Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ginath 2
ginds 6
gindswaarts 1
ging 654
gingen 258
gingt 1
ginnethoi 1
Frequency    [«  »]
656 dingen
655 plaats
654 ganse
654 ging
654 toe
649 kwam
636 ziel

Bijbel

IntraText - Concordances

ging

1-500 | 501-654

    Book Chapter: Verse
501 Mark 2:12| beddeken opgenomen hebbende, ging hij uit in aller tegenwoordigheid; 502 Mark 2:13| 13 En Hij ging wederom uit naar de zee; 503 Mark 2:23| sabbatdag door het gezaaide ging, en Zijn discipelen begonnen, 504 Mark 3:1 | 1 En Hij ging wederom in de synagoge; 505 Mark 4:3 | Hoort toe: ziet, een zaaier ging uit om te zaaien. ~ 506 Mark 4:5 | niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen 507 Mark 4:39| Zwijg, wees stil! En de wind ging liggen, en er werd grote 508 Mark 5:18| En als Hij in het schip ging, bad Hem degene, die bezeten 509 Mark 5:20| 20 En hij ging heen, en begon te verkondigen 510 Mark 5:24| 24 En Hij ging met hem; en een grote schare 511 Mark 5:40| degenen die met Hem waren, en ging binnen, waar het kind lag. ~ 512 Mark 6:1 | 1 En Hij ging van daar weg, en kwam in 513 Mark 6:27| hoofd te brengen. Deze nu ging heen, en onthoofdde hem 514 Mark 6:46| hun afscheid gegeven had, ging Hij op den berg om te bidden. ~ 515 Mark 7:24| 24 En van daar opstaande, ging Hij weg naar de landpalen 516 Mark 8:27| 27 En Jezus ging uit en Zijn discipelen naar 517 Mark 9:26| en hem zeer scheurende, ging uit; en het kind werd als 518 Mark 10:1 | van daar opgestaan zijnde, ging Hij naar de landpalen van 519 Mark 10:22| geworden zijnde over dat woord, ging bedroefd weg; want hij had 520 Mark 10:32| naar Jeruzalem; en Jezus ging voor hen; en zij waren verbaasd, 521 Mark 11:11| en het nu avondstond was, ging Hij uit naar Bethanie met 522 Mark 11:13| vijgeboom, die bladeren had, ging Hij om te zien, of Hij ook 523 Mark 11:19| het nu laat geworden was, ging Hij uit buiten de stad. ~ 524 Mark 13:1 | En als Hij uit den tempel ging, zeide een van Zijn discipelen 525 Mark 14:10| Iskariot, een van de twaalven, ging heen tot de overpriesters, 526 Mark 14:45| En als hij gekomen was, ging hij terstond tot Hem, en 527 Mark 14:68| niet, wat gij zegt. En hij ging buiten in de voorzaal, en 528 Mark 15:43| verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde 529 Luk 1:23 | dat hij naar zijn huis ging. ~ 530 Luk 1:38 | naar uw woord. En de engel ging weg van haar. ~ 531 Luk 2:4 | 4 En Jozef ging ook op van Galilea, uit 532 Luk 2:51 | 51 En Hij ging met hen af, en kwam te Nazareth, 533 Luk 4:14 | en het gerucht van Hem ging uit door het gehele omliggende 534 Luk 4:16 | daar Hij opgevoed was, en ging, naar Zijn gewoonte, op 535 Luk 4:30 | van hen doorgegaan zijnde, ging weg. ~ 536 Luk 4:37 | 37 En het gerucht van Hem ging uit in alle plaatsen des 537 Luk 4:38 | zijnde uit de synagoge, ging in het huis van Simon; en 538 Luk 4:42 | 42 En als het dag werd, ging Hij uit, en trok naar een 539 Luk 5:3 | 3 En Hij ging in een van die schepen, 540 Luk 5:13 | word gereinigd! En terstond ging de melaatsheid van hem. ~ 541 Luk 5:15 | Maar het gerucht van Hem ging te meer voort; en vele scharen 542 Luk 5:25 | daar hij op gelegen had, ging heen naar zijn huis, God 543 Luk 5:27 | 27 En na dezen ging Hij uit, en zag een tollenaar, 544 Luk 6:1 | dat Hij door het gezaaide ging; en Zijn discipelen plukten 545 Luk 6:6 | dat Hij in de synagoge ging, en leerde. En daar was 546 Luk 6:19 | Hem aan te raken; want er ging kracht van Hem uit, en Hij 547 Luk 7:1 | ten aanhore des volks, ging Hij in te Kapernaum. ~ 548 Luk 7:6 | 6 En Jezus ging met hen. En als Hij nu niet 549 Luk 7:11 | den volgenden dag, dat Hij ging naar een stad, genaamd