1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18165
Book Chapter: Verse
17501 2Tim 3:14 | is, wetende, van wien gij het geleerd hebt; ~
17502 2Tim 3:15 | maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus
17503 2Tim 4:2 | 2 Predik het woord; houd aan tijdelijk,
17504 2Tim 4:5 | lijd verdrukkingen; doe het werk van een evangelist,
17505 2Tim 4:7 | den loop geeindigd, ik heb het geloof behouden; ~
17506 2Tim 4:16 | hebben mij allen verlaten. Het worde hun niet toegerekend. ~
17507 2Tim 4:19 | Groet Priska en Aquila, en het huis van Onesiforus. ~
17508 2Tim 5:1 | van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen
17509 2Tim 5:3 | mij toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze Zaligmaker;
17510 2Tim 5:3 | mijn oprechte zoon, naar het gemeen geloof: ~
17511 2Tim 5:9 | 9 Die vasthoudt aan het getrouwe woord, dat naar
17512 2Tim 5:13 | zij gezond mogen zijn in het geloof. ~
17513 Tit 1:1 | van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen
17514 Tit 1:3 | mij toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze Zaligmaker;
17515 Tit 1:3 | mijn oprechte zoon, naar het gemeen geloof: ~
17516 Tit 1:9 | 9 Die vasthoudt aan het getrouwe woord, dat naar
17517 Tit 1:13 | zij gezond mogen zijn in het geloof. ~
17518 Tit 2:2 | voorzichtig, gezond in het geloof, in de liefde, in
17519 Tit 2:3 | maar leraressen zijn van het goede; ~
17520 Tit 2:5 | Matig te zijn, kuis te zijn, het huis te bewaren, goed te
17521 Tit 2:5 | onderdanig te zijn, opdat het Woord Gods niet gelasterd
17522 Tit 2:8 | 8 Het woord gezond en onverwerpelijk,
17523 Tit 3:5 | Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en
17524 Tit 3:8 | staan; deze dingen zijn het, die goed en nuttig zijn
17525 Tit 3:15 | ze, die ons liefhebben in het geloof. De genade zij met
17526 File 1:16 | te meer dan u, beide in het vlees en in den Heere. ~
17527 File 1:19 | 19 Ik, Paulus, heb het geschreven met deze mijn
17528 File 1:19 | met deze mijn hand, ik zal het betalen; opdat ik u niet
17529 Heb 1:3 | 3 Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid,
17530 Heb 1:3 | Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner
17531 Heb 1:3 | alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat
17532 Heb 2:2 | 2 Want indien het woord, door de engelen gesproken,
17533 Heb 2:9 | engelen geworden was, vanwege het lijden des doods, opdat
17534 Heb 2:10 | 10 Want het betaamde Hem, om Welken
17535 Heb 2:12 | broederen verkondigen; in het midden der Gemeente zal
17536 Heb 2:14 | niet doen zou dengene, die het geweld des doods had, dat
17537 Heb 2:16 | niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams aan. ~
17538 Heb 3:3 | dan Mozes, als degene, die het huis gebouwd heeft, meerder
17539 Heb 3:3 | meerder eer heeft, dan het huis.
17540 Heb 3:6 | en de roem der hoop tot het einde toe vast behouden. ~
17541 Heb 3:8 | verhardt uw harten niet, gelijk het geschied is in de verbittering,
17542 Heb 3:10 | sprak: Altijd dwalen zij met het hart, en zij hebben Mijn
17543 Heb 3:13 | te allen dage, zolang als het heden genaamd wordt, opdat
17544 Heb 3:14 | geworden, zo wij anders het beginsel van dezen vasten
17545 Heb 3:14 | van dezen vasten grond tot het einde toe vast behouden; ~
17546 Heb 3:17 | geweest veertig jaren? Was het niet over degenen, die gezondigd
17547 Heb 4:2 | 2 Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk
17548 Heb 4:2 | verkondigd, gelijk als hun; maar het woord der prediking deed
17549 Heb 4:2 | deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd
17550 Heb 4:2 | geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was
17551 Heb 4:2 | gemengd was in degenen, die het gehoord hebben. ~
17552 Heb 4:6 | ingaan, en degenen, dien het Evangelie eerst verkondigd
17553 Heb 4:9 | blijft dan een rust over voor het volk Gods. ~
17554 Heb 4:12 | 12 Want het Woord Gods is levend en
17555 Heb 5:3 | wil moet hij gelijk voor het volk, alzo ook voor zichzelven,
17556 Heb 5:13 | is, die is onervaren in het woord der gerechtigheid;
17557 Heb 6:1 | 1 Daarom, nalatende het beginsel der leer van Christus,
17558 Heb 6:1 | voortvaren; niet wederom leggende het fondament van de bekering
17559 Heb 6:1 | van dode werken, en van het geloof in God, ~
17560 Heb 6:2 | opstanding der doden, en van het eeuwig oordeel. ~
17561 Heb 6:3 | zullen wij ook doen, indien het God toelaat. ~
17562 Heb 6:4 | 4 Want het is onmogelijk, degenen,
