1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18165
Book Chapter: Verse
14001 Dan 9:1 | 1 In het eerste jaar van Darius,
14002 Dan 9:1 | zoon van Ahasveros, uit het zaad der Meden, die koning
14003 Dan 9:1 | koning gemaakt was over het koninkrijk der Chaldeen; ~
14004 Dan 9:2 | 2 In het eerste jaar zijner regering,
14005 Dan 9:2 | Daniel, in de boeken, dat het getal der jaren, van dewelke
14006 Dan 9:2 | getal der jaren, van dewelke het woord des HEEREN tot den
14007 Dan 9:2 | Jeremia geschied was, in het vervullen der verwoestingen
14008 Dan 9:3 | Heere, om Hem te zoeken met het gebed, en smekingen, met
14009 Dan 9:4 | verschrikkelijke God, Die het verbond en de weldadigheid
14010 Dan 9:6 | en onze vaders, en tot al het volk des lands. ~
14011 Dan 9:7 | der aangezichten, gelijk het is te deze dage; bij de
14012 Dan 9:13 | gekomen; en wij smeekten het aangezicht des HEEREN, onzes
14013 Dan 9:14 | Daarom heeft de HEERE over het kwade gewaakt, en Hij heeft
14014 Dan 9:14 | kwade gewaakt, en Hij heeft het over ons gebracht; want
14015 Dan 9:17 | nu, o onze God! hoor naar het gebed Uws knechts, en naar
14016 Dan 9:19 | o Heere, merk op en doe het, vertraag het niet! Om Uws
14017 Dan 9:19 | op en doe het, vertraag het niet! Om Uws Zelfs wil,
14018 Dan 9:20 | smeking nederwierp voor het aangezicht des HEEREN, mijns
14019 Dan 9:21 | Als ik nog sprak in het gebed, zo kwam de man Gabriel,
14020 Dan 9:21 | de man Gabriel, die ik in het begin in een gezicht gezien
14021 Dan 9:23 | 23 In het begin uwer smekingen is
14022 Dan 9:23 | begin uwer smekingen is het woord uitgegaan, en ik ben
14023 Dan 9:24 | gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet
14024 Dan 9:26 | uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven
14025 Dan 9:26 | komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven,
14026 Dan 9:26 | overstromende vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn,
14027 Dan 9:27 | 27 En hij zal velen het verbond versterken een week;
14028 Dan 9:27 | de helft der week zal hij het slachtoffer en het spijsoffer
14029 Dan 9:27 | zal hij het slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden,
14030 Dan 10:1 | 1 In het derde jaar van Kores, den
14031 Dan 10:1 | en hij had verstand van het gezicht. ~
14032 Dan 10:12 | te verootmoedigen, voor het aangezicht uws Gods,
14033 Dan 10:14 | uw volk bejegenen zal in het vervolg der dagen, want
14034 Dan 10:14 | vervolg der dagen, want het gezicht is nog voor vele
14035 Dan 10:21 | hetgeen getekend is in het geschrift der waarheid;
14036 Dan 11:1 | Ik nu, ik stond in het eerste jaar van Darius den
14037 Dan 11:2 | ze allen verwekken tegen het koninkrijk van Griekenland. ~
14038 Dan 11:5 | 5 En de koning van het Zuiden, die een van zijn
14039 Dan 11:6 | 6 Op het einde nu van sommige jaren,
14040 Dan 11:6 | dochter des konings van het Zuiden zal komen tot den
14041 Dan 11:6 | komen tot den koning van het Noorden, om billijke
14042 Dan 11:7 | plaatsen des konings van het Noorden, en hij zal
14043 Dan 11:8 | boven den koning van het Noorden. ~
14044 Dan 11:9 | Alzo zal de koning van het Zuiden in het koninkrijk
14045 Dan 11:9 | koning van het Zuiden in het koninkrijk komen, en hij
14046 Dan 11:11 | 11 En de koning van het Zuiden zal verbitterd worden,
14047 Dan 11:11 | hem, tegen den koning van het Noorden, die ook een grote
14048 Dan 11:13 | Want de koning van het Noorden zal wederkeren,
14049 Dan 11:13 | eerste was, oprichten; en aan het einde van de tijden der
14050 Dan 11:14 | opstaan tegen den koning van het Zuiden; en de scheurmakers
14051 Dan 11:14 | zullen verheven worden, om het gezicht te bevestigen, doch
14052 Dan 11:15 | 15 En de koning van het Noorden zal komen, en een
14053 Dan 11:15 | innemen; en de armen van het Zuiden zullen niet bestaan,
14054 Dan 11:16 | bestaan; hij zal ook staan in het land des sieraads, en de
14055 Dan 11:17 | medebrengen, en hij zal het doen; want hij zal hem een
14056 Dan 11:21 | zal in stilheid komen, en het koninkrijk door vleierijen
14057 Dan 11:25 | verwekken tegen den koning van het Zuiden, met een grote heirkracht;
14058 Dan 11:25 | heirkracht; en de koning van het Zuiden zal zich in den strijd
14059 Dan 11:27 | 27 En het hart van beide deze koningen
14060 Dan 11:27 | zullen zij leugen spreken; en het zal niet gelukken, want
14061 Dan 11:27 | zal niet gelukken, want het zal nog een einde hebben
