1-500 | 501-636
Book Chapter: Verse
501 Jer 5:29 | spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk
502 Jer 6:8 | tuchtigen, Jeruzalem! opdat Mijn ziel niet van u afgetrokken worde,
503 Jer 6:16 | gij rust vinden voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij
504 Jer 9:9 | spreekt de HEERE; zou Mijn ziel zich niet wreken aan zulk
505 Jer 11:21 | mannen van Anathoth, die uw ziel zoeken, zeggende: Profeteer
506 Jer 12:7 | Ik heb de beminde Mijner ziel in de hand harer vijanden
507 Jer 13:17 | niet horen, zo zal mijn ziel in verborgene plaatsen wenen
508 Jer 14:19 | ganselijk verworpen? Heeft Uw ziel een walging aan Sion? Waarom
509 Jer 15:1 | aangezicht, zo zou toch Mijn ziel tot dit volk niet wezen;
510 Jer 15:9 | geworden; zij heeft haar ziel uitgeblazen, haar zon is
511 Jer 18:20 | worden? want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk,
512 Jer 19:7 | hand dergenen, die hun ziel zoeken; en Ik zal hun dode
513 Jer 19:9 | hun vijanden, en die hun ziel zoeken, benauwen zullen. ~
514 Jer 20:13 | HEERE; want Hij heeft de ziel des nooddruftigen uit de
515 Jer 21:7 | de hand dergenen, die hun ziel zoeken; en hij zal ze slaan
516 Jer 21:9 | zal leven, en zijn ziel zal hem tot een buit zijn. ~
517 Jer 22:25 | de hand dergenen, die uw ziel zoeken, en in de hand dergenen,
518 Jer 22:27 | het land, naar hetwelk hun ziel verlangt om daar weder te
519 Jer 31:12 | en runderen; en hun ziel zal zijn als een gewaterde
520 Jer 31:14 | 14 En Ik zal de ziel der priesteren met vettigheid
521 Jer 31:25 | Want Ik heb de vermoeide ziel dronken gemaakt, en Ik heb
522 Jer 31:25 | en Ik heb alle treurige ziel vervuld. ~
523 Jer 32:41 | ganse hart en met Mijn ganse ziel. ~
524 Jer 34:20 | de hand dergenen, die hun ziel zoeken; en hun dode lichamen
525 Jer 34:21 | de hand dergenen, die hun ziel zoeken, te weten, in de
526 Jer 38:2 | leven, want hij zal zijn ziel tot een buit hebben,
527 Jer 38:16 | HEERE leeft, Die ons deze ziel gemaakt heeft: Indien ik
528 Jer 38:16 | hand dezer mannen, die uw ziel zoeken! ~
529 Jer 38:17 | zult uitgaan, zo zal uw ziel leven, en deze stad
530 Jer 38:20 | zal het u welgaan, en uw ziel zal leven. ~
531 Jer 39:18 | vallen; maar gij zult uw ziel tot een buit hebben, omdat
532 Jer 43:6 | konings dochteren, en alle ziel, die Nebuzaradan, de overste
533 Jer 44:14 | land van Juda, waarnaar hun ziel verlangt weder te keren,
534 Jer 44:30 | hand dergenen, die zijn ziel zoeken, gelijk als Ik Zedekia,
535 Jer 44:30 | zijn vijand, en die zijn ziel zocht. ~ ~
536 Jer 45:5 | HEERE; maar Ik zal u uw ziel tot een buit geven, in alle
537 Jer 46:26 | dergenen, die hunlieder ziel zoeken, en in de hand van
538 Jer 48:6 | Vlucht, redt ulieder ziel! en wordt als de heide in
539 Jer 49:37 | aangezicht dergenen, die hun ziel zoeken, en zal een kwaad
540 Jer 50:19 | en op den Basan; en zijn ziel zal op het gebergte van
541 Jer 51:6 | redt, een iegelijk zijn ziel; wordt niet uitgeroeid in
542 Jer 51:14 | heeft gezworen bij Zijn ziel: Ofschoon Ik u met mensen
543 Jer 51:45 | en redt een iegelijk zijn ziel, vanwege de hittigheid van
544 Klaa 1:11 | voor spijs gegeven, om de ziel te verkwikken. Zie, HEERE,
545 Klaa 1:16 | omdat de trooster, die mijn ziel zou verkwikken, verre van
