Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zieken 2
ziekte 5
ziekten 10
ziel 636
ziele 6
zielen 98
zien 413
Frequency    [«  »]
654 ging
654 toe
649 kwam
636 ziel
633 24
633 onze
626 geschiedde

Bijbel

IntraText - Concordances

ziel

1-500 | 501-636

    Book Chapter: Verse
501 Jer 5:29 | spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk 502 Jer 6:8 | tuchtigen, Jeruzalem! opdat Mijn ziel niet van u afgetrokken worde, 503 Jer 6:16 | gij rust vinden voor uw ziel; maar zij      zeggen: Wij 504 Jer 9:9 | spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk 505 Jer 11:21 | mannen van Anathoth, die uw ziel zoeken, zeggende: Profeteer 506 Jer 12:7 | Ik heb de beminde Mijner ziel in de hand harer vijanden 507 Jer 13:17 | niet horen, zo zal mijn ziel in verborgene plaatsen wenen 508 Jer 14:19 | ganselijk verworpen? Heeft Uw ziel een walging aan Sion? Waarom 509 Jer 15:1 | aangezicht, zo zou toch Mijn ziel tot dit volk niet wezen; 510 Jer 15:9 | geworden; zij heeft haar ziel uitgeblazen, haar zon is 511 Jer 18:20 | worden? want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk, 512 Jer 19:7 | hand dergenen,      die hun ziel zoeken; en Ik zal hun dode 513 Jer 19:9 | hun vijanden, en die hun ziel zoeken, benauwen zullen. ~ 514 Jer 20:13 | HEERE; want Hij heeft de ziel des nooddruftigen uit de 515 Jer 21:7 | de hand dergenen, die hun ziel zoeken; en hij zal ze slaan 516 Jer 21:9 | zal leven, en      zijn ziel zal hem tot een buit zijn. ~ 517 Jer 22:25 | de hand dergenen, die uw ziel zoeken, en in de hand dergenen, 518 Jer 22:27 | het land, naar hetwelk hun ziel verlangt om daar weder te 519 Jer 31:12 | en runderen;      en hun ziel zal zijn als een gewaterde 520 Jer 31:14 | 14      En Ik zal de ziel der priesteren met vettigheid 521 Jer 31:25 | Want Ik heb de vermoeide ziel dronken gemaakt, en Ik heb 522 Jer 31:25 | en Ik heb alle treurige ziel vervuld. ~ 523 Jer 32:41 | ganse hart en met Mijn ganse ziel. ~ 524 Jer 34:20 | de hand dergenen, die hun ziel zoeken; en hun dode lichamen 525 Jer 34:21 | de hand dergenen, die hun ziel zoeken, te weten, in de 526 Jer 38:2 | leven, want hij zal zijn ziel      tot een buit hebben, 527 Jer 38:16 | HEERE leeft, Die ons deze ziel gemaakt heeft: Indien ik 528 Jer 38:16 | hand dezer mannen, die uw ziel zoeken! ~ 529 Jer 38:17 | zult uitgaan, zo zal uw ziel      leven, en deze stad 530 Jer 38:20 | zal het u welgaan, en uw ziel zal leven. ~ 531 Jer 39:18 | vallen; maar gij zult uw ziel tot een buit hebben, omdat 532 Jer 43:6 | konings dochteren, en alle ziel, die Nebuzaradan, de overste 533 Jer 44:14 | land van Juda, waarnaar hun ziel verlangt weder te keren, 534 Jer 44:30 | hand dergenen, die zijn ziel zoeken, gelijk als Ik Zedekia, 535 Jer 44:30 | zijn vijand, en die zijn ziel zocht. ~  ~ 536 Jer 45:5 | HEERE; maar Ik zal u uw ziel tot een buit geven, in alle 537 Jer 46:26 | dergenen, die hunlieder ziel zoeken, en in de hand van 538 Jer 48:6 | Vlucht, redt ulieder ziel! en wordt als de heide in 539 Jer 49:37 | aangezicht dergenen, die hun ziel zoeken, en zal een kwaad 540 Jer 50:19 | en op den Basan; en zijn ziel zal op het gebergte van 541 Jer 51:6 | redt, een iegelijk zijn ziel; wordt niet uitgeroeid in 542 Jer 51:14 | heeft gezworen bij Zijn ziel: Ofschoon Ik u met mensen 543 Jer 51:45 | en redt een iegelijk zijn ziel, vanwege de hittigheid van 544 Klaa 