Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gescheurd 25
gescheurde 6
geschied 182
geschiedde 626
geschiedden 7
geschiede 22
geschieden 271
Frequency    [«  »]
636 ziel
633 24
633 onze
626 geschiedde
616 midden
615 omdat
604 komen

Bijbel

IntraText - Concordances

geschiedde

1-500 | 501-626

    Book Chapter: Verse
1 Gen 4:3 | 3 En het geschiedde ten einde van enige dagen, 2 Gen 4:8 | zijn broeder Habel; en het geschiedde, als zij in het veld waren, 3 Gen 6:1 | 1 En het geschiedde, als de mensen op den aardbodem 4 Gen 7:10 | 10 En het geschiedde na die zeven dagen, dat 5 Gen 8:6 | 6 En het geschiedde, ten einde van veertig dagen, 6 Gen 8:13 | 13 En het geschiedde in het zeshonderd en eerste 7 Gen 11:2 | 2 Maar het geschiedde, als zij tegen het oosten 8 Gen 12:11 | 11 En het geschiedde, als hij naderde, om in 9 Gen 12:14 | 14 En het geschiedde, als Abram in Egypte kwam, 10 Gen 14:1 | 1 En het geschiedde in de dagen van Amrafel, 11 Gen 14:25 | 1 Na deze dingen geschiedde het woord des HEEREN tot 12 Gen 14:36 | 12 En het geschiedde, als de zon was aan het 13 Gen 14:41 | 17 En het geschiedde, dat de zon onderging en 14 Gen 18:17 | 17 En het geschiedde als zij hen uitgebracht 15 Gen 18:29 | 29 En het geschiedde, toen God de steden dezer 16 Gen 18:34 | 34 En het geschiedde des anderen daags, dat de 17 Gen 20:22 | 22 Voorts geschiedde het ter zelfder tijd, dat 18 Gen 21:1 | 1 En het geschiedde na deze dingen, dat God 19 Gen 21:20 | 20 En het geschiedde na deze dingen, dat men 20 Gen 23:15 | 15 En het geschiedde, eer hij geeindigd had te 21 Gen 23:22 | 22 En het geschiedde, als de kemelen voleindigd 22 Gen 23:30 | 30 En het geschiedde, als hij dat voorhoofdsiersel 23 Gen 23:52 | 52 En het geschiedde, als Abrahams knecht hun 24 Gen 23:78 | 11 En het geschiedde na Abrahams dood, dat God 25 Gen 24:8 | 8 En het geschiedde, als hij een langen tijd 26 Gen 24:32 | 32 En het geschiedde ten zelfde dage, dat Izaks 27 Gen 25:1 | 1 En het geschiedde, als Izak oud geworden was, 28 Gen 25:30 | 30 En het geschiedde, als Izak voleindigd had 29 Gen 25:30 | had Jakob te zegenen, zo geschiedde het, toen Jakob maar even 30 Gen 27:10 | 10 En het geschiedde, als Jakob Rachel zag, de 31 Gen 27:13 | 13 En het geschiedde, als Laban die tijding hoorde 32 Gen 27:23 | 23 En het geschiedde des avonds, dat hij zijn 33 Gen 27:25 | 25 En het geschiedde des morgens, en ziet, het 34 Gen 27:60 | 25 En het geschiedde, Als Rachel Jozef gebaard 35 Gen 27:76 | 41 En het geschiedde, telkens als de kudde der 36 Gen 28:10 | 10 En het geschiedde ten tijde, als de kudde 37 Gen 31:25 | 25 En het geschiedde ten derden dage, toen zij 38 Gen 32:17 | 17 En het geschiedde, als zij het hard had in 39 Gen 32:18 | 18 En het geschiedde, als haar ziel uitging ( 40 Gen 32:22 | 22 En het geschiedde, als Israel in dat land 41 Gen 34:23 | 23 En het geschiedde, als Jozef tot zijn broederen 42 Gen 35:1 | 1 En het geschiedde ten zelven tijde, dat Juda 43 Gen 35:9 | hem niet zoude zijn, zo geschiedde het, als hij tot zijns broeders 44 Gen 35:24 | 24 En het geschiedde omtrent na drie maanden, 45 Gen 35:27 | 27 En het geschiedde ten tijde, als zij baren 46 Gen 35:28 | 28 En het geschiedde, als zij baarde, dat een 47 Gen 35:29 | 29 Maar het geschiedde, als hij zijn hand weder 48 Gen 36:5 | 5 En het geschiedde van toen af, dat hij hem 49 Gen 36:7 | 7 En het geschiedde na deze dingen, dat de huisvrouw 50 Gen 36:10 | 10 En het geschiedde, als zij Jozef dag op dag 51 Gen 36:13 | 13 En het geschiedde, als zij zag, dat hij zijn 52 Gen 36:15 | 15 En het geschiedde, als hij hoorde, dat ik 53 Gen 36:19 | 19 En het geschiedde, als zijn heer de woorden 54 Gen 36:24 | 1 En het geschiedde na deze dingen, dat de schenker 55 Gen 36:43 | 20 En het geschiedde op den derden dag, den dag 56 Gen 37:1 | 1 En het geschiedde ten einde van twee volle 57 Gen 37:8 | 8 En het geschiedde in den morgenstond, dat 58 Gen 38:35 | 35 En het geschiedde, als zij hun zakken ledigden, 59 Gen 39:2 | 2 Zo geschiedde het, als zij den leeftocht, 60 Gen 44:1 | 1 Het geschiedde nu na deze dingen, dat men 61 Exo 1:21 | 21 En het geschiedde, dewijl