1-500 | 501-565
Book Chapter: Verse
501 Hand 7:5 | synagogen der Joden; en zij hadden ook Johannes tot een dienaar. ~
502 Hand 7:29 | als zij alles volbracht hadden, wat van Hem geschreven
503 Hand 8:20 | hem de discipelen omringd hadden, stond hij op, en kwam in
504 Hand 8:21 | vele discipelen gemaakt hadden, keerden zij weder naar
505 Hand 8:23 | handen, ouderlingen verkoren hadden, gebeden hebbende met vasten,
506 Hand 8:23 | Heere, in Welken zij geloofd hadden. ~
507 Hand 8:25 | Perge het Woord gesproken hadden, kwamen zij af naar Attalie. ~
508 Hand 8:26 | werk, dat zij volbracht hadden. ~
509 Hand 9:24 | welken wij dat niet bevolen hadden; ~
510 Hand 9:33 | daar een tijd lang vertoefd hadden, lieten hen de broeders
511 Hand 10:6 | van Galatie doorgereisd hadden, werden zij van den Heiligen
512 Hand 10:20 | de hoofdmannen gebracht hadden, zeiden zij: Deze mensen
513 Hand 10:23 | hun vele slagen gegeven hadden, wierpen zij hen in de gevangenis,
514 Hand 10:39 | en als zij hen uitgeleid hadden, begeerden zij, dat zij
515 Hand 11:9 | anderen vergenoeging ontvangen hadden, lieten zij hen gaan. ~
516 Hand 11:15 | en als zij bevel gekregen hadden aan Silas en Timotheus,
517 Hand 12:26 | Aquila en Priscilla gehoord hadden, namen zij hem tot zich,
518 Hand 13:13 | degenen, die boze geesten hadden, zeggende: Wij bezweren
519 Hand 13:19 | ijdele kunsten gepleegd hadden, brachten de boeken bijeen,
520 Hand 15:3 | aan de linker hand gelaten hadden, voeren wij naar Syrie,
521 Hand 15:5 | deze dagen doorgebracht hadden, gingen wij uit, en reisden
522 Hand 15:6 | als wij elkander gegroet hadden, gingen wij in het schip;
523 Hand 15:29 | 29 Want zij hadden te voren Trofimus, den Efezier,
524 Hand 17:13 | dezen eed te zamen gedaan hadden; ~
525 Hand 17:30 | zeggen, hetgeen zij tegen hem hadden. Vaarwel. ~
526 Hand 17:33 | stadhouder overgeleverd hadden, hebben zij ook Paulus voor
527 Hand 18:19 | beschuldigen, indien zij iets hadden tegen mij. ~
528 Hand 19:14 | vele dagen doorgebracht hadden, heeft Festus de zaken van
529 Hand 19:19 | 19 Maar hadden tegen hem enige vragen van
530 Hand 21:40 | zij de ankers opgehaald hadden, gaven zij het schip aan
531 Hand 22:6 | Maar als zij lang gewacht hadden, en zagen, dat geen ongemak
532 Hand 22:9 | anderen, die krankheden hadden in het eiland, en werden
533 Hand 22:23 | zij hem een dag gesteld hadden, kwamen er velen in zijn
534 Rom 5:14 | degenen, die niet gezondigd hadden in de gelijkheid der overtreding
535 Rom 9:11 | iets goeds of kwaads gedaan hadden, opdat het voornemen Gods,
536 1Kor 2:8 | want indien zij ze gekend hadden, zo zouden zij den Heere
537 2Kor 1:9 | 9 Ja, wij hadden al zelven in onszelven het
538 2Kor 8:5 | alleen, gelijk wij gehoopt hadden, maar gaven zichzelven eerst
539 Gal 1:23 | 23 Maar zij hadden alleenlijk gehoord, dat
540 1The 2:2 | hoewel wij te voren geleden hadden, en ook ons smaadheid aangedaan
541 Tit 3:5 | rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid,
542 Heb 3:16 | sommigen, als zij die gehoord hadden, hebben Hem verbitterd,
543 Heb 3:17 | over degenen, die gezondigd hadden, welker lichamen gevallen
544 Heb 11:15 | aan dat vaderland gedacht hadden, van hetwelk zij uitgegaan
545 2Pet 2:21 | gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend
546 Open 4:4 | met witte klederen, en zij hadden gouden kronen op hun hoofden. ~
547 Open 4:8 | 8 En de vier dieren hadden elkeen voor zichzelven zes
548 Open 6:9 | om de getuigenis, die zij hadden. ~
549 Open 8:6 | engelen, die de zeven bazuinen hadden, bereidden zich om te bazuinen. ~
550 Open 8:9 | schepselen in de zee, die leven hadden, is gestorven; en het derde
551 Open 9:8 | 8 En zij hadden haar als haar der vrouwen,
552 Open 9:9 | 9 En zij hadden borstwapenen als ijzeren
553 Open 9:10 | 10 En zij hadden staarten den schorpioenen
554 Open 9:11 | 11 En zij hadden over zich tot een koning
555 Open 10:4 | donderslagen hun stemmen gesproken hadden, zo zou ik ze geschreven
556 Open 11:10 | de aarde wonen, gepijnigd hadden. ~
557 Open 15:2 | gemengd; en die de overwinning hadden van het beest, en van zijn
558 Open 15:6 | engelen, die de zeven plagen hadden, kwamen uit den tempel,
559 Open 16:2 | merkteken van het beest hadden, en die zijn beeld aanbaden. ~
560 Open 17:1 | engelen, die de zeven fiolen hadden, kwam en sprak met mij,
561 Open 18:19 | allen, die schepen in de zee hadden, van haar kostelijkheid
562 Open 19:20 | van het beest ontvangen hadden, en die deszelfs beeld aanbaden.
563 Open 20:4 | deszelfs beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet
564 Open 20:4 | merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan
565 Open 21:9 | engelen, die de zeven fiolen hadden, welke vol geweest waren
1-500 | 501-565 |