Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hesbons 1
hesed 1
hesmon 1
het 18165
heten 15
hetgeen 368
hetgene 3
Frequency    [«  »]
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het
13263 zijn
12370 in
11232 den

Bijbel

IntraText - Concordances

het

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18165

      Book Chapter: Verse
15001 Matt 18:2 | hebbende, stelde dat in het midden van hen; ~ 15002 Matt 18:3 | kinderkens, zo zult gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins 15003 Matt 18:4 | kindeken, deze is de meeste in het Koninkrijk der hemelen. ~ 15004 Matt 18:6 | in Mij geloven, ergert, het ware hem nutter, dat een 15005 Matt 18:7 | van de ergernissen, want het is noodzakelijk, dat de 15006 Matt 18:8 | ze af en werpt ze van u. Het is u beter, tot het leven 15007 Matt 18:8 | van u. Het is u beter, tot het leven in te gaan, kreupel 15008 Matt 18:8 | twee voeten hebbende, in het eeuwige vuur geworpen te 15009 Matt 18:9 | indien uw oog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u. 15010 Matt 18:9 | trekt het uit, en werpt het van u. Het is u beter, maar 15011 Matt 18:9 | uit, en werpt het van u. Het is u beter, maar een oog 15012 Matt 18:9 | maar een oog hebbende, tot het leven in te gaan, dan twee 15013 Matt 18:9 | dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden. ~ 15014 Matt 18:10 | de hemelen, altijd zien het aangezicht Mijns Vaders, 15015 Matt 18:12 | op de bergen heengaande, het afgedwaalde zoeken? ~ 15016 Matt 18:13 | 13 En indien het geschiedt, dat hij hetzelve 15017 Matt 18:17 | geen gehoor geeft; zo zeg het der gemeente; en indien 15018 Matt 18:20 | Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen. ~ 15019 Matt 18:23 | 23 Daarom wordt het Koninkrijk der hemelen vergeleken 15020 Matt 19:1 | 1 En het geschiedde, toen Jezus deze 15021 Matt 19:3 | en zeggende tot Hem: Is het een mens geoorloofd zijn 15022 Matt 19:8 | maar van den beginne is het alzo niet geweest. ~ 15023 Matt 19:10 | vrouw alzo staat, zo is het niet oorbaar te trouwen. ~ 15024 Matt 19:11 | dit woord niet, maar dien het gegeven is. ~ 15025 Matt 19:12 | zichzelven gesneden hebben, om het Koninkrijk der hemelen. 15026 Matt 19:12 | Die dit vatten kan, vatte het. ~ 15027 Matt 19:14 | komen; want derzulken is het Koninkrijk der hemelen. ~ 15028 Matt 19:16 | ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe? ~ 15029 Matt 19:17 | namelijk God. Doch wilt gij in het leven ingaan, onderhoud 15030 Matt 19:21 | verkoop wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een 15031 Matt 19:23 | een rijke bezwaarlijk in het Koninkrijk der hemelen zal 15032 Matt 19:24 | 24 En wederom zeg Ik u: Het is lichter, dat een kemel 15033 Matt 19:24 | lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat 15034 Matt 19:24 | dan dat een rijke inga in het Koninkrijk Gods. ~ 15035 Matt 19:29 | honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven beerven. ~ 15036 Matt 20:1 | 1 Want het Koninkrijk der hemelen is 15037 Matt 20:8 | 8 Als het nu avond geworden was, zeide 15038 Matt 20:8 | de arbeiders, en geef hun het loon, beginnende van de 15039 Matt 20:14 | 14 Neem het uwe en ga heen. Ik wil deze 15040 Matt 20:15 | 15 Of is het mij niet geoorloofd, te 15041 Matt 20:15 | geoorloofd, te doen met het mijne, wat ik wil? Of is 15042 Matt 20:23 | gij gedoopt worden; maar het zitten tot Mijn rechter- 15043 Matt 20:23 | Mij niet te geven, maar het zal gegeven worden dien 15044 Matt 20:23 | zal gegeven worden dien het bereid is van Mijn Vader. ~ 15045 Matt 20:24 | tien dat hoorden, namen zij het zeer kwalijk van de twee 15046 Matt 20:26 | 26 Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar 15047 Matt 21:2 | 2 Gaat heen in het vlek, dat tegen u over ligt, 15048 Matt 21:7 | 7 Brachten de ezelin en het veulen, en legden hun klederen 15049 Matt 21:21 | opgeheven en in de zee geworpen! het zou geschieden. ~ 15050 Matt 21:22 | wat gij zult begeren in het gebed, gelovende, zult gij 15051 Matt 21:27 | antwoordende, zeiden: Wij weten het niet. En Hij zeide tot hen: 15052 Matt 21:31 | de hoeren u voorgaan in het Koninkrijk Gods. ~ 15053 Matt 21:42 | Heere is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen? ~ 15054 Matt 21:43 | Daarom zeg Ik ulieden, dat het Koninkrijk Gods van u zal 15055 Matt 22:2 | 2 Het Koninkrijk der hemelen is 15056 Matt 22:8 | bereid, doch de genoden waren het niet waardig. ~ 15057 Matt 22:17 | ons dan: wat dunkt U? Is het geoorloofd, den keizer schatting 15058 Matt 22:20 | hen: Wiens is dit beeld