Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
kolossensen 1
kom 137
kome 62
komen 604
komende 51
komijn 4
komkommerhof 1
Frequency    [«  »]
626 geschiedde
616 midden
615 omdat
604 komen
604 meer
602 zeggen
596 25

Bijbel

IntraText - Concordances

komen

1-500 | 501-604

    Book Chapter: Verse
1 Gen 6:19 | van elk, doen in de ark komen, om met u in het leven te 2 Gen 6:20 | twee van elk zullen tot u komen, om die in het leven te 3 Gen 12:11 | naderde, om in Egypte te komen, dat hij zeide tot Sarai, 4 Gen 17:10 | zal voorzeker weder tot u komen, omtrent dezen tijd des 5 Gen 19:13 | aan alle plaatsen waar wij komen zullen, zeg van mij: Hij 6 Gen 27:68 | met mij getuigen, als gij komen zult over mijn loon, voor 7 Gen 28:18 | Paddan-Aram geworven had, om te komen tot Izak, zijn vader, naar 8 Gen 28:52 | u voorbij deze hoop niet komen zal, en dat gij tot mij, 9 Gen 28:52 | dit opgericht teken, niet komen zult ten kwade! ~ 10 Gen 32:16 | streek lands om tot Efrath te komen; en Rachel baarde, en zij 11 Gen 34:10 | zullen wij dan ganselijk komen, ik, en uw moeder, en uw 12 Gen 37:14 | haastelijk uit den kuil komen; en men schoor hem, en men 13 Gen 37:54 | hongers begonnen aan te komen, gelijk als Jozef gezegd 14 Gen 44:7 | lands was, om tot Efrath te komen; en ik begroef haar aldaar 15 Exo 8:3 | zullen opkomen, en in uw huis komen, en in uw slaapkamer, ja, 16 Exo 10:21 | hemel, en er zal duisternis komen over Egypteland, dat men 17 Exo 10:26 | zullen, totdat wij daar komen. ~ 18 Exo 12:23 | toelaten in uw huizen te komen om te slaan. ~ 19 Exo 18:23 | in vrede aan zijn plaats komen. ~ 20 Exo 19:9 | Mozes: Zie, Ik zal tot u komen in een dikke wolk, opdat 21 Exo 20:24 | stichten zal, zal Ik tot u komen, en zal u zegenen. ~ 22 Exo 22:9 | beider zaak zal voor de goden komen; wien goden verwijzen, die 23 Exo 24:14 | totdat wij weder tot u komen; en ziet, Aaron en Hur zijn 24 Exo 24:14 | zaken heeft, zal tot dezelve komen. ~ 25 Exo 25:22 | 22 En aldaar zal Ik bij u komen, en Ik zal met u spreken 26 Exo 29:42 | aldaar zal Ik met ulieden komen, dat Ik aldaar met u spreke. ~ 27 Exo 29:43 | 43 En daar zal Ik komen tot de kinderen Israels; 28 Exo 30:36 | samenkomst, waarheen Ik tot u komen zal; het zal ulieden heiligheid 29 Exo 32:1 | vertoog van den berg af te komen, zo verzamelde zich het 30 Exo 33:1 | vertoog van den berg af te komen, zo verzamelde zich het 31 Exo 34:35 | inwoners des lands, waarin gij komen zult; dat hij misschien 32 Exo 35:10 | zijn onder ulieden, zullen komen, en maken alles, wat de 33 Lev 2:12 | het altaar zullen zij niet komen tot een liefelijken reuk. ~ 34 Lev 12:4 | het heiligdom zal zij niet komen, totdat de dagen harerreiniging 35 Lev 13:16 | zal hij tot den priester komen. ~ 36 Lev 14:8 | daarna zal hij in het leger komen, maar zal buiten zijn tent 37 Lev 14:35 | hij, van wien dat huis is, komen, en den priester te kennen 38 Lev 14:36 | en daarna zal de priester komen, om dat huis te bezien. ~ 39 Lev 14:44 | 44 Zo zal de priester komen; als hij nu zal merken, 40 Lev 15:14 | van de tent der samenkomst komen, en zal ze den priester 41 Lev 16:23 | 23 Daarna zal Aaron komen in de tent der samenkomst, 42 Lev 16:26 | daarna zal hij in het leger komen. ~ 43 Lev 16:28 | daarna zal hij in het leger komen. ~ 44 Lev 19:19 | vermengd, zal aan u niet komen. ~ 45 Lev 21:11 | ook bij geen dode lichamen komen; zelfs over zijn vader en 46 Lev 21:23 | den voorhang zal hij niet komen, en tot het altaar niet 47 Lev 24:25 | die hem nabestaande is, komen, en zal het verkochte zijns 48 Lev 24:27 | weder tot zijn bezitting komen. ~ 49 Lev 25:36 | landen hunner vijanden laten komen; zodat het geruis van een 50 Num 4:5 | zullen Aaron en zijn zonen komen, en den voorhang des deksels 51 Num 4:15 | daarna de zonen van Kahath komen om te dragen; maar zij zullen 52 Num 4:19 | Aaron en zijn zonen zullen komen, en stellen hen een ieder 53 Num 20:24 | worden; want hij zal niet komen in het land, hetwelk Ik 54 Num 22:16 | niet beletten tot mij te komen! ~ 55 Num 23:3 | zal de HEERE mij tegemoet komen; en hetgeen Hij wijzen zal, 56 Num 27:7 | haars vaders op haar doen komen. ~ 57 Num 27:8 | erfenis op zijn dochter doen komen. ~ 58 Num 31:24 | daarna zult gij in het leger komen. ~ 59 Deu 1:17 | zijn, zult gij tot mij doen komen, en ik zal ze horen. ~ 60 Deu 1:22 | zullen, en tot wat steden wij komen zullen. ~ 61 Deu 1:38 | aangezicht staat, die zal