Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
hesbons 1
hesed 1
hesmon 1
het 18165
heten 15
hetgeen 368
hetgene 3
Frequency    [«  »]
46573 en
33382 de
19256 van
18165 het
13263 zijn
12370 in
11232 den

Bijbel

IntraText - Concordances

het

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18165

      Book Chapter: Verse
2001 Lev 6:15 | spijsoffer is; dan zal hij het aansteken op het altaar; 2002 Lev 6:15 | zal hij het aansteken op het altaar; het is een liefelijke 2003 Lev 6:15 | aansteken op het altaar; het is een liefelijke reuk tot 2004 Lev 6:16 | 16 En het overblijvende daarvan zullen 2005 Lev 6:16 | zonen eten; ongezuurd zal het gegeten worden in de heilige 2006 Lev 6:17 | 17 Het zal niet gedesemd gebakken 2007 Lev 6:17 | gedesemd gebakken worden; het is hun deel, dat Ik gegeven 2008 Lev 6:17 | heb van Mijn vuurofferen; het is een heiligheid der heiligheden, 2009 Lev 6:17 | der heiligheden, gelijk het zondoffer en gelijk het 2010 Lev 6:17 | het zondoffer en gelijk het schuldoffer. ~ 2011 Lev 6:18 | onder de zonen van Aaron zal het eten; het zij een eeuwige 2012 Lev 6:18 | van Aaron zal het eten; het zij een eeuwige inzetting 2013 Lev 6:20 | hij zal gezalfd worden: het tiende deel ener efa meelbloem, 2014 Lev 6:21 | 21 Het zal in een pan met olie 2015 Lev 6:21 | worden; geroost zult gij het brengen; en de gebakken 2016 Lev 6:22 | worden, hetzelfde doen; het zij een eeuwige inzetting; 2017 Lev 6:22 | zij een eeuwige inzetting; het zal voor den HEERE geheel 2018 Lev 6:23 | priesters ganselijk zijn; het zal niet gegeten worden. ~ 2019 Lev 6:25 | zondoffers: in de plaats, waar het brandoffer geslacht wordt, 2020 Lev 6:25 | brandoffer geslacht wordt, zal het zondoffer voor het aangezicht 2021 Lev 6:25 | zal het zondoffer voor het aangezicht des HEEREN geslacht 2022 Lev 6:25 | HEEREN geslacht worden; het is een heiligheid der heiligheden. ~ 2023 Lev 6:26 | 26 De priester, die het voor de zonde offert, zal 2024 Lev 6:26 | voor de zonde offert, zal het eten; in de heilige plaats 2025 Lev 6:26 | in de heilige plaats zal het gegeten worden, in den voorhof 2026 Lev 6:28 | 28 En het aarden vat, waarin het gezoden 2027 Lev 6:28 | En het aarden vat, waarin het gezoden is, zal gebroken 2028 Lev 6:28 | gebroken worden; maar zo het in een koperen vat gezoden 2029 Lev 6:28 | koperen vat gezoden is, zo zal het geschuurd en in water gespoeld 2030 Lev 6:29 | priesteren, zal dat eten; het is een heiligheid der heiligheden. ~ 2031 Lev 6:30 | zal gebracht worden, om in het heiligdom te verzoenen, 2032 Lev 6:30 | verzoenen, zal gegeten worden; het zal in het vuur verbrand 2033 Lev 6:30 | gegeten worden; het zal in het vuur verbrand worden. ~ 2034 Lev 7:1 | de wet des schuldoffers; het is een heiligheid der heiligheden. ~ 2035 Lev 7:2 | 2 In de plaats, waar zij het brandoffer slachten, zullen 2036 Lev 7:2 | brandoffer slachten, zullen zij het schuldoffer slachten; en 2037 Lev 7:2 | deszelfs bloed rondom op het altaar sprengen. ~ 2038 Lev 7:3 | offeren, den staart, en het vet, dat het ingewand bedekt; ~ 2039 Lev 7:3 | staart, en het vet, dat het ingewand bedekt; ~ 2040 Lev 7:4 | Ook de beide nieren, en het vet, dat daaraan is, dat 2041 Lev 7:4 | op de weekdarmen is; en het net over de lever, met de 2042 Lev 7:5 | priester zal die aansteken op het altaar, ten vuuroffer den 2043 Lev 7:5 | ten vuuroffer den HEERE; het is een schuldoffer. ~ 2044 Lev 7:6 | in de heilige plaats zal het gegeten worden; het is een 2045 Lev 7:6 | zal het gegeten worden; het is een heiligheid der heiligheden. ~ 2046 Lev 7:7 | 7 Gelijk het zondoffer, alzo zal ook 2047 Lev 7:7 | zondoffer, alzo zal ook het schuldoffer zijn; enerlei 2048 Lev 7:7 | wet zal voor dezelve zijn; het zal des priesters zijn, 2049 Lev 7:9 | 9 Daartoe al het spijsoffer, dat in den oven 2050 Lev 7:12 | offert, zo zal hij, nevens het lofoffer, ongezuurde koeken 2051 Lev 7:13 | gedesemd brood offeren, met het lofoffer zijns dankoffers. ~ 2052 Lev 7:14 | HEERE ten hefoffer offeren; het zal voor den priester zijn, 2053 Lev 7:14 | voor den priester zijn, die het bloed des dankoffers sprengt. ~ 2054 Lev 7:15 | 15 Maar het vlees van het lofoffer zijns 2055 Lev 7:15 | 15 Maar het vlees van het lofoffer zijns dankoffers 2056 Lev 7:16 | 16 En zo het slachtoffer zijner offerande 2057 Lev 7:16 | zal, gegeten worden, en het overgeblevene daarvan zal 2058 Lev 7:17 | 17 Wat nog van het vlees des slachtoffers overgebleven 2059 Lev 7:18 | zal niet aangenaam zijn; het zal hem niet toegerekend 2060 Lev 7:18 | niet toegerekend worden, het zal een afgrijselijk ding 2061 