Nain, 550 Luk 7:14 | 14 En Hij ging toe, en raakte de baar aan; ( 551 Luk 7:17 | 17 En dit gerucht van Hem ging uit in geheel Judea, en 552 Luk 8:5 | 5 Een zaaier ging uit, om zijn zaad te zaaien; 553 Luk 8:22 | dagen, dat Hij in een schip ging, en Zijn discipelen met 554 Luk 8:39 | God gedaan heeft. En hij ging heen door de gehele stad, 555 Luk 10:31 | denzelven weg af, en hem ziende, ging hij tegenover hem voorbij. ~ 556 Luk 10:32 | kwam hij, en zag hem, en ging tegenover hem voorbij. ~ 557 Luk 15:15 | 15 En hij ging heen, en voegde zich bij 558 Luk 15:20 | 20 En opstaande, ging hij naar zijn vader. En 559 Luk 15:28 | en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn vader uit, en bad 560 Luk 17:11 | midden van Samaria en Galilea ging. ~ 561 Luk 17:27 | op welken Noach in de ark ging, en de zondvloed kwam, en 562 Luk 18:14 | 14 Ik zeg ulieden: Deze ging af gerechtvaardigd in zijn 563 Luk 19:1 | Jezus, ingekomen zijnde, ging door Jericho. ~ 564 Luk 19:28 | reisde Hij voor hen heen, en ging op naar Jeruzalem. ~ 565 Luk 21:37 | tempel; maar des nachts ging Hij uit, en vernachtte op 566 Luk 22:4 | 4 En hij ging heen en sprak met de overpriesters 567 Luk 22:47 | die genaamd was Judas, ging hun voor, en kwam bij Jezus, 568 Luk 23:52 | 52 Deze ging tot Pilatus, en begeerde 569 Luk 24:12 | doeken, liggende alleen, en ging weg, zich verwonderende 570 Luk 24:15 | bij hen kwam, en met hen ging. ~ 571 Luk 24:29 | de dag is gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven. ~ 572 Joha 2:12| 12 Daarna ging Hij af naar Kapernaum, Hij, 573 Joha 2:13| Joden was nabij, en Jezus ging op naar Jeruzalem. ~ 574 Joha 4:3 | Zo verliet Hij Judea, en ging wederom heen naar Galilea. ~ 575 Joha 4:28| vrouw dan haar watervat, en ging heen in de stad en zeide 576 Joha 4:43| 43 En na de twee dagen ging Hij van daar en ging heen 577 Joha 4:43| dagen ging Hij van daar en ging heen naar Galilea; ~ 578 Joha 4:47| uit Judea in Galilea kwam, ging tot Hem, en bad Hem, dat 579 Joha 4:50| Jezus tot hem zeide, en ging heen. ~ 580 Joha 5:1 | feest der Joden, en Jezus ging op naar Jeruzalem. ~ 581 Joha 5:15| 15 De mens ging heen, en boodschapte den 582 Joha 6:3 | 3 En Jezus ging op den berg, en zat aldaar 583 Joha 7:10| broeders opgegaan waren, toen ging Hij ook Zelf op tot het 584 Joha 7:14| midden van het feest was, zo ging Jezus op in den tempel, 585 Joha 7:53| 53 En een iegelijk ging heen naar zijn huis. ~  ~  ~  586 Joha 8:1 | 1 Maar Jezus ging naar den Olijfberg. ~ 587 Joha 8:59| Maar Jezus verborg Zich, en ging uit den tempel, gaande door 588 Joha 8:59| door het midden van hen; en ging alzo voorbij. ~  ~ 589 Joha 9:7 | wordt: uitgezonden). Hij dan ging heen en wies zich, en kwam 590 Joha 9:11| Siloam, en was u. En ik ging heen, en wies mij, en ik 591 Joha 10:40| 40 En Hij ging wederom over de Jordaan, 592 Joha 11:20| hoorde, dat Jezus kwam, ging Hem tegemoet; doch Maria 593 Joha 11:28| En dit gezegd hebbende, ging zij heen, en riep Maria, 594 Joha 11:29| stond haastelijk op, en ging tot Hem. ~ 595 Joha 11:54| vrijelijk onder de Joden; maar ging van daar naar het land bij 596 Joha 12:18| 18 Daarom ging ook de schare Hem tegemoet, 597 Joha 13:30| de bete genomen hebbende, ging terstond uit. En het was 598 Joha 18:1 | Jezus, dit gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen 599 Joha 18:1 | een hof was, in welken Hij ging, en Zijn discipelen. ~ 600 Joha 18:4 | wat over Hem komen zou, ging uit, en zeide tot hen: Wien 601 Joha 18:15| hogepriester bekend, en ging met Jezus in des hogepriesters 602 Joha 18:16| hogepriester bekend was, ging uit, en sprak met de deurwaarster, 603 Joha 18:29| 29 Pilatus dan ging