daarin komen; sterk denzelven, want hij 62 Deu 1:39 | weten, die zullen daarin komen, en dien zal Ik het geven, 63 Deu 4:21 | gaan, en dat ik niet zou komen in dat goede land, dat de 64 Deu 12:5 | vragen, en daarheen zult gij komen; ~ 65 Deu 12:26 | geloften zult gij opnemen, en komen tot de plaats, die de HEERE 66 Deu 14:29 | 29 Zo zal komen de Leviet, dewijl hij geen 67 Deu 17:9 | 9 En gij zult komen tot de Levietische priesters, 68 Deu 18:6 | Voorts wanneer een Leviet zal komen uit een uwer poorten, uit 69 Deu 23:1 | vergadering des HEEREN niet komen. ~ 70 Deu 23:2 | de vergadering des HEEREN komen; zelfs zijn tiende geslacht 71 Deu 23:2 | vergadering des HEEREN niet komen. ~ 72 Deu 23:3 | de vergadering des HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht 73 Deu 23:3 | vergadering des HEEREN niet komen tot in eeuwigheid. ~ 74 Deu 23:8 | de vergadering des HEEREN komen. ~ 75 Deu 23:10 | tot binnen het leger niet komen. ~ 76 Deu 23:11 | hij tot binnen het leger komen. ~ 77 Deu 26:3 | 3 En gij zult komen tot den priester, dewelke 78 Deu 28:2 | zegeningen zullen over u komen, en u aantreffen, wanneer 79 Deu 28:15 | zullen al deze vloeken over u komen, en u treffen. ~ 80 Deu 28:45 | deze vloeken zullen over u komen, en u vervolgen, en u treffen, 81 Deu 28:61 | zal de HEERE over u doen komen, totdat gij verdelgd wordt. ~ 82 Deu 29:22 | vreemde, die uit verren lande komen zal, als zij zullen zien 83 Deu 30:18 | heengaande, om daarin te komen, dat gij het erfelijk bezit. ~ 84 Deu 31:11 | 11 Als gans Israel zal komen, om te verschijnen voor 85 Joz 2:18 | wanneer wij in het land komen, zo zult gij dit snoer van 86 Joz 6:19 | schat des HEEREN zullen zij komen. ~ 87 Joz 10:19 | laat hen in hun steden niet komen; want de HEERE, uw God, 88 Joz 18:4 | erven, en weder tot mij komen. ~ 89 Joz 20:6 | dedoodslager wederkeren, en komen tot zijn stad, en tot zijn 90 Joz 24:15 | alzo zal de HEERE over u komen laten al die kwade dingen, 91 Ric 1:34 | lieten hun niet toe, af te komen in het dal. ~ 92 Ric 4:20 | en het zij, zo iemand zal komen, en u vragen, en zeggen: 93 Ric 4:52 | Waarom vertoeft zijn wagen te komen! Waarom blijven de gangen 94 Ric 6:17 | alzo; en ziet, als ik zal komen aan het uiterste des legers, 95 Ric 12:5 | hoofd geen scheermes zal komen; want dat knechtje zal een 96 Ric 12:12 | Manoach: Nu, dat Uw woorden komen; maar wat zal des knechtjes 97 Ric 12:17 | vereren, wanneer Uw woord zal komen. ~ 98 Ric 17:10 | daarhenen komt, zo zult gij komen tot een zorgeloos volk, 99 Ric 20:22 | of haar broeders zullen komen, om voor ons te rechten, 100 1Sa 1:11 | scheermes op zijn hoofd komen. ~ 101 1Sa 2:31 | 31 Zie, de dagen komen, dat Ik uw arm zal afhouwen, 102 1Sa 2:34 | over Hofni en Pinehas, komen zal: op een dag zullen zij 103 1Sa 2:36 | huis zal overig zijn, zal komen, om zich voor hem neder 104 1Sa 4:3 | die in het midden van ons komen, opdat zij ons verlosse 105 1Sa 5:5 | die in het huis van Dagon komen, niet op den dorpel van 106 1Sa 10:3 | verder aan begeeft, en zult komen tot aan Elon-Thabor, daar 107 1Sa 10:5 | 5 Daarna zult gij komen op den heuvel Gods, waar 108 1Sa 10:7 | als u deze tekenen zullen komen, doe gij, wat uw hand vinden 109 1Sa 10:22 | of die man nog derwaarts komen zou? De HEERE dan zeide: 110 1Sa 14:9 | totdat wij aan ulieden komen; zo zullen wij blijven staan 111 1Sa 21:15 | razen? Zal deze in mijn huis komen? ~  ~  ~  112 1Sa 23:10 | Saul zoekt naar Kehila te komen, en de stad te verderven 113 1Sa 25:26 | verhinderd heeft van te komen met bloedstorting, dat uw 114 1Sa 25:33 | dage geweerd hebt, van te komen met bloedstorting, dat mijn 115 1Sa 26:10 | hem slaan, of zijn dag zal komen, dat hij zal sterven, of 116 1Sa 31:4 | misschien deze onbesnedenen niet komen, en mij doorsteken, en met 117 2Sa 5:8 | kreupele zal in het huis niet komen. ~ 118 2Sa 6:9 | de ark des HEEREN tot mij komen? ~ 119 2Sa 10:11 | zullen zijn, zo zult gij mij komen verlossen; en zo de kinderen 120 2Sa 10:11 | sterk zullen zijn, zo zal ik komen om u te verlossen. ~ 121 2Sa 13:5 | krank; als dan uw vader zal komen om u te zien, zo zult gij 122 2Sa 13:35 | Zie, de zonen des konings komen; naar het woord uws knechts, 123 2Sa 14:29 | maar hij wilde niet tot hem komen. Zo zond hij nog ten anderen 124 2Sa 14:29 | evenwel wilde hij niet komen. ~ 125 2Sa 15:2 | den koning ten gerichte te komen, tot zich riep, en zeide: 126 2Sa 17:2 | 2 Zo zal ik over