Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
tenzij 32
tenzondoffer 1
tepelen 3
ter 523
terafim 12
terah 11
terdege 1
Frequency    [«  »]
529 mensen
527 stem
526 uwer
523 ter
521 27
517 duizend
516 jaren

Bijbel

IntraText - Concordances

ter

1-500 | 501-523

    Book Chapter: Verse
1 Gen 4:23 | vrouwen van Lamech! neemt ter ore mijn rede! Voorwaar, 2 Gen 12:6 | de Kanaanieten waren toen ter tijd in dat land. ~ 3 Gen 12:17 | grote plagen, ook zijn huis, ter oorzake van Sarai, Abrams 4 Gen 13:9 | linkerhand kiest, zo zal ik ter rechterhand gaan; en zo 5 Gen 13:9 | de rechterhand, zo zal ik ter linkerhand gaan. ~ 6 Gen 14:15 | tot Hoba toe, hetwelk is ter linkerhand van Damaskus. ~ 7 Gen 17:2 | deur der tent, en boog zich ter aarde. ~ 8 Gen 17:14 | HEERE te wonderlijk zijn? Ter gezetter tijd zal Ik tot 9 Gen 18:1 | zich met het aangezicht ter aarde. ~ 10 Gen 19:12 | moeder dochter; en zij is mij ter vrouwe geworden. ~ 11 Gen 19:18 | Abimelech ganselijk toegesloten, ter oorzake van Sara, Abrahams 12 Gen 20:2 | een zoon in zijn ouderdom, ter gezetter tijd, dien hem 13 Gen 20:11 | kwaad in Abrahams ogen, ter oorzake van zijn zoon. ~ 14 Gen 20:17 | des jongens stem gehoord, ter plaatse, waar hij is. ~ 15 Gen 20:22 | 22 Voorts geschiedde het ter zelfder tijd, dat Abimelech, 16 Gen 20:25 | Abraham berispte Abimelech ter oorzake van een waterput, 17 Gen 21:9 | 9 En zij kwamen ter plaatse, die hem God gezegd 18 Gen 22:10 | Heths, van al degenen, die ter poorte zijner stad ingingen, 19 Gen 23:49 | te kennen, opdat ik mij ter rechterhand of ter linkerhand 20 Gen 23:49 | ik mij ter rechterhand of ter linkerhand wende. ~ 21 Gen 23:52 | hoorde, zo boog hij zich ter aarde voor den HEERE. ~ 22 Gen 23:67 | Rebekka, en zij werd hem ter vrouw, en hij had haar lief. 23 Gen 23:87 | Laban, den Syrier, zich ter vrouw nam. ~ 24 Gen 30:3 | hij boog zich zeven malen ter aarde, totdat hij bij zijn 25 Gen 31:15 | Doch hierin zullen wij u ter wille zijn, zo gij wordt 26 Gen 31:22 | hierin zullen deze mannen ons ter wille zijn, dat zij met 27 Gen 31:24 | Sichem, zijn zoon, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen; 28 Gen 31:24 | mannelijk was, allen, die ter zijner stadspoort uitgingen. ~ 29 Gen 34:10 | broeders, om ons voor u ter aarde te buigen? ~ 30 Gen 35:14 | geworden was, en zij hem niet ter vrouw was gegeven. ~ 31 Gen 36:20 | hem in het gevangenhuis, ter plaatse, waar des konings 32 Gen 36:26 | trawanten, in het gevangenhuis, ter plaatse, waar Jozef gevangen 33 Gen 38:6 | hem, met de aangezichten ter aarde. ~ 34 Gen 39:18 | gebracht werden, en zeiden: Ter oorzake van het geld, dat 35 Gen 39:26 | zij bogen zich voor hem ter aarde. ~ 36 Gen 40:4 | 4 Zij zijn ter stad uitgegaan; zij waren 37 Gen 40:14 | voor zijn aangezicht neder ter aarde. ~ 38 Gen 44:12 | voor zijn aangezicht neder ter aarde. ~ 39 Exo 4:3 | 3 En Hij zeide: Werp hem ter aarde. En hij wierp hem 40 Exo 4:3 | aarde. En hij wierp hem ter aarde! Toen werd hij tot 41 Exo 4:10 | Heere! ik ben geen man wel ter tale, noch van gisteren, 42 Exo 8:12 | Mozes riep tot den HEERE, ter oorzake der vorsen, die 43 Exo 9:29 | Mozes tot hem: Wanneer ik ter stad uitgegaan zal zijn, 44 Exo 9:33 | Zo ging Mozes van Farao ter stad uit, en breidde zijn 45 Exo 12:14 | deze dag zal ulieden wezen ter gedachtenis, en gij zult 46 Exo 12:29 | 29 En het geschiedde ter middernacht, dat de HEERE 47 Exo 13:10 | onderhoudt deze inzetting ter bestemder tijd, van jaar 48 Exo 15:17 | op den berg Uwer erfenis, ter plaatse, welke Gij, o HEERE! 