de vroedvrouwen 62 Exo 2:11 | 11 En het geschiedde in die dagen, toen Mozes 63 Exo 2:23 | 23 En het geschiedde na vele dezer dagen, als 64 Exo 4:24 | 24 En het geschiedde op den weg, in de herberg, 65 Exo 6:27 | 27 En het geschiedde te dien dage, als de HEERE 66 Exo 10:13 | en dien gansen nacht; het geschiedde des morgens, dat de oostenwind 67 Exo 12:29 | 29 En het geschiedde ter middernacht, dat de 68 Exo 12:41 | 41 En het geschiedde ten einde van de vierhonderd 69 Exo 12:51 | 51 En het geschiedde even ten zelfden dage, dat 70 Exo 13:15 | 15 Want het geschiedde, toen Farao zich verhardde 71 Exo 14:24 | 24 En het geschiedde in dezelfde morgenwake, 72 Exo 16:10 | 10 En het geschiedde, als Aaron tot de ganse 73 Exo 16:13 | 13 En het geschiedde aan den avond, dat er kwakkelen 74 Exo 16:22 | 22 En het geschiedde op den zesden dag, dat zij 75 Exo 16:27 | 27 En het geschiedde aan den zevenden dag, dat 76 Exo 17:11 | 11 En het geschiedde, terwijl Mozes zijn hand 77 Exo 18:13 | 13 Doch het geschiedde des anderen daags, zo zat 78 Exo 19:16 | 16 En het geschiedde op den derden dag, toen 79 Exo 32:19 | 19 En het geschiedde, als hij aan het leger naderde, 80 Exo 32:30 | 30 En het geschiedde des anderen daags, dat Mozes 81 Exo 33:19 | 19 En het geschiedde, als hij aan het leger naderde, 82 Exo 33:30 | 30 En het geschiedde des anderen daags, dat Mozes 83 Exo 34:7 | Tent der samenkomst. En het geschiedde, dat al wie den HEERE zocht, 84 Exo 34:8 | 8 En het geschiedde, wanneer Mozes uitging naar 85 Exo 34:9 | 9 En het geschiedde, als Mozes de tent ingegaan 86 Exo 34:52 | 29 En het geschiedde, toen Mozes van den berg 87 Exo 40:17 | 17 En het geschiedde in de eerste maand, in het 88 Lev 9:1 | 1 En het geschiedde op den achtsten dag, dat 89 Num 7:1 | 1 En het geschiedde ten dage, als Mozes geeindigd 90 Num 9:16 | 16 Alzo geschiedde het geduriglijk; de wolk 91 Num 10:11 | 11 En het geschiedde in het tweede jaar, in de 92 Num 10:35 | 35 Het geschiedde nu in het optrekken van 93 Num 11:1 | 1 En het geschiedde, als het volk zich was beklagende, 94 Num 11:25 | mannen, die oudsten; en het geschiedde, als de Geest op hen rustte, 95 Num 16:31 | 31 En het geschiedde, als hij geeindigd had al 96 Num 16:42 | 42 En het geschiedde, als de vergadering zich 97 Num 17:8 | 8 Het geschiedde nu des anderen daags, dat 98 Num 18:8 | 8 Het geschiedde nu des anderen daags, dat 99 Num 21:9 | ze op een stang; en het geschiedde, als een slang iemand beet, 100 Num 22:41 | 41 En het geschiedde des morgens, dat Balak Bileam 101 Num 26:1 | 1 Het geschiedde nu na die plaag, dat de 102 Deu 2:16 | 16 En het geschiedde, als al de krijgslieden 103 Deu 5:23 | 23 En het geschiedde, als gij die stem uit het 104 Deu 9:11 | 11 Zo geschiedde het, ten einde van veertig 105 Deu 31:24 | 24 En het geschiedde, als Mozes voleind had de 106 Joz 1:1 | 1 Het geschiedde nu, na den dood van Mozes, 107 Joz 2:5 | 5 En het geschiedde, als men de poort zou sluiten, 108 Joz 3:2 | 2 En het geschiedde, dat de ambtlieden, op het 109 Joz 3:14 | 14 En het geschiedde, toen het volk vertrok uit 110 Joz 4:1 | 1 Het geschiedde nu, toen al het volk geeindigd 111 Joz 4:11 | 11 En het geschiedde, als al het volk geeindigd 112 Joz 4:18 | 18 En het geschiedde, toen de priesters, die 113 Joz 5:1 | 1 En het geschiedde, toen al de koningen der 114 Joz 5:8 | 8 En het geschiedde, als men een einde gemaakt 115 Joz 5:13 | 13 Voorts geschiedde het, als Jozua bij Jericho 116 Joz 6:8 | 8 En het geschiedde, gelijk Jozua tot het volk 117 Joz 6:15 | 15 En het geschiedde op den zevenden dag, dat 118 Joz 6:16 | 16 En het geschiedde ten zevenden male, als de 119 Joz 6:20 | bazuinen bliezen; en het geschiedde, als het volk het geluid 120 Joz 8:14 | 14 En het geschiedde, toen de koning van Ai dat 121 Joz 8:24 | 24 En het geschiedde, toen de Israelieten een 122 Joz 8:25 | 25 En het geschiedde, dat allen, die te dien 123 Joz 9:1 | 1 En het geschiedde, toen dit hoorden al de 124 Joz 9:16 | 16 En het geschiedde ten einde van drie dagen, 125 Joz 10:1 | 1 Het geschiedde nu, toen Adoni-Zedek, de 126 Joz 10:11 | 11 Het geschiedde nu, toen zij voor het aangezicht 