en het opschrift? ~ 15059 Matt 22:36 | 36 Meester! welk is het grote gebod in de wet? ~ 15060 Matt 22:38 | 38 Dit is het eerste en het grote gebod. ~ 15061 Matt 22:38 | 38 Dit is het eerste en het grote gebod. ~ 15062 Matt 22:39 | 39 En het tweede aan dit gelijk, is: 15063 Matt 23:3 | zult, houdt dat en doet het; maar doet niet naar hun 15064 Matt 23:3 | werken; want zij zeggen het, en doen het niet. ~ 15065 Matt 23:3 | zij zeggen het, en doen het niet. ~ 15066 Matt 23:13 | geveinsden! want gij sluit het Koninkrijk der hemelen voor 15067 Matt 23:15 | Jodengenoot te maken, en als hij het geworden is, zo maakt gij 15068 Matt 23:16 | gezworen zal hebben bij het goud des tempels, die is 15069 Matt 23:17 | blinden, want wat is meerder, het goud, of de tempel, die 15070 Matt 23:17 | goud, of de tempel, die het goud heiligt? ~ 15071 Matt 23:18 | gezworen zal hebben bij het altaar, dat is niets; maar 15072 Matt 23:19 | is meerder, de gave, of het altaar, dat de gave heiligt? ~ 15073 Matt 23:20 | 20 Daarom wie zweert bij het altaar, die zweert bij hetzelve, 15074 Matt 23:23 | den komijn, en gij laat na het zwaarste der wet, namelijk 15075 Matt 23:23 | zwaarste der wet, namelijk het oordeel, en de barmhartigheid, 15076 Matt 23:23 | en de barmhartigheid, en het geloof. Deze dingen moest 15077 Matt 23:25 | geveinsden, want gij reinigt het buitenste des drinkbekers, 15078 Matt 23:26 | den schotel is, opdat ook het buitenste derzelve rein 15079 Matt 23:30 | gemeenschap gehad hebben aan het bloed der profeten. ~ 15080 Matt 23:35 | 35 Opdat op u kome al het rechtvaardige bloed, dat 15081 Matt 23:35 | vergoten is op de aarde, van het bloed des rechtvaardigen 15082 Matt 23:35 | rechtvaardigen Abels af, tot op het bloed van Zacharia, den 15083 Matt 23:35 | hebt tussen den tempel en het altaar. ~ 15084 Matt 24:3 | dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst, 15085 Matt 24:6 | geschieden, maar nog is het einde niet. ~ 15086 Matt 24:7 | 7 Want het ene volk zal tegen het andere 15087 Matt 24:7 | Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en 15088 Matt 24:7 | andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het 15089 Matt 24:7 | het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er 15090 Matt 24:13 | Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. 15091 Matt 24:14 | allen volken; en dan zal het einde komen. ~ 15092 Matt 24:15 | de heilige plaats; (die het leest, die merke daarop!) ~ 15093 Matt 24:17 | 17 Die op het dak is, kome niet af, om 15094 Matt 24:21 | hoedanige niet is geweest van het begin der wereld tot nu 15095 Matt 24:23 | Christus, of daar, gelooft het niet. ~ 15096 Matt 24:24 | doen, alzo dat zij (indien het mogelijk ware) ook de uitverkorenen 15097 Matt 24:25 | 25 Ziet, Ik heb het u voorzegd! ~ 15098 Matt 24:26 | de binnenkameren; gelooft het niet. ~ 15099 Matt 24:27 | gelijk de bliksem uitgaat van het oosten, en schijnt tot het 15100 Matt 24:27 | het oosten, en schijnt tot het westen, alzo zal ook de 15101 Matt 24:28 | 28 Want alwaar het dode lichaam zal zijn, daar 15102 Matt 24:30 | in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; 15103 Matt 24:31 | uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen 15104 Matt 24:31 | uiterste der hemelen tot het andere uiterste derzelve. ~ 15105 Matt 24:33 | zult zien, zo weet, dat het nabij is, voor de deur. ~ 15106 Matt 24:39 | 39 En bekenden het niet, totdat de zondvloed 15107 Matt 24:44 | bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon 15108 Matt 25:1 | 1 Alsdan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk 15109 Matt 25:14 | 14 Want het is gelijk een mens, die 15110 Matt 25:18 | 18 Maar die het ene ontvangen had, ging 15111 Matt 25:18 | in de aarde, en verborg het geld zijns heren. ~ 15112 Matt 25:24 | 24 Maar die het ene talent ontvangen had, 15113 Matt 25:25 | de aarde; zie, gij hebt het uwe. ~ 15114 Matt 25:27 | hebben, en ik, komende, zou het mijne wedergenomen hebben 15115 Matt 25:28 | 28 Neemt dan van hem het talent weg, en geeft het 15116 Matt 25:28 | het talent weg, en geeft het dengene, die de tien talenten 15117 Matt 25:41 | Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, hetwelk den 15118 Matt 25:45 | gedaan hebt, zo hebt gij het Mij ook niet gedaan. ~ 15119 Matt 25:46 | maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven. ~  ~  ~  15120 Matt 26:1 | 1 En het is geschied, als Jezus al 15121 Matt 26:2 | weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des 15122 Matt 26:5 | Doch zij zeiden: Niet in het