Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
grootste 24
grootsten 4
grootte 3
grote 581
grotelijks 20
groten 150
groter 34
Frequency    [«  »]
596 25
596 o
584 ulieden
581 grote
575 zeiden
570 zijner
569 wordt

Bijbel

IntraText - Concordances

grote

1-500 | 501-581

    Book Chapter: Verse
1 Gen 1:16 | God dan maakte die twee grote lichten; dat grote licht 2 Gen 1:16 | twee grote lichten; dat grote licht tot heerschappij des 3 Gen 1:21 | 21 En God schiep de grote walvissen, en alle levende 4 Gen 10:12 | tussen Kalach; deze is die grote stad. ~ 5 Gen 12:17 | HEERE plaagde Farao met grote plagen, ook zijn huis, ter 6 Gen 13:13 | van Sodom waren boos, en grote zondaars tegen den HEERE. ~ 7 Gen 14:36 | en ziet, een schrik, en grote duisternis viel op hem. ~ 8 Gen 14:38 | zullen zij uittrekken met grote have. ~ 9 Gen 14:42 | van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath: ~ 10 Gen 19:9 | over mijn koninkrijk een grote zonde gebracht hebt? gij 11 Gen 25:33 | verschrikte Izak met zeer grote verschrikking, gans zeer, 12 Gen 27:2 | de kudden; en er was een grote steen op den mond van dien 13 Gen 37:29 | aankomende jaren, zal er grote overvloed in het ganse land 14 Gen 41:7 | leven te behouden, door een grote verlossing. ~ 15 Gen 46:10 | is, hielden zij daar een grote en zeer zware rouwklage; 16 Exo 3:3 | daarheen wenden, en bezien dat grote gezicht, waarom het braambos 17 Exo 6:5 | uitgestrekten arm, en door grote gerichten; ~ 18 Exo 7:4 | Israels, uit Egypteland, door grote gerichten. ~ 19 Exo 14:31 | 31 Ook zag Israel de grote hand, die de HEERE aan de 20 Exo 15:7 | 7 En door Uw grote hoogheid hebt Gij, die tegen 21 Exo 18:22 | geschiede, dat zij alle grote zaken aan u brengen, maar 22 Exo 32:11 | Uw volk, hetwelk Gij met grote kracht, en met een sterke 23 Exo 32:21 | gedaan, dat gij zulk een grote zonde over hetzelve gebracht 24 Exo 32:30 | zeide: Gijlieden hebt een grote zonde gezondigd; doch nu, 25 Exo 32:31 | Och, dit volk heeft een grote zonde gezondigd, dat zij 26 Exo 33:11 | Uw volk, hetwelk Gij met grote kracht, en met een sterke 27 Exo 33:21 | gedaan, dat gij zulk een grote zonde over hetzelve gebracht 28 Exo 33:30 | zeide: Gijlieden hebt een grote zonde gezondigd; doch nu, 29 Exo 33:31 | Och, dit volk heeft een grote zonde gezondigd, dat zij 30 Exo 34:42 | openende de baarmoeder van het grote en kleine vee. ~ 31 Lev 10:6 | opdat gij niet sterft, en grote toorn over de ganse vergadering 32 Num 11:33 | sloeg het volk met een zeer grote plaag. ~ 33 Num 13:32 | hebben, zijn mannen van grote lengte. ~ 34 Num 16:46 | hen verzoening; want een grote toorn is van voor het aangezicht 35 Num 33:6 | het westen, daar zal u de grote zee de landpale zijn; dit 36 Num 33:7 | noorden deze zijn: van de grote zee af zult gij u den berg 37 Deu 1:7 | den Libanon, tot aan die grote rivier, de rivier Frath. ~ 38 Deu 1:17 | den kleine, zowel als den grote, horen; gij zult niet vrezen 39 Deu 1:19 | en doorwandelden die gans grote en vreselijke woestijn, 40 Deu 2:7 | uw wandelen door deze zo grote woestijn; deze veertig jaren 41 Deu 4:34 | uitgestrekten arm, en met grote verschrikkingen; naar al 42 Deu 4:37 | Zijn aangezicht door Zijn grote kracht uit Egypte uitgevoerd; ~ 43 Deu 5:22 | der donkerheid, met een grote stem, en deed daar niets 44 Deu 5:25 | zouden wij sterven? Want dit grote vuur zou ons verteren; indien 45 Deu 6:10 | heeft, u te zullen geven; grote en goede steden, die gij 46 Deu 6:22 | de HEERE gaf tekenen, en grote en kwade wonderen, in Egypte, 47 Deu 7:19 | 19 De grote verzoekingen, die uw ogen 48 Deu 7:23 | zal hen verschrikken met grote verschrikking, totdat zij 49 Deu 8:15 | Die u geleid heeft in die grote en vreselijke woestijn, 50 Deu 9:29 | erfdeel, dat Gij door Uw grote kracht, en door Uw uitgestrekten 51 Deu 10:17 | een Heere der heren; die grote, die machtige, en die vreselijke 52 Deu 10:21 | bij u gedaan heeft deze grote en vreselijke dingen, die 53 Deu 11:7 | die gezien hebben al dit grote werk des HEEREN, dat Hij 54 Deu 18:16 | mijns Gods, en ditzelve grote vuur zal ik niet meer zien, 55 Deu 25:14 | tweeerlei efa hebben, een grote en een kleine. ~ 56 Deu 27:2 | geven zal, zo zult gij u grote stenen oprichten, en bestrijken 57 Deu 28:59 | van uw zaad; het zullen grote en gewisse plagen, en boze 58 Deu 29:3 | 3 De grote verzoekingen, die uw ogen 59 Deu 29:3 | hebben, diezelve tekenen en grote wonderen. ~ 60 Deu 29:28 | en in grimmigheid, en in grote verbolgenheid; en Hij heeft 61 Deu 34:12 | sterke hand, en in al die grote verschrikking, die Mozes 62 Joz 1:4 | dezen Libanon af tot aan de grote rivier, de rivier Frath, 63 Joz 1:4 | Hethieten, en tot aan de grote zee, tegen den ondergang 64 Joz 9:1 | en aan alle havens der grote zee, tegenover den Libanon: 65 Joz 9:20 | leven behouden, opdat geen grote toorn over ons zij, om des 66 Joz 10:2 | zeer; want Gibeon was een grote stad, als een der koninklijke 67 Joz 10:11 | Beth-horon, zo wierp de HEERE grote stenen op hen van den hemel, 68 Joz 10:18 | Zo zeide Jozua: Wentelt grote stenen voor den mond der 69 Joz 10:27 | geweest waren; en zij legden grote stenen voor den mond der 70 Joz 14:12 | aldaar waren, en dat er grote vaste steden waren; of de 71 Joz 15:12 | het westen zal zijn tot de grote zee en derzelver landpale. 72 Joz 15:47 | rivier van Egypte; en de grote zee, en haar landpale. ~ 73 Joz 17:17 | groot volk, en gij hebt grote kracht, gij zult geen een 74 Joz 24:4 | uitgeroeid heb, en tot de grote zee, tegen den ondergang 75 Joz 24:9 | uw aangezicht verdreven grote en machtige volken; en u 76 Joz 25:17 | opgebracht, en Die deze grote tekenen voor onze ogen gedaan 77 Ric 2:7 | die gezien hadden al dat grote werk des HEEREN, dat Hij 78 Ric 4:40 | gedeelten van Ruben hadden grote onderzoekingen des harten. ~ 79 Ric 14:18 | de hand van Uw knecht dit grote heil gegeven; zou ik dan 80 Ric 15:5 | hem, en zie, waarin zijn grote kracht zij, en waarmede 81 Ric 15:6 | Verklaar mij toch, waarin uw grote kracht zij, en waarmede 82 Ric 15:15 | niet verklaard, waarin uw grote kracht zij. ~ 83 Ric 19:38 | achterlage, wanneer zij een grote verheffing van rook van 84 Ric 20:5 | den HEERE? Want er was een grote eed geschied aangaande dengene, 85 Rut 1:20 | de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan. ~ 86 1Sa 4:6 | Wat is de stem van dit grote juichen in het leger der 87 1Sa 4:10 | en er geschiedde een zeer grote nederlaag, zodat er van 88 1Sa 4:17 | Filistijnen, en er is ook een grote nederlaag onder het volk 89 1Sa 5:9 | tegen die stad met een zeer grote kwelling; want Hij sloeg 90 1Sa 5:9 | stad van den kleine tot den grote, en zij hadden spenen in 91 1Sa 6:14 | staande; en daar was een grote steen, en zij kloofden het 92 1Sa 12:16 | stelt u nu hier, en ziet die grote zaak, die de HEERE voor 93 1Sa 12:24 | ganse hart; want ziet, hoe grote dingen Hij bij ulieden gedaan 94 1Sa 14:45 | Jonathan sterven, die deze grote verlossing in Israel gedaan 95 1Sa 20:2 | Zie, mijn vader doet geen grote zaak, en geen kleine zaak, 96 1Sa 26:13 | bergs van verre, dat er een grote plaats tussen hen was. ~ 97 2Sa 3:38 | dage een vorst, ja, een grote in Israel gevallen is? ~ 98 2Sa 7:21 | Uw hart hebt Gij al deze grote dingen gedaan, om aan Uw 99 2Sa 7:23 | en om voor ulieden deze grote en verschrikkelijke dingen 100 2Sa 18:7 | geschiedde te dienzelven dage een grote slag, van twintig duizend. ~ 101 2Sa 22:17 | mij, Hij trok mij op uit grote wateren. ~ 102 1Kon 1:40| en verblijdde zich met grote blijdschap, zodat de aarde 103 1Kon 3:6 | knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk 104 1Kon 3:6 | U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat 105 1Kon 4:13| welke is in Basan, zestig grote steden, met muren en koperen 106 1Kon 5:7 | zoon gegeven heeft over dit grote volk! ~ 107 1Kon 5:17| nu gebood, zo voerden zij grote stenen toe, kostelijke stenen, 108 1Kon 7:9 | breed, en van buiten tot het grote voorhof. ~ 109 1Kon 7:10| gegrondvest met kostelijke stenen, grote stenen; met stenen van tien 110 1Kon 7:12| 12 En het grote voorhof was rondom van drie 111 1Kon 7:47| ongewogen vanwege de zeer grote menigte; het gewicht des 112 1Kon 8:65| gans Israel met hem, een grote gemeente, van den ingang 113 1Kon 11:19| 19 En Hadad vond grote genade in de ogen van Farao, 114 1Kon 18:45| zwart werd; en er kwam een grote regen; en Achab reed weg, 115 1Kon 19:11| HEERE ging voorbij, en een grote en sterke wind, scheurende 116 1Kon 20:13| Hebt gij gezien al deze grote menigte? Zie, Ik zal ze 117 1Kon 20:28| laagten; zo zal Ik al deze grote menigte in uw hand geven, 118 2Kon 3:27| muur. Daaruit werd een zeer grote toorn in Israel; daarom 119 2Kon 4:8 | doortrok, dat aldaar een grote vrouw was, dewelke hem aanhield 120 2Kon 5:13| zo die profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt 121 2Kon 6:25| 25 En er werd grote honger in Samaria; want 122 2Kon 7:6 | paarden, het geluid ener grote heirkracht; zodat zij zeiden 123 2Kon 8:4 | zeggende: Vertel mij toch al de grote