127 Joz 10:20 | 20 En het geschiedde, toen Jozua en de kinderen 128 Joz 10:24 | 24 En het geschiedde, als zij die koningen uitgebracht 129 Joz 10:27 | 27 En het geschiedde, ten tijde als de zon onderging, 130 Joz 11:1 | 1 Het geschiedde daarna, als Jabin, de koning 131 Joz 11:20 | zoude, dat hun geen genade geschiedde, maar opdat hij hen verdelgen 132 Joz 15:18 | 18 En het geschiedde, als zij tot hem kwam, zo 133 Joz 17:13 | 13 En het geschiedde, als de kinderen Israels 134 Joz 24:1 | 1 En het geschiedde na vele dagen, nadat de 135 Joz 25:29 | 29 En het geschiedde na deze dingen, dat Jozua, 136 Ric 1:1 | 1 En het geschiedde na den dood van Jozua, dat 137 Ric 1:14 | 14 En het geschiedde, als zij tot hem kwam, dat 138 Ric 1:28 | 28 En het geschiedde, als Israel sterk werd, 139 Ric 2:4 | 4 En het geschiedde, als de Engel des HEEREN 140 Ric 2:19 | 19 Maar het geschiedde met het versterven des richters, 141 Ric 3:18 | 18 En het geschiedde, als hij geeindigd had het 142 Ric 3:27 | 27 En het geschiedde, als hij aankwam, zo blies 143 Ric 5:3 | 3 Want het geschiedde, als Israel gezaaid had, 144 Ric 5:7 | 7 En het geschiedde, als de kinderen Israels 145 Ric 5:25 | 25 En het geschiedde in dienzelven nacht, dat 146 Ric 5:27 | gesproken had. Doch het geschiedde, dewijl hij zijns vaders 147 Ric 5:38 | 38 En het geschiedde alzo; want hij stond des 148 Ric 6:9 | 9 En het geschiedde in denzelven nacht, dat 149 Ric 6:15 | 15 En het geschiedde, als Gideon de vertelling 150 Ric 7:33 | 33 En het geschiedde, als Gideon gestorven was, 151 Ric 8:42 | 42 En het geschiedde des anderen daags dat het 152 Ric 10:4 | 4 En het geschiedde, na enige dagen, dat de 153 Ric 10:5 | 5 Zo geschiedde het, als de kinderen Ammons 154 Ric 10:35 | 35 En het geschiedde, als hij haar zag, zo verscheurde 155 Ric 10:39 | 39 En het geschiedde ten einde van twee maanden 156 Ric 11:5 | van de Jordaan af; en het geschiedde, als de vluchtelingen van 157 Ric 12:20 | 20 En het geschiedde, als de vlam van het altaar 158 Ric 13:11 | 11 En het geschiedde, als zij hem zagen, zo namen 159 Ric 13:15 | 15 Daarna geschiedde het op den zevenden dag, 160 Ric 13:17 | deze bruiloft hadden; zo geschiedde het op den zevenden dag, 161 Ric 14:1 | 1 En het geschiedde na sommige dagen, in de 162 Ric 14:17 | 17 En het geschiedde, als hij geeindigd had te 163 Ric 15:4 | 4 En het geschiedde daarna, dat hij een vrouw 164 Ric 15:16 | 16 En het geschiedde, als zij hem alle dagen 165 Ric 15:25 | 25 En het geschiedde, als hun hart vrolijk was, 166 Ric 18:1 | 1 Het geschiedde ook in die dagen, als er 167 Ric 18:5 | 5 Op den vierden dag nu geschiedde het, dat zij des morgens 168 Ric 18:30 | 30 En het geschiedde, dat al wie het zag, zeide: 169 Ric 20:4 | 4 En het geschiedde des anderen daags, dat zich 170 Rut 1:1 | de richters richtten, zo geschiedde het, dat er honger in het 171 Rut 1:19 | Bethlehem inkwamen; en het geschiedde, als zij te Bethlehem inkwamen, 172 Rut 3:8 | 8 En het geschiedde te middernacht, dat die 173 1Sa 1:4 | 4 En het geschiedde op dien dag, als Elkana 174 1Sa 1:12 | 12 Het geschiedde nu, als zij evenzeer bleef 175 1Sa 1:20 | 20 En het geschiedde, na verloop van dagen, dat 176 1Sa 3:2 | 2 En het geschiedde te dien dage, als Eli op 177 1Sa 4:1 | En het woord van Samuel geschiedde aan gans Israel. En Israel 178 1Sa 4:5 | 5 En het geschiedde, als de ark des verbonds 179 1Sa 4:10 | iegelijk in zijn tenten; en er geschiedde een zeer grote nederlaag, 180 1Sa 4:18 | 18 En het geschiedde, als hij van de ark Gods 181 1Sa 5:9 | 9 En het geschiedde, nadat zij die hadden rondom 182 1Sa 5:10 | Gods naar Ekron; maar het geschiedde, als de ark Gods te Ekron 183 1Sa 7:2 | 2 En het geschiedde, van dien dag af, dat de 184 1Sa 7:10 | 10 En het geschiedde, toen Samuel dat brandoffer 185 1Sa 8:1 | 1 Het geschiedde nu, toen Samuel oud geworden 186 1Sa 9:26 | stonden vroeg op; en het geschiedde, omtrent den opgang des 187 1Sa 10:9 | 9 Het geschiedde nu, toen hij zijn schouder 188 1Sa 10:11 | 11 En het geschiedde, als een iegelijk, die hem 189 1Sa 11:11 | 11 Het geschiedde nu des anderen daags, dat 190 1Sa 11:11 | de dag heet