tot hen uit, en zeide: Wat 604 Joha 18:33| 33 Pilatus dan ging wederom in het rechthuis, 605 Joha 18:38| als hij dat gezegd had, ging hij wederom uit tot de Joden, 606 Joha 19:9 | 9 En ging wederom in het rechthuis, 607 Joha 19:17| Hij, dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats, genaamd 608 Joha 19:38| Pilatus liet het toe. Hij dan ging en nam het lichaam van Jezus 609 Joha 20:1 | den eersten dag der week ging Maria Magdalena vroeg, als 610 Joha 20:3 | 3 Petrus dan ging uit, en de andere discipel, 611 Joha 20:5 | doeken liggen; nochtans ging hij er niet in. ~ 612 Joha 20:6 | dan kwam en volgde hem, en ging in het graf, en zag de doeken 613 Joha 20:8 | 8 Toen ging dan ook de andere discipel 614 Joha 20:18| 18 Maria Magdalena ging en boodschapte den discipelen, 615 Joha 21:11| 11 Simon Petrus ging op, en trok het net op het 616 Joha 21:23| 23 Dit woord dan ging uit onder de broederen, 617 Hand 3:8 | opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende 618 Hand 5:21| 21 En Petrus ging af tot de mannen die van 619 Hand 5:23| Doch des anderen daags ging Petrus met hen heen, en 620 Hand 5:25| geschiedde, dat Petrus inkwam, ging hem Cornelius tegemoet, 621 Hand 5:27| 27 En met hem sprekende, ging hij in, en vond er velen, 622 Hand 6:25| 25 En Barnabas ging uit naar Tarsen, om Saulus 623 Hand 6:42| hij alles overlegd had, ging hij naar het huis van Maria, 624 Hand 8:20| stad; en des anderen daags ging hij met Barnabas uit naar 625 Hand 10:18| van haar uitgaat. En hij ging uit ter zelfder ure. ~ 626 Hand 11:2 | gelijk hij gewoon was, ging tot hen in, en drie sabbatten 627 Hand 11:14| aan Paulus weg, dat hij ging als naar de zee; maar Silas 628 Hand 12:2 | vertrekken zouden), en hij ging tot hen; ~ 629 Hand 12:19| liet hen aldaar; maar hij ging in de synagoge, en handelde 630 Hand 12:22| te Cesarea was gekomen, ging hij op naar Jeruzalem, en 631 Hand 12:22| Gemeente gegroet hebbende, ging hij af naar Antiochie. ~ 632 Hand 12:23| enige tijd geweest was, ging hij weg, en doorreisde vervolgens 633 Hand 13:8 | 8 En hij ging in de synagoge, en sprak 634 Hand 14:1 | geroepen en gegroet hebbende, ging uit om naar Macedonie te 635 Hand 15:18| 18 En den volgenden dag ging Paulus met ons in tot Jakobus; 636 Hand 15:26| met hen geheiligd zijnde, ging hij in den tempel, en verkondigde, 637 Hand 16:26| over honderd dat hoorde, ging hij toe, en boodschapte 638 Hand 17:16| gehoord had, kwam hij daar, en ging in de legerplaats, en boodschapte 639 Hand 19:1 | provincie gekomen zijnde, ging na drie dagen van Cesarea 640 Gal 1:17 | apostelen waren; maar ik ging henen naar Arabie, en keerde 641 Gal 2:2 | 2 En ik ging op door een openbaring, 642 Heb 7:1 | Gods, die Abraham tegemoet ging, als hij wederkeerde van 643 Heb 7:10 | hem Melchizedek tegemoet ging. ~ 644 Heb 9:7 | in den tweeden tabernakel ging alleen de hogepriester, 645 Open 1:16| rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp 646 Open 6:2 | een kroon gegeven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat 647 Open 6:4 | 4 En een ander paard ging uit, dat rood was; en dien, 648 Open 8:4 | de gebeden der heiligen, ging op van de hand des engels 649 Open 9:17| leeuwen, en uit hun monden ging vuur, en rook, en sulfer. ~ 650 Open 10:9 | 9 En ik ging henen tot den engel, zeggende 651 Open 12:17| vergrimde op de vrouw, en ging heen om krijg te voeren 652 Open 16:2 | 2 En de eerste ging henen, en goot zijn fiool 653 Open 19:15| 15 En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat 654 Open 19:21| zat, hetwelk uit Zijn mond ging; en al de vogelen werden


1-500 | 501-654

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License