1-500 | 501-654
Book Chapter: Verse
501 Psa 108:6 | hemelen, en Uw eer over de ganse aarde. ~
502 Spre 3:5 | Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand
503 Spre 31:21| vanwege de sneeuw; want haar ganse huis is met dubbele klederen
504 Jes 1:5 | afvals des te meer maken; het ganse hoofd is krank, en het ganse
505 Jes 1:5 | ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat. ~
506 Jes 6:3 | HEERE der heirscharen! De ganse aarde is van Zijn heerlijkheid
507 Jes 7:24 | zal moeten gaan; want het ganse land zal doornen en distelen
508 Jes 9:4 | 4 Toen de ganse strijd dergenen, die streden,
509 Jes 10:14 | een nest, en ik heb het ganse aardrijk samengeraapt, gelijk
510 Jes 13:5 | Zijner gramschap, om dat ganse land te verderven. ~
511 Jes 14:7 | 7 De ganse aarde rust, zij is stil;
512 Jes 14:26 | beraadslaagd is over dat ganse land; en dit is de hand,
513 Jes 21:8 | op mijn hoede zet ik mij ganse nachten. ~
514 Jes 25:8 | smaadheid Zijns volks van de ganse aarde wegnemen; want
515 Jes 27:9 | verzoend worden, en dit is de ganse vrucht, dat Hij deszelfs
516 Jes 28:22 | besloten is over het ganse land. ~
517 Jes 32:7 | En eens gierigaards ganse gereedschap is kwaad; hij
518 Jes 39:2 | en de beste olie, en zijn ganse wapenhuis, en al wat gevonden
519 Jes 39:2 | zijn huis, noch in zijn ganse heerschappij, dat Hizkia
520 Jes 45:25 | worden en zich beroemen, het ganse zaad van Israel. ~ ~
521 Jes 46:3 | o huis van Jakob, en het ganse overblijfsel van het huis
522 Jes 54:12 | van robijnstenen, en uw ganse landpale van aangename stenen. ~
523 Jer 1:18 | koperen muren tegen het ganse land; tegen de koningen
524 Jer 3:10 | Mij niet bekeerd met haar ganse hart, maar valselijk, spreekt
525 Jer 4:20 | er uitgeroepen; want het ganse land is verstoord; haastelijk
526 Jer 4:27 | Want zo zegt de HEERE: Dit ganse land zal een woestijn zijn (
527 Jer 7:15 | Ik al uw broederen, het ganse zaad van Efraim, weggeworpen
528 Jer 8:2 | voor de maan, en voor het ganse heir des hemels, die zij
529 Jer 8:3 | verkoren worden, bij het ganse overblijfsel der overgeblevenen
530 Jer 8:16 | zijner paarden gehoord; het ganse land beeft van het geluid
531 Jer 9:26 | hebben de voorhuid, maar het ganse huis Israels heeft de voorhuid
532 Jer 10:7 | der heidenen, en in hun ganse koninkrijk, niemand U gelijk
533 Jer 10:21 | verstandiglijk gehandeld, en hun ganse weide is verstrooid. ~
534 Jer 12:11 | treurt hij tot Mij; het ganse land is verwoest, omdat
535 Jer 13:11 | eens mans, alzo heb Ik het ganse huis Israels en het ganse
536 Jer 13:11 | ganse huis Israels en het ganse huis van Juda aan Mij doen
537 Jer 13:18 | u, zet u neder; want uw ganse hoofdsieraad, de kroon uwer
538 Jer 13:19 | niemand, die ze opent; het ganse Juda is weggevoerd, het
539 Jer 23:15 | huichelarij uitgegaan in het ganse land. ~
540 Jer 24:7 | zullen zich tot Mij met hun ganse hart bekeren. ~
541 Jer 25:1 | Jeremia geschied is over het ganse volk van Juda, in het vierde
542 Jer 25:2 | gesproken heeft tot het ganse volk van Juda, en tot al
543 Jer 25:11 | 11 En dit ganse land zal worden tot een
544 Jer 26:9 | er niemand wone? En het ganse volk werd vergaderd
545 Jer 26:17 | lands, en spraken tot de ganse gemeente des volks, zeggende: ~
546 Jer 27:16 | de priesteren, en tot dit ganse volk, zeggende: Zo zegt
547 Jer 29:1 | de profeten, en tot het ganse volk, dat Nebukadnezar van
548 Jer 29:13 | naar Mij zult vragen met uw ganse hart. ~
549 Jer 31:37 | worden, zo zal Ik ook het ganse zaad Israels verwerpen,
550 Jer 31:40 | 40 En het ganse dal der dode lichamen en
551 Jer 32:41 | dat land planten, met Mijn ganse hart en met Mijn ganse ziel. ~
