1-500 | 501-604
Book Chapter: Verse
1 Gen 6:19 | van elk, doen in de ark komen, om met u in het leven te
2 Gen 6:20 | twee van elk zullen tot u komen, om die in het leven te
3 Gen 12:11 | naderde, om in Egypte te komen, dat hij zeide tot Sarai,
4 Gen 17:10 | zal voorzeker weder tot u komen, omtrent dezen tijd des
5 Gen 19:13 | aan alle plaatsen waar wij komen zullen, zeg van mij: Hij
6 Gen 27:68 | met mij getuigen, als gij komen zult over mijn loon, voor
7 Gen 28:18 | Paddan-Aram geworven had, om te komen tot Izak, zijn vader, naar
8 Gen 28:52 | u voorbij deze hoop niet komen zal, en dat gij tot mij,
9 Gen 28:52 | dit opgericht teken, niet komen zult ten kwade! ~
10 Gen 32:16 | streek lands om tot Efrath te komen; en Rachel baarde, en zij
11 Gen 34:10 | zullen wij dan ganselijk komen, ik, en uw moeder, en uw
12 Gen 37:14 | haastelijk uit den kuil komen; en men schoor hem, en men
13 Gen 37:54 | hongers begonnen aan te komen, gelijk als Jozef gezegd
14 Gen 44:7 | lands was, om tot Efrath te komen; en ik begroef haar aldaar
15 Exo 8:3 | zullen opkomen, en in uw huis komen, en in uw slaapkamer, ja,
16 Exo 10:21 | hemel, en er zal duisternis komen over Egypteland, dat men
17 Exo 10:26 | zullen, totdat wij daar komen. ~
18 Exo 12:23 | toelaten in uw huizen te komen om te slaan. ~
19 Exo 18:23 | in vrede aan zijn plaats komen. ~
20 Exo 19:9 | Mozes: Zie, Ik zal tot u komen in een dikke wolk, opdat
21 Exo 20:24 | stichten zal, zal Ik tot u komen, en zal u zegenen. ~
22 Exo 22:9 | beider zaak zal voor de goden komen; wien goden verwijzen, die
23 Exo 24:14 | totdat wij weder tot u komen; en ziet, Aaron en Hur zijn
24 Exo 24:14 | zaken heeft, zal tot dezelve komen. ~
25 Exo 25:22 | 22 En aldaar zal Ik bij u komen, en Ik zal met u spreken
26 Exo 29:42 | aldaar zal Ik met ulieden komen, dat Ik aldaar met u spreke. ~
27 Exo 29:43 | 43 En daar zal Ik komen tot de kinderen Israels;
28 Exo 30:36 | samenkomst, waarheen Ik tot u komen zal; het zal ulieden heiligheid
29 Exo 32:1 | vertoog van den berg af te komen, zo verzamelde zich het
30 Exo 33:1 | vertoog van den berg af te komen, zo verzamelde zich het
31 Exo 34:35 | inwoners des lands, waarin gij komen zult; dat hij misschien
32 Exo 35:10 | zijn onder ulieden, zullen komen, en maken alles, wat de
33 Lev 2:12 | het altaar zullen zij niet komen tot een liefelijken reuk. ~
34 Lev 12:4 | het heiligdom zal zij niet komen, totdat de dagen harerreiniging
35 Lev 13:16 | zal hij tot den priester komen. ~
36 Lev 14:8 | daarna zal hij in het leger komen, maar zal buiten zijn tent
37 Lev 14:35 | hij, van wien dat huis is, komen, en den priester te kennen
38 Lev 14:36 | en daarna zal de priester komen, om dat huis te bezien. ~
39 Lev 14:44 | 44 Zo zal de priester komen; als hij nu zal merken,
40 Lev 15:14 | van de tent der samenkomst komen, en zal ze den priester
41 Lev 16:23 | 23 Daarna zal Aaron komen in de tent der samenkomst,
42 Lev 16:26 | daarna zal hij in het leger komen. ~
43 Lev 16:28 | daarna zal hij in het leger komen. ~
44 Lev 19:19 | vermengd, zal aan u niet komen. ~
45 Lev 21:11 | ook bij geen dode lichamen komen; zelfs over zijn vader en
46 Lev 21:23 | den voorhang zal hij niet komen, en tot het altaar niet
47 Lev 24:25 | die hem nabestaande is, komen, en zal het verkochte zijns
48 Lev 24:27 | weder tot zijn bezitting komen. ~
49 Lev 25:36 | landen hunner vijanden laten komen; zodat het geruis van een
50 Num 4:5 | zullen Aaron en zijn zonen komen, en den voorhang des deksels
51 Num 4:15 | daarna de zonen van Kahath komen om te dragen; maar zij zullen
52 Num 4:19 | Aaron en zijn zonen zullen komen, en stellen hen een ieder
53 Num 20:24 | worden; want hij zal niet komen in het land, hetwelk Ik
54 Num 22:16 | niet beletten tot mij te komen! ~