hem komen, daar hij moede en slap 127 2Sa 17:12 | 12 Dan zullen wij tot hem komen, in een der plaatsen, waar 128 2Sa 18:27 | met een goede boodschap komen. ~ 129 2Sa 19:20 | den koning tegemoet af te komen. ~ 130 2Sa 24:13 | van zeven jaren in uw land komen? Of wilt gij drie maanden 131 1Kon 1:35 | hem optrekken, en hij zal komen, en zal op mijn troon zitten, 132 1Kon 8:31 | voor Uw altaar in dit huis komen zal; ~ 133 1Kon 8:41 | verren lande om Uws Naams wil komen zal; ~ 134 1Kon 8:42 | uitgestrekten arm) als hij komen en bidden zal in dit huis; ~ 135 1Kon 11:17 | met hem, om in Egypte te komen; Hadad nu was een klein 136 1Kon 13:22 | in uw vaderen graf niet komen. ~ 137 1Kon 14:13 | Jerobeam zal in het graf komen, omdat in hem wat goeds 138 1Kon 15:17 | toeliet uit te gaan en in te komen tot Asa, den koning van 139 1Kon 22:30 | heb, zal ik in den strijd komen; maar gij, trek uw klederen 140 2Kon 5:8 | gescheurd? Laat hem nu tot mij komen, zo zal hij weten, dat er 141 2Kon 7:4 | zeggen: Laat ons in de stad komen, zo is de honger in de stad, 142 2Kon 7:5 | het leger der Syriers te komen. Toen zij aan het uiterste 143 2Kon 7:6 | Egyptenaren, om tegen ons te komen. ~ 144 2Kon 7:12 | en wij zullen in de stad komen. ~ 145 2Kon 8:1 | in het land zeven jaren komen zal. ~ 146 2Kon 21:23 | dennebomen afhouwen; en zal komen in zijn uiterste herberg, 147 2Kon 21:25 | heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om 148 2Kon 21:32 | Hij zal in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten; 149 2Kon 21:32 | met geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen 150 2Kon 21:33 | in deze stad zal hij niet komen, zegt de HEERE. ~ 151 2Kon 22:17 | 17 Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is, 152 1Kro 4:10 | niet smarte! En God liet komen, wat hij begeerde. ~ 153 1Kro 10:4 | misschien deze onbesnedenen niet komen, en met mij den spot drijven. 154 1Kro 20:12 | worden, zo zult gij mij komen verlossen; en indien de 155 2Kro 7:22 | voor Uw altaar in dit huis komen zal; ~ 156 2Kro 7:32 | uitgestrekten arms wil, komen zal; als zij komen, en bidden 157 2Kro 7:32 | wil, komen zal; als zij komen, en bidden zullen in dit 158 2Kro 14:13 | omwenden, om van achter hen te komen; zo waren zij voor het aangezicht 159 2Kro 17:1 | toeliet uit te gaan en in te komen tot Asa, den koning van 160 2Kro 19:29 | heb, zal ik in den strijd komen; maar gij, trek uw klederen 161 2Kro 20:10 | steden wonen, tot u zal komen, tussen bloed en bloed, 162 2Kro 21:16 | morgen tot hen af; ziet, zij komen op bij den opgang van Ziz; 163 2Kro 21:27 | blijdschap tot Jeruzalem te komen; want de HEERE had hen verblijd 164 2Kro 30:1 | Manasse, dat zij zouden komen tot het huis des HEEREN 165 2Kro 30:5 | doorgaan, opdat zij zouden komen om het pascha den HEERE, 166 2Kro 32:4 | de koningen van Assyrie komen, en veel waters vinden? ~ 167 Ezra 10:14 | wonen, op gezette tijden komen, en met hen de oudsten van 168 Neh 4:8 | verbintenis, dat zij zouden komen om tegen Jeruzalem te strijden, 169 Neh 4:11 | wij in het midden van hen komen, en slaan hen dood; alzo 170 Neh 6:10 | toesluiten; want zij zullen komen om u te doden, ja, bij nacht 171 Neh 6:10 | ja, bij nacht zullen zij komen, om u te doden. ~ 172 Neh 13:1 | en Moabieten niet zouden komen in de gemeente Gods, tot 173 Neh 13:22 | reinigen, en de poorten komen wachten, om den sabbatdag 174 Est 1:12 | koningin Vasthi weigerde te komen op het woord des konings, 175 Est 6:1 | den koning Ahasveros te komen, nadat haar twaalf maanden 176 Est 7 | dat zij tot den koning komen zou, begeerde zij niet met 177 Est 28:3 | henen, en liet zijn vrienden komen, en Zeres, zijn huisvrouw. ~ 178 Est 29 | den koning doen komen tot den maaltijd, dien zij 179 Job 5:26 | zult in ouderdom ten grave komen, gelijk de korenhoop te 180 Job 6:20 | vertrouwde; als zij daartoe komen, zo worden zij schaamrood. ~ 181 Job 13:16 | voor Zijn aangezicht niet komen. ~ 182 Job 14:14 | totdat mijn verandering komen zou. ~ 183 Job 14:21 | 21 Zijn kinderen komen tot eer, en hij weet het 184 Job 20:22 | ellendigen zal over hem komen. ~ 185 Job 23:3 | zou, ik zou tot Zijn stoel komen; ~ 186 Job 30:14 | 14 Zij komen aan, als door een wijde 187 Job 37:11 | zeide: Tot hiertoe zult gij komen, en niet verder, en hier 188 Job 40:7 | wind daar niet kan tussen komen. ~ 189 Psa 49:20 | 20 Zo zal zij toch komen tot het geslacht harer vaderen; 190 Psa 50:3 | 3 