Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
middelmuur 1
middelste 15
middelvoorhof 1
midden 616
middendoor 1
middernacht 13
middin 1
Frequency    [«  »]
633 24
633 onze
626 geschiedde
616 midden
615 omdat
604 komen
604 meer

Bijbel

IntraText - Concordances

midden

1-500 | 501-616

    Book Chapter: Verse
1 Gen 1:6 | zij een uitspansel in het midden der wateren; en dat make 2 Gen 2:9 | den boom des levens in het midden van den hof, en de boom 3 Gen 3:3 | vrucht des booms, die in het midden des hofs is, heeft God gezegd: 4 Gen 3:8 | van den HEERE God, in het midden van het geboomte des hofs. ~ 5 Gen 9:21 | hij ontblootte zich in het midden zijner tent. ~ 6 Gen 18:29 | en Hij leidde Lot uit het midden dezer omkering, in het omkeren 7 Gen 22:6 | zijt een vorst Gods in het midden van ons; begraaf uw dode 8 Gen 22:9 | een erfbegrafenis in het midden van u. ~ 9 Gen 22:10 | 10 Efron nu zat in het midden van de zonen Heths; en Efron 10 Gen 23:3 | der Kanaanieten, in het midden van welke ik woon; ~ 11 Gen 32:2 | vreemde goden, die in het midden van u zijn, en reinigt u, 12 Gen 34:7 | schoven bindende in het midden des velds; en ziet, mijn 13 Gen 36:43 | overste der bakkers, in het midden zijner knechten. ~ 14 Gen 41:6 | jaren des hongers in het midden des lands; en er zijn nog 15 Gen 44:16 | vissen in menigte, in het midden des lands! ~ 16 Exo 2:5 | toen zij het kistje in het midden van de biezen zag, zo zond 17 Exo 3:2 | in een vuurvlam uit het midden van een braambos; en hij 18 Exo 3:4 | riep God tot hem uit het midden van het braambos, en zeide: 19 Exo 3:20 | wonderen, die Ik in het midden van hetzelve doen zal; daarna 20 Exo 7:5 | kinderen Israels uit het midden van hen uitleide. ~ 21 Exo 8:22 | dat Ik, de HEERE, in het midden dezes lands ben. ~ 22 Exo 9:24 | was hagel, en vuur in het midden des hagels vervangen; hij 23 Exo 10:1 | deze Mijn tekenen in het midden van hen zette; ~ 24 Exo 11:4 | zal Ik uitgaan door het midden van Egypte; ~ 25 Exo 12:31 | Maakt u op, trekt uit het midden van mijn volk, zo gijlieden 26 Exo 12:49 | die als vreemdeling in het midden van u verkeert. ~ 27 Exo 14:16 | kinderen Israels door het midden der zee gaan op het droge. ~ 28 Exo 14:22 | Israels zijn ingegaan in het midden van de zee, op het droge; 29 Exo 14:23 | en zijn ruiteren, in het midden van de zee. ~ 30 Exo 14:27 | stortte de Egyptenaars in het midden der zee. ~ 31 Exo 14:29 | gingen op het droge, in het midden der zee; en de wateren waren 32 Exo 15:19 | zijn op het droge in het midden van de zee gegaan. ~ 33 Exo 17:7 | zeggende: Is de HEERE in het midden van ons, of niet? ~ 34 Exo 23:25 | zal de krankheden uit het midden van u weren. ~ 35 Exo 24:16 | dag riep Hij Mozes uit het midden der wolk. ~ 36 Exo 24:18 | 18 En Mozes ging in het midden der wolk, nadat hij op den 37 Exo 25:8 | heiligdom maken, dat Ik in het midden van hen wone. ~ 38 Exo 26:28 | de middelste richel zal midden aan de berderen zijn, doorschietende 39 Exo 27:5 | alzo dat het net tot het midden des altaars zij. ~ 40 Exo 28:1 | tot u doen naderen uit het midden der kinderen Israels, om 41 Exo 28:32 | hoofdgat deszelven zal in het midden daarvan zijn; dit gat zal 42 Exo 29:45 | 45 En Ik zal in het midden der kinderen Israels wonen, 43 Exo 29:46 | uitgevoerd heb, opdat Ik in het midden van hen wonen zou; Ik ben 44 Exo 31:14 | uitgeroeid worden uit het midden harer volken. ~ 45 Exo 34:3 | vloeiende; want Ik zal in het midden van u niet optrekken; want 46 Exo 34:5 | een ogenblik zou Ik in het midden van ulieden optrekken, en 47 Exo 34:11 | jongeling, week niet uit het midden der tent. ~ 48 Exo 34:32 | zo ga nu de Heere in het midden van ons, want dit is een 49 Exo 34:33 | dit ganse volk, in welks midden gij zijt, des HEEREN werk 50 Exo 34:35 | tot een strik worde in het midden van u. ~ 51 Exo 36:33 | richel doorschietende in het midden der berderen, van het ene 52 Exo 38:4 | omloop, van beneden tot zijn midden toe. ~ 53 Exo 39:3 | draden, om te doen in het midden van het hemelsblauw, en 54 Exo 39:3 | het hemelsblauw, en in het midden van het purper, en in het 55 Exo 39:3 | van het purper, en in het midden van het scharlaken, en in 56 Exo 39:3 | het scharlaken, en in het midden van het fijn linnen, van 57 Exo 39:23 | mantels was in deszelfs midden, als het gat eens pantsiers; 58 Lev 15:31 | Mijn tabernakel, die in het midden van hen is, verontreinigen 59 Lev 16:16 | welke met hen woont in het midden hunner onreinigheden. ~ 60 Lev 16:29 | vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert. ~ 61 Lev 17:4 | zal dezelve man uit het midden zijns volks uitgeroeid worden; ~ 