Lev 7:19 | 19 En het vlees, dat iets onreins 2062 Lev 7:19 | gegeten worden; met vuur zal het verbrand worden; maar aangaande 2063 Lev 7:19 | verbrand worden; maar aangaande het andere vlees, dat vlees 2064 Lev 7:20 | 20 Doch als een ziel het vlees van het dankoffer, 2065 Lev 7:20 | als een ziel het vlees van het dankoffer, hetwelk des HEEREN 2066 Lev 7:21 | onreinigheid des mensen, of het onreine vee, of enig onrein 2067 Lev 7:21 | onrein verfoeisel, en zal van het vlees des dankoffers, hetwelk 2068 Lev 7:24 | 24 Maar het vet van een dood aas, en 2069 Lev 7:24 | vet van een dood aas, en het vet van het verscheurde, 2070 Lev 7:24 | dood aas, en het vet van het verscheurde, mag tot alle 2071 Lev 7:24 | gebezigd worden; doch gij zult het ganselijk niet eten. ~ 2072 Lev 7:25 | 25 Want al wie het vet van vee eten zal, van 2073 Lev 7:25 | geofferd hebben, die ziel, die het gegeten zal hebben, zal 2074 Lev 7:26 | geen bloed eten, hetzij van het gevogelte, of van het vee. ~ 2075 Lev 7:26 | van het gevogelte, of van het vee. ~ 2076 Lev 7:30 | vuurofferen des HEEREN brengen; het vet aan de borst zal hij 2077 Lev 7:30 | tot een beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN te 2078 Lev 7:31 | priester zal dat vet op het altaar aansteken; doch de 2079 Lev 7:33 | Wie uit de zonen van Aaron het bloed des dankoffers en 2080 Lev 7:33 | bloed des dankoffers en het vet offert, dien zal de 2081 Lev 7:35 | Hij hen deed naderen, om het priesterdom den HEERE te 2082 Lev 7:36 | dage als Hij hen zalfde; het zij een eeuwige inzetting 2083 Lev 8:11 | hij sprengde daarvan op het altaar zevenmaal; en hij 2084 Lev 8:11 | zevenmaal; en hij zalfde het altaar, en al zijn gereedschap, 2085 Lev 8:11 | gereedschap, mitsgaders het wasvat en zijn voet, om 2086 Lev 8:12 | goot hij van de zalfolie op het hoofd van Aaron, en hij 2087 Lev 8:14 | zonen legden hun handen op het hoofd van den var des zondoffers; ~ 2088 Lev 8:15 | slachtte hem; en Mozes nam het bloed, en deed het met zijn 2089 Lev 8:15 | Mozes nam het bloed, en deed het met zijn vinger rondom op 2090 Lev 8:15 | altaars, en ontzondigde het altaar; daarna goot hij 2091 Lev 8:15 | altaar; daarna goot hij het bloed uit aan den bodem 2092 Lev 8:15 | des altaars, en heiligde het, om voor hetzelve verzoening 2093 Lev 8:16 | 16 Voorts nam hij al het vet, dat aan het ingewand 2094 Lev 8:16 | hij al het vet, dat aan het ingewand is, en het net 2095 Lev 8:16 | aan het ingewand is, en het net der lever, en de twee 2096 Lev 8:16 | haar vet; en Mozes stak het aan op het altaar. ~ 2097 Lev 8:16 | en Mozes stak het aan op het altaar. ~ 2098 Lev 8:17 | zijn mest, heeft hij buiten het leger met vuur verbrand, 2099 Lev 8:18 | zonen legden hun handen op het hoofd van den ram. ~ 2100 Lev 8:19 | slachtte hem; en Mozes sprengde het bloed op het altaar rondom. ~ 2101 Lev 8:19 | Mozes sprengde het bloed op het altaar rondom. ~ 2102 Lev 8:20 | zijn delen; en Mozes stak het hoofd aan, en die delen, 2103 Lev 8:20 | hoofd aan, en die delen, en het smeer; ~ 2104 Lev 8:21 | 21 Doch het ingewand en de schenkelen 2105 Lev 8:21 | dien gehelen ram aan op het altaar; het was een brandoffer 2106 Lev 8:21 | gehelen ram aan op het altaar; het was een brandoffer tot een 2107 Lev 8:21 | reuk, een vuuroffer was het den HEERE, gelijk als de 2108 Lev 8:22 | zonen legden hun handen op het hoofd van den ram. 2109 Lev 8:23 | van zijn bloed, en deed het op het lapje van Aarons 2110 Lev 8:23 | zijn bloed, en deed het op het lapje van Aarons rechteroor, 2111 Lev 8:24 | Mozes deed van dat bloed op het lapje van hun rechteroor, 2112 Lev 8:24 | Mozes dat bloed rondom op het altaar. ~ 2113 Lev 8:25 | 25 En hij nam het vet, en den staart, en al 2114 Lev 8:25 | vet, en den staart, en al het vet, dat aan het ingewand 2115 Lev 8:25 | en al het vet, dat aan het ingewand is, en het net 2116 Lev 8:25 | aan het ingewand is, en het net der lever, en de beide 2117 Lev 8:26 | ongezuurde broden, die voor het aangezicht des HEEREN was, 2118 Lev 8:27 | die ten beweegoffer, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 2119 Lev 8:28 | handen, en stak ze aan op het altaar, op het brandoffer; 2120 Lev 8:28 | ze aan op het altaar, op het brandoffer; zij waren vulofferen 2121 Lev 8:28 | tot een liefelijken reuk; het was een vuuroffer den HEERE. ~ 2122 Lev 8:29 | ze ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN; zij 2123 Lev 8:30 | van de zalfolie, en van het bloed, hetwelk op het altaar 2124 Lev 8:30 | van het bloed, hetwelk op het altaar was, en sprengde 2125 Lev 8:30 | altaar was, en sprengde het op