dingen, die Elisa gedaan 124 2Kon 8:13| een hond is, dat hij deze grote zaak doen zou? En Elisa 125 2Kon 10:19| gemist worde; want ik heb een grote offerande aan Baal; al wie 126 2Kon 17:15| zeggende: Steek op het grote altaar aan het morgenbrandoffer, 127 2Kon 18:15| zeggende: Steek op het grote altaar aan het morgenbrandoffer, 128 2Kon 19:21| HEERE, en hij deed ze een grote zonde zondigen. ~ 129 2Kon 19:36| Die u uit Egypteland met grote kracht en met een uitgestrekten 130 2Kon 20:19| nu tot Hizkia: Zo zegt de grote koning, de koning van Assyrie: 131 1Kro 11:14| HEERE verloste hen door een grote verlossing. ~ 132 1Kro 11:23| Egyptischen man, een man van grote lengte, van vijf ellen; 133 1Kro 17:19| hart, hebt Gij al dezen grote dingen gedaan, om al deze 134 1Kro 17:19| dingen gedaan, om al deze grote dingen bekend te maken. ~ 135 1Kro 17:21| Gij U een Naam maaktet van grote en verschrikkelijke dingen, 136 1Kro 23:8 | vergoten, want gij hebt grote krijgen gevoerd; gij zult 137 1Kro 28:24| niet, omdat er deshalve een grote toorn over Israel gekomen 138 1Kro 30:9 | verblijdde zich ook met grote blijdschap. ~ 139 1Kro 30:22| aangezicht des HEEREN met grote vreugde; en zij maakten 140 2Kro 1:8 | hebt aan mijn vader David grote weldadigheid gedaan; en 141 2Kro 3:5 | 5 Het grote huis nu overdekte hij met 142 2Kro 4:9 | voorhof der priesteren, en het grote voorhof, mitsgaders de deuren 143 2Kro 4:18| maakte al deze vaten, in grote menigte; want het gewicht 144 2Kro 8:8 | Israel met hem, een zeer grote gemeente, van den ingang 145 2Kro 10:9 | gouds, en specerijen in grote menigte, en kostelijk gesteente; 146 2Kro 14:8 | David; gij zijt wel een grote menigte, maar gij hebt gouden 147 2Kro 16:13| van den kleine tot den grote, en van den man tot de vrouw 148 2Kro 17:14| brandden over hem een ganse grote branding. ~  ~  ~  149 2Kro 20:2 | het aangezicht des HEEREN grote toornigheid. ~ 150 2Kro 20:10| worden aan den HEERE, en een grote toornigheid over u en over 151 2Kro 21:2 | zeggende: Daar komt een grote menigte tegen u van gene 152 2Kro 21:12| is geen kracht tegen deze grote menigte, die tegen ons komt, 153 2Kro 21:15| niet ontzet vanwege deze grote menigte; want de strijd 154 2Kro 22:14| HEERE zal u plagen met een grote plage aan uw volk, en aan 155 2Kro 22:15| 15 Gij zult ook in grote krankheden zijn, door de 156 2Kro 22:34| HEERE zal u plagen met een grote plage aan uw volk, en aan 157 2Kro 22:35| 15 Gij zult ook in grote krankheden zijn, door de 158 2Kro 24:18| de afgoden; toen was een grote toornigheid over Juda en 159 2Kro 24:24| hand een heirkracht van grote menigte, dewijl zij den 160 2Kro 24:25| want zij lieten hem in grote krankheden), maakten zijn 161 2Kro 26:15| zouden, om met pijlen en met grote stenen, te schieten; zo 162 2Kro 28:5 | gevankelijk wegvoerden een grote menigte van gevangenen, 163 2Kro 29:8 | 8 Daarom is een grote toorn des HEEREN over Juda 164 2Kro 30:13| de tweede maand, een zeer grote gemeente. ~ 165 2Kro 30:21| broden, zeven dagen, met grote blijdschap. De Levieten 166 2Kro 30:26| 26 Zo was er grote blijdschap te Jeruzalem; 167 2Kro 32:25| over Juda en Jeruzalem, een grote toornigheid. ~ 168 2Kro 32:26| van Jeruzalem, zodat de grote toornigheid des HEEREN over 169 2Kro 32:29| menigte; want God gaf hem zeer grote have. ~ 170 2Kro 34:30| en al het volk, van den grote tot den kleine toe; en men 171 2Kro 37:18| vaten van het huis Gods, de grote en de kleine, en de schatten 172 Ezra 4:10| overige volkeren, die de grote en vermaarde Asnappar heeft 173 Ezra 5:8 | hetwelk gebouwd wordt met grote stenen, en het hout wordt 174 Ezra 7:23| hemels; want waartoe zou er grote toorn zijn over het koninkrijk 175 Ezra 9:7 | onzer vaderen af zijn wij in grote schuld tot op dezen dag; 176 Ezra 9:13| boze werken, en om onze grote schuld, omdat Gij, o onze 177 Ezra 10:1 | hem uit Israel een zeer grote gemeente van mannen, en 178 Neh 1:3 | zijn overgebleven, zijn in grote ellende en in versmaadheid; 179 Neh 1:5 | HEERE, God des hemels, Gij, grote en vreselijke God! Die het 180 Neh 1:10 | Gij verlost hebt door Uw grote kracht en door Uw sterke 181 Neh 5:7 | broeder. Voorts belegde ik een grote vergadering tegen hen. ~ 182 Neh 8:13 | om delen te zenden, en om grote blijdschap te maken; want 183 Neh 8:18 | dag toe; en er was zeer grote blijdschap. ~ 184 Neh 9:18 | Egypte heeft opgevoerd; en grote lasteren gedaan hadden; ~ 185 Neh 9:19 | Gij hen nochtans door Uw grote barmhartigheid niet verlaten 186 Neh 9:25 | wellust geleefd, door