Book Chapter: Verse

15501 Mark  16:8  |            uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting
15502 Mark  16:10 |                 heengaande, boodschapte het dengenen, die met Hem geweest
15503 Mark  16:11 |               gezien was, geloofden zij het niet. ~
15504 Mark  16:12 |               daar zij wandelden, en in het veld gingen. ~
15505 Mark  16:13 |                heengaande, boodschapten het aan de anderen; maar zij
15506 Mark  16:15 |               de gehele wereld, predikt het Evangelie aan alle kreaturen. ~
15507 Mark  16:18 |            zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets dodelijks
15508 Mark  16:20 |              wrocht mede, en bevestigde het Woord door tekenen, die
15509 Luk   1:3   |                              3 Zo heeft het ook mij goed gedacht, hebbende
15510 Luk   1:8   |                                    8 En het geschiedde, dat, als hij
15511 Luk   1:8   |                geschiedde, dat, als hij het priesterambt bediende voor
15512 Luk   1:11  |           staande ter rechter zijde van het altaar des reukoffers. ~
15513 Luk   1:21  |                                   21 En het volk was wachtende op Zacharias,
15514 Luk   1:23  |                                   23 En het geschiedde, als de dagen
15515 Luk   1:33  |                      33 En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn
15516 Luk   1:39  |            dagen, reisde met haast naar het gebergte, in een stad van
15517 Luk   1:40  |                           40 En kwam in het huis van Zacharias, en groette
15518 Luk   1:41  |                                   41 En het geschiedde, als Elizabet
15519 Luk   1:41  |                 Maria hoorde, zo sprong het kindeken op in haar buik;
15520 Luk   1:44  |              oren geschiedde, zo sprong het kindeken van vreugde op
15521 Luk   1:59  |                                   59 En het geschiedde, dat zij op den
15522 Luk   1:59  |                 achtsten dag kwamen, om het kindeken te besnijden, en
15523 Luk   1:59  |                te besnijden, en noemden het Zacharias, naar den naam
15524 Luk   1:65  |               rondom hen woonden; en in het gehele gebergte van Judea
15525 Luk   1:66  |                        66 En allen, die het hoorden, namen het ter harte,
15526 Luk   1:66  |                  die het hoorden, namen het ter harte, zeggende: Wat
15527 Luk   1:69  |             zaligheid ons opgericht, in het huis van David, Zijn knecht; ~
15528 Luk   1:70  |               heilige profeten, die van het begin der wereld geweest
15529 Luk   1:76  |              worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan,
15530 Luk   1:80  |                                   80 En het kindeken wies op, en werd
15531 Luk   2:1   |                                    1 En het geschiedde in diezelfde
15532 Luk   2:4   |           genaamd wordt, (omdat hij uit het huis en geslacht van David
15533 Luk   2:6   |                                    6 En het geschiedde, als zij daar
15534 Luk   2:8   |            landstreek, zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht
15535 Luk   2:12  |                         12 En dit zal u het teken zijn: gij zult het
15536 Luk   2:12  |                het teken zijn: gij zult het Kindeken vinden in doeken
15537 Luk   2:15  |                                   15 En het geschiedde, als de engelen
15538 Luk   2:15  |             Bethlehem, en laat ons zien het woord, dat er geschied is,
15539 Luk   2:16  |               vonden Maria en Jozef, en het Kindeken liggende in de
15540 Luk   2:17  |                           17 En als zij Het gezien hadden, maakten zij
15541 Luk   2:17  |                 maakten zij alom bekend het woord, dat hun van dit Kindeken
15542 Luk   2:18  |                        18 En allen, die het hoorden, verwonderden zich
15543 Luk   2:21  |            dagen vervuld waren, dat men het Kindeken besnijden zou,
15544 Luk   2:21  |               van den engel, eer Hij in het lichaam ontvangen was. ~
15545 Luk   2:27  |                tempel. En als de ouders het Kindeken Jezus inbrachten,
15546 Luk   2:31  |                Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken; ~
15547 Luk   2:40  |                                   40 En het Kindeken wies op, en werd
15548 Luk   2:41  |                 jaar naar Jeruzalem, op het feest van pascha. ~
15549 Luk   2:43  |                 zij wederkeerden, bleef het Kind Jezus te Jeruzalem,
15550 Luk   2:43  |             Jozef en Zijn moeder wisten het niet. ~
15551 Luk   2:44  |                Maar menende, dat Hij in het gezelschap op den weg was,
15552 Luk   2:46  |                                   46 En het geschiedde, na drie dagen,
15553 Luk   2:46  |                 den tempel, zittende in het midden der leraren, hen
15554 Luk   2:49  |               Hij zeide tot hen: Wat is het, dat gij Mij gezocht hebt?
15555 Luk   2:50  |                    50 En zij verstonden het woord niet, dat Hij tot
15556 Luk   3:1   |                                 1 En in het vijftiende jaar der regering
15557 Luk   3:1   |           viervorst over Iturea en over het land Trachonitis, en Lysanias
15558 Luk   3:2   |            Annas en Kajafas, geschiedde het woord Gods tot Johannes,
15559 Luk   3:3   |                     3 En hij kwam in al het omliggende land der Jordaan,
15560 Luk   3:4   |                 Gelijk geschreven is in het boek der woorden van Jesaja,
15561 Luk   3:9   |                wordt uitgehouwen, en in het vuur geworpen. ~
15562 Luk   3:14  |         overlast, en ontvreemdt niemand het zijne met bedrog, en laat