17563 Heb 6:5 | 5 En gesmaakt hebben het goede woord Gods, en de
17564 Heb 6:11 | verzekerdheid der hoop, tot het einde toe; ~
17565 Heb 6:18 | onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is dat God liege,
17566 Heb 6:19 | en vast is, en ingaat in het binnenste van het voorhangsel; ~
17567 Heb 6:19 | ingaat in het binnenste van het voorhangsel; ~
17568 Heb 7:1 | als hij wederkeerde van het slaan der koningen, en hem
17569 Heb 7:5 | uit de kinderen van Levi het priesterdom ontvangen, hebben
17570 Heb 7:5 | om tienden te nemen van het volk, naar de wet, dat is,
17571 Heb 7:11 | nu de volkomenheid door het Levietische priesterschap
17572 Heb 7:11 | want onder hetzelve heeft het volk de wet ontvangen),
17573 Heb 7:11 | ontvangen), wat nood was het nog, dat een ander priester
17574 Heb 7:12 | 12 Want het priesterschap veranderd
17575 Heb 7:13 | welken niemand zich tot het altaar begeven heeft. ~
17576 Heb 7:14 | 14 Want het is openbaar, dat onze Heere
17577 Heb 7:14 | niets gesproken heeft van het priesterschap. ~
17578 Heb 7:18 | Want de vernietiging van het voorgaande gebod geschiedt
17579 Heb 7:20 | 20 En voor zoveel het niet zonder eedzwering is
17580 Heb 7:21 | Heere heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij
17581 Heb 7:27 | 27 Dien het niet allen dag nodig was,
17582 Heb 7:28 | die zwakheid hebben; maar het woord der eedzwering, die
17583 Heb 8:3 | slachtofferen te offeren; waarom het noodzakelijk was, dat ook
17584 Heb 8:5 | 5 Welke het voorbeeld en de schaduw
17585 Heb 8:5 | Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding,
17586 Heb 8:7 | geweest ware, zo zou voor het tweede geen plaats gezocht
17587 Heb 8:8 | de Heere, en Ik zal over het huis Israels, en over het
17588 Heb 8:8 | het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw
17589 Heb 8:9 | 9 Niet naar het verbond, dat Ik met hun
17590 Heb 8:10 | 10 Want dit is het verbond, dat Ik met het
17591 Heb 8:10 | het verbond, dat Ik met het huis Israels maken zal na
17592 Heb 8:13 | nieuw verbond, zo heeft Hij het eerste oud gemaakt; dat
17593 Heb 9:1 | 1 Zo had dan wel ook het eerste verbond rechten van
17594 Heb 9:1 | rechten van de gods dienst, en het wereldlijk heiligdom. ~
17595 Heb 9:2 | toonbroden, welke genaamd wordt het heilige; ~
17596 Heb 9:3 | 3 Maar achter het tweede voorhangsel was de
17597 Heb 9:3 | was de tabernakel, genaamd het heilige der heiligen; ~
17598 Heb 9:4 | was de gouden kruik, daar het Manna in was, en de staf
17599 Heb 9:5 | cherubijnen der heerlijkheid, die het verzoendeksel beschaduwden;
17600 Heb 9:9 | niet konden heiligen naar het geweten; ~
17601 Heb 9:12 | 12 Noch door het bloed der bokken en kalveren,
17602 Heb 9:12 | bloed, eenmaal ingegaan in het heiligdom, een eeuwige verlossing
17603 Heb 9:13 | 13 Want indien het bloed der stieren en bokken,
17604 Heb 9:14 | 14 Hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die
17605 Heb 9:15 | overtredingen, die onder het eerste testament waren,
17606 Heb 9:16 | een testament is, daar is het noodzaak, dat de dood des
17607 Heb 9:17 | vast in de doden, dewijl het nog geen kracht heeft, wanneer
17608 Heb 9:18 | 18 Waarom ook het eerste niet zonder bloed
17609 Heb 9:19 | de wet van Mozes, tot al het volk uitgesproken waren,
17610 Heb 9:19 | uitgesproken waren, nam hij het bloed der kalveren en bokken,
17611 Heb 9:19 | hysop, besprengde beide het boek zelf, en al het volk, ~
17612 Heb 9:19 | beide het boek zelf, en al het volk, ~
17613 Heb 9:20 | 20 Zeggende: Dit is het bloed des testaments, hetwelk
17614 Heb 9:21 | vaten van den dienst met het bloed. ~
17615 Heb 9:23 | 23 Zo was het dan noodzaak, dat wel de
17616 Heb 9:24 | Christus is niet ingegaan in het heiligdom, dat met handen
17617 Heb 9:24 | hetwelk is een tegenbeeld van het ware, maar in den hemel
17618 Heb 9:24 | om nu te verschijnen voor het aangezicht van God voor
17619 Heb 9:25 | hogepriester alle jaar in het heiligdom ingaat met vreemd
17620 Heb 9:27 | 27 En gelijk het den mensen gezet is, eenmaal
17621 Heb 9:27 | eenmaal te sterven, en daarna het oordeel; ~
17622 Heb 10:1 | toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan
17623 Heb 10:4 | 4 Want het is onmogelijk, dat het bloed
17624 Heb 10:4 | Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken
17625 Heb 10:5 | gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid; ~
17626 Heb 10:7 | sprak Ik: Zie, Ik kom (in het begin des boeks is van Mij