552 Jer 32:41 | Mijn ganse hart en met Mijn ganse ziel. ~
553 Jer 34:1 | koning van Babel, en zijn ganse heir, en alle koninkrijken
554 Jer 34:8 | verbond gemaakt had met het ganse volk, dat te Jeruzalem was,
555 Jer 35:3 | en al zijn zonen, en het ganse huis der Rechabieten; ~
556 Jer 36:23 | den haard was, totdat de ganse rol verteerd was in
557 Jer 37:10 | al sloegt gijlieden het ganse heir der Chaldeen, die tegen
558 Jer 40:4 | komen, zo laat het; zie, het ganse land is voor uw aangezicht,
559 Jer 41:10 | En Ismael voerde het ganse overblijfsel des volks,
560 Jer 41:16 | die met hem waren, het ganse overblijfsel des volks,
561 Jer 42:2 | HEERE, uw God, voor dit ganse overblijfsel; want wij zijn
562 Jer 42:4 | het zal geschieden, het ganse woord, dat de HEERE u
563 Jer 43:1 | Jeremia geeindigd had tot het ganse volk te spreken al de woorden
564 Jer 43:5 | oversten der heiren namen het ganse overblijfsel van Juda, die
565 Jer 44:28 | weinig in getal; en het ganse overblijfsel van Juda, die
566 Jer 45:4 | heb, ruk Ik uit, zelfs dit ganse land. ~
567 Jer 50:23 | Hoe is de hamer der ganse aarde zo afgehouwen en verbroken!
568 Jer 51:7 | hand des HEEREN, die de ganse aarde dronken maakte; de
569 Jer 51:25 | spreekt de HEERE, gij, die de ganse aarde verderft, en Ik zal
570 Jer 51:28 | haar overheden, ja, het ganse land harer heerschappij. ~
571 Jer 51:41 | veroverd, en de roem der ganse aarde ingenomen! Hoe is
572 Jer 51:47 | beelden van Babel; en haar ganse land zal beschaamd worden,
573 Jer 51:52 | verwonde zal kermen in haar ganse land. ~
574 Jer 52:4 | Jeruzalem, hij en zijn ganse heir, en zij legerden zich
575 Jer 52:14 | 14 En het ganse heir der Chaldeen, dat met
576 Klaa 1:37| schoonheid was, een vreugde der ganse aarde? ~
577 Eze 3:7 | niet willen horen; want het ganse huis Israels is stijf van
578 Eze 10:12 | 12 Hun ganse lichaam nu, en hun ruggen,
579 Eze 11:15 | mannen uwer maagschap, en het ganse huis Israels, ja, dat ganse,
580 Eze 11:15 | ganse huis Israels, ja, dat ganse, tot welke de inwoners van
581 Eze 12:10 | vorst te Jeruzalem, en het ganse huis Israels, dat in het
582 Eze 16:37 | naaktheid ontdekken, dat zij uw ganse naaktheid zien zullen. ~
583 Eze 20:40 | HEERE, daar zal Mij het ganse huis Israels in het land
584 Eze 27:27 | in u zijn, zelfs met uw ganse gemeente, die in het midden
585 Eze 27:34 | onderlinge koophandel en uw ganse gemeente in het midden van
586 Eze 29:2 | tegen hem, en tegen het ganse Egypte. ~
587 Eze 31:18 | zwaard. Dat is Farao, en zijn ganse menigte, spreekt de Heere
588 Eze 32:4 | wonen, en het gedierte der ganse aarde van u verzadigen. ~
589 Eze 32:12 | Egypte verstoren, en haar ganse menigte zal verdelgd
590 Eze 32:16 | over Egypte en over haar ganse menigte, spreekt de
591 Eze 32:24 | Daar is Elam met haar ganse menigte rondom haar graf;
592 Eze 32:25 | legerstede gesteld onder haar ganse menigte, rondom hem zijn
593 Eze 32:26 | Mesech, en Tubal, met haar ganse menigte; rondom hem zijn
594 Eze 32:31 | zich troosten over zijn ganse menigte; de verslagenen
595 Eze 32:31 | zwaard van Farao en zijn ganse heir, spreekt de Heere HEERE. ~
596 Eze 32:32 | zwaard, Farao en zijn ganse menigte, spreekt de Heere
597 Eze 35:14 | Heere HEERE: Gelijk het ganse land verblijd is, alzo zal
598 Eze 36:5 | der heidenen, en tegen het ganse Edom; die Mijn land zichzelven
599 Eze 36:10 | u vermenigvuldigen, het ganse huis Israels, ja, dat geheel;
600 Eze 37:11 | deze beenderen zijn het ganse huis Israels; ziet, zij
601 Eze 37:16 | hout van Efraim, en van het ganse huis Israels, zijn metgezellen. ~
602 Eze 38:4 | uitvoeren, mitsgaders uw ganse heir, paarden en ruiteren,