15563 Luk   3:15  |                               15 En als het volk verwachtte, en allen
15564 Luk   3:17  |               schuur samenbrengen; maar het kaf zal Hij met onuitblusselijk
15565 Luk   3:18  |       vermanende, verkondigde den volke het Evangelie. ~
15566 Luk   3:21  |                                   21 En het geschiedde, toen al het
15567 Luk   3:21  |                 het geschiedde, toen al het volk gedoopt werd, en Jezus
15568 Luk   4:7   |              mij zult aanbidden, zo zal het alles Uw zijn.
15569 Luk   4:14  |               Geestes, naar Galilea; en het gerucht van Hem ging uit
15570 Luk   4:14  |           gerucht van Hem ging uit door het gehele omliggende land. ~
15571 Luk   4:17  |                  17 En Hem werd gegeven het boek van den profeet Jesaja;
15572 Luk   4:17  |              profeet Jesaja; en als Hij het boek opengedaan had, vond
15573 Luk   4:18  |              Mij gezonden, om den armen het Evangelie te verkondigen,
15574 Luk   4:19  |               loslating, en den blinden het gezicht, om de verslagenen
15575 Luk   4:19  |                vrijheid; om te prediken het aangename jaar des Heeren. ~
15576 Luk   4:20  |                           20 En als Hij het boek toegedaan en den dienaar
15577 Luk   4:25  |             grote hongersnood werd over het gehele land. ~
15578 Luk   4:30  |                       30 Maar Hij, door het midden van hen doorgegaan
15579 Luk   4:35  |               uit. En de duivel, hem in het midden geworpen hebbende,
15580 Luk   4:37  |                                   37 En het gerucht van Hem ging uit
15581 Luk   4:38  |                uit de synagoge, ging in het huis van Simon; en Simons
15582 Luk   4:42  |                               42 En als het dag werd, ging Hij uit,
15583 Luk   4:43  |                 moet ook anderen steden het Evangelie van het Koninkrijk
15584 Luk   4:43  |                steden het Evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigen;
15585 Luk   5:1   |                                    1 En het geschiedde, als de schare
15586 Luk   5:1   |              schare op Hem aandrong, om het Woord Gods te horen, dat
15587 Luk   5:1   |                horen, dat Hij stond bij het meer Gennesareth. ~
15588 Luk   5:2   |               schepen aan den oever van het meer liggende, en de vissers
15589 Luk   5:3   |                  dat hij een weinig van het land afstak; en nederzittende,
15590 Luk   5:3   |               leerde Hij de scharen uit het schip. ~
15591 Luk   5:5   |                 doch op Uw woord zal ik het net uitwerpen. ~
15592 Luk   5:7   |                 hun medegenoten, die in het andere schip waren, dat
15593 Luk   5:12  |                                   12 En het geschiedde, als Hij in een
15594 Luk   5:12  |               Jezus ziende, viel hij op het aangezicht, en bad Hem,
15595 Luk   5:14  |                 Hij gebood hem, dat hij het niemand zeggen zou; maar
15596 Luk   5:15  |                                 15 Maar het gerucht van Hem ging te
15597 Luk   5:17  |                                   17 En het geschiedde in een dier dagen,
15598 Luk   5:19  |               schare, zo klommen zij op het dak, en lieten hem door
15599 Luk   5:19  |              door de tichelen neder met het beddeken, in het midden,
15600 Luk   5:19  |              neder met het beddeken, in het midden, voor Jezus. ~
15601 Luk   5:27  |                met name Levi, zitten in het tolhuis, en zeide tot hem:
15602 Luk   5:36  |               zo scheurt ook dat nieuwe het oude, en de lap van het
15603 Luk   5:36  |                 het oude, en de lap van het nieuwe komt met het oude
15604 Luk   5:36  |                 van het nieuwe komt met het oude niet overeen. ~
15605 Luk   6:1   |                                    1 En het geschiedde op den tweeden
15606 Luk   6:1   |            eersten sabbat, dat Hij door het gezaaide ging; en Zijn discipelen
15607 Luk   6:4   |                4 Hoe hij ingegaan is in het huis Gods, en de toonbroden
15608 Luk   6:6   |                                    6 En het geschiedde ook op een anderen
15609 Luk   6:8   |                 had: Rijs op, en sta in het midden. En hij opgestaan
15610 Luk   6:12  |                                   12 En het geschiedde in die dagen,
15611 Luk   6:12  |                 bleef den nacht over in het gebed tot God. ~
15612 Luk   6:13  |                               13 En als het dag was geworden, riep Hij
15613 Luk   6:20  |                gij, armen, want uwer is het Koninkrijk Gods. ~
15614 Luk   6:30  |            begeert; en van dengene, die het uwe neemt, eist niet weder. ~
15615 Luk   6:43  |                                 43 Want het is geen goede boom, die
15616 Luk   6:45  |                 45 De goede mens brengt het goede voort uit den goeden
15617 Luk   6:45  |                 en de kwade mens brengt het kwade voort uit den kwaden
15618 Luk   6:48  |                  en verdiepte, en leide het fondament op een steenrots;
15619 Luk   6:48  |              tegen dat huis aan, en kon het niet bewegen; want het was
15620 Luk   6:48  |              kon het niet bewegen; want het was op de steenrots gegrond. ~
15621 Luk   6:49  |                waterstroom aansloeg, en het viel terstond, en de val
15622 Luk   7:6   |               als Hij nu niet verre van het huis was, zond de hoofdman
15623 Luk   7:7   |                tot U te komen; maar zeg het met een woord, en mijn knecht
15624 Luk   7:8   |      dienstknecht: Doe dat! en hij doet het. ~
