Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
plaagde 9
plaagt 1
plaat 4
plaats 655
plaatse 22
plaatsen 187
placht 2
Frequency    [«  »]
685 dezen
678 23
656 dingen
655 plaats
654 ganse
654 ging
654 toe

Bijbel

IntraText - Concordances

plaats

1-500 | 501-655

    Book Chapter: Verse
501 Jer 28:3 | volle jaren zal Ik tot deze plaats wederbrengen al de vaten 502 Jer 28:3 | koning van Babel, uit deze plaats heeft weggenomen, en      503 Jer 28:4 | Babel gekomen zijn, tot deze plaats wederbrengen,      spreekt 504 Jer 28:6 | Babel wederbrenge tot deze plaats! ~ 505 Jer 28:13 | verbroken, nu zult gij in plaats van die ijzeren jukken maken. ~ 506 Jer 29:10 | wederbrengende tot deze      plaats. ~ 507 Jer 29:14 | zal u wederbrengen tot de plaats, van waar Ik u gevankelijk 508 Jer 29:26 | tot priester gesteld, in plaats van den priester Jojada, 509 Jer 32:37 | en Ik zal hen tot deze plaats      wederbrengen, en zal 510 Jer 33:10 | Alzo zegt de HEERE: In deze plaats (waarvan gij zegt: Zij is 511 Jer 33:12 | der heirscharen: In deze plaats, die zo woest is, dat er 512 Jer 37:1 | regeerde, koning zijnde, in plaats van Chonja, Jojakims zoon, 513 Jer 37:16 | 16      Als Jeremia in de plaats des kuils, en in de kotjes 514 Jer 38:9 | daar hij toch in zijn      plaats zou gestorven zijn vanwege 515 Jer 40:2 | heeft dit kwaad over deze plaats gesproken. ~ 516 Jer 42:18 | smaadheid, en zult deze plaats niet      meer zien. ~ 517 Jer 44:29 | de HEERE, dat Ik in deze plaats over u bezoeking zal doen; 518 Jer 51:62 | HEERE, Gij hebt over deze plaats gesproken, dat Gij ze zult 519 Jer 52:20 | koperen runderen, die in de plaats der stellingen waren, die 520 Eze 3:12 | heerlijkheid des HEEREN uit Zijn plaats! ~ 521 Eze 6:13 | onder alle dichte eiken, de plaats, alwaar zij al hun drekgoden 522 Eze 7:22 | zij zullen Mijn verborgen plaats ontheiligen; want inbrekers 523 Eze 10:11 | als zij gingen; maar de plaats, waarheen het hoofd zag, 524 Eze 12:3 | gij zult vertrekken van uw plaats tot een andere plaats voor 525 Eze 12:3 | uw plaats tot een andere plaats voor hun ogen;      misschien 526 Eze 16:24 | gebouwd hebt, en u een hoge plaats gemaakt hebt in elke straat. ~ 527 Eze 16:31 | iederen weg, en uw hoge plaats maakt in elke straat, en 528 Eze 16:32 | overspelige vrouw, zij neemt in plaats van haar man de vreemden 529 Eze 17:16 | HEERE, zo hij niet in de plaats des konings, die hem koning 530 Eze 21:30 | weder in zijn schede! In de plaats, waar gij geschapen zijt, 531 Eze 36:34 | land zal bebouwd worden, in plaats dat het een verwoesting 532 Eze 38:15 | Gij zult dan komen uit uw plaats, uit de zijden van het noorden, 533 Eze 41:9 | ledig gelaten was, was de plaats der zijkameren, die aan 534 Eze 41:11 | van de ledig      gelatene plaats was vijf ellen rondom henen. ~ 535 Eze 41:12 | dat voor aan de afgesneden plaats was in den hoek des wegs 536 Eze 41:13 | ellen; ook de afgesneden plaats en het gebouw, en de wanden 537 Eze 41:14 | huizes, en der afgesneden plaats tegen het oosten, honderd 538 Eze 41:15 | gebouws voor aan de afgesneden plaats dat achter dezelve was, 539 Eze 42:1 | tegenover de afgesneden plaats, en die      tegenover het 540 Eze 42:10 | voor aan de afgesneden plaats, en voor aan het gebouw, 541 Eze 42:13 | die voor aan de afgesneden plaats zijn, dat zijn heilige kameren, 542 Eze 42:13 | schuldoffer, want de      plaats is heilig. ~ 543 Eze 43:7 | mij: Mensenkind! dit is de plaats Mijns troons, en de plaats 544 Eze 43:7 | plaats Mijns troons, en de plaats der zolen Mijner voeten, 545 Eze 43:21 | verbranden in een bestelde plaats van het huis buiten het 546 Eze 45:1 | offeren, tot een heilige plaats, van het land; de lengte 547 Eze 45:4 | Dat zal een heilige plaats zijn van het land; zij zal 548 Eze 45:4 | dienen; en het zal hun een plaats zijn tot      huizen, en 549 Eze 45:4 | huizen, en een heilige plaats