Aaron, op zijn klederen, 2126 Lev 8:31 | hetzelve daar, mitsgaders het brood, dat in den korf des 2127 Lev 8:32 | 32 Maar het overige van het vlees en 2128 Lev 8:32 | 32 Maar het overige van het vlees en van het brood zult 2129 Lev 8:32 | overige van het vlees en van het brood zult gij met vuur 2130 Lev 8:35 | niet sterft; want alzo is het mij geboden. ~ 2131 Lev 9:1 | 1 En het geschiedde op den achtsten 2132 Lev 9:2 | volkomen zijn; en breng ze voor het aangezicht des HEEREN. ~ 2133 Lev 9:4 | ram ten dankoffer, om voor het aangezicht des HEEREN te 2134 Lev 9:5 | vergadering naderde, en stond voor het aangezicht des HEEREN. ~ 2135 Lev 9:7 | zeide tot Aaron: Nader tot het altaar, en maak uw zondoffer 2136 Lev 9:7 | verzoening voor u en voor het volk; maak daarna de offerande 2137 Lev 9:8 | 8 Toen naderde Aaron tot het altaar, en slachtte het 2138 Lev 9:8 | het altaar, en slachtte het kalf des zondoffers, dat 2139 Lev 9:9 | zonen van Aaron brachten het bloed tot hem, en hij doopte 2140 Lev 9:9 | vinger in dat bloed, en deed het op de hoornen des altaars; 2141 Lev 9:9 | altaars; daarna goot hij het bloed uit aan den bodem 2142 Lev 9:10 | 10 Maar het vet, en de nieren, en het 2143 Lev 9:10 | het vet, en de nieren, en het net van de lever van het 2144 Lev 9:10 | het net van de lever van het zondoffer heeft hij op het 2145 Lev 9:10 | het zondoffer heeft hij op het altaar aangestoken, gelijk 2146 Lev 9:11 | 11 Doch het vlees, en de huid verbrandde 2147 Lev 9:11 | verbrandde hij met vuur buiten het leger. ~ 2148 Lev 9:12 | 12 Daarna slachtte hij het brandoffer; en de zonen 2149 Lev 9:12 | van Aaron leverden aan hem het bloed; en hij sprengde dat 2150 Lev 9:12 | hij sprengde dat rondom op het altaar. ~ 2151 Lev 9:13 | Ook leverden zij aan hem het brandoffer in zijn stukken, 2152 Lev 9:13 | brandoffer in zijn stukken, met het hoofd; en hij stak het aan 2153 Lev 9:13 | met het hoofd; en hij stak het aan op het altaar. ~ 2154 Lev 9:13 | en hij stak het aan op het altaar. ~ 2155 Lev 9:14 | 14 En hij wies het ingewand en de schenkelen; 2156 Lev 9:14 | schenkelen; en hij stak ze aan op het brandoffer, op het altaar. ~ 2157 Lev 9:14 | aan op het brandoffer, op het altaar. ~ 2158 Lev 9:15 | des zondoffers, die voor het volk was, en slachtte hem, 2159 Lev 9:15 | hem ten zondoffer, gelijk het eerste. ~ 2160 Lev 9:16 | 16 Verder deed hij het brandoffer toebrengen, en 2161 Lev 9:16 | en maakte dat toe naar het recht. ~ 2162 Lev 9:17 | 17 En hij deed het spijsoffer toebrengen, en 2163 Lev 9:17 | daarvan zijn hand, en stak het aan op het altaar, behalve 2164 Lev 9:17 | hand, en stak het aan op het altaar, behalve het morgenbrandoffer. ~ 2165 Lev 9:17 | aan op het altaar, behalve het morgenbrandoffer. ~ 2166 Lev 9:18 | ten dankoffer, dat voor het volk was; en de zonen van 2167 Lev 9:18 | zonen van Aaron leverden het bloed aan hem, hetwelk hij 2168 Lev 9:18 | hem, hetwelk hij rondom op het altaar sprengde; ~ 2169 Lev 9:19 | 19 En het vet van den os, en van den 2170 Lev 9:19 | ram, den staart, en wat het ingewand bedekt, en de nieren, 2171 Lev 9:19 | bedekt, en de nieren, en het net der lever; ~ 2172 Lev 9:20 | 20 En zij legden het vet op de borsten; en hij 2173 Lev 9:20 | hij stak dat vet aan op het altaar. ~ 2174 Lev 9:21 | Aaron ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN, gelijk 2175 Lev 9:22 | Aaron zijn handen op tot het volk, en zegende hen; en 2176 Lev 9:22 | en hij kwam af, nadat hij het zondoffer, en brandoffer, 2177 Lev 9:23 | kwamen zij uit, en zegenden het volk; en de heerlijkheid 2178 Lev 9:23 | des HEEREN verscheen al het volk. ~ 2179 Lev 9:24 | Want een vuur ging uit van het aangezicht des HEEREN, en 2180 Lev 9:24 | HEEREN, en verteerde op het altaar het brandoffer, en 2181 Lev 9:24 | verteerde op het altaar het brandoffer, en het vet. 2182 Lev 9:24 | altaar het brandoffer, en het vet. Als het ganse volk 2183 Lev 9:24 | brandoffer, en het vet. Als het ganse volk dit zag, zo juichten 2184 Lev 10:1 | brachten vreemd vuur voor het aangezicht des HEEREN, hetwelk 2185 Lev 10:2 | Toen ging een vuur uit van het aangezicht des HEEREN, en 2186 Lev 10:2 | hen; en zij stierven voor het aangezicht des HEEREN. ~ 2187 Lev 10:3 | zeide tot Aaron: Dat is het, wat de HEERE gesproken 2188 Lev 10:3 | geheiligd worden, en voor het aangezicht van al het volk 2189 Lev 10:3 | voor het aangezicht van al het volk zal Ik verheerlijkt 2190 Lev 10:4 | broederen weg, van voor het heiligdom tot buiten het 2191 Lev 10:4 | het heiligdom tot buiten het leger. ~ 2192 Lev 10:5 | in hun rokken, tot buiten het leger, gelijk