1-500 | 501-633
Book Chapter: Verse
501 Luk 1:71 | Namelijk een verlossing van onze vijanden, en van de hand
502 Luk 1:72 | barmhartigheid deed aan onze vaderen, en gedachtig ware
503 Luk 1:79 | en schaduw des doods; om onze voeten te richten op den
504 Luk 11:2 | Wanneer gij bidt, zo zegt: Onze Vader, Die in de hemelen
505 Luk 11:4 | 4 En vergeef ons onze zonden; want ook wij vergeven
506 Luk 13:26 | gedronken, en Gij hebt in onze straten geleerd. ~
507 Luk 20:14 | doden, opdat de erfenis onze worde. ~
508 Luk 24:20 | 20 En hoe onze overpriesters en oversten
509 Joha 3:11 | hebben; en gijlieden neemt Onze getuigenis niet aan. ~
510 Joha 4:12 | 12 Zijt Gij meerder dan onze vader Jakob, die ons den
511 Joha 4:20 | 20 Onze vaders hebben op deze berg
512 Joha 6:31 | 31 Onze vaders hebben het Manna
513 Joha 7:51 | 51 Oordeelt ook onze wet den mens, tenzij dat
514 Joha 8:39 | zeiden tot Hem: Abraham is onze vader. Jezus zeide tot hen:
515 Joha 8:53 | 53 Zijt Gij meerder, dan onze vader Abraham, welke gestorven
516 Joha 9:20 | zeiden: Wij weten, dat deze onze zoon is, en dat hij blind
517 Joha 10:24 | Hem: Hoe lang houdt Gij onze ziel op? Indien Gij de Christus
518 Joha 11:11 | zeide Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, slaapt; maar Ik
519 Joha 11:48 | komen, en wegnemen beide onze plaats en volk. ~
520 Joha 12:38 | heeft: Heere, wie heeft onze prediking geloofd, en wien
521 Joha 19:7 | hebben een wet, en naar onze wet moet Hij sterven, want
522 Hand 2:8 | wij hen een iegelijk in onze eigen taal, in welke wij
523 Hand 2:11 | Arabieren, wij horen hen in onze talen de grote werken Gods
524 Hand 2:39 | zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal. ~
525 Hand 3:12 | sterk op ons, alsof wij door onze eigen kracht of godzaligheid
526 Hand 3:25 | verbonds, hetwelk God met onze vaderen opgericht heeft,
527 Hand 7:17 | van dit volk Israel heeft onze vaderen uitverkoren, en
528 Hand 8:17 | tijden gevende, vervullende onze harten met spijs en vrolijkheid. ~
529 Hand 9:10 | te leggen, hetwelk noch onze vaders, noch wij hebben
530 Hand 9:25 | en tot u te zenden, met onze geliefden, Barnabas en Paulus. ~
531 Hand 9:36 | wederkeren, en bezoeken onze broeders in elke stad, in
532 Hand 10:20 | zij: Deze mensen beroeren onze stad, daar zij Joden zijn. ~
533 Hand 11:20 | enige vreemde dingen voor onze oren; wij willen dan weten,
534 Hand 13:25 | weet, dat wij uit dit gewin onze welvaart hebben; ~
535 Hand 18:6 | gegrepen hebben, en naar onze wet hebben willen oordelen. ~
536 Hand 18:7 | hem met groot geweld uit onze handen weggebracht; ~
537 Hand 20:7 | 7 Tot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk
538 Hand 21:19 | derden dag wierpen wij met onze eigen handen het scheepsgereedschap
539 Hand 22:15 | kwamen de broeders, van onze zaken gehoord hebbende,
540 Hand 22:25 | Jesaja, den profeet, tot onze vaderen, ~
541 Rom 3:5 | 5 Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid
542 Rom 4:1 | dan zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar
543 Rom 4:25 | Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze
544 Rom 4:25 | onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking. ~ ~
545 Rom 5:5 | omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door
546 Rom 6:6 | 6 Dit wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd
547 Rom 7:5 | die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten
548 Rom 8:26 | desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp;
549 Rom 10:16 | Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd? ~
550 Rom 15:4 | geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven,
551 Rom 16:1 | 1 En ik beveel u Febe, onze zuster, die een dienares
552 1Kor 4:12 | En arbeiden, werkende met onze eigen handen; wij worden
553 1Kor 10:1 | gij onwetende zijt, dat onze vaders allen onder de wolk
554 1Kor 12:23 | overvloediger eer aan; en onze onsierlijke leden hebben
555 1Kor 12:24 | 24 Doch onze sierlijke hebben het niet
556 1Kor 15:3 | Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften; ~
557 1Kor 15:14 | niet opgewekt is, zo is dan onze prediking ijdel, en ijdel
558 2Kor 1:4 | Die ons vertroost in al onze verdrukking, opdat wij zouden
559 2Kor 1:5 | alzo is ook door Christus onze vertroosting overvloedig. ~
560 2Kor 1:7 | 7 En onze hoop van u is vast, als
561 2Kor 1:8 | dat gij onwetende zijt van onze verdrukking, die ons in
562 2Kor 1:8 | bezwaard zijn geweest boven onze macht, alzo dat wij zeer
563 2Kor 1:12 | 12 Want onze roem is deze, namelijk de
564 2Kor 1:14 | zijn, gelijk gij ook de onze zijt, in den dag van den
565 2Kor 1:22 | onderpand des Geestes in onze harten gegeven. ~
566 2Kor 3:2 | 2 Gijlieden zijt onze brief, geschreven in onze
567 2Kor 3:2 | onze brief, geschreven in onze harten, bekend en gelezen