55 Num 23:3 | zal de HEERE mij tegemoet komen; en hetgeen Hij wijzen zal,
56 Num 27:7 | haars vaders op haar doen komen. ~
57 Num 27:8 | erfenis op zijn dochter doen komen. ~
58 Num 31:24 | daarna zult gij in het leger komen. ~
59 Deu 1:17 | zijn, zult gij tot mij doen komen, en ik zal ze horen. ~
60 Deu 1:22 | zullen, en tot wat steden wij komen zullen. ~
61 Deu 1:38 | aangezicht staat, die zal daarin komen; sterk denzelven, want hij
62 Deu 1:39 | weten, die zullen daarin komen, en dien zal Ik het geven,
63 Deu 4:21 | gaan, en dat ik niet zou komen in dat goede land, dat de
64 Deu 12:5 | vragen, en daarheen zult gij komen; ~
65 Deu 12:26 | geloften zult gij opnemen, en komen tot de plaats, die de HEERE
66 Deu 14:29 | 29 Zo zal komen de Leviet, dewijl hij geen
67 Deu 17:9 | 9 En gij zult komen tot de Levietische priesters,
68 Deu 18:6 | Voorts wanneer een Leviet zal komen uit een uwer poorten, uit
69 Deu 23:1 | vergadering des HEEREN niet komen. ~
70 Deu 23:2 | de vergadering des HEEREN komen; zelfs zijn tiende geslacht
71 Deu 23:2 | vergadering des HEEREN niet komen. ~
72 Deu 23:3 | de vergadering des HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht
73 Deu 23:3 | vergadering des HEEREN niet komen tot in eeuwigheid. ~
74 Deu 23:8 | de vergadering des HEEREN komen. ~
75 Deu 23:10 | tot binnen het leger niet komen. ~
76 Deu 23:11 | hij tot binnen het leger komen. ~
77 Deu 26:3 | 3 En gij zult komen tot den priester, dewelke
78 Deu 28:2 | zegeningen zullen over u komen, en u aantreffen, wanneer
79 Deu 28:15 | zullen al deze vloeken over u komen, en u treffen. ~
80 Deu 28:45 | deze vloeken zullen over u komen, en u vervolgen, en u treffen,
81 Deu 28:61 | zal de HEERE over u doen komen, totdat gij verdelgd wordt. ~
82 Deu 29:22 | vreemde, die uit verren lande komen zal, als zij zullen zien
83 Deu 30:18 | heengaande, om daarin te komen, dat gij het erfelijk bezit. ~
84 Deu 31:11 | 11 Als gans Israel zal komen, om te verschijnen voor
85 Joz 2:18 | wanneer wij in het land komen, zo zult gij dit snoer van
86 Joz 6:19 | schat des HEEREN zullen zij komen. ~
87 Joz 10:19 | laat hen in hun steden niet komen; want de HEERE, uw God,
88 Joz 18:4 | erven, en weder tot mij komen. ~
89 Joz 20:6 | dedoodslager wederkeren, en komen tot zijn stad, en tot zijn
90 Joz 24:15 | alzo zal de HEERE over u komen laten al die kwade dingen,
91 Ric 1:34 | lieten hun niet toe, af te komen in het dal. ~
92 Ric 4:20 | en het zij, zo iemand zal komen, en u vragen, en zeggen:
93 Ric 4:52 | Waarom vertoeft zijn wagen te komen! Waarom blijven de gangen
94 Ric 6:17 | alzo; en ziet, als ik zal komen aan het uiterste des legers,
95 Ric 12:5 | hoofd geen scheermes zal komen; want dat knechtje zal een
96 Ric 12:12 | Manoach: Nu, dat Uw woorden komen; maar wat zal des knechtjes
97 Ric 12:17 | vereren, wanneer Uw woord zal komen. ~
98 Ric 17:10 | daarhenen komt, zo zult gij komen tot een zorgeloos volk,
99 Ric 20:22 | of haar broeders zullen komen, om voor ons te rechten,
100 1Sa 1:11 | scheermes op zijn hoofd komen. ~
101 1Sa 2:31 | 31 Zie, de dagen komen, dat Ik uw arm zal afhouwen,
102 1Sa 2:34 | over Hofni en Pinehas, komen zal: op een dag zullen zij
103 1Sa 2:36 | huis zal overig zijn, zal komen, om zich voor hem neder
104 1Sa 4:3 | die in het midden van ons komen, opdat zij ons verlosse
105 1Sa 5:5 | die in het huis van Dagon komen, niet op den dorpel van
106 1Sa 10:3 | verder aan begeeft, en zult komen tot aan Elon-Thabor, daar
107 1Sa 10:5 | 5 Daarna zult gij komen op den heuvel Gods, waar
108 1Sa 10:7 | als u deze tekenen zullen komen, doe gij, wat uw hand vinden
109 1Sa 10:22 | of die man nog derwaarts komen zou? De HEERE dan zeide:
110 1Sa 14:9 | totdat wij aan ulieden komen; zo zullen wij blijven staan