17627 Heb 10:9 | te doen, o God! Hij neemt het eerste weg, om het tweede
17628 Heb 10:9 | neemt het eerste weg, om het tweede te stellen. ~
17629 Heb 10:15 | de Heilige Geest getuigt het ons ook; ~
17630 Heb 10:16 | voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen
17631 Heb 10:19 | hebben, om in te gaan in het heiligdom door het bloed
17632 Heb 10:19 | gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, ~
17633 Heb 10:20 | ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door
17634 Heb 10:21 | een groten Priester over het huis Gods;
17635 Heb 10:22 | harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam
17636 Heb 10:22 | van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde
17637 Heb 10:23 | hoop vast houden; (want Die het beloofd heeft, is getrouw); ~
17638 Heb 10:29 | God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein
17639 Heb 10:30 | Mijn is de wraak, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere.
17640 Heb 10:31 | 31 Vreselijk is het te vallen in de handen des
17641 Heb 10:38 | de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand
17642 Heb 11:1 | 1 Het geloof nu is een vaste grond
17643 Heb 11:3 | 3 Door het geloof verstaan wij, dat
17644 Heb 11:3 | wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid,
17645 Heb 11:4 | 4 Door het geloof heeft Abel een meerdere
17646 Heb 11:5 | 5 Door het geloof is Enoch weggenomen
17647 Heb 11:6 | 6 Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen.
17648 Heb 11:7 | 7 Door het geloof heeft Noach, door
17649 Heb 11:7 | rechtvaardigheid, die naar het geloof is. ~
17650 Heb 11:8 | 8 Door het geloof is Abraham, geroepen
17651 Heb 11:9 | 9 Door het geloof is hij een inwoner
17652 Heb 11:9 | hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in
17653 Heb 11:11 | 11 Door het geloof heeft ook Sara zelve
17654 Heb 11:11 | getrouw heeft geacht, Die het beloofd had. ~
17655 Heb 11:12 | sterren des hemels, en als het zand, dat aan den oever
17656 Heb 11:13 | 13 Deze allen zijn in het geloof gestorven, de beloften
17657 Heb 11:16 | een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt
17658 Heb 11:17 | 17 Door het geloof heeft Abraham, als
17659 Heb 11:18 | gezegd was: In Izak zal u het zaad genoemd worden) overleggende,
17660 Heb 11:20 | 20 Door het geloof heeft Izak zijn zonen
17661 Heb 11:21 | 21 Door het geloof heeft Jakob, stervende,
17662 Heb 11:21 | aangebeden, leunende op het opperste van zijn staf. ~
17663 Heb 11:22 | 22 Door het geloof heeft Jozef, stervende,
17664 Heb 11:23 | 23 Door het geloof werd Mozes, toen
17665 Heb 11:23 | overmits zij zagen, dat het kindeken schoon was; en
17666 Heb 11:23 | schoon was; en zij vreesden het gebod des konings niet. ~
17667 Heb 11:24 | 24 Door het geloof heeft Mozes, nu groot
17668 Heb 11:25 | 25 Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld
17669 Heb 11:27 | 27 Door het geloof heeft hij Egypte
17670 Heb 11:28 | 28 Door het geloof heeft hij het pascha
17671 Heb 11:28 | Door het geloof heeft hij het pascha uitgericht, en de
17672 Heb 11:29 | 29 Door het geloof zijn zij de Rode
17673 Heb 11:29 | zee doorgegaan, als door het droge; hetwelk de Egyptenaars,
17674 Heb 11:30 | 30 Door het geloof zijn de muren van
17675 Heb 11:31 | 31 Door het geloof is Rachab, de hoer,
17676 Heb 11:33 | 33 Welken door het geloof koninkrijken hebben
17677 Heb 11:37 | gezaagd, verzocht, door het zwaard ter dood gebracht;
17678 Heb 11:39 | deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad,
17679 Heb 12:2 | die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en
17680 Heb 12:10 | een korten tijd, naar dat het hun goed dacht, gekastijd;
17681 Heb 12:13 | verdraaid worde, maar dat het veelmeer genezen worde. ~
17682 Heb 12:16 | Ezau, die om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte
17683 Heb 12:18 | den tastelijken berg, en het brandende vuur, en donkerheid,
17684 Heb 12:19 | 19 En tot het geklank der bazuin, en de
17685 Heb 12:19 | die ze hoorden, baden, dat het woord tot hen niet meer
17686 Heb 12:20 | gedierte den berg aanraakt, het zal gestenigd of met een
17687 Heb 12:21 | Mozes, zo vreselijk was het gezicht, zeide: Ik ben gans
17688 Heb 12:22 | stad des levenden Gods, tot het hemelse Jeruzalem, en de
17689 Heb 12:24 | nieuwen testaments, Jezus, en het bloed der besprenging, dat
17690 Heb 13:3 | alsof gij ook zelven in het lichaam kwalijk gehandeld
17691 Heb 13:4 | 4 Het huwelijk is eerlijk onder