15625 Luk   7:10  |                  wedergekeerd zijnde in het huis, vonden den kranken
15626 Luk   7:11  |                                   11 En het geschiedde op den volgenden
15627 Luk   7:17  |               in geheel Judea, en in al het omliggende land. ~
15628 Luk   7:21  |                en velen blinden gaf Hij het gezicht. ~
15629 Luk   7:22  |              opgewekt worden, den armen het Evangelie verkondigd wordt. ~
15630 Luk   7:27  |                              27 Deze is het, van welken geschreven is:
15631 Luk   7:28  |                Doper; maar de minste in het Koninkrijk Gods is meerder
15632 Luk   7:29  |                                29 En al het volk, Hem horende, en de
15633 Luk   7:38  |                en zij droogde ze af met het haar van haar hoofd, en
15634 Luk   7:40  |                 hij sprak: Meester! zeg het. ~
15635 Luk   7:42  |               om te betalen, schold hij het hun beiden kwijt. Zeg dan,
15636 Luk   7:43  |                 zeide: Ik acht, dat hij het is, dien hij het meeste
15637 Luk   7:43  |                dat hij het is, dien hij het meeste kwijtgescholden heeft.
15638 Luk   7:44  |              tranen nat gemaakt, en met het haar van haar hoofd afgedroogd. ~
15639 Luk   8:1   |                                    1 En het geschiedde daarna, dat Hij
15640 Luk   8:1   |             predikende en verkondigende het Evangelie van het Koninkrijk
15641 Luk   8:1   |         verkondigende het Evangelie van het Koninkrijk Gods; en de twaalven
15642 Luk   8:5   |                 en als hij zaaide, viel het ene bij den weg, en werd
15643 Luk   8:6   |                                    6 En het andere viel op een steenrots,
15644 Luk   8:6   |                en opgewassen zijnde, is het verdord, omdat het geen
15645 Luk   8:6   |           zijnde, is het verdord, omdat het geen vochtigheid had. ~
15646 Luk   8:7   |                                    7 En het andere viel in het midden
15647 Luk   8:7   |                 7 En het andere viel in het midden van de doornen, en
15648 Luk   8:8   |                                    8 En het andere viel op de goede
15649 Luk   8:8   |               opgewassen zijnde, bracht het honderdvoudige vrucht voort.
15650 Luk   8:10  |                   10 En Hij zeide: U is het gegeven, de verborgenheden
15651 Luk   8:10  |          gegeven, de verborgenheden van het Koninkrijk Gods te verstaan;
15652 Luk   8:11  |                Dit is nu de gelijkenis: Het zaad is het Woord Gods. ~
15653 Luk   8:11  |                 gelijkenis: Het zaad is het Woord Gods. ~
15654 Luk   8:12  |                komt de duivel, en neemt het Woord uit hun hart weg,
15655 Luk   8:13  |                 dezen, die, wanneer zij het gehoord hebben, het Woord
15656 Luk   8:13  |                 zij het gehoord hebben, het Woord met vreugde ontvangen;
15657 Luk   8:15  |            aarde valt, zijn dezen, die, het Woord gehoord hebbende,
15658 Luk   8:16  |             opdat degenen, die inkomen, het licht zien mogen. ~
15659 Luk   8:17  |                bekend zal worden, en in het openbaar komen. ~
15660 Luk   8:22  |                                   22 En het geschiedde in een van die
15661 Luk   8:22  |                 aan de andere zijde van het meer. En zij staken af. ~
15662 Luk   8:23  |              kwam een storm van wind op het meer, en zij werden vol
15663 Luk   8:25  |                dat Hij ook de winden en het water gebiedt, en zij zijn
15664 Luk   8:26  |                En zij voeren voort naar het land der Gadarenen, hetwelk
15665 Luk   8:27  |                       27 En als Hij aan het land uitgegaan was, ontmoette
15666 Luk   8:32  |           dezelve te varen. En Hij liet het hun toe. ~
15667 Luk   8:33  |            stortte van de steilte af in het meer; en versmoorde. ~
15668 Luk   8:34  |                 heengaande boodschapten het in de stad, en op het land. ~
15669 Luk   8:34  |      boodschapten het in de stad, en op het land. ~
15670 Luk   8:36  |                          36 En ook, die het gezien hadden, verhaalden
15671 Luk   8:37  |                En de gehele menigte van het omliggende land der Gadarenen
15672 Luk   8:37  |              vreze bevangen. En Hij, in het schip gegaan zijnde, keerde
15673 Luk   8:40  |                                   40 En het geschiedde, als Jezus wederkeerde,
15674 Luk   8:45  |               45 En Jezus zeide: Wie is het, die Mij heeft aangeraakt?
15675 Luk   8:45  |            heeft aangeraakt? En als zij het allen ontkenden, zeide Petrus
15676 Luk   8:45  |       verdringen U, en zegt Gij: Wie is het, die Mij aangeraakt heeft? ~
15677 Luk   8:47  |                  verklaarde Hem voor al het volk, om wat oorzaak zij
15678 Luk   8:49  |              nog sprak, kwam er een van het huis des oversten der synagoge,
15679 Luk   8:51  |                        51 En als Hij in het huis kwam, liet Hij niemand
15680 Luk   9:2   |                hen heen, om te prediken het Koninkrijk Gods, en de kranken
15681 Luk   9:5   |                van die stad, schudt ook het stof af van uw voeten, tot
15682 Luk   9:6   |               de vlekken, verkondigende het Evangelie, en genezende
15683 Luk   9:11  |                ze, en sprak tot hen van het Koninkrijk Gods; en die
15684 Luk   9:18  |                                   18 En het geschiedde, als Hij alleen
15685 Luk   9:24  |             leven behouden wil, die zal het verliezen; maar zo wie zijn
15686 Luk   9:24  |                  om Mijnentwil, die zal het behouden. ~
15687 Luk   9:25  |                        25 Want wat baat het een mens, die de gehele
