Book Chapter: Verse

501 Dan  11:10 |          tot aan zijn sterke plaats toe. ~
502 Dan  11:24 |           doch tot een zekeren tijd toe. ~
503 Dan  11:35 |          tot den tijd van het einde toe; want het zal nog zijn voor
504 Dan  12:1  |              tot op dienzelven tijd toe; en te dier tijd zal uw
505 Dan  12:4  |          Daniel! sluit deze woorden toe, en verzegel dit boek, tot
506 Hos   8:8  |             vat, waar men geen lust toe heeft. ~
507 Hos   9:1  |             Israel! tot opspringens toe, gelijk de volken; want
508 Hos  11:4  |             en Ik reikte hem voeder toe. ~
509 Hos  14:2  |              tot den HEERE, uw God, toe; want gij zijt gevallen
510 Amos   6:2 |            over naar Kalne, en ziet toe; en gaat van daar naar Hamath,
511 Oba   1:20 |        Kanaanieten was, tot Zarfath toe; en de gevankelijk weggevoerden
512 Jona   2:5 |             mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij;
513 Jona   3:5 |        grootste af tot hun kleinste toe. ~
514 Jona   4:9 |            toorn ontstoken ter dood toe. ~
515 Mic   4:3  |        heidenen straffen, tot verre toe; en zij zullen hun zwaarden
516 Mic   5:2  |             overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal,
517 Mic   6:5  |            van Sittim af tot Gilgal toe, opdat      gij de gerechtigheden
518 Mic   7:12 |             zal het ook komen tot u toe, van Assur af, zelfs tot
519 Mic   7:12 |           zelfs tot de vaste steden toe; en van de vestingen tot
520 Zac   3:8  |                      8      Hoor nu toe, Josua, gij hogepriester!
521 Zac  14:10 |         worden, van Geba tot Rimmon toe, zuidwaarts van Jeruzalem;
522 Zac  14:10 |         poort, tot aan de Hoekpoort toe; en van den toren van Hananeel,
523 Zac  14:10 |          aan des konings wijnbakken toe. ~
524 Matt   5:13|              Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen,
525 Matt   5:39|             keert hem ook de andere toe; ~
526 Matt   7:4 |             uw broeder zeggen: Laat toe, dat ik den splinter uit
527 Matt   8:21|            tot Hem: Heere! laat mij toe, dat ik eerst heenga, en
528 Matt   8:31|          Gij ons uitwerpt, laat ons toe, dat wij in die kudde zwijnen
529 Matt  11:12|           Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der
530 Matt  11:13|             wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd. ~
531 Matt  11:23|        Kapernaum! die tot den hemel toe zijt verhoogd, gij zult
532 Matt  11:23|       verhoogd, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden. Want
533 Matt  16:6 |           Jezus zeide tot hen: Ziet toe, en wacht u van den zuurdesem
534 Matt  18:10|                             10 Ziet toe, dat gij niet een van deze
535 Matt  21:19|          den weg, ging Hij naar hem toe, en vond niets aan denzelven,
536 Matt  22:26|            de derde, tot de zevende toe. ~
537 Matt  24:4 |   antwoordende, zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand verleide. ~
538 Matt  24:6 |        geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt;
539 Matt  24:21|             begin der wereld tot nu toe, en ook niet zijn zal. ~
540 Matt  24:38|             uitgevende, tot den dag toe, in welken Noach in de ark
541 Matt  26:38|        geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier en waakt met
542 Matt  26:50|           gij hier! Toen kwamen zij toe, en sloegen de handen aan
543 Matt  27:45|           aarde, tot de negende ure toe. ~
544 Matt  27:48|             En terstond een van hen toe lopende, nam een spons,
545 Matt  27:64|            worde tot den derden dag toe, opdat Zijn discipelen misschien
546 Matt  28:2 |    nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde de steen af
547 Mark   1:34|            en liet de duivelen niet toe te spreken, omdat zij Hem
548 Mark   3:16|             16 En Simon gaf Hij den toe naam Petrus; ~
549 Mark   3:17|             van Jakobus; en gaf hun toe namen, Boanerges, hetwelk
550 Mark   4:3 |                             3 Hoort toe: ziet, een zaaier ging uit