568 2Kor 3:5 | als uit onszelven; maar onze bekwaamheid is uit God; ~
569 2Kor 4:6 | schijnen, is Degene, Die in onze harten geschenen heeft,
570 2Kor 4:16 | vertragen wij niet; maar hoewel onze uitwendige mens verdorven
571 2Kor 4:17 | 17 Want onze lichte verdrukking, die
572 2Kor 5:2 | zuchten wij, verlangende met onze woonstede, die uit den hemel
573 2Kor 6:11 | 11 Onze mond is opengedaan tegen
574 2Kor 7:3 | voren gezegd, dat gij in onze harten zijt, om samen te
575 2Kor 7:4 | overvloedig van blijdschap in al onze verdrukking. ~
576 2Kor 7:12 | onrecht gedaan was; maar opdat onze vlijtigheid voor u bij u
577 2Kor 7:14 | gesproken hebben, alzo is ook onze roem, dien ik bij Titus
578 2Kor 8:23 | medearbeider bij u; hetzij onze broeders, zij zijn afgezanten
579 2Kor 9:3 | broeders gezonden, opdat onze roem, dien wij over u hebben,
580 2Kor 10:8 | overvloediger zou roemen van onze macht, welke de Heere ons
581 Gal 1:4 | Zichzelven gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken
582 Gal 2:4 | waren, om te verspieden onze vrijheid, die wij in Christus
583 Gal 3:24 | 24 Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot
584 Efez 1:14 | Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregene
585 Efez 2:14 | 14 Want Hij is onze vrede, Die deze beiden een
586 Efez 6:22 | gezonden heb, opdat gij onze zaken zoudt weten, en hij
587 Fili 3:20 | 20 Maar onze wandel is in de hemelen,
588 1The 1:2 | uwer gedachtig zijnde in onze gebeden; ~
589 1The 1:6 | 6 En gij zijt onze navolgers geworden, en des
590 1The 2:3 | 3 Want onze vermaning is niet geweest
591 1The 2:4 | behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft. ~
592 1The 2:8 | Evangelie van God, maar ook onze eigen zielen, daarom dat
593 1The 2:19 | 19 Want welke is onze hoop, of blijdschap, of
594 1The 2:20 | 20 Want gij zijt onze heerlijkheid en blijdschap. ~ ~
595 1The 3:5 | zou verzocht hebben, en onze arbeid ijdel zou wezen. ~
596 1The 3:7 | broeders, over u in al onze verdrukking en nood vertroost
597 1The 3:11 | 11 Doch onze God en Vader Zelf, en onze
598 1The 3:11 | onze God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus Christus richte
599 2The 1:10 | allen, die geloven (overmits onze getuigenis onder u is geloofd
600 2The 1:11 | altijd bidden voor u, dat onze God u waardig achte der
601 2The 2:1 | Heere Jezus Christus, en onze toevergadering tot Hem, ~
602 2The 2:16 | 16 En onze Heere Jezus Christus Zelf,
603 2The 2:16 | Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft
604 1Tim 1:1 | Heere Jezus Christus, Die onze Hope is, ~
605 2Tim 1:9 | heilige roeping; niet naar onze werken, maar naar Zijn eigen
606 2Tim 4:15 | gij u ook, want hij heeft onze woorden zeer tegengestaan. ~
607 2Tim 5:3 | naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan Titus, mijn
608 Tit 1:3 | naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan Titus, mijn
609 Heb 4:15 | kan medelijden hebben met onze zwakheden, maar Die in alle
610 Heb 7:14 | Want het is openbaar, dat onze Heere uit Juda gesproten
611 Heb 10:22 | verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde
612 Heb 10:25 | 25 En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet
613 Heb 12:29 | 29 Want onze God is een verterend vuur. ~ ~ ~
614 Heb 13:20 | wedergebracht, namelijk onze Heere Jezus Christus, ~
615 Jako 2:21 | 21 Abraham, onze vader, is hij niet uit de
616 Jako 3:6 | ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het
617 1Pet 2:24 | 24 Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen
618 2Pet 1:14 | zijn zal, gelijkerwijs ook onze Heere Jezus Christus mij
619 2Pet 1:16 | de kracht en toekomst van onze Heere Jezus Christus, maar
620 2Pet 3:15 | zaligheid; gelijkerwijs ook onze geliefde broeder Paulus,
621 1Joh 1:1 | hetgeen wij gezien hebben met onze ogen, hetgeen wij aanschouwd
622 1Joh 1:1 | wij aanschouwd hebben, en onze handen getast hebben, van
623 1Joh 1:3 | gemeenschap zoudt hebben, en deze onze gemeenschap ook zij met
624 1Joh 1:9 | 9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is
625 1Joh 2:2 | Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor
626 1Joh 2:2 | en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden
627 1Joh 3:5 | geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen; en
628 1Joh 3:19 | waarheid zijn, en wij zullen onze harten verzekeren voor Hem. ~
629 1Joh 4:10 | tot een verzoening voor onze zonden. ~
630 2Joh 1:12 | met u te spreken, opdat onze blijdschap volkomen moge
631 3Joh 1:12 | getuigen ook, en gij weet, dat onze getuigenis waarachtig is. ~
632 Open 1:5 | heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in
633 Open 11:8 | Sodoma en Egypte, alwaar ook onze Heere gekruist is. ~
1-500 | 501-633 |