Uw grote goedigheid. ~ 187 Neh 9:26 | wederkeren tot U; alzo hebben zij grote lasteren gedaan. ~ 188 Neh 9:27 | gehoord, en hun naar Uw grote barmhartigheden verlossers 189 Neh 9:31 | 31 Doch door Uw grote barmhartigheden hebt Gij 190 Neh 9:32 | Nu dan, o onze God, Gij grote, Gij machtige, en Gij vreselijke 191 Neh 9:37 | welgevallen; alzo zijn wij in grote benauwdheid. ~ 192 Neh 12:31 | muur; en ik stelde twee grote dankkoren en omgangen, een 193 Neh 12:43 | offerden deszelven daags grote slachtofferen, en waren 194 Neh 12:43 | hen vrolijk gemaakt met grote vrolijkheid; en ook waren 195 Neh 13:5 | 5 En hij had hem een grote kamer gemaakt, alwaar zij 196 Neh 13:27 | ulieden horen, dat gij al dit grote kwaad zoudt doen, overtredende 197 Est 49:8 | koninklijk kleed, en met een grote gouden kroon, en met een 198 Job 1:19 | 19 En zie, een grote wind kwam van over de woestijn, 199 Job 3:19 | 19 De kleine en de grote is daar; en de knecht vrij 200 Job 5:9 | 9 Die grote dingen doet, die men niet 201 Job 9:10 | 10 Die grote dingen doet, die men niet 202 Job 31:34 | 34 Zeker, ik kon wel een grote menigte geweldiglijk onderdrukt 203 Job 36:38 | zeer wonderlijk; Hij doet grote dingen, en wij begrijpen 204 Job 36:56 | kracht; doch door gericht en grote gerechtigheid verdrukt Hij 205 Psa 18:17 | mij, Hij trok mij op uit grote wateren. ~ 206 Psa 19:12 | in het houden van die is grote loon. ~ 207 Psa 19:14 | oprecht zijn en rein van grote overtreding. ~ 208 Psa 22:26 | zal mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften 209 Psa 29:3 | dondert; de HEERE is op de grote wateren. ~ 210 Psa 32:6 | ja, in een overloop van grote wateren zullen zij hem niet 211 Psa 33:16 | held wordt niet gered door grote kracht; ~ 212 Psa 33:17 | bevrijdt niet door zijn grote sterkte. ~ 213 Psa 34:16 | held wordt niet gered door grote kracht; ~ 214 Psa 34:17 | bevrijdt niet door zijn grote sterkte. ~ 215 Psa 36:18 | Zo zal ik U loven in de grote gemeente; onder machtig 216 Psa 37:7 | Gods; Uw oordelen zijn een grote afgrond; HEERE! Gij behoudt 217 Psa 41:10 | boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen 218 Psa 41:11 | trouw verheel ik niet in de grote gemeente. ~ 219 Psa 62:10 | gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de 220 Psa 68:12 | goede tijdingen was een grote heirschaar. ~ 221 Psa 71:19 | tot in de hoogte; Gij, Die grote dingen gedaan hebt; o God! 222 Psa 77:20 | in de zee, en Uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen 223 Psa 86:5 | gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid allen, 224 Psa 89:51 | mijn boezem draag, van alle grote volken. ~ 225 Psa 93:4 | geweldiger dan het bruisen van grote wateren, dan de geweldige 226 Psa 104:25 | getal, kleine gedierten met grote. ~ 227 Psa 106:21 | vergaten God, hun Heiland, Die grote dingen gedaan had in Egypte; ~ 228 Psa 107:23 | afvaren, handel doende op grote wateren; ~ 229 Psa 119:53 | 53  Grote beroering heeft mij bevangen 230 Psa 126:2 | heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan. ~ 231 Psa 126:3 | 3De HEERE heeft grote dingen bij ons gedaan; dies 232 Psa 136:4 | 4 Dien, Die alleen grote wonderen doet; want Zijn 233 Psa 136:7 | 7 Dien, Die de grote lichten heeft gemaakt; want 234 Psa 136:17 | 17 Die grote koningen geslagen heeft; 235 Psa 144:7 | ontzet mij, en ruk mij uit de grote wateren, uit de hand der 236 Spre 7:18| ons ons vrolijk maken in grote liefde. ~ 237 Spre 15:6 | des rechtvaardigen is een grote schat; maar in des goddelozen 238 Spre 15:16| vreze des HEEREN, dan een grote schat, en onrust daarbij. ~ 239 Spre 19:13| zotte zoon is zijn vader grote ellende; en de kijvingen 240 Spre 22:1 | naam is uitgelezener dan grote rijkdom, de goede gunst 241 Spre 28:12| opspringen van vreugde, is er grote heerlijkheid; maar als de 242 Pred 2:4 | 4      Ik maakte mij grote werken, ik bouwde mij huizen, 243 Pred 9:14| omsingelde ze, en hij bouwde grote vastigheden tegen haar. ~ 244 Pred 10:4 | het is medicijn, het stilt grote zonden. ~ 245 Pred 10:6 | Een dwaas wordt gezet in grote hoogheden, maar de rijken 246 Pred 10:18| 18      Door grote luiheid verzwakt het gebint, 247 Jes 5:9 | verwoesting zullen worden, de grote en de treffelijke zonder 248 Jes 8:1 | HEERE tot mij: Neem u een grote rol, en schrijf daarop met 249 Jes 16:14 | gemaakt worden, met al die grote menigte; en het      overblijfsel 250 Jes 17:12 | Wee der veelheid der grote volken, die daar bruisen, 251 Jes 17:13 | zullen wel ruisen, gelijk grote wateren ruisen; doch