Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
geluwen 1
gemaaid 4
gemaaide 1
gemaakt 549
gemaakte 1
gemaakten 1
gemaald 1
Frequency    [«  »]
560 maken
552 geest
551 vrouw
549 gemaakt
548 26
543 geweest
542 woorden

Bijbel

IntraText - Concordances

gemaakt

1-500 | 501-549

    Book Chapter: Verse
1 Gen 1:31 | 31 En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer 2 Gen 2:2 | volbracht had Zijn werk, dat Hij gemaakt had, heeft Hij gerust op 3 Gen 2:2 | van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. ~ 4 Gen 2:19 | het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot 5 Gen 3:1 | velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de 6 Gen 6:6 | Hij den mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem 7 Gen 6:7 | berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. ~ 8 Gen 7:4 | verdelgen al wat bestaat, dat Ik gemaakt heb. ~ 9 Gen 8:6 | venster der ark, die hij gemaakt had, opendeed. ~ 10 Gen 9:6 | den mens naar Zijn beeld gemaakt. ~ 11 Gen 13:4 | dat hij in het eerst daar gemaakt had; en Abram heeft aldaar 12 Gen 14:23 | zegt: Ik heb Abram rijk gemaakt! ~ 13 Gen 18:19 | hebt Uw weldadigheid groot gemaakt, die Gij aan mij gedaan 14 Gen 20:6 | God heeft mij een lachen gemaakt; al die het hoort, zal met 15 Gen 23:21 | HEERE zijn weg voorspoedig gemaakt had, of niet. ~ 16 Gen 23:56 | HEERE mijn weg voorspoedig gemaakt heeft! laat mij trekken, 17 Gen 24:22 | heeft ons de HEERE ruimte gemaakt, en wij zijn gewassen in 18 Gen 28:1 | hij al deze heerlijkheid gemaakt. ~ 19 Exo 4:11 | heeft den mens den mond gemaakt, of wie heeft den stomme, 20 Exo 4:11 | dove, of ziende, of blinde gemaakt? Ben Ik het niet, de HEERE? ~ 21 Exo 5:8 | gisteren en eergisteren gemaakt hebben, zult gij hun opleggen; 22 Exo 5:21 | onzen reuk hebt stinkende gemaakt voor Farao, en voor zijn 23 Exo 15:17 | plaatse, welke Gij, o HEERE! gemaakt hebt tot Uw woning, het 24 Exo 20:11 | HEERE den hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin 25 Exo 24:8 | hetwelk de HEERE met ulieden gemaakt heeft over al die woorden. ~ 26 Exo 25:31 | werk zal deze kandelaar gemaakt worden, zijn schacht, en 27 Exo 30:25 | een zalf, heel kunstiglijk gemaakt, naar apothekerswerk; het 28 Exo 30:37 | dezes reukwerks, hetwelk gij gemaakt zult hebben, zult gijlieden 29 Exo 31:17 | dagen, den hemel en de aarde gemaakt, en op den zevenden dag 30 Exo 32:8 | hebben zich een gegoten kalf gemaakt; en zij hebben zich voor 31 Exo 32:20 | hij nam dat kalf, dat zij gemaakt hadden, en verbrandde het 32 Exo 32:31 | dat zij zich gouden goden gemaakt hebben. 33 Exo 32:35 | volk, omdat zij dat kalf gemaakt hadden, hetwelk Aaron gemaakt 34 Exo 32:35 | gemaakt hadden, hetwelk Aaron gemaakt had. ~  ~  ~  ~ 35 Exo 33:8 | hebben zich een gegoten kalf gemaakt; en zij hebben zich voor 36 Exo 33:20 | hij nam dat kalf, dat zij gemaakt hadden, en verbrandde het 37 Exo 33:31 | dat zij zich gouden goden gemaakt hebben. 38 Exo 33:35 | volk, omdat zij dat kalf gemaakt hadden, hetwelk Aaron gemaakt 39 Exo 33:35 | gemaakt hadden, hetwelk Aaron gemaakt had. ~  ~ 40 Exo 34:50 | verbond met u en met Israel gemaakt. ~ 41 Exo 39:32 | kinderen Israels hadden het gemaakt naar alles, wat de HEERE 42 Exo 39:32 | had; alzo hadden zij het gemaakt. ~ 43 Exo 39:42 | kinderen Israels het ganse werk gemaakt. ~ 44 Exo 39:43 | en ziet, zij hadden het gemaakt, gelijk als de HEERE geboden 45 Exo 39:43 | had; alzo hadden zij het gemaakt. Toen zegende Mozes hen. ~ 46 Lev 2:7 | zal van meelbloem met olie gemaakt worden. ~ 47 Lev 2:8 | spijsoffer, hetwelk daarvan zal gemaakt worden, den HEERE toebrengen; 48 Lev 2:11 | zult offeren, zal met desem gemaakt worden; want van geen zuurdesem, 49 Lev 4:23 | heeft, aan hem zal bekend gemaakt hebben; zo zal hij tot zijn 50 Lev 4:28 | heeft, aan hem zal bekend gemaakt hebben; zo zal hij tot zijn 51 Lev 5:19 | zich voorzeker schuldig gemaakt aan den HEERE. ~  ~ 52 Lev 6:21 | zal in een pan met olie gemaakt worden; geroost zult gij 53 Lev 13:51 | wat werk dat vel zou mogen gemaakt zijn, die plaag is een knagende 54 Lev 19:20 | want zij was niet vrij gemaakt. ~ 55 Num 6:4 | van den wijnstok des wijns gemaakt is, van de kernen af tot 56 Num 8:4 | alzo had hij den kandelaar gemaakt. ~ 57 Num 30:12 | haar man heeft ze te niet gemaakt, en de HEERE zal het haar 58 Deu 4:23 | Gods, hetwelk Hij met u gemaakt heeft, niet vergeet, dat 59 Deu 5:2 | heeft een verbond met ons gemaakt aan Horeb. ~ 60 Deu 5:3 | de HEERE dit verbond niet gemaakt, maar met ons, wij die hier 61 Deu 9:9 | dat de HEERE met ulieden gemaakt