feest, opdat er geen oproer 15123 Matt 26:5 | geen oproer worde onder het volk. ~ 15124 Matt 26:8 | discipelen, dat ziende, namen het zeer kwalijk, zeggende: 15125 Matt 26:12 | gegoten heeft, zo heeft zij het gedaan tot een voorbereiding 15126 Matt 26:17 | Gij, dat wij U bereiden het pascha te eten? ~ 15127 Matt 26:18 | tijd is nabij, Ik zal bij u het pascha houden met Mijn discipelen. ~ 15128 Matt 26:19 | bevolen had, en bereidden het pascha. ~ 15129 Matt 26:20 | 20 En als het avond geworden was, zat 15130 Matt 26:22 | tot Hem te zeggen: Ben ik het, Heere? ~ 15131 Matt 26:24 | des mensen verraden wordt; het ware hem goed, zo die mens 15132 Matt 26:25 | antwoordde en zeide: Ben ik het, Rabbi? Hij zeide tot hem: 15133 Matt 26:25 | zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. ~ 15134 Matt 26:26 | als zij aten, nam Jezus het brood, en gezegend hebbende, 15135 Matt 26:26 | gezegend hebbende, brak Hij het, en gaf het den discipelen, 15136 Matt 26:26 | hebbende, brak Hij het, en gaf het den discipelen, en zeide: 15137 Matt 26:28 | Want dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, 15138 Matt 26:29 | dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Mijns Vaders. ~ 15139 Matt 26:39 | zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen 15140 Matt 26:41 | geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. ~ 15141 Matt 26:48 | ik zal kussen, Dezelve is het, grijpt Hem. ~ 15142 Matt 26:52 | plaats; want allen, die het zwaard nemen, zullen door 15143 Matt 26:52 | zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan. ~ 15144 Matt 26:54 | worden, die zeggen, dat het alzo geschieden moet? ~ 15145 Matt 26:58 | hij bij de dienaren, om het einde te zien. ~ 15146 Matt 26:64 | zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg ulieden: 15147 Matt 26:68 | Profeteer ons, Christus, wie is het, die U geslagen heeft? ~ 15148 Matt 26:70 | 70 Maar hij loochende het voor allen, zeggende: Ik 15149 Matt 26:72 | 72 En hij loochende het wederom met een eed, zeggende: 15150 Matt 26:75 | en Petrus werd indachtig het woord van Jezus, Die tot 15151 Matt 27:1 | 1 Als het nu morgenstond geworden 15152 Matt 27:4 | heb gezondigd, verradende het onschuldig bloed! Maar zij 15153 Matt 27:6 | penningen nemende, zeiden: Het is niet geoorloofd, dezelve 15154 Matt 27:6 | offerkist te leggen, dewijl het een prijs des bloeds is. ~ 15155 Matt 27:11 | zeide tot hem: Gij zegt het. ~ 15156 Matt 27:15 | 15 En op het feest was de stadhouder 15157 Matt 27:24 | zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen; 15158 Matt 27:25 | 25 En al het volk, antwoordende, zeide: 15159 Matt 27:27 | stadhouders Jezus met zich in het rechthuis, en vergaderden 15160 Matt 27:35 | verdeelden zij Zijn klederen, het lot werpende; opdat vervuld 15161 Matt 27:35 | zich verdeeld, en hebben het lot over Mijn kleding geworpen. ~ 15162 Matt 27:40 | Gods zijt, zo kom af van het kruis. 15163 Matt 27:42 | is, dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen Hem 15164 Matt 27:51 | 51 En ziet, het voorhangsel des tempels 15165 Matt 27:57 | 57 En als het avond geworden was, kwam 15166 Matt 27:58 | tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. Toen 15167 Matt 27:58 | Toen beval Pilatus, dat hem het lichaam gegeven zou worden. ~ 15168 Matt 27:59 | 59 En Jozef, het lichaam nemende, wond hetzelve 15169 Matt 27:61 | Maria, zittende tegenover het graf. ~ 15170 Matt 27:64 | 64 Beveel dan, dat het graf verzekerd worde tot 15171 Matt 27:64 | stelen Hem, en zeggen tot het volk: Hij is opgestaan van 15172 Matt 27:65 | wacht; gaat heen, verzekert het, gelijk gij het verstaat. ~ 15173 Matt 27:65 | verzekert het, gelijk gij het verstaat. ~ 15174 Matt 27:66 | heengaande, verzekerden het graf met de wacht, den steen 15175 Matt 28:1 | En laat na de sabbat, als het begon te lichten, tegen 15176 Matt 28:1 | en de andere Maria, om het graf te bezien. ~ 15177 Matt 28:7 | gij Hem zien. Ziet, ik heb het ulieden gezegd. ~ 15178 Matt 28:8 | haastelijk uitgaande van het graf, met vreze en grote 15179 Matt 28:15 | 15 En zij, het geld genomen hebbende, deden, 15180 Mark 1:1 | 1 Het begin des Evangelies van 15181 Mark 1:5 | 5 En al het Joodse land ging tot hem 15182 Mark 1:9 | 9 En het geschiedde in diezelfde 15183 Mark 1:10 | En terstond als Hij uit het water opklom, zag Hij de 15184 Mark 1:14 | Jezus in Galilea, predikende het Evangelie van het Koninkrijk 15185 Mark 1:14 | predikende het Evangelie van het Koninkrijk Gods. ~ 15186 Mark 1:15 | De tijd is