15688 Luk   9:27  |               zullen smaken, totdat zij het Koninkrijk Gods zullen gezien
15689 Luk   9:28  |                                   28 En het geschiedde, omtrent acht
15690 Luk   9:33  |                                   33 En het geschiedde, als zij van
15691 Luk   9:33  |              Petrus tot Jezus: Meester, het is goed, dat wij hier zijn;
15692 Luk   9:37  |                                   37 En het geschiedde des daags daaraan,
15693 Luk   9:37  |                 Hem een grote schare in het gemoet kwam. ~
15694 Luk   9:42  |               onreinen geest, en maakte het kind gezond, en gaf hem
15695 Luk   9:45  |           verstonden dit woord niet, en het was voor hen verborgen,
15696 Luk   9:45  |                 verborgen, alzo dat zij het niet begrepen; en zij vreesden
15697 Luk   9:49  |                 uitwierp, en wij hebben het hem verboden, omdat hij
15698 Luk   9:50  |            Jezus zeide tot hem: Verbied het niet; want wie tegen ons
15699 Luk   9:51  |                                   51 En het geschiedde, als de dagen
15700 Luk   9:57  |                                   57 En het geschiedde op den weg, als
15701 Luk   9:58  |             mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge. ~
15702 Luk   9:60  |               gij, ga heen en verkondig het Koninkrijk Gods. ~
15703 Luk   9:62  |               achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods. ~  ~
15704 Luk  10:3   |               Ik zend u als lammeren in het midden der wolven. ~
15705 Luk  10:7   |             waardig; gaat niet over van het ene huis in het andere huis. ~
15706 Luk  10:7   |                over van het ene huis in het andere huis. ~
15707 Luk  10:9   |           daarin zijn, en zegt tot hen: Het Koninkrijk Gods is nabij
15708 Luk  10:11  |                                  11 Ook het stof, dat uit uw stad aan
15709 Luk  10:11  |               nochtans zo weet dit, dat het Koninkrijk Gods nabij u
15710 Luk  10:12  |                     12 En Ik zeg u, dat het dien van Sodom verdragelijker
15711 Luk  10:14  |                                 14 Doch het zal Tyrus en Sidon verdragelijker
15712 Luk  10:14  |            Sidon verdragelijker zijn in het oordeel, dan ulieden. ~
15713 Luk  10:21  |             Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U. ~
15714 Luk  10:22  |                is, dan de Zoon, en dien het de Zoon zal willen openbaren. ~
15715 Luk  10:24  |             hetgeen gij ziet, en hebben het niet gezien; en te horen,
15716 Luk  10:24  |            hetgeen gij hoort, en hebben het niet gehoord. ~
15717 Luk  10:25  |              Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? ~
15718 Luk  10:38  |                                   38 En het geschiedde, als zij reisden,
15719 Luk  10:42  |                 nodig; doch Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk
15720 Luk  11:1   |                                    1 En het geschiedde, toen Hij in
15721 Luk  11:14  |                uit, en die was stom. En het geschiedde, als de duivel
15722 Luk  11:20  |             duivelen uitwerp, zo is dan het Koninkrijk Gods tot u gekomen. ~
15723 Luk  11:25  |                25 En komende, vindt hij het met bezemen gekeerd en versierd. ~
15724 Luk  11:26  |            zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van dien mens wordt
15725 Luk  11:26  |               dien mens wordt erger dan het eerste. ~
15726 Luk  11:27  |                                   27 En het geschiedde, als Hij deze
15727 Luk  11:28  |                 zalig zijn degenen, die het Woord Gods horen, en hetzelve
15728 Luk  11:29  |               Dit is een boos geslacht; het verzoekt een teken, en hetzelve
15729 Luk  11:29  |               teken gegeven worden, dan het teken van Jonas, den profeet. ~
15730 Luk  11:31  |                      31 De koningin van het Zuiden zal opstaan in het
15731 Luk  11:31  |               het Zuiden zal opstaan in het oordeel met de mannen van
15732 Luk  11:32  |               Nineve, zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht,
15733 Luk  11:33  |             kaars ontsteekt, zet die in het verborgen, noch onder een
15734 Luk  11:33  |             opdat degenen, die inkomen, het licht zien mogen. ~
15735 Luk  11:34  |                De kaars des lichaams is het oog: wanneer dan uw oog
15736 Luk  11:34  |               lichaam verlicht; maar zo het boos is, zo is ook uw gehele
15737 Luk  11:35  |                35 Zie dan toe, dat niet het licht, hetwelk in u is,
15738 Luk  11:36  |                  dat duister is, zo zal het geheel verlicht zijn, gelijk
15739 Luk  11:36  |             gelijk wanneer de kaars met het schijnsel u verlicht. ~
15740 Luk  11:37  |               Farizeer, dat Hij bij hem het middagmaal wilde eten; en
15741 Luk  11:38  |                dat Hij niet eerst, voor het middagmaal, Zich gewassen
15742 Luk  11:39  |               gij Farizeen, gij reinigt het buitenste des drinkbekers
15743 Luk  11:39  |       drinkbekers en des schotels; maar het binnenste van u is vol van
15744 Luk  11:40  |                 Gij onverstandigen! Die het buitenste heeft gemaakt,
15745 Luk  11:40  |             gemaakt, heeft Hij ook niet het binnenste gemaakt? ~
15746 Luk  11:42  |          moeskruid, en gij gaat voorbij het oordeel en de liefde Gods.
15747 Luk  11:42  |                  Dit moest men doen, en het andere niet nalaten. ~
15748 Luk  11:43  |               Farizeen, want gij bemint het voorgestoelte in de synagogen,