14062 Dan 11:28 | zijn hart zal zijn tegen het heilig verbond; en hij zal
14063 Dan 11:28 | heilig verbond; en hij zal het doen, en wederkeren in zijn
14064 Dan 11:29 | hij wederkeren, en tegen het Zuiden komen, doch het zal
14065 Dan 11:29 | tegen het Zuiden komen, doch het zal niet zijn gelijk de
14066 Dan 11:30 | wederkeren, en gram worden tegen het heilig verbond, en hij zal
14067 Dan 11:30 | verbond, en hij zal het doen; want wederkerende
14068 Dan 11:31 | ontstaan, en zij zullen het heiligdom ontheiligen, en
14069 Dan 11:31 | de sterkte, en zij zullen het gedurige offer wegnemen,
14070 Dan 11:32 | goddelooslijk handelen tegen het verbond, zal hij doen huichelen
14071 Dan 11:32 | huichelen door vleierijen; maar het volk, die hun God kennen,
14072 Dan 11:32 | zullen zij grijpen, en zullen het doen. ~
14073 Dan 11:33 | en zij zullen vallen door het zwaard en door vlam, door
14074 Dan 11:35 | maken, tot den tijd van het einde toe; want het zal
14075 Dan 11:35 | van het einde toe; want het zal nog zijn voor een bestemden
14076 Dan 11:36 | gramschap voleind zij, want het is vastelijk besloten, het
14077 Dan 11:36 | het is vastelijk besloten, het zal geschieden. ~
14078 Dan 11:39 | over velen, en hij zal het land uitdelen om prijs. ~
14079 Dan 11:40 | En op den tijd van het einde, zal de koning van
14080 Dan 11:40 | einde, zal de koning van het Zuiden tegen hem met hoornen
14081 Dan 11:40 | stoten; en de koning van het Noorden zal tegen hem aanstormen,
14082 Dan 11:41 | En hij zal komen in het land des sieraads, en vele
14083 Dan 11:42 | de landen leggen, ook zal het land van Egypte niet ontkomen. ~
14084 Dan 11:44 | Maar de geruchten van het Oosten en van het Noorden
14085 Dan 11:44 | geruchten van het Oosten en van het Noorden zullen hem verschrikken;
14086 Dan 12:1 | kinderen uws volks staat, als het zulk een tijd der benauwdheid
14087 Dan 12:1 | wordt geschreven te zijn in het boek. ~
14088 Dan 12:2 | En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen
14089 Dan 12:4 | dit boek, tot den tijd van het einde; velen zullen het
14090 Dan 12:4 | het einde; velen zullen het naspeuren, en de wetenschap
14091 Dan 12:6 | met linnen, Die boven op het water der rivier was: Tot
14092 Dan 12:6 | rivier was: Tot hoe lang zal het zijn, dat er een einde van
14093 Dan 12:7 | met linnen, Die boven op het water van de rivier was,
14094 Dan 12:8 | hoorde ik, doch ik verstond het niet; en ik zeide: Mijn
14095 Dan 12:8 | zeide: Mijn Heere! wat zal het einde zijn van deze dingen? ~
14096 Dan 12:9 | verzegeld tot den tijd van het einde. ~
14097 Dan 12:10 | van de goddelozen zullen het verstaan, maar de verstandigen
14098 Dan 12:10 | verstandigen zullen het verstaan. ~
14099 Dan 12:11 | En van dien tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen,
14100 Dan 12:13 | Maar gij, ga henen tot het einde, want gij zult rusten,
14101 Dan 12:13 | zult opstaan in uw lot, in het einde der dagen.
14102 Hos 1:1 | 1 Het woord des HEEREN, dat geschied
14103 Hos 1:2 | 2 Het begin van het woord des
14104 Hos 1:2 | 2 Het begin van het woord des HEEREN door Hosea.
14105 Hos 1:2 | kinderen der hoererijen; want het land hoereert ganselijk
14106 Hos 1:4 | van Jizreel bezoeken over het huis van Jehu, en zal het
14107 Hos 1:4 | het huis van Jehu, en zal het koninkrijk van het
14108 Hos 1:4 | het koninkrijk van het huis van Israel doen ophouden. ~
14109 Hos 1:5 | 5 En het zal te dien dage geschieden,
14110 Hos 1:5 | Israels boog verbreken zal, in het dal van Jizreel. ~
14111 Hos 1:6 | niet meer ontfermen over het huis Israels, maar Ik
14112 Hos 1:7 | 7 Maar over het huis van Juda zal Ik Mij
14113 Hos 1:10 | 10 Nochtans zal het getal der kinderen Israels
14114 Hos 1:10 | kinderen Israels zijn als het zand der zee, dat niet gemeten
14115 Hos 1:10 | noch geteld kan worden; en het zal geschieden, dat ter
14116 Hos 1:11 | enig hoofd stellen, en uit het land optrekken; want de
14117 Hos 2:7 | bekent toch niet, dat Ik haar het koren, en den most, en de
14118 Hos 2:7 | olie gegeven heb, en haar het zilver en goud vermenigvuldigd
14119 Hos 2:11 | stellen tot een woud, en het wild gedierte des velds
14120 Hos 2:14 | wijngaarden van daar af, en het dal Achor, tot een deur
14121 Hos 2:15 | 15 En het zal te dien dage geschieden,
14122 Hos 2:17 | verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds,
14123 Hos 2:17 | gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels, en