49 Exo 17:14 | HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, 50 Exo 22:16 | bruidschat geven, dat zij hem ter vrouwe zij. ~ 51 Exo 23:15 | gelijk Ik u geboden heb), ter bestemder tijd in de maand 52 Exo 25:6 | den luchter, specerijen ter zalfolie, en tot roking 53 Exo 28:12 | efods zetten, zijnde stenen ter gedachtenis voor de kinderen 54 Exo 28:12 | beide schouders dragen, ter gedachtenis, voor het aangezicht 55 Exo 28:29 | in het heilige zal gaan, ter gedachtenis voor het aangezicht 56 Exo 30:16 | zal den kinderen Israels ter gedachtenis zijn, voor het 57 Exo 34:31 | zich en neigde het hoofd ter aarde, en hij boog zich. ~ 58 Exo 34:41 | gelijk Ik u geboden heb, ter gezetter tijd der maand 59 Exo 35:8 | den luchter, en specerijen ter zalfolie, en tot roking 60 Lev 6:2 | in bewaring gegeven, of ter hand gesteld was, of van 61 Lev 14:21 | een lam ten schuldoffer, ter beweging nemen, om voor 62 Lev 18:20 | bij uws naasten huisvrouw ter bezading, om met haar onrein 63 Lev 19:23 | zult zijn, en alle geboomte ter spijze geplant zult hebben, 64 Lev 19:24 | vrucht een heilig ding zijn, ter lofzegging voor den HEERE. ~ 65 Lev 19:29 | dochter niet ontheiligen, haar ter hoererij houdende; opdat 66 Num 4:27 | zonen; en gijlieden zult hun ter bewaring al hun last bevelen. ~ 67 Num 7:10 | En de oversten offerden ter inwijding des altaars, op 68 Num 7:11 | zijn offerande offeren, ter inwijding des altaars. ~ 69 Num 10:10 | dankofferen; en zij zullen u ter gedachtenis zijn voor het 70 Num 12:1 | en Aaron, tegen Mozes, ter oorzake der vrouw, der Cuschietische, 71 Num 12:1 | hij had een Cuschietische ter vrouw genomen. ~ 72 Num 13:24 | noemde men het dal Eskol, ter oorzake van den tros, dien 73 Num 15:15 | verkeert, enerlei inzetting: ter eeuwige inzetting bij uw 74 Num 16:30 | hunner is, en zij levend ter helle zullen nedervaren; 75 Num 16:33 | alles wat hunner was, levend ter helle; en de aarde overdekte 76 Num 16:40 | 40 Ter nagedachtenis voor de kinderen 77 Num 18:34 | Ik alle tienden in Israel ter erfenis gegeven, voor hun 78 Num 19:21 | Ik alle tienden in Israel ter erfenis gegeven, voor hun 79 Num 20:17 | wij zullen niet afwijken ter rechterhand noch ter linkerhand, 80 Num 20:17 | afwijken ter rechterhand noch ter linkerhand, totdat wij door 81 Num 22:26 | geen weg was om te wijken ter rechterhand noch ter linkerhand. ~ 82 Num 22:26 | wijken ter rechterhand noch ter linkerhand. ~ 83 Num 26:53 | het land uitgedeeld worden ter erfenis, naar het getal 84 Num 31:54 | de tent der samenkomst, ter gedachtenis voor de kinderen 85 Num 31:75 | Israel, en dit land zal u ter bezitting