62 Lev 17:8 | vreemdelingen, die in het midden van hen als vreemdelingen 63 Lev 17:10 | vreemdelingen, die in het midden van hen als vreemdelingen 64 Lev 17:10 | zetten, en zal die uit het midden haars volks uitroeien. ~ 65 Lev 17:12 | die als vreemdeling in het midden van u verkeert, zal bloed 66 Lev 17:13 | als vreemdelingen in het midden van hen verkeren, die enig 67 Lev 18:26 | vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling verkeert. ~ 68 Lev 18:29 | ze doen, zullen uit het midden van haar volk uitgeroeid 69 Lev 20:3 | zetten, en zal hem uit het midden zijns volks uitroeien; want 70 Lev 20:5 | na te hoereren, uit het midden huns volks uitroeien. ~ 71 Lev 20:6 | zetten, en zal ze uit het midden haars volks uitroeien. ~ 72 Lev 20:14 | schandelijke daad in het midden van u zij. ~ 73 Lev 20:18 | zullen zij beiden uit het midden huns volks uitgeroeid worden. ~ 74 Lev 22:32 | ontheiligen, opdat Ik in het midden der kinderen Israels geheiligd 75 Lev 22:61 | die ziel zal Ik uit het midden haars volks verderven. ~ 76 Lev 23:10 | Israelietische vrouw uit, die, in het midden der kinderen Israels, de 77 Lev 24:33 | zijn hun bezitting in het midden van de kinderen Israels. ~ 78 Lev 25:11 | zal Mijn tabernakel in het midden van u zetten; en Mijn ziel 79 Lev 25:12 | 12 En Ik zal in het midden van u wandelen, en zal u 80 Lev 25:25 | dan zal Ik de pest in het midden van u zenden, en gij zult 81 Num 2:17 | leger der Levieten, in het midden van de legers; gelijk als 82 Num 3:12 | heb de Levieten uit het midden van de kinderen Israels 83 Num 4:2 | zonen van Kahath, uit het midden der zonen van Levi, naar 84 Num 4:18 | uitgeroeid worden, uit het midden der Levieten; ~ 85 Num 5:3 | verontreinigen hun legers, in welker midden Ik wone. ~ 86 Num 5:21 | en tot een eed, in het midden uws volks, mits dat de HEERE 87 Num 5:27 | en die vrouw zal in het midden van haar volk tot een vloek 88 Num 8:6 | Neem de Levieten uit het midden van de kinderen Israels, 89 Num 8:14 | zult de Levieten uit het midden van de kinderen Israels 90 Num 8:16 | zijn Mij gegeven uit het midden van de kinderen Israels; 91 Num 8:19 | een gift gegeven, uit het midden van de kinderen Israels, 92 Num 9:7 | niet zouden offeren, in het midden van de kinderen Israels? ~ 93 Num 11:4 | gemene volk, dat in het midden van hen was, werd met lust 94 Num 11:20 | gij den HEERE, Die in het midden van u is, verworpen hebt, 95 Num 11:21 | voet is dit volk, in welks midden ik ben; en Gij hebt gezegd: 96 Num 13:32 | volk, hetwelk wij in het midden van hetzelve gezien hebben, 97 Num 14:11 | alle tekenen, die Ik in het midden van hen gedaan heb? ~ 98 Num 14:13 | kracht dit volk uit het midden van hen doen optrekken; ~ 99 Num 14:14 | dat Gij, HEERE! in het midden van dit volk zijt; dat Gij 100 Num 14:42 | want de HEERE zal in het midden van u niet zijn; opdat gij 101 Num 14:44 | Mozes scheidden niet uit het midden des legers. ~ 102 Num 15:14 | verkeert, of die in het midden van u is, in uw geslachten, 103 Num 15:26 | vreemdeling, die in het midden van henlieden als vreemdeling 104 Num 15:29 | vreemdeling, die in hunlieder midden als vreemdeling verkeert, 105 Num 15:30 | uitgeroeid worden uit het midden van haar volk; ~ 106 Num 16:3 | heilig, en de HEERE is in het midden van hen; waarom dan verheft 107 Num 16:21 | 21 Scheidt u af uit het midden van deze vergadering, en 108 Num 16:33 | en zij kwamen om uit het midden der gemeente. ~ 109 Num 16:45 | 45 Maak u op uit het midden van deze vergadering, en 110 Num 16:47 | gesproken had, en liep in het midden der gemeente, en ziet, de 111 Num 18:19 | broederen, de Levieten, uit het midden der kinderen Israels genomen; 112 Num 18:33 | gij zult geen deel in het midden van henlieden hebben; Ik 113 Num 18:33 | deel en uw erfenis, in het midden van de kinderen Israels. ~ 114 Num 18:36 | uw geslachten; en in het midden van de kinderen Israels 115 Num 18:37 | gezegd: Zij zullen in het midden van de kinderen Israels 116 Num 19:6 | broederen, de Levieten, uit het midden der kinderen Israels genomen; 117 Num 19:20 | gij zult geen deel in het midden van henlieden hebben; Ik 118 Num 19:20 | deel en uw erfenis, in het midden van de kinderen Israels. ~ 119 Num 19:23 | uw geslachten; en in het midden van de kinderen Israels 120 Num 19:24 | gezegd: Zij zullen in het midden van de kinderen Israels 121 Num 25:7 | zo stond hij op uit het midden der vergadering, en nam 122 Num 25:11 | ijver geijverd heeft in het midden derzelve, zodat Ik de kinderen 123 Num 27:3 | hij is niet geweest in het midden der vergadering dergenen, 124 Num 27:4 | naam onzes vaders uit