14124 Hos 2:17 | gevogelte des hemels, en het kruipend gedierte des aardbodems;
14125 Hos 2:17 | Ik zal den boog, en het zwaard, en den krijg van
14126 Hos 2:20 | 20 En het zal te dien dage geschieden,
14127 Hos 2:21 | 21 En de aarde zal het koren verhoren, mitsgaders
14128 Hos 3:5 | en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen. ~ ~ ~ ~
14129 Hos 4:1 | geen kennis van God in het land is; ~
14130 Hos 4:3 | 3 Daarom zal het land treuren, en een iegelijk,
14131 Hos 4:3 | daarin woont, kwelen, met het gedierte des velds, en met
14132 Hos 4:3 | gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels; ja,
14133 Hos 4:6 | volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is; dewijl
14134 Hos 4:6 | ook verworpen, dat gij Mij het priesterambt niet zult bedienen;
14135 Hos 4:9 | 9 Daarom, gelijk het volk, alzo zal de priester
14136 Hos 4:11 | en wijn, en most neemt het hart weg. ~
14137 Hos 4:12 | zijn hout, en zijn stok zal het hem bekend maken; want de
14138 Hos 4:14 | de snoodste hoeren; het volk dan, dat geen verstand
14139 Hos 4:18 | hoereren; hun schilden (het is een schande!) beminnen
14140 Hos 4:18 | is een schande!) beminnen het woord: Geeft. ~
14141 Hos 5:4 | geest der hoererijen is in het midden van hen, en den HEERE
14142 Hos 5:11 | hij heeft gewandeld naar het gebod. ~
14143 Hos 5:13 | niet kunnen genezen, en zal het gezwel van ulieden
14144 Hos 6:5 | oordelen zullen voortkomen aan het licht. ~
14145 Hos 6:7 | 7 Maar zij hebben het verbond overtreden als Adam;
14146 Hos 6:9 | iemand wachten, alzo is het gezelschap der priesteren;
14147 Hos 6:10 | een afschuwelijke zaak in het huis Israels; aldaar is
14148 Hos 7:4 | wakker te zijn, nadat hij het deeg heeft gekneed, totdat
14149 Hos 7:4 | deeg heeft gekneed, totdat het doorgezuurd zij. ~
14150 Hos 7:5 | 5 Het is de dag onzes konings;
14151 Hos 7:9 | zijn kracht, en hij merkt het niet; ook is de grauwigheid
14152 Hos 7:9 | verspreid, en hij merkt het niet. ~
14153 Hos 7:16 | hun vorsten vallen door het zwaard; vanwege de gramschap
14154 Hos 8:1 | komt als een arend tegen het huis des HEEREN; omdat zij
14155 Hos 8:3 | 3 Israel heeft het goede verstoten; de vijand
14156 Hos 8:4 | vorsten gesteld, maar Ik heb het niet gekend; van hun zilver
14157 Hos 8:6 | Israel; een werkmeester heeft het gemaakt, en het is geen
14158 Hos 8:6 | werkmeester heeft het gemaakt, en het is geen God, maar het zal
14159 Hos 8:6 | en het is geen God, maar het zal tot stukken worden,
14160 Hos 8:6 | zal tot stukken worden, het kalf van Samaria. ~
14161 Hos 8:7 | zullen een wervelwind maaien; het zal geen staande koren hebben,
14162 Hos 8:7 | geen staande koren hebben, het uitspruitsel zal geen meel
14163 Hos 8:7 | zal geen meel maken; of het misschien maakte, vreemden
14164 Hos 8:7 | maakte, vreemden zullen het verslinden. ~
14165 Hos 8:13 | zij offeren vlees, en eten het, maar de HEERE heeft aan
14166 Hos 9:3 | en zij zullen in Assyrie het onreine eten. ~
14167 Hos 9:4 | zal voor hun ziel zijn, het zal in des HEEREN huis niet
14168 Hos 9:7 | gekomen; die van Israel zullen het gewaar worden; de profeet
14169 Hos 9:8 | zijn wegen, een haat in het huis zijns Gods. ~
14170 Hos 10:4 | gesproken, valselijk zwerende in het verbond maken; daarom zal
14171 Hos 10:4 | verbond maken; daarom zal het oordeel als een vergiftig
14172 Hos 10:5 | zullen verschrikt zijn over het kalf van Beth-Aven; want
14173 Hos 10:7 | afgehouwen, als schuim op het water. ~
14174 Hos 10:10 | 10 Het is in Mijn lust, dat Ik
14175 Hos 10:12 | u een braakland; dewijl het tijd is den HEERE te zoeken,
14176 Hos 11:4 | was hun, als degenen, die het juk van op hun kinnebakken
14177 Hos 11:6 | 6 En het zwaard zal in zijn steden
14178 Hos 11:7 | afkering van Mij; zij roepen het wel tot den Allerhoogste,
14179 Hos 11:9 | geen mens, de Heilige in het midden van u, en Ik zal
14180 Hos 11:11 | Egypte, en als een duif uit het land van Assur; en Ik zal
14181 Hos 12:1 | omsingeld met leugen, en het huis Israels met bedrog;
14182 Hos 12:11 | tot de profeten, en Ik zal het gezicht vermenigvuldigen;
14183 Hos 12:13 | Jakob vlood toch naar het veld van Syrie, en Israel
14184 Hos 13:8 | beroofd is, en scheurde het slot huns harten; en Ik
14185 Hos 13:8 | aldaar als een oude leeuw; het wild gedierte des velds
14186 Hos 13:9 | 9 Het heeft u bedorven, o Israel!
14187 Hos 13:14 | Doch Ik zal hen van het geweld der hel verlossen,