als Mozes 2193 Lev 10:6 | kome; maar uw broederen, het ganse huis van Israel, zullen 2194 Lev 10:7 | op u. En zij deden naar het woord van Mozes. ~ 2195 Lev 10:9 | opdat gij niet sterft; het zij een eeuwige inzetting 2196 Lev 10:10 | onderscheid te maken tussen het heilige en tussen het onheilige, 2197 Lev 10:10 | tussen het heilige en tussen het onheilige, en tussen het 2198 Lev 10:10 | het onheilige, en tussen het onreine en tussen het reine; ~ 2199 Lev 10:10 | tussen het onreine en tussen het reine; ~ 2200 Lev 10:12 | overgebleven zonen: Neemt het spijsoffer, dat van de vuurofferen 2201 Lev 10:12 | eet hetzelve ongezuurd bij het altaar; want het is een 2202 Lev 10:12 | ongezuurd bij het altaar; want het is een heiligheid der heiligheden. ~ 2203 Lev 10:13 | de heilige plaats, dewijl het uw bescheiden deel en het 2204 Lev 10:13 | het uw bescheiden deel en het bescheiden deel uwer zonen 2205 Lev 10:15 | om ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN te 2206 Lev 10:17 | de heilige plaats? Want het is een heiligheid der heiligheden, 2207 Lev 10:17 | verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN. ~ 2208 Lev 10:18 | bloed is niet binnen in het heiligdom gedragen; gij 2209 Lev 10:18 | ganselijk gegeten hebben in het heiligdom, gelijk als ik 2210 Lev 10:19 | zondoffer en hun brandoffer voor het aangezicht des HEEREN geofferd, 2211 Lev 10:19 | wedervaren; en had ik heden het zondoffer gegeten, zou dat 2212 Lev 10:20 | Mozes dit hoorde, zo was het goed in zijn ogen. ~ 2213 Lev 11:2 | Israels, zeggende: Dit is het gedierte, dat gij eten zult 2214 Lev 11:5 | 5 En het konijntje, want het herkauwt 2215 Lev 11:5 | 5 En het konijntje, want het herkauwt wel, maar verdeelt 2216 Lev 11:7 | 7 Ook het zwijn, want dat verdeelt 2217 Lev 11:7 | in tweeen, maar herkauwt het gekauwde niet; dat zal u 2218 Lev 11:13 | 13 En van het gevogelte zult gij deze 2219 Lev 11:17 | 17 En de steenuil, en het duikertje, en de schuifuit, ~ 2220 Lev 11:21 | nochtans zult gij eten van al het kruipend gevogelte, dat 2221 Lev 11:29 | 29 Verder zal u dit onder het kruipend gedierte, dat op 2222 Lev 11:29 | aarde kruipt, onrein zijn: het wezeltje, en de muis, en 2223 Lev 11:32 | waarmede werk gedaan wordt; het zal in het water gestoken 2224 Lev 11:32 | gedaan wordt; het zal in het water gestoken worden, en 2225 Lev 11:32 | aan den avond; daarna zal het rein zijn. ~ 2226 Lev 11:34 | spijze, die men eet, waarop het water zal gekomen zijn, 2227 Lev 11:38 | 38 Maar als water op het zaad gedaan zal worden, 2228 Lev 11:41 | zal een verfoeisel zijn; het zal niet gegeten worden. ~ 2229 Lev 11:46 | wet van de beesten, en van het gevogelte, en van alle levende 2230 Lev 11:47 | te onderscheiden tussen het onreine en tussen het reine, 2231 Lev 11:47 | tussen het onreine en tussen het reine, en tussen het gedierte, 2232 Lev 11:47 | tussen het reine, en tussen het gedierte, dat men eten, 2233 Lev 11:47 | dat men eten, en tussen het gedierte, dat men niet eten 2234 Lev 12:3 | op den achtsten dag zal het vlees zijner voorhuid besneden 2235 Lev 12:4 | dertig dagen blijven in het bloed harer reiniging; niets 2236 Lev 12:4 | zal zij aanroeren, en tot het heiligdom zal zij niet komen, 2237 Lev 12:5 | zestig dagen blijven in het bloed harerreiniging. ~ 2238 Lev 12:7 | 7Die zal dat offeren voor het aangezicht des HEEREN, en 2239 Lev 13:2 | 2 Een mens, als in het vel zijns vleses een gezwel, 2240 Lev 13:2 | blaar zal zijn, welke in het vel zijns vleses tot een 2241 Lev 13:3 | priester zal de plaag in het vel des vleses bezien; zo 2242 Lev 13:3 | vel des vleses bezien; zo het haar in die plaag in wit 2243 Lev 13:3 | in wit veranderd is, en het aanzien der plaag dieper 2244 Lev 13:3 | der plaag dieper is dan het vel zijns vleses, het is 2245 Lev 13:3 | dan het vel zijns vleses, het is de plaag der melaatsheid; 2246 Lev 13:4 | 4 Maar zo de blaar in het vel zijn vleses wit is, 2247 Lev 13:4 | aanzien niet dieper is dan het vel, en het haar niet in 2248 Lev 13:4 | dieper is dan het vel, en het haar niet in wit veranderd 2249 Lev 13:5 | gebleven, en de plaag in het vel niet uitgespreid is, 2250 Lev 13:6 | ingetrokken, en de plaag in het vel niet uitgespreid is, 2251 Lev 13:6 | priester hem rein verklaren; het was een verzwering; en hij 2252 Lev 13:7 | Maar zo de verzwering in het vel ganselijk uitgespreid 2253 Lev 13:8 | ziet, de verzwering in het vel uitgespreid is, zo zal 2254 Lev 13:8 | priester hem onrein verklaren; het is melaatsheid. 