had, toen bleef ik veertig 62 Deu 9:12 | hebben zich een gegoten beeld gemaakt. ~ 63 Deu 9:16 | hadt u een gegoten kalf gemaakt; gij waart haastelijk afgeweken 64 Deu 9:21 | het kalf, dat gij hadt gemaakt, nam ik, en verbrandde het 65 Deu 10:5 | tafelen in de kist, die ik gemaakt had; en aldaar zijn zij, 66 Deu 26:19 | boven al de volken, die Hij gemaakt heeft, hoog zette, tot lof, 67 Deu 29:1 | verbond, dat Hij met hen gemaakt had aan Horeb. ~ 68 Deu 29:25 | verlaten, dat Hij met hen gemaakt had, als Hij hen uit Egypteland 69 Deu 31:16 | verbond, dat Ik met hetzelve gemaakt heb. ~ 70 Deu 32:6 | Die u verkregen, Die u gemaakt en u bevestigd heeft? ~ 71 Deu 32:15 | liet God varen, Die hem gemaakt heeft, en versmaadde den 72 Joz 5:8 | geschiedde, als men een einde gemaakt had van al dat volk te besnijden, 73 Joz 8:24 | de Israelieten een einde gemaakt hadden van al de inwoners 74 Joz 9:16 | zij het verbond met hen gemaakt hadden, zo hoorden zij, 75 Joz 10:1 | Gibeon vrede met Israel gemaakt hadden, en in derzelver 76 Joz 10:4 | Gibeon slaan; omdat zij vrede gemaakt heeft met Jozua en met de 77 Joz 23:9 | in hetwelk zij bezitters gemaakt waren, naar den mond des 78 Joz 23:28 | HEEREN, hetwelk onze vaderen gemaakt hebben, niet ten brandoffer, 79 Ric 8:16 | dat gij Abimelech koning gemaakt hebt, en indien gij welgedaan 80 Ric 8:18 | zijner dienstmaagd, koning gemaakt over de burgers van Sichem, 81 Ric 17:24 | hebt mijn goden, die ik gemaakt had, weggenomen, mitsgaders 82 Ric 17:27 | Zij dan namen wat Micha gemaakt had, en den priester, die 83 Ric 17:31 | beeld van Micha, dat hij gemaakt had, al de dagen, dat het 84 Ric 20:15 | omdat de HEERE een scheur gemaakt had in de stammen van Israel. ~ 85 Rut 3:10 | laatste weldadigheid beter gemaakt dan de eerste, dewijl gij 86 1Sa 3:13 | zonen zich hebben vervloekt gemaakt, zo heeft hij hen niet eens 87 1Sa 12:6 | HEERE, Die Mozes en Aaron gemaakt heeft, en Die uw vaders 88 1Sa 15:11 | dat Ik Saul tot koning gemaakt heb, dewijl hij zich van 89 1Sa 15:35 | Saul tot koning over Israel gemaakt had. ~  ~ 90 1Sa 22:8 | dat mijn zoon een verbond gemaakt heeft met den zoon van Isai; 91 1Sa 24:20 | dag, dien gij mij heden gemaakt hebt. ~ 92 1Sa 27:12 | zich ten enenmaal stinkende gemaakt bij zijn volk, in Israel; 93 1Sa 28:15 | Waarom hebt gij mij onrustig gemaakt, mij doende opkomen? Toen 94 2Sa 7:9 | Ik heb u een groten naam gemaakt, als den naam der groten, 95 2Sa 7:26 | 26 En Uw Naam worde groot gemaakt tot in eeuwigheid, dat men 96 2Sa 10:6 | zich bij David stinkende gemaakt hadden, zonden de kinderen 97 2Sa 13:10 | Thamar de koekjes, die zij gemaakt had, en bracht ze haar broeder 98 2Sa 14:15 | het volk mij vreesachtig gemaakt heeft; zo zeide uw dienstmaagd: 99 2Sa 21:5 | De man die ons te niet gemaakt, en tegen ons gedacht heeft, 100 2Sa 22:36 | verootmoedigen hebt Gij mij groot gemaakt. ~ 101 2Sa 22:37 | hebt mijn voetstap ruim gemaakt onder mij; en mijn enkelen 102 1Kon 1:27| gij uw knecht niet bekend gemaakt, wie op den troon van mijn 103 1Kon 1:43| heeft Salomo tot koning gemaakt. ~ 104 1Kon 2:24| David, en Die mij een huis gemaakt heeft, gelijk als Hij gesproken 105 1Kon 3:7 | Gij hebt Uw knecht koning gemaakt in de plaats van mijn vader 106 1Kon 6:6 | buitenwaarts inkortingen gemaakt, opdat zij zich niet hielden 107 1Kon 10:20| is in geen koninkrijken gemaakt geweest. ~ 108 1Kon 12:4 | vader heeft ons juk hard gemaakt; gij dan nu, maak uws vaders 109 1Kon 12:10| vader heeft ons juk zwaar gemaakt, maar maak gij het over 110 1Kon 12:14| vader heeft uw juk zwaar gemaakt, maar ik zal boven uw juk 111 1Kon 12:32| offerende den kalveren, die hij gemaakt had; hij stelde ook te Beth-El 112 1Kon 12:32| priesteren der hoogten, die hij gemaakt had. ~ 113 1Kon 12:33| altaar, dat hij te Beth-El gemaakt had, op den vijftienden 114 1Kon 14:9 | goden en gegotene beelden gemaakt, om Mij tot toorn te verwekken, 115 1Kon 14:15| daarom dat zij hun bossen gemaakt hebben, den HEERE tot toorn 116 1Kon 14:26| schilden weg, die Salomo gemaakt had. ~ 117 1Kon 15:12| drekgoden, die zijn vaders gemaakt hadden. ~ 118 1Kon 15:13| afgrijselijken afgod in een bos gemaakt had; ook roeide Asa uit 119 1Kon 16:16| Zimri heeft een verbintenis gemaakt, ja, heeft ook den koning 120 1Kon 16:20| zijn verbintenis, die hij gemaakt heeft, zijn die niet geschreven 121 1Kon 18:26| tegen het altaar, dat men gemaakt had. ~ 122 1Kon 20:34| gelijk mijn vader in Samaria gemaakt heeft. En ik, antwoordde 123 1Kon 22:11| had zich ijzeren horens gemaakt; en hij zeide: Zo zegt de 124 2Kon 