14188 Hos 14:1 | haar God; zij zullen door het zwaard vallen, hun kinderkens
14189 Hos 14:3 | ongerechtigheid, en geef het goede, zo zullen wij betalen
14190 Hos 14:4 | rijden op paarden, en tot het werk onzer handen niet meer
14191 Joe 1:1 | 1 Het woord des HEEREN, dat geschied
14192 Joe 1:3 | kinderen daarvan, en laat het uw kinderen hun kinderen
14193 Joe 1:6 | tanden zijn leeuwentanden, en het heeft baktanden eens ouden
14194 Joe 1:7 | 7 Het heeft mijn wijnstok gesteld
14195 Joe 1:7 | mijn vijgeboom tot schuim; het heeft hem ganselijk ontbloot
14196 Joe 1:9 | Spijsoffer en drankoffer is van het huis des HEEREN afgesneden;
14197 Joe 1:10 | 10 Het veld is verwoest, het land
14198 Joe 1:10 | Het veld is verwoest, het land treurt; want het koren
14199 Joe 1:10 | verwoest, het land treurt; want het koren is verwoest, de most
14200 Joe 1:13 | drankoffer is geweerd van het huis uws Gods. ~
14201 Joe 1:16 | Blijdschap en verheuging van het huis onzes Gods? ~
14202 Joe 1:17 | schuren zijn afgebroken, want het koren is verdord. ~
14203 Joe 1:18 | 18 O, hoe zucht het vee, de runderkudden zijn
14204 Joe 2:3 | hetzelve brandt een vlam; het land is voor hetzelve als
14205 Joe 2:5 | hoogten der bergen; als het gedruis ener vuurvlam, die
14206 Joe 2:13 | berouw hebbende over het kwade. ~
14207 Joe 2:16 | 16 Verzamelt het volk, heiligt de gemeente,
14208 Joe 2:17 | HEEREN dienaars, wenen tussen het voorhuis en het altaar,
14209 Joe 2:17 | wenen tussen het voorhuis en het altaar, en laat hen zeggen:
14210 Joe 2:19 | zeggen: Ziet, Ik zend ulieden het koren, en den most, en de
14211 Joe 2:20 | En Ik zal dien van het noorden verre van ulieden
14212 Joe 2:22 | gras voortbrengen; want het geboomte zal zijn vrucht
14213 Joe 2:27 | gij zult weten, dat Ik in het midden van Israel ben, en
14214 Joe 2:28 | 28 En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn
14215 Joe 2:32 | 32 En het zal geschieden, al wie den
14216 Joe 3:2 | en zal hen afvoeren in het dal van Josafat; en Ik zal
14217 Joe 3:3 | 3 En hebben het lot over Mijn volk geworpen
14218 Joe 3:8 | volk; want de HEERE heeft het gesproken. ~
14219 Joe 3:12 | opmaken, en optrekken naar het dal van Josafat; maar aldaar
14220 Joe 3:14 | Menigten, menigten in het dal des dorswagens; want
14221 Joe 3:14 | des HEEREN is nabij, in het dal des dorswagens. ~
14222 Joe 3:18 | 18 En het zal te dien dage geschieden
14223 Joe 3:18 | zal een fontein uit het huis des HEEREN uitgaan,
14224 Joe 3:18 | des HEEREN uitgaan, en zal het dal van Sittim bewateren. ~
14225 Joe 3:19 | een woeste wildernis, om het geweld, gedaan aan de kinderen
14226 Amos 1:4 | Daarom zal Ik een vuur in het huis van Hazael zenden,
14227 Amos 1:5 | houdt, uit Beth-Eden; en het volk van Syrie zal gevankelijk
14228 Amos 1:8 | hand wenden tegen Ekron, en het overblijfsel der Filistijnen
14229 Amos 1:9 | en niet gedacht aan het verbond der broederen. ~
14230 Amos 1:11 | omdat hij zijn broederen met het zwaard heeft vervolgd, en
14231 Amos 2:3 | En Ik zal den rechter uit het midden van haar uitroeien;
14232 Amos 2:7 | Die er naar hijgen, dat het stof der aarde op het hoofd
14233 Amos 2:7 | dat het stof der aarde op het hoofd der armen zij, en
14234 Amos 2:8 | den wijn der geboeten in het huis van hun goden. ~
14235 Amos 2:10 | woestijn geleid, opdat gij het land van den Amoriet erfelijk
14236 Amos 3:1 | van Israel! namelijk tegen het ganse geslacht, dat Ik uit
14237 Amos 3:4 | Zal een leeuw brullen in het woud, als hij geen roof
14238 Amos 3:6 | stad geblazen worden, dat het volk niet siddere? zal er
14239 Amos 3:9 | 9 Doet het horen in de paleizen te
14240 Amos 3:9 | ziet de grote beroerten in het midden van haar, en de
14241 Amos 3:11 | De vijand! en dat rondom het land! die zal uw sterkte
14242 Amos 3:12 | Samaria, in den hoek van het bed, en op de sponde van
14243 Amos 3:13 | Hoort en betuigt in het huis Jakobs, spreekt de
14244 Amos 3:15 | 15 En Ik zal het winterhuis met het zomerhuis
14245 Amos 3:15 | Ik zal het winterhuis met het zomerhuis slaan; en de elpenbenen
14246 Amos 4:3 | en gij zult, hetgeen in het paleis gebracht is, wegwerpen,
14247 Amos 4:5 | 5 En rookt van het gedesemde een lofoffer,
14248 Amos 4:5 | vrijwillige offers uit, doet het horen; want alzo hebt gij
14249 Amos 4:5 | horen; want alzo hebt gij het gaarne, gij kinderen Israels!
14250 Amos 4:7 | niet doen regenen; het ene stuk lands werd beregend,
14251 Amos 4:7 | lands werd beregend, maar het andere stuk lands, waar