2255 Lev 13:10 | ziet, een wit gezwel in het vel is, hetwelk het haar 2256 Lev 13:10 | gezwel in het vel is, hetwelk het haar in wit veranderd heeft, 2257 Lev 13:11 | verouderde melaatsheid in het vel zijns vleses; daarom 2258 Lev 13:12 | En zo de melaatsheid in het vel ganselijk uitbot, en 2259 Lev 13:12 | uitbot, en de melaatsheid het gehele vel desgenen, die 2260 Lev 13:12 | voeten, bedekt heeft, naar al het gezicht van de ogen des 2261 Lev 13:15 | levende vlees is onrein; het is melaatsheid. ~ 2262 Lev 13:18 | 18 Het vlees ook, als in deszelfs 2263 Lev 13:18 | zweer zal geweest zijn, zo het genezen is; ~ 2264 Lev 13:19 | blaar worden zal, zo zal het aan den priester vertoond 2265 Lev 13:20 | haar aanzien lager is dan het vel, en derzelver haar in 2266 Lev 13:20 | priester hem onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid, 2267 Lev 13:21 | is, en die niet lager dan het vel, maar ingetrokken is, 2268 Lev 13:22 | 22 Zo zij daarna gans in het vel uitgespreid zal zijn, 2269 Lev 13:22 | priester hem onrein verklaren; het is de plaag. ~ 2270 Lev 13:23 | niet uitgespreid zijnde, het is de roof van die zweer, 2271 Lev 13:24 | 24 Of wanneer in het vel des vleses een vurige 2272 Lev 13:24 | brand zal geweest zijn, en het gezonde van dien brand een 2273 Lev 13:25 | gezien zal hebben, dat, ziet, het haar op de blaar in wit 2274 Lev 13:25 | haar aanzien dieper is dan het vel; het is melaatsheid, 2275 Lev 13:25 | aanzien dieper is dan het vel; het is melaatsheid, door den 2276 Lev 13:25 | priester onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid. ~ 2277 Lev 13:26 | is, en zij niet lager dan het vel, maar ingetrokken is, 2278 Lev 13:27 | zij gans uitgespreid is in het vel, zo zal de priester 2279 Lev 13:27 | priester hem onrein verklaren; het is de plaag der melaatsheid. ~ 2280 Lev 13:28 | staande zal blijven, noch in het vel uitgespreid, maar ingetrokken 2281 Lev 13:28 | maar ingetrokken zal zijn, het is een gezwel van den brand; 2282 Lev 13:28 | hem rein verklaren, want het is de roof van den brand. ~ 2283 Lev 13:29 | vrouw een plaag zal zijn in het hoofd, of in den baard; ~ 2284 Lev 13:30 | haar aanzien dieper is dan het vel, en geelachtig dun haar 2285 Lev 13:30 | priester hem onrein verklaren; het is schurftheid, het is melaatsheid 2286 Lev 13:30 | verklaren; het is schurftheid, het is melaatsheid van het hoofd 2287 Lev 13:30 | het is melaatsheid van het hoofd of van den baard. ~ 2288 Lev 13:31 | aanzien niet dieper is dan het vel, en geen zwart haar 2289 Lev 13:32 | geelachtig haar is, noch het aanzien der schurftheid 2290 Lev 13:32 | der schurftheid dieper dan het vel is; ~ 2291 Lev 13:34 | ziet, de schurftheid in het vel niet uitgespreid is, 2292 Lev 13:34 | aanzien niet dieper is dan het vel, zo zal de priester 2293 Lev 13:35 | indien de schurftheid in het vel gans uitgespreid is, 2294 Lev 13:36 | ziet, de schurftheid in het vel uitgespreid is, de priester 2295 Lev 13:36 | is, de priester zal naar het geelachtig haar niet zoeken; 2296 Lev 13:38 | als een man, of vrouw, aan het vel van hun vlees blaren 2297 Lev 13:39 | ingetrokken witte blaren in het vel van hun vlees zijn; 2298 Lev 13:39 | vel van hun vlees zijn; het is een witte puist in het 2299 Lev 13:39 | het is een witte puist in het vel uitgebot, hij is rein. ~ 2300 Lev 13:41 | zijde zijns aangezichts het haar van zijn hoofd zal 2301 Lev 13:43 | bezien hebben, dat, ziet, het gezwel van die plaag in 2302 Lev 13:43 | wit roodachtig is, gelijk het aanzien der melaatsheid 2303 Lev 13:43 | aanzien der melaatsheid van het vel des vleses; ~ 2304 Lev 13:46 | zal alleen wonen; buiten het leger zal zijn woning wezen. ~ 2305 Lev 13:49 | 49 En die plaag aan het kleed, of aan het vel, of 2306 Lev 13:49 | plaag aan het kleed, of aan het vel, of aan den scheerdraad, 2307 Lev 13:49 | groenachtig of roodachtig is; het is de plaag der melaatsheid; 2308 Lev 13:51 | plaag uitgespreid is aan het kleed, of aan den scheerdraad, 2309 Lev 13:51 | of aan den inslag, of aan het vel, tot wat werk dat vel 2310 Lev 13:51 | een knagende melaatsheid, het is onrein. ~ 2311 Lev 13:52 | zal zijn, verbranden; want het is een knagende melaatsheid; 2312 Lev 13:52 | een knagende melaatsheid; het zal met vuur verbrand worden. ~ 2313 Lev 13:53 | dat, ziet, de plaag aan het kleed, of aan den scheerdraad, 2314 Lev 13:55 | 55 Als de priester, nadat het gewassen is, de plaag zal 2315 Lev 13:55 | plaag niet uitgespreid is, het is onrein, gij zult het 2316 Lev 13:55 | het is onrein, gij zult het met vuur verbranden; het 2317 Lev 13:55 | het met vuur verbranden; het is een ingraving aan zijn 2318 Lev 13:56 | ingetrokken is; dan zal hij ze van