Onze God zal komen en zal niet zwijgen; een 191 Psa 63:10 | tot verwoesting, zullen komen in de onderste plaatsen 192 Psa 65:3 | gebed; tot U zal alle vlees komen. ~ 193 Psa 68:32 | Prinselijke gezanten zullen komen uit Egypte; Morenland zal 194 Psa 69:28 | misdaad, en laat hen niet komen tot Uw gerechtigheid. ~ 195 Psa 78:71 | zogende schapen deed Hij hem komen, om te weiden Jakob, Zijn 196 Psa 79:11 | gevangenen voor Uw aanschijn komen; behoud overig de kinderen 197 Psa 80:17 | hij is afgehouwen; zij komen om van het schelden Uws 198 Psa 86:9 | Gij gemaakt hebt, zullen komen, en zullen zich voor Uw 199 Psa 88:3 | gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei. ~ 200 Psa 101:2 | wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden mijns 201 Psa 102:2 | en laat mijn geroep tot U komen. ~ 202 Psa 105:40 | baden, en Hij deed kwakkelen komen, en Hij verzadigde hen met 203 Psa 107:39 | Daarna verminderen zij, en komen ten onder, door verdrukking, 204 Psa 119:148 | 148  Mijn ogen komen de nacht waken voor, om 205 Psa 119:170 | smeken voor Uw aanschijn komen, red mij naar Uw toezegging. ~ 206 Psa 119:173 | Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen 207 Psa 121:1 | bergen, van waar mijn hulp komen zal. ~ 208 Spre 6:15 | zijn verderf haastelijk komen; hij zal schielijk verbroken 209 Spre 7:20 | dage zal hij naar zijn huis komen. ~ 210 Spre 11:2 | komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen 211 Spre 18:6 | De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept 212 Spre 23:30 | vertoeven; bij degenen, die komen om gemengde drank na te 213 Spre 24:25 | zegen des goeds zal op hem komen. ~ 214 Spre 26:2 | zonder oorzaak is, niet komen. ~ 215 Spre 31:14 | doet haar brood van verre komen. ~ 216 Pred 11:9 | deze dingen, u zal doen komen voor het gericht. ~ 217 Pred 12:1 | eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van 218 Jes 5:19 | zien; en laat naderen en komen den raadslag des Heiligen 219 Jes 7:17 | vaders huis, dagen doen komen, hoedanige niet gekomen 220 Jes 7:19 | 19      En zij zullen komen, en zij allen zullen rusten 221 Jes 7:25 | hakken, daar zal men niet komen uit vrees der doornen en 222 Jes 10:3 | verwoesting, die van verre komen zal? Tot wien zult gij vlieden 223 Jes 13:5 | 5      Zij komen uit verren lande, van het 224 Jes 13:22 | tijd toch is nabij om te komen, en hun      dagen zullen 225 Jes 19:1 | wolk, en Hij zal in Egypte komen; en de afgoden van Egypte 226 Jes 19:23 | de Egyptenaars in Assyrie komen zullen; en de Egyptenaars 227 Jes 21:1 | zal hij uit de woestijn komen, uit een vreselijk land. ~ 228 Jes 27:13 | zal worden; dan zullen die komen, die in het land van Assur 229 Jes 28:15 | zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen 230 Jes 29:24 | zijn, zullen tot verstand komen, en de murmureerders zullen 231 Jes 30:13 | haastelijk in een ogenblik komen zal. ~ 232 Jes 30:29 | met pijpen wandelt, om te komen tot den      berg des HEEREN, 233 Jes 31:2 | wijs, en Hij doet het kwaad komen, en trekt Zijn woorden niet 234 Jes 31:3 | zullen al te zamen te niet komen. ~ 235 Jes 32:10 | er zal geen inzameling komen. ~ 236 Jes 35:4 | ulieder God zal ter wrake komen met de vergelding Gods. 237 Jes 35:4 | vergelding Gods. Hij zal komen en ulieden verlossen. ~ 238 Jes 35:9 | verscheurend gedierte zal daarop komen, noch aldaar gevonden worden; 239 Jes 35:10 | wederkeren, en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige 240 Jes 37:24 | dennebomen afhouwen; en zal komen tot zijn uiterste hoogte, 241 Jes 37:26 | heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om 242 Jes 37:33 | Hij zal in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten; 243 Jes 37:33 | met geen schild daarvoor komen, en zal geen      wal daartegen 244 Jes 37:34 | in deze stad zal hij niet komen, zegt de HEERE. ~ 245 Jes 39:6 | 6   Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is, 246 Jes 40:10 | Ziet, de Heere HEERE zal komen tegen den sterke, en Zijn 247 Jes 41:23 | Verkondigt dingen, die hierna komen zullen, opdat wij weten, 248 Jes 41:25 | Naam aanroepen; en hij zal komen over de overheden als over 249 Jes 44:7 | toekomstige dingen, en die komen      zullen, hun verkondigen. ~ 250 Jes 45:24 | sterkte; tot Hem zal men komen; maar zij zullen beschaamd 251 Jes 47:11 | zal er over u een kwaad komen, gij zult den dageraad daarvan 252 Jes 47:11 | onstuimige verwoesting over u komen, dat