het midden van zijn geslacht weggenomen 125 Num 27:4 | ons een bezitting in het midden der broederen van onzen 126 Num 27:7 | bezitting ener erfenis, in het midden van de broederen haars vaders; 127 Num 31:83 | bezitters gesteld worden in het midden van ulieden in het land 128 Num 32:8 | en gingen over, door het midden van de zee, naar de woestijn, 129 Num 34:5 | ellen; dat de stad in het midden zij. Dit zullen zij hebben 130 Num 34:15 | en den bijwoner in het midden van hen, tot een toevlucht 131 Num 34:34 | gij gaat wonen, in welks midden Ik wonen zal; want Ik ben 132 Num 34:34 | de HEERE, wonende in het midden der kinderen Israels. ~  ~ 133 Deu 1:42 | want Ik ben niet in het midden van u; opdat gij niet voor 134 Deu 2:14 | der krijgslieden uit het midden der heirlegers verteerd 135 Deu 2:15 | tegen hen, om hen uit het midden des heirlegers te verslaan, 136 Deu 2:16 | verteerd waren, uit het midden des heirlegers wegstervende, ~ 137 Deu 3:16 | tot aan de beek Arnon, het midden van de beek en de landpale; 138 Deu 4:3 | de HEERE, uw God, uit het midden van u verdaan. ~ 139 Deu 4:5 | opdat gij alzo doet in het midden des lands, waar gij naar 140 Deu 4:11 | brandde van vuur, tot aan het midden des hemels; er was duisternis, 141 Deu 4:12 | sprak de HEERE tot u uit het midden des vuurs; gij hoordet de 142 Deu 4:15 | de HEERE op Horeb uit het midden des vuurs tot u sprak; ~ 143 Deu 4:33 | van God, sprekende uit het midden des vuurs, gelijk als gij 144 Deu 4:34 | om Zich een volk uit het midden eens volks aan te nemen, 145 Deu 4:36 | hebt Zijn woorden uit het midden des vuurs gehoord. ~ 146 Deu 5:4 | den berg gesproken uit het midden des vuurs, ~ 147 Deu 5:22 | gemeente, op den berg, uit het midden des vuurs, der wolk en der 148 Deu 5:23 | als gij die stem uit het midden der duisternis hoordet, 149 Deu 5:24 | Zijn stem gehoord uit het midden des vuurs; dezen dag hebben 150 Deu 5:26 | Gods, sprekende uit het midden des vuurs, gehoord heeft 151 Deu 6:15 | is een ijverig God in het midden van u; dat de toorn des 152 Deu 7:21 | HEERE, uw God, is in het midden van u, een groot en vreselijk 153 Deu 9:10 | HEERE op den berg, uit het midden des vuurs, ten dage der 154 Deu 10:4 | verzameling, op den berg, uit het midden des vuurs, tot ulieden gesproken 155 Deu 11:3 | Zijn daden, die Hij in het midden van Egypte gedaan heeft, 156 Deu 11:6 | dat hun aanging, in het midden van gans Israel. ~ 157 Deu 13:1 | of dromen-dromer, in het midden van u zal opstaan, en u 158 Deu 13:5 | zult gij het boze uit het midden van u wegdoen. ~ 159 Deu 13:11 | naar dit boze stuk in het midden van u. ~ 160 Deu 13:13 | Belials-kinderen, uit het midden van u uitgegaan, en hebben 161 Deu 13:14 | zulk een gruwel is in het midden van u gedaan; ~ 162 Deu 13:16 | zult gij verzamelen in het midden van haar straat, en den 163 Deu 15:11 | zal niet ophouden uit het midden des lands; daarom gebiede 164 Deu 16:11 | en de weduwe, die in het midden van u zijn; in de plaats, 165 Deu 17:2 | 2 Wanneer in het midden van u, in een uwer poorten, 166 Deu 17:7 | zult gij het boze uit het midden van u wegdoen. ~ 167 Deu 17:15 | verkiezen zal; uit het midden uwer broederen zult gij 168 Deu 17:20 | hij en zijn zonen, in het midden van Israel. ~  ~  ~ 169 Deu 18:2 | geen erfdeel hebben in het midden zijner broederen; de HEERE 170 Deu 18:15 | 15 Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, 171 Deu 18:18 | Ik hun verwekken uit het midden hunner broederen, als u; 172 Deu 19:2 | steden uitscheiden, in het midden van uw land, hetwelk de 173 Deu 19:10 | niet vergoten worde in het midden van uw land, dat u de HEERE, 174 Deu 19:19 | zult gij het boze uit het midden van u wegdoen; ~ 175 Deu 19:20 | naar dit boze stuk, in het midden van u. ~ 176 Deu 21:8 | onschuldig bloed in het midden van Uw volk Israel! En dat 177 Deu 21:9 | onschuldig bloed uit het midden van u wegdoen; want gij 178 Deu 21:21 | gij zult het boze uit het midden van u wegdoen; dat het gans 179 Deu 22:21 | zult gij het boze uit het midden van u wegdoen. ~ 180 Deu 22:24 | zult gij het boze uit het midden van u wegdoen. ~ 181 Deu 23:14 | uw God, wandelt in het midden van uw leger, om u te verlossen, 182 Deu 23:16 | zal bij u blijven in het midden van u, in de plaats, die 183 Deu 24:7 | gij zult het boze uit het midden van u wegdoen. 