1-500 | 501-655
Book Chapter: Verse
501 Jer 28:3 | volle jaren zal Ik tot deze plaats wederbrengen al de vaten
502 Jer 28:3 | koning van Babel, uit deze plaats heeft weggenomen, en
503 Jer 28:4 | Babel gekomen zijn, tot deze plaats wederbrengen, spreekt
504 Jer 28:6 | Babel wederbrenge tot deze plaats! ~
505 Jer 28:13 | verbroken, nu zult gij in plaats van die ijzeren jukken maken. ~
506 Jer 29:10 | wederbrengende tot deze plaats. ~
507 Jer 29:14 | zal u wederbrengen tot de plaats, van waar Ik u gevankelijk
508 Jer 29:26 | tot priester gesteld, in plaats van den priester Jojada,
509 Jer 32:37 | en Ik zal hen tot deze plaats wederbrengen, en zal
510 Jer 33:10 | Alzo zegt de HEERE: In deze plaats (waarvan gij zegt: Zij is
511 Jer 33:12 | der heirscharen: In deze plaats, die zo woest is, dat er
512 Jer 37:1 | regeerde, koning zijnde, in plaats van Chonja, Jojakims zoon,
513 Jer 37:16 | 16 Als Jeremia in de plaats des kuils, en in de kotjes
514 Jer 38:9 | daar hij toch in zijn plaats zou gestorven zijn vanwege
515 Jer 40:2 | heeft dit kwaad over deze plaats gesproken. ~
516 Jer 42:18 | smaadheid, en zult deze plaats niet meer zien. ~
517 Jer 44:29 | de HEERE, dat Ik in deze plaats over u bezoeking zal doen;
518 Jer 51:62 | HEERE, Gij hebt over deze plaats gesproken, dat Gij ze zult
519 Jer 52:20 | koperen runderen, die in de plaats der stellingen waren, die
520 Eze 3:12 | heerlijkheid des HEEREN uit Zijn plaats! ~
521 Eze 6:13 | onder alle dichte eiken, de plaats, alwaar zij al hun drekgoden
522 Eze 7:22 | zij zullen Mijn verborgen plaats ontheiligen; want inbrekers
523 Eze 10:11 | als zij gingen; maar de plaats, waarheen het hoofd zag,
524 Eze 12:3 | gij zult vertrekken van uw plaats tot een andere plaats voor
525 Eze 12:3 | uw plaats tot een andere plaats voor hun ogen; misschien
526 Eze 16:24 | gebouwd hebt, en u een hoge plaats gemaakt hebt in elke straat. ~
527 Eze 16:31 | iederen weg, en uw hoge plaats maakt in elke straat, en
528 Eze 16:32 | overspelige vrouw, zij neemt in plaats van haar man de vreemden
529 Eze 17:16 | HEERE, zo hij niet in de plaats des konings, die hem koning
530 Eze 21:30 | weder in zijn schede! In de plaats, waar gij geschapen zijt,
531 Eze 36:34 | land zal bebouwd worden, in plaats dat het een verwoesting
532 Eze 38:15 | Gij zult dan komen uit uw plaats, uit de zijden van het noorden,
533 Eze 41:9 | ledig gelaten was, was de plaats der zijkameren, die aan
534 Eze 41:11 | van de ledig gelatene plaats was vijf ellen rondom henen. ~
535 Eze 41:12 | dat voor aan de afgesneden plaats was in den hoek des wegs
536 Eze 41:13 | ellen; ook de afgesneden plaats en het gebouw, en de wanden
537 Eze 41:14 | huizes, en der afgesneden plaats tegen het oosten, honderd
538 Eze 41:15 | gebouws voor aan de afgesneden plaats dat achter dezelve was,
539 Eze 42:1 | tegenover de afgesneden plaats, en die tegenover het
540 Eze 42:10 | voor aan de afgesneden plaats, en voor aan het gebouw,
541 Eze 42:13 | die voor aan de afgesneden plaats zijn, dat zijn heilige kameren,
542 Eze 42:13 | schuldoffer, want de plaats is heilig. ~
543 Eze 43:7 | mij: Mensenkind! dit is de plaats Mijns troons, en de plaats
544 Eze 43:7 | plaats Mijns troons, en de plaats der zolen Mijner voeten,
545 Eze 43:21 | verbranden in een bestelde plaats van het huis buiten het
546 Eze 45:1 | offeren, tot een heilige plaats, van het land; de lengte
547 Eze 45:4 | Dat zal een heilige plaats zijn van het land; zij zal
548 Eze 45:4 | dienen; en het zal hun een plaats zijn tot huizen, en
549 Eze 45:4 | huizen, en een heilige plaats voor het heiligdom. ~
550 Eze 46:19 | ziet, aldaar was een plaats aan beide zijden, naar het
551 Eze 46:20 | zeide tot mij: Dit is de plaats, alwaar de priesters het