1:11 | voor spijs gegeven, om de ziel te verkwikken. Zie, HEERE, 545 Klaa 1:16 | omdat de trooster, die mijn ziel zou verkwikken, verre van 546 Klaa 1:19 | zochten, opdat zij      hun ziel mochten verkwikken. ~ 547 Klaa 1:34 | verslagenen; als zich hun ziel uitschudt in den schoot      548 Klaa 1:41 | handen tot Hem op voor de ziel      uwer kinderkens, die 549 Klaa 1:61 | Vau. En Gij hebt mijn ziel verre van den vrede verstoten, 550 Klaa 1:64 | 20      Zain. Mijn ziel gedenkt er wel terdege aan, 551 Klaa 1:68 | is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. ~ 552 Klaa 1:102| hebt de twistzaken mijner ziel getwist, Gij hebt mijn leven 553 Eze 3:19 | sterven; maar gij hebt uw ziel      bevrijd. ~ 554 Eze 3:21 | gewaarschuwd is; en gij hebt uw ziel bevrijd. ~ 555 Eze 4:14 | Heere, HEERE, zie, mijn ziel is niet verontreinigd geweest; 556 Eze 7:19 | verbolgenheid des HEEREN;      hun ziel zullen zij niet verzadigen, 557 Eze 14:14 | gerechtigheid alleen hun ziel bevrijden, spreekt de Heere 558 Eze 14:20 | zij      zouden alleen hun ziel door hun gerechtigheid bevrijden. ~ 559 Eze 16:5 | walgelijkheid      van uw ziel, ten dage, toen gij geboren 560 Eze 18:4 | zielen zijn Mijne; gelijk de ziel des vaders, alzo ook de 561 Eze 18:4 | des vaders, alzo ook de ziel des zoons, zijn Mijne; de 562 Eze 18:4 | des zoons, zijn Mijne; de ziel, die zondigt, die zal sterven. ~ 563 Eze 18:20 | 20      De ziel, die zondigt, die zal sterven; 564 Eze 18:27 | gerechtigheid, die zal zijn ziel in het leven behouden; ~ 565 Eze 23:17 | met hen; daarna werd haar ziel van      hen afgetrokken. ~ 566 Eze 23:18 | schaamte; toen werd Mijn ziel van haar afgetrokken, gelijk 567 Eze 23:18 | afgetrokken, gelijk als Mijn ziel was afgetrokken van haar 568 Eze 23:22 | uw boelen, van welke uw ziel is afgetrokken, tegen u 569 Eze 23:28 | dergenen, van dewelken uw ziel is afgetrokken. ~ 570 Eze 24:21 | en de verschoning uwer ziel; en      uw zonen en uw 571 Eze 27:31 | wenen met bitterheid der ziel, en bittere rouwklage. ~ 572 Eze 32:10 | sidderen, een ieder voor zijn ziel, ten dage uws vals. ~ 573 Eze 33:5 | waarschuwen, behoudt zijn ziel. ~ 574 Eze 33:6 | zwaard komt, en neemt een ziel uit hen weg;      die is 575 Eze 33:9 | sterven; maar gij hebt uw ziel      bevrijd. ~ 576 Eze 47:9 | geschieden, dat alle levende ziel, die er wemelt, overal, 577 Hos 4:8 | verlangen, een ieder met zijn ziel, naar hun ongerechtigheid. ~ 578 Hos 9:4 | want hun brood zal voor hun ziel zijn, het zal in des HEEREN 579 Amos 2:14 | verkloeken, en een held zal zijn ziel niet bevrijden. ~ 580 Amos 2:15 | die te paard rijdt, zijn ziel niet bevrijden. ~ 581 Jona 1:14 | niet vergaan om dezes mans ziel, en leg geen onschuldig 582 Jona 2:5 | hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; 583 Jona 2:7 | 7      Als mijn ziel in mij overstelpt was, dacht 584 Jona 4:3 | dan, HEERE! neem toch mijn ziel van mij; want het is mij 585 Jona 4:8 | werd; en hij wenste zijner ziel te mogen      sterven, en 586 Mic 6:7 | buiks voor de zonde mijner ziel? ~ 587 Mic 7:1 | geen druif om te eten; mijn ziel begeert      vroegrijpe 588 Mic 7:3 | spreekt de verderving zijner ziel, en zij draaien ze dicht      589 Zac 11:8 | maand afgesneden; want mijn ziel was over hen verdrietig 590 Zac 11:8 | geworden, en ook had hun ziel een walg van mij. ~ 591 Matt 2:20 | zij zijn gestorven, die de