voor het heiligdom. ~ 550 Eze 46:19 | ziet, aldaar was een      plaats aan beide zijden, naar het 551 Eze 46:20 | zeide tot mij: Dit is de plaats, alwaar de priesters het 552 Dan 2:35 | ze weg, en er werd geen plaats      voor dezelve gevonden; 553 Dan 8:8 | er kwamen op aan deszelfs plaats vier aanzienlijke, naar 554 Dan 8:22 | Dat er nu vier aan zijn plaats stonden, toen hij verbroken 555 Dan 11:10 | mengen, tot aan zijn sterke plaats toe. ~ 556 Hos 5:15 | en keren weder tot Mijn plaats, totdat zij zichzelven schuldig 557 Joe 3:7 | Ik zal ze opwekken uit de plaats, waarhenen gij ze hebt verkocht; 558 Mic 1:3 | HEERE gaat uit van Zijn plaats, en Hij zal nederdalen en 559 Nah 1:8 | doorgaanden vloed zal Hij haar plaats te niet maken; en duisternis 560 Nah 3:17 | zij weg, alzo dat hun plaats onbekend is, waar zij geweest 561 Zep 1:4 | Jeruzalem; en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel 562 Zep 2:10 | Dat zullen zij hebben in plaats van hun hoogmoed; want zij 563 Zep 2:11 | en een iegelijk uit zijn plaats zal Hem aanbidden, al de 564 Zac 6:12 | SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des      565 Zac 12:6 | zal nog blijven in haar plaats te Jeruzalem. ~ 566 Zac 14:10 | en bewoond worden in haar plaats; van      de poort van Benjamin 567 Zac 14:10 | Benjamin af, tot aan de plaats van de eerste poort, tot 568 Mal 1:11 | de heidenen; en aan alle plaats zal Mijn Naam reukwerk toegebracht 569 Matt 2:9 | zij kwam en stond boven de plaats, waar het Kindeken was. ~ 570 Matt 2:22| Judea koning was, in de plaats van zijn vader Herodes, 571 Matt 14:13| scheep, naar een woeste plaats alleen; en de scharen, dat 572 Matt 14:15| tot Hem, zeggende: Deze plaats is woest, en de tijd is 573 Matt 14:35| En als de mannen van die plaats Hem werden kennende, zonden 574 Matt 24:15| profeet, staande in de heilige plaats; (die het leest, die merke 575 Matt 26:36| ging Jezus met hen in een plaats genaamd Gethsemane, en zeide 576 Matt 26:52| uw zwaard weder in zijn plaats; want allen, die het zwaard 577 Matt 27:33| En gekomen zijnde tot de plaats, genaamd Golgotha, welke 578 Matt 28:6 | Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft. ~ 579 Mark 1:35| ging henen in een woeste plaats, en bad aldaar. ~ 580 Mark 6:31| gijlieden in een woeste plaats hier alleen, en rust een 581 Mark 6:32| een schip, naar een woeste plaats, alleen. ~ 582 Mark 6:35| tot Hem, en zeiden: Deze plaats is woest, en het is nu laat 583 Mark 14:32| 32 En zij kwamen in een plaats, welker naam was Gethsemane, 584 Mark 15:22| zij brachten Hem tot de plaats Golgotha, hetwelk is, overgezet 585 Mark 16:6 | Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem gelegd hadden. ~ 586 Luk 2:7 | omdat voor henlieden geen plaats was in de herberg. ~ 587 Luk 4:17 | opengedaan had, vond Hij de plaats, daar geschreven was; ~ 588 Luk 4:42 | en trok naar een woeste plaats; en de scharen zochten Hem, 589 Luk 6:17 | stond Hij op een vlakke plaats, en met Hem de schare Zijner 590 Luk 9:10 | vertrok alleen in een woeste plaats der stad, genaamd Bethsaida. ~ 591 Luk 9:12 | zijn hier in een woeste plaats. ~ 592 Luk 10:1 | twee, in iedere stad en plaats, daar Hij komen zou. ~ 593 Luk 10:32 | Leviet, als hij was bij die plaats, kwam hij, en zag hem, en 594 Luk 11:1 | toen Hij in een zekere plaats was biddende, als Hij ophield, 595 Luk 14:9 | tot u zegge: Geef dezen plaats; en gij alsdan zoudt beginnen 596 Luk 14:9 | met schaamte de laatste plaats te houden. ~ 597 Luk 14:10 | heen en zet u in de laatste plaats; opdat, wanneer hij komt, 598 Luk 14:22 | bevolen hebt, en nog is er plaats. ~ 599 Luk 16:28 | ook zij niet komen in deze plaats der pijniging. ~ 600 Luk 19:5 | 5 En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag 601 Luk 22:40 | 40 En als Hij aan die plaats gekomen was, zeide Hij tot 602 Luk 23:33 | En toen zij kwamen op de plaats genaamd