| zijn, zo zal Hij ons alle dingen verkondigen. ~
394 Joha 4:45| Galileers, gezien hebbende al de dingen, die Hij te Jeruzalem op
395 Joha 5:16| te doden, omdat Hij deze dingen op den sabbat deed. ~
396 Joha 6:59| 59 Deze dingen zeide Hij in de synagoge,
397 Joha 7:4 | spreke. Indien Gij deze dingen doet, zo openbaar Uzelven
398 Joha 7:9 | 9 En als Hij deze dingen tot hen gezegd had, bleef
399 Joha 8:26| 26 Ik heb vele dingen van u te zeggen en te oordelen;
400 Joha 8:26| heeft, is waarachtig; en de dingen, die Ik van Hem gehoord
401 Joha 8:28| Mijzelven niets doe; maar deze dingen spreek Ik, gelijk Mijn Vader
402 Joha 8:30| 30 Als Hij deze dingen sprak, geloofden velen in
403 Joha 12:36| Lichts moogt zijn. Deze dingen sprak Jezus; en weggaande
404 Joha 13:3 | wetende, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had,
405 Joha 13:17| 17 Indien gij deze dingen weet, zalig zijt gij, zo
406 Joha 13:21| 21 Jezus, deze dingen gezegd hebbende, werd ontroerd
407 Joha 14:25| 25 Deze dingen heb Ik tot u gesproken,
408 Joha 15:11| 11 Deze dingen heb Ik tot u gesproken,
409 Joha 15:21| 21 Maar al deze dingen zullen zij doen om Mijns
410 Joha 16:1 | 1 Deze dingen heb Ik tot u gesproken,
411 Joha 16:3 | 3 En deze dingen zullen zij u doen, omdat
412 Joha 16:4 | 4 Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken,
413 Joha 16:4 | u gezegd heb; doch deze dingen heb Ik u van het begin niet
414 Joha 16:6 | 6 Maar omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, zo
415 Joha 16:12| 12 Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch
416 Joha 16:13| spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen. ~
417 Joha 16:25| 25 Deze dingen heb Ik door gelijkenissen
418 Joha 16:30| weten wij, dat Gij alle dingen weet, en Gij hebt niet van
419 Joha 16:33| 33 Deze dingen heb Ik tot u gesproken,
420 Joha 19:36| 36 Want deze dingen zijn geschied, opdat de
421 Joha 21:17| Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb.
422 Joha 21:24| de discipel, die van deze dingen getuigt, en deze dingen
423 Joha 21:24| dingen getuigt, en deze dingen geschreven heeft; en wij
424 Joha 21:25| er zijn nog vele andere dingen, die Jezus gedaan heeft,
425 Hand 1:3 | gezien, en sprekende van de dingen, die het Koninkrijk Gods
426 Hand 2:44| waren bijeen, en hadden alle dingen gemeen; ~
427 Hand 3:21| der wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft
428 Hand 4:24| aarde, en de zee, en alle dingen, die in dezelve zijn. ~
429 Hand 4:25| hebben de volken ijdele dingen bedacht? ~
430 Hand 4:32| zijn eigen ware, maar alle dingen waren hun gemeen. ~
431 Hand 8:15| Mannen, waarom doet gij deze dingen? Wij zijn ook mensen van
432 Hand 8:15| u zoudt van deze ijdele dingen bekeren tot den levenden
433 Hand 8:27| verhaalden zij, wat grote dingen God met hen gedaan had,
434 Hand 9:4 | verkondigden, wat grote dingen God met hen gedaan had. ~
435 Hand 9:20| zij zich onthouden van de dingen, die door de afgoden besmet
436 Hand 9:28| leggen dan deze noodzakelijke dingen: ~
437 Hand 9:29| van hoererij; van welke dingen, indien gij uzelven wacht,
438 Hand 11:11| dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren. ~
439 Hand 11:20| gij brengt enige vreemde dingen voor onze oren; wij willen
440 Hand 11:25| leven en den adem, en alle dingen geeft; ~
441 Hand 12:15| toezien; want ik wil over deze dingen geen rechter zijn. ~
442 Hand 12:17| trok zich geen van deze dingen aan. ~
443 Hand 13:21| 21 En als deze dingen volbracht waren, nam Paulus
444 Hand 13:25| handwerkers van dergelijke dingen, zeide: Mannen, gij weet,
445 Hand 13:36| 36 Dewijl dan deze dingen onwedersprekelijk zijn,
446 Hand 13:39| indien gij iets van andere dingen verzoekt, dat zal in een
447 Hand 14:30| opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te
448 Hand 18:9 | toe, zeggende, dat deze dingen alzo waren. ~