2:21| Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood noch onvruchtbaarheid 125 2Kon 3:2 | weg, hetwelk zijn vader gemaakt had. ~ 126 2Kon 8:1 | welker zoon hij levend gemaakt had, zeggende: Maak u op, 127 2Kon 8:5 | hij een dode had levend gemaakt, ziet, zo riep de vrouw, 128 2Kon 8:5 | welker zoon hij levend gemaakt had, tot den koning, om 129 2Kon 8:5 | dien Elisa heeft levend gemaakt. ~ 130 2Kon 10:9 | ik heb een verbintenis gemaakt tegen mijn heer, en heb 131 2Kon 12:13| 13 Evenwel werden niet gemaakt voor het huis des HEEREN 132 2Kon 13:13| 13 Evenwel werden niet gemaakt voor het huis des HEEREN 133 2Kon 14:7 | omgebracht, en had hen dorsende gemaakt als stof. ~ 134 2Kon 19:8 | koningen van Israel, die ze gemaakt hadden. ~ 135 2Kon 19:15| dat Hij met hun vaderen gemaakt had, en Zijn getuigenissen, 136 2Kon 19:19| inzettingen van Israel, die zij gemaakt hadden. ~ 137 2Kon 19:29| hoogten, die de Samaritanen gemaakt hadden, elk volk in hun 138 2Kon 19:35| HEERE een verbond met hen gemaakt, en had hun geboden, zeggende: 139 2Kon 19:38| het verbond, dat Ik met u gemaakt heb, zult gij niet vergeten; 140 2Kon 20:4 | koperen slang, die Mozes gemaakt had, omdat de kinderen Israels 141 2Kon 21:15| hebt den hemel en de aarde gemaakt. ~ 142 2Kon 22:20| vijver en den watergang gemaakt heeft, en water in de stad 143 2Kon 23:3 | Achab, de koning van Israel, gemaakt had, en boog zich neder 144 2Kon 23:7 | beeld van het bos, dat hij gemaakt had, in het huis waarvan 145 2Kon 23:24| koning Amon een verbintenis gemaakt hadden; en het volk des 146 2Kon 25:4 | voor al het heir des hemels gemaakt was, uitbrengen zouden; 147 2Kon 25:12| die de koningen van Juda gemaakt hadden, mitsgaders de altaren, 148 2Kon 25:12| van het huis des HEEREN gemaakt had, brak de koning af; 149 2Kon 25:15| dewelke Israel zondigen deed, gemaakt had; te zamen dat altaar 150 2Kon 25:19| die de koningen van Israel gemaakt hadden, om den HEERE tot 151 2Kon 26:13| in den tempel des HEEREN gemaakt had, gelijk als de HEERE 152 2Kon 27:16| voor het huis des HEEREN gemaakt had; het koper van al deze 153 1Kro 16:16| dat Hij met Abraham heeft gemaakt, en Zijns eeds aan Izak; ~ 154 1Kro 16:26| de HEERE heeft de hemelen gemaakt. ~ 155 1Kro 17:8 | aangezicht; en Ik heb u een naam gemaakt, gelijk de naam is der groten, 156 1Kro 17:22| Uw volk Israel U ten volk gemaakt tot in der eeuwigheid; en 157 1Kro 17:24| en Uw Naam worde groot gemaakt tot in eeuwigheid, dat men 158 1Kro 18:8 | pilaren, en de koperen vaten gemaakt. ~ 159 1Kro 19:8 | pilaren, en de koperen vaten gemaakt. ~ 160 1Kro 20:6 | dat zij zich stinkende gemaakt hadden bij David, zo zond 161 1Kro 22:29| dien Mozes in de woestijn gemaakt had, en het altaar des brandoffers, 162 1Kro 24:5 | met instrumenten, die ik gemaakt heb, zeide David, om lof 163 1Kro 29:2 | Gods, en ik heb gereedschap gemaakt om te bouwen. ~ 164 2Kro 1:3 | des HEEREN, in de woestijn gemaakt had. ~ 165 2Kro 1:5 | van Uri, den zoon van Hur, gemaakt had, aldaar voor den tabernakel 166 2Kro 1:8 | en Gij hebt mij koning gemaakt in zijn plaats; ~ 167 2Kro 1:9 | want Gij hebt mij koning gemaakt over een volk, menigvuldig 168 2Kro 1:11| richten, waarover Ik u koning gemaakt heb; ~ 169 2Kro 2:12| Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, dat Hij den koning 170 2Kro 7:13| had een koperen gestoelte gemaakt, en had het gesteld in het 171 2Kro 8:6 | HEEREN, die de koning David gemaakt had, om den HEERE te loven, 172 2Kro 8:7 | koperen altaar, dat Salomo gemaakt had, kon het brandoffer, 173 2Kro 8:18| verbond met uw vader David gemaakt heb, zeggende: Geen man 174 2Kro 10:19| desgelijks is in geen koninkrijk gemaakt geweest. ~ 175 2Kro 11:4 | vader heeft ons juk hard gemaakt, nu dan, maak gij uws vaders 176 2Kro 11:10| vader heeft ons juk zwaar gemaakt, maar maak gij het over 177 2Kro 11:14| vader heeft uw juk zwaar gemaakt, maar ik zal nog daarboven 178 2Kro 12:15| voor de kalveren, die hij gemaakt had. ~ 179 2Kro 13:9 | schilden weg, die Salomo gemaakt had. ~ 180 2Kro 14:7 | vergaderd, en hebben zich sterk gemaakt tegen Rehabeam, den zoon 181 2Kro 14:8 | die u Jerobeam tot goden gemaakt heeft. ~ 182 2Kro 14:9 | uitgedreven, en hebt u priesteren gemaakt, gelijk de volken der landen? 