551 Mark   5:6 |             van verre zag, liep hij toe, en aanbad Hem.
552 Mark   5:13|         Jezus liet het hun terstond toe. En de onreine geesten,
553 Mark   5:19|             Jezus liet hem dat niet toe, maar zeide tot hem: Ga
554 Mark   5:37|              37 En Hij liet niemand toe Hem te volgen, dan Petrus,
555 Mark   6:19|            En Herodias legde op hem toe; en wilde hem doden, en
556 Mark   7:12|           En gij laat hem niet meer toe, iets aan zijn vader of
557 Mark   8:15|          gebood hun, zeggende: Ziet toe, wacht u van den zuurdesem
558 Mark  11:16|                     16 En liet niet toe, dat iemand enig vat door
559 Mark  13:5 | antwoordende, begon te zeggen: Ziet toe, dat u niemand verleide. ~
560 Mark  13:9 |          Maar ziet gij voor uzelven toe; want zij zullen u overleveren
561 Mark  13:19|             geschapen heeft, tot nu toe, en ook niet zijn zal. ~
562 Mark  13:23|              23 Maar gijlieden ziet toe; ziet, Ik heb u alles voorzegd! ~
563 Mark  13:33|                             33 Ziet toe, waakt en bidt; want gij
564 Mark  14:34|        geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier, en waakt. ~
565 Mark  15:33|           aarde, tot de negende ure toe. ~
566 Luk   1:22 |       gezien had. En hij wenkte hun toe, en bleef stom. ~
567 Luk   2:52 |                     52 En Jezus nam toe in wijsheid, en in grootte,
568 Luk   6:42 |       broeder zeggen: Broeder, laat toe, dat ik den splinter, die
569 Luk   7:14 |                      14 En Hij ging toe, en raakte de baar aan; (
570 Luk   8:32 |          varen. En Hij liet het hun toe. ~
571 Luk   9:59 |          hij zeide: Heere, laat mij toe, dat ik heenga, en eerst
572 Luk   9:61 |         volgen; maar laat mij eerst toe, dat ik afscheid neme van
573 Luk  10:15 |        Kapernaum, die tot den hemel toe verhoogd zijt, gij zult
574 Luk  10:15 |           zijt, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden. ~
575 Luk  11:35 |                          35 Zie dan toe, dat niet het licht, hetwelk
576 Luk  12:15 |             Hij zeide tot hen: Ziet toe en wacht u van de gierigheid;
577 Luk  15:20 |   innerlijke ontferming bewogen; en toe lopende, viel hem om zijn
578 Luk  23:5  |       hebbende van Galilea tot hier toe. ~
579 Luk  23:20 |        Pilatus dan riep hun wederom toe, willende Jezus loslaten. ~
580 Luk  23:44 |           aarde, tot de negende ure toe. ~
581 Joha   2:7 |             zij vulden ze tot boven toe. ~
582 Joha   2:10|         hebt den goeden wijn tot nu toe bewaard. ~
583 Joha   5:17|             Mijn Vader werkt tot nu toe, en Ik werk ook. ~
584 Joha   6:21|             het land, daar zij naar toe voeren. ~
585 Joha  16:24|                          24 Tot nog toe hebt gij niet gebeden in
586 Joha  19:38|       wegnemen; en Pilatus liet het toe. Hij dan ging en nam het
587 Hand   1:7 |            tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden,
588 Hand   1:22|           van Johannes, tot den dag toe, in welken Hij van ons opgenomen
589 Hand   2:39|           39 Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen,
590 Hand   2:39|          als er de Heere, onze God, toe roepen zal. ~
591 Hand   5:30|            ik vastende tot deze ure toe, en ter negende ure bad
592 Hand   6:19|           het land door tot Fenicie toe, en Cyprus, en Antiochie,
593 Hand   6:22|         land doorging tot Antiochie toe. ~
594 Hand   6:52|             22 En het volk riep hem toe: Een stem Gods, en niet
595 Hand   7:6 |          doorgegaan waren tot Pafos toe, vonden zij een zekeren
596 Hand   7:16|          gij, die God vreest, hoort toe. ~
597 Hand   7:40|                         40 Ziet dan toe, dat over ulieden niet kome,
598 Hand  10:7 |             Geest liet het hun niet toe. ~
599 Hand  11:15|             brachten hem tot Athene toe; en als zij bevel gekregen
600 Hand  13:24|          die kunst geen klein gewin toe; ~
601 Hand  13:30|          het hem de discipelen niet toe. ~
602 Hand  14:11|           en lang, tot den dageraad toe, met hen gesproken had,