14252 Amos 4:7 | andere stuk lands, waar het niet op regende, verdorde. ~
14253 Amos 4:10 | heb uw jongelingen door het zwaard gedood, en uw paarden
14254 Amos 5:3 | zal tien overhouden, in het huis Israels. ~
14255 Amos 5:4 | Want zo zegt de HEERE tot het huis Israels: Zoekt Mij,
14256 Amos 5:6 | opdat Hij niet doorbreke in het huis van Jozef als een vuur,
14257 Amos 5:6 | zodat er niemand zij, die het blusse in Beth-El; ~
14258 Amos 5:7 | 7 Die het recht in alsem verkeren,
14259 Amos 5:8 | 8 Die het Zevengesternte en den Orion
14260 Amos 5:13 | dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn. ~
14261 Amos 5:14 | 14 Zoekt het goede, en niet het boze,
14262 Amos 5:14 | Zoekt het goede, en niet het boze, opdat gij leeft; en
14263 Amos 5:15 | 15 Haat het boze, en hebt lief het goede,
14264 Amos 5:15 | Haat het boze, en hebt lief het goede, en bestelt het recht
14265 Amos 5:15 | lief het goede, en bestelt het recht in de poort, misschien
14266 Amos 5:17 | rouwklage zijn; want Ik zal door het midden van u doorgaan; zegt
14267 Amos 5:19 | wanneer iemand vlood voor het aangezicht eens leeuws,
14268 Amos 5:22 | geen welgevallen aan; en het dankoffer van uw vette beesten
14269 Amos 5:23 | 23 Doe het getier uwer liederen van
14270 Amos 5:24 | 24 Maar laat het oordeel zich daarhenen wenden
14271 Amos 6:1 | en tot dewelke die van het huis Israels komen. ~
14272 Amos 6:4 | kudde, en de kalveren uit het midden van den meststal. ~
14273 Amos 6:5 | 5 Die op het geklank der luit kwinkeleren,
14274 Amos 6:7 | die in gevangenis gaan; en het banket dergenen, die weelderig
14275 Amos 6:9 | 9 En het zal geschieden, zo er tien
14276 Amos 6:10 | verbrandt, om de beenderen uit het huis uit te brengen, en
14277 Amos 6:10 | die binnen de zijden van het huis is: Zijn er nog
14278 Amos 6:11 | geeft bevel, en Hij zal het grote huis slaan met inwatering,
14279 Amos 6:11 | slaan met inwatering, en het kleine huis met spleten. ~
14280 Amos 6:12 | ploegen? Want gijlieden hebt het recht in gal verkeerd, en
14281 Amos 7:1 | formeerde sprinkhanen, in het begin des opkomens van het
14282 Amos 7:1 | het begin des opkomens van het nagras; en ziet, het was
14283 Amos 7:1 | van het nagras; en ziet, het was het nagras, na des konings
14284 Amos 7:1 | nagras; en ziet, het was het nagras, na des konings afmaaiingen. ~
14285 Amos 7:2 | 2 En het geschiedde, als zij het
14286 Amos 7:2 | het geschiedde, als zij het kruid des lands geheel zouden
14287 Amos 7:3 | berouwde zulks den HEERE; het zal niet geschieden, zeide
14288 Amos 7:4 | wilde twisten met vuur; en het verteerde een groten afgrond,
14289 Amos 7:4 | groten afgrond, ook verteerde het een stuk lands. ~
14290 Amos 7:7 | stond op een muur, die naar het paslood gemaakt was, en
14291 Amos 7:8 | zeide de HEERE: Zie, Ik zal het paslood stellen in het midden
14292 Amos 7:8 | zal het paslood stellen in het midden van Mijn volk Israel;
14293 Amos 7:8 | Mijn volk Israel; Ik zal het voortaan niet meer
14294 Amos 7:9 | Jerobeams huis opstaan met het zwaard. ~
14295 Amos 7:10 | verbintenis tegen u gemaakt, in het midden van het huis Israels;
14296 Amos 7:10 | gemaakt, in het midden van het huis Israels; het land
14297 Amos 7:10 | midden van het huis Israels; het land zal al zijn woorden
14298 Amos 7:11 | Amos: Jerobeam zal door het zwaard sterven, en Israel
14299 Amos 7:12 | ziener! ga weg, vlied in het land van Juda, en eet aldaar
14300 Amos 7:13 | konings heiligdom, en dat is het huis des koninkrijks. ~
14301 Amos 7:16 | Israel, noch druppen tegen het huis van Izak. ~
14302 Amos 7:17 | uw dochteren zullen door het zwaard vallen, en uw land
14303 Amos 7:17 | vallen, en uw land zal door het snoer uitgedeeld worden;
14304 Amos 8:2 | zeide de HEERE tot mij: Het einde is gekomen over Mijn
14305 Amos 8:2 | Mijn volk Israel; Ik zal het voortaan niet meer
14306 Amos 8:6 | schoenen; dan zullen wij het kaf van het koren verkopen. ~
14307 Amos 8:6 | dan zullen wij het kaf van het koren verkopen. ~
14308 Amos 8:8 | 8 Zou het land hierover niet beroerd
14309 Amos 8:8 | daarin woont treuren? Ja, het zal geheel oprijzen als
14310 Amos 8:8 | oprijzen als een rivier, en het zal heen en weder gedreven
14311 Amos 8:9 | 9 En het zal te dien dage geschieden,
14312 Amos 8:9 | middag zal doen ondergaan, en het land bij lichten dage verduisteren. ~
14313 Amos 8:10 | kaalheid brengen; en Ik zal het land stellen in rouw, als