111 1Sa 21:15 | razen? Zal deze in mijn huis komen? ~ ~ ~
112 1Sa 23:10 | Saul zoekt naar Kehila te komen, en de stad te verderven
113 1Sa 25:26 | verhinderd heeft van te komen met bloedstorting, dat uw
114 1Sa 25:33 | dage geweerd hebt, van te komen met bloedstorting, dat mijn
115 1Sa 26:10 | hem slaan, of zijn dag zal komen, dat hij zal sterven, of
116 1Sa 31:4 | misschien deze onbesnedenen niet komen, en mij doorsteken, en met
117 2Sa 5:8 | kreupele zal in het huis niet komen. ~
118 2Sa 6:9 | de ark des HEEREN tot mij komen? ~
119 2Sa 10:11 | zullen zijn, zo zult gij mij komen verlossen; en zo de kinderen
120 2Sa 10:11 | sterk zullen zijn, zo zal ik komen om u te verlossen. ~
121 2Sa 13:5 | krank; als dan uw vader zal komen om u te zien, zo zult gij
122 2Sa 13:35 | Zie, de zonen des konings komen; naar het woord uws knechts,
123 2Sa 14:29 | maar hij wilde niet tot hem komen. Zo zond hij nog ten anderen
124 2Sa 14:29 | evenwel wilde hij niet komen. ~
125 2Sa 15:2 | den koning ten gerichte te komen, tot zich riep, en zeide:
126 2Sa 17:2 | 2 Zo zal ik over hem komen, daar hij moede en slap
127 2Sa 17:12 | 12 Dan zullen wij tot hem komen, in een der plaatsen, waar
128 2Sa 18:27 | met een goede boodschap komen. ~
129 2Sa 19:20 | den koning tegemoet af te komen. ~
130 2Sa 24:13 | van zeven jaren in uw land komen? Of wilt gij drie maanden
131 1Kon 1:35 | hem optrekken, en hij zal komen, en zal op mijn troon zitten,
132 1Kon 8:31 | voor Uw altaar in dit huis komen zal; ~
133 1Kon 8:41 | verren lande om Uws Naams wil komen zal; ~
134 1Kon 8:42 | uitgestrekten arm) als hij komen en bidden zal in dit huis; ~
135 1Kon 11:17 | met hem, om in Egypte te komen; Hadad nu was een klein
136 1Kon 13:22 | in uw vaderen graf niet komen. ~
137 1Kon 14:13 | Jerobeam zal in het graf komen, omdat in hem wat goeds
138 1Kon 15:17 | toeliet uit te gaan en in te komen tot Asa, den koning van
139 1Kon 22:30 | heb, zal ik in den strijd komen; maar gij, trek uw klederen
140 2Kon 5:8 | gescheurd? Laat hem nu tot mij komen, zo zal hij weten, dat er
141 2Kon 7:4 | zeggen: Laat ons in de stad komen, zo is de honger in de stad,
142 2Kon 7:5 | het leger der Syriers te komen. Toen zij aan het uiterste
143 2Kon 7:6 | Egyptenaren, om tegen ons te komen. ~
144 2Kon 7:12 | en wij zullen in de stad komen. ~
145 2Kon 8:1 | in het land zeven jaren komen zal. ~
146 2Kon 21:23 | dennebomen afhouwen; en zal komen in zijn uiterste herberg,
147 2Kon 21:25 | heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om
148 2Kon 21:32 | Hij zal in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten;
149 2Kon 21:32 | met geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen
150 2Kon 21:33 | in deze stad zal hij niet komen, zegt de HEERE. ~
151 2Kon 22:17 | 17 Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is,
152 1Kro 4:10 | niet smarte! En God liet komen, wat hij begeerde. ~
153 1Kro 10:4 | misschien deze onbesnedenen niet komen, en met mij den spot drijven.
154 1Kro 20:12 | worden, zo zult gij mij komen verlossen; en indien de
155 2Kro 7:22 | voor Uw altaar in dit huis komen zal; ~
156 2Kro 7:32 | uitgestrekten arms wil, komen zal; als zij komen, en bidden
157 2Kro 7:32 | wil, komen zal; als zij komen, en bidden zullen in dit
158 2Kro 14:13 | omwenden, om van achter hen te komen; zo waren zij voor het aangezicht
159 2Kro 17:1 | toeliet uit te gaan en in te komen tot Asa, den koning van
160 2Kro 19:29 | heb, zal ik in den strijd komen; maar gij, trek uw klederen
161 2Kro 20:10 | steden wonen, tot u zal komen, tussen bloed en bloed,
162 2Kro 21:16 | morgen tot hen af; ziet, zij komen op bij den opgang van Ziz;
163 2Kro 21:27 | blijdschap tot Jeruzalem te komen; want de HEERE had hen verblijd