603 Hand  15:32|            nam, en liep af naar hen toe. Zij nu, den oversten en
604 Hand  15:39|      Cilicie, en ik bid u, laat mij toe tot het volk te spreken. ~
605 Hand  16:22|        hoorden hem nu tot dit woord toe; en zij verhieven hun stem,
606 Hand  16:26|        honderd dat hoorde, ging hij toe, en boodschapte het den
607 Hand  16:27|               27 En de overste kwam toe, en zeide tot hem: Zeg mij,
608 Hand  18:9 |            ook de Joden stemden het toe, zeggende, dat deze dingen
609 Hand  19:21|      bewaard zoude worden, ter tijd toe, dat ik hem tot den keizer
610 Hand  20:10|    omgebracht werden, stemde ik het toe. ~
611 Hand  21:3 |         Paulus handelende, liet hem toe tot de vrienden te gaan,
612 Hand  21:40|      hielden zij het naar den oever toe. ~
613 Hand  22:23|         morgens vroeg tot den avond toe. ~
614 Rom   1:13 |            te komen (en ben tot nog toe verhinderd geweest), opdat
615 Rom   3:12 |              er is ook niet tot een toe. ~
616 Rom   5:14 |         geheerst van Adam tot Mozes toe, ook over degenen, die niet
617 Rom   7:16 |         niet wil, zo stem ik de wet toe, dat zij goed is. ~
618 Rom   8:9  |            heeft, die komt Hem niet toe. ~
619 Rom   8:22 |             in barensnood is tot nu toe. ~
620 Rom  11:21 |            niet gespaard heeft, zie toe, dat Hij ook mogelijk u
621 Rom  12:19 |       geschreven: Mij komt de wraak toe; Ik zal het vergelden, zegt
622 Rom  15:19 |            en rondom, tot Illyrikum toe, het Evangelie van Christus
623 1Kor   1:8 |            bevestigen tot het einde toe, om onstraffelijk te zijn
624 1Kor   3:10|       daarop. Maar een iegelijk zie toe, hoe hij daarop bouwe. ~
625 1Kor   4:13|            aller afschrapsel tot nu toe. ~
626 1Kor   8:7 |          geweten des afgods tot nog toe, eten als iets dat den afgoden
627 1Kor   8:9 |                         9 Maar ziet toe, dat deze uw macht niet
628 1Kor  10:12|             die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. ~
629 2Kor   1:13|            gij ze ook tot het einde toe erkennen zult; ~
630 2Kor   3:15|           Maar tot den huidigen dag toe, wanneer Mozes gelezen wordt,
631 2Kor  10:13|         toegedeeld heeft, ook tot u toe zijn gekomen. ~
632 2Kor  10:14|          wij zijn ook gekomen tot u toe, in het Evangelie van Christus; ~
633 Gal   5:15 |       elkander bijt en vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet
634 Fili   1:5 |           den eersten dag af tot nu toe; ~
635 Fili   1:16|             mijn banden verdrukking toe te brengen; ~
636 Fili   3:16|                   16 Doch, daar wij toe gekomen zijn, laat ons daarin
637 Kol   2:8  |                              8 Ziet toe, dat niemand u als een roof
638 1Tim   2:12|          Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over
639 2Tim   2:9 |   verdrukkingen lijde tot de banden toe, als een kwaaddoener; maar
640 File   1:18|          schuldig is, reken dat mij toe. ~
641 Heb   3:6  |         roem der hoop tot het einde toe vast behouden. ~
642 Heb   3:12 |                             12 Ziet toe, broeders, dat niet te eniger
643 Heb   3:14 |          vasten grond tot het einde toe vast behouden; ~
644 Heb   6:11 |             der hoop, tot het einde toe; ~
645 Heb  11:30 |             als zij tot zeven dagen toe omringd waren geweest. ~
646 Heb  12:4  |             hebt nog tot den bloede toe niet tegengestaan, strijdende
647 Heb  12:25 |                             25 Ziet toe, dat gij Dien, Die spreekt,
648 1Joh   2:9 |            in de duisternis tot nog toe. ~
649 1Joh   3:17|          hebben, en sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de
650 2Joh   1:8 |                              8 Ziet toe voor uzelven, dat wij niet
651 Open   2:26|           Mijn werken tot het einde toe bewaart, Ik zal hem macht
652 Open  12:11|         niet liefgehad tot den dood toe. ~
653 Open  13:14|           tekenen, die aan hetzelve toe doen gegeven zijn in de
654 Open  18:5 |        andere gevolgd tot den hemel toe, en God is harer ongerechtigheden