zijn voor het 86 Num 31:82 | gij hun het land Gilead ter bezitting geven. ~ 87 Num 33:2 | zal dit land zijn, dat u ter erfenis vallen zal, het 88 Num 35:8 | stammen der kinderen Israels, ter vrouw worden aan een van 89 Deu 1:9 | 9 En ik sprak ter zelfder tijd tot u, zeggende: 90 Deu 1:16 | En ik gebood uw rechters ter zelfder tijd, zeggende: 91 Deu 2:5 | heb Ezau het gebergte Seir ter erfenis gegeven. ~ 92 Deu 2:9 | Ik aan Lots kinderen Ar ter erfenis gegeven heb. ~ 93 Deu 2:19 | Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb. ~ 94 Deu 2:27 | voorttrekken; ik zal noch ter rechterhand noch ter linkerhand 95 Deu 2:27 | noch ter rechterhand noch ter linkerhand uitwijken. ~ 96 Deu 3:18 | Voorts gebood ik ulieden ter zelfder tijd, zeggende: 97 Deu 3:21 | 21 Ook gebood ik Jozua ter zelfder tijd, zeggende: 98 Deu 3:23 | HEERE om genade, zeggende ter zelfder tijd: ~ 99 Deu 4:14 | Ook gebood mij de HEERE ter zelver tijd, dat ik u inzettingen 100 Deu 4:21 | dat de HEERE, uw God, u ter erfenis geven zal. ~ 101 Deu 4:38 | dat Hij u hunlieder land ter erfenis gave, als het te 102 Deu 5:32 | heeft; en wijkt niet af ter rechterhand, noch ter linkerhand. ~ 103 Deu 5:32 | af ter rechterhand, noch ter linkerhand. ~ 104 Deu 9:20 | verdelgen; doch ik bad ook ter zelver tijd voor Aaron. ~ 105 Deu 10:1 | 1 Ter zelver tijd zeide de HEERE 106 Deu 10:8 | 8 Ter zelver tijd scheidde de 107 Deu 13:8 | 8 Zo zult gij hem niet ter wille zijn, en naar hem 108 Deu 14:23 | aangezicht des HEEREN, uws Gods, ter plaatse, die Hij verkiezen 109 Deu 16:6 | avond, als de zon ondergaat, ter bestemder tijd van uw uittrekken 110 Deu 17:11 | zij u zullen aanzeggen, ter rechterhand of ter linkerhand. ~ 111 Deu 17:11 | aanzeggen, ter rechterhand of ter linkerhand. ~ 112 Deu 17:20 | niet afwijke van het gebod, ter rechterhand of ter linkerhand; 113 Deu 17:20 | gebod, ter rechterhand of ter linkerhand; opdat hij de 114 Deu 20:20 | zult, dat het geen geboomte ter spijze is, dat zult gij 115 Deu 21:11 | zult hebben, dat gij ze u ter vrouwe neemt; ~ 116 Deu 21:13 | haar man zijn, en zij zal u ter vrouwe zijn. ~ 117 Deu 22:19 | Israel; voorts zal zij hem ter vrouwe zijn, hij zal haar 118 Deu 22:24 | sterven; de jonge dochter, ter oorzake, dat zij niet geroepen 119 Deu 22:24 | in de stad, en den man, ter oorzake dat hij zijns naasten 120 Deu 22:29 | zilverlingen geven, en zij zal hem ter vrouwe zijn, omdat hij haar 121 Deu 23:4 | 4 Ter oorzake dat zij ulieden 122 Deu 24:2 | henengaan en een anderen man ter vrouwe worden, ~ 123 Deu 24:4 | wedernemen, dat zij hem ter vrouwe zij, nadat zij is 124 Deu 25:5 | ingaan en nemen haar zich ter vrouw, en doen haar den 125 Deu 28:14 | ik ulieden heden gebiede, ter rechterhand of ter linkerhand, 126 Deu 28:14 | gebiede, ter rechterhand of ter linkerhand, dat gij andere 127 Deu 30:1 | heb; zo zult gij het weder ter harte nemen, onder alle 128 Deu 31:17 | van hen verbergen, dat zij ter spijze zijn, en vele kwaden 129 Joz 1:7 | heeft, en wijk daarvan niet, ter rechter hand noch ter linkerhand, 130 Joz 1:7 | niet, ter rechter hand noch