15749 Luk  11:44  |                daarover wandelen, weten het niet. ~
15750 Luk  11:50  |                 geslacht afgeeist worde het bloed van al de profeten,
15751 Luk  11:51  |                                  51 Van het bloed van Abel, tot het
15752 Luk  11:51  |                 het bloed van Abel, tot het bloed van Zacharia, die
15753 Luk  11:51  |          Zacharia, die gedood is tussen het altaar en het huis Gods;
15754 Luk  11:51  |                 is tussen het altaar en het huis Gods; ja, zeg Ik u,
15755 Luk  11:51  |                huis Gods; ja, zeg Ik u, het zal afgeeist worden van
15756 Luk  12:3   |          duisternis gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden; en
15757 Luk  12:3   |           gehoord worden; en wat gij in het oor gesproken hebt, in de
15758 Luk  12:4   |                u niet voor degenen, die het lichaam doden, en daarna
15759 Luk  12:10  |              tegen den Zoon des mensen, het zal hem vergeven worden;
15760 Luk  12:10  |          gelasterd zal hebben, dien zal het niet vergeven worden. ~
15761 Luk  12:15  |                 van de gierigheid; want het is niet in den overvloed
15762 Luk  12:20  |              gij bereid hebt, wiens zal het zijn? ~
15763 Luk  12:21  |                              21 Alzo is het met dien, die zichzelven
15764 Luk  12:22  |                gij eten zult, noch voor het lichaam, waarmede gij u
15765 Luk  12:23  |                                      23 Het leven is meer dan het voedsel,
15766 Luk  12:23  |                23 Het leven is meer dan het voedsel, en het lichaam
15767 Luk  12:23  |                meer dan het voedsel, en het lichaam dan de kleding. ~
15768 Luk  12:26  |                   26 Indien gij dan ook het minste niet kunt, wat zijt
15769 Luk  12:28  |                        28 Indien nu God het gras dat heden op het veld
15770 Luk  12:28  |               God het gras dat heden op het veld is, en morgen in den
15771 Luk  12:31  |                           31 Maar zoekt het Koninkrijk Gods, en al deze
15772 Luk  12:32  |                gij klein kuddeken, want het is uws Vaders welbehagen,
15773 Luk  12:32  |              Vaders welbehagen, ulieden het Koninkrijk te geven. ~
15774 Luk  12:40  |           bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon
15775 Luk  12:42  |                 om hun ter rechter tijd het bescheiden deel spijze te
15776 Luk  12:49  |           werpen; en wat wil Ik, indien het alrede ontstoken is? ~
15777 Luk  12:50  |                worde Ik geperst, totdat het volbracht zij! ~
15778 Luk  12:54  |                een wolk ziet opgaan van het westen, terstond zegt gijlieden:
15779 Luk  12:54  |            gijlieden: Er komt regen; en het geschiedt alzo. ~
15780 Luk  12:55  |              gij: Er zal hitte zijn; en het geschiedt. ~
15781 Luk  12:56  |                      56 Gij geveinsden, het aanschijn der aarde en des
15782 Luk  12:59  |                 uitgaan, totdat gij ook het laatste penningsken betaald
15783 Luk  13:18  |                18 En Hij zeide: Wien is het Koninkrijk Gods gelijk,
15784 Luk  13:19  |                                      19 Het is gelijk aan een mostaardzaad,
15785 Luk  13:19  |             zijn hof geworpen heeft; en het wies op, en werd tot een
15786 Luk  13:20  |                 wederom: Waarbij zal Ik het Koninkrijk Gods vergelijken? ~
15787 Luk  13:21  |                                      21 Het is gelijk aan een zuurdesem,
15788 Luk  13:21  |                drie maten meels, totdat het geheel gezuurd was. ~
15789 Luk  13:28  |             Jakob, en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar ulieden
15790 Luk  13:29  |                  en zullen aanzitten in het Koninkrijk Gods. ~
15791 Luk  13:33  |              volgenden dag reizen; want het gebeurt niet, dat een profeet
15792 Luk  14:1   |                                    1 En het geschiedde, als Hij gekomen
15793 Luk  14:1   |                  als Hij gekomen was in het huis van een der oversten
15794 Luk  14:3   |               en Farizeen, en sprak: Is het ook geoorloofd op den sabbat
15795 Luk  14:10  |                 ga hoger op. Alsdan zal het u eer zijn voor degenen,
15796 Luk  14:14  |                 om u te vergelden; want het zal u vergolden worden in
15797 Luk  14:15  |                is hij, die brood eet in het Koninkrijk Gods. ~
15798 Luk  14:18  |               heb een akker gekocht, en het is nodig, dat ik uitga,
15799 Luk  14:22  |               dienstknecht zeide: Heer, het is geschied, gelijk gij
15800 Luk  14:29  |                 niet misschien, als hij het fondament gelegd heeft,
15801 Luk  14:29  |                 voleindigen, allen, die het zien, hem beginnen te bespotten. ~
15802 Luk  14:34  |                                      34 Het zout is goed; maar indien
15803 Luk  14:34  |               zout is goed; maar indien het zout smakeloos geworden
15804 Luk  14:34  |               geworden is, waarmede zal het smakelijk gemaakt worden? ~
15805 Luk  14:35  |                                      35 Het is noch tot het land, noch
15806 Luk  14:35  |                      35 Het is noch tot het land, noch tot den mesthoop
15807 Luk  14:35  |             mesthoop bekwaam; men werpt het weg. Wie oren heeft, om
15808 Luk  15:4   |               de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve
15809 Luk  15:5   |                            5 En als hij het gevonden heeft, legt hij
15810 Luk  15:5   |                gevonden heeft, legt hij het op zijn schouders, verblijd
15811 Luk  15:8   |                niet een kaars, en keert het huis met bezemen, en zoekt