17692 Heb 13:4 | eerlijk onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders
17693 Heb 13:5 | en zijt vergenoegd met het tegenwoordige; want Hij
17694 Heb 13:7 | uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben;
17695 Heb 13:9 | en vreemde leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt
17696 Heb 13:9 | leringen; want het is goed, dat het hart gesterkt wordt door
17697 Heb 13:11 | de zonde gedragen werd in het heiligdom door den hogepriester,
17698 Heb 13:12 | Hij door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen, buiten
17699 Heb 13:20 | Herder der schapen, door het bloed des eeuwigen testaments,
17700 Heb 13:22 | bid u, broeders, verdraagt het woord dezer vermaning; want
17701 Heb 13:22 | vermaning; want ik heb u in het kort geschreven. ~
17702 Jako 1:2 | 2 Acht het voor grote vreugde, mijn
17703 Jako 1:10 | hij zal als een bloem van het gras voorbijgaan. ~
17704 Jako 1:11 | opgegaan met de hitte, en heeft het gras dor gemaakt, en zijn
17705 Jako 1:13 | niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt
17706 Jako 1:18 | heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat
17707 Jako 1:21 | ontvangt met zachtmoedigheid het Woord, dat in u geplant
17708 Jako 2:1 | Mijn broeders, hebt niet het geloof van onzen Heere Jezus
17709 Jako 2:5 | wereld, om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen des
17710 Jako 2:13 | barmhartigheid roemt tegen het oordeel.
17711 Jako 2:14 | 14 Wat nuttigheid is het, mijn broeders, indien iemand
17712 Jako 2:14 | indien iemand zegt, dat hij het geloof heeft, en hij heeft
17713 Jako 2:17 | 17 Alzo ook het geloof, indien het de werken
17714 Jako 2:17 | Alzo ook het geloof, indien het de werken niet heeft, is
17715 Jako 2:18 | iemand zeggen: Gij hebt het geloof, en ik heb de werken.
17716 Jako 2:19 | wel; de duivelen geloven het ook, en zij sidderen. ~
17717 Jako 2:20 | weten, o ijdel mens, dat het geloof zonder de werken
17718 Jako 2:21 | zoon, geofferd heeft op het altaar? ~
17719 Jako 2:22 | 22 Ziet gij wel, dat het geloof mede gewrocht heeft
17720 Jako 2:22 | heeft met zijn werken, en het geloof volmaakt is geweest
17721 Jako 2:23 | Abraham geloofde God, en het is hem tot rechtvaardigheid
17722 Jako 2:24 | en niet alleenlijk uit het geloof? ~
17723 Jako 2:26 | 26 Want gelijk het lichaam zonder geest dood
17724 Jako 2:26 | geest dood is, alzo is ook het geloof zonder de werken
17725 Jako 3:2 | volmaakt man, machtig om ook het gehele lichaam in den toom
17726 Jako 3:5 | vuur, hoe groten hoop houts het aansteekt. ~
17727 Jako 3:6 | onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en
17728 Jako 3:6 | lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt
17729 Jako 3:11 | fontein uit een zelfde ader het zoet en het bitter? ~
17730 Jako 3:11 | zelfde ader het zoet en het bitter? ~
17731 Jako 4:3 | kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen
17732 Jako 4:14 | hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een
17733 Jako 4:17 | doen, en niet doet, dien is het zonde. ~
17734 Jako 5:4 | 4 Ziet, het loon der werklieden, die
17735 Jako 5:4 | u verkort is, roept; en het geschrei dergenen, die geoogst
17736 Jako 5:7 | zijnde over dezelve, totdat het den vroegen en spaden regen
17737 Jako 5:11 | Job gehoord, en gij hebt het einde des Heeren gezien,
17738 Jako 5:12 | maar uw ja, zij ja, en het neen, neen; opdat gij in
17739 Jako 5:15 | 15 En het gebed des geloofs zal den
17740 Jako 5:15 | zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden. ~
17741 Jako 5:17 | en hij bad een gebed, dat het niet zou regenen; en het
17742 Jako 5:17 | het niet zou regenen; en het regende niet op de aarde
17743 1Pet 1:5 | Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid,
17744 1Pet 1:6 | nu een weinig tijds (zo het nodig is) bedroefd zijnde
17745 1Pet 1:7 | veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat en
17746 1Pet 1:7 | hetwelk vergaat en door het vuur beproefd wordt, bevonden
17747 1Pet 1:9 | 9 Verkrijgende het einde uws geloofs, namelijk
17748 1Pet 1:11 | beduidde en te voren getuigde, het lijden, dat op Christus
17749 1Pet 1:12 | zijn bij degenen, die u het Evangelie verkondigd hebben
17750 1Pet 1:19 | 19 Maar door het dierbaar bloed van Christus,
17751 1Pet 1:23 | onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende
17752 1Pet 1:24 | mensen is als een bloem van het gras. Het gras is verdord,
17753 1Pet 1:24 | een bloem van het gras. Het gras is verdord, en zijn