164 2Kro 30:1 | Manasse, dat zij zouden komen tot het huis des HEEREN
165 2Kro 30:5 | doorgaan, opdat zij zouden komen om het pascha den HEERE,
166 2Kro 32:4 | de koningen van Assyrie komen, en veel waters vinden? ~
167 Ezra 10:14 | wonen, op gezette tijden komen, en met hen de oudsten van
168 Neh 4:8 | verbintenis, dat zij zouden komen om tegen Jeruzalem te strijden,
169 Neh 4:11 | wij in het midden van hen komen, en slaan hen dood; alzo
170 Neh 6:10 | toesluiten; want zij zullen komen om u te doden, ja, bij nacht
171 Neh 6:10 | ja, bij nacht zullen zij komen, om u te doden. ~
172 Neh 13:1 | en Moabieten niet zouden komen in de gemeente Gods, tot
173 Neh 13:22 | reinigen, en de poorten komen wachten, om den sabbatdag
174 Est 1:12 | koningin Vasthi weigerde te komen op het woord des konings,
175 Est 6:1 | den koning Ahasveros te komen, nadat haar twaalf maanden
176 Est 7 | dat zij tot den koning komen zou, begeerde zij niet met
177 Est 28:3 | henen, en liet zijn vrienden komen, en Zeres, zijn huisvrouw. ~
178 Est 29 | den koning doen komen tot den maaltijd, dien zij
179 Job 5:26 | zult in ouderdom ten grave komen, gelijk de korenhoop te
180 Job 6:20 | vertrouwde; als zij daartoe komen, zo worden zij schaamrood. ~
181 Job 13:16 | voor Zijn aangezicht niet komen. ~
182 Job 14:14 | totdat mijn verandering komen zou. ~
183 Job 14:21 | 21 Zijn kinderen komen tot eer, en hij weet het
184 Job 20:22 | ellendigen zal over hem komen. ~
185 Job 23:3 | zou, ik zou tot Zijn stoel komen; ~
186 Job 30:14 | 14 Zij komen aan, als door een wijde
187 Job 37:11 | zeide: Tot hiertoe zult gij komen, en niet verder, en hier
188 Job 40:7 | wind daar niet kan tussen komen. ~
189 Psa 49:20 | 20 Zo zal zij toch komen tot het geslacht harer vaderen;
190 Psa 50:3 | 3 Onze God zal komen en zal niet zwijgen; een
191 Psa 63:10 | tot verwoesting, zullen komen in de onderste plaatsen
192 Psa 65:3 | gebed; tot U zal alle vlees komen. ~
193 Psa 68:32 | Prinselijke gezanten zullen komen uit Egypte; Morenland zal
194 Psa 69:28 | misdaad, en laat hen niet komen tot Uw gerechtigheid. ~
195 Psa 78:71 | zogende schapen deed Hij hem komen, om te weiden Jakob, Zijn
196 Psa 79:11 | gevangenen voor Uw aanschijn komen; behoud overig de kinderen
197 Psa 80:17 | hij is afgehouwen; zij komen om van het schelden Uws
198 Psa 86:9 | Gij gemaakt hebt, zullen komen, en zullen zich voor Uw
199 Psa 88:3 | gebed voor Uw aanschijn komen; neig Uw oor tot mijn geschrei. ~
200 Psa 101:2 | wanneer zult Gij tot mij komen? Ik zal in het midden mijns
201 Psa 102:2 | en laat mijn geroep tot U komen. ~
202 Psa 105:40 | baden, en Hij deed kwakkelen komen, en Hij verzadigde hen met
203 Psa 107:39 | Daarna verminderen zij, en komen ten onder, door verdrukking,
204 Psa 119:148 | 148 Mijn ogen komen de nacht waken voor, om
205 Psa 119:170 | smeken voor Uw aanschijn komen, red mij naar Uw toezegging. ~
206 Psa 119:173 | Laat Uw hand mij te hulp komen, want ik heb Uw bevelen
207 Psa 121:1 | bergen, van waar mijn hulp komen zal. ~
208 Spre 6:15 | zijn verderf haastelijk komen; hij zal schielijk verbroken
209 Spre 7:20 | dage zal hij naar zijn huis komen. ~
210 Spre 11:2 | komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen
211 Spre 18:6 | De lippen des zots komen in twist, en zijn mond roept
212 Spre 23:30 | vertoeven; bij degenen, die komen om gemengde drank na te
213 Spre 24:25 | zegen des goeds zal op hem komen. ~
214 Spre 26:2 | zonder oorzaak is, niet komen. ~
215 Spre 31:14 | doet haar brood van verre komen. ~
216 Pred 11:9 | deze dingen, u zal doen komen voor het gericht. ~
217 Pred 12:1 | eer dat de kwade dagen komen, en de jaren naderen, van
218 Jes 5:19 | zien; en laat naderen en komen den raadslag des Heiligen
219 Jes 7:17 | vaders huis, dagen doen komen, hoedanige niet gekomen
220 Jes 7:19 | 19 En zij zullen komen, en zij allen zullen rusten
221 Jes 7:25 | hakken, daar zal men niet komen uit vrees der doornen en
222 Jes 10:3 | verwoesting, die van verre komen zal? Tot wien zult gij vlieden
223 Jes 13:5 | 5 Zij komen uit verren lande, van het
224 Jes 13:22 | tijd toch is nabij om te komen, en hun dagen zullen
225 Jes 19:1 | wolk, en Hij zal in Egypte komen; en de afgoden van Egypte
226 Jes 19:23 | de Egyptenaars in Assyrie komen zullen; en de Egyptenaars
227 Jes 21:1 | zal hij uit de woestijn komen, uit een vreselijk land. ~
228 Jes 27:13 | zal worden; dan zullen die komen, die in het land van Assur
229 Jes 28:15 | zal, zal hij tot ons niet komen; want wij hebben de leugen
230 Jes 29:24 | zijn, zullen tot verstand komen, en de murmureerders zullen
231 Jes 30:13 | haastelijk in een ogenblik komen zal. ~
232 Jes 30:29 | met pijpen wandelt, om te komen tot den berg des HEEREN,