15812 Luk  15:12  |              den vader: Vader, geef mij het deel des goeds, dat mij
15813 Luk  15:12  |              toekomt. En hij deelde hun het goed. ~
15814 Luk  15:14  |                           14 En als hij het alles verteerd had, werd
15815 Luk  15:22  |        dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed, en doet het
15816 Luk  15:22  |                het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een
15817 Luk  15:23  |                            23 En brengt het gemeste kalf, en slacht
15818 Luk  15:23  |                 gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk
15819 Luk  15:25  |                 zijn oudste zoon was in het veld; en als hij kwam, en
15820 Luk  15:25  |               veld; en als hij kwam, en het huis genaakte, hoorde hij
15821 Luk  15:25  |               huis genaakte, hoorde hij het gezang en het gerei, ~
15822 Luk  15:25  |                hoorde hij het gezang en het gerei, ~
15823 Luk  15:27  |              gekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat
15824 Luk  15:30  |     doorgebracht heeft, zo hebt gij hem het gemeste kalf geslacht. ~
15825 Luk  15:31  |              zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe. ~
15826 Luk  16:4   |              zal, opdat, wanneer ik van het rentmeesterschap afgezet
15827 Luk  16:10  |                    10 Die getrouw is in het minste, die is ook in het
15828 Luk  16:10  |               het minste, die is ook in het grote getrouw; en die in
15829 Luk  16:10  |                grote getrouw; en die in het minste onrechtvaardig is,
15830 Luk  16:10  |        onrechtvaardig is, die is ook in het grote onrechtvaardig. ~
15831 Luk  16:11  |                 zijt geweest, wie zal u het ware vertrouwen? ~
15832 Luk  16:12  |                 zijt geweest, wie zal u het uwe geven? ~
15833 Luk  16:15  |                 zeide tot hen: Gij zijt het, die uzelven rechtvaardigt
15834 Luk  16:16  |                  van dien tijd af wordt het Koninkrijk Gods verkondigd,
15835 Luk  16:17  |                                   17 En het is lichter, dat de hemel
15836 Luk  16:22  |                                   22 En het geschiedde, dat de bedelaar
15837 Luk  16:24  |                en zend Lazarus, dat hij het uiterste zijns vingers in
15838 Luk  16:24  |               uiterste zijns vingers in het water dope, en verkoele
15839 Luk  16:25  |            leven, en Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost,
15840 Luk  16:31  |                zullen zij ook, al waren het, dat er iemand uit de doden
15841 Luk  17:1   |                zeide tot de discipelen: Het kan niet wezen, dat er geen
15842 Luk  17:2   |                                       2 Het zoude hem nuttiger zijn,
15843 Luk  17:3   |               zo bestraf hem; en indien het hem leed is, zo vergeef
15844 Luk  17:3   |                 hem leed is, zo vergeef het hem. ~
15845 Luk  17:4   |                 u wederkeert, zeggende: Het is mij leed; zo zult gij
15846 Luk  17:4   |                is mij leed; zo zult gij het hem vergeven. ~
15847 Luk  17:5   |               den Heere: Vermeerder ons het geloof. ~
15848 Luk  17:11  |                                   11 En het geschiedde, als Hij naar
15849 Luk  17:11  |          Jeruzalem reisde, dat Hij door het midden van Samaria en Galilea
15850 Luk  17:14  |               uzelven den priesters. En het geschiedde, terwijl zij
15851 Luk  17:16  |                       16 En hij viel op het aangezicht voor Zijn voeten,
15852 Luk  17:20  |                van de Farizeen, wanneer het Koninkrijk Gods komen zou,
15853 Luk  17:20  |               hun geantwoord en gezegd: Het Koninkrijk Gods komt niet
15854 Luk  17:21  |               of ziet daar, want, ziet, het Koninkrijk Gods is binnen
15855 Luk  17:24  |              gelijk de bliksem, die van het ene einde onder den hemel
15856 Luk  17:24  |                 den hemel bliksemt, tot het andere onder den hemel schijnt,
15857 Luk  17:26  |                            26 En gelijk het geschied is in de dagen
15858 Luk  17:26  |               dagen van Noach, alzo zal het ook zijn in de dagen van
15859 Luk  17:28  |               28 Desgelijks ook, gelijk het geschiedde in de dagen van
15860 Luk  17:29  |              van Sodom uitging, regende het vuur en sulfer van den hemel,
15861 Luk  17:30  |                        30 Even alzo zal het zijn in den dag, op welken
15862 Luk  17:31  |               In dienzelven dag, wie op het dak zal zijn, en zijn huisraad
15863 Luk  17:33  |             zoeken te behouden, die zal het verliezen; en zo wie hetzelve
15864 Luk  17:33  |         hetzelve zal verliezen, die zal het in het leven behouden.
15865 Luk  17:33  |               verliezen, die zal het in het leven behouden.
15866 Luk  17:37  |                 Hij zeide tot hen: Waar het lichaam is, aldaar zullen
15867 Luk  18:5   |             niet eindelijk kome, en mij het hoofd breke. ~
15868 Luk  18:16  |                 niet; want derzulken is het Koninkrijk Gods. ~
15869 Luk  18:17  |              Voorwaar, zeg Ik u: Zo wie het Koninkrijk Gods niet zal
15870 Luk  18:18  |              Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? ~
15871 Luk  18:22  |            alles, wat gij hebt, en deel het onder de armen, en gij zult
15872 Luk  18:24  |            degenen, die goed hebben, in het Koninkrijk Gods ingaan! ~
15873 Luk  18:25  |                                 25 Want het is lichter, dat een kemel
15874 Luk  18:25  |          lichter, dat een kemel ga door het oog van een naald, dan dat