184 Deu 26:11 | vreemdeling, die in het midden van u is. ~ 185 Deu 28:43 | vreemdeling, die in het midden van u is, zal hoog, hoog 186 Deu 29:11 | vreemdeling, die in het midden van uw leger is, van uw 187 Deu 29:16 | doorgetogen zijn door het midden der volken, die gij doorgetogen 188 Deu 31:16 | het naar toe gaat, in het midden van hetzelve; en het zal 189 Deu 31:17 | getroffen, omdat mijn God in het midden van mij niet is? ~ 190 Deu 32:51 | Mij vergrepen hebt, in het midden der kinderen Israels, aan 191 Deu 32:51 | niet geheiligd hebt in het midden der kinderen Israels. ~ 192 Deu 33:3 | hand; zij zullen in het midden tussen Uw voeten gezet worden; 193 Joz 1:11 | 11 Gaat door het midden des legers, en beveelt het 194 Joz 3:2 | van drie dagen, door het midden des legers gingen; ~ 195 Joz 3:5 | HEERE wonderheden in het midden van ulieden doen. ~ 196 Joz 3:10 | dat de levende God in het midden van u is, en dat Hij ganselijk 197 Joz 3:17 | steevast op het droge, in het midden van de Jordaan; en gans 198 Joz 4:3 | ulieden op, van hier uit het midden van de Jordaan, uit de standplaats 199 Joz 4:5 | ark des HEEREN, uws Gods, midden in de Jordaan; en heft u 200 Joz 4:8 | zij namen twaalf stenen op midden uit de Jordaan, gelijk als 201 Joz 4:9 | richtte ook twaalf stenen op, midden in de Jordaan, ter standplaats 202 Joz 4:10 | de ark droegen, stonden midden in de Jordaan, totdat alle 203 Joz 4:18 | HEEREN droegen, uit het midden van de Jordaan opgeklommen 204 Joz 6:25 | zij heeft gewoond in het midden van Israel tot op dezen 205 Joz 7:12 | tenzij gij den ban uit het midden van ulieden verdelgt. ~ 206 Joz 7:13 | Israel: Er is een ban in het midden van u, Israel! gij zult 207 Joz 7:13 | den ban wegdoet uit het midden van u. ~ 208 Joz 7:21 | verborgen in de aarde, in het midden mijner tent, en het zilver 209 Joz 7:23 | namen die dingen uit het midden der tent, en zij brachten 210 Joz 8:9 | overnachtte dien nacht in het midden des volks. ~ 211 Joz 8:13 | in denzelven nacht in het midden des dals. ~ 212 Joz 8:22 | tegemoet, zodat zij in het midden der Israelieten waren, deze 213 Joz 8:35 | vreemdelingen, die in het midden van hen wandelden. ~  ~ 214 Joz 9:7 | Misschien woont gijlieden in het midden van ons, hoe zullen wij 215 Joz 9:16 | waren, en dat zij in het midden van hen waren wonende. ~ 216 Joz 9:22 | gezeten, daar gij in het midden van ons zijt wonende? ~ 217 Joz 10:1 | hadden, en in derzelver midden waren; ~ 218 Joz 10:13 | zon nu stond stil in het midden des hemels, en haastte niet 219 Joz 12:2 | beek Arnon is, en over het midden der beek en de helft van 220 Joz 13:9 | en de stad, die in het midden der beek is, en al het vlakke 221 Joz 13:13 | Maachath woonden in het midden van Israel tot op dezen 222 Joz 13:16 | en de stad, die in het midden der beek is, en al het vlakke 223 Joz 15:13 | een deel gegeven in het midden der kinderen van Juda, naar 224 Joz 16:9 | van Efraim, waren in het midden van het erfdeel der kinderen 225 Joz 16:10 | woonden die Kanaanieten in het midden der Efraimieten tot op dezen 226 Joz 17:4 | erfdeel geven zou in het midden onzer broederen. Daarom 227 Joz 17:4 | HEEREN, een erfdeel in het midden der broederen van haar vader. ~ 228 Joz 17:6 | erfden een erfdeel in het midden zijner zonen; en het land 229 Joz 17:9 | steden zijn van Efraim in het midden der steden van Manasse; 230 Joz 18:7 | hebben geen deel in het midden van ulieden; maar het priesterdom 231 Joz 19:1 | en hun erfdeel was in het midden van het erfdeel der kinderen 232 Joz 19:9 | kinderen van Simeon in het midden van hun erfdeel. ~ 233 Joz 19:49 | Nun, een erfdeel in het midden van hen. ~ 234 Joz 20:9 | vreemdeling, die in het midden van henlieden verkeert, 235 Joz 22:14 | steden der Levieten, in het midden van de erfenis der kinderen 236 Joz 23:19 | en neemt bezitting in het midden van ons; maar zijt niet 237 Joz 23:31 | wij, dat de HEERE in het midden van ons is, dewijl gij deze 238 Joz 25:5 | gelijk als Ik in deszelfs midden gedaan heb; en daarna leidde 239 Joz 25:17 | alle volken, door welker midden wij getrokken zijn. ~ 240 Joz 25:23 | vreemde goden weg, die in het midden van u zijn, en neigt uw 241 Ric 1:29 | Kanaanieten woonden in het midden van hem te Gezer. ~ 242 Ric 1:30 | Kanaanieten woonden in het midden van hem, en waren cijnsbaar. ~ 243 Ric 1:32 | Aserieten woonden in het midden der Kanaanieten, die in 244 Ric 1:33 | Beth-Anath, maar woonde in het midden der Kanaanieten, die in 245 Ric 3:5 | kinderen Israels woonden in het midden der Kanaanieten, der Hethieten, 246 Ric 6:16 | kruiken, en fakkelen in het midden der kruiken. ~ 247 Ric 8:37 | volk, afkomende uit het midden des lands, en een hoop komt 248 Ric 8:51 | een sterke toren in het midden der stad; zo vloden daarheen 249 Ric 9:16 | de vreemde goden uit hun midden weg, en dienden den HEERE. 