183 2Kro 16:16| afgrijselijken afgod in een bos gemaakt had; ook roeide Asa haar 184 2Kro 19:10| had zich ijzeren hoornen gemaakt, en hij zeide: Zo zegt de 185 2Kro 21:23| inwoners van Seir een einde gemaakt hadden, hielpen zij de een 186 2Kro 22:7 | verbonds wil, dat Hij met David gemaakt had; en gelijk als Hij gezegd 187 2Kro 22:27| verbonds wil, dat Hij met David gemaakt had; en gelijk als Hij gezegd 188 2Kro 31:1 | totdat zij alles te niet gemaakt hadden; daarna keerden al 189 2Kro 32:29| Daartoe had hij zich steden gemaakt, mitsgaders bezitting van 190 2Kro 33:7 | gesneden beeld, die hij gemaakt had, in het huis Gods, van 191 2Kro 33:22| die zijn vader Manasse gemaakt had, en diende ze. ~ 192 2Kro 33:25| verbintenis tegen den koning Amon gemaakt hadden; en het volk des 193 Ezra 4:14| en dit den koning bekend gemaakt; ~ 194 Ezra 6:11| diens wille tot een drekhoop gemaakt worden. ~ 195 Neh 4:15 | en God hun raad te niet gemaakt had, zo keerden wij allen 196 Neh 8:5 | stoel, dien zij tot die zaak gemaakt hadden, en nevens hem stond 197 Neh 8:13 | die men hun had bekend gemaakt. ~ 198 Neh 9:6 | die HEERE alleen, Gij hebt gemaakt den hemel, den hemel der 199 Neh 9:8 | hebt een verbond met hem gemaakt, dat Gij zoudt geven het 200 Neh 9:10 | en Gij hebt U een Naam gemaakt, als het is te dezen dage. ~ 201 Neh 9:14 | Uw heiligen sabbat bekend gemaakt; en Gij hebt hun geboden, 202 Neh 9:18 | zij zich een gegoten kalf gemaakt hadden, en gezegd: Dit is 203 Neh 12:43 | want God had hen vrolijk gemaakt met grote vrolijkheid; en 204 Neh 13:5 | had hem een grote kamer gemaakt, alwaar zij te voren henenleiden 205 Est 13:2 | zaak werd Mordechai bekend gemaakt, en hij gaf ze de koningin ~ 206 Est 28:4 | waarin de koning hem groot gemaakt had, en waarin hij hem verheven 207 Est 40:1 | zie, de galg, welke Haman gemaakt heeft voor Mordechai, die 208 Est 56:2 | denwelken de koning groot gemaakt heeft, zijn die niet geschreven 209 Job 1:10 | Hebt Gij niet een betuining gemaakt voor hem, en voor zijn huis, 210 Job 10:8 | smart aan, hoewel zij mij gemaakt hebben, te zamen rondom 211 Job 14:5 | en Gij zijn bepalingen gemaakt hebt, die hij niet overgaan 212 Job 15:27 | bedekt heeft, en rimpelen gemaakt om de weekdarmen; ~ 213 Job 16:8 | Dat Gij mij rimpelachtig gemaakt hebt, is tot een getuige; 214 Job 22:16 | 16 Die rimpelachtig gemaakt zijn, als het de tijd niet 215 Job 23:16 | God heeft mijn hart week gemaakt, en de Almachtige heeft 216 Job 26:3 | zij is, ten volle bekend gemaakt? ~ 217 Job 31:1 | 1 Ik heb een verbond gemaakt met mijn ogen; hoe zou ik 218 Job 31:15 | den buik maakte, hem ook gemaakt en Een ons in de baarmoeder 219 Job 33:4 | De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen 220 Job 33:4 | Almachtigen heeft mij levend gemaakt. ~ 221 Job 39:10 | Zie nu Behemoth, welken Ik gemaakt heb nevens u; hij eet hooi, 222 Job 39:14 | der wegen Gods; Die hem gemaakt heeft, heeft hem zijn zwaard 223 Job 40:24 | hem te vergelijken, die gemaakt is om zonder schrik te wezen. ~ 224 Psa 4:2 | benauwdheid hebt Gij mij ruimte gemaakt; wees mij genadig, en hoor 225 Psa 7:14 | wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen 226 Psa 7:16 | gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft. ~ 227 Psa 8:6 | hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, en hebt 228 Psa 9:16 | gezonken in de groeve, die zij gemaakt hadden; hunlieder voet is 229 Psa 18:33 | heeft mijn weg volkomen gemaakt. ~ 230 Psa 18:36 | zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. ~ 231 Psa 18:37 | hebt mijn voetstap ruim gemaakt onder mij, en mijn enkelen 232 Psa 31:22 | goedertierenheid aan mij wonderlijk gemaakt, mij voerende als in een 233 Psa 33:6 | des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns 234 Psa 34:6 | des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns 235 Psa 36:27 | geduriglijk zeggen: Groot gemaakt zij de HEERE, Die lust heeft 236 Psa 41:6 | Uw gedachten aan ons vele gemaakt, men kan ze niet in orde 237 Psa 41:17 | zeggen: De HEERE zij groot gemaakt! ~ 238 Psa 42:3 | zal op aarde gelukzalig gemaakt worden. Geef hem ook niet 239 Psa 44:10 | verstoten en te schande gemaakt, dewijl Gij met onze krijgsheiren 240 Psa 53:6 | verstrooid; gij hebthen beschaamd gemaakt, want God heeft hen verworpen. ~ 241 Psa 65:10 | en hebbende het begerig gemaakt, verrijkt Gij het grotelijks; 242 Psa 70:5 | geduriglijk zeggen: God zij groot gemaakt! ~ 243 Psa 77:15 | Gij hebt Uw sterkte bekend gemaakt onder de volken. ~ 244 Psa 83:6 | U hebben zij een verbond gemaakt; ~ 245 Psa 86:9 | heidenen, Heere! die Gij gemaakt hebt, zullen komen, en zullen 246 Psa 89:4 | 4 Ik heb een verbond gemaakt met Mijn uitverkorene; Ik 247 Psa 95:5 | zee is, want Hij heeft ze gemaakt; en Zijn handen hebben het 248 Psa 95:6 | voor den HEERE, Die ons gemaakt heeft. ~ 249 Psa 96:5 | de HEERE heeft de hemelen gemaakt. ~ 250 