werd; en het geschiedde, dat de overigen alzo verstrooid 191 1Sa 13:10 | 10 En het geschiedde, toen hij geeindigd had 192 1Sa 13:22 | 22 En het geschiedde ten dage des strijds, dat 193 1Sa 14:1 | 1 Het geschiedde nu op een dag, dat Jonathan, 194 1Sa 14:14 | twintig mannen versloegen, geschiedde omtrent in de helft eens 195 1Sa 14:19 | 19 En het geschiedde, toen Saul nog tot den priester 196 1Sa 15:10 | 10 Toen geschiedde het woord des HEEREN tot 197 1Sa 16:6 | 6 En het geschiedde, toen zij inkwamen, zo zag 198 1Sa 16:23 | 23 En het geschiedde, als de geest Gods over 199 1Sa 17:48 | 48 En het geschiedde, toen de Filistijn zich 200 1Sa 18:1 | 1 Het geschiedde nu, als hij geeindigd had 201 1Sa 18:6 | 6 Het geschiedde nu, toen zij kwamen, en 202 1Sa 18:10 | 10 En het geschiedde des anderen daags, dat de 203 1Sa 18:19 | 19 Het geschiedde nu ten tijde als men Merab, 204 1Sa 18:30 | Filistijnen uittogen, zo geschiedde het, als zij uittogen, dat 205 1Sa 20:27 | 27 Het geschiedde nu des anderen daags, den 206 1Sa 20:35 | 35 En het geschiedde des morgens, dat Jonathan 207 1Sa 23:6 | 6 En het geschiedde, toen Abjathar, de zoon 208 1Sa 23:26 | gene zijde des bergs. Het geschiedde nu, dat zich David haastte, 209 1Sa 24:2 | 2 En het geschiedde, nadat Saul wedergekeerd 210 1Sa 24:6 | 6 Doch het geschiedde daarna, dat Davids hart 211 1Sa 24:17 | 17 En het geschiedde, toen David geeindigd had 212 1Sa 25:20 | 20 Het geschiedde nu, toen zij op den ezel 213 1Sa 25:37 | 37 Het geschiedde nu in den morgen, toen de 214 1Sa 25:38 | 38 En het geschiedde omtrent na tien dagen, zo 215 1Sa 28:1 | 1 En het geschiedde in die dagen, als de Filistijnen 216 1Sa 30:1 | 1 Het geschiedde nu, als David en zijn mannen 217 1Sa 31:8 | 8 Het geschiedde nu des anderen daags, als 218 2Sa 1:1 | 1 Voorts geschiedde het na Sauls dood, als David 219 2Sa 1:2 | 2 Zo geschiedde het op den derden dag, dat, 220 2Sa 1:2 | was op zijn hoofd; en het geschiedde, als hij tot David kwam, 221 2Sa 2:1 | 1 En het geschiedde daarna, dat David den HEERE 222 2Sa 2:23 | stierf op zijn plaats. En het geschiedde, dat allen, die tot de plaats 223 2Sa 3:6 | tussen het huis van David, zo geschiedde het, dat Abner zich sterkte 224 2Sa 4:4 | opnam, en vluchtte; en het geschiedde, als zij haastte, om te 225 2Sa 6:13 | 13 En het geschiedde, als zij, die de ark des 226 2Sa 6:16 | 16 En het geschiedde, als de ark des HEEREN in 227 2Sa 7:1 | 1 En het geschiedde, als de koning in zijn huis 228 2Sa 7:4 | woord des HEEREN tot Nathan geschiedde, zeggende: ~ 229 2Sa 8:1 | 1 En het geschiedde daarna, dat David de Filistijnen 230 2Sa 10:1 | 1 En het geschiedde daarna, dat de koning der 231 2Sa 11:1 | 1 En het geschiedde met de wederkomst van het 232 2Sa 11:2 | 2 Zo geschiedde het tegen den avondtijd, 233 2Sa 11:14 | 14 Des morgens nu geschiedde het, dat David een brief 234 2Sa 11:16 | 16 Zo geschiedde het, als Joab op de stad 235 2Sa 12:18 | 18 En het geschiedde op den zevenden dag, dat 236 2Sa 13:1 | 1 En het geschiedde daarna, alzo Absalom, Davids 237 2Sa 13:23 | 23 En het geschiedde, na twee volle jaren, dat 238 2Sa 13:30 | 30 En het geschiedde, als zij op den weg waren, 239 2Sa 13:36 | 36 En het geschiedde, als hij geeindigd had te 240 2Sa 14:26 | zijn hoofd beschoor, (nu geschiedde het ten einde van elk jaar, 241 2Sa 15:1 | 1 En het geschiedde daarna, dat Absalom zich 242 2Sa 15:2 | den weg der poort. En het geschiedde, dat Absalom allen man, 243 2Sa 15:5 | 5 Het geschiedde ook, als iemand naderde, 244 2Sa 15:32 | 32 En het geschiedde, als David tot op de hoogte 245 2Sa 16:16 | 16 En het geschiedde, als Husai, de Archiet, 246 2Sa 17:21 | 21 En het geschiedde, nadat zij weggegaan waren, 247 2Sa 17:27 | 27 En het geschiedde, als David te Mahanaim gekomen 248 2Sa 18:6 | Israel tegemoet, en de strijd geschiedde bij Efraims woud. ~ 249 2Sa 18:7 | knechten geslagen; en aldaar geschiedde te dienzelven dage een grote 250 2Sa 19:25 | 25 En het geschiedde, als hij te Jeruzalem den 251 2Sa 21:18 | 18 En het geschiedde daarna, dat er wederom een 252 2Sa 24:11 | des morgens opstond, zo geschiedde het woord des HEEREN tot 253 1Kon 2:39| 