250 Ric 14:4 | tussen twee staarten in het midden. ~ 251 Ric 17:7 | volk, hetwelk in derzelver midden was, zijnde gelegen in zekerheid, 252 Ric 17:20 | beeld, en hij kwam in het midden des volks. ~ 253 Ric 19:42 | steden vernielden ze in het midden van hen. ~ 254 1Sa 4:3 | HEEREN, en laat die in het midden van ons komen, opdat zij 255 1Sa 7:3 | de vreemde goden uit het midden van u weg, ook de Astharoths; 256 1Sa 9:14 | de stad. Toen zij in het midden der stad kwamen, ziet, zo 257 1Sa 9:18 | naderde tot Samuel in het midden der poort, en zeide: Wijs 258 1Sa 10:10 | en hij profeteerde in het midden van hen. ~ 259 1Sa 10:23 | en hij stelde zich in het midden des volks; en hij was hoger 260 1Sa 11:11 | hopen, en zij kwamen in het midden des legers, in de morgenwake, 261 1Sa 15:6 | wijkt, trekt af uit het midden der Amalekieten, opdat ik 262 1Sa 15:6 | weken de Kenieten uit het midden der Amalekieten. ~ 263 1Sa 16:13 | en hij zalfde hem in het midden zijner broederen. En de 264 1Sa 18:10 | werd, en hij profeteerde midden in het huis, en David speelde 265 1Sa 25:29 | zal Hij slingeren uit het midden van de holligheid des slingers. ~ 266 2Sa 1:25 | de helden gevallen in het midden van den strijd! Jonathan 267 2Sa 3:27 | hem ter zijde af in het midden der poort, om in de stilte 268 2Sa 4:6 | zij kwamen daarin tot het midden des huizes, zullende tarwe 269 2Sa 6:17 | die in haar plaats, in het midden der tent, die David voor 270 2Sa 7:2 | de ark Gods woont in het midden der gordijnen. ~ 271 2Sa 18:14 | hij nog levend was in het midden van den eik. ~ 272 2Sa 20:12 | in het bloed gewenteld, midden op de straat. Als die man 273 2Sa 23:12 | Zo stelde hij zich in het midden van dat stuk, en verloste 274 2Sa 23:20 | en sloeg een leeuw in het midden van een kuil in den sneeuwtijd. ~ 275 2Sa 24:5 | rechterhand der stad, die in het midden is van de beek van Gad, 276 1Kon 3:8 | 8 En Uw knecht is in het midden van Uw volk, dat Gij verkoren 277 1Kon 6:13 | 13 En Ik zal in het midden der zonen Israels wonen; 278 1Kon 6:27 | zette deze cherubs in het midden van het binnenste huis; 279 1Kon 6:27 | en hun vleugelen naar het midden van het huis raakten vleugel 280 1Kon 8:51 | uit Egypteland, uit het midden des ijzeren ovens; ~ 281 1Kon 14:7 | Ik u verheven heb uit het midden des volks, en u tot een 282 1Kon 20:39 | knecht was uitgegaan in het midden des strijds; en zie, een 283 2Kon 4:13 | had gezegd: Ik woon in het midden mijns volks. ~ 284 2Kon 6:20 | en ziet, zij waren in het midden van Samaria. ~ 285 2Kon 9:2 | doe hem opstaan uit het midden zijner broederen, en breng 286 2Kon 11:2 | Ahazia, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die 287 2Kon 25:9 | ongezuurde broden in het midden van hun broederen. ~ 288 1Kro 11:14 | zij stelden zich in het midden van dat stuk, en beschermden 289 1Kro 11:22 | versloeg een leeuw in het midden des kuils, in den sneeuwtijd. ~ 290 1Kro 16:1 | zo stelden zij ze in het midden der tent, welke David voor 291 2Kro 7:13 | en had het gesteld in het midden des voorhofs; zijnde vijf 292 2Kro 21:14 | Geest des HEEREN in het midden der gemeente, op Jahaziel, 293 2Kro 23:11 | Ahazia, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die 294 2Kro 23:33 | en zij kwamen door het midden der hoge poort in het huis 295 2Kro 32:4 | mitsgaders de beek, die door het midden des lands henenvloeide, 296 Neh 4:11 | zien, totdat wij in het midden van hen komen, en slaan 297 Neh 6:10 | in het huis Gods, in het midden des tempels, en laat ons 298 Neh 9:11 | gekliefd, dat zij in het midden der zee op het droge zijn 299 Job 1:6 | dat de satan ook in het midden van hen kwam. ~ 300 Job 2:1 | dat de satan ook in het midden van hen kwam, om zich voor 301 Job 2:8 | en hij zat neder in het midden der as. ~ 302 Job 15:19 | gegeven was, en door welker midden niemand vreemds doorging. ~ 303 Job 20:13 | verlaat, maar dat in het midden van zijn gehemelte inhoudt; ~ 304 Job 30:5 | 5 Zij werden uit het midden uitgedreven; (men jouwde 305 Psa 22:15 | het is gesmolten in het midden mijns ingewands. ~ 306 Psa 22:23 | broederen vertellen; in het midden der gemeente zal ik U prijzen. ~ 307 Psa 41:9 | doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands. ~ 308 Psa 41:11 | gerechtigheid bedek ik niet in het midden mijns harten; Uw waarheid 309 Psa 46:6 | 6 God is in het midden van haar, zij zal niet wankelen; 310 Psa 48:10 | Uwer weldadigheid, in het midden Uws tempels. ~ 311 Psa 57:5 | 5 Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig onder 312 Psa 57:7 | aangezicht gegraven; zij zijn er midden in gevallen. Sela. ~ 313 Psa 68:26 | speellieden achter, in het midden de trommelende maagden. ~ 314 Psa 74:4 | wederpartijders