gij het niet weten 253 Jes 47:13 | van die dingen, die over u komen zullen. ~ 254 Jes 48:15 | geroepen; Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig 255 Jes 49:12 | Zie, deze zullen van verre komen; en zie, die van het noorden 256 Jes 49:18 | deze vergaderen zich, zij komen tot u; Zo waarachtig als 257 Jes 51:11 | en met gejuich tot Sion komen; en eeuwige blijdschap zal 258 Jes 52:1 | onbesnedene noch onreine meer komen. ~ 259 Jes 57:1 | Mijn heil is nabij om te komen, en Mijn gerechtigheid om 260 Jes 60:19 | der zon; als de vijand zal komen gelijk een stroom, zal de 261 Jes 60:20 | zal een Verlosser tot Sion komen, namelijk voor hen, die 262 Jes 61:4 | allen zijn vergaderd, zij komen tot u; uw zonen zullen van 263 Jes 61:4 | uw zonen zullen van verre komen, en uw dochters zullen aan 264 Jes 61:5 | heir der heidenen zal tot u komen. ~ 265 Jes 61:6 | allen uit Scheba zullen komen; goud en wierook zullen 266 Jes 61:7 | zij zullen met welgevallen komen op Mijn altaar, en Ik zal 267 Jes 61:8 | Wie zijn deze, die daar komen gevlogen als een wolk, en 268 Jes 61:13 | heerlijkheid van Libanon zal tot u komen, de denneboom, de beukeboom 269 Jes 61:14 | zullen, zich buigende, tot u komen de kinderen dergenen, die 270 Jes 61:22 | zijner tijd snellijk doen komen. ~  ~ 271 Jes 67:4 | vreze zal Ik over hen doen komen, omdat Ik geroepen heb, 272 Jes 67:15 | ziet, de HEERE zal met vuur komen, en Zijn wagenen als een 273 Jes 67:18 | en tongen, en zij zullen komen, en zij zullen Mijn heerlijkheid 274 Jes 67:23 | den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor 275 Jer 1:15 | de HEERE; en zij zullen komen, en zetten een iegelijk 276 Jer 2:31 | zullen niet meer tot U komen? ~ 277 Jer 3:18 | en zij zullen te zamen komen uit het land van het noorden, 278 Jer 3:22 | Zie, hier zijn wij, wij komen tot U, want Gij zijt de 279 Jer 4:12 | Er zal Mij een wind komen, die hun te sterk zal zijn. 280 Jer 4:16 | horen tegen Jeruzalem; daar komen hoeders uit verren lande; 281 Jer 6:3 | zullen herders tot haar komen met hun kudden; zij zullen 282 Jer 6:20 | wierook voor Mij uit Scheba komen, en de beste kalmus uit 283 Jer 7:10 | 10      En dan komen en staan voor Mijn aangezicht 284 Jer 7:32 | Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat het 285 Jer 8:16 | briesingen zijner sterken; en zij komen daarhenen, dat zij het land 286 Jer 9:17 | roept klaagvrouwen, dat zij komen; en zendt henen naar de 287 Jer 9:17 | de wijze vrouwen, dat zij komen. ~ 288 Jer 9:25 | 25      Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik 289 Jer 13:20 | die daar van het noorden komen! waar is de kudde, die u 290 Jer 14:3 | kleinen naar water; zij komen tot de grachten, zij vinden 291 Jer 14:3 | zij vinden geen water, zij komen met hun vaten ledig weder; 292 Jer 14:18 | zwaard, en zo ik in de stad komen, ziet daar de kranken van 293 Jer 15:8 | hun over de moeder doen komen een jongeling, een verwoester 294 Jer 16:14 | Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat er 295 Jer 16:19 | tot U zullen de heidenen komen van de einden der aarde, 296 Jer 17:15 | des HEEREN? Laat het nu komen! ~ 297 Jer 17:26 | 26      En zij zullen komen uit de steden van Juda, 298 Jer 19:6 | Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze 299 Jer 20:6 | gevangenis; en gij zult te Babel komen, en aldaar sterven, en aldaar 300 Jer 21:13 | ons afkomen, of wie zou komen in onze woningen? ~ 301 Jer 22:27 | verlangt om daar weder te komen, daarhenen zullen zij niet 302 Jer 23:5 | 5      Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik 303 Jer 23:7 | Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat zij 304 Jer 25:31 | 31      Het geschal zal komen tot aan het einde der aarde; 305 Jer 26:2 | alle steden van Juda, die komen om aan te bidden in het 306 Jer 27:3 | Zedekia, den koning van Juda, komen. ~ 307 Jer 27:18 | overgebleven, niet naar Babel komen. ~ 308 Jer 30:3 | Want zie, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik 309 Jer 31:9 | 9      Zij zullen komen met geween, en met smekingen 310 Jer 31:12 | 12      Dies zullen zij komen, en op de hoogte van Sion 311 Jer 31:27 | 27      Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik 312 Jer 31:31 | 31      Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik 313 Jer 31:38 | 38      Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze 314 Jer 32:7 | Sallum, uw oom, zal tot u komen, zeggende: Koop u mijn veld, 315 Jer 33:14 | 14      Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik 316 Jer 34:3 | spreken, en gij zult te Babel komen. ~ 317 Jer 36:6 | Juda, die uit hun steden komen. ~ 318 Jer 36:29 | Babel zal zekerlijk komen, en dit land verderven, 319 Jer 37:19 | ulieden, noch tegen dit land komen. ~ 320 Jer 38:25 | gesproken heb, en tot u komen, en tot u zeggen: Verklaar 321 Jer 40:3 | de HEERE heeft het doen komen, en gedaan, gelijk als Hij 322 Jer 40:4 | ogen met mij naar Babel te komen, zo kom, en ik zal mijn 323 Jer 40:4 | ogen met mij naar Babel te komen, zo laat het; zie, het ganse 324 Jer 40:10 | Chaldeen, die tot ons zullen komen; gijlieden dan verzamelt 325 Jer 43:11 | 11      En hij zal komen en Egypteland slaan: wie 326 Jer 46:22 | en tot haar met bijlen komen, gelijk houthouwers. ~ 327 Jer 47:2 | de HEERE: Ziet, wateren komen op van het noorden, en zullen 328 Jer 48:8 | Want de verstoorder zal komen over elke stad, dat niet 329 Jer 48:12 | Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik 330 Jer 48:16 | Moabs verderf is nabij om te komen, en zijn kwaad haast zeer. ~ 331 Jer 49:2 | Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik 332 Jer 49:4 | zeggende: Wie zou tegen mij komen? ~ 333 Jer 49:36 | verdrevenen niet zullen komen. ~ 334 Jer 50:4 | zullen de kinderen Israels komen, zij en de kinderen van 335 Jer 50:5 | aangezichten zijn; zij zullen komen en den HEERE toegevoegd 336 Jer 51:46 | want er zal een gerucht komen in het ene jaar, en daarna 337 Jer 51:47 | Daarom ziet, de dagen komen, dat Ik bezoeking zal doen 338 Jer 51:52 | Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik 339 Jer 51:60 | het kwaad, dat over Babel komen zou, in een boek, te weten 340 Klaa 1:10 | zij in Uw gemeente niet komen zouden. ~ 341 Klaa 1:22 | kwaad voor Uw aangezicht komen, en doe hun, gelijk als 342 Klaa 1:131| doch de beker zal ook tot u komen, gij zult dronken worden, 343 Eze 7:24 | kwaadste der heidenen doen komen, die hun huizen erfelijk 344 Eze 7:26 | Ellende zal op ellende komen, en er zal gerucht op gerucht 345 Eze 11:18 | En zij zullen daarhenen komen, en al deszelfs verfoeiselen 346 Eze 12:16 | heidenen, waarhenen zij      komen zullen, en zij zullen weten, 347 Eze 13:9 | in het land Israels niet komen; en gij zult weten, dat 348 Eze 20:38 | Israels niet weder komen, en gij zult weten, dat 349 Eze 21:25 | vorst van Israel, wiens dag komen zal, ten tijde der uiterste 350 Eze 23:24 | Die zullen tegen u komen met karren, wagenen en wielen, 351 Eze 23:40 | mannen, die van verre zouden komen; tot dewelken als een bode 352 Eze 24:14 | heb het gesproken; het zal komen, en Ik zal het doen; Ik 353 Eze 24:26 | een ontkomene tot u zal komen, om uw oren dat te doen 354 Eze 30:4 | 4      En het zwaard zal komen in Egypte, en er zal grote 355 Eze 33:3 | En hij het zwaard ziet komen over het land, en blaast 356 Eze 33:6 | wachter het zwaard ziet komen, en blaast niet met de bazuin, 357 Eze 33:31 | 31      En zij komen tot u, gelijk het volk pleegt 358 Eze 33:31 | gelijk het volk pleegt te komen, en zitten voor uw aangezicht 359 Eze 33:33 | als dat komt (zie, het zal komen!) dan zullen zij weten, 360 Eze 36:8 | dragen, want zij naderen te komen. ~ 361 Eze 38:8 | laatste der jaren zult gij komen in het land, dat wedergebracht 362 Eze 38:11 | naar dat dorpland, ik zal komen tot degenen, die in rust 363 Eze 38:15 | 15      Gij zult dan komen uit uw plaats, uit de zijden 364 Eze 44:17 | maar wol zal op hen niet komen, als zij dienen in      365 Eze 47:8 | het vlakke veld; daarna komen zij in de zee; in de zee 366 Eze 47:9 | waarhenen een der twee beken zal komen, leven zal, en daar zal 367 Eze 47:9 | waarhenen deze beek zal komen. ~ 368 Dan 3:2 | der landschappen, dat zij komen zouden tot de inwijding 369 Dan 4:24 | over mijn heer, den koning komen zal: ~ 370 Dan 9:26 | volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het      371 Dan 10:20 | vorst      van Griekenland komen. ~ 372 Dan 11:6 | konings van het Zuiden zal komen tot den koning van het Noorden, 373 Dan 11:7 | die zal met heirkracht komen, en hij zal komen tegen 374 Dan 11:7 | heirkracht komen, en hij zal komen tegen die sterke plaatsen 375 Dan 11:9 | Zuiden in het koninkrijk komen, en hij zal wederom in zijn 376 Dan 11:10 | een van hen zal snellijk komen, en als een vloed overstromen 377 Dan 11:10 | doortrekken; en hij zal wederom komen, en zich