het kleed, of van het vel, of 2319 Lev 13:56 | ze van het kleed, of van het vel, of van den scheerdraad, 2320 Lev 13:57 | 57 Maar zo zij nog aan het kleed, of aan den scheerdraad, 2321 Lev 13:57 | vellentuig, gezien wordt, het is uitbottende melaatsheid; 2322 Lev 13:58 | 58 Maar het kleed, of de werpte, of 2323 Lev 13:58 | andermaal gewassen worden, en het zal rein zijn. ~ 2324 Lev 14:3 | En de priester zal buiten het leger gaan; als de priester 2325 Lev 14:6 | vogel zal hij nemen, en het cederhout, en het scharlaken, 2326 Lev 14:6 | nemen, en het cederhout, en het scharlaken, en den hysop; 2327 Lev 14:6 | levenden vogel dopen in het bloed des vogels, die boven 2328 Lev 14:6 | bloed des vogels, die boven het levende water geslacht is. ~ 2329 Lev 14:7 | en den levenden vogel in het open veld vliegen laten. ~ 2330 Lev 14:8 | haar afscheren, en zich in het water afwassen, zo zal hij 2331 Lev 14:8 | zijn; daarna zal hij in het leger komen, maar zal buiten 2332 Lev 14:9 | op den zevenden dag zal het geschieden, dat hij al zijn 2333 Lev 14:11 | die dingen, stellen voor het aangezicht des HEEREN, aan 2334 Lev 14:12 | die ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN bewegen. ~ 2335 Lev 14:13 | slachten in de plaats, waar men het zondoffer en het brandoffer 2336 Lev 14:13 | waar men het zondoffer en het brandoffer slacht, in de 2337 Lev 14:13 | de heilige plaats; want het schuldoffer, gelijk het 2338 Lev 14:13 | het schuldoffer, gelijk het zondoffer, is voor den priester; 2339 Lev 14:13 | zondoffer, is voor den priester; het is een heiligheid der heiligheden. ~ 2340 Lev 14:14 | 14 En de priester zal van het bloed des schuldoffers nemen, 2341 Lev 14:14 | de priester doen zal op het lapje van het rechteroor 2342 Lev 14:14 | doen zal op het lapje van het rechteroor desgenen, die 2343 Lev 14:16 | zevenmaal sprengen, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 2344 Lev 14:17 | 17 En van het overige van die olie, die 2345 Lev 14:17 | zal de priester doen op het lapje van het rechteroor 2346 Lev 14:17 | priester doen op het lapje van het rechteroor desgenen, die 2347 Lev 14:17 | zijns rechtervoets, boven op het bloed des schuldoffers. ~ 2348 Lev 14:18 | geweest is, zal hij doen op het hoofd desgenen, die te reinigen 2349 Lev 14:18 | hem verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN. 2350 Lev 14:19 | 19 De priester zal ook het zondoffer bereiden, en voor 2351 Lev 14:19 | doen; en daarna zal hij het brandoffer slachten. ~ 2352 Lev 14:20 | brandoffer en dat spijsoffer op het altaar offeren; zo zal de 2353 Lev 14:23 | tent der samenkomst, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 2354 Lev 14:24 | 24 En de priester zal het lam des schuldoffers, en 2355 Lev 14:24 | die ten beweegoffer voor het aangezicht des HEEREN bewegen. ~ 2356 Lev 14:25 | 25 Daarna zal hij het lam des schuldoffers slachten, 2357 Lev 14:25 | en de priester zal van het bloed des schuldoffers nemen, 2358 Lev 14:25 | schuldoffers nemen, en doen op het rechteroorlapje desgenen, 2359 Lev 14:27 | sprengen, zevenmaal, voor het aangezicht des HEEREN. 2360 Lev 14:28 | op zijn hand is, doen aan het lapje van het rechteroor 2361 Lev 14:28 | doen aan het lapje van het rechteroor desgenen, die 2362 Lev 14:28 | rechtervoets, op de plaats van het bloed des schuldoffers. ~ 2363 Lev 14:29 | 29 En het overgeblevene van de olie, 2364 Lev 14:29 | priesters is, zal hij doen op het hoofd desgenen, die te reinigen 2365 Lev 14:29 | verzoening voor hem te doen, voor het aangezicht des HEEREN. ~ 2366 Lev 14:31 | bereikt zal hebben, zal het een ten zondoffer, en het 2367 Lev 14:31 | het een ten zondoffer, en het een ten brandoffer zijn, 2368 Lev 14:31 | ten brandoffer zijn, boven het spijsoffer; zo zal de priester 2369 Lev 14:31 | is, verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN. ~ 2370 Lev 14:34 | gij zult gekomen zijn in het land van Kanaan, hetwelk 2371 Lev 14:35 | kennen geven, zeggende: Het schijnt mij, alsof er een 2372 Lev 14:35 | mij, alsof er een plaag in het huis ware. ~ 2373 Lev 14:38 | uitgaan, aan de deur van het huis, en hij zal dat huis 2374 Lev 14:41 | schrabben, en zij zullen het stof, dat zij afgeschrabd 2375 Lev 14:43 | uitgebroken heeft, en na het afschrabben van het huis, 2376 Lev 14:43 | en na het afschrabben van het huis, en nadat het zal bestreken 2377 Lev 14:43 | afschrabben van het huis, en nadat het zal bestreken zijn; ~ 2378 Lev 14:44 | dat huis uitgespreid is, het is een knagende melaatsheid 2379 Lev 14:44 | melaatsheid in dat huis, het is onrein. ~ 2380 Lev 14:45 | afbreken, mitsgaders