Psa 98:2 | HEERE heeft Zijn heil bekend gemaakt; Hij heeft Zijn gerechtigheid 251 Psa 100:3 | HEERE is God; Hij heeft ons gemaakt (en niet wij), Zijn volk 252 Psa 103:7 | Mozes Zijn wegen bekend gemaakt, den kinderen Israels Zijn 253 Psa 104:19 | 19 Hij heeft de maan gemaakt tot de gezette tijden, de 254 Psa 104:24 | hebt ze alle met wijsheid gemaakt; het aardrijk is vol van 255 Psa 105:9 | dat Hij met Abraham heeft gemaakt, en Zijns eeds aan Izak; ~ 256 Psa 111:4 | wonderen een gedachtenis gemaakt; Cheth. de HEERE is genadig 257 Psa 111:6 | werken Zijn volke bekend gemaakt; Lamed. hun gevende de erve 258 Psa 115:15 | Die den hemel en de aarde gemaakt heeft. ~ 259 Psa 118:24 | is de dag, dien de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven 260 Psa 119:50 | toezegging heeft mij levend gemaakt. ~ 261 Psa 119:73 | Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, 262 Psa 119:93 | dezelve hebt Gij mij levend gemaakt. ~ 263 Psa 119:147| voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt. ~ 264 Psa 121:2 | HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. 265 Psa 124:8 | HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft. ~  ~ 266 Psa 134:3 | Die den hemel en de aarde gemaakt heeft. ~  ~ 267 Psa 136:5 | de hemelen met verstand gemaakt heeft; want Zijn goedertierenheid 268 Psa 136:7 | Die de grote lichten heeft gemaakt; want Zijn goedertierenheid 269 Psa 138:2 | Uwgansen Naam Uw woord groot gemaakt. ~ 270 Psa 139:14 | vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw 271 Psa 139:15 | als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel 272 Psa 146:6 | Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat 273 Psa 149:2 | verblijde in Dengene, Die hem gemaakt heeft; dat de kinderen Sions 274 Spre 7:17| aloe en kaneel welriekende gemaakt; ~ 275 Spre 8:26| Hij had de aarde nog niet gemaakt, noch de velden, noch de 276 Spre 11:25| De zegenende ziel zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, 277 Spre 13:4 | ziel der vlijtigen zal vet gemaakt worden. ~ 278 Spre 20:12| ziend oog heeft de HEERE gemaakt, ja, die beide. ~ 279 Spre 22:2 | de HEERE heeft hen allen gemaakt. ~ 280 Spre 22:28| niet terug, die uw vaderen gemaakt hebben. ~ 281 Pred 1:15| Het kromme kan niet recht gemaakt worden; en hetgeen ontbreekt, 282 Pred 2:11| werken, die mijn handen gemaakt hadden, en tot den arbeid, 283 Pred 3:11| heeft ieder ding schoon gemaakt op zijn tijd; ook heeft 284 Pred 3:11| een mens het werk, dat God gemaakt heeft, kan uitvinden, van 285 Pred 7:13| recht maken, dat Hij krom gemaakt heeft? ~ 286 Pred 7:29| dat God den mens recht gemaakt heeft, maar zij hebben veel 287 Pred 10:10| hij het ijzer heeft stomp gemaakt, en hij slijpt de snede 288 Hoo 3:9 | Salomo heeft zich een koets gemaakt van het hout van Libanon. ~ 289 Jes 1:2 | spreekt: Ik heb kinderen groot gemaakt en verhoogd; maar zij hebben 290 Jes 2:8 | voor hetgeen hun vingeren gemaakt hebben. ~ 291 Jes 2:20 | afgoden, welke zij zich gemaakt hadden, om zich daarvoor 292 Jes 3:26 | dragen, en zij zal, ledig gemaakt zijnde, op de aarde zitten. ~  ~  ~  ~ ~ 293 Jes 5:8 | gijlieden alleen inwoners gemaakt wordt in het midden des 294 Jes 8:23 | eersten tijd verachtelijk gemaakt heeft, naar het land van 295 Jes 8:23 | in het laatste heerlijk gemaakt, naar den weg zeewaarts 296 Jes 9:2 | de blijdschap niet groot gemaakt; zij zullen nochtans blijde 297 Jes 10:12 | als de HEERE een einde zal gemaakt hebben van al Zijn werk 298 Jes 16:10 | gezongen, noch enig gejuich gemaakt; de druiven treder treedt      299 Jes 16:14 | eer van Moab verachtzaam gemaakt worden, met al die grote 300 Jes 17:7 | zien naar Dien, Die hem gemaakt heeft, en zijn ogen zullen 301 Jes 17:8 | ook hetgeen zijn vingeren gemaakt hebben, zal hij niet aanzien, 302 Jes 23:4 | geen jongelingen groot      gemaakt, en geen jonge dochters 303 Jes 24:3 | land zal ganselijk ledig gemaakt worden, en het zal ganselijk 304 Jes 25:2 | van de stad een steenhoop gemaakt; de vaste stad tot een vervallen 305 Jes 27:11 | daarom zal Hij, Die het      gemaakt heeft, Zich deszelven niet 306 Jes 28:15 | een verbond met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij 307 Jes 28:15 | een voorzichtig verdrag gemaakt; wanneer de overvloeiende 308 Jes 28:22 | opdat uw banden niet vaster gemaakt worden; want ik heb van 309 Jes 28:25 | bovenste van hetzelve effen gemaakt heeft, dan strooit hij wikken, 310 Jes 29:16 | maker: Hij heeft mij niet gemaakt; en het geformeerde vat 311 Jes 30:33 | Hij heeft hem diep en wijd gemaakt, het vuur en hout van zijn 312 Jes 31:7 | welke u uw handen tot zonde gemaakt hadden; ~ 313 Jes 34:7 | stof zal van het smeer vet gemaakt worden. ~ 314 Jes 37:16 | den hemel en de aarde      gemaakt! ~ 315 Jes 38:16 | want Gij hebt mij gezond gemaakt en mij genezen. ~ 316 Jes 40:4 | dat zal tot een vallei gemaakt      worden. ~ 317 Jes 40:21 | beginne aan niet bekend gemaakt! Hebt gij op de grondvesten 318 Jes 41:2 | zijn aangezicht gegeven, en gemaakt, dat hij over koningen heerste?      