233 Jes 31:2 | wijs, en Hij doet het kwaad komen, en trekt Zijn woorden niet
234 Jes 31:3 | zullen al te zamen te niet komen. ~
235 Jes 32:10 | er zal geen inzameling komen. ~
236 Jes 35:4 | ulieder God zal ter wrake komen met de vergelding Gods.
237 Jes 35:4 | vergelding Gods. Hij zal komen en ulieden verlossen. ~
238 Jes 35:9 | verscheurend gedierte zal daarop komen, noch aldaar gevonden worden;
239 Jes 35:10 | wederkeren, en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige
240 Jes 37:24 | dennebomen afhouwen; en zal komen tot zijn uiterste hoogte,
241 Jes 37:26 | heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om
242 Jes 37:33 | Hij zal in deze stad niet komen, noch daar een pijl inschieten;
243 Jes 37:33 | met geen schild daarvoor komen, en zal geen wal daartegen
244 Jes 37:34 | in deze stad zal hij niet komen, zegt de HEERE. ~
245 Jes 39:6 | 6 Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is,
246 Jes 40:10 | Ziet, de Heere HEERE zal komen tegen den sterke, en Zijn
247 Jes 41:23 | Verkondigt dingen, die hierna komen zullen, opdat wij weten,
248 Jes 41:25 | Naam aanroepen; en hij zal komen over de overheden als over
249 Jes 44:7 | toekomstige dingen, en die komen zullen, hun verkondigen. ~
250 Jes 45:24 | sterkte; tot Hem zal men komen; maar zij zullen beschaamd
251 Jes 47:11 | zal er over u een kwaad komen, gij zult den dageraad daarvan
252 Jes 47:11 | onstuimige verwoesting over u komen, dat gij het niet weten
253 Jes 47:13 | van die dingen, die over u komen zullen. ~
254 Jes 48:15 | geroepen; Ik zal hem doen komen, en hij zal voorspoedig
255 Jes 49:12 | Zie, deze zullen van verre komen; en zie, die van het noorden
256 Jes 49:18 | deze vergaderen zich, zij komen tot u; Zo waarachtig als
257 Jes 51:11 | en met gejuich tot Sion komen; en eeuwige blijdschap zal
258 Jes 52:1 | onbesnedene noch onreine meer komen. ~
259 Jes 57:1 | Mijn heil is nabij om te komen, en Mijn gerechtigheid om
260 Jes 60:19 | der zon; als de vijand zal komen gelijk een stroom, zal de
261 Jes 60:20 | zal een Verlosser tot Sion komen, namelijk voor hen, die
262 Jes 61:4 | allen zijn vergaderd, zij komen tot u; uw zonen zullen van
263 Jes 61:4 | uw zonen zullen van verre komen, en uw dochters zullen aan
264 Jes 61:5 | heir der heidenen zal tot u komen. ~
265 Jes 61:6 | allen uit Scheba zullen komen; goud en wierook zullen
266 Jes 61:7 | zij zullen met welgevallen komen op Mijn altaar, en Ik zal
267 Jes 61:8 | Wie zijn deze, die daar komen gevlogen als een wolk, en
268 Jes 61:13 | heerlijkheid van Libanon zal tot u komen, de denneboom, de beukeboom
269 Jes 61:14 | zullen, zich buigende, tot u komen de kinderen dergenen, die
270 Jes 61:22 | zijner tijd snellijk doen komen. ~ ~
271 Jes 67:4 | vreze zal Ik over hen doen komen, omdat Ik geroepen heb,
272 Jes 67:15 | ziet, de HEERE zal met vuur komen, en Zijn wagenen als een
273 Jes 67:18 | en tongen, en zij zullen komen, en zij zullen Mijn heerlijkheid
274 Jes 67:23 | den anderen, alle vlees komen zal om aan te bidden voor
275 Jer 1:15 | de HEERE; en zij zullen komen, en zetten een iegelijk
276 Jer 2:31 | zullen niet meer tot U komen? ~
277 Jer 3:18 | en zij zullen te zamen komen uit het land van het noorden,
278 Jer 3:22 | Zie, hier zijn wij, wij komen tot U, want Gij zijt de
279 Jer 4:12 | Er zal Mij een wind komen, die hun te sterk zal zijn.
280 Jer 4:16 | horen tegen Jeruzalem; daar komen hoeders uit verren lande;
281 Jer 6:3 | zullen herders tot haar komen met hun kudden; zij zullen
282 Jer 6:20 | wierook voor Mij uit Scheba komen, en de beste kalmus uit
283 Jer 7:10 | 10 En dan komen en staan voor Mijn aangezicht
284 Jer 7:32 | Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat het
285 Jer 8:16 | briesingen zijner sterken; en zij komen daarhenen, dat zij het land
286 Jer 9:17 | roept klaagvrouwen, dat zij komen; en zendt henen naar de
287 Jer 9:17 | de wijze vrouwen, dat zij komen. ~
288 Jer 9:25 | 25 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik
289 Jer 13:20 | die daar van het noorden komen! waar is de kudde, die u
290 Jer 14:3 | kleinen naar water; zij komen tot de grachten, zij vinden
291 Jer 14:3 | zij vinden geen water, zij komen met hun vaten ledig weder;
292 Jer 14:18 | zwaard, en zo ik in de stad komen, ziet daar de kranken van
293 Jer 15:8 | hun over de moeder doen komen een jongeling, een verwoester
294 Jer 16:14 | Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat er
295 Jer 16:19 | tot U zullen de heidenen komen van de einden der aarde,
296 Jer 17:15 | des HEEREN? Laat het nu komen! ~
297 Jer 17:26 | 26 En zij zullen komen uit de steden van Juda,
298 Jer 19:6 | Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze
299 Jer 20:6 | gevangenis; en gij zult te Babel komen, en aldaar sterven, en aldaar