hebben in het midden van Uw vergaderplaatsen 315 Psa 74:11 | rechterhand af? Trek haar uit het midden van Uw boezem; maak een 316 Psa 74:12 | verlossingen werkt in het midden der aarde. ~ 317 Psa 78:28 | En deed het vallen in het midden zijns legers, rondom zijn 318 Psa 82:1 | Godes; Hij oordeelt in het midden der goden; ~ 319 Psa 101:2 | mij komen? Ik zal in het midden mijns huizes wandelen, in 320 Psa 102:25 | neem mij niet weg in het midden mijner dagen; Uw jaren zijn 321 Psa 109:30 | mond zeer loven, en in het midden van velen zal ik Hem prijzen. ~ 322 Psa 110:2 | zeggende: Heers in het midden Uwer vijanden. ~ 323 Psa 116:19 | huis des HEEREN, in het midden van u, o Jeruzalem! Hallelujah! ~  ~ 324 Psa 135:9 | tekenen en wonderen in het midden van u, o Egypte! tegen Farao 325 Psa 136:11 | En heeft Israel uit het midden van hen uitgebracht; want 326 Psa 136:14 | En voerde Israel door het midden van dezelve; want Zijn goedertierenheid 327 Psa 138:7 | 7Als ik wandel in het midden der benauwdheid, maakt Gij 328 Psa 143:4 | hart is verbaasd in het midden van mij. ~ 329 Spre 1:14 | 14      Gij zult uw lot midden onder ons werpen; wij zullen 330 Spre 4:21 | uw ogen, behoud ze in het midden uws harten. ~ 331 Spre 5:14 | alle kwaad geweest, in het midden der gemeente en der vergadering! ~ 332 Spre 5:15 | bak, en vloeden uit het midden van uw bornput; ~ 333 Spre 8:20 | der gerechtigheid, in het midden van de paden des rechts; ~ 334 Spre 15:31 | levens hoort, zal in het midden der wijzen vernachten. ~ 335 Spre 17:2 | beschaamd maakt, en in het midden der broederen zal hij erfenis 336 Spre 22:13 | buiten; ik mocht op het midden der straten gedood worden! ~ 337 Spre 27:22 | met een stamper, in het midden van het gestoten graan, 338 Jes 4:4 | verdreven hebben uit derzelver midden, door den Geest des   oordeels, 339 Jes 5:2 | en Hij heeft in deszelfs midden een toren gebouwd, en ook 340 Jes 5:8 | inwoners gemaakt wordt in het midden des lands! ~ 341 Jes 5:25 | geworden als drek in het midden der straten. Om dit alles 342 Jes 6:5 | lippen ben, en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van 343 Jes 7:6 | Tabeal koning maken in het midden van hen. ~ 344 Jes 7:22 | overgebleven zal zijn in het midden des lands, die zal boter 345 Jes 10:23 | heirscharen doen in het midden dezes gansen lands. ~ 346 Jes 12:6 | Israels is groot in het midden van u. ~  ~ 347 Jes 16:3 | maakt uw schaduw op het midden van den middag, gelijk van 348 Jes 19:14 | geest ingeschonken in het midden van hen, en zij hebben Egypte 349 Jes 19:19 | een altaar hebben in het midden van Egypteland, en een opgericht 350 Jes 19:24 | Assyriers, een zegen in het midden van het land. ~ 351 Jes 24:13 | binnenste van het land, in het midden dezer volken, zal het alzo 352 Jes 25:11 | handen uitbreiden in het midden van hen, gelijk als een 353 Jes 29:23 | handen, zien zal in het midden van hen, zullen zij Mijn 354 Jes 41:18 | openen, en fonteinen in het midden der valleien; Ik zal de 355 Jes 52:11 | onreine niet aan; gaat uit het midden van hen, reinigt u, gij, 356 Jes 59:9 | hier ben Ik. Zo gij uit het midden van u wegdoet het juk, het 357 Jes 62:9 | hun nakomelingen in het midden der volken; allen, die hen 358 Jes 64:11 | Heiligen Geest in het midden van hen stelde? 359 Jes 67:17 | hoven, achter een in het midden derzelve, die zwijnenvlees 360 Jer 6:1 | kinderen van Benjamin! uit het midden van Jeruzalem, en blaast 361 Jer 6:6 | bezocht zal worden; in het midden van haar is enkel      verdrukking. ~ 362 Jer 9:6 | Uw woning is in het midden van bedrog; door bedrog 363 Jer 12:14 | Juda zal Ik uit hunlieder midden uitrukken. ~ 364 Jer 12:16 | Baal, zo zullen zij in het midden Mijns volks gebouwd worden. ~ 365 Jer 14:9 | verlossen? Gij zijt toch in het midden van ons, o HEERE! en wij 366 Jer 21:4 | zal ze verzamelen in het midden van deze stad. ~ 367 Jer 29:8 | waarzeggers, die in het midden van u zijn, u niet bedriegen, 368 Jer 29:32 | niemand hebben, die in het midden dezes volks wone, en zal      369 Jer 30:21 | en zijn Heerser uit het midden van hem voortkomen; en Ik 370 Jer 37:4 | ingaande en uitgaande in het midden des volks, en zij hadden 371 Jer 37:12 | daar te scheiden door het midden des volks. ~ 372 Jer 39:14 | huis; alzo bleef hij in het midden des volks. ~ 373 Jer 40:1 | ketenen gebonden was in het midden aller gevangenen van Jeruzalem 374 Jer 40:5 | woon bij hem in het midden des volks; of overal, waar 375 Jer 40:6 | hij woonde bij hem in het midden des volks, die in het land 376 Jer 41:7 | geschiedde, als zij in het midden der stad gekomen waren, 377 Jer 