Hij 252 Jes 21:3 | zijn mijn lendenen vol van grote krankheid, bange weeen hebben 253 Jes 21:7 | merkte zeer nauw op, met grote opmerking. ~ 254 Jes 23:3 | zaad van Sichor over de grote wateren, de oogst der rivier; 255 Jes 27:13 | geschieden, dat er met een grote bazuin geblazen zal worden; 256 Jes 30:25 | watervlieten zijn, in den dag der grote slachting, wanneer de torens 257 Jes 34:6 | slachtoffer te Bozra, en een grote slachting in het land der 258 Jes 36:4 | nu tot Hizkia: Zo zegt de grote koning, de koning van Assyrie: 259 Jes 45:14 | Sabeers, der mannen van grote lengte, zullen tot u overkomen, 260 Jes 54:7 | Ik u verlaten; maar met grote ontfermingen zal Ik u vergaderen. ~ 261 Jes 58:10 | Gij zijt vermoeid door uw grote reis, maar gij zegt niet: 262 Jes 59:11 | zal uw ziel verzadigen in grote droogten, en uw beenderen 263 Jes 64:1 | Die voorttrekt in Zijn grote kracht? Ik ben het, Die 264 Jes 64:7 | ons heeft bewezen, en de grote goedigheid aan het huis      265 Jer 4:6 | van het noorden, en een grote breuk. ~ 266 Jer 6:1 | van het noorden, en een grote breuk. ~ 267 Jer 6:22 | van het noorden, en een grote natie zal opgewekt worden 268 Jer 13:9 | hovaardij van Juda, en die grote hovaardij van Jeruzalem. ~ 269 Jer 14:1 | geschied is, over de zaken der grote droogte. ~ 270 Jer 14:17 | is gebroken met      een grote breuk, een plage, die zeer 271 Jer 16:10 | spreekt de HEERE al dit grote kwaad over ons, en welke 272 Jer 21:5 | met grimmigheid, en met grote verbolgenheid. ~ 273 Jer 21:6 | als de beesten; door een grote pestilentie zullen zij sterven. ~ 274 Jer 22:8 | HEERE alzo gedaan aan deze grote stad? ~ 275 Jer 25:14 | die ook machtige volken en grote koningen zijn; alzo zal 276 Jer 27:5 | aardbodem zijn, door Mijn grote kracht, en door Mijn uitgestrekten 277 Jer 27:7 | zich machtige volken en grote koningen van hem doen      278 Jer 28:8 | tegen veel landen en tegen grote koninkrijken geprofeteerd, 279 Jer 31:8 | barenden te      zamen; met een grote gemeente zullen zij herwaarts 280 Jer 32:17 | de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekten 281 Jer 32:18 | hunner kinderen na hen; Gij grote, Gij geweldige God, Wiens 282 Jer 32:21 | uitgestrekten arm, en door grote verschrikking. ~ 283 Jer 32:37 | Mijn grimmigheid, en in grote verbolgenheid; en Ik zal 284 Jer 32:42 | volk gebracht heb al dit grote kwaad, alzo zal Ik over 285 Jer 33:3 | en Ik zal u bekend maken grote en vaste dingen, die gij 286 Jer 41:12 | en zij vonden hem aan het grote water, dat bij Gibeon is. ~ 287 Jer 43:9 | 9      Neem grote stenen in uw hand, en verberg 288 Jer 44:15 | daar stonden, zijnde een grote hoop, mitsgaders al      289 Jer 45:5 | 5   En zoudt gij u grote dingen zoeken? Zoek ze niet; 290 Jer 48:3 | Horonaim; verstoring en een grote breuk! ~ 291 Jer 50:9 | zal een verzameling van grote volken uit het land van 292 Jer 50:22 | krijgsgeschrei in het land, en een grote breuk. ~ 293 Jer 50:41 | uit het noorden; en een grote natie, en geweldige koningen 294 Jer 51:54 | gekrijts uit Babel, en een grote breuk uit het land der Chaldeen. ~ 295 Jer 51:55 | golven zullen bruisen als grote wateren; het geruis van 296 Eze 1:4 | van het noorden af, een grote wolk, en een vuur daarin 297 Eze 3:12 | achter mij een stem van grote ruising, zeggende: Geloofd 298 Eze 3:13 | hen; en het geluid ener grote ruising. ~ 299 Eze 8:6 | gij wel, wat zij doen, de grote gruwelen, die het huis Israels 300 Eze 8:6 | gij zult nog wederom      grote gruwelen zien. ~ 301 Eze 8:13 | mij: Gij zult nog wederom grote gruwelen zien, die zij doen. ~ 302 Eze 13:11 | plasregen zijn; en gij, o grote hagelstenen, zult vallen, 303 Eze 13:11 | hagelstenen, zult vallen, en een grote stormwind zal      hem splijten. ~ 304 Eze 13:13 | plasregen zijn in Mijn toorn, en grote      hagelstenen in Mijn 305 Eze 16:7 | geworden, en zijt gekomen tot grote sierlijkheid; uw borsten 306 Eze 16:46 | 46      Uw grote zuster nu is Samaria, zij 307 Eze 17:5 | het bij vele wateren met grote voorzichtigheid. ~ 308 Eze 17:7 | 7      Nog was er een grote arend, groot van vleugelen 309 Eze 25:17 | 17      En Ik zal grote wraak met grimmige straffingen 310 Eze 26:19 | zal doen opkomen, en de grote      wateren u zullen overdekken, ~ 311 Eze 27:26 | Die u roeien, hebben u in grote wateren gevoerd; de oostenwind 312 Eze 27:36 | fluiten u aan; gij zijt een grote schrik geworden, en zult 313 Eze 28:19 | over u ontzet; gij zijt een grote schrik geworden, en zult 314 Eze 30:4 | komen in