ziel van het Kindeken zochten. ~ 592 Matt 10:28 | het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar 593 Matt 10:28 | veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven 594 Matt 10:39 | 39 Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen; 595 Matt 10:39 | dezelve verliezen; en die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, 596 Matt 12:18 | Beminde, in Welken Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik 597 Matt 16:26 | en lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven, 598 Matt 16:26 | geven, tot lossing van zijn ziel? ~ 599 Matt 20:28 | maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen 600 Matt 22:37 | uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. ~ 601 Matt 26:38 | zeide Hij tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den 602 Mark 8:37 | geven, tot lossing van zijn ziel? ~ 603 Mark 10:45 | maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen 604 Mark 12:30 | uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand, 605 Mark 12:33 | verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht; 606 Mark 14:34 | 34 En zeide tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den 607 Luk 1:46 | 46 En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere; ~ 608 Luk 2:35 | zwaard zal door uw eigen ziel gaan) opdat de gedachten 609 Luk 10:27 | uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw kracht, 610 Luk 12:19 | 19 En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele 611 Luk 12:19 | zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele goederen, 612 Luk 12:20 | in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen 613 Joha 10:24 | Hoe lang houdt Gij onze ziel op? Indien Gij de Christus 614 Joha 12:27 | 27 Nu is Mijn ziel ontroerd; en wat zal Ik 615 Hand 2:27 | 27 Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, 616 Hand 2:31 | opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, 617 Hand 2:43 | een vreze kwam over alle ziel; en vele wonderen en tekenen 618 Hand 3:23 | zal geschieden, dat alle ziel, die dezen Profeet niet 619 Hand 4:32 | geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets 620 Hand 14:10 | niet beroerd; want zijn ziel is in hem. ~ 621 Rom 2:9 | en benauwdheid over alle ziel des mensen, die het kwade 622 Rom 11:3 | overgebleven en zij zoeken mijn ziel. ~ 623 Rom 13:1 | 1 Alle ziel zij den machten, over haar 624 1Kor 15:45 | geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot een 625 2Kor 1:23 | tot een Getuige over mijn ziel, dat ik, om u te sparen, 626 1The 5:23 | geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk 627 Heb 4:12 | door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der 628 Heb 6:19 | hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is, 629 Heb 10:38 | iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. ~ 630 Heb 10:39 | geloven tot behouding der ziel. ~  ~ 631 Jako 5:20 | zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden, 632 1Pet 2:11 | welke krijg voeren tegen de ziel; ~ 633 2Pet 2:8 | op dag zijn rechtvaardige ziel gekweld, door het zien en 634 3Joh 1:2 | en gezond zijt, gelijk uw ziel welvaart. ~ 635 Open 16:3 | een dode; en alle levende ziel is gestorven in de zee. ~ 636 Open 18:14 | der begeerlijkheid uwer ziel is van u weggegaan; en al


1-500 | 501-636

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License