vervuld, en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; 15187 Mark 1:15 | gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie. ~ 15188 Mark 1:16 | zijn broeder, werpende het net in de zee (want zij 15189 Mark 1:19 | broeder, en dezelven in het schip hun netten vermakende. ~ 15190 Mark 1:20 | latende hun vader Zebedeus in het schip, met de huurlingen, 15191 Mark 1:28 | gerucht ging terstond uit, in het gehele omliggende land van 15192 Mark 1:29 | gegaan zijnde, kwamen zij in het huis van Simon en Andreas, 15193 Mark 1:32 | 32 Als het nu avond geworden was, toen 15194 Mark 1:35 | En des morgens vroeg, als het nog diep in den nacht was, 15195 Mark 2:1 | binnen Kapernaum gekomen; en het werd gehoord, dat Hij in 15196 Mark 2:2 | konden bevatten; en Hij sprak het woord tot hen. ~ 15197 Mark 2:4 | de schare, ontdekten zij het dak, waar Hij was; en dat 15198 Mark 2:4 | opgebroken hebbende, lieten zij het beddeken neder, daar de 15199 Mark 2:12 | terstond stond hij op, en het beddeken opgenomen hebbende, 15200 Mark 2:14 | zoon van Alfeus, zitten in het tolhuis, en zeide tot hem: 15201 Mark 2:15 | 15 En het geschiedde, als Hij aanzat 15202 Mark 2:16 | Zijn discipelen: Wat is het, dat Hij met de tollenaren 15203 Mark 2:21 | aangenaaide lap iets af van het oude kleed, en er wordt 15204 Mark 2:23 | 23 En het geschiedde, dat Hij op een 15205 Mark 2:23 | Hij op een sabbatdag door het gezaaide ging, en Zijn discipelen 15206 Mark 2:26 | 26 Hoe hij ingegaan is in het huis Gods, ten tijde van 15207 Mark 3:3 | verdorde hand had: Sta op in het midden. ~ 15208 Mark 3:4 | En Hij zeide tot hen: Is het geoorloofd op sabbatdagen 15209 Mark 3:27 | 27 Er kan niemand in het huis eens sterken ingaan 15210 Mark 4:1 | bij Hem, alzo dat Hij, in het schip gegaan zijnde, nederzat 15211 Mark 4:1 | de gehele schare was op het land aan de zee. ~ 15212 Mark 4:4 | 4 En het geschiedde in het zaaien, 15213 Mark 4:4 | 4 En het geschiedde in het zaaien, dat het ene deel 15214 Mark 4:4 | geschiedde in het zaaien, dat het ene deel zaads viel bij 15215 Mark 4:4 | des hemels kwamen, en aten het op. ~ 15216 Mark 4:5 | 5 En het andere viel op het steenachtige, 15217 Mark 4:5 | 5 En het andere viel op het steenachtige, waar het niet 15218 Mark 4:5 | op het steenachtige, waar het niet veel aarde had; en 15219 Mark 4:5 | niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat 15220 Mark 4:5 | ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had. ~ 15221 Mark 4:6 | zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden, en omdat 15222 Mark 4:6 | verbrand geworden, en omdat het geen wortel had, zo is het 15223 Mark 4:6 | het geen wortel had, zo is het verdord. ~ 15224 Mark 4:7 | 7 En het andere viel in de doornen, 15225 Mark 4:7 | verstikten hetzelve, en het gaf geen vrucht. ~ 15226 Mark 4:8 | 8 En het andere viel in de goede 15227 Mark 4:8 | die opging en wies; en het ene droeg dertig voud, en 15228 Mark 4:8 | ene droeg dertig voud, en het andere zestig voud, en het 15229 Mark 4:8 | het andere zestig voud, en het andere honderd voud. ~ 15230 Mark 4:11 | 11 En Hij zeide tot hen: Het is u gegeven te verstaan 15231 Mark 4:11 | verstaan de verborgenheid van het Koninkrijk Gods; maar dengenen, 15232 Mark 4:14 | 14 De zaaier is, die het Woord zaait. ~ 15233 Mark 4:15 | weg bezaaid worden, waarin het Woord gezaaid wordt; en 15234 Mark 4:15 | gezaaid wordt; en als zij het gehoord hebben, zo komt 15235 Mark 4:15 | satan terstond, en neemt het Woord weg, hetwelk in hun 15236 Mark 4:16 | bezaaid worden; welke, als zij het Woord gehoord hebben, terstond 15237 Mark 4:18 | worden, namelijk degenen, die het Woord horen; ~ 15238 Mark 4:19 | dingen, inkomende, verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. ~ 15239 Mark 4:19 | verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. ~ 15240 Mark 4:20 | aarde bezaaid zijn, welke het Woord horen en aannemen, 15241 Mark 4:20 | aannemen, en dragen vruchten, het ene dertig voud, en het 15242 Mark 4:20 | het ene dertig voud, en het andere zestig voud, en het 15243 Mark 4:20 | het andere zestig voud, en het andere honderd voud. ~ 15244 Mark 4:21 | onder de koornmaat of onder het bed gezet worde? Is het 15245 Mark 4:21 | het bed gezet worde? Is het niet, opdat zij op den kandelaar 15246 Mark 4:22 | verborgen te zijn, maar opdat het in het openbaar zou komen. ~ 15247 Mark 4:22 | zijn, maar opdat het in het openbaar zou komen. ~ 15248 Mark 4:26 | 26 En Hij zeide: Alzo is het Koninkrijk Gods, gelijk 15249 Mark 4:26 | Gods, gelijk of een mens het zaad in