319 Jes 43:7 | geformeerd heb, dien Ik ook gemaakt heb. ~ 320 Jes 43:24 | maar gij hebt Mij arbeid gemaakt, met uw zonden, gij hebt 321 Jes 44:23 | verlost, en Zich heerlijk gemaakt in Israel. ~ 322 Jes 45:12 | 12      Ik heb de aarde gemaakt, en Ik heb den mens daarop 323 Jes 45:18 | aarde geformeerd, en Die ze gemaakt heeft; Hij heeft ze bevestigd, 324 Jes 47:10 | wetenschap heeft u afkerig gemaakt; en gij hebt in uw hart 325 Jes 49:2 | En Hij heeft Mijn mond gemaakt als een scherp zwaard, onder 326 Jes 51:10 | des groten afgronds, droog gemaakt hebt? Die de diepten der 327 Jes 51:10 | Die de diepten der zee gemaakt hebt tot een weg, opdat 328 Jes 51:13 | vergeet den HEERE, Die u gemaakt heeft, Die de hemelen heeft 329 Jes 53:10 | verbrijzelen; Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot 330 Jes 58:16 | worden, en de zielen, die Ik gemaakt heb. ~ 331 Jes 61:9 | Israels, dewijl Hij u heerlijk gemaakt heeft. ~ 332 Jes 64:6 | toorn, en Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn grimmigheid; en 333 Jes 67:2 | hand heeft al deze dingen gemaakt, en al deze dingen zijn 334 Jer 2:28 | dan uw goden, die gij u gemaakt hebt? Laat ze opstaan, of 335 Jer 3:16 | bezoeken, en zij zal niet weder gemaakt worden. ~ 336 Jer 5:3 | hun aangezichten harder gemaakt dan een steenrots, zij hebben 337 Jer 7:26 | verhard, zij hebben het erger gemaakt dan hun vaders. ~ 338 Jer 10:11 | den hemel en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan van 339 Jer 10:12 | 12      Die de aarde gemaakt heeft door Zijn kracht, 340 Jer 11:10 | dat Ik met hun vaderen gemaakt heb. ~ 341 Jer 27:5 | 5      Ik heb gemaakt de aarde, den mens en het 342 Jer 28:15 | gezonden, maar gij hebt gemaakt, dat dit volk op leugen 343 Jer 29:31 | gezonden heb, en heeft gemaakt, dat gij op leugen vertrouwt; ~ 344 Jer 31:19 | ik mijzelven ben bekend gemaakt, heb ik op de heup geklopt, 345 Jer 31:25 | de vermoeide ziel dronken gemaakt, en Ik heb alle treurige 346 Jer 31:32 | dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, ten dage als Ik hun 347 Jer 32:17 | hebt de hemelen en de aarde gemaakt, door Uw grote kracht en 348 Jer 32:20 | mensen, en hebt U een Naam gemaakt, als Hij is te dezen dage! ~ 349 Jer 34:8 | koning Zedekia een verbond gemaakt had met het ganse volk, 350 Jer 34:13 | Israels: Ik heb een verbond gemaakt met uw vaderen, ten dage, 351 Jer 34:15 | en gij hadt een verbond gemaakt voor Mijn      aangezicht, 352 Jer 34:18 | zij voor Mijn aangezicht gemaakt hadden, met het      kalf, 353 Jer 37:1 | koning van Babel, koning gemaakt had in het land      van 354 Jer 37:15 | tot een      gevangenhuis gemaakt. ~ 355 Jer 38:16 | leeft, Die ons deze ziel gemaakt heeft: Indien ik u zal doden, 356 Jer 42:21 | heb ik het u heden bekend gemaakt; maar gij hebt niet gehoord 357 Jer 48:26 | dronken, omdat hij zich groot gemaakt heeft tegen den HEERE; zo 358 Jer 48:36 | omdat het overschot, dat hij gemaakt had,      verloren is. ~ 359 Jer 48:42 | zij, omdat hij zich groot gemaakt heeft tegen den HEERE. ~ 360 Jer 49:15 | Want zie, Ik heb u klein gemaakt onder de heidenen, veracht 361 Jer 51:15 | 15      Die de aarde gemaakt heeft door Zijn kracht, 362 Jer 52:20 | voor het huis des HEEREN gemaakt had; het koper      daarvan, 363 Klaa 1:13| heeft mij woest en ziek gemaakt den gansen dag. ~ 364 Klaa 1:24| verbolgenheid, Hij heeft      gemaakt, dat zij de aarde raken; 365 Klaa 1:30| den muur te zamen treurig gemaakt, zij zijn verzwakt. ~ 366 Klaa 1:48| mijn vlees en mijn huid oud gemaakt, Hij heeft mijn beenderen 367 Klaa 1:55| gebroken; Hij heeft mij woest gemaakt. ~ 368 Klaa 1:59| heeft mij met alsem dronken gemaakt. ~ 369 Eze 3:8 | heb uw aangezicht stijf gemaakt tegen hun aangezichten, 370 Eze 3:9 | Uw voorhoofd heb Ik gemaakt als een diamant, harder 371 Eze 5:7 | Dewijl gijlieden dies meer gemaakt hebt dan de heidenen, die 372 Eze 7:20 | gruwelen en hunner verfoeiselen gemaakt; daarom heb Ik dat hun      373 Eze 13:22 | door valsheid hebt bedroefd gemaakt, daar Ik hem geen smart 374 Eze 15:5 | het tot geen stuk werks gemaakt; hoeveel te min als het 375 