552 Dan 2:35 | ze weg, en er werd geen plaats voor dezelve gevonden;
553 Dan 8:8 | er kwamen op aan deszelfs plaats vier aanzienlijke, naar
554 Dan 8:22 | Dat er nu vier aan zijn plaats stonden, toen hij verbroken
555 Dan 11:10 | mengen, tot aan zijn sterke plaats toe. ~
556 Hos 5:15 | en keren weder tot Mijn plaats, totdat zij zichzelven schuldig
557 Joe 3:7 | Ik zal ze opwekken uit de plaats, waarhenen gij ze hebt verkocht;
558 Mic 1:3 | HEERE gaat uit van Zijn plaats, en Hij zal nederdalen en
559 Nah 1:8 | doorgaanden vloed zal Hij haar plaats te niet maken; en duisternis
560 Nah 3:17 | zij weg, alzo dat hun plaats onbekend is, waar zij geweest
561 Zep 1:4 | Jeruzalem; en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel
562 Zep 2:10 | Dat zullen zij hebben in plaats van hun hoogmoed; want zij
563 Zep 2:11 | en een iegelijk uit zijn plaats zal Hem aanbidden, al de
564 Zac 6:12 | SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des
565 Zac 12:6 | zal nog blijven in haar plaats te Jeruzalem. ~
566 Zac 14:10 | en bewoond worden in haar plaats; van de poort van Benjamin
567 Zac 14:10 | Benjamin af, tot aan de plaats van de eerste poort, tot
568 Mal 1:11 | de heidenen; en aan alle plaats zal Mijn Naam reukwerk toegebracht
569 Matt 2:9 | zij kwam en stond boven de plaats, waar het Kindeken was. ~
570 Matt 2:22| Judea koning was, in de plaats van zijn vader Herodes,
571 Matt 14:13| scheep, naar een woeste plaats alleen; en de scharen, dat
572 Matt 14:15| tot Hem, zeggende: Deze plaats is woest, en de tijd is
573 Matt 14:35| En als de mannen van die plaats Hem werden kennende, zonden
574 Matt 24:15| profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke
575 Matt 26:36| ging Jezus met hen in een plaats genaamd Gethsemane, en zeide
576 Matt 26:52| uw zwaard weder in zijn plaats; want allen, die het zwaard
577 Matt 27:33| En gekomen zijnde tot de plaats, genaamd Golgotha, welke
578 Matt 28:6 | Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft. ~
579 Mark 1:35| ging henen in een woeste plaats, en bad aldaar. ~
580 Mark 6:31| gijlieden in een woeste plaats hier alleen, en rust een
581 Mark 6:32| een schip, naar een woeste plaats, alleen. ~
582 Mark 6:35| tot Hem, en zeiden: Deze plaats is woest, en het is nu laat
583 Mark 14:32| 32 En zij kwamen in een plaats, welker naam was Gethsemane,
584 Mark 15:22| zij brachten Hem tot de plaats Golgotha, hetwelk is, overgezet
585 Mark 16:6 | Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem gelegd hadden. ~
586 Luk 2:7 | omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg. ~
587 Luk 4:17 | opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was; ~
588 Luk 4:42 | en trok naar een woeste plaats; en de scharen zochten Hem,
589 Luk 6:17 | stond Hij op een vlakke plaats, en met Hem de schare Zijner
590 Luk 9:10 | vertrok alleen in een woeste plaats der stad, genaamd Bethsaida. ~
591 Luk 9:12 | zijn hier in een woeste plaats. ~
592 Luk 10:1 | twee, in iedere stad en plaats, daar Hij komen zou. ~
593 Luk 10:32 | Leviet, als hij was bij die plaats, kwam hij, en zag hem, en
594 Luk 11:1 | toen Hij in een zekere plaats was biddende, als Hij ophield,
595 Luk 14:9 | tot u zegge: Geef dezen plaats; en gij alsdan zoudt beginnen
596 Luk 14:9 | met schaamte de laatste plaats te houden. ~
597 Luk 14:10 | heen en zet u in de laatste plaats; opdat, wanneer hij komt,
598 Luk 14:22 | bevolen hebt, en nog is er plaats. ~
599 Luk 16:28 | ook zij niet komen in deze plaats der pijniging. ~
600 Luk 19:5 | 5 En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag
601 Luk 22:40 | 40 En als Hij aan die plaats gekomen was, zeide Hij tot
602 Luk 23:33 | En toen zij kwamen op de plaats genaamd Hoofdschedel plaats,
603 Luk 23:33 | plaats genaamd Hoofdschedel plaats, kruisigden zij Hem aldaar,