546 Klaa 1:19 | zochten, opdat zij hun ziel mochten verkwikken. ~
547 Klaa 1:34 | verslagenen; als zich hun ziel uitschudt in den schoot
548 Klaa 1:41 | handen tot Hem op voor de ziel uwer kinderkens, die
549 Klaa 1:61 | Vau. En Gij hebt mijn ziel verre van den vrede verstoten,
550 Klaa 1:64 | 20 Zain. Mijn ziel gedenkt er wel terdege aan,
551 Klaa 1:68 | is mijn Deel, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. ~
552 Klaa 1:102| hebt de twistzaken mijner ziel getwist, Gij hebt mijn leven
553 Eze 3:19 | sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd. ~
554 Eze 3:21 | gewaarschuwd is; en gij hebt uw ziel bevrijd. ~
555 Eze 4:14 | Heere, HEERE, zie, mijn ziel is niet verontreinigd geweest;
556 Eze 7:19 | verbolgenheid des HEEREN; hun ziel zullen zij niet verzadigen,
557 Eze 14:14 | gerechtigheid alleen hun ziel bevrijden, spreekt de Heere
558 Eze 14:20 | zij zouden alleen hun ziel door hun gerechtigheid bevrijden. ~
559 Eze 16:5 | walgelijkheid van uw ziel, ten dage, toen gij geboren
560 Eze 18:4 | zielen zijn Mijne; gelijk de ziel des vaders, alzo ook de
561 Eze 18:4 | des vaders, alzo ook de ziel des zoons, zijn Mijne; de
562 Eze 18:4 | des zoons, zijn Mijne; de ziel, die zondigt, die zal sterven. ~
563 Eze 18:20 | 20 De ziel, die zondigt, die zal sterven;
564 Eze 18:27 | gerechtigheid, die zal zijn ziel in het leven behouden; ~
565 Eze 23:17 | met hen; daarna werd haar ziel van hen afgetrokken. ~
566 Eze 23:18 | schaamte; toen werd Mijn ziel van haar afgetrokken, gelijk
567 Eze 23:18 | afgetrokken, gelijk als Mijn ziel was afgetrokken van haar
568 Eze 23:22 | uw boelen, van welke uw ziel is afgetrokken, tegen u
569 Eze 23:28 | dergenen, van dewelken uw ziel is afgetrokken. ~
570 Eze 24:21 | en de verschoning uwer ziel; en uw zonen en uw
571 Eze 27:31 | wenen met bitterheid der ziel, en bittere rouwklage. ~
572 Eze 32:10 | sidderen, een ieder voor zijn ziel, ten dage uws vals. ~
573 Eze 33:5 | waarschuwen, behoudt zijn ziel. ~
574 Eze 33:6 | zwaard komt, en neemt een ziel uit hen weg; die is
575 Eze 33:9 | sterven; maar gij hebt uw ziel bevrijd. ~
576 Eze 47:9 | geschieden, dat alle levende ziel, die er wemelt, overal,
577 Hos 4:8 | verlangen, een ieder met zijn ziel, naar hun ongerechtigheid. ~
578 Hos 9:4 | want hun brood zal voor hun ziel zijn, het zal in des HEEREN
579 Amos 2:14 | verkloeken, en een held zal zijn ziel niet bevrijden. ~
580 Amos 2:15 | die te paard rijdt, zijn ziel niet bevrijden. ~
581 Jona 1:14 | niet vergaan om dezes mans ziel, en leg geen onschuldig
582 Jona 2:5 | hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij;
583 Jona 2:7 | 7 Als mijn ziel in mij overstelpt was, dacht
584 Jona 4:3 | dan, HEERE! neem toch mijn ziel van mij; want het is mij
585 Jona 4:8 | werd; en hij wenste zijner ziel te mogen sterven, en
586 Mic 6:7 | buiks voor de zonde mijner ziel? ~
587 Mic 7:1 | geen druif om te eten; mijn ziel begeert vroegrijpe
588 Mic 7:3 | spreekt de verderving zijner ziel, en zij draaien ze dicht
589 Zac 11:8 | maand afgesneden; want mijn ziel was over hen verdrietig
590 Zac 11:8 | geworden, en ook had hun ziel een walg van mij. ~
591 Matt 2:20 | zij zijn gestorven, die de ziel van het Kindeken zochten. ~