603 Eze 38:7 | maakt u gereed, gij en uw ganse vergadering, die tot u vergaderd
604 Eze 39:11 | zij begraven Gog en zijn ganse menigte, en zullen het noemen:
605 Eze 39:25 | zal Mij ontfermen over het ganse huis Israels, en Ik zal
606 Eze 41:19 | gene zijde; gemaakt in het ganse huis rondom henen. ~
607 Eze 43:12 | hoogte des bergs zal zijn ganse grens, rondom henen, een
608 Eze 45:6 | heilig hefoffer; voor het ganse huis Israels zal het zijn. ~
609 Eze 48:13 | breedte van tien duizend; de ganse lengte zal zijn vijf en
610 Eze 48:20 | 20 Het ganse hefoffer zal zijn van vijf
611 Dan 1:20 | sterrekijkers, die in zijn ganse koninkrijk waren. ~
612 Dan 2:48 | tot een heerser over het ganse landschap van Babel, en
613 Dan 4:11 | gezien tot aan het einde der ganse aarde; ~
614 Dan 4:20 | reikte, en die over het ganse aardrijk gezien werd; ~
615 Dan 6:2 | stadhouders, die over het ganse koninkrijk zijn zouden; ~
616 Dan 6:26 | natien en tongen, die op de ganse aarde woonden: Uw vrede
617 Dan 6:27 | bevel gegeven, dat men in de ganse heerschappij mijns koninkrijks
618 Dan 7:23 | die rijken, en het zal de ganse aarde opeten, en het zal
619 Joe 2:12 | bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten
620 Amos 3:1 | Israel! namelijk tegen het ganse geslacht, dat Ik uit Egypteland
621 Mic 4:13 | hun vermogen den Heere der ganse aarde. ~
622 Mic 6:16 | worden onderhouden, en het ganse werk van het huis van Achab;
623 Zep 1:18 | vuur Zijns ijvers zal dit ganse land verteerd worden; want
624 Zep 3:8 | Mijn gramschap, de ganse hittigheid Mijns toorns
625 Zep 3:8 | uit te storten, want dit ganse land zal door het vuur van
626 Zep 3:19 | en tot een naam, in het ganse land, waar zij beschaamd
627 Zac 1:11 | doorwandeld, en ziet, het ganse land zit en het is stil. ~
628 Zac 4:10 | des HEEREN, die het ganse land doortrekken. ~
629 Zac 4:14 | welke voor den Heere der ganse aarde staan. ~ ~
630 Zac 5:3 | die uitgaan zal over het ganse land; want een iegelijk,
631 Zac 5:6 | oog over henlieden in het ganse land. ~
632 Zac 6:5 | stonden voor den Heere der ganse aarde. ~
633 Zac 7:5 | 5 Spreek tot het ganse volk dezes lands, en tot
634 Zac 13:8 | het zal geschieden in het ganse land, spreekt de HEERE,
635 Zac 14:9 | HEERE zal tot Koning over de ganse aarde zijn; te dien dage
636 Zac 14:10 | 10 Dit ganse land zal rondom als een
637 Mal 2:9 | onwaard gemaakt voor het ganse volk, dewijl gij Mijn wegen
638 Mal 3:9 | gij Mij berooft, zelfs het ganse volk. ~
639 Matt 22:40| deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten. ~
640 Matt 27:27| vergaderden over Hem de ganse bende. ~
641 Mark 7:14| 14 En tot Zich de ganse schare geroepen hebbende,
642 Mark 11:18| zij vreesden Hem, omdat de ganse schare ontzet was over Zijn
643 Mark 12:44| had, daarin geworpen, haar ganse leeftocht. ~ ~
644 Mark 15:16| rechthuis, en riepen de ganse bende samen; ~
645 Hand 2:36| Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israels, dat God Hem
646 Hand 2:47| en hadden genade bij het ganse volk. En de Heere deed dagelijks
647 Hand 4:10| allen kennelijk, en het ganse volk Israel, dat door den
648 Hand 5:22| getuigenis heeft van het ganse volk der Joden, is door
649 Hand 11:26| heeft uit een bloede het ganse geslacht der mensen gemaakt,
650 Hand 18:5 | onder al de Joden, door de ganse wereld, en een oppersten
651 Hand 19:24| dezen, van welken mij de ganse menigte der Joden heeft
652 Rom 8:22 | Want wij weten, dat het ganse schepsel te zamen zucht,
653 Rom 9:17 | Naam verkondigd worde op de ganse aarde. ~
654 Fili 1:13| openbaar geworden zijn in het ganse rechthuis, en aan alle anderen; ~
1-500 | 501-654 |