15875 Luk  18:25  |             naald, dan dat een rijke in het Koninkrijk Gods inga. ~
15876 Luk  18:29  |               of vrouw, of kinderen, om het Koninkrijk Gods; ~
15877 Luk  18:30  |                en in de toekomende eeuw het eeuwige leven. ~
15878 Luk  18:31  |              gaan op naar Jeruzalem, en het zal alles volbracht worden
15879 Luk  18:35  |                                   35 En het geschiedde, als Hij nabij
15880 Luk  18:43  |              God verheerlijkende. En al het volk, dat ziende, gaf Gode
15881 Luk  19:7   |                         7 En allen, die het zagen, murmureerden, zeggende:
15882 Luk  19:11  |               en omdat zij meenden, dat het Koninkrijk Gods terstond
15883 Luk  19:15  |                                   15 En het geschiedde, toen hij wederkwam,
15884 Luk  19:15  |             toen hij wederkwam, als hij het koninkrijk ontvangen had,
15885 Luk  19:15  |               geroepen worden, wien hij het geld gegeven had; opdat
15886 Luk  19:17  |             dienstknecht, dewijl gij in het minste getrouw zijt geweest,
15887 Luk  19:24  |              pond van hem weg, en geeft het dien, die de tien ponden
15888 Luk  19:29  |                                   29 En het geschiedde, als Hij nabij
15889 Luk  19:30  |            ontbindt hetzelve, en brengt het. ~
15890 Luk  19:31  |              alzo tot hem zeggen: Omdat het de Heere van node heeft. ~
15891 Luk  19:32  |               heengegaan zijnde, vonden het, gelijk Hij hun gezegd had. ~
15892 Luk  19:33  |                           33 En als zij het veulen ontbonden, zeiden
15893 Luk  19:33  |                hen: Waarom ontbindt gij het veulen? ~
15894 Luk  19:34  |              zij zeiden: De Heere heeft het van node. ~
15895 Luk  19:35  |               Jezus. En hun klederen op het veulen geworpen hebbende,
15896 Luk  19:42  |                 vrede dient! Maar nu is het verborgen voor uw ogen. ~
15897 Luk  19:48  |                zij doen zouden; want al het volk hing Hem aan, en hoorde
15898 Luk  20:1   |                                    1 En het geschiedde in een van die
15899 Luk  20:1   |            dagen, als Hij in den tempel het volk leerde, en het Evangelie
15900 Luk  20:1   |              tempel het volk leerde, en het Evangelie verkondigde, dat
15901 Luk  20:6   |                de mensen; zo zal ons al het volk stenigen; want zij
15902 Luk  20:9   |                      9 En Hij begon tot het volk deze gelijkenis te
15903 Luk  20:10  |                               10 En als het de tijd was, zond hij tot
15904 Luk  20:19  |                slaan; maar zij vreesden het volk; want zij verstonden,
15905 Luk  20:22  |                                   22 Is het ons geoorloofd den keizer
15906 Luk  20:26  |             Zijn woord niet vatten voor het volk; en zich verwonderende
15907 Luk  20:37  |                ook Mozes aangewezen bij het doornenbos, als hij den
15908 Luk  20:42  |                42 En David zelf zegt in het boek der psalmen: De Heere
15909 Luk  20:45  |                           45 En daar al het volk het hoorde, zeide Hij
15910 Luk  20:45  |                  45 En daar al het volk het hoorde, zeide Hij tot Zijn
15911 Luk  21:7   |                 dingen zijn, en welk is het teken, wanneer deze dingen
15912 Luk  21:9   |        geschieden; maar nog is terstond het einde niet. ~
15913 Luk  21:10  |                 Toen zeide Hij tot hen: Het ene volk zal tegen het andere
15914 Luk  21:10  |                  Het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en
15915 Luk  21:10  |                 andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het
15916 Luk  21:10  |                het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk. ~
15917 Luk  21:21  |               naar de bergen; en die in het midden van dezelve zijn,
15918 Luk  21:23  |               er zal grote nood zijn in het land, en toorn over dit
15919 Luk  21:26  |                        26 En den mensen het hart zal bezwijken van vrees
15920 Luk  21:26  |             verwachting der dingen, die het aardrijk zullen overkomen;
15921 Luk  21:31  |                geschieden, zo weet, dat het Koninkrijk Gods nabij is. ~
15922 Luk  21:38  |                                38 En al het volk kwam des morgens vroeg
15923 Luk  22:1   |                                    1 En het feest der ongehevelde broden,
15924 Luk  22:2   |               zouden; want zij vreesden het volk. ~
15925 Luk  22:3   |                was Iskariot, zijnde uit het getal der twaalven. ~
15926 Luk  22:5   |                 waren verblijd, en zijn het eens geworden, dat zij hem
15927 Luk  22:6   |                       6 En hij beloofde het, en zocht gelegenheid, om
15928 Luk  22:7   |               broden kwam, op denwelken het pascha moest geslacht worden. ~
15929 Luk  22:8   |               Gaat heen, en bereidt ons het pascha, opdat wij het eten
15930 Luk  22:8   |               ons het pascha, opdat wij het eten mogen. ~
15931 Luk  22:9   |                  Waar wilt Gij, dat wij het bereiden? ~
15932 Luk  22:10  |              kruik waters; volgt hem in het huis, daar hij ingaat. ~
15933 Luk  22:11  |             Waar is de eetzaal, daar Ik het pascha met Mijn discipelen
15934 Luk  22:12  |               opperzaal wijzen, bereidt het aldaar. ~
15935 Luk  22:13  |                 zij, heengaande, vonden het, gelijk Hij hun gezegd had,
15936 Luk  22:13  |                gezegd had, en bereidden het pascha. ~
15937 Luk  22:16  |                daarvan eten zal, totdat het vervuld zal zijn in het