in den strijd mengen, 378 Dan 11:13 | jaren, zal hij snellijk komen met      een grote heirkracht, 379 Dan 11:15 | koning van het Noorden zal komen, en een wal opwerpen, en 380 Dan 11:17 | kracht zijns gansen rijks te komen, en hij zal billijke voorwaarden 381 Dan 11:21 | doch hij zal in stilheid komen, en het koninkrijk door 382 Dan 11:24 | plaatsen des landschaps komen, en hij zal doen, dat zijn 383 Dan 11:29 | wederkeren, en tegen het Zuiden komen, doch het zal niet zijn 384 Dan 11:30 | schepen van Chittim tegen hem komen, daarom zal hij met smart 385 Dan 11:40 | en hij zal in de landen komen, en hij zal ze overstromen 386 Dan 11:41 | 41      En hij zal komen in het land des sieraads, 387 Dan 11:45 | en hij zal tot zijn einde komen, en zal geen helper hebben. ~  ~ 388 Hos 3:5 | en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn 389 Hos 6:3 | dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade 390 Hos 9:4 | in des HEEREN huis niet komen. ~ 391 Hos 11:9 | zal in de stad      niet komen. ~ 392 Hos 13:15 | doch er zal een oostenwind komen, een wind des HEEREN, opkomende 393 Joe 1:15 | zal als een verwoesting komen van den Almachtige. ~ 394 Amos 4:2 | dagen over ulieden zullen komen, dat men u zal optrekken 395 Amos 6:1 | die van het huis Israels komen. ~ 396 Amos 8:11 | 11      Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere HEERE, 397 Amos 9:13 | 13      Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat de 398 Mic 1:15 | inwoneres van Maresa! Hij zal komen tot aan Adullam, tot aan 399 Mic 4:8 | dochter Sions! tot u zal komen, ja, daar zal komen de vorige 400 Mic 4:8 | zal komen, ja, daar zal komen de vorige heerschappij, 401 Mic 4:10 | veld wonen, en tot in Babel komen,      maar aldaar zult gij 402 Mic 5:4 | wanneer Assur in ons land zal komen, en wanneer hij in onze 403 Mic 5:5 | dezelve in ons land zal komen,      en wanneer hij in 404 Mic 7:12 | Te dien dage zal het ook komen tot u toe, van Assur af, 405 Mic 7:17 | zullen met vervaardheid komen tot den HEERE, onzen God, 406 Zac 1:21 | Toen zeide ik: Wat komen die maken? En Hij sprak, 407 Zac 3:8 | Knecht, de SPRUITE, doen komen. ~ 408 Zac 6:15 | En die verre zijn, zullen komen, en zullen bouwen in den 409 Zac 8:20 | inwoners van vele steden komen zullen; ~ 410 Zac 8:22 | volken, en machtige heidenen komen, om den HEERE der heirscharen 411 Zac 9:9 | Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is 412 Zac 14:5 | zal de HEERE, mijn God, komen, en al de heiligen met U, 413 Zac 14:18 | niet zal optrekken noch komen, zo zal die plage over hen 414 Zac 14:21 | die offeren willen, zullen komen, en van dezelve nemen, en 415 Mal 3:1 | snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden 416 Mal 4:5 | vreselijke dag des HEEREN komen zal. ~ 417 Matt 2:30 | Sadduceen tot zijn doop komen, sprak tot hen: Gij adderengebroedsels! 418 Matt 2:39 | gelijk een duive, en op Hem komen. ~ 419 Matt 4:13 | Nazareth verlaten hebbende, is komen wonen te Kapernaum, gelegen 420 Matt 7:15 | in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij 421 Matt 8:7 | Jezus zeide tot hem: Ik zal komen en hem genezen. ~ 422 Matt 8:11 | zeg u, dat velen zullen komen van oosten en westen en 423 Matt 9:15 | is? Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van 424 Matt 11:3 | hem: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een 425 Matt 11:14 | aannemen, hij is Elias, die komen zou. ~ 426 Matt 13:32 | dat de vogelen des hemels komen en nestelen in zijn takken. ~ 427 Matt 14:28 | zo gebied mij tot U te komen op het water. ~ 428 Matt 14:29 | het water, om tot Jezus te komen. ~ 429 Matt 15:5 | mij zou kunnen ten nutte komen; en zijn vader of zijn moeder 430 Matt 15:18 | die ten monde uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve 431 Matt 15:19 | 19 Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, 432 Matt 16:24 | Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, 433 Matt 16:27 | Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid Zijns 434 Matt 16:28 | mensen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk. ~  ~ 435 Matt 17:10 | Schriftgeleerden, dat Elias eerst moet komen? ~ 436 Matt 17:11 | hen: Elias zal wel eerst komen, en alles weder oprichten. ~ 437 Matt 18:7 | noodzakelijk, dat de ergernissen komen; doch wee dien mens, door 438 Matt 19:14 | verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het Koninkrijk 439 Matt 21:40 | dan de heer