39 Doch het geschiedde met het einde van drie jaren, 254 1Kon 5:7 | 7 En het geschiedde, als Hiram de woorden van 255 1Kon 6:1 | 1 Het geschiedde nu in het vierhonderd en 256 1Kon 6:11| 11 Toen geschiedde het woord des HEEREN tot 257 1Kon 8:10| 10 En het geschiedde, als de priesters uit het 258 1Kon 8:54| 54 Het geschiedde nu, als Salomo voleind had 259 1Kon 9:1 | 1 Het geschiedde nu, als Salomo voleind had 260 1Kon 9:10| 10 En het geschiedde ten einde van twintig jaren, 261 1Kon 11:4 | 4 Want het geschiedde in den tijd van Salomo's 262 1Kon 11:29| 29 Het geschiedde nu te dier tijd, als Jerobeam 263 1Kon 12:2 | 2 Het geschiedde nu, als Jerobeam, de zoon 264 1Kon 12:20| 20 En het geschiedde, als gans Israel hoorde, 265 1Kon 12:22| 22 Doch het woord van God geschiedde tot Semaja, den man Gods, 266 1Kon 13:4 | 4 Het geschiedde nu, als de koning het woord 267 1Kon 13:20| 20 En het geschiedde, als zij aan de tafel zaten, 268 1Kon 13:20| dat het woord des HEEREN geschiedde tot den profeet, die hem 269 1Kon 13:23| 23 En het geschiedde, nadat hij brood gegeten, 270 1Kon 13:31| 31 Het geschiedde nu, nadat hij hem begraven 271 1Kon 14:6 | 6 En het geschiedde, als Ahia het geruis harer 272 1Kon 14:25| 25 Het geschiedde nu in het vijfde jaar van 273 1Kon 14:28| 28 En het geschiedde, zo wanneer de koning in 274 1Kon 15:21| 21 En het geschiedde, als Baesa zulks hoorde, 275 1Kon 15:29| 29 Het geschiedde nu, als hij regeerde, dat 276 1Kon 16:1 | 1 Toen geschiedde het woord des HEEREN tot 277 1Kon 16:7 | 7 Alzo geschiedde ook het woord des HEEREN, 278 1Kon 16:11| 11 En het geschiedde, als hij regeerde, als hij 279 1Kon 16:18| 18 En het geschiedde, als Zimri zag, dat de stad 280 1Kon 16:31| 31 En het geschiedde (was het een lichte zaak, 281 1Kon 17:2 | 2 Daarna geschiedde het woord des HEEREN tot 282 1Kon 17:7 | 7 En het geschiedde ten einde van vele dagen, 283 1Kon 17:8 | 8 Toen geschiedde het woord des HEEREN tot 284 1Kon 17:17| 17 En het geschiedde na deze dingen, dat de zoon 285 1Kon 18:1 | dat het woord des HEEREN geschiedde tot Elia, in het derde jaar, 286 1Kon 18:4 | 4 Want het geschiedde, als Izebel de profeten 287 1Kon 18:17| 17 En het geschiedde, als Achab Elia zag, dat 288 1Kon 18:27| 27 En het geschiedde op den middag, dat Elia 289 1Kon 18:29| 29 Het geschiedde nu, als de middag voorbij 290 1Kon 18:36| 36 Het geschiedde nu, als men het spijsoffer 291 1Kon 18:44| 44 En het geschiedde op de zevende maal, dat 292 1Kon 18:45| 45 En het geschiedde ondertussen, dat de hemel 293 1Kon 19:9 | ziet, het woord des HEEREN geschiedde tot hem, en zeide tot hem: 294 1Kon 19:13| 13 En het geschiedde, als Elia dat hoorde, dat 295 1Kon 20:12| 12 En het geschiedde, als hij dit woord hoorde, 296 1Kon 20:26| 26 Het geschiedde nu met de wederkomst des 297 1Kon 20:29| tegenover die, zeven dagen; het geschiedde nu op den zevenden dag, 298 1Kon 20:39| 39 En het geschiedde, als de koning voorbijging, 299 1Kon 20:40| 40 Het geschiedde nu, als uw knecht hier en 300 1Kon 21:1 | 1 Het geschiedde nu na deze dingen, alzo 301 1Kon 21:15| 15 Het geschiedde nu, toen Izebel hoorde, 302 1Kon 21:16| 16 En het geschiedde, als Achab hoorde, dat Naboth 303 1Kon 21:17| Doch het woord des HEEREN geschiedde tot Elia, den Thisbiet, 304 1Kon 21:27| 27 Het geschiedde nu, als Achab deze woorden 305 1Kon 21:28| En het woord des HEEREN geschiedde tot Elia, den Thisbiet, 306 1Kon 22:2 | 2 Maar het geschiedde in het derde jaar, als Josafat, 307 1Kon 22:32| 32 Het geschiedde dan, als de oversten der 308 1Kon 22:33| 33 En het geschiedde, als de oversten der wagenen 309 2Kon 2:1 | 1 Het geschiedde nu, als de HEERE Elia met 310 2Kon 2:9 | 9 Het geschiedde nu, als zij overgekomen 311 2Kon 3:5 | 5 Maar het geschiedde, als Achab gestorven was, 312 2Kon 3:15| mij een speelman. En het geschiedde, als de speelman op de snaren 313 2Kon 3:20| 20 En het geschiedde des morgens, als men het 314 2Kon 4:6 | 6 En het geschiedde, als die vaten vol waren, 315 2Kon 4:8 | 8 Het geschiedde ook op een dag, als Elisa 316 2Kon 4:8 | om brood te eten. Voorts geschiedde het, zo dikwijls hij doortrok, 317 2Kon 4:11| 11 En het