de aarde wierp; ~ 15250 Mark 4:27 | opstond, nacht en dag; en het zaad uitsproot en lang werd, 15251 Mark 4:28 | zelve vruchten voort: eerst het kruid, daarna de aar, daarna 15252 Mark 4:28 | kruid, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar. ~ 15253 Mark 4:30 | zeide: Waarbij zullen wij het Koninkrijk Gods vergelijken, 15254 Mark 4:31 | mosterdzaad, hetwelk, wanneer het in de aarde gezaaid wordt, 15255 Mark 4:31 | de aarde gezaaid wordt, het minste is van al de zaden, 15256 Mark 4:32 | 32 En wanneer het gezaaid is, gaat het op, 15257 Mark 4:32 | wanneer het gezaaid is, gaat het op, en wordt het meeste 15258 Mark 4:32 | is, gaat het op, en wordt het meeste van al de moeskruiden, 15259 Mark 4:33 | gelijkenissen sprak Hij tot hen het Woord, naardat zij het horen 15260 Mark 4:33 | hen het Woord, naardat zij het horen konden. ~ 15261 Mark 4:34 | alles Zijn discipelen in het bijzonder. ~ 15262 Mark 4:35 | En op denzelfden dag, als het nu avond geworden was, zeide 15263 Mark 4:36 | Hem mede, gelijk Hij in het schip was; en er waren nog 15264 Mark 4:37 | de baren sloegen over in het schip, alzo dat het nu vol 15265 Mark 4:37 | over in het schip, alzo dat het nu vol werd. ~ 15266 Mark 4:38 | 38 En Hij was in het achterschip, slapende op 15267 Mark 4:38 | Hem: Meester, bekommert het U niet, dat wij vergaan? ~ 15268 Mark 5:1 | andere zijde der zee, in het land der Gadarenen. ~ 15269 Mark 5:2 | 2 En zo Hij uit het schip gegaan was, terstond 15270 Mark 5:10 | zeer, dat Hij hen buiten het land niet wegzond. ~ 15271 Mark 5:13 | 13 En Jezus liet het hun terstond toe. En de 15272 Mark 5:14 | boodschapten zulks in de stad en op het land. En zij gingen uit, 15273 Mark 5:14 | gingen uit, om te zien, wat het was, dat er geschied was. ~ 15274 Mark 5:15 | zijn verstand, namelijk die het legioen gehad had, en zij 15275 Mark 5:16 | 16 En die het gezien hadden, vertelden 15276 Mark 5:18 | 18 En als Hij in het schip ging, bad Hem degene, 15277 Mark 5:20 | begon te verkondigen in het land van Dekapolis, wat 15278 Mark 5:21 | En als Jezus wederom in het schip overgevaren was aan 15279 Mark 5:26 | medicijnmeesters, en al het hare daaraan ten koste gelegd 15280 Mark 5:26 | gevonden had, maar met welke het veeleer erger geworden was; ~ 15281 Mark 5:35 | sprak, kwamen enigen van het huis des oversten der synagoge, 15282 Mark 5:36 | terstond gehoord hebbende het woord, dat er gesproken 15283 Mark 5:38 | 38 En kwam in het huis des oversten der synagoge; 15284 Mark 5:39 | beroerte, en wat weent gij? Het kind is niet gestorven, 15285 Mark 5:39 | is niet gestorven, maar het slaapt. ~ 15286 Mark 5:40 | waren, en ging binnen, waar het kind lag. ~ 15287 Mark 5:42 | 42 En terstond stond het dochtertje op, en wandelde; 15288 Mark 5:42 | dochtertje op, en wandelde; want het was twaalf jaren oud; en 15289 Mark 6:2 | 2 En als het sabbat geworden was, begon 15290 Mark 6:11 | vertrekkende van daar, schudt het stof af, dat onder aan uw 15291 Mark 6:11 | getuigenis. Voorwaar zeg Ik u: Het zal Sodom en Gomorra verdragelijker 15292 Mark 6:14 | de koning Herodes hoorde het (want Zijn Naam was openbaar 15293 Mark 6:16 | 16 Maar als het Herodes hoorde, zeide hij: 15294 Mark 6:18 | Johannes zeide tot Herodes: Het is u niet geoorloofd de 15295 Mark 6:22 | zo zeide de koning tot het dochtertje: Eis van mij, 15296 Mark 6:22 | gij ook wilt, en ik zal het u geven. ~ 15297 Mark 6:24 | ik eisen? En die zeide: Het hoofd van Johannes den Doper. ~ 15298 Mark 6:25 | ingaande tot den koning, heeft het geeist, zeggende: Ik wil, 15299 Mark 6:25 | terstond, in een schotel, geeft het hoofd van Johannes den Doper. ~ 15300 Mark 6:28 | schotel, en gaf hetzelve het dochtertje, en het dochtertje 15301 Mark 6:28 | hetzelve het dochtertje, en het dochtertje gaf hetzelve 15302 Mark 6:35 | 35 En als het nu laat op den dag geworden 15303 Mark 6:35 | Deze plaats is woest, en het is nu laat op den dag; ~ 15304 Mark 6:38 | gij? Gaat heen en beziet het. En toen zij het vernomen 15305 Mark 6:38 | beziet het. En toen zij het vernomen hadden, zeiden 15306 Mark 6:39 | nederzitten bij waardschappen, op het groene gras. ~ 15307 Mark 6:45 | dwong Hij Zijn discipelen in het schip te gaan, en voor henen 15308 Mark 6:47 | 47 En als het nu avond was geworden, zo 15309 Mark 6:47 | avond was geworden, zo was het schip in het midden van 15310 Mark 6:47 | geworden, zo was het schip in het midden van de zee, en Hij 15311 Mark 6:47 | zee, en Hij was alleen op het land. ~ 15312 Mark 6:48 | zich zeer pijnigden, om het schip