des wijngaards komen zal, wat zal hij dien landlieden 440 Matt 22:3 | roepen; en zij wilden niet komen. ~ 441 Matt 23:36 | u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht. ~ 442 Matt 24:5 | 5 Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: 443 Matt 24:14 | volken; en dan zal het einde komen. ~ 444 Matt 24:42 | niet, in welke ure uw Heere komen zal. ~ 445 Matt 24:43 | welke nachtwake de dief komen zou, hij zou gewaakt hebben, 446 Matt 24:44 | zal de Zoon des mensen komen. ~ 447 Matt 24:48 | zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; ~ 448 Matt 24:50 | heer van dezen dienstknecht komen ten dage, in welken hij 449 Matt 25:13 | welke de Zoon des mensen komen zal. ~ 450 Matt 25:31 | wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, 451 Matt 27:64 | discipelen misschien niet komen bij nacht, en stelen Hem, 452 Mark 1:45 | openbaar in de stad kon komen, maar was buiten in de woeste 453 Mark 2:20 | 20 Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van 454 Mark 4:22 | het in het openbaar zou komen. ~ 455 Mark 6:2 | zich, zeggende: Van waar komen Dezen deze dingen, en wat 456 Mark 7:11 | mij zou kunnen ten nutte komen, die voldoet. ~ 457 Mark 7:21 | uit het hart der mensen komen voort kwade gedachten, overspelen, 458 Mark 7:23 | 23 Al deze boze dingen komen voort van binnen, en ontreinigen 459 Mark 8:3 | bezwijken; want sommigen van hen komen van verre. ~ 460 Mark 8:34 | hen: Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, 461 Mark 8:38 | schamen, wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid Zijns 462 Mark 9:11 | Schriftgeleerden, dat Elias eerst komen moet? ~ 463 Mark 9:12 | hen: Elias zal wel eerst komen, en alles wederoprichten; 464 Mark 10:14 | Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet; 465 Mark 12:9 | wijngaards doen? Hij zal komen, en de landlieden verderven, 466 Mark 13:6 | 6 Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: 467 Mark 13:35 | wanneer de heer des huizes komen zal, des avonds laat, of 468 Mark 14:62 | hand der kracht Gods, en komen met de wolken des hemels. ~ 469 Luk 1:35 | Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten 470 Luk 5:7 | waren, dat zij hen zouden komen helpen. En zij kwamen, en 471 Luk 5:35 | 35 Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van 472 Luk 7:3 | biddende, dat Hij wilde komen, en zijn dienstknecht gezond 473 Luk 7:7 | waardig geacht, om tot U te komen; maar zeg het met een woord, 474 Luk 7:19 | zeggende: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een 475 Luk 7:20 | zeggende: Zijt Gij, Die komen zou, of verwachten wij een 476 Luk 8:17 | worden, en in het openbaar komen. ~ 477 Luk 8:19 | en konden bij Hem niet komen, vanwege de schare. ~ 478 Luk 8:41 | dat Hij in zijn huis wilde komen. ~ 479 Luk 9:23 | Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, 480 Luk 9:26 | Zich schamen, wanneer Hij komen zal in Zijn heerlijkheid, 481 Luk 10:1 | stad en plaats, daar Hij komen zou. ~ 482 Luk 12:39 | in welke ure de dief zou komen, hij zou gewaakt hebben, 483 Luk 12:40 | zal de Zoon des mensen komen. ~ 484 Luk 12:45 | zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; en zou beginnen de knechten 485 Luk 12:46 | deszelven dienstknechts komen ten dage, in welken hij 486 Luk 13:29 | 29 En daar zullen er komen van Oosten en Westen, en 487 Luk 14:20 | getrouwd, en daarom kan ik niet komen. ~ 488 Luk 14:23 | heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde; ~ 489 Luk 16:28 | betuige, opdat ook zij niet komen in deze plaats der pijniging. ~ 490 Luk 17:1 | dat er geen ergernissen komen; doch wee hem, door welken 491 Luk 17:1 | wee hem, door welken zij komen; ~ 492 Luk 17:20 | wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, heeft Hij hun geantwoord 493 Luk 17:22 | discipelen: Er zullen dagen komen, wanneer gij zult begeren 494 Luk 18:16 | Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert hen niet; 495 Luk 18:17 | zal geenszins in hetzelve komen. ~ 496 Luk 19:43 | Want er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een begraving 497 Luk 20:16 | 16 Hij zal komen en deze landlieden verderven, 498 Luk 21:6 | aanschouwt, er zullen dagen komen, in welke niet een steen 499 Luk 21:8 | wordt; want velen zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende: 500 Luk 21:21 | dat zij in dezelve niet komen. ~


1-500 | 501-604

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License