14314 Amos 8:11 | HEERE, dat Ik een honger in het land zal zenden; niet een
14315 Amos 8:12 | van zee tot zee, en van het noorden tot het oosten;
14316 Amos 8:12 | en van het noorden tot het oosten; zij zullen omlopen
14317 Amos 8:12 | oosten; zij zullen omlopen om het woord des HEEREN te zoeken,
14318 Amos 8:12 | HEEREN te zoeken, maar zullen het niet vinden. ~
14319 Amos 9:1 | Ik zag den Heere staan op het altaar, en Hij zeide: Sla
14320 Amos 9:1 | en doorkloof ze allen in het hoofd; en Ik zal hun achterste
14321 Amos 9:1 | Ik zal hun achterste met het zwaard doden; en vliedende
14322 Amos 9:4 | gingen zij in gevangenis voor het aangezicht hunner vijanden,
14323 Amos 9:4 | vijanden, zo zal Ik vandaar het zwaard gebieden, dat het
14324 Amos 9:4 | het zwaard gebieden, dat het hen dode; en Ik zal Mijn
14325 Amos 9:5 | HEERE der heirscharen is het, Die het land aanroert,
14326 Amos 9:5 | heirscharen is het, Die het land aanroert, dat het versmelte,
14327 Amos 9:5 | Die het land aanroert, dat het versmelte, en allen, die
14328 Amos 9:5 | daarin wonen, treuren; en dat het geheel oprijze als een rivier,
14329 Amos 9:8 | zondig koninkrijk, dat Ik het van den aardbodem verdelge;
14330 Amos 9:8 | verdelge; behalve dat Ik het huis Jakobs niet ganselijk
14331 Amos 9:9 | Ik geef bevel, en Ik zal het huis Israels onder al de
14332 Amos 9:10 | Mijns volks zullen door het zwaard sterven; die daar
14333 Amos 9:10 | sterven; die daar zeggen: Het kwaad zal tot ons niet genaken,
14334 Amos 9:12 | Opdat zij erfelijk bezitten het overblijfsel van Edom, en
14335 Oba 1:1 | 1 Het gezicht van Obadja. Alzo
14336 Oba 1:8 | 8 Zal het niet te dien dage zijn,
14337 Oba 1:8 | Ik de wijzen uit Edom, en het verstand uit Ezau's gebergte
14338 Oba 1:10 | 10 Om het geweld, begaan aan uw broeder
14339 Oba 1:11 | introkken, en over Jeruzalem het lot wierpen, waart gij
14340 Oba 1:17 | heiligheid zijn; en die van het huis Jakobs zullen hun erfgoederen
14341 Oba 1:18 | hebben; want de HEERE heeft het gesproken. ~
14342 Oba 1:19 | 19 En die van het zuiden zullen Ezau's gebergte,
14343 Oba 1:19 | bezitten; ja, zij zullen het veld van Efraim en het veld
14344 Oba 1:19 | zullen het veld van Efraim en het veld van Samaria erfelijk
14345 Oba 1:20 | zij zullen de steden van het zuiden erfelijk bezitten. ~
14346 Oba 1:21 | gebergte te richten; en het koninkrijk zal des HEEREN
14347 Jona 1:1 | 1 En het woord des HEEREN geschiedde
14348 Jona 1:3 | vluchten naar Tarsis, van het aangezicht des HEEREN; en
14349 Jona 1:3 | te gaan naar Tarsis, van het aan gezicht des HEEREN. ~
14350 Jona 1:4 | grote storm in de zee, zodat het schip dacht te breken. ~
14351 Jona 1:5 | wierpen de vaten, die in het schip waren, in de zee,
14352 Jona 1:5 | schip waren, in de zee, om het van dezelve te verlichten;
14353 Jona 1:5 | nedergegaan aan de zijden van het schip, en lag neder, en
14354 Jona 1:7 | Alzo wierpen zij loten, en het lot viel op Jona. ~
14355 Jona 1:9 | des hemels, Die de zee en het droge gemaakt heeft. ~
14356 Jona 1:10 | aangezicht vlood; want hij had het hun te kennen gegeven. ~
14357 Jona 1:13 | Maar de mannen roeiden, om het schip weder te brengen aan
14358 Jona 1:13 | schip weder te brengen aan het droge, doch zij konden niet;
14359 Jona 1:14 | gedaan, gelijk als het U heeft behaagd. ~
14360 Jona 1:17 | slokken; en Jona was in het ingewand van den vis, drie
14361 Jona 2:1 | den HEERE, zijn God, uit het ingewand van den vis. ~
14362 Jona 2:3 | geworpen in de diepte, in het hart der zeeen, en de stroom
14363 Jona 2:5 | de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd
14364 Jona 2:6 | Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o HEERE,
14365 Jona 2:9 | beloofd heb, zal ik betalen. Het heil is des HEEREN. ~
14366 Jona 2:10 | en hij spuwde Jona uit op het droge. ~ ~
14367 Jona 3:1 | 1 En het woord des HEEREN geschiedde
14368 Jona 3:3 | en ging naar Nineve, naar het woord des HEEREN. Nineve
14369 Jona 3:8 | van zijn bozen weg, en van het geweld, dat in hun
14370 Jona 3:10 | bekeerden van hun bozen weg; en het berouwde God over het kwaad,
14371 Jona 3:10 | en het berouwde God over het kwaad, dat Hij gesproken
14372 Jona 3:10 | zullen doen, en Hij deed het niet. ~ ~
14373 Jona 4:2 | land was? Daarom kwam ik het voor, vluchtende naar Tarsis;
14374 Jona 4:2 | en berouw hebbende over het kwaad. ~
14375 Jona 4:3 | mijn ziel van mij; want het is mij beter te sterven