Eze 15:5 | dan nog tot een stuk werks gemaakt   worden? ~ 376 Eze 16:7 | als het gewas des velds, gemaakt; en gij zijt gegroeid, en 377 Eze 16:16 | uw klederen genomen, en u gemaakt geplekte hoogten, en hebt 378 Eze 16:17 | en gij hebt u mansbeelden gemaakt, en gij hebt met dezelve      379 Eze 16:24 | hebt, en u een hoge plaats gemaakt hebt in elke straat. ~ 380 Eze 16:25 | uw schoonheid gruwelijk gemaakt, en hebt met uw benen geschreden 381 Eze 16:52 | zonden, die gij gruwelijker gemaakt hebt dan zij; zij zijn rechtvaardiger 382 Eze 16:54 | schande draagt, en te schande gemaakt wordt, om al hetgeen gij 383 Eze 17:13 | en daarmede een verbond gemaakt, en heeft hem tot een eed 384 Eze 17:16 | konings, die hem koning gemaakt heeft, wiens eed hij veracht, 385 Eze 17:24 | den drogen boom bloeiende gemaakt heb; Ik, de      HEERE, 386 Eze 20:9 | derzelver ogen, bekend      gemaakt heb, om hen uit Egypteland 387 Eze 22:4 | met uw drekgoden, die gij gemaakt hebt, hebt gij u verontreinigd, 388 Eze 24:12 | ijdelheden heeft zij Mij moede gemaakt; nog is haar overvloedig 389 Eze 25:12 | en zij zich zeer schuldig gemaakt hebben, dat zij zich aan 390 Eze 27:4 | hebben uw schoonheid volkomen gemaakt. ~ 391 Eze 27:6 | riemen uit eiken van Basan gemaakt; uw berderen hebben zij 392 Eze 27:6 | uw berderen hebben zij gemaakt uw welbetreden elpenbeen, 393 Eze 27:33 | koningen der aarde rijk      gemaakt. ~ 394 Eze 28:18 | heeft verteerd, en Ik heb u gemaakt tot as op de aarde, voor 395 Eze 29:3 | en ik heb die voor mij gemaakt. ~ 396 Eze 29:9 | rivier is mijn, en ik heb die gemaakt. ~ 397 Eze 31:9 | Ik had hem zo schoon gemaakt door de veelheid zijner 398 Eze 35:13 | uw mond tegen Mij groot gemaakt, en uw woorden tegen Mij 399 Eze 40:17 | kameren, en een plaveisel, dat gemaakt was in het voorhof rondom 400 Eze 41:18 | 18      En het was gemaakt met cherubs en palmbomen; 401 Eze 41:19 | palmboom van gene zijde; gemaakt in het ganse huis rondom      402 Eze 41:20 | cherubs en de palmbomen gemaakt, ook aan den wand des tempels. ~ 403 Eze 41:25 | waren cherubs en palmbomen gemaakt, gelijk als er aan de wanden 404 Eze 41:25 | gelijk als er aan de wanden gemaakt waren; en het hout aan het 405 Eze 43:23 | Als gij een einde zult gemaakt hebben van het ontzondigen, 406 Eze 46:23 | vier; en er waren keukens gemaakt beneden aan de ringmuren 407 Dan 2:5 | zullen tot een drekhoop gemaakt worden. ~ 408 Dan 2:23 | gegeven hebt, en mij nu bekend gemaakt hebt, wat wij van U verzocht 409 Dan 2:23 | konings zaak bekend gemaakt. ~ 410 Dan 2:28 | koning Nebukadnezar bekend gemaakt, wat er geschieden zal in 411 Dan 2:45 | heeft den koning      bekend gemaakt, wat hierna geschieden zal; 412 Dan 3:15 | aanbidt het beeld, dat ik gemaakt heb, zo is het wel; maar 413 Dan 4:15 | in de dauw des hemels nat gemaakt worden, en      zijn deel 414 Dan 4:23 | in de dauw des hemels nat gemaakt worden, en dat zijn deel 415 Dan 4:25 | dauw      des hemels nat gemaakt worden, en er zullen zeven 416 Dan 4:33 | dauw des hemels      nat gemaakt, totdat zijn haar wies als 417 Dan 5:21 | werd den beesten gelijk gemaakt, en zijn woning was bij 418 Dan 5:21 | den dauw des hemels nat gemaakt, totdat hij bekende, dat 419 Dan 9:1 | zaad der Meden, die koning gemaakt was over het koninkrijk 420 Dan 9:15 | hand, en hebt U een Naam gemaakt, gelijk hij is te dezen 421 Dan 12:10 | zullen er gereinigd en wit gemaakt, en gelouterd worden; doch 422 Hos 5:9 | stammen Israels heb Ik bekend gemaakt, dat gewis is. ~ 423 Hos 7:4 | gelijk een bakoven, die heet gemaakt is van den bakker; die ophoudt 424 Hos 8:4 | Zij hebben koningen gemaakt, maar niet uit Mij; zij 425 Hos 8:4 | voor zichzelven afgoden gemaakt,      opdat zij uitgeroeid 426 Hos 8:6 | een werkmeester heeft het gemaakt, en het is geen God, maar 427 Hos 10:1 | opgerichte beelden goed gemaakt. ~ 428 Hos 13:2 | zilver een gegoten beeld gemaakt, afgoden naar hun verstand, 429 Amos 5:26| gods, dien gij uzelf hadt gemaakt. ~ 430 Amos 7:7 | muur, die naar het paslood gemaakt was, en een paslood was 431 Amos 7:10| een verbintenis tegen u gemaakt, in het midden van het huis 432 Oba 1:2 | Ziet, Ik heb u klein gemaakt onder de heidenen, gij zijt 433 Oba 1:12 | noch      uw mond groot gemaakt hebben, ten dage der benauwdheid; ~ 434 Jona 1:9 | Die de zee en het droge gemaakt heeft. ~ 435 Jona 4:10| gearbeid, noch dien groot gemaakt; die in een nacht werd, 436 Mic 3:4 | zij hun handelingen kwaad gemaakt      hebben. ~ 437 Mic 6:8 | Hij heeft u bekend gemaakt, o mens! wat goed is; en 438 Nah 2:2 | ledigmakers