41:7 | keelde, en wierp hen in het midden des kuils, hij en de mannen, 378 Jer 41:8 | en doodde ze niet in het midden hunner broederen. ~ 379 Jer 44:7 | den      zuigeling uit het midden van Juda uitroeit, opdat 380 Jer 46:21 | Zelfs haar gehuurden in haar midden zijn als gemeste kalveren; 381 Jer 50:8 | Vliedt weg uit het midden van Babel, en gaat uit der 382 Jer 50:37 | gemengden hoop, die in het midden van hen is, dat zij tot 383 Jer 51:6 | 6      Vliedt uit het midden van Babel, en redt, een 384 Jer 51:45 | uit, Mijn volk, uit het midden van haar, en redt een iegelijk 385 Jer 51:47 | verslagenen zullen in het      midden van haar liggen. ~ 386 Jer 51:63 | binden, en werpen het in het midden van den Frath; ~ 387 Jer 52:25 | volk des lands, die in het midden der stad gevonden werden. ~ 388 Klaa 1:15 | heeft al mijn sterken in het midden van mij vertreden; Hij heeft 389 Klaa 1:89 | wegwerpsel gesteld, in het midden der volken. ~ 390 Klaa 1:123| harer priesteren, die in het midden van haar het bloed der rechtvaardigen 391 Eze 1:1 | derzelve maand, als ik in het midden der weggevoerden was bij 392 Eze 1:4 | rondom die wolk; en uit het midden daarvan was      als de 393 Eze 1:4 | verf van Hasmal, uit het midden des vuurs. ~ 394 Eze 1:5 | 5      En uit het midden daarvan kwam de gelijkenis 395 Eze 1:16 | ware een rad in het midden van een rad. ~ 396 Eze 2:5 | dat een profeet in het midden van hen geweest is. ~ 397 Eze 3:15 | bleef daar verbaasd in het midden van hen zeven dagen. ~ 398 Eze 3:25 | gij niet uitgaan in het midden van hen. ~ 399 Eze 5:2 | derde deel zult gij in het midden der stad met vuur verbranden, 400 Eze 5:4 | nemen, en die werpen in het midden des vuurs, en zult ze verbranden 401 Eze 5:5 | Jeruzalem, welke Ik in het midden der heidenen gezet heb, 402 Eze 5:8 | Ik zal gerichten in het midden van u oefenen, voor de ogen 403 Eze 5:10 | de kinderen eten in het midden van u, en de kinderen zullen 404 Eze 5:12 | en zal door honger in het midden van u te niet worden; en 405 Eze 6:7 | verslagenen zullen in het midden van u liggen, opdat gij 406 Eze 6:13 | als hun verslagenen in het midden hunner drekgoden rondom 407 Eze 7:4 | uw gruwelen zullen in het midden van u zijn, en gijlieden 408 Eze 7:9 | uw gruwelen zullen in het midden van u zijn; en gijlieden 409 Eze 8:11 | van Safan, staande in het midden van hen, stonden voor hun 410 Eze 9:2 | hand; en een man in het midden van      hen was met linnen 411 Eze 9:4 | tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden 412 Eze 9:4 | midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken 413 Eze 9:4 | deze gruwelen, die in het midden derzelve gedaan worden. ~ 414 Eze 10:10 | ware geweest een rad in het midden van een rad. ~ 415 Eze 11:1 | twintig mannen, en in      het midden van hen zag ik Jaazanja, 416 Eze 11:7 | verslagenen, die gij in het midden derzelve nedergelegd hebt, 417 Eze 11:7 | maar ulieden zal Ik uit het midden      derzelve doen uitgaan. ~ 418 Eze 11:9 | Ook zal Ik ulieden uit het midden derzelve doen uitgaan, en 419 Eze 11:11 | zijn, en gij zult in het midden derzelve niet tot vlees 420 Eze 11:23 | des HEEREN rees op van het midden der stad, en stond op den 421 Eze 12:2 | Mensenkind! gij woont in het midden van een wederspannig huis, 422 Eze 12:10 | huis Israels, dat in het midden van hen is. ~ 423 Eze 12:12 | En de vorst, die in het midden van hen is, zal het gereedschap 424 Eze 12:24 | vleiende waarzegging, in het midden van het huis Israels. ~ 425 Eze 13:14 | en gij zult      in het midden van haar omkomen; en gij 426 Eze 14:8 | zal hem uitroeien uit het midden Mijns volks; en gijlieden 427 Eze 14:9 | hem      verdelgen uit het midden van Mijn volk Israel. ~ 428 Eze 14:14 | Noach, Daniel en Job, in het midden deszelven waren, zij zouden 429 Eze 14:16 | Die drie mannen in het midden deszelven zijnde, zo waarachtig 430 Eze 14:18 | Ofschoon die drie mannen in het midden deszelven waren, zo waarachtig 431 Eze 14:20 | Noach, Daniel en Job in het midden deszelven waren, zo waarachtig 432 Eze 16:53 | gevangenen uwer gevangenis in het midden van haar. ~ 433 Eze 17:16 | heeft, bij hem in het midden van Babel zal sterven! ~ 434 Eze 18:18 | dat niet goed was in het midden zijner volken; ziet daar, 435 Eze 19:2 | bracht haar welpen op in het midden der jonge leeuwen. ~ 436 Eze 20:8 | hen te volbrengen in het midden van Egypteland. ~ 437 Eze 20:9 | der heidenen, in welker midden zij waren; aan welke Ik 438 Eze 21:32 | uw bloed zal zijn in het midden des lands; uwer zal niet 439 Eze 22:3 | HEERE: O stad, die in haar midden bloed vergiet, opdat haar 440 Eze 22:7 | vreemdeling hebben zij in het midden van u door verdrukking gehandeld; 441 Eze 22:9 | hebben schandelijkheid in het midden van u gedaan. ~ 442 Eze 22:13 | om uw bloed, die in het midden van u geweest zijn. ~ 443 Eze 22:18 | of ijzer, of lood, in het midden des ovens; zilverschuim 444 Eze 22:19 | daarom ziet, Ik zal u in het midden van Jeruzalem vergaderen. ~ 445 Eze 22:20 | of lood, of tin in het midden eens ovens vergaderd wordt, 446 Eze 22:21 | verbolgenheid, dat gij in het midden van haar zult gesmolten 447 Eze 22:22 | Gelijk het zilver in het midden des ovens gesmolten wordt, 448 Eze 22:22 | alzo zult gijlieden in het midden van haar gesmolten worden; 449 Eze 22:25 | harer profeten is in het midden van haar als een brullende 450 Eze 22:25 | vermenigvuldigen zij in het midden van haar. ~ 451 Eze 22:26 | sabbatten; ja, Ik word in het midden van hen ontheiligd. ~ 452 Eze 22:27 | Haar vorsten zijn in het midden van haar als wolven, die 453 Eze 23:39 | hebben zij gedaan in het      midden van Mijn huis. ~ 454 Eze 24:7 | Want haar bloed is in het midden van haar; op een gladde 455 Eze 24:11 | zijn onreinigheid in het midden van hem versmelte, zijn 456 Eze 26:5 | 5      Zij zal in het midden der zee zijn tot uitspreiding 457 Eze 26:12 | stof zullen zij in      het midden der wateren werpen. ~ 458 Eze 26:15 | kermen, wanneer men in het midden van u schrikkelijk      459 Eze 27:27 | ganse gemeente, die in het midden van u is, zullen vallen 460 Eze 27:32 | als de uitgeroeide in het midden der zee? ~ 461 Eze 27:34 | uw ganse gemeente in het midden van u gevallen. ~ 462 Eze 28:14 | berg; gij wandeldet in het midden der vurige stenen. ~ 463 Eze 28:16 | koophandels hebben zij het midden van u met geweld vervuld, 464 Eze 28:16 | cherub! verdoen uit het midden der vurige stenen! ~ 465 Eze 28:18 | heb Ik een vuur uit het midden van u doen      voortkomen, 466 Eze 28:22 | o Sidon! en zal in het midden van u verheerlijkt worden; 467 Eze 28:23 | verslagenen zullen vallen in het midden van haar, door het zwaard, 468 Eze 29:3 | groten zeedraak, die in het midden zijner rivieren ligt; die 469 Eze 29:4 | kleven; en Ik zal u uit het midden uwer rivieren optrekken, 470 Eze 29:12 | tot een verwoesting in het midden der verwoeste landen, en 471 Eze 29:12 | een woestheid zijn in het midden der verwoeste steden, veertig 472 Eze 29:21 | opening des monds geven in het midden van hen; en zij zullen weten, 473 Eze 30:7 | zullen verwoest worden in het midden der verwoeste landen; en 474 Eze 30:7 | steden zullen zijn in het midden der verwoeste steden. ~ 475 Eze 31:10 | stak zijn top op boven het midden der dichte takken, en zijn 476 Eze 31:14 | niet opsteken boven het midden der dichte takken, en geen 477 Eze 31:14 | onderste der aarde, in het midden der mensenkinderen, tot 478 Eze 31:17 | onder zijn schaduw in het midden der heidenen gezeten      479 Eze 31:18 | onderste der aarde; in het      midden der onbesnedenen zult gij 480 Eze 32:20 | 20      In het midden der verslagenen van het 481 Eze 32:21 | helpers, toespreken, uit het midden der hel; zij zijn nedergedaald, 482 Eze 32:25 | 25      In het midden der verslagenen hebben zij 483 Eze 32:25 | nedergedaald; hij is geleid in het midden der      verslagenen. ~ 484 Eze 32:28 | verbroken worden in het midden der onbesnedenen, en zult 485 Eze 32:32 | hij gelegd worden in het midden der onbesnedenen bij de 486 Eze 33:33 | dat er een profeet in het midden van hen geweest is. ~  ~  ~  ~ ~ 487 Eze 34:12 | ten dage als hij in het midden zijner verspreide schapen 488 Eze 34:24 | David zal Vorst zijn in het midden van hen, Ik, de HEERE, heb 489 Eze 36:23 | ontheiligd is, dien gij in het midden van hen ontheiligd hebt; 490 Eze 37:1 | en zette mij neder in het midden ener vallei; dezelve nu 491 Eze 37:21 | kinderen Israels halen uit het midden der heidenen, waarhenen 492 Eze 37:26 | Mijn heiligdom in het      midden van hen zetten tot in eeuwigheid. ~ 493 Eze 37:28 | als Mijn heiligdom in het midden van hen zal zijn tot in 494 Eze 38:12 | verkregen heeft, wonende in het midden des lands. ~ 495 Eze 39:7 | Mijn heiligen Naam in het midden van Mijn volk Israel bekend 496 Eze 43:7 | alwaar Ik wonen zal in het midden der kinderen Israels, in 497 Eze 43:9 | wegdoen; en Ik zal in het midden van hen wonen in eeuwigheid. ~ 498 Eze 44:9 | enigen vreemde, die in het midden der kinderen      Israels 499 Eze 46:10 | De vorst nu zal in het midden van hen ingaan, als zij 500 Eze 47:22 | vreemdelingen, die in het midden van u verkeren, die kinderen


1-500 | 501-616

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License