1-500 | 501-548
Book Chapter: Verse
501 Hand 14:26| 26 Daarom betuig ik ulieden
502 Hand 15:26| 26 Toen nam Paulus de mannen
503 Hand 16:26| 26 Als nu de hoofdman over
504 Hand 17:26| 26 Claudius Lysias aan den
505 Hand 18:26| 26 En tegelijk ook hopende,
506 Hand 19:26| 26 Van welken ik niets zekers
507 Hand 20 | 26 ~
508 Hand 20:26| 26 Want de koning weet van
509 Hand 21:26| 26 Doch wij moeten op een zeker
510 Hand 22:26| 26 Zeggende: Ga heen tot dit
511 Rom 1:26 | 26 Daarom heeft God hen overgegeven
512 Rom 2:26 | 26 Indien dan de voorhuid de
513 Rom 3:26 | 26 Tot een betoning van Zijn
514 Rom 7:26 | 26 Zo dan, ik zelf dien wel
515 Rom 8:26 | 26 En desgelijks komt ook de
516 Rom 9:26 | 26 En het zal zijn, in de plaats,
517 Rom 11:26 | 26 En alzo zal geheel Israel
518 Rom 15:26 | 26 Want het heeft dien van
519 Rom 16:26 | 26 Maar nu geopenbaard is,
520 1Kor 1:26| 26 Want gij ziet uw roeping,
521 1Kor 7:26| 26 Ik houde dan dit goed te
522 1Kor 9:26| 26 Ik loop dan alzo, niet als
523 1Kor 10:26| 26 Want de aarde is des Heeren,
524 1Kor 11:26| 26 Want zo dikwijls als gij
525 1Kor 12:26| 26 En hetzij dat een lid lijdt,
526 1Kor 14:26| 26 Wat is het dan, broeders?
527 1Kor 15:26| 26 De laatste vijand, die te
528 2Kor 11:26| 26 In het reizen menigmaal
529 Gal 3:26 | 26 Want gij zijt allen kinderen
530 Gal 4:26 | 26 Maar Jeruzalem, dat boven
531 Gal 5:26 | 26 Laat ons niet zijn zoekers
532 Efez 4:26| 26 Wordt toornig, en zondigt
533 Efez 5:26| 26 Opdat Hij haar heiligen
534 Fili 1:26| 26 Opdat uw roem in Christus
535 Fili 2:26| 26 Dewijl hij zeer begerig
536 Kol 1:26 | 26 Namelijk de verborgenheid,
537 1The 5:26| 26 Groet al de broeders met
538 2Tim 2:26| 26 En zij wederom ontwaken
539 Heb 7:26 | 26 Want zodanig een Hogepriester
540 Heb 9:26 | 26 (Anders had Hij dikwijls
541 Heb 10:26 | 26 Want zo wij willens zondigen,
542 Heb 11:26 | 26 Achtende de versmaadheid
543 Heb 12:26 | 26 Wiens stem toen de aarde
544 Jako 1:26| 26 Indien iemand onder u dunkt,
545 Jako 2:26| 26 Want gelijk het lichaam
546 1Joh 2:26| 26 Dit heb ik u geschreven
547 Open 2:26| 26 En die overwint, en die
548 Open 21:26| 26 En zij zullen de heerlijkheid
1-500 | 501-548 |