15938 Luk  22:16  |                 het vervuld zal zijn in het Koninkrijk Gods. ~
15939 Luk  22:18  |            vrucht des wijnstoks, totdat het Koninkrijk Gods zal gekomen
15940 Luk  22:19  |               Hij gedankt had, brak Hij het, en gaf het hun, zeggende:
15941 Luk  22:19  |               had, brak Hij het, en gaf het hun, zeggende: Dat is Mijn
15942 Luk  22:20  |        Desgelijks ook den drinkbeker na het avondmaal, zeggende: Deze
15943 Luk  22:20  |            zeggende: Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn
15944 Luk  22:23  |         elkander te vragen, wie van hen het toch mocht zijn, die dat
15945 Luk  22:27  |                aanzit, of die dient? Is het niet die aanzit? Maar Ik
15946 Luk  22:27  |              die aanzit? Maar Ik ben in het midden van u, als een die
15947 Luk  22:29  |                  29 En Ik verordineer u het Koninkrijk, gelijkerwijs
15948 Luk  22:38  |         zwaarden. En Hij zeide tot hen: Het is genoeg. ~
15949 Luk  22:45  |                       45 En als Hij van het gebed opgestaan was, kwam
15950 Luk  22:49  |              Hem: Heere, zullen wij met het zwaard slaan? ~
15951 Luk  22:54  |                 weg, en brachten Hem in het huis des hogepriesters.
15952 Luk  22:55  |                vuur ontstoken hadden in het midden van de zaal, en zij
15953 Luk  22:55  |               nederzaten, zat Petrus in het midden van hen. ~
15954 Luk  22:56  |             dienstmaagd, ziende hem bij het vuur zitten, en haar ogen
15955 Luk  22:59  |                               59 En als het omtrent een uur geleden
15956 Luk  22:61  |                en Petrus werd indachtig het woord des Heeren, hoe Hij
15957 Luk  22:64  |              hadden, sloegen zij Hem op het aangezicht, en vraagden
15958 Luk  22:64  |                zeggende: Profeteer, wie het is, die U geslagen heeft? ~
15959 Luk  22:66  |                               66 En als het dag geworden was, vergaderden
15960 Luk  22:67  |               Zijt Gij de Christus, zeg het ons. En Hij zeide tot hen:
15961 Luk  22:67  |                zeide tot hen: Indien Ik het u zeg, gij zult het niet
15962 Luk  22:67  |           Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven; ~
15963 Luk  22:70  |               tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben. ~
15964 Luk  22:71  |                  Want wij zelven hebben het uit Zijn mond gehoord. ~  ~  ~ 
15965 Luk  23:2   |               hebben bevonden, dat Deze het volk verkeert, en verbiedt
15966 Luk  23:3   |       antwoordde hem en zeide: Gij zegt het. ~
15967 Luk  23:5   |              aan, zeggende: Hij beroert het volk, lerende door geheel
15968 Luk  23:7   |                 verstaande, dat Hij uit het gebied van Herodes was,
15969 Luk  23:13  |       overpriesters, en de oversten, en het volk bijeengeroepen had,
15970 Luk  23:14  |              mij gebracht, als een, die het volk afkerig maakt; en ziet,
15971 Luk  23:17  |                  17 En hij moest hun op het feest een loslaten. ~
15972 Luk  23:26  |                den akker, en legden hem het kruis op, dat hij het achter
15973 Luk  23:26  |               hem het kruis op, dat hij het achter Jezus droeg. ~
15974 Luk  23:31  |                 indien zij dit doen aan het groene hout, wat zal aan
15975 Luk  23:31  |                groene hout, wat zal aan het dorre geschieden? ~
15976 Luk  23:34  |             Jezus zeide: Vader, vergeef het hun; want zij weten niet,
15977 Luk  23:34  |              Zijn klederen, wierpen zij het lot. ~
15978 Luk  23:35  |                                   35 En het volk stond en zag het aan.
15979 Luk  23:35  |                En het volk stond en zag het aan. En ook de oversten
15980 Luk  23:43  |               Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn. ~
15981 Luk  23:44  |                                   44 En het was omtrent de zesde ure,
15982 Luk  23:45  |                zon werd verduisterd, en het voorhangsel des tempels
15983 Luk  23:51  |              der Joden, en die ook zelf het Koninkrijk Gods verwachtte; ~
15984 Luk  23:52  |                tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. ~
15985 Luk  23:53  |                 fijn lijnwaad, en legde het in een graf, in een rots
15986 Luk  23:54  |                                   54 En het was de dag der voorbereiding,
15987 Luk  23:55  |              volgden na en aanschouwden het graf, en hoe Zijn lichaam
15988 Luk  23:56  |                 sabbat rustten zij naar het gebod. ~  ~  ~ 
15989 Luk  24:1   |            morgenstond, gingen zij naar het graf, dragende de specerijen,
15990 Luk  24:2   |               den steen afgewenteld van het graf. ~
15991 Luk  24:3   |             ingegaan zijnde, vonden zij het lichaam van den Heere Jezus
15992 Luk  24:4   |                                    4 En het geschiedde, als zij daarover
15993 Luk  24:5   |                zeer bevreesd werden, en het aangezicht naar de aarde
15994 Luk  24:9   |                 wedergekeerd zijnde van het graf, boodschapten zij al
15995 Luk  24:12  |              Petrus opstaande, liep tot het graf, en nederbukkende,
15996 Luk  24:15  |                                   15 En het geschiedde, terwijl zij
15997 Luk  24:19  |                 woorden, voor God en al het volk. ~
15998 Luk  24:20  |                 overgeleverd hebben tot het oordeel des doods, en Hem
15999 Luk  24:21  |                  benevens dit alles, is het heden de derde dag, van
16000 Luk  24:22  |            vroeg in den morgenstond aan het graf geweest zijn; ~