14376 Jona 4:5 | uit, en zette zich tegen het oosten der stad; en hij
14377 Jona 4:7 | worm des anderen daags in het opgaan van den dageraad;
14378 Jona 4:8 | 8 En het geschiedde, als de zon oprees,
14379 Jona 4:8 | beschikte; en de zon stak op het hoofd van Jona, dat hij
14380 Jona 4:8 | sterven, en zeide: Het is mij beter te sterven
14381 Mic 1:1 | 1 Het woord des HEEREN, dat geschied
14382 Mic 1:4 | worden, gelijk was voor het vuur, gelijk wateren, die
14383 Mic 1:5 | Jakob, en om de zonden van het huis Israels; wie is het
14384 Mic 1:5 | het huis Israels; wie is het begin van de overtreding
14385 Mic 1:5 | overtreding van Jakob? Is het niet Samaria? En wie van
14386 Mic 1:5 | hoogten van Juda? Is het niet Jeruzalem? ~
14387 Mic 1:10 | 10 Verkondigt het niet te Gath, weent zo jammerlijk
14388 Mic 1:10 | jammerlijk niet; wentelt u in het stof in het huis van Afra. ~
14389 Mic 1:10 | wentelt u in het stof in het huis van Afra. ~
14390 Mic 1:13 | deze is der dochter Sions het beginsel der zonde) want
14391 Mic 2:1 | werken op hun legers; in het licht van den morgenstond
14392 Mic 2:1 | den morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht
14393 Mic 2:1 | morgenstond doen zij het, dewijl het in de macht van hunlieder
14394 Mic 2:3 | rechtop niet gaan; want het zal een boze tijd zijn. ~
14395 Mic 2:5 | gij niemand hebben, die het snoer werpe in het lot,
14396 Mic 2:5 | die het snoer werpe in het lot, in de gemeente des
14397 Mic 2:9 | verdrijft gij, elkeen uit het huis van haar vermakingen;
14398 Mic 2:10 | de rust niet zijn; omdat het verontreinigd is, zal het
14399 Mic 2:10 | het verontreinigd is, zal het u verderven, en dat met
14400 Mic 2:12 | overblijfsel vergaderen; Ik zal het te zamen zetten als schapen
14401 Mic 2:12 | Bozra; als een kudde in het midden van haar kooi
14402 Mic 3:1 | Jakobs, en gij oversten van het huis Israels! Betaamt het
14403 Mic 3:1 | het huis Israels! Betaamt het ulieden niet het recht te
14404 Mic 3:1 | Betaamt het ulieden niet het recht te weten? ~
14405 Mic 3:2 | 2 Zij haten het goede, en hebben het kwade
14406 Mic 3:2 | haten het goede, en hebben het kwade lief; zij roven hun
14407 Mic 3:3 | 3 Ja, zij zijn het, die het vlees mijns volks
14408 Mic 3:3 | Ja, zij zijn het, die het vlees mijns volks eten,
14409 Mic 3:3 | een pot, en als vlees in het midden eens ketels. ~
14410 Mic 3:6 | 6 Daarom zal het nacht voor ulieden worden
14411 Mic 3:6 | voor ulieden worden vanwege het gezicht, en ulieden zal
14412 Mic 3:9 | nu dit, gij hoofden van het huis Jakobs, en gij oversten
14413 Mic 3:9 | Jakobs, en gij oversten van het huis Israels! die van het
14414 Mic 3:9 | het huis Israels! die van het gericht een gruwel hebt,
14415 Mic 3:11 | Is de HEERE niet in het midden van ons? Ons zal
14416 Mic 4:1 | 1 Maar in het laatste der dagen zal het
14417 Mic 4:1 | het laatste der dagen zal het geschieden, dat de berg
14418 Mic 4:1 | geschieden, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld
14419 Mic 4:3 | hun spiesen tot sikkelen; het ene volk zal tegen
14420 Mic 4:3 | ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard
14421 Mic 4:4 | HEEREN der heirscharen heeft het gesproken. ~
14422 Mic 4:8 | de vorige heerschappij, het koninkrijk der dochteren
14423 Mic 4:10 | stad henen uitgaan, en op het veld wonen, en tot in Babel
14424 Mic 4:14 | Israels met de roede op het kinnebakken slaan. ~ ~ ~ ~ ~
14425 Mic 5:5 | 5 Die zullen het land van Assur afweiden
14426 Mic 5:5 | land van Assur afweiden met het zwaard, en het land van
14427 Mic 5:5 | afweiden met het zwaard, en het land van Nimrod in deszelfs
14428 Mic 5:6 | overblijfsel zal zijn in het midden van vele volken,
14429 Mic 5:6 | HEERE, als droppelen op het kruid, dat naar geen man
14430 Mic 5:7 | 7 Ja, het overblijfsel van Jakob zal
14431 Mic 5:7 | zijn onder de heidenen, in het midden van vele volken,
14432 Mic 5:9 | 9 En het zal te dien dage geschieden,
14433 Mic 5:9 | HEERE, dat Ik uw paarden uit het midden van u zal uitroeien,
14434 Mic 5:12 | uw opgerichte beelden uit het midden van u uitroeien,
14435 Mic 5:12 | meer zult nederbuigen voor het werk uwer handen. ~
14436 Mic 5:13 | Voorts zal Ik uw bossen uit het midden van u uitroeien,
14437 Mic 6:4 | Egypteland opgevoerd, en u uit het diensthuis verlost; en Ik
14438 Mic 6:9 | stad (want Uw Naam ziet het wezen): Hoort de roede,
14439 Mic 6:14 | uw nederdrukking zal in het midden van u zijn; en gij