voort te krijgen; 15313 Mark 6:49 | op de zee, meenden, dat het een spooksel was, en schreeuwden 15314 Mark 6:50 | Zijt welgemoed, Ik ben het; vreest niet. ~ 15315 Mark 6:51 | 51 En Hij klom tot hen in het schip, en de wind stilde; 15316 Mark 6:52 | zij hadden niet gelet op het wonder der broden; want 15317 Mark 6:53 | overgevaren waren, kwamen zij in het land Gennesareth, en havenden 15318 Mark 6:54 | 54 En als zij uit het schip gegaan waren, terstond 15319 Mark 6:55 | 55 En het gehele omliggende land doorlopende, 15320 Mark 7:5 | inzetting der ouden, maar eten het brood met ongewassen handen? ~ 15321 Mark 7:8 | 8 Want, nalatende het gebod Gods, houdt gij de 15322 Mark 7:11 | tot vader of moeder zegt: Het is korban (dat is te zeggen, 15323 Mark 7:15 | van hem uitgaan, die zijn het, welke den mens ontreinigen. ~ 15324 Mark 7:19 | 19 Want het gaat niet in zijn hart, 15325 Mark 7:21 | 21 Want van binnen uit het hart der mensen komen voort 15326 Mark 7:24 | zijnde, wilde Hij niet, dat het iemand wist, en Hij kon 15327 Mark 7:27 | kinderen verzadigd worden; want het is niet betamelijk dat men 15328 Mark 7:27 | niet betamelijk dat men het brood der kinderen neme, 15329 Mark 7:30 | en de dochter liggende op het bed. ~ 15330 Mark 7:31 | de zee van Galilea, door het midden der landpalen van 15331 Mark 7:36 | gebood hunlieden, dat zij het niemand zeggen zouden; maar 15332 Mark 7:36 | gebood, zo verkondigden zij het des te meer. ~ 15333 Mark 8:8 | verzadigd geworden, en zij namen het overschot der brokken op, 15334 Mark 8:10 | 10 En terstond in het schip gegaan zijnde met 15335 Mark 8:13 | verliet hen, en wederom in het schip gegaan zijnde, voer 15336 Mark 8:14 | dan een brood met zich in het schip. ~ 15337 Mark 8:16 | onder elkander, zeggende: Het is, omdat wij geen broden 15338 Mark 8:23 | leidde Hij hem uit buiten het vlek, en spoog in zijn ogen, 15339 Mark 8:26 | huis, zeggende: Ga niet in het vlek, en zeg het niemand 15340 Mark 8:26 | niet in het vlek, en zeg het niemand in het vlek. ~ 15341 Mark 8:26 | vlek, en zeg het niemand in het vlek. ~ 15342 Mark 8:30 | hun scherpelijk, dat zij het niemand zouden zeggen van 15343 Mark 8:36 | 36 Want wat zou het den mens baten zo hij de 15344 Mark 9:1 | zullen hebben gezien, dat het Koninkrijk Gods met kracht 15345 Mark 9:5 | zeide tot Jezus: Rabbi, het is goed, dat wij hier zijn, 15346 Mark 9:10 | vragende onder elkander, wat het was, uit de doden opstaan. ~ 15347 Mark 9:12 | alles wederoprichten; en het zal geschieden, gelijk geschreven 15348 Mark 9:21 | vader: Hoe langen tijd is het, dat hem dit overkomen is? 15349 Mark 9:22 | menigmaal heeft hij hem ook in het vuur en in het water geworpen, 15350 Mark 9:22 | hem ook in het vuur en in het water geworpen, om hem te 15351 Mark 9:26 | scheurende, ging uit; en het kind werd als dood, alzo 15352 Mark 9:26 | alzo dat velen zeiden, dat het gestorven was. ~ 15353 Mark 9:30 | en Hij wilde niet, dat het iemand wist. ~ 15354 Mark 9:33 | kwam te Kapernaum, en in het huis gekomen zijnde, vraagde 15355 Mark 9:36 | midden onder hen, en omving het met Zijn armen, en zeide 15356 Mark 9:38 | niet volgt; en wij hebben het hem verboden, omdat hij 15357 Mark 9:42 | in Mij geloven, ergert, het ware hem beter, dat een 15358 Mark 9:43 | hand u ergert, houwt ze af; het is u beter verminkt tot 15359 Mark 9:43 | is u beter verminkt tot het leven in te gaan, dan de 15360 Mark 9:43 | heen te gaan in de hel, in het onuitblusselijk vuur; ~ 15361 Mark 9:44 | hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt. ~ 15362 Mark 9:45 | u ergert, houwt hem af; het is u beter kreupel tot het 15363 Mark 9:45 | het is u beter kreupel tot het leven in te gaan, dan de 15364 Mark 9:45 | te worden in de hel, in het onuitblusselijk vuur; ~ 15365 Mark 9:46 | hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt. ~ 15366 Mark 9:47 | indien uw oog u ergert, werpt het uit; het is u beter maar 15367 Mark 9:47 | u ergert, werpt het uit; het is u beter maar een oog 15368 Mark 9:47 | maar een oog hebbende in het Koninkrijk Gods in te gaan, 15369 Mark 9:47 | dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden; ~ 15370 Mark 9:48 | hun worm niet sterft, en het vuur niet uitgeblust wordt. ~ 15371 Mark 9:50 | 50 Het zout is goed; maar indien 15372 Mark 9:50 | zout is goed; maar indien het zout onzout wordt, waarmede 15373 Mark 10:2 | komende, vraagden Hem, of het een man geoorloofd is, zijn 15374 Mark 10:6 | 6 Maar van het begin der schepping heeft 15375 Mark 10:10 | 10 En in het huis vraagden