ter linkerhand, opdat gij verstandelijk 131 Joz 3:16 | van de stad Adam af, die ter zijde van Sarthan ligt en 132 Joz 4:7 | stenen den kinderen Israels ter gedachtenis zijn tot in 133 Joz 4:9 | op, midden in de Jordaan, ter standplaats van de voeten 134 Joz 5:14 | Jozua op zijn aangezicht ter aarde en aanbad, en zeide 135 Joz 6:26 | 26 En ter zelver tijd bezwoer hen 136 Joz 7:6 | viel op zijn aangezicht ter aarde, voor de ark des HEEREN, 137 Joz 8:14 | strijde, hij en al zijn volk, ter bestemder tijd, voor het 138 Joz 8:28 | haar tot een eeuwigen hoop, ter verwoesting, tot op dezen 139 Joz 11:10 | 10 En Jozua keerde weder ter zelver tijd, en hij nam 140 Joz 12:9 | een; de koning van Ai, die ter zijde van Beth-El is, een; ~ 141 Joz 14:6 | gesproken heeft te Kades-Barnea, ter oorzake van mij, en ter 142 Joz 14:6 | ter oorzake van mij, en ter oorzake van u. ~ 143 Joz 17:7 | is; en deze landpale gaat ter rechterhand tot aan de inwoners 144 Joz 18:18 | 18 En gaat door ter zijde tegenover Araba naar 145 Joz 19:27 | Nehiel, en komt uit tot Kabul ter linkerhand; ~ 146 Joz 24:6 | gij daarvan niet afwijkt ter rechter hand noch ter linkerhand; ~ 147 Joz 24:6 | afwijkt ter rechter hand noch ter linkerhand; ~ 148 Joz 25:32 | aan de kinderen van Jozef ter erfenis geworden. ~ 149 Ric 3:25 | ziet, hunlieder heer lag ter aarde dood. ~ 150 Ric 4:27 | Hoort, gij koningen, neemt ter oren, gij vorsten! Ik, den 151 Ric 5:7 | Israels tot den HEERE riepen, ter oorzake van de Midianieten; ~ 152 Ric 9:14 | laten die u verlossen, ter tijd uwer benauwdheid. ~ 153 Ric 12:20 | zij op hun aangezichten ter aarde. ~ 154 Ric 15:3 | middernacht toe; toen stond hij op ter middernacht, en hij greep 155 Ric 17:1 | van Israel niet genoegzaam ter erfenis toegevallen. ~ 156 Ric 19:21 | Gibea, en zij vernielden ter aarde op dien dag van Israel 157 Ric 19:22 | beschikten de strijd wederom ter plaatse, waar zij dien des 158 Ric 19:25 | achttien duizend man neder ter aarde; die allen trokken 159 Ric 20:1 | dochter aan de Benjaminieten ter vrouwe geven. ~ 160 Ric 20:14 | kwamen de Benjaminieten ter zelfder tijd weder; en zij 161 Rut 2:10 | aangezicht, en boog zich ter aarde, en zij zeide tot 162 Rut 4:13 | Boaz Ruth, en zij werd hem ter vrouwe, en hij ging tot 163 1Sa 2:6 | en maakt levend; Hij doet ter helle nederdalen, en Hij 164 1Sa 4:20 | antwoordde niet, en nam het niet ter harte. ~ 165 1Sa 5:3 | Dagon op zijn aangezicht ter aarde gevallen voor de ark 166 1Sa 5:4 | Dagon lag op zijn aangezicht ter aarde gevallen voor de ark 167 1Sa 6:12 | loeiende, en weken noch ter rechter hand noch ter linkerhand; 168 1Sa 6:12 | noch ter rechter hand noch ter linkerhand; en de vorsten 169 1Sa 9:24 | voor u, eet, want het is ter bestemder tijd voor u bewaard, 170 1Sa 17:17 | tien broden, en breng ze ter loops in het leger tot uw 171 1Sa 17:22 | bewaarder der vaten, en hij liep ter slagorde; en hij kwam en 172 1Sa 17:49 | viel op zijn aangezicht ter aarde. ~ 173 1Sa 18:19 | Adriel, den Meholathiet, ter vrouw gegeven. ~ 174 1Sa 18:27 | hem zijn dochter Michal ter vrouw. ~ 175 1Sa 