17754 1Pet 1:25 | 25 Maar het Woord des Heeren blijft
17755 1Pet 1:25 | der eeuwigheid; en dit is het Woord, dat onder u verkondigd
17756 1Pet 2:8 | Dengenen namelijk, die zich aan het Woord stoten, ongehoorzaam
17757 1Pet 2:15 | 15 Want alzo is het de wil van God, dat gij,
17758 1Pet 2:19 | genade, indien iemand om het geweten voor God zwarigheid
17759 1Pet 2:20 | 20 Want wat lof is het, indien gij verdraagt, als
17760 1Pet 2:23 | niet dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk
17761 1Pet 2:24 | lichaam gedragen heeft op het hout; opdat wij, der zonden
17762 1Pet 3:3 | uiterlijk is, bestaande in het vlechten des haars, en omhangen
17763 1Pet 3:4 | verborgen mens des harten, in het onverderfelijk versiersel
17764 1Pet 3:7 | bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het
17765 1Pet 3:7 | het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende, als
17766 1Pet 3:10 | 10 Want wie het leven wil liefhebben, en
17767 1Pet 3:10 | die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen, dat
17768 1Pet 3:11 | 11 Die wijke af van het kwade, en doe het goede;
17769 1Pet 3:11 | af van het kwade, en doe het goede; die zoeke vrede en
17770 1Pet 3:12 | oren tot hun gebed; maar het aangezicht des Heeren is
17771 1Pet 3:13 | 13 En wie is het, die u kwaad doen zal, indien
17772 1Pet 3:13 | indien gij navolgers zijt van het goede? ~
17773 1Pet 3:17 | 17 Want het is beter, dat gij, weldoende, (
17774 1Pet 3:17 | gij, weldoende, (indien het de wil van God wil) lijdt,
17775 1Pet 3:18 | brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt
17776 1Pet 3:20 | zielen behouden werden door het water. ~
17777 1Pet 3:21 | 21 Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons
17778 1Pet 4:1 | dan Christus voor ons in het vlees geleden heeft, zo
17779 1Pet 4:1 | gedachte, namelijk dat wie in het vlees geleden heeft, die
17780 1Pet 4:2 | den tijd, die overig is in het vlees, te leven. ~
17781 1Pet 4:3 | 3 Want het is ons genoeg, dat wij den
17782 1Pet 4:6 | daartoe is ook den doden het Evangelie verkondigd geworden,
17783 1Pet 4:6 | worden naar den mens in het vlees, maar leven zouden
17784 1Pet 4:7 | 7 En het einde aller dingen is nabij;
17785 1Pet 4:13 | gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, alzo
17786 1Pet 4:17 | 17 Want het is de tijd, dat het oordeel
17787 1Pet 4:17 | Want het is de tijd, dat het oordeel beginne van het
17788 1Pet 4:17 | het oordeel beginne van het huis Gods; en indien het
17789 1Pet 4:17 | het huis Gods; en indien het eerst van ons begint, welk
17790 1Pet 4:17 | van ons begint, welk zal het einde zijn dergenen, die
17791 1Pet 4:17 | einde zijn dergenen, die het Evangelie van God ongehoorzaam
17792 1Pet 5:3 | heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren maar
17793 1Pet 5:9 | wederstaat, vast zijnde in het geloof, wetende, dat hetzelfde
17794 2Pet 1:3 | Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid
17795 2Pet 1:4 | nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld
17796 2Pet 1:11 | toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen
17797 2Pet 1:12 | te vermanen, hoewel gij het weet, en in de tegenwoordige
17798 2Pet 1:13 | 13 En ik acht het recht te zijn, zolang ik
17799 2Pet 1:19 | 19 En wij hebben het profetische woord, dat zeer
17800 2Pet 2:1 | ook valse profeten onder het volk geweest, gelijk ook
17801 2Pet 2:3 | koopmanschap maken; over welke het oordeel van over lang niet
17802 2Pet 2:4 | ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden; ~
17803 2Pet 2:8 | rechtvaardige ziel gekweld, door het zien en horen van hun ongerechtige
17804 2Pet 2:10 | allermeest degenen, die naar het vlees in onreine begeerlijkheid
17805 2Pet 2:13 | 13 En zullen verkrijgen het loon der ongerechtigheid,
17806 2Pet 2:14 | onvaste zielen, hebbende het hart geoefend in gierigheid,
17807 2Pet 2:15 | den zoon van Bosor, die het loon der ongerechtigheid
17808 2Pet 2:16 | ongerechtigheid gehad; want het jukdragende stomme dier,
17809 2Pet 2:20 | overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan
17810 2Pet 2:20 | laatste erger geworden dan het eerste. ~
17811 2Pet 2:21 | 21 Want het ware hun beter, dat zij
17812 2Pet 2:21 | hebbende, weder afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven
17813 2Pet 2:22 | zeug tot de wenteling in het slijk. ~ ~
17814 2Pet 3:3 | Dit eerst wetende, dat in het laatste der dagen spotters
17815 2Pet 3:4 | alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping. ~