Egypte, en er zal grote smart zijn in Morenland, 315 Eze 30:9 | verschrikken; en er zal grote smart bij hen zijn, als 316 Eze 30:16 | Egypte leggen; Sin zal zeer grote pijn hebben, en No zal gespleten 317 Eze 31:5 | scheuten lang, vanwege de grote wateren, als hij uitschoot. ~ 318 Eze 31:6 | onder zijn scheuten; en alle grote volken zaten onder zijn 319 Eze 31:7 | takken, omdat zijn wortel aan grote wateren was. ~ 320 Eze 31:15 | stromen van dien, en de grote      wateren werden geschut; 321 Eze 32:13 | beesten verdoen van bij de grote wateren; en geen mensenvoet 322 Eze 38:4 | volkomen wel gekleed zijn, een grote      vergadering, met rondas 323 Eze 38:15 | paarden zullen rijden, een grote vergadering, en een machtig 324 Eze 38:22 | overstelpenden plasregen, en grote hagelstenen, vuur en zwavel 325 Eze 47:10 | wezen als de vis van de grote zee, zeer menigvuldig. ~ 326 Eze 47:15 | den noorderhoek, van de grote zee af, den weg van Hethlon, 327 Eze 47:19 | de beek henen, tot aan de grote zee; en dat zal de zuiderhoek 328 Eze 47:20 | En den westerhoek, de grote zee, van de landpale af 329 Eze 48:28 | beek henen, tot aan de      grote zee. ~ 330 Dan 2:6 | geschenken en gaven, en grote eer van mij ontvangen; daarom 331 Dan 2:10 | is er geen koning,      grote of heerser, die zulk een 332 Dan 2:45 | zilver en goud vermaalde; de grote God heeft den koning      333 Dan 2:48 | groot, en hij gaf hem vele grote geschenken, en hij stelde 334 Dan 4:30 | en zeide: Is dit niet het grote Babel, dat ik gebouwd heb 335 Dan 7:2 | hemels braken voort op de grote zee. ~ 336 Dan 7:3 | En er klommen vier grote dieren op uit de zee, het 337 Dan 7:7 | en zeer sterk; en het had grote ijzeren tanden, het at, 338 Dan 7:8 | mensenogen, en een mond, grote dingen sprekende. ~ 339 Dan 7:11 | toe vanwege de stem der grote woorden, welke die hoorn 340 Dan 7:17 | 17      Deze grote dieren, die vier zijn, zijn 341 Dan 7:20 | had, en een      mond, die grote dingen sprak, en wiens aanzien 342 Dan 8:8 | sterk geworden was, brak die grote hoorn, en er kwamen op aan 343 Dan 8:21 | koning van Griekenland; en de grote hoorn, welke tussen zijn 344 Dan 9:4 | en zeide: Och Heere! Gij grote en verschrikkelijke God, 345 Dan 10:4 | was ik aan den oever der grote rivier, welke is Hiddekel. ~ 346 Dan 10:7 | dat gezicht niet; doch een grote verschrikking viel op hen, 347 Dan 10:8 | overgelaten, en zag dit grote gezicht, en er bleef in 348 Dan 11:2 | zal verrijkt worden met grote rijkdom, meer dan al de 349 Dan 11:3 | koning opstaan, die met grote heerschappij heersen zal, 350 Dan 11:5 | zijn heerschappij zal een grote      heerschappij zijn. ~ 351 Dan 11:10 | zij zullen een menigte van grote heiren verzamelen; en een 352 Dan 11:11 | het Noorden, die ook een grote menigte oprichten zal, doch      353 Dan 11:13 | snellijk komen met      een grote heirkracht, en met groot 354 Dan 11:25 | van het Zuiden, met een grote heirkracht; en de koning 355 Dan 11:25 | den strijd mengen met een grote      en zeer machtige heirkracht; 356 Dan 11:44 | daarom zal hij uittrekken met grote grimmigheid om velen te 357 Dan 12:1 | zal Michael opstaan, die grote vorst, die voor de kinderen 358 Joe 2:20 | zal opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan. ~ 359 Joe 2:21 | blijde; want de HEERE heeft grote dingen gedaan. ~ 360 Joe 2:31 | maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN 361 Amos 3:9 | van Samaria, en ziet de grote beroerten in het midden 362 Amos 3:15| huizen zullen vergaan, en de grote huizen een einde nemen, 363 Amos 6:2 | van daar naar Hamath, de grote stad, en trekt af naar Gath 364 Amos 6:11| geeft bevel, en Hij zal het grote huis slaan met inwatering, 365 Jona 1:2 | Maak u op, ga naar de grote stad Nineve, en predik tegen 366 Jona 1:4 | op de zee; en er werd een grote storm in de zee, zodat het 367 Jona 1:10| vreesden die mannen met grote vreze, en zeiden tot hem: 368 Jona 1:12| want ik weet, dat deze grote storm ulieden om mijnentwil 369 Jona 1:16| de mannen den HEERE met grote vreeze; en zij slachtten 370 Jona 3:2 | Maak u op, ga naar de grote stad Nineve; en predik tegen 371 Jona 3:3 | HEEREN. Nineve nu was een grote stad Gods, van drie dagreizen. ~ 372 Jona 4:6 | over den wonderboom met grote blijdschap. ~ 373 Jona 4:11| 11      En Ik zou die grote stad Nineve niet verschonen? 