20:20 | 20 Zo zal ik drie pijlen ter zijde schieten, als of ik 176 1Sa 20:41 | viel op zijn aangezicht ter aarde, en hij boog zich 177 1Sa 24:9 | zich met het aangezicht ter aarde en neigde zich. ~ 178 1Sa 25:23 | aangezicht, en zij boog zich ter aarde. ~ 179 1Sa 25:39 | spreken, dat hij ze zich ter vrouwe nam. ~ 180 1Sa 25:40 | gezonden, dat hij zich u ter vrouwe neme. ~ 181 1Sa 25:41 | zich met het aangezicht ter aarde, en zij zeide: Ziet, 182 1Sa 25:42 | David na, en zij werd hem ter huisvrouw. ~ 183 1Sa 26:8 | met de spies op eenmaal ter aarde slaan, en ik zal het 184 1Sa 28:14 | zich met het aangezicht ter aarde, en hij boog zich. ~ 185 1Sa 28:20 | Toen viel Saul haastelijk ter aarde, zo lang als hij was, 186 2Sa 1:2 | David kwam, zo viel hij ter aarde en boog zich neder. ~ 187 2Sa 2:19 | niet, om van achter Abner ter rechterhand of ter linkerhand 188 2Sa 2:19 | Abner ter rechterhand of ter linkerhand af te gaan. ~ 189 2Sa 2:22 | achter mij; waarom zal ik u ter aarde slaan? Hoe zou ik 190 2Sa 3:27 | kwam, zo leidde Joab hem ter zijde af in het midden der 191 2Sa 8:2 | met een snoer, doende hen ter aarde nederliggen; en hij 192 2Sa 11:1 | wederkomst van het jaar, ter tijde als de koningen uittrekken, 193 2Sa 11:27 | zijn huis; en zij werd hem ter vrouwe, en baarde hem een 194 2Sa 12:9 | zijn huisvrouw hebt gij u ter vrouwe genomen; en hem hebt 195 2Sa 12:10 | genomen hebt, dat zij u ter vrouwe zij. ~ 196 2Sa 13:22 | maar Absalom haatte Amnon, ter oorzake dat hij zijn zuster 197 2Sa 13:31 | klederen, en legde zich neder ter aarde; desgelijks stonden 198 2Sa 14:4 | als zij op haar aangezicht ter aarde was gevallen, en zich 199 2Sa 14:14 | en wezen als water, dat, ter aarde uitgestort zijnde, 200 2Sa 14:19 | heer koning, indien iemand ter rechter- of ter linkerhand 201 2Sa 14:19 | indien iemand ter rechter- of ter linkerhand zou kunnen afwijken 202 2Sa 14:22 | Joab op zijn aangezicht ter aarde, en boog zich, en 203 2Sa 14:33 | voor hem op zijn aangezicht ter aarde, voor des konings 204 2Sa 18:3 | dat gij ons uit de stad ter hulpe zijt. ~ 205 2Sa 18:11 | hebt gij hem niet aldaar ter aarde geslagen, alzo het 206 2Sa 18:28 | koning met het aangezicht ter aarde, en hij zeide: Geloofd 207 2Sa 19:19 | dat het de koning zich ter harte zoude nemen. ~ 208 2Sa 20:10 | hij stortte zijn ingewand ter aarde uit, en hij sloeg 209 2Sa 23:7 | met vuur verbrand worden ter zelver plaats. ~ 210 2Sa 24:5 | legerden zich bij Aroer, ter rechterhand der stad, die 211 2Sa 24:20 | koning met zijn aangezicht ter aarde. ~ 212 1Kon 1:23| koning op zijn aangezicht ter aarde. ~ 213 1Kon 1:31| Bathseba met het aangezicht ter aarde, en boog zich neder 214 1Kon 2:17| Abisag, de Sunamietische, ter vrouwe geve. ~ 215 1Kon 2:21| aan Adonia, uw broeder, ter vrouwe gegeven worden. ~ 216 1Kon 3:20| 20 En zij stond ter middernacht op, en nam mijn 217 1Kon 4:15| Salomo's dochter, Basmath, ter vrouwe. ~ 218 1Kon 7:30| deze gegoten schouderen ter zijde van ieders bijvoegselen. ~ 219 1Kon 8:13| immers een huis gebouwd, U ter woonstede, een vaste plaats 220 1Kon 