300 Jer 21:13 | ons afkomen, of wie zou komen in onze woningen? ~
301 Jer 22:27 | verlangt om daar weder te komen, daarhenen zullen zij niet
302 Jer 23:5 | 5 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik
303 Jer 23:7 | Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat zij
304 Jer 25:31 | 31 Het geschal zal komen tot aan het einde der aarde;
305 Jer 26:2 | alle steden van Juda, die komen om aan te bidden in het
306 Jer 27:3 | Zedekia, den koning van Juda, komen. ~
307 Jer 27:18 | overgebleven, niet naar Babel komen. ~
308 Jer 30:3 | Want zie, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik
309 Jer 31:9 | 9 Zij zullen komen met geween, en met smekingen
310 Jer 31:12 | 12 Dies zullen zij komen, en op de hoogte van Sion
311 Jer 31:27 | 27 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik
312 Jer 31:31 | 31 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik
313 Jer 31:38 | 38 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat deze
314 Jer 32:7 | Sallum, uw oom, zal tot u komen, zeggende: Koop u mijn veld,
315 Jer 33:14 | 14 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik
316 Jer 34:3 | spreken, en gij zult te Babel komen. ~
317 Jer 36:6 | Juda, die uit hun steden komen. ~
318 Jer 36:29 | Babel zal zekerlijk komen, en dit land verderven,
319 Jer 37:19 | ulieden, noch tegen dit land komen. ~
320 Jer 38:25 | gesproken heb, en tot u komen, en tot u zeggen: Verklaar
321 Jer 40:3 | de HEERE heeft het doen komen, en gedaan, gelijk als Hij
322 Jer 40:4 | ogen met mij naar Babel te komen, zo kom, en ik zal mijn
323 Jer 40:4 | ogen met mij naar Babel te komen, zo laat het; zie, het ganse
324 Jer 40:10 | Chaldeen, die tot ons zullen komen; gijlieden dan verzamelt
325 Jer 43:11 | 11 En hij zal komen en Egypteland slaan: wie
326 Jer 46:22 | en tot haar met bijlen komen, gelijk houthouwers. ~
327 Jer 47:2 | de HEERE: Ziet, wateren komen op van het noorden, en zullen
328 Jer 48:8 | Want de verstoorder zal komen over elke stad, dat niet
329 Jer 48:12 | Daarom, ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik
330 Jer 48:16 | Moabs verderf is nabij om te komen, en zijn kwaad haast zeer. ~
331 Jer 49:2 | Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik
332 Jer 49:4 | zeggende: Wie zou tegen mij komen? ~
333 Jer 49:36 | verdrevenen niet zullen komen. ~
334 Jer 50:4 | zullen de kinderen Israels komen, zij en de kinderen van
335 Jer 50:5 | aangezichten zijn; zij zullen komen en den HEERE toegevoegd
336 Jer 51:46 | want er zal een gerucht komen in het ene jaar, en daarna
337 Jer 51:47 | Daarom ziet, de dagen komen, dat Ik bezoeking zal doen
338 Jer 51:52 | Daarom ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik
339 Jer 51:60 | het kwaad, dat over Babel komen zou, in een boek, te weten
340 Klaa 1:10 | zij in Uw gemeente niet komen zouden. ~
341 Klaa 1:22 | kwaad voor Uw aangezicht komen, en doe hun, gelijk als
342 Klaa 1:131| doch de beker zal ook tot u komen, gij zult dronken worden,
343 Eze 7:24 | kwaadste der heidenen doen komen, die hun huizen erfelijk
344 Eze 7:26 | Ellende zal op ellende komen, en er zal gerucht op gerucht
345 Eze 11:18 | En zij zullen daarhenen komen, en al deszelfs verfoeiselen
346 Eze 12:16 | heidenen, waarhenen zij komen zullen, en zij zullen weten,
347 Eze 13:9 | in het land Israels niet komen; en gij zult weten, dat
348 Eze 20:38 | Israels niet weder komen, en gij zult weten, dat
349 Eze 21:25 | vorst van Israel, wiens dag komen zal, ten tijde der uiterste
350 Eze 23:24 | Die zullen tegen u komen met karren, wagenen en wielen,
351 Eze 23:40 | mannen, die van verre zouden komen; tot dewelken als een bode
352 Eze 24:14 | heb het gesproken; het zal komen, en Ik zal het doen; Ik
353 Eze 24:26 | een ontkomene tot u zal komen, om uw oren dat te doen
354 Eze 30:4 | 4 En het zwaard zal komen in Egypte, en er zal grote
355 Eze 33:3 | En hij het zwaard ziet komen over het land, en blaast
356 Eze 33:6 | wachter het zwaard ziet komen, en blaast niet met de bazuin,
357 Eze 33:31 | 31 En zij komen tot u, gelijk het volk pleegt
358 Eze 33:31 | gelijk het volk pleegt te komen, en zitten voor uw aangezicht
359 Eze 33:33 | als dat komt (zie, het zal komen!) dan zullen zij weten,
360 Eze 36:8 | dragen, want zij naderen te komen. ~
361 Eze 38:8 | laatste der jaren zult gij komen in het land, dat wedergebracht
362 Eze 38:11 | naar dat dorpland, ik zal komen tot degenen, die in rust
363 Eze 38:15 | 15 Gij zult dan komen uit uw plaats, uit de zijden
364 Eze 44:17 | maar wol zal op hen niet komen, als zij dienen in
365 Eze 47:8 | het vlakke veld; daarna komen zij in de zee; in de zee
366 Eze 47:9 | waarhenen een der twee beken zal komen, leven zal, en daar zal