374 Mic 4:3 | 3      En Hij zal onder grote volken richten, en machtige 375 Mic 7:3 | oordeelt om vergelding; en de grote spreekt de verderving zijner 376 Nah 1:3 | is lankmoedig, doch van grote kracht, en Hij houdt den 377 Nah 3:4 | 4      Om der grote hoererijen wil der zeer 378 Nah 3:17 | uw krijgsoversten als de grote kevers, die zich in de heiningmuren 379 Zep 1:10 | tweede gedeelte, en een grote breuk van de heuvelen af. ~ 380 Zep 1:14 | 14      De grote dag des HEEREN is nabij; 381 Zac 4:7 | 7      Wie zijt gij, o grote berg? Voor het aangezicht 382 Zac 7:12 | waaruit ontstaan is een grote toorn van den HEERE der 383 Zac 8:2 | een groten ijver; ja, met grote grimmigheid heb Ik over 384 Zac 9:5 | desgelijks Gaza, en zal grote smart hebben, mitsgaders 385 Zac 14:4 | westen, zodat er een zeer grote vallei zal zijn; en de ene 386 Zac 14:14 | en zilver, en klederen in grote menigte. ~ 387 Mal 4:5 | profeet Elia, eer dat die grote en die vreselijke dag des 388 Matt 2:10| verheugden zij zich met zeer grote vreugde. ~ 389 Matt 8:24| En ziet, er ontstond een grote onstuimigheid in de zee, 390 Matt 8:26| winden en de zee; en er werd grote stilte. ~ 391 Matt 13:46| hebbende een parel van grote waarde gevonden, ging heen 392 Matt 14:14| Jezus uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk 393 Matt 15:33| bekomen, dat wij zulk een grote schare zouden verzadigen? ~ 394 Matt 20:29| Jericho uitgingen, is Hem een grote schare gevolgd. ~ 395 Matt 22:36| 36 Meester! welk is het grote gebod in de wet? ~ 396 Matt 22:38| Dit is het eerste en het grote gebod. ~ 397 Matt 24:21| 21 Want alsdan zal grote verdrukking wezen, hoedanige 398 Matt 24:24| profeten opstaan, en zullen grote tekenen en wonderheden doen, 399 Matt 24:30| de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid. ~ 400 Matt 26:47| twaalven, kwam, en met hem een grote schare, met zwaarden en 401 Matt 26:59| ouderlingen, en de gehele grote raad zochten valse getuigenis 402 Matt 27:46| negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, 403 Matt 27:50| En Jezus, wederom met een grote stem roepende, gaf den geest. ~ 404 Matt 27:60| uitgehouwen had; en een grote steen tegen de deur des 405 Matt 28:2 | ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel 406 Matt 28:8 | van het graf, met vreze en grote blijdschap, liepen zij heen, 407 Mark 1:26| scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit van hem. ~ 408 Mark 3:7 | de zee; en Hem volgde een grote menigte van Galilea, en 409 Mark 3:8 | omtrent Tyrus en Sidon, een grote menigte, gehoord hebbende, 410 Mark 3:8 | menigte, gehoord hebbende, hoe grote dingen Hij deed, kwamen 411 Mark 4:1 | zee; en er vergaderde een grote schare bij Hem, alzo dat 412 Mark 4:32| de moeskruiden, en maakt grote takken, alzo dat de vogelen 413 Mark 4:37| 37 En er werd een grote storm van wind, en de baren 414 Mark 4:39| ging liggen, en er werd grote stilte. ~ 415 Mark 4:41| 41 En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot elkander: 416 Mark 5:7 | 7 En met een grote stem roepende, zeide hij: 417 Mark 5:11| aldaar aan de bergen was een grote kudde zwijnen, weidende. ~ 418 Mark 5:19| uwen, en boodschap hun, wat grote dingen u de Heere gedaan 419 Mark 5:20| land van Dekapolis, wat grote dingen hem Jezus gedaan 420 Mark 5:21| andere zijde, vergaderde een grote schare bij Hem; en Hij was 421 Mark 5:24| Hij ging met hem; en een grote schare volgde Hem, en zij 422 Mark 5:42| en zij ontzetten zich met grote ontzetting. ~ 423 Mark 6:34| Jezus, uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk 424 Mark 8:1 | dagen, als er een geheel grote schare was, en zij niets 425 Mark 9:14| gekomen was, zag Hij een grote schare rondom hen, en enige 426 Mark 10:46| Zijn discipelen, en een grote schare van Jericho uitging, 427 Mark 13:2 | zeide tot hem: Ziet gij deze grote gebouwen? Er zal niet een 428 Mark 13:26| komende in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid. ~ 429 Mark 14:15| En hij zal u wijzen een grote opperzaal, toegerust en 430 Mark 14:43| twaalven, en met hem een grote schare, met zwaarden en 431 Mark 15:34| ure, riep Jezus met een grote stem, zeggende: ELOI, ELOI, 432 Mark 15:37| 37 En Jezus, een grote stem van Zich gegeven hebbende, 433 Luk 1:42 | 42 En riep uit met een grote stem, en zeide: Gezegend 434 Luk 1:49 | 49 Want grote dingen heeft aan mij gedaan 435 Luk 2:9 | hen, en zij vreesden met grote vreze. ~ 436 Luk 2:10 | want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke 437 Luk 4:25 | maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het 438 Luk 4:33 | duivels; en hij riep uit met grote stemme, ~ 439 Luk 4:38 | vrouws moeder was met een grote koorts bevangen, en zij 440 Luk 5:6 | hadden, besloten zij een grote menigte vissen, en hun net 441 Luk 5:29 | zijn huis; en er was een grote schare van tollenaren, en 442 Luk 6:17 | Zijner discipelen, en een grote menigte des volks van geheel 443 Luk 7:11 | Zijn discipelen, en een grote schare. ~ 444 Luk 7:12 | en zij was weduwe en een grote schare van de stad was met 445 Luk 8:4 | 4 Als nu een grote schare bijeenvergaderde, 446 Luk 8:28 | neder, en zeide met een grote stem: Wat heb ik met U te 447 Luk 8:37 | wegging; want zij waren met grote vreze bevangen. En Hij, 448 Luk 8:39 | uw huis, en vertel, wat grote dingen u God gedaan heeft. 