13:22| gegeten en water gedronken ter plaatse, waarvan Hij tot 221 1Kon 14:6 | voeten hoorde, toen zij ter deure inkwam, dat hij zeide: 222 1Kon 16:31| van Nebat?), dat hij nog ter vrouwe nam Izebel, de dochter 223 1Kon 18:42| breidde zich uit voorwaarts ter aarde; daarna legde hij 224 2Kon 2:15| bogen zich voor hem neder ter aarde. ~ 225 2Kon 3:6 | Zo toog de koning Joram ter zelfder tijd uit Samaria, 226 2Kon 4:37| zijn voeten, en boog zich ter aarde, en zij nam haar zoon 227 2Kon 8:18| dochter van Achab was hem ter vrouw geworden; en hij deed 228 2Kon 9:31| 31 Toen nu Jehu ter poorte inkwam, zeide zij: 229 2Kon 12:9 | zette die bij het altaar ter rechterhand, als iemand 230 2Kon 13:9 | zette die bij het altaar ter rechterhand, als iemand 231 2Kon 15:9 | Geef uw dochter mijn zoon ter vrouw; maar het gedierte 232 2Kon 24:2 | vader David, en week niet af ter rechterhand noch ter linkerhand. ~ 233 2Kon 24:2 | af ter rechterhand noch ter linkerhand. ~ 234 2Kon 25:13| Jeruzalem waren, dewelke waren ter rechterhand van de berg 235 1Kro 15:12| Gods van Israel, opbrengt, ter plaatse, die ik voor haar 236 1Kro 22:17| maar niet tegen Uw volk ter plage. ~ 237 1Kro 22:21| David, met het aangezicht ter aarde. ~ 238 1Kro 22:28| 28 Ter zelfder tijd, toen David 239 2Kro 1:4 | Kirjath-Jearim opgebracht, ter plaatse, die David voor 240 2Kro 3:17| voor aan den tempel, een ter rechterhand, en een ter 241 2Kro 3:17| ter rechterhand, en een ter linkerhand; en hij noemde 242 2Kro 4:6 | wasvaten, en stelde vijf ter rechter hand en vijf ter 243 2Kro 4:6 | ter rechter hand en vijf ter linkerhand, om daarin te 244 2Kro 7:2 | 2 En ik heb U een huis ter woonstede gebouwd, en een 245 2Kro 8:3 | zij met hun aangezichten ter aarde op den vloer, en aanbaden 246 2Kro 8:8 | 8 Salomo hield ook ter zelfder tijd het feest zeven 247 2Kro 12:18| Jerimoth, den zoon van David, ter vrouwe Abihail, de dochter 248 2Kro 17:10| Asa enigen uit het volk ter zelfder tijd. ~ 249 2Kro 19:34| avond toe; en hij stierf ter tijd, als de zon onderging. ~  ~  ~  250 2Kro 21:18| Josafat met het aangezicht ter aarde; en gans Juda en de 251 2Kro 21:22| 22 Ter tijd nu, als aanhieven met 252 2Kro 22:10| tot op dezen dag; toen ter zelfder tijd viel Libna 253 2Kro 22:30| tot op dezen dag; toen ter zelfder tijd viel Libna 254 2Kro 24:11| 11 Het geschiedde nu ter tijd, als hij de kist, naar 255 2Kro 25:18| Geef uw dochter mijn zoon ter vrouw; maar het gedierte 256 2Kro 28:16| 16 Ter zelfder tijd zond de koning 257 2Kro 28:22| 22 Ja, ter tijd, als men hem benauwde, 258 2Kro 29:8 | Hij heeft hen overgegeven ter beroering, ter verwoesting 259 2Kro 29:8 | overgegeven ter beroering, ter verwoesting en ter aanfluiting, 260 2Kro 29:8 | beroering, ter verwoesting en ter aanfluiting, gelijk als 261 2Kro 34:2 | vader David, en week niet af ter rechter hand, noch ter linkerhand. ~ 262 2Kro 34:2 | af ter rechter hand, noch ter linkerhand. ~ 263 2Kro 35:17| werden, hielden het pascha ter zelfder tijd, en het feest 264 2Kro 36:17| werden, hielden het pascha ter zelfder tijd, en het feest 265 Ezra 6:3 | huis zal gebouwd worden, ter plaatse, waar zij offeranden 266 Ezra 6:12| heeft doen wonen, werpe ter neder alle koningen en volken, 267 Ezra 6:17| 17 En zij offerden, ter inwijding van dit huis Gods, 268 Ezra 7:26| recht worden gedaan, hetzij ter dood, of tot uitbanning, 269 Ezra 8:34| en het ganse gewicht werd ter zelfder tijd opgeschreven. ~ 270 Ezra 9:15| want wij zijn overgelaten ter ontkoming, als het is te 271 Neh 4:20 | 20 Ter plaatse, waar gij het geluid 272 Neh 4:22 | opdat zij ons des nachts ter wacht zijn, en des daags 273 Neh 8:7 | HEERE, met de aangezichten ter aarde. ~ 274 Neh 12:31 | dankkoren en omgangen, een ter rechterhand op den muur, 275 Est 7 | Mordechai, (die hij zich ter dochter genomen had) naakte, 276 Est 49:2 | konings schrijvers geroepen, ter zelfder tijd, in de derde 277 Est 49:10 | alle en een iedere stad, ter plaatse, waar des konings 278 Est 52:6 | veertienden dag der maand Adar ter vreugde en maaltijden, en 279 Job 6:18 | gangen haars wegs wenden zich ter zijde af; zij lopen op in 280 Job 9:16 | geloven, dat Hij mijn stem ter ore genomen heeft. ~ 281 Job 23:9 | 9 Als Hij ter linkerhand werkt, zo aanschouw 282 Job 23:9 | Hem niet; bedekt Hij Zich ter rechterhand, zo zie ik Hem 283 Job 30:12 | 12 Ter rechterhand staat de jeugd 284 Job 30:23 | Want ik weet, dat Gij mij ter dood brengen zult, en tot 285 Job 31:34 | ik gewezen zou hebben, en ter deure niet uitgegaan zijn. ~ 286 Job 33:1 | en neem al mijn woorden ter ore. ~ 287 Job 34:20 | ogenblik sterven zij; zelfs ter middernacht wordt een volk 288 Job 36:10 | openbaart het voor hunlieder oor ter tucht, en zegt, dat zij 289 Job 36:47 | 14 Neem dit, o Job, ter ore; sta, en aanmerk de 290 Job 38:2 | en in den kuil zitten, ter loering? ~ 291 Psa 4:8 | mijn hart gegeven, meer dan ter tijd, als hun koren en hun 292 Psa 5:2 | HEERE, neem mijn redenen ter ore; versta mijn overdenking. 293 Psa 7:6 | en vertrede mijn leven ter aarde, en doe mijn eer in 294 Psa 17:1 | merk op mijn geschrei, neem ter ore mijn gebed, met onbedriegelijke 295 Psa 17:11 | zij zetten hun ogen op ons ter aarde nederbukkende. ~ 296 Psa 21:10 | zetten als een vurige oven ter tijd uws toornigen aangezichts; 297 Psa 30:5 | gunstgenoten! en zegt lof ter gedachtenis Zijner heiligheid. ~ 298 Psa 33:17 | 17 Het paard feilt ter overwinning, en bevrijdt 299 Psa 34:17 | 17 Het paard feilt ter overwinning, en bevrijdt 300 Psa 38:39 | van den HEERE; hun Sterkte ter tijd van benauwdheid. ~ 301 Psa 40:13 | gebed, en neem mijn geroep ter ore; zwijg niet tot mijn 302 Psa 44:12 | geeft ons over als schapen ter spijze, en Gij verstrooit 303 Psa 44:27 | 27 Sta op, ons ter hulp, en verlos ons om Uwer 304 Psa 49:2 | alle gij volken! neemt ter ore, alle inwoners der wereld, ~ 305 Psa 55:2 | 2 O God! neem mijn gebed ter oren, en verberg U niet 306 Psa 55:16 | overvalle, dat zij als levend ter helle nederdalen; want boosheden 307 Psa 55:24 | bedrogs zullen hun dagen niet ter helft brengen; ik, daarentegen, 308 Psa 74:7 | heiligdommen in het vuur gezet; ter aarde toe hebben zij de 309 Psa 78:1 | mijn