geschiedde op een dag, dat hij daar 318 2Kon 4:18| nu het kind groot werd, geschiedde het op een dag, dat het 319 2Kon 4:25| den berg Karmel. En het geschiedde, als de man Gods haar van 320 2Kon 4:40| mannen op om te eten; en het geschiedde, als zij aten van dat moes, 321 2Kon 5:7 | 7 En het geschiedde, als de koning van Israel 322 2Kon 5:8 | 8 Maar het geschiedde, als Elisa, de man Gods, 323 2Kon 6:5 | 5 En het geschiedde, als een het timmerhout 324 2Kon 6:20| 20 En het geschiedde, als zij te Samaria gekomen 325 2Kon 6:24| 24 En het geschiedde daarna, dat Benhadad, de 326 2Kon 6:26| 26 En het geschiedde, als de koning op den muur 327 2Kon 6:30| 30 En het geschiedde, als de koning de woorden 328 2Kon 7:20| 20 Even alzo geschiedde hem, want het volk vertrad 329 2Kon 8:3 | 3 En het geschiedde met het einde der zeven 330 2Kon 8:5 | 5 En het geschiedde, als hij den koning vertelde, 331 2Kon 8:15| 15 En het geschiedde des anderen daags, dat hij 332 2Kon 9:22| 22 Het geschiedde nu, als Joram Jehu zag, 333 2Kon 10:7 | 7 Het geschiedde dan, als die brief tot hen 334 2Kon 10:9 | 9 En het geschiedde des morgens, toen hij uitging, 335 2Kon 10:25| 25 En het geschiedde, als hij voleind had het 336 2Kon 12:6 | 6 Maar het geschiedde in het drie en twintigste 337 2Kon 12:10| 10 Het geschiedde nu, als zij zagen, dat veel 338 2Kon 13:6 | 6 Maar het geschiedde in het drie en twintigste 339 2Kon 13:10| 10 Het geschiedde nu, als zij zagen, dat veel 340 2Kon 14:21| 21 En het geschiedde, als zij een man begroeven, 341 2Kon 15:5 | 5 Het geschiedde nu, als het koninkrijk in 342 2Kon 19:25| 25 En het geschiedde in het begin hunner woning 343 2Kon 20:1 | 1 Het geschiedde nu in het derde jaar van 344 2Kon 20:9 | 9 Het geschiedde nu in het vierde jaar van 345 2Kon 21:1 | 1 En het geschiedde, als de koning Hizkia dat 346 2Kon 21:35| 35 Het geschiedde dan in dienzelven nacht, 347 2Kon 21:37| 37 Het geschiedde nu, als hij in het huis 348 2Kon 22:4 | woord des HEEREN tot hem geschiedde, zeggende: ~ 349 2Kon 24:3 | 3 Het geschiedde nu in het achttiende jaar 350 2Kon 24:11| 11 Het geschiedde nu, als de koning de woorden 351 2Kon 26:3 | 3 Zekerlijk geschiedde dit naar het bevel des HEEREN 352 2Kon 26:20| 20 Want het geschiedde, om den toorn des HEEREN 353 2Kon 27:1 | 1 En het geschiedde in het negende jaar zijner 354 2Kon 27:25| 25 Maar het geschiedde in de zevende maand, dat 355 2Kon 27:27| 27 Het geschiedde daarna in het zeven en dertigste 356 1Kro 10:8 | 8 Het geschiedde nu des anderen daags, als 357 1Kro 15:25| 25 Het geschiedde nu, dat David en de oudsten 358 1Kro 15:26| 26 Zo geschiedde het, doordien dat God de 359 1Kro 15:29| 29 Het geschiedde nu, toen de ark des verbonds 360 1Kro 17:1 | 1 Het geschiedde nu, als David in zijn huis 361 1Kro 17:3 | 3 Maar het geschiedde in denzelven nacht, dat 362 1Kro 18:1 | 1 Het geschiedde nu na dezen, dat David de 363 1Kro 19:1 | 1 Het geschiedde nu na dezen, dat David de 364 1Kro 20:1 | 1 En het geschiedde na dezen, dat Nahas, de 365 1Kro 21:1 | 1Het geschiedde nu ten tijde van de wederkomst 366 1Kro 21:4 | 4En het geschiedde daarna, als de krijg met 367 1Kro 23:8 | Doch het woord des HEEREN geschiedde tot mij, zeggende: Gij hebt 368 2Kro 5:11| 11 En het geschiedde, als de priesters uit het 369 2Kro 5:13| 13 Het geschiedde dan, als zij eenpariglijk 370 2Kro 6:11| 11 En het geschiedde, als de priesters uit het 371 2Kro 6:13| 13 Het geschiedde dan, als zij eenpariglijk 372 2Kro 9:1 | 1 Het geschiedde nu ten einde van twintig 373 2Kro 11:2 | 2 Het geschiedde nu, als Jerobeam, de zoon 374 2Kro 12:2 | Doch het woord des HEEREN geschiedde tot Semaja, den man Gods, 375 2Kro 13:1 | 1 Het geschiedde nu, als Rehabeam het koninkrijk 376 2Kro 13:2 | 2 Daarom geschiedde het, in het vijfde jaar 377 2Kro 13:7 | zij zich verootmoedigden, geschiedde het woord des HEEREN tot 378 2Kro 13:11| 11 En het geschiedde, zo wanneer de koning in 379 2Kro 14:15| een alarmgeschrei; en het geschiedde, als de mannen van Juda 380 2Kro 17:5 | 5 En het geschiedde, als Baesa zulks hoorde, 381 2Kro 19:31| 31 Het geschiedde dan, als de oversten der 382 2Kro 19:32| 32 Want het