hebben ze ledig gemaakt, en zij hebben hun wijnranken 439 Nah 2:3 | zijner helden zijn rood gemaakt, de kloeke mannen zijn scharlakenvervig; 440 Zep 2:8 | hebben, en hebben zich groot gemaakt tegen      deszelfs landpale. ~ 441 Zep 2:10 | beschimpt, en hebben zich groot gemaakt tegen het volk van den HEERE 442 Zep 3:6 | heb hun straten eenzaam gemaakt, dat niemand daardoor gaat; 443 Zac 9:5 | zagen, hen heeft te schande gemaakt; en de koning      van Gaza 444 Zac 11:10 | hetwelk ik met al deze volken gemaakt had. ~ 445 Zac 14:10 | rondom als een vlak veld gemaakt worden, van Geba tot Rimmon 446 Mal 1:5 | zeggen: De HEERE zij groot gemaakt, van de landpale Israels 447 Mal 2:9 | verachtelijk en onwaard gemaakt voor het ganse volk, dewijl 448 Mal 2:15 | Heeft Hij niet maar een gemaakt, hoewel Hij des geestes 449 Matt 9:31| zijnde, hebben Hem ruchtbaar gemaakt door dat gehele land. ~ 450 Matt 15:6 | alzo Gods gebod krachteloos gemaakt door uw inzetting. ~ 451 Matt 19:4 | van den beginne den mens gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt 452 Matt 19:4 | gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt heeft man en vrouw? ~ 453 Matt 20:12| en gij hebt ze ons gelijk gemaakt, die den last des daags 454 Matt 21:13| tot een moordenaarskuil gemaakt. ~ 455 Mark 2:27| zeide tot hen: De sabbat is gemaakt om den mens, niet de mens 456 Mark 10:6 | heeft ze God man en vrouw gemaakt. ~ 457 Mark 11:17| een kuil der moordenaren gemaakt. ~ 458 Mark 14:58| dezen tempel, die met handen gemaakt is, afbreken, en in drie 459 Mark 14:58| een anderen, zonder handen gemaakt, bouwen. ~ 460 Luk 7:44 | Mijn voeten met tranen nat gemaakt, en met het haar van haar 461 Luk 11:40 | Die het buitenste heeft gemaakt, heeft Hij ook niet het 462 Luk 11:40 | Hij ook niet het binnenste gemaakt? ~ 463 Luk 14:34 | waarmede zal het smakelijk gemaakt worden? ~ 464 Luk 19:46 | een kuil der moordenaren gemaakt. ~ 465 Joha 1:3 | dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen 466 Joha 1:3 | zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. ~ 467 Joha 1:3 | is geen ding gemaakt, dat gemaakt is. ~ 468 Joha 1:10| en de wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem 469 Joha 2:15| En een gesel van touwtjes gemaakt hebbende, dreef Hij ze allen 470 Joha 4:46| waar Hij het water wijn gemaakt had. En er was een zeker 471 Joha 5:11| antwoordde hun: Die mij gezond gemaakt heeft, Die heeft mij gezegd: 472 Joha 5:13| 13 En die gezond gemaakt was, wist niet, Wie Hij 473 Joha 5:15| Jezus was, Die hem gezond gemaakt had. ~ 474 Joha 7:23| een gehelen mens gezond gemaakt heb op den sabbat? ~ 475 Joha 9:22| alrede te zamen een besluit gemaakt, zo iemand Hem beleed Christus 476 Joha 15:15| heb, dat heb Ik u bekend gemaakt. ~ 477 Joha 17:26| Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem bekend maken; 478 Joha 18:18| hebbende een kolenvuur gemaakt, omdat het koud was, en 479 Joha 19:7 | heeft Zichzelven Gods Zoon gemaakt. ~ 480 Hand 1:1 | 1 Het eerste boek heb ik gemaakt, o Theofilus, van al hetgeen 481 Hand 2:28| wegen des levens bekend gemaakt; Gij zult mij vervullen 482 Hand 2:36| tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, 483 Hand 3:11| de kreupele, die gezond gemaakt was, aan Petrus en Johannes 484 Hand 4:24| Heere! Gij zijt de God, Die gemaakt hebt den hemel, en de aarde, 485 Hand 8:15| tot den levenden God, Die gemaakt heeft den hemel, en de aarde, 486 Hand 8:21| verkondigd en vele discipelen gemaakt hadden, keerden zij weder 487 Hand 9:9 | En heeft geen onderscheid gemaakt tussen ons en hen, gereinigd 488 Hand 9:24| en uw zielen wankelende gemaakt, zeggende, dat gij moet 489 Hand 11:24| 24 De God, Die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin 490 Hand 11:24| niet in tempelen met handen gemaakt; ~ 491 Hand 11:26| ganse geslacht der mensen gemaakt, om op den gehelen aardbodem 492 Hand 13:17| den Heere Jezus werd groot gemaakt. ~ 493 Hand 13:26| goden zijn, die met handen gemaakt worden. ~ 494 Rom 6:18 | zijnde van de zonde, zijt gemaakt dienstknechten der gerechtigheid. ~ 495 Rom 6:22 | zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde, hebt gij uw vrucht 496 Rom 9:20 | maaksel tot dengene, die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt 497 Rom 9:20 | Waarom hebt gij mij alzo gemaakt? ~ 498 Rom 9:29 | geworden, en Gomorra gelijk gemaakt geweest. ~ 499 Rom 16:26 | al de heidenen bekend is gemaakt; ~ 500 1Kor 1:11| Want mij is van u bekend gemaakt, mijn broeders, door die


1-500 | 501-549

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License