17816 2Pet 3:5 | dit hun onbekend, dat door het woord Gods de hemelen van
17817 2Pet 3:5 | geweest zijn, en de aarde uit het water en in het water bestaande; ~
17818 2Pet 3:5 | aarde uit het water en in het water bestaande; ~
17819 2Pet 3:6 | wereld, die toen was, met het water van den zondvloed
17820 1Joh 1:1 | handen getast hebben, van het Woord des levens; ~
17821 1Joh 1:2 | 2 (Want het Leven is geopenbaard, en
17822 1Joh 1:2 | geopenbaard, en wij hebben het gezien, en wij getuigen,
17823 1Joh 1:7 | 7 Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij
17824 1Joh 1:7 | wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij
17825 1Joh 1:7 | gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus,
17826 1Joh 2:7 | gehad hebt; dit oud gebod is het woord, dat gij van den beginne
17827 1Joh 2:8 | duisternis gaat voorbij, en het waarachtige licht schijnt
17828 1Joh 2:9 | 9 Die zegt, dat hij in het licht is, en zijn broeder
17829 1Joh 2:10 | broeder liefheeft, blijft in het licht, en geen ergernis
17830 1Joh 2:14 | want gij zijt sterk, en het Woord Gods blijft in u,
17831 1Joh 2:18 | 18 Kinderkens, het is de laatste ure; en gelijk
17832 1Joh 2:18 | waaruit wij kennen, dat het de laatste ure is. ~
17833 1Joh 2:25 | beloofd heeft, namelijk het eeuwige leven. ~
17834 1Joh 3:2 | zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard,
17835 1Joh 3:14 | overgegaan zijn uit den dood in het leven, dewijl wij de broeders
17836 1Joh 3:15 | weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich
17837 1Joh 3:16 | schuldig voor de broeders het leven te stellen. ~
17838 1Joh 3:17 | 17 Zo wie nu het goed der wereld heeft, en
17839 1Joh 4:2 | belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is
17840 1Joh 4:3 | belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is
17841 1Joh 4:14 | 14 En wij hebben het aanschouwd, en getuigen,
17842 1Joh 5:5 | 5 Wie is het, die de wereld overwint,
17843 1Joh 5:6 | 6 Deze is het, Die gekomen is door water
17844 1Joh 5:6 | de Christus; niet door het water alleen, maar door
17845 1Joh 5:6 | water alleen, maar door het water en het bloed. En de
17846 1Joh 5:6 | maar door het water en het bloed. En de Geest is het,
17847 1Joh 5:6 | het bloed. En de Geest is het, Die getuigt, dat de Geest
17848 1Joh 5:7 | in den hemel, de Vader, het Woord en de Heilige Geest;
17849 1Joh 5:8 | op de aarde, de Geest, en het water, en het bloed; en
17850 1Joh 5:8 | Geest, en het water, en het bloed; en die drie zijn
17851 1Joh 5:11 | getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft;
17852 1Joh 5:12 | den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zoon van
17853 1Joh 5:12 | God niet heeft, die heeft het leven niet. ~
17854 1Joh 5:13 | opdat gij weet, dat gij het eeuwige leven hebt, en opdat
17855 1Joh 5:16 | God bidden en Hij zal hem het leven geven, dengenen, zeg
17856 1Joh 5:19 | de gehele wereld ligt in het boze. ~
17857 1Joh 5:20 | gekomen is, en heeft ons het verstand gegeven, dat wij
17858 1Joh 5:20 | is de waarachtige God, en het eeuwige Leven. ~
17859 2Joh 1:6 | naar Zijn geboden. Dit is het gebod, gelijk gijlieden
17860 2Joh 1:7 | belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Deze is
17861 3Joh 1:6 | gij geleide doet, gelijk het Gode waardig is, zo zult
17862 3Joh 1:10 | verhindert degenen, die het willen doen, en werpt ze
17863 3Joh 1:11 | 11 Geliefde, volgt het kwade niet na, maar het
17864 3Joh 1:11 | het kwade niet na, maar het goede. Die goed doet, is
17865 Jud 1:3 | vermanen, dat gij strijdt voor het geloof, dat eenmaal den
17866 Jud 1:5 | eenmaal weet, dat de Heere, het volk uit Egypteland verlost
17867 Jud 1:6 | verlaten hebben, heeft Hij tot het oordeel des groten dags
17868 Jud 1:8 | gebracht zijnde, verontreinigen het vlees, en verwerpen de heerschappij,
17869 Jud 1:9 | twistte, en handelde van het lichaam van Mozes, durfde
17870 Jud 1:11 | en door de verleiding van het loon van Balaam zijn zij
17871 Jud 1:12 | worden; zij zijn als bomen in het afgaan van de herfst, onvruchtbaar,
17872 Jud 1:19 | 19 Dezen zijn het, die zichzelven afscheiden,
17873 Jud 1:23 | vreze, en grijpt ze uit het vuur; en haat ook den rok,
17874 Jud 1:23 | haat ook den rok, die van het vlees bevlekt is. ~
17875 Open 1:2 | 2 Dewelke het woord Gods betuigd heeft,
17876 Open 1:8 | ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt
17877 Open 1:8 | en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die