449 Luk 8:39 | stad, verkondigende, wat grote dingen Jezus hem gedaan 450 Luk 9:37 | berg afkwamen, dat Hem een grote schare in het gemoet kwam. ~ 451 Luk 15:14 | verteerd had, werd er een grote hongersnood in datzelve 452 Luk 16:10 | minste, die is ook in het grote getrouw; en die in het minste 453 Luk 16:10 | onrechtvaardig is, die is ook in het grote onrechtvaardig. ~ 454 Luk 16:26 | tussen ons en ulieden is een grote klove gevestigd, zodat degenen, 455 Luk 17:15 | was, keerde wederom, met grote stemme God verheerlijkende. ~ 456 Luk 19:37 | verblijden, en God te loven met grote stemme, vanwege al de krachtige 457 Luk 21:11 | 11 En er zullen grote aardbevingen wezen in verscheidene 458 Luk 21:11 | schrikkelijke dingen, en grote tekenen van den hemel geschieden. ~ 459 Luk 21:23 | in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land, en 460 Luk 21:27 | zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. ~ 461 Luk 22:12 | 12 En hij zal u een grote toegeruste opperzaal wijzen, 462 Luk 22:44 | En zijn zweet werd gelijk grote droppelen bloeds, die op 463 Luk 23:27 | 27 En een grote menigte van volk en van 464 Luk 23:46 | 46 En Jezus, roepende met grote stemme, zeide: Vader, in 465 Luk 24:52 | weder naar Jeruzalem met grote blijdschap. ~ 466 Joha 5:3 | 3 In dezelve lag een grote menigte van kranken, blinden, 467 Joha 5:13| was ontweken, alzo er een grote schare in die plaats was. ~ 468 Joha 6:2 | 2 En Hem volgde een grote schare, omdat zij Zijn tekenen 469 Joha 6:5 | opheffende, en ziende, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide 470 Joha 6:18| verhief zich, overmits er een grote wind waaide. ~ 471 Joha 7:37| laatsten dag, zijnde de grote dag van het feest, stond 472 Joha 11:43| gezegd had, riep Hij met grote stemme: Lazarus, kom uit! ~ 473 Joha 12:9 | 9 Een grote schare dan der Joden verstond, 474 Joha 12:12| 12 Des anderen daags, een grote schare, die tot het feest 475 Joha 21:11| het net op het land, vol grote vissen, tot honderd drie 476 Hand 2:11| horen hen in onze talen de grote werken Gods spreken. ~ 477 Hand 2:20| maan in bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des 478 Hand 4:33| En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis van de 479 Hand 4:33| den Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen. ~ 480 Hand 6:24| geloofs; en er werd een grote schare den Heere toegevoegd. ~ 481 Hand 6:26| vergaderden in de Gemeente, en een grote schare leerden; en dat de 482 Hand 6:28| door den Geest, dat er een grote hongersnood zou wezen over 483 Hand 8:1 | en alzo spraken, dat een grote menigte, beiden van Joden 484 Hand 8:10| 10 Zeide met grote stem: Sta recht op uw voeten! 485 Hand 8:27| hebbende, verhaalden zij, wat grote dingen God met hen gedaan 486 Hand 9:3 | en deden al den broederen grote blijdschap aan. ~ 487 Hand 9:4 | en zij verkondigden, wat grote dingen God met hen gedaan 488 Hand 9:7 | 7 En als daarover grote twisting geschiedde, stond 489 Hand 9:12| en Paulus verhalen, wat grote tekenen en wonderen God 490 Hand 10:26| geschiedde snellijk een grote aardbeving, alzo dat de 491 Hand 10:28| 28 Maar Paulus riep met grote stem, zeggende: Doe uzelven 492 Hand 11:4 | godsdienstige Grieken een grote menigte, en van de voornaamste 493 Hand 13:27| dat ook de tempel van de grote godin Diana als niets geacht 494 Hand 13:35| kerkbewaarster zij van de grote godin Diana, en van het 495 Hand 15:40| tot het volk; en als er grote stilte geworden was, sprak 496 Hand 16:28| dit burgerrecht voor een grote som gelds verkregen. En 497 Hand 17:10| 10 En als er grote tweedracht ontstaan was, 498 Hand 18:3 | 3 Dat wij grote vrede door u bekomen, en 499 Hand 19:23| gekomen was en Bernice, met grote pracht, en als zij ingegaan 500 Hand 20:24| sprak, zeide Festus met grote stem: Gij raast, Paulus,


1-500 | 501-581

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License