449 Hand 19:9 | aldaar voor mij over deze dingen geoordeeld worden? ~
450 Hand 19:20| Jeruzalem, en aldaar over deze dingen geoordeeld worden. ~
451 Hand 20:9 | Nazareth vele wederpartijdige dingen moest doen. ~
452 Hand 20:16| een dienaar en getuige der dingen, beide die gij gezien hebt
453 Hand 20:24| 24 En als hij deze dingen tot verantwoording sprak,
454 Hand 20:26| de koning weet van deze dingen, tot welken ik ook vrijmoedigheid
455 Hand 20:26| niet, dat hem iets van deze dingen verborgen is; want dit is
456 Rom 1:20 | 20 Want Zijn onzienlijke dingen worden, van de schepping
457 Rom 1:28 | verkeerden zin, om te doen dingen, die niet betamen; ~
458 Rom 1:30 | laatdunkenden, vinders van kwade dingen, den ouderen ongehoorzaam;
459 Rom 1:32 | dat degenen, die zulke dingen doen, des doods waardig
460 Rom 2:1 | oordeelt, doet dezelfde dingen. ~
461 Rom 2:2 | over degenen, die zulke dingen doen. ~
462 Rom 2:3 | oordeelt dengenen, die zulke dingen doen, en dezelve doet, dat
463 Rom 2:14 | niet hebben, van nature de dingen doen, die der wet zijn,
464 Rom 2:16 | wanneer God de verborgene dingen der mensen zal oordelen
465 Rom 2:18 | Zijn wil, en beproeft de dingen, die daarvan verschillen,
466 Rom 4:17 | levend maakt, en roept de dingen, die niet zijn, alsof zij
467 Rom 6:21 | dan hadt gij toen van die dingen, waarover gij u nu schaamt?
468 Rom 8:28 | die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk
469 Rom 8:31 | zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons
470 Rom 8:32 | ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
471 Rom 8:38 | tegenwoordige, noch toekomende dingen, ~
472 Rom 10:5 | zeggende: De mens, die deze dingen doet, zal door dezelve leven. ~
473 Rom 11:36 | Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid
474 Rom 12:16 | Tracht niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot de nederige.
475 Rom 14:18 | Want die Christus in deze dingen dient, is Gode welbehagelijk,
476 Rom 14:20 | om der spijze wil. Alle dingen zijn wel rein; maar het
477 Rom 15:17 | in Christus Jezus in die dingen, die God aangaan. ~
478 1Kor 2:10| de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods. ~
479 1Kor 2:12| opdat wij zouden weten de dingen, die ons van God geschonken
480 1Kor 2:13| Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende. ~
481 1Kor 2:14| natuurlijke mens begrijpt niet de dingen, die des Geestes Gods zijn;
482 1Kor 2:15| mens onderscheidt wel alle dingen, maar hij zelf wordt van
483 1Kor 3:22| tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle uwe. ~
484 1Kor 4:6 | 6 En deze dingen, broeders, heb ik op mijzelven
485 1Kor 4:14| 14 Ik schrijf deze dingen niet om u te beschamen,
486 1Kor 6:12| 12 Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar
487 1Kor 6:12| mij geoorloofd, maar alle dingen zijn niet oorbaar; alle
488 1Kor 6:12| zijn niet oorbaar; alle dingen zijn mij geoorloofd, maar
489 1Kor 7:1 | 1 Aangaande nu de dingen, waarvan gij mij geschreven
490 1Kor 7:32| ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, hoe hij den
491 1Kor 7:33| is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe hij de vrouw
492 1Kor 7:34| ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, opdat zij heilig
493 1Kor 7:34| is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe zij den
494 1Kor 8:1 | 1 Aangaande nu de dingen, die den afgoden geofferd
495 1Kor 8:4 | Aangaande dan het eten der dingen, die den afgoden geofferd
496 1Kor 8:6 | den Vader, uit Welken alle dingen zijn, en wij tot Hem; en
497 1Kor 8:6 | Christus, door Welken alle dingen zijn, en wij door Hem. ~
498 1Kor 8:10| gestijfd worden, om te eten de dingen, die den afgoden geofferd
499 1Kor 9:13| degenen, die de heilige dingen bedienen, van het heilige
500 1Kor 9:15| Maar ik heb geen van deze dingen gebruikt. En ik heb dit
1-500 | 501-656 |