17878 Open 1:9 | in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en in de lijdzaamheid
17879 Open 1:9 | van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos,
17880 Open 1:9 | eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis
17881 Open 1:11 | dat in een boek, en zend het aan de zeven Gemeenten,
17882 Open 1:13 | 13 En in het midden van de zeven kandelaren
17883 Open 2:1 | rechter hand houdt, Die in het midden der zeven gouden
17884 Open 2:2 | apostelen zijn, en zij zijn het niet; en hebt ze leugenaars
17885 Open 2:7 | boom des levens, die in het midden van het paradijs
17886 Open 2:7 | levens, die in het midden van het paradijs Gods is. ~
17887 Open 2:9 | zij Joden zijn, en zijn het niet, maar zijn een synagoge
17888 Open 2:12 | Pergamus is: Dit zegt Hij, Die het tweesnijdend scherp zwaard
17889 Open 2:16 | tegen hen krijg voeren met het zwaard Mijns monds. ~
17890 Open 2:17 | zal hem geven te eten van het manna, dat verborgen is,
17891 Open 2:23 | Gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en harten
17892 Open 2:26 | en die Mijn werken tot het einde toe bewaart, Ik zal
17893 Open 3:2 | Zijt wakende, en versterk het overige, dat sterven zou;
17894 Open 3:3 | 3 Gedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt,
17895 Open 3:3 | gehoord hebt, en bewaar het, en bekeer u. Indien gij
17896 Open 3:4 | witte klederen, overmits zij het waardig zijn. ~
17897 Open 3:5 | naam geenszins uitdoen uit het boek des levens, en Ik zal
17898 Open 3:9 | zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen; zie,
17899 Open 3:10 | 10 Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid
17900 Open 3:14 | en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods: ~
17901 Open 3:18 | goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt
17902 Open 4:3 | En Die daarop zat, was in het aanzien den steen Jaspis
17903 Open 4:3 | was rondom den troon, in het aanzien der steen Smaragd
17904 Open 4:6 | zee, kristal gelijk. En in het midden des troons, en rondom
17905 Open 4:7 | 7 En het eerste dier was een leeuw
17906 Open 4:7 | was een leeuw gelijk, en het tweede dier een kalf gelijk,
17907 Open 4:7 | dier een kalf gelijk, en het derde dier had het aangezicht
17908 Open 4:7 | gelijk, en het derde dier had het aangezicht als een mens,
17909 Open 4:7 | aangezicht als een mens, en het vierde dier was een vliegenden
17910 Open 5:2 | grote stem: Wie is waardig het boek te openen, en zijn
17911 Open 5:3 | noch onder de aarde, kon het boek openen, noch hetzelve
17912 Open 5:5 | Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn
17913 Open 5:6 | 6 En ik zag, en ziet, in het midden van den troon, en
17914 Open 5:6 | van de vier dieren, en in het midden van de ouderlingen,
17915 Open 5:7 | 7 En Het kwam, en heeft het boek
17916 Open 5:7 | 7 En Het kwam, en heeft het boek genomen uit de rechter
17917 Open 5:8 | 8 En als Het dat boek genomen had, vielen
17918 Open 5:8 | twintig ouderlingen voor het Lam neder, hebbende elk
17919 Open 5:12 | Zeggende met een grote stem: Het Lam, Dat geslacht is, is
17920 Open 5:13 | Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging,
17921 Open 6:1 | 1 En ik zag, toen het Lam een van de zegelen geopend
17922 Open 6:3 | 3 En toen Het het tweede zegel geopend
17923 Open 6:3 | 3 En toen Het het tweede zegel geopend had,
17924 Open 6:3 | zegel geopend had, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom
17925 Open 6:5 | 5 En toen Het het derde zegel geopend
17926 Open 6:5 | 5 En toen Het het derde zegel geopend had,
17927 Open 6:5 | zegel geopend had, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom en
17928 Open 6:6 | En ik hoorde een stem in het midden van de vier dieren,
17929 Open 6:7 | 7 En toen Het het vierde zegel geopend
17930 Open 6:7 | 7 En toen Het het vierde zegel geopend had,
17931 Open 6:7 | hoorde ik een stem van het vierde dier, die zeide:
17932 Open 6:8 | gegeven om te doden tot het vierde deel der aarde, met
17933 Open 6:9 | 9 En toen Het het vijfde zegel geopend
17934 Open 6:9 | 9 En toen Het het vijfde zegel geopend had,
17935 Open 6:9 | geopend had, zag ik onder het altaar de zielen dergenen,
17936 Open 6:9 | dergenen, die gedood waren om het Woord Gods, en om de getuigenis,
17937 Open 6:12 | 12 En ik zag, toen Het het zesde zegel geopend
17938 Open 6:12 | 12 En ik zag, toen Het het zesde zegel geopend had,
17939 Open 6:16 | ons, en verbergt ons van het aangezicht Desgenen, Die