al het leem van het huis, en men 2381 Lev 14:45 | mitsgaders al het leem van het huis, en men zal het tot 2382 Lev 14:45 | van het huis, en men zal het tot buiten de stad uitvoeren, 2383 Lev 14:48 | niet uitgespreid is, nadat het huis zal bestreken zijn; 2384 Lev 14:51 | cederenhout, en dien hysop, en het scharlaken, en den levenden 2385 Lev 14:51 | vogel nemen, en zal die in het bloed des geslachten vogels 2386 Lev 14:51 | geslachten vogels en in het levende water dopen; en 2387 Lev 14:52 | dat huis ontzondigen met het bloed des vogels, en met 2388 Lev 14:52 | en met den hysop, en met het scharlaken. ~ 2389 Lev 14:53 | hij tot buiten de stad, in het open veld, laten vliegen; 2390 Lev 14:53 | vliegen; zo zal hij over het huis verzoening doen, en 2391 Lev 14:53 | huis verzoening doen, en het zal rein zijn. ~ 2392 Lev 15:7 | 7 En die het vlees desgenen, die den 2393 Lev 15:12 | 12 Ook het aarden vat, hetwelk hij, 2394 Lev 15:14 | duiven nemen; en zal voor het aangezicht des HEEREN, aan 2395 Lev 15:15 | de priester over hem voor het aangezicht des HEEREN, vanwege 2396 Lev 15:16 | Verder een man, als van hem het zaad des bijliggens zal 2397 Lev 15:17 | en alle vel, aan hetwelk het zaad des bijliggens wezen 2398 Lev 15:18 | de vrouw, als een man met het zaad des bijliggens bij 2399 Lev 15:23 | 23 Zelfs indien het op het leger geweest zal 2400 Lev 15:23 | 23 Zelfs indien het op het leger geweest zal zijn, 2401 Lev 15:23 | geweest zal zijn, of op het tuig, waarop zij zat, als 2402 Lev 15:26 | hebben, zal haar zijn als het leger harer afzondering; 2403 Lev 15:30 | onreinigheid, verzoening doen voor het aangezicht des HEEREN. ~ 2404 Lev 15:31 | Mijn tabernakel, die in het midden van hen is, verontreinigen 2405 Lev 15:32 | vloed heeft, en van wien het zaad der bijligging uitgaat; 2406 Lev 16:1 | zij genaderd waren voor het aangezicht des HEEREN, en 2407 Lev 16:2 | niet te allen tijde ga in het heilige, binnen den voorhang, 2408 Lev 16:2 | binnen den voorhang, voor het verzoendeksel, dat op de 2409 Lev 16:2 | verschijn in een wolk op het verzoendeksel. ~ 2410 Lev 16:3 | 3 Hiermede zal Aaron in het heilige gaan: met een var, 2411 Lev 16:7 | hij zal die stellen voor het aangezicht des HEEREN, aan 2412 Lev 16:9 | Aaron den bok, op denwelken het lot voor den HEERE zal gekomen 2413 Lev 16:10 | Maar de bok, op denwelken het lot zal gekomen zijn, om 2414 Lev 16:10 | te zijn, zal levend voor het aangezicht des HEEREN gesteld 2415 Lev 16:12 | vol vurige kolen nemen van het altaar, van voor het aangezicht 2416 Lev 16:12 | van het altaar, van voor het aangezicht des HEEREN, en 2417 Lev 16:12 | klein gestoten; en hij zal het binnen den voorhang dragen. 2418 Lev 16:13 | hij zal dat reukwerk op het vuur leggen, voor het aangezicht 2419 Lev 16:13 | op het vuur leggen, voor het aangezicht des HEEREN, opdat 2420 Lev 16:13 | opdat de nevel des reukwerks het verzoendeksel, hetwelk is 2421 Lev 16:14 | 14 En hij zal van het bloed van den var nemen, 2422 Lev 16:14 | en zal met zijn vinger op het verzoendeksel oostwaarts 2423 Lev 16:14 | oostwaarts sprengen; en voor het verzoendeksel zal hij zevenmaal 2424 Lev 16:15 | des zondoffers, die voor het volk zal zijn, slachten, 2425 Lev 16:15 | doen, gelijk als hij met het bloed van den var gedaan 2426 Lev 16:15 | en zal dat sprengen op het verzoendeksel, en voor het 2427 Lev 16:15 | het verzoendeksel, en voor het verzoendeksel. ~ 2428 Lev 16:16 | 16 Zo zal hij voor het heilige, vanwege de onreinigheden 2429 Lev 16:16 | welke met hen woont in het midden hunner onreinigheden. ~ 2430 Lev 16:17 | als hij zal ingaan, om in het heilige verzoening te doen, 2431 Lev 16:18 | 18 Daarna zal hij tot het altaar, dat voor het aangezicht 2432 Lev 16:18 | tot het altaar, dat voor het aangezicht des HEEREN is, 2433 Lev 16:18 | hetzelve doen; en hij zal van het bloed van den var, en van 2434 Lev 16:18 | bloed van den var, en van het bloed van den bok nemen, 2435 Lev 16:18 | van den bok nemen, en doen het rondom op de hoornen des 2436 Lev 16:20 | zal geeindigd hebben van het heilige, en de tent der 2437 Lev 16:20 | tent der samenkomst, en het altaar te verzoenen, zo 2438 Lev 16:21 | zal beide zijn handen op het hoofd van den levenden bok 2439 Lev 16:21 | belijden; en hij zal die op het hoofd des boks leggen, en 2440 Lev 16:23 | aangedaan had, als hij in het heilige ging, en hij zal 2441 Lev 16:24 | en zijn brandoffer, en het brandoffer des volks bereiden, 2442 Lev 16:24 | bereiden, en voor zich en voor het volk verzoening doen. ~ 2443 Lev 16:25 | 25 Ook zal hij het vet des zondoffers op het 2444 Lev 16:25 | het vet des zondoffers op het altaar aansteken. 