geschiedde, als de oversten der wagenen 383 2Kro 21:1 | 1 Het geschiedde nu na dezen, dat de kinderen 384 2Kro 22:19| 19 Dit geschiedde van jaar tot jaar, zodat, 385 2Kro 22:39| 19 Dit geschiedde van jaar tot jaar, zodat, 386 2Kro 23:8 | 8 Zo geschiedde het, als Jehu het oordeel 387 2Kro 24:4 | 4 Het geschiedde nu na dezen, dat het in 388 2Kro 24:11| 11 Het geschiedde nu ter tijd, als hij de 389 2Kro 24:23| 23 Daarom geschiedde het met den omgang des jaars, 390 2Kro 25:3 | 3 Het geschiedde nu, als het koninkrijk aan 391 2Kro 25:14| 14 Het geschiedde nu, nadat Amazia van het 392 2Kro 25:16| 16 En het geschiedde, als hij tot hem sprak, 393 2Kro 29:36| voorbereid had; want deze zaak geschiedde haastelijk. ~  ~ 394 2Kro 34:19| 19 Het geschiedde nu, als de koning de woorden 395 Neh 1:1 | zoon van Hachalja. En het geschiedde in de maand Chisleu, in 396 Neh 1:4 | 4 En het geschiedde, als ik deze woorden hoorde, 397 Neh 2:1 | 1 Toen geschiedde het in de maand Nisan, in 398 Neh 4:1 | 1 Maar het geschiedde, als Sanballat gehoord had, 399 Neh 4:7 | 7 En het geschiedde, als Sanballat, en Tobia, 400 Neh 4:12 | 12 En het geschiedde, als de Joden, die bij hen 401 Neh 4:15 | 15 Daarna geschiedde het, als onze vijanden hoorden, 402 Neh 4:16 | 16 En het geschiedde van dien dag af, dat de 403 Neh 6:16 | 16 En het geschiedde, als al onze vijanden dit 404 Neh 7:1 | 1 Voorts geschiedde het, als de muur gebouwd 405 Neh 13:3 | 3 Zo geschiedde het, als zij deze wet hoorden, 406 Neh 13:19 | 19 Het geschiedde nu, als de poorten van Jeruzalem 407 Est 1:1 | 1 Het geschiedde nu in de dagen van Ahasveros, ( 408 Est 1:8 | 8 En het drinken geschiedde naar de wet, dat niemand 409 Est 3:1 | 8 Het geschiedde nu, toen het woord des konings 410 Est 16:4 | 4 Het geschiedde nu, toen zij dit van dag 411 Est 17:4 | 4 Het geschiedde nu, toen zij dit van dag 412 Est 18:1 | 1 Het geschiedde nu aan den derden dag, dat ~ 413 Est 19:1 | 2 En het geschiedde, toen de koning de koningin ~ 414 Est 52:4 | 17 Dit geschiedde op den dertienden dag der 415 Job 1:5 | 5 Het geschiedde dan, als de dagen der maaltijden 416 Job 41:7 | 7 Het geschiedde nu, nadat de HEERE die woorden 417 Jes 7:1 | 1      Het geschiedde nu in de dagen van Achaz, 418 Jes 9:4 | die streden, met gedruis geschiedde, en de klederen in het bloed 419 Jes 11:16 | Assur, gelijk als Israel geschiedde ten dage, toen het uit Egypteland 420 Jes 14:28 | de koning Achaz stierf, geschiedde deze last. ~ 421 Jes 36:1 | 1      En het geschiedde in het veertiende jaar van 422 Jes 37:1 | 1      En het geschiedde, als de koning Hizkia dat 423 Jes 37:38 | 38      Het geschiedde nu, als hij in het huis 424 Jes 38:4 | 4      Toen geschiedde het woord des HEEREN tot 425 Jer 1:2 | welken het woord des HEEREN geschiedde, in de dagen van Josia, 426 Jer 1:3 | 3      Ook geschiedde het tot hem in de dagen 427 Jer 1:4 | Het woord des HEEREN dan geschiedde tot mij, zeggende: ~ 428 Jer 1:11 | 11      Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, 429 Jer 1:13 | En des HEEREN woord geschiedde ten tweeden male tot mij, 430 Jer 2:1 | En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: ~ 431 Jer 3:9 | 9      Ja, het geschiedde, vanwege het gerucht harer 432 Jer 13:3 | 3      Toen geschiedde des HEEREN woord ten tweeden 433 Jer 13:6 | 6      Het geschiedde nu ten einde van vele dagen, 434 Jer 13:8 | 8      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, 435 Jer 16:1 | En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: ~ 436 Jer 18:5 | 5      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, 437 Jer 20:3 | 3      Maar het geschiedde des anderen daags, dat Pashur 438 Jer 24:4 | 4      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, 439 Jer 26:1 | Josia, koning van Juda, geschiedde dit woord van den HEERE, 440 Jer 26:8 | 8      Zo geschiedde het, als Jeremia geeindigd 441 Jer 27:1 | Josia, koning van Juda, geschiedde dit woord tot Jeremia, van 442 Jer 28:1 | 1      Voorts geschiedde het in hetzelfde jaar, in 443 Jer 28:12 | Doch des HEEREN woord geschiedde tot Jeremia (nadat de profeet 444 Jer 29:30 | 30      Daarom geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 445 Jer 32:26 | 26      Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 446 Jer 33:1 | 1      Voorts geschiedde des HEEREN woord ten tweeden 447 Jer 33:19 | En des HEEREN woord geschiedde tot Jeremia, zeggende: ~ 448 Jer 33:23 | 23      Voorts geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 449 Jer 34:12 | 12      Daarom geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 450 Jer 35:12 | 12      Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 451 Jer 36:1 | dat dit woord tot Jeremia geschiedde van den HEERE, zeggende: ~ 452 Jer 36:9 | 9      Want het geschiedde in het vijfde jaar van Jojakim, 453 Jer 36:16 | 16      En het geschiedde, als zij al de woorden hoorden, 454 Jer 36:23 | 23      En het geschiedde, als Jehudi drie stukken, 455 Jer 36:27 | 27      Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, 456 Jer 37:6 | 6      Toen geschiedde des HEEREN woord tot den 457 Jer 37:11 | 11      Voorts geschiedde het, als het heir der Chaldeen 458 Jer 39:4 | 4      En het geschiedde, als Zedekia, de koning 459 Jer 41:1 | 1      Maar het geschiedde in de zevende maand, dat 460 Jer 41:4 | 4      Het geschiedde nu op den tweeden dag, nadat 461 Jer 41:6 | gaande en wenende; en het geschiedde, als hij hen aantrof dat 462 Jer 41:7 | 7      Maar het geschiedde, als zij in het midden der 463 Jer 41:13 | 13      En het geschiedde, als het volk, dat met Ismael 464 Jer 42:7 | HEEREN woord tot Jeremia geschiedde. ~ 465 Jer 43:1 | 1      En het geschiedde, als Jeremia geeindigd had 466 Jer 43:8 | 8      Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia 467 Jer 44:1 | Het woord, dat tot Jeremia geschiedde aan al de Joden, die in 468 Jer 47:1 | tot den profeet Jeremia geschiedde, tegen de Filistijnen; eer 469 Jer 52:3 | 3      Want het geschiedde, om den toorn des HEEREN 470 Jer 52:4 | 4      En het geschiedde in het negende jaar zijner 471 Jer 52:31 | 31      Het geschiedde daarna, in het zeven en 472 Eze 1:1 | bij de rivier Chebar, zo geschiedde het, dat de hemelen      473 Eze 1:3 | 3      Geschiedde het woord des HEEREN uitdrukkelijk 474 Eze 1:25 | 25      En er geschiedde een stem van boven het uitspansel, 475 Eze 3:16 | woord des HEEREN tot mij geschiedde, zeggende: ~ 476 Eze 6:1 | En het woord des HEEREN geschiedde tot mij, zeggende: ~ 477 Eze 7:1 | 1      Daarna geschiedde het woord des HEEREN tot 478 Eze 8:1 | 1      Het geschiedde nu in het zesde jaar, in 479 Eze 9:8 | 8      Het geschiedde nu, als zij hen geslagen 480 Eze 10:6 | 6      Het geschiedde nu, als Hij den man, bekleed 481 Eze 11:13 | 13      Het geschiedde nu, als ik profeteerde, 482 Eze 11:14 | 14      Toen geschiedde het woord des HEEREN tot 483 Eze 12:1 | 1      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, 484 Eze 12:8 | 8      En des morgens geschiedde het woord des HEEREN tot 485 Eze 12:17 | 17      Daarna geschiedde het woord des HEEREN tot 486 Eze 12:21 | 21      Wederom geschiedde het woord des HEEREN tot 487 Eze 12:26 | 26      Verder geschiedde het woord des HEEREN tot 488 Eze 13:1 | En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: ~ 489 Eze 14:2 | 2      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, 490 Eze 14:12 | 12      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, 491 Eze 15:1 | 1   En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: ~ 492 Eze 16:1 | 1      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, 493 Eze 17:1 | En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: ~ 494 Eze 17:11 | 11      Daarna geschiedde des HEEREN woord tot mij, 495 Eze 18:1 | 1      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, 496 Eze 20:1 | 1      En het geschiedde in het zevende jaar, in 497 Eze 20:2 | 2      Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, 498 Eze 20:45 | 45      Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, 499 Eze 21:1 | En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende: ~ 500 Eze 21:8 | 8      Wederom geschiedde des HEEREN woord tot mij,


1-500 | 501-626

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License