Hem Zijn discipelen 15376 Mark 10:14 | Maar Jezus, dat ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot 15377 Mark 10:14 | niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods. ~ 15378 Mark 10:15 | Voorwaar zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt, 15379 Mark 10:17 | wat zal ik doen, opdat ik het eeuwige leven beerve? ~ 15380 Mark 10:21 | alles, wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een 15381 Mark 10:21 | en kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij. ~ 15382 Mark 10:23 | degenen, die goed hebben, in het Koninkrijk Gods inkomen! ~ 15383 Mark 10:24 | Kinderen! Hoe zwaar is het, dat degenen, die op het 15384 Mark 10:24 | het, dat degenen, die op het goed hun betrouwen zetten, 15385 Mark 10:24 | hun betrouwen zetten, in het Koninkrijk Gods ingaan! ~ 15386 Mark 10:25 | 25 Het is lichter, dat een kemel 15387 Mark 10:25 | lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat 15388 Mark 10:25 | naald, dan dat een rijke in het Koninkrijk Gods inga. ~ 15389 Mark 10:27 | zeide: Bij de mensen is het onmogelijk, maar niet bij 15390 Mark 10:30 | en in de toekomende eeuw het eeuwige leven. ~ 15391 Mark 10:40 | 40 Maar het zitten tot Mijn rechter 15392 Mark 10:40 | Mij niet te geven; maar het zal gegeven worden dien 15393 Mark 10:40 | zal gegeven worden dien het bereid is. ~ 15394 Mark 10:41 | dit hoorden, begonnen zij het van Jakobus en Johannes 15395 Mark 10:42 | 42 Maar Jezus, het tot Zich geroepen hebbende, 15396 Mark 10:43 | 43 Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar 15397 Mark 10:47 | 47 En horende, dat het Jezus de Nazarener was, 15398 Mark 11:2 | zeide tot hen: Gaat heen in het vlek, dat tegen u over is; 15399 Mark 11:2 | gezeten heeft, ontbindt het, en brengt het. ~ 15400 Mark 11:2 | ontbindt het, en brengt het. ~ 15401 Mark 11:3 | van node heeft; en hij zal het terstond herwaarts zenden. 15402 Mark 11:4 | zij gingen heen, en vonden het veulen gebonden bij de deur, 15403 Mark 11:5 | hen: Wat doet gij, dat gij het veulen ontbindt? ~ 15404 Mark 11:7 | 7 En zij brachten het veulen tot Jezus, en wierpen 15405 Mark 11:10 | 10 Gezegend zij het Koninkrijk van onzen vader 15406 Mark 11:11 | alles rondom bezien had, en het nu avondstond was, ging 15407 Mark 11:13 | niets dan bladeren; want het was de tijd der vijgen niet. ~ 15408 Mark 11:14 | Zijn discipelen hoorden het. ~ 15409 Mark 11:19 | 19 En als het nu laat geworden was, ging 15410 Mark 11:23 | hij zegt, geschieden zal, het zal hem geworden, zo wat 15411 Mark 11:32 | de mensen; zo vrezen wij het volk; want zij hielden allen 15412 Mark 11:33 | zij tot Jezus: Wij weten het niet. En Jezus, antwoordende, 15413 Mark 12:2 | 2 En als het de tijd was, zond hij een 15414 Mark 12:4 | stenigden zij, en wondden hem het hoofd, en zonden hem henen, 15415 Mark 12:11 | Heere is dit geschied, en het is wonderlijk in onze ogen. ~ 15416 Mark 12:14 | Gods in der waarheid; is het geoorloofd, den keizer schatting 15417 Mark 12:16 | Wiens is dit beeld, en het opschrift? En zij zeiden 15418 Mark 12:26 | hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes, hoe God 15419 Mark 12:26 | boek van Mozes, hoe God in het doornenbos tot hem gesproken 15420 Mark 12:28 | en vraagde Hem: Welk is het eerste gebod van allen? ~ 15421 Mark 12:29 | En Jezus antwoordde hem: Het eerste van al de geboden 15422 Mark 12:30 | geheel uw kracht. Dit is het eerste gebod. ~ 15423 Mark 12:31 | 31 En het tweede aan dit gelijk, is 15424 Mark 12:33 | lief te hebben uit geheel het hart, en uit geheel het 15425 Mark 12:33 | het hart, en uit geheel het verstand, en uit geheel 15426 Mark 12:34 | Gij zijt niet verre van het Koninkrijk Gods. En niemand 15427 Mark 13:4 | dingen zijn? En welk is het teken, wanneer deze dingen 15428 Mark 13:7 | geschieden; maar nog is het einde niet. ~ 15429 Mark 13:8 | 8 Want het ene volk zal tegen het andere 15430 Mark 13:8 | Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en 15431 Mark 13:8 | andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het 15432 Mark 13:8 | het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er 15433 Mark 13:10 | 10 En het Evangelie moet eerst gepredikt 15434 Mark 13:11 | spreken zult, en bedenkt het niet; maar zo wat u in die 15435 Mark 13:11 | spreekt dat; want gij zijt het niet, die spreekt, maar 15436 Mark 13:12 | tot den dood, en de vader het kind; en de kinderen zullen 15437 Mark 13:13 | maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden. ~ 15438 Mark 13:14 | gesproken is, staande waar het niet behoort, (die het leest, 15439 Mark 13:14 | waar het niet behoort, (die het leest, die merke daarop!) 