14440 Mic 6:14 | wegbrengen, zal Ik aan het zwaard overgeven. ~
14441 Mic 6:16 | Omri worden onderhouden, en het ganse werk van het huis
14442 Mic 6:16 | onderhouden, en het ganse werk van het huis van Achab; en gij wandelt
14443 Mic 7:2 | goedertierene is vergaan uit het land, en er is niemand oprecht
14444 Mic 7:9 | Hij zal mij brengen aan het licht; ik zal mijn lust
14445 Mic 7:10 | En mijn vijandin zal het zien, en schaamte zal haar
14446 Mic 7:11 | herbouwen, te dien dage zal het besluit verre heengaan. ~
14447 Mic 7:12 | 12 Te dien dage zal het ook komen tot u toe, van
14448 Mic 7:14 | erfenis, die alleen woont, in het woud, in het midden van
14449 Mic 7:14 | alleen woont, in het woud, in het midden van een vruchtbaar
14450 Mic 7:16 | De heidenen zullen het zien, en beschaamd zijn,
14451 Mic 7:17 | 17 Zij zullen het stof lekken, als de slang;
14452 Mic 7:18 | vergeeft, en de overtreding van het overblijfsel Zijner erfenis
14453 Nah 1:1 | De last van Nineve. Het boek des gezichts van Nahum,
14454 Nah 1:3 | storm, en de wolken zijn het stof Zijner voeten. ~
14455 Nah 1:14 | gezaaid zal worden; uit het huis uws gods zal Ik uitroeien
14456 Nah 1:15 | de voeten desgenen, die het goede boodschapt, die vrede
14457 Nah 2:3 | scharlakenvervig; de wagens zijn in het vuur der fakkelen, ten dage
14458 Nah 2:5 | haasten naar hun muur, als het beschutsel vaardig zal wezen. ~
14459 Nah 2:6 | zullen geopend worden, en het paleis zal versmelten. ~
14460 Nah 2:11 | leeuw, de oude leeuw, en het leeuwenwelp wandelde, en
14461 Nah 2:12 | roof, en zijn woningen met het geroofde. ~
14462 Nah 2:13 | wagenen in rook verbranden, en het zwaard zal uw jonge leeuwen
14463 Nah 3:2 | 2 Er is het geklap der zweep, en het
14464 Nah 3:2 | het geklap der zweep, en het geluid van het bulderen
14465 Nah 3:2 | zweep, en het geluid van het bulderen der raderen; en
14466 Nah 3:3 | ruiter steekt omhoog, zo het vlammende zwaard, als de
14467 Nah 3:7 | 7 En het zal geschieden, dat allen,
14468 Nah 3:10 | ook zijn haar kinderen op het hoofd van alle straten verpletterd
14469 Nah 3:10 | haar geeerden hebben zij het lot geworpen, en al
14470 Nah 3:13 | Ziet, uw volk zal in het midden van u tot vrouwen
14471 Nah 3:13 | vijanden wijd geopend worden; het vuur zal uw grendelen verteren. ~
14472 Nah 3:14 | in de klei, en treed in het leem; verbeter den ticheloven. ~
14473 Nah 3:15 | 15 Het vuur zal u aldaar verteren;
14474 Nah 3:15 | vuur zal u aldaar verteren; het zwaard zal u uitroeien,
14475 Nah 3:15 | zwaard zal u uitroeien, het zal u afeten, als de kevers,
14476 Nah 3:19 | is smartelijk; allen, die het gerucht van u horen, zullen
14477 Zep 1:1 | 1 Het woord des HEEREN, hetwelk
14478 Zep 1:4 | uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baal, en
14479 Zep 1:5 | nederbuigen op de daken voor het heir des hemels, en die
14480 Zep 1:7 | 7 Zwijgt voor het aangezicht des Heeren HEEREN;
14481 Zep 1:8 | 8 En het zal geschieden in den dag
14482 Zep 1:8 | geschieden in den dag van het slachtoffer des HEEREN,
14483 Zep 1:9 | den dorpel springt; die het huis hunner heren vullen
14484 Zep 1:10 | Vispoort af, en een gehuil van het tweede gedeelte, en een
14485 Zep 1:11 | inwoners der laagte! Want al het volk van koophandel is uitgehouwen,
14486 Zep 1:12 | 12 En het zal geschieden te dien tijde,
14487 Zep 1:18 | verbolgenheid des HEEREN; maar door het vuur Zijns ijvers zal dit
14488 Zep 2:2 | 2 Eer het besluit bare (gelijk kaf
14489 Zep 2:5 | den volken der Cheretim! Het woord des HEEREN zal tegen
14490 Zep 2:7 | landstreek zal wezen voor het overblijfsel van het huis
14491 Zep 2:7 | voor het overblijfsel van het huis van Juda, dat zij daarin
14492 Zep 2:9 | volks zullen ze beroven, en het overige Mijns volks zal
14493 Zep 2:10 | zich groot gemaakt tegen het volk van den HEERE der heirscharen. ~
14494 Zep 2:13 | Zijn hand uitstrekken tegen het Noorden, en Hij zal Assur
14495 Zep 2:14 | 14 En in het midden van haar zullen den
14496 Zep 2:14 | zullen den kudden legeren, al het gedierte der volken; ook
14497 Zep 2:14 | vernachten; een stem zal in het venster zingen, verwoesting
14498 Zep 2:15 | in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer;
14499 Zep 2:15 | woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder,
14500 Zep 3:3 | zijn brullende leeuwen in het midden van haar; haar rechters
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18165 |