367 Eze 47:9 | waarhenen deze beek zal komen. ~
368 Dan 3:2 | der landschappen, dat zij komen zouden tot de inwijding
369 Dan 4:24 | over mijn heer, den koning komen zal: ~
370 Dan 9:26 | volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het
371 Dan 10:20 | vorst van Griekenland komen. ~
372 Dan 11:6 | konings van het Zuiden zal komen tot den koning van het Noorden,
373 Dan 11:7 | die zal met heirkracht komen, en hij zal komen tegen
374 Dan 11:7 | heirkracht komen, en hij zal komen tegen die sterke plaatsen
375 Dan 11:9 | Zuiden in het koninkrijk komen, en hij zal wederom in zijn
376 Dan 11:10 | een van hen zal snellijk komen, en als een vloed overstromen
377 Dan 11:10 | doortrekken; en hij zal wederom komen, en zich in den strijd mengen,
378 Dan 11:13 | jaren, zal hij snellijk komen met een grote heirkracht,
379 Dan 11:15 | koning van het Noorden zal komen, en een wal opwerpen, en
380 Dan 11:17 | kracht zijns gansen rijks te komen, en hij zal billijke voorwaarden
381 Dan 11:21 | doch hij zal in stilheid komen, en het koninkrijk door
382 Dan 11:24 | plaatsen des landschaps komen, en hij zal doen, dat zijn
383 Dan 11:29 | wederkeren, en tegen het Zuiden komen, doch het zal niet zijn
384 Dan 11:30 | schepen van Chittim tegen hem komen, daarom zal hij met smart
385 Dan 11:40 | en hij zal in de landen komen, en hij zal ze overstromen
386 Dan 11:41 | 41 En hij zal komen in het land des sieraads,
387 Dan 11:45 | en hij zal tot zijn einde komen, en zal geen helper hebben. ~ ~
388 Hos 3:5 | en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn
389 Hos 6:3 | dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade
390 Hos 9:4 | in des HEEREN huis niet komen. ~
391 Hos 11:9 | zal in de stad niet komen. ~
392 Hos 13:15 | doch er zal een oostenwind komen, een wind des HEEREN, opkomende
393 Joe 1:15 | zal als een verwoesting komen van den Almachtige. ~
394 Amos 4:2 | dagen over ulieden zullen komen, dat men u zal optrekken
395 Amos 6:1 | die van het huis Israels komen. ~
396 Amos 8:11 | 11 Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere HEERE,
397 Amos 9:13 | 13 Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat de
398 Mic 1:15 | inwoneres van Maresa! Hij zal komen tot aan Adullam, tot aan
399 Mic 4:8 | dochter Sions! tot u zal komen, ja, daar zal komen de vorige
400 Mic 4:8 | zal komen, ja, daar zal komen de vorige heerschappij,
401 Mic 4:10 | veld wonen, en tot in Babel komen, maar aldaar zult gij
402 Mic 5:4 | wanneer Assur in ons land zal komen, en wanneer hij in onze
403 Mic 5:5 | dezelve in ons land zal komen, en wanneer hij in
404 Mic 7:12 | Te dien dage zal het ook komen tot u toe, van Assur af,
405 Mic 7:17 | zullen met vervaardheid komen tot den HEERE, onzen God,
406 Zac 1:21 | Toen zeide ik: Wat komen die maken? En Hij sprak,
407 Zac 3:8 | Knecht, de SPRUITE, doen komen. ~
408 Zac 6:15 | En die verre zijn, zullen komen, en zullen bouwen in den
409 Zac 8:20 | inwoners van vele steden komen zullen; ~
410 Zac 8:22 | volken, en machtige heidenen komen, om den HEERE der heirscharen
411 Zac 9:9 | Jeruzalems! Ziet, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en Hij is
412 Zac 14:5 | zal de HEERE, mijn God, komen, en al de heiligen met U,
413 Zac 14:18 | niet zal optrekken noch komen, zo zal die plage over hen
414 Zac 14:21 | die offeren willen, zullen komen, en van dezelve nemen, en
415 Mal 3:1 | snellijk zal tot Zijn tempel komen die Heere, Dien gijlieden
416 Mal 4:5 | vreselijke dag des HEEREN komen zal. ~
417 Matt 2:30 | Sadduceen tot zijn doop komen, sprak tot hen: Gij adderengebroedsels!
418 Matt 2:39 | gelijk een duive, en op Hem komen. ~
419 Matt 4:13 | Nazareth verlaten hebbende, is komen wonen te Kapernaum, gelegen
420 Matt 7:15 | in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij
421 Matt 8:7 | Jezus zeide tot hem: Ik zal komen en hem genezen. ~
422 Matt 8:11 | zeg u, dat velen zullen komen van oosten en westen en
423 Matt 9:15 | is? Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van
424 Matt 11:3 | hem: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een
425 Matt 11:14 | aannemen, hij is Elias, die komen zou. ~
426 Matt 13:32 | dat de vogelen des hemels komen en nestelen in zijn takken. ~
427 Matt 14:28 | zo gebied mij tot U te komen op het water. ~
428 Matt 14:29 | het water, om tot Jezus te komen. ~
429 Matt 15:5 | mij zou kunnen ten nutte komen; en zijn vader of zijn moeder
430 Matt 15:18 | die ten monde uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve
431 Matt 15:19 | 19 Want uit het hart komen voort boze bedenkingen,
432 Matt 16:24 | Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven,
433 Matt 16:27 | Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid Zijns