15440 Mark 13:15 | 15 En die op het dak is, kome niet af in 15441 Mark 13:15 | dak is, kome niet af in het huis, en ga niet in, om 15442 Mark 13:19 | gelijke niet geweest is van het begin der schepselen, die 15443 Mark 13:21 | ziet, Hij is daar; gelooft het niet. ~ 15444 Mark 13:22 | om te verleiden, indien het mogelijk ware, ook de uitverkorenen. ~ 15445 Mark 13:27 | uit de vier winden, van het uiterste der aarde, tot 15446 Mark 13:27 | uiterste der aarde, tot het uiterste des hemels. ~ 15447 Mark 13:29 | geschieden, zo weet, dat het nabij, voor de deur is. ~ 15448 Mark 13:35 | ter middernacht, of met het hanengekraai, of in den 15449 Mark 14:1 | 1 En het pascha, en het feest der 15450 Mark 14:1 | 1 En het pascha, en het feest der ongehevelde broden 15451 Mark 14:2 | Maar zij zeiden: Niet in het feest, opdat niet misschien 15452 Mark 14:2 | niet misschien oproer onder het volk worde. ~ 15453 Mark 14:3 | Hij te Bethanie was, in het huis van Simon, den melaatse, 15454 Mark 14:12 | ongehevelde broden, wanneer zij het pascha slachtten, zeiden 15455 Mark 14:12 | heengaan, en bereiden, dat Gij het pascha eet? ~ 15456 Mark 14:14 | Waar is de eetzaal, daar Ik het pascha met Mijn discipelen 15457 Mark 14:15 | toegerust en gereed; bereidt het ons aldaar. ~ 15458 Mark 14:16 | kwamen in de stad, en vonden het, gelijk Hij hun gezegd had, 15459 Mark 14:16 | gezegd had, en bereidden het pascha. ~ 15460 Mark 14:17 | 17 En als het avond geworden was, kwam 15461 Mark 14:19 | tot Hem te zeggen: Ben ik het? En een ander: Ben ik het? ~ 15462 Mark 14:19 | het? En een ander: Ben ik het? ~ 15463 Mark 14:20 | antwoordde en zeide tot hen: Het is een uit de twaalven, 15464 Mark 14:21 | des mensen verraden wordt! Het ware hem goed, zo die mens 15465 Mark 14:22 | Hij gezegend had, brak Hij het, en gaf het hun, en zeide: 15466 Mark 14:22 | had, brak Hij het, en gaf het hun, en zeide: Neemt, eet, 15467 Mark 14:24 | hen: Dat is Mijn bloed, het bloed des Nieuwen Testaments, 15468 Mark 14:25 | dezelve nieuw zal drinken in het Koninkrijk Gods. ~ 15469 Mark 14:35 | op de aarde, en bad, zo het mogelijk ware, dat die ure 15470 Mark 14:38 | geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. ~ 15471 Mark 14:41 | Slaapt nu voort, en rust; het is genoeg, de ure is gekomen; 15472 Mark 14:44 | Dien ik kussen zal, Die is het, grijpt Hem, en leidt Hem 15473 Mark 14:47 | dergenen, die daarbij stonden, het zwaard trekkende, sloeg 15474 Mark 14:51 | een lijnwaad omgedaan over het naakte lijf, en de jongelingen 15475 Mark 14:52 | 52 En hij, het lijnwaad verlatende, is 15476 Mark 14:54 | dienaren, en zich warmende bij het vuur. ~ 15477 Mark 14:60 | 60 En de hogepriester, in het midden opstaande, vraagde 15478 Mark 14:62 | 62 En Jezus zeide: Ik ben het. En gijlieden zult den Zoon 15479 Mark 14:68 | 68 Maar hij heeft het geloochend, zeggende: Ik 15480 Mark 14:70 | 70 Maar hij loochende het wederom. En een weinig daarna, 15481 Mark 14:72 | en Petrus werd indachtig het woord, hetwelk Jezus tot 15482 Mark 15:2 | zeide tot hem: Gij zegt het. ~ 15483 Mark 15:6 | 6 En op het feest liet hij hun een gevangene 15484 Mark 15:7 | medeoproermakers, die in het oproer een doodslag gedaan 15485 Mark 15:16 | binnen in de zaal, welke is het rechthuis, en riepen de 15486 Mark 15:24 | Zijn klederen, werpende het lot over dezelve, wat een 15487 Mark 15:25 | 25 En het was de derde ure, en zij 15488 Mark 15:26 | 26 En het opschrift Zijner beschuldiging 15489 Mark 15:30 | Behoud Uzelven, en kom af van het kruis. ~ 15490 Mark 15:32 | Israels, kome nu af van het kruis, opdat wij het zien 15491 Mark 15:32 | van het kruis, opdat wij het zien en geloven mogen. Ook 15492 Mark 15:38 | 38 En het voorhangsel des tempels 15493 Mark 15:42 | 42 En als het nu avond was geworden, dewijl 15494 Mark 15:42 | avond was geworden, dewijl het de voorbereiding was, welke 15495 Mark 15:43 | raadsheer, die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, 15496 Mark 15:43 | tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. ~ 15497 Mark 15:45 | 45 En als hij het van den hoofdman over honderd 15498 Mark 15:45 | verstaan had, schonk hij Jozef het lichaam. ~ 15499 Mark 16:2 | der week, kwamen zij tot het graf, als de zon opging; ~ 15500 Mark 16:5 | 5 En in het graf ingegaan zijnde, zagen


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18165

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License