Hoofdschedel plaats, 603 Luk 23:33 | plaats genaamd Hoofdschedel plaats, kruisigden zij Hem aldaar, 604 Joha 4:20| zegt, dat te Jeruzalem de plaats is, waar men moet aanbidden. ~ 605 Joha 5:13| een grote schare in die plaats was. ~ 606 Joha 6:10| er was veel gras in die plaats. Zo zaten dan de mannen 607 Joha 6:23| scheepjes van Tiberias, nabij de plaats, waar zij het brood gegeten 608 Joha 8:37| Mijn woord heeft in u geen plaats. ~ 609 Joha 10:40| over de Jordaan, tot de plaats, waar Johannes eerst doopte; 610 Joha 11:6 | Hij nog twee dagen in de plaats, waar Hij was. ~ 611 Joha 11:30| gekomen, maar was in de plaats, waar Hem Martha tegemoet 612 Joha 11:48| en wegnemen beide onze plaats en volk. ~ 613 Joha 14:2 | hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. ~ 614 Joha 14:3 | heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome 615 Joha 18:2 | Hem verried, wist ook die plaats, dewijl Jezus aldaar dikwijls 616 Joha 19:13| den rechterstoel, in de plaats, genaamd Lithostrotos, en 617 Joha 19:17| kruis, ging uit naar de plaats, genaamd Hoofdschedelplaats, 618 Joha 19:20| velen van de Joden; want de plaats, waar Jezus gekruist werd, 619 Joha 19:41| 41 En er was in de plaats, waar Hij gekruist was, 620 Joha 20:7 | bijzonder in een andere plaats samengerold. ~ 621 Hand 1:25| hij heenging in zijn eigen plaats. ~ 622 Hand 4:31| gebeden hadden, werd de plaats, in welke zij vergaderd 623 Hand 6:47| reisde naar een andere plaats. ~ 624 Hand 11:19| hem, en brachten hem op de plaats, genaamd Areopagus, zeggende: 625 Hand 11:22| staande in het midden van de plaats, genaamd Areopagus, zeide: 626 Hand 15:12| beiden wij en die van die plaats waren, dat hij niet zou 627 Hand 15:28| volk, en de wet, en deze plaats allen man overal leert; 628 Hand 15:28| gebracht, en heeft deze heilige plaats ontheiligd. ~ 629 Hand 18:27| Felix Porcius Festus in zijn plaats; en Felix, willende den 630 Hand 19:16| beschuldigers tegenwoordig heeft, en plaats van verantwoording gekregen 631 Hand 21:8 | kwamen wij in een zekere plaats genaamd Schonehavens, waar 632 Hand 21:41| Maar vervallende op een plaats, die de zee aan beide zijden 633 Hand 22:7 | En hier, omtrent dezelfde plaats, had de voornaamste van 634 Rom 9:26 | 26 En het zal zijn, in de plaats, waar tot hen gezegd was: 635 Rom 11:17 | olijfboom zijnde, in derzelver plaats zijt ingeent, en des wortels 636 Rom 12:19 | beminden, maar geeft den toorn plaats; want er is geschreven: 637 Rom 15:23 | 23 Maar nu geen plaats meer hebbende in deze gewesten, 638 1Kor 1:2 | Christus aanroepen in alle plaats, beide hun en onzen Heere; ~ 639 1Kor 14:16| hoe zal degene, die de plaats eens ongeleerden vervult, 640 2Kor 7:2 | 2 Geeft ons plaats; wij hebben niemand verongelijkt, 641 Efez 4:27| En geeft den duivel geen plaats. ~ 642 Heb 4:5 | 5 En in deze plaats wederom: Indien zij in Mijn 643 Heb 5:6 | Gelijk Hij ook in een andere plaats zegt: Gij zijt Priester 644 Heb 8:7 | zou voor het tweede geen plaats gezocht zijn geweest. ~ 645 Heb 11:8 | om uit te gaan naar de plaats, die hij tot een erfdeel 646 Heb 12:17 | werd; want hij vond geen plaats des berouws, hoewel hij 647 Jako 2:3 | gij hier op een eerlijke plaats; en zoudt zeggen tot den 648 Jako 4:15| 15 In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien 649 2Pet 1:19| schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, 650 Open 2:5 | zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet 651 Open 12:6 | woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, 652 Open 12:8 | hebben niet vermocht, en hun plaats is niet meer gevonden in 653 Open 12:14| in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt 654 Open 16:16| hebben hen vergaderd in de plaats, welke in het Hebreeuws 655 Open 20:11| hemel wegvloden, en geen plaats is voor die gevonden. ~


1-500 | 501-655

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License