1-500 | 501-633
Book Chapter: Verse
501 Mark 6:24| 24 En zij, uitgegaan zijnde,
502 Mark 7:24| 24 En van daar opstaande, ging
503 Mark 8:24| 24 En hij, opziende, zeide:
504 Mark 9:24| 24 En terstond de vader des
505 Mark 10:24| 24 En de discipelen werden
506 Mark 11:24| 24 Daarom zeg Ik u: Alle dingen,
507 Mark 12:24| 24 En Jezus, antwoordende,
508 Mark 13:24| 24 Maar in die dagen, na die
509 Mark 14:24| 24 En Hij zeide tot hen: Dat
510 Mark 15:24| 24 En als zij Hem gekruisigd
511 Luk 1:24 | 24 En na die dagen werd Elizabet,
512 Luk 2:24 | 24 En opdat zij offerande gaven,
513 Luk 3:24 | 24 Den zoon van Matthat, den
514 Luk 4:24 | 24 En Hij zeide: Voorwaar Ik
515 Luk 5:24 | 24 Doch opdat gij moogt weten,
516 Luk 6:24 | 24 Maar wee u, gij rijken,
517 Luk 7:24 | 24 Als nu de boden van Johannes
518 Luk 8:24 | 24 En zij gingen tot Hem, en
519 Luk 9:24 | 24 Want zo wie zijn leven behouden
520 Luk 10:24 | 24 Want Ik zeg u, dat vele
521 Luk 11:24 | 24 Wanneer de onreine geest
522 Luk 12:24 | 24 Aanmerkt de raven, dat zij
523 Luk 13:24 | 24 Strijdt om in te gaan door
524 Luk 14:24 | 24 Want ik zeg ulieden, dat
525 Luk 15:24 | 24 Want deze mijn zoon was
526 Luk 16:24 | 24 En hij riep en zeide: Vader
527 Luk 17:24 | 24 Want gelijk de bliksem,
528 Luk 18:24 | 24 Jezus nu, ziende, dat hij
529 Luk 19:24 | 24 En hij zeide tot degenen,
530 Luk 20:24 | 24 Toont Mij een penning; wiens
531 Luk 21:24 | 24 En zij zullen vallen door
532 Luk 22:24 | 24 En er werd ook twisting
533 Luk 23:24 | 24 En Pilatus oordeelde, dat
534 Luk 24 | 24 ~
535 Luk 24:24 | 24 En sommigen dergenen, die
536 Joha 1:24| 24 En de afgezondenen waren
537 Joha 2:24| 24 Maar Jezus Zelf betrouwde
538 Joha 3:24| 24 Want Johannes was nog niet
539 Joha 4:24| 24 God is een Geest, en die
540 Joha 5:24| 24 Voorwaar, voorwaar zeg Ik
541 Joha 6:24| 24 Toen dan de schare zag,
542 Joha 7:24| 24 Oordeelt niet naar het aanzien,
543 Joha 8:24| 24 Ik heb u dan gezegd, dat
544 Joha 9:24| 24 Zij dan riepen voor de tweede
545 Joha 10:24| 24 De Joden dan omringden Hem,
546 Joha 11:24| 24 Martha zeide tot Hem: Ik
547 Joha 12:24| 24 Voorwaar, voorwaar zeg Ik
548 Joha 13:24| 24 Simon Petrus dan wenkte
549 Joha 14:24| 24 Die Mij niet liefheeft,
550 Joha 15:24| 24 Indien Ik de werken onder
551 Joha 16:24| 24 Tot nog toe hebt gij niet
552 Joha 17:24| 24 Vader, Ik wil, dat waar
553 Joha 18:24| 24 (Annas dan had Hem gebonden
554 Joha 19:24| 24 Zij dan zeiden tot elkander:
555 Joha 20:24| 24 En Thomas, een van de twaalven,
556 Joha 21:24| 24 Deze is de discipel, die
557 Hand 1:24| 24 En zij baden en zeiden:
558 Hand 2:24| 24 Welken God opgewekt heeft,
559 Hand 3:24| 24 En ook al de profeten, van
560 Hand 4:24| 24 En als dezen dat hoorden,
561 Hand 5:24| 24 En des anderen daags kwamen
562 Hand 6:24| 24 Want hij was een goed man,
563 Hand 6:54| 24 En het Woord Gods wies,
564 Hand 7:24| 24 Als Johannes eerst al den
565 Hand 8:24| 24 En Pisidie doorgereisd hebbende,
566 Hand 9:24| 24 Nademaal wij gehoord hebben,
567 Hand 10:24| 24 Dewelke, zulk een gebod