592 Matt 10:28 | het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar
593 Matt 10:28 | veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven
594 Matt 10:39 | 39 Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen;
595 Matt 10:39 | dezelve verliezen; en die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil,
596 Matt 12:18 | Beminde, in Welken Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik
597 Matt 16:26 | en lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven,
598 Matt 16:26 | geven, tot lossing van zijn ziel? ~
599 Matt 20:28 | maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen
600 Matt 22:37 | uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. ~
601 Matt 26:38 | zeide Hij tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den
602 Mark 8:37 | geven, tot lossing van zijn ziel? ~
603 Mark 10:45 | maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen
604 Mark 12:30 | uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw verstand,
605 Mark 12:33 | verstand, en uit geheel de ziel, en uit geheel de kracht;
606 Mark 14:34 | 34 En zeide tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den
607 Luk 1:46 | 46 En Maria zeide: Mijn ziel maakt groot den Heere; ~
608 Luk 2:35 | zwaard zal door uw eigen ziel gaan) opdat de gedachten
609 Luk 10:27 | uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw kracht,
610 Luk 12:19 | 19 En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele
611 Luk 12:19 | zal tot mijn ziel zeggen: Ziel! gij hebt vele goederen,
612 Luk 12:20 | in dezen nacht zal men uw ziel van u afeisen; en hetgeen
613 Joha 10:24 | Hoe lang houdt Gij onze ziel op? Indien Gij de Christus
614 Joha 12:27 | 27 Nu is Mijn ziel ontroerd; en wat zal Ik
615 Hand 2:27 | 27 Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten,
616 Hand 2:31 | opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel,
617 Hand 2:43 | een vreze kwam over alle ziel; en vele wonderen en tekenen
618 Hand 3:23 | zal geschieden, dat alle ziel, die dezen Profeet niet
619 Hand 4:32 | geloofden, was een hart en een ziel; en niemand zeide, dat iets
620 Hand 14:10 | niet beroerd; want zijn ziel is in hem. ~
621 Rom 2:9 | en benauwdheid over alle ziel des mensen, die het kwade
622 Rom 11:3 | overgebleven en zij zoeken mijn ziel. ~
623 Rom 13:1 | 1 Alle ziel zij den machten, over haar
624 1Kor 15:45 | geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot een
625 2Kor 1:23 | tot een Getuige over mijn ziel, dat ik, om u te sparen,
626 1The 5:23 | geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk
627 Heb 4:12 | door tot de verdeling der ziel, en des geestes, en der
628 Heb 6:19 | hebben als een anker der ziel, hetwelk zeker en vast is,
629 Heb 10:38 | iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. ~
630 Heb 10:39 | geloven tot behouding der ziel. ~ ~
631 Jako 5:20 | zijns wegs bekeert, een ziel van den dood zal behouden,
632 1Pet 2:11 | welke krijg voeren tegen de ziel; ~
633 2Pet 2:8 | op dag zijn rechtvaardige ziel gekweld, door het zien en
634 3Joh 1:2 | en gezond zijt, gelijk uw ziel welvaart. ~
635 Open 16:3 | een dode; en alle levende ziel is gestorven in de zee. ~
636 Open 18:14 | der begeerlijkheid uwer ziel is van u weggegaan; en al
1-500 | 501-636 |