434 Matt 16:28 | mensen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk. ~ ~
435 Matt 17:10 | Schriftgeleerden, dat Elias eerst moet komen? ~
436 Matt 17:11 | hen: Elias zal wel eerst komen, en alles weder oprichten. ~
437 Matt 18:7 | noodzakelijk, dat de ergernissen komen; doch wee dien mens, door
438 Matt 19:14 | verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het Koninkrijk
439 Matt 21:40 | dan de heer des wijngaards komen zal, wat zal hij dien landlieden
440 Matt 22:3 | roepen; en zij wilden niet komen. ~
441 Matt 23:36 | u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht. ~
442 Matt 24:5 | 5 Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende:
443 Matt 24:14 | volken; en dan zal het einde komen. ~
444 Matt 24:42 | niet, in welke ure uw Heere komen zal. ~
445 Matt 24:43 | welke nachtwake de dief komen zou, hij zou gewaakt hebben,
446 Matt 24:44 | zal de Zoon des mensen komen. ~
447 Matt 24:48 | zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; ~
448 Matt 24:50 | heer van dezen dienstknecht komen ten dage, in welken hij
449 Matt 25:13 | welke de Zoon des mensen komen zal. ~
450 Matt 25:31 | wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid,
451 Matt 27:64 | discipelen misschien niet komen bij nacht, en stelen Hem,
452 Mark 1:45 | openbaar in de stad kon komen, maar was buiten in de woeste
453 Mark 2:20 | 20 Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van
454 Mark 4:22 | het in het openbaar zou komen. ~
455 Mark 6:2 | zich, zeggende: Van waar komen Dezen deze dingen, en wat
456 Mark 7:11 | mij zou kunnen ten nutte komen, die voldoet. ~
457 Mark 7:21 | uit het hart der mensen komen voort kwade gedachten, overspelen,
458 Mark 7:23 | 23 Al deze boze dingen komen voort van binnen, en ontreinigen
459 Mark 8:3 | bezwijken; want sommigen van hen komen van verre. ~
460 Mark 8:34 | hen: Zo wie achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven,
461 Mark 8:38 | schamen, wanneer Hij zal komen in de heerlijkheid Zijns
462 Mark 9:11 | Schriftgeleerden, dat Elias eerst komen moet? ~
463 Mark 9:12 | hen: Elias zal wel eerst komen, en alles wederoprichten;
464 Mark 10:14 | Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet;
465 Mark 12:9 | wijngaards doen? Hij zal komen, en de landlieden verderven,
466 Mark 13:6 | 6 Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende:
467 Mark 13:35 | wanneer de heer des huizes komen zal, des avonds laat, of
468 Mark 14:62 | hand der kracht Gods, en komen met de wolken des hemels. ~
469 Luk 1:35 | Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten
470 Luk 5:7 | waren, dat zij hen zouden komen helpen. En zij kwamen, en
471 Luk 5:35 | 35 Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van
472 Luk 7:3 | biddende, dat Hij wilde komen, en zijn dienstknecht gezond
473 Luk 7:7 | waardig geacht, om tot U te komen; maar zeg het met een woord,
474 Luk 7:19 | zeggende: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een
475 Luk 7:20 | zeggende: Zijt Gij, Die komen zou, of verwachten wij een
476 Luk 8:17 | worden, en in het openbaar komen. ~
477 Luk 8:19 | en konden bij Hem niet komen, vanwege de schare. ~
478 Luk 8:41 | dat Hij in zijn huis wilde komen. ~
479 Luk 9:23 | Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven,
480 Luk 9:26 | Zich schamen, wanneer Hij komen zal in Zijn heerlijkheid,
481 Luk 10:1 | stad en plaats, daar Hij komen zou. ~
482 Luk 12:39 | in welke ure de dief zou komen, hij zou gewaakt hebben,
483 Luk 12:40 | zal de Zoon des mensen komen. ~
484 Luk 12:45 | zeggen: Mijn heer vertoeft te komen; en zou beginnen de knechten
485 Luk 12:46 | deszelven dienstknechts komen ten dage, in welken hij
486 Luk 13:29 | 29 En daar zullen er komen van Oosten en Westen, en
487 Luk 14:20 | getrouwd, en daarom kan ik niet komen. ~
488 Luk 14:23 | heggen; en dwing ze in te komen, opdat mijn huis vol worde; ~
489 Luk 16:28 | betuige, opdat ook zij niet komen in deze plaats der pijniging. ~
490 Luk 17:1 | dat er geen ergernissen komen; doch wee hem, door welken
491 Luk 17:1 | wee hem, door welken zij komen; ~
492 Luk 17:20 | wanneer het Koninkrijk Gods komen zou, heeft Hij hun geantwoord
493 Luk 17:22 | discipelen: Er zullen dagen komen, wanneer gij zult begeren
494 Luk 18:16 | Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert hen niet;
495 Luk 18:17 | zal geenszins in hetzelve komen. ~
496 Luk 19:43 | Want er zullen dagen over u komen, dat uw vijanden een begraving
497 Luk 20:16 | 16 Hij zal komen en deze landlieden verderven,
498 Luk 21:6 | aanschouwt, er zullen dagen komen, in welke niet een steen
499 Luk 21:8 | wordt; want velen zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende:
500 Luk 21:21 | dat zij in dezelve niet komen. ~
1-500 | 501-604 |