604 Joha 4:20| zegt, dat te Jeruzalem de plaats is, waar men moet aanbidden. ~
605 Joha 5:13| een grote schare in die plaats was. ~
606 Joha 6:10| er was veel gras in die plaats. Zo zaten dan de mannen
607 Joha 6:23| scheepjes van Tiberias, nabij de plaats, waar zij het brood gegeten
608 Joha 8:37| Mijn woord heeft in u geen plaats. ~
609 Joha 10:40| over de Jordaan, tot de plaats, waar Johannes eerst doopte;
610 Joha 11:6 | Hij nog twee dagen in de plaats, waar Hij was. ~
611 Joha 11:30| gekomen, maar was in de plaats, waar Hem Martha tegemoet
612 Joha 11:48| en wegnemen beide onze plaats en volk. ~
613 Joha 14:2 | hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. ~
614 Joha 14:3 | heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome
615 Joha 18:2 | Hem verried, wist ook die plaats, dewijl Jezus aldaar dikwijls
616 Joha 19:13| den rechterstoel, in de plaats, genaamd Lithostrotos, en
617 Joha 19:17| kruis, ging uit naar de plaats, genaamd Hoofdschedelplaats,
618 Joha 19:20| velen van de Joden; want de plaats, waar Jezus gekruist werd,
619 Joha 19:41| 41 En er was in de plaats, waar Hij gekruist was,
620 Joha 20:7 | bijzonder in een andere plaats samengerold. ~
621 Hand 1:25| hij heenging in zijn eigen plaats. ~
622 Hand 4:31| gebeden hadden, werd de plaats, in welke zij vergaderd
623 Hand 6:47| reisde naar een andere plaats. ~
624 Hand 11:19| hem, en brachten hem op de plaats, genaamd Areopagus, zeggende:
625 Hand 11:22| staande in het midden van de plaats, genaamd Areopagus, zeide:
626 Hand 15:12| beiden wij en die van die plaats waren, dat hij niet zou
627 Hand 15:28| volk, en de wet, en deze plaats allen man overal leert;
628 Hand 15:28| gebracht, en heeft deze heilige plaats ontheiligd. ~
629 Hand 18:27| Felix Porcius Festus in zijn plaats; en Felix, willende den
630 Hand 19:16| beschuldigers tegenwoordig heeft, en plaats van verantwoording gekregen
631 Hand 21:8 | kwamen wij in een zekere plaats genaamd Schonehavens, waar
632 Hand 21:41| Maar vervallende op een plaats, die de zee aan beide zijden
633 Hand 22:7 | En hier, omtrent dezelfde plaats, had de voornaamste van
634 Rom 9:26 | 26 En het zal zijn, in de plaats, waar tot hen gezegd was:
635 Rom 11:17 | olijfboom zijnde, in derzelver plaats zijt ingeent, en des wortels
636 Rom 12:19 | beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven:
637 Rom 15:23 | 23 Maar nu geen plaats meer hebbende in deze gewesten,
638 1Kor 1:2 | Christus aanroepen in alle plaats, beide hun en onzen Heere; ~
639 1Kor 14:16| hoe zal degene, die de plaats eens ongeleerden vervult,
640 2Kor 7:2 | 2 Geeft ons plaats; wij hebben niemand verongelijkt,
641 Efez 4:27| En geeft den duivel geen plaats. ~
642 Heb 4:5 | 5 En in deze plaats wederom: Indien zij in Mijn
643 Heb 5:6 | Gelijk Hij ook in een andere plaats zegt: Gij zijt Priester
644 Heb 8:7 | zou voor het tweede geen plaats gezocht zijn geweest. ~
645 Heb 11:8 | om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel
646 Heb 12:17 | werd; want hij vond geen plaats des berouws, hoewel hij
647 Jako 2:3 | gij hier op een eerlijke plaats; en zoudt zeggen tot den
648 Jako 4:15| 15 In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien
649 2Pet 1:19| schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte,
650 Open 2:5 | zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet
651 Open 12:6 | woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid,
652 Open 12:8 | hebben niet vermocht, en hun plaats is niet meer gevonden in
653 Open 12:14| in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt
654 Open 16:16| hebben hen vergaderd in de plaats, welke in het Hebreeuws
655 Open 20:11| hemel wegvloden, en geen plaats is voor die gevonden. ~
1-500 | 501-655 |