568 Hand 11:24| 24 De God, Die de wereld gemaakt
569 Hand 12:24| 24 En een zeker Jood, met name
570 Hand 13:24| 24 Want een, met name Demetrius,
571 Hand 14:24| 24 Maar ik acht op geen ding,
572 Hand 15:24| 24 Neem dezen tot u, en heilig
573 Hand 16:24| 24 Zo beval de overste, dat
574 Hand 17:24| 24 En laat ze zadel beesten
575 Hand 18 | 24 ~
576 Hand 18:24| 24 En na sommige dagen, Felix,
577 Hand 19:24| 24 En Festus zeide: Koning
578 Hand 20:24| 24 En als hij deze dingen tot
579 Hand 21:24| 24 Zeggende: Vrees niet, Paulus,
580 Hand 22:24| 24 En sommigen geloofden wel,
581 Rom 1:24 | 24 Daarom heeft God hen ook
582 Rom 2:24 | 24 Want de Naam van God wordt
583 Rom 3:24 | 24 En worden om niet gerechtvaardigd,
584 Rom 4:24 | 24 Maar ook om onzentwil, welken
585 Rom 7:24 | 24 Ik ellendig mens, wie zal
586 Rom 8:24 | 24 Want wij zijn in hope zalig
587 Rom 9:24 | 24 Welke Hij ook geroepen heeft,
588 Rom 11:24 | 24 Want indien gij afgehouwen
589 Rom 15:24 | 24 Zo zal ik, wanneer ik naar
590 Rom 16:24 | 24 De genade van onzen Heere
591 1Kor 1:24| 24 Maar hun, die geroepen zijn,
592 1Kor 7:24| 24 Een iegelijk, waarin hij
593 1Kor 9:24| 24 Weet gijlieden niet, dat
594 1Kor 10:24| 24 Niemand zoeke dat zijns
595 1Kor 11:24| 24 En als Hij gedankt had,
596 1Kor 12:24| 24 Doch onze sierlijke hebben
597 1Kor 14:24| 24 Maar indien zij allen profeteerden,
598 1Kor 15:24| 24 Daarna zal het einde zijn,
599 1Kor 16:24| 24 Mijn liefde zij met u allen
600 2Kor 1:24| 24 Niet dat wij heerschappij
601 2Kor 8:24| 24 Bewijst dan aan hen de bewijzing
602 2Kor 11:24| 24 Van de Joden heb ik veertig
603 Gal 1:24 | 24 En zij verheerlijkten God
604 Gal 3:24 | 24 Zo dan, de wet is onze tuchtmeester
605 Gal 4:24 | 24 Hetwelk dingen zijn, die
606 Gal 5:24 | 24 Maar die van Christus zijn,
607 Efez 4:24| 24 En den nieuwen mens aandoen,
608 Efez 5:24| 24 Daarom, gelijk de Gemeente
609 Efez 6:24| 24 De genade zij met al degenen,
610 Fili 1:24| 24 Maar in het vlees te blijven,
611 Fili 2:24| 24 Doch ik vertrouw in den
612 Kol 1:24 | 24 Die mij nu verblijd in mijn
613 Kol 3:24 | 24 Wetende, dat gij van den
614 1The 5:24| 24 Hij, Die u roept, is getrouw,
615 1Tim 5:24| 24 Van sommige mensen zijn
616 2Tim 2:24| 24 En een dienstknecht des
617 File 1:24| 24 Markus, Aristarchus, Demas,
618 Heb 7:24 | 24 Maar Deze, omdat Hij in
619 Heb 9:24 | 24 Want Christus is niet ingegaan
620 Heb 10:24 | 24 En laat ons op elkander
621 Heb 11:24 | 24 Door het geloof heeft Mozes,
622 Heb 12:24 | 24 En tot den Middelaar des
623 Heb 13:24 | 24 Groet al uw voorgangeren,
624 Jako 1:24| 24 Want hij heeft zichzelven
625 Jako 2:24| 24 Ziet gij dan nu, dat een
626 1Pet 1:24| 24 Want alle vlees is als gras,
627 1Pet 2:24| 24 Die Zelf onze zonden in
628 1Joh 2:24| 24 Hetgeen gijlieden dan van
629 1Joh 3:24| 24 En die Zijn geboden bewaart,
630 Jud 1:24 | 24 Hem nu, Die machtig is u
631 Open 2:24| 24 Doch Ik zeg ulieden, en
632 Open 18:24| 24 En in dezelve is gevonden
633 Open 21:24| 24 En de volken, die zalig
1-500 | 501-633 |