17940 Open 7:2 | opgang der zon, hebbende het zegel des levenden Gods;
17941 Open 7:4 | 4 En ik hoorde het getal dergenen, die verzegeld
17942 Open 7:5 | 5 Uit het geslacht van Juda waren
17943 Open 7:5 | twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Ruben waren
17944 Open 7:5 | twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Gad waren twaalf
17945 Open 7:6 | 6 Uit het geslacht van Aser waren
17946 Open 7:6 | twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Nafthali waren
17947 Open 7:6 | twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Manasse waren
17948 Open 7:7 | 7 Uit het geslacht van Simeon waren
17949 Open 7:7 | twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Levi waren
17950 Open 7:7 | twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Issaschar waren
17951 Open 7:8 | 8 Uit het geslacht van Zebulon waren
17952 Open 7:8 | twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Jozef waren
17953 Open 7:8 | twaalf duizend verzegeld; uit het geslacht van Benjamin waren
17954 Open 7:9 | voor den troon, en voor het Lam, bekleed zijnde met
17955 Open 7:10 | Die op den troon zit, en het Lam. ~
17956 Open 7:14 | tot hem: Heere, gij weet het. En hij zeide tot mij: Dezen
17957 Open 7:14 | zeide tot mij: Dezen zijn het, die uit de grote verdrukking
17958 Open 7:14 | klederen wit gemaakt in het bloed des Lams. ~
17959 Open 7:17 | 17 Want het Lam, Dat in het midden des
17960 Open 7:17 | 17 Want het Lam, Dat in het midden des troons is, zal
17961 Open 8:1 | 1 En toen Het het zevende zegel geopend
17962 Open 8:1 | 1 En toen Het het zevende zegel geopend had,
17963 Open 8:3 | andere engel, en stond aan het altaar, hebbende een gouden
17964 Open 8:3 | reukwerks gegeven, opdat hij het met de gebeden aller heiligen
17965 Open 8:3 | aller heiligen zou leggen op het gouden altaar, dat voor
17966 Open 8:5 | 5 En de engel nam het wierookvat, en vulde dat
17967 Open 8:5 | wierookvat, en vulde dat met het vuur des altaars, en wierp
17968 Open 8:5 | vuur des altaars, en wierp het op de aarde; en er geschiedden
17969 Open 8:7 | op de aarde geworpen; en het derde deel der bomen is
17970 Open 8:7 | bomen is verbrand, en al het groene gras is verbrand. ~
17971 Open 8:8 | in de zee geworpen; en het derde deel der zee is bloed
17972 Open 8:9 | 9 En het derde deel der schepselen
17973 Open 8:9 | hadden, is gestorven; en het derde deel der schepen is
17974 Open 8:10 | hemel, en is gevallen op het derde deel der rivieren,
17975 Open 8:11 | wordt genoemd Alsem; en het derde deel der wateren werd
17976 Open 8:12 | engel heeft gebazuind, en het derde deel der zon werd
17977 Open 8:12 | der zon werd geslagen, en het derde deel der maan, en
17978 Open 8:12 | derde deel der maan, en het derde deel der sterren;
17979 Open 8:12 | deel der sterren; opdat het derde deel derzelve zou
17980 Open 8:12 | verduisterd worden, en dat het derde deel van den dag niet
17981 Open 8:13 | hoorde een engel vliegen in het midden des hemels, zeggende
17982 Open 9:4 | hun werd gezegd, dat zij het gras der aarde niet zouden
17983 Open 9:4 | dan de mensen alleen, die het zegel Gods aan hun voorhoofden
17984 Open 9:7 | hoofden waren als kronen, het goud gelijk, en hun aangezichten
17985 Open 9:9 | ijzeren borstwapenen; en het gedruis hunner vleugelen
17986 Open 9:11 | afgronds; zijn naam was in het Hebreeuws Abaddon, en in
17987 Open 9:12 | 12 Het ene wee is weggegaan, ziet,
17988 Open 9:15 | maand, en jaar, opdat zij het derde deel der mensen zouden
17989 Open 9:16 | 16 En het getal van de heirlegers
17990 Open 9:18 | 18 Door deze drie werd het derde deel der mensen gedood,
17991 Open 9:18 | mensen gedood, namelijk door het vuur, en door den rook,
17992 Open 9:18 | en door den rook, en door het sulfer, dat uit hun monden
17993 Open 10:8 | en zeide: Ga henen, neem het boeksken, dat geopend en
17994 Open 10:9 | tot mij: Neem dat en eet het op; en het zal uw buik bitter
17995 Open 10:9 | Neem dat en eet het op; en het zal uw buik bitter maken,
17996 Open 10:9 | maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honig. ~
17997 Open 10:10 | engels, en ik at dat op; en het was in mijn mond zoet als
17998 Open 10:10 | zoet als honig, en als ik het gegeten had, werd mijn buik
17999 Open 11:1 | meet den tempel Gods en het altaar, en degenen, die
18000 Open 11:2 | 2 En laat het voorhof uit, dat van buiten
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18165 |