2445 Lev 16:26 | baden; en daarna zal hij in het leger komen. ~ 2446 Lev 16:27 | om verzoening te doen in het heilige, zal men tot buiten 2447 Lev 16:27 | heilige, zal men tot buiten het leger uitvoeren; doch hun 2448 Lev 16:28 | baden; en daarna zal hij in het leger komen. ~ 2449 Lev 16:29 | noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling 2450 Lev 16:30 | uw zonden zult gij voor het aangezicht des HEEREN gereinigd 2451 Lev 16:31 | uw zielen verootmoedigt; het is een eeuwige inzetting. ~ 2452 Lev 16:32 | hebben, om voor zijn vader het priesterambt te bedienen, 2453 Lev 16:33 | 33 Zo zal hij het heilige heiligdom verzoenen, 2454 Lev 16:33 | tent der samenkomst, en het altaar zal hij verzoenen; 2455 Lev 16:33 | de priesteren, en voor al het volk der gemeente zal hij 2456 Lev 17:2 | en zeg tot hen: Dit is het woord, hetwelk de HEERE 2457 Lev 17:3 | 3 Een ieder van het huis Israels, die een os, 2458 Lev 17:3 | een os, of lam, of geit in het leger slachten zal, of die 2459 Lev 17:3 | die ze slachten zal buiten het leger; ~ 2460 Lev 17:4 | tabernakel des HEEREN te offeren; het bloed zal dienzelven man 2461 Lev 17:4 | daarom zal dezelve man uit het midden zijns volks uitgeroeid 2462 Lev 17:5 | slachtofferen brengen, welke zij op het veld slachten, dat zij die 2463 Lev 17:6 | 6 En de priester zal het bloed op het altaar des 2464 Lev 17:6 | priester zal het bloed op het altaar des HEEREN, aan de 2465 Lev 17:6 | samenkomst, sprengen; en hij zal het vet aansteken, tot een liefelijken 2466 Lev 17:8 | dan tot hen: Een ieder van het huis Israels, en van de 2467 Lev 17:8 | de vreemdelingen, die in het midden van hen als vreemdelingen 2468 Lev 17:10 | 10 En een ieder uit het huis Israels, en uit de 2469 Lev 17:10 | de vreemdelingen, die in het midden van hen als vreemdelingen 2470 Lev 17:10 | aangezicht zetten, en zal die uit het midden haars volks uitroeien. ~ 2471 Lev 17:11 | 11 Want de ziel van het vlees is in het bloed; daarom 2472 Lev 17:11 | ziel van het vlees is in het bloed; daarom heb Ik het 2473 Lev 17:11 | het bloed; daarom heb Ik het u op het altaar gegeven, 2474 Lev 17:11 | daarom heb Ik het u op het altaar gegeven, om over 2475 Lev 17:11 | verzoening te doen; want het is het bloed, dat voor de 2476 Lev 17:11 | verzoening te doen; want het is het bloed, dat voor de ziel 2477 Lev 17:12 | die als vreemdeling in het midden van u verkeert, zal 2478 Lev 17:13 | die als vreemdelingen in het midden van hen verkeren, 2479 Lev 17:14 | 14 Want het is de ziel van alle vlees; 2480 Lev 17:15 | vreemdelingen, die een dood aas of het verscheurde zal gegeten 2481 Lev 18:8 | uws vaders niet ontdekken; het is de schaamte uws vaders. ~ 2482 Lev 18:16 | broeders niet ontdekken; het is de schaamte uws broeders. ~ 2483 Lev 18:17 | zij zijn nabestaanden; het is een schandelijke daad. ~ 2484 Lev 18:21 | om voor den Molech door het vuur te doen gaan; en den 2485 Lev 18:23 | daarmede te doen te hebben; het is een gruwelijke vermenging. ~ 2486 Lev 18:25 | 25 Zodat het land onrein is, en Ik over 2487 Lev 18:25 | ongerechtigheid bezoeke, en het land zijn inwoners uitspuwt. ~ 2488 Lev 18:26 | noch vreemdeling, die in het midden van u als vreemdeling 2489 Lev 18:27 | deze gruwelen gedaan; en het land is onrein geworden. ~ 2490 Lev 18:28 | verontreinigd hebben; gelijk als het het volk, dat voor u was, 2491 Lev 18:28 | verontreinigd hebben; gelijk als het het volk, dat voor u was, uitgespuwd 2492 Lev 18:29 | die ze doen, zullen uit het midden van haar volk uitgeroeid 2493 Lev 19:6 | en des anderen daags, zal het gegeten worden; maar wat 2494 Lev 19:7 | 7 En zo het op den derden dag enigzins 2495 Lev 19:7 | enigzins gegeten wordt, het is een afgrijselijk ding, 2496 Lev 19:7 | is een afgrijselijk ding, het zal niet aangenaam zijn. ~ 2497 Lev 19:8 | ongerechtigheid dragen, omdat hij het heilige des HEEREN ontheiligd 2498 Lev 19:14 | dove niet vloeken, en voor het aangezicht des blinden geen 2499 Lev 19:15 | zult geen onrecht doen in het gericht; gij zult het aangezicht 2500 Lev 19:15 | in het gericht; gij zult het aangezicht des geringen


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-8000 | 8001-8500 | 8501-9000 | 9001-9500 | 9501-10000 | 10001-10500 | 10501-11000 | 11001-11500 | 11501-12000 | 12001-12500 | 12501-13000 | 13001-13500 | 13501-14000 | 14001-14500 | 14501-15000 | 15001-15500 | 15501-16000 | 16001-16500 | 16501-17000 | 17001-17500 | 17501-18000 | 18001-18165

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License