volk! neem mijn leer ter oren; neigt ulieder oor 310 Psa 79:9 | ons, o God onzes heils! ter oorzake van de eer Uws Naams; 311 Psa 80:2 | 2 O Herder Israels! neem ter ore, Die Jozef als schapen 312 Psa 81:4 | bazuin in de nieuwe maan, ter bestemder tijd, op onzen 313 Psa 84:9 | hoor mijn gebed; neem het ter oren, o God van Jakob! Sela. ~ 314 Psa 86:6 | 6 HEERE! neem mijn gebed ter ore, en merk op de stem 315 Psa 89:45 | en Gij hebt zijn troon ter aarde nedergestoten. ~ 316 Psa 97:12 | den HEERE, en spreekt lof ter gedachtenis Zijner heiligheid. ~  ~ 317 Psa 102:24 | heeft mijn kracht op den weg ter nedergedrukt; mijn dagen 318 Psa 104:8 | rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen 319 Psa 107:4 | wildernis, die geen stad ter woning vonden; ~ 320 Psa 107:7 | om te gaan tot een stad ter woning. ~ 321 Psa 107:23 | 23 Die met schepen ter zee afvaren, handel doende 322 Psa 107:36 | en zij stichten een stad ter woning; ~ 323 Psa 109:31 | Hij zal den nooddruftige ter rechterhand staan, om hem 324 Psa 118:18 | gekastijd; maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven. ~ 325 Psa 119:54 | zijn mij gezangen geweest, ter plaatse mijner vreemdelingschappen. ~ 326 Psa 140:7 | Gij zijt mijn God; neem ter ore, o HEERE! de stem mijner 327 Psa 141:1 | tot mij; neem mijn stem ter ore, als ik tot U roep. ~ 328 Psa 142:5 | 5Ik zag uit ter rechterhand, en ziet, zo 329 Psa 143:3 | hij vertreedt mijn leven ter aarde; hij legt mij in duisternissen, 330 Spre 4:27| 27      Wijk niet ter rechter hand of ter linkerhand, 331 Spre 4:27| niet ter rechter hand of ter linkerhand, wend uw voet 332 Spre 7:22| achterna, gelijk een os ter slachting gaat, en gelijk 333 Spre 8:2 | hoge plaatsen, aan den weg, ter plaatse, waar paden zijn, 334 Spre 10:16| inkomst des goddelozen is ter zonde. ~ 335 Spre 24:11| 11      Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want 336 Spre 24:11| zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt. ~ 337 Spre 24:32| aanschouwde, nam ik het ter harte; ik zag het, en nam 338 Pred 3:16| ook gezien onder de zon, ter plaatse des gerichts, aldaar 339 Pred 3:16| aldaar was goddeloosheid; en ter plaatse der gerechtigheid, 340 Pred 7:14| een tegenover den ander, ter oorzake dat de mens niet 341 Pred 9:12| kinderen der mensen verstrikt, ter bozer tijd, wanneer derzelve 342 Pred 10:17| edelen is, en welks vorsten ter rechter tijd eten, tot sterkte 343 Jes 1:2 | Hoort, gij hemelen! en neem ter ore, gij aarde! want de 344 Jes 1:10 | oversten van Sodom! neemt ter ore de wet onzes Gods, gij 345 Jes 3:3 | werkmeesters, en dien, die kloek ter tale is. ~ 346 Jes 8:9 | wordt verbroken; en neemt ter ore, allen gij, die in verre 347 Jes 9:19 | 19      Zo hij ter rechterhand snijdt, zal 348 Jes 9:19 | toch hongeren, en zo hij ter linkerhand eet, zal hij 349 Jes 10:6 | plundering, en stelle het      ter vertreding, gelijk het slijk 350 Jes 14:12 | dageraads! hoe zijt gij ter aarde nedergehouwen, gij, 351 Jes 16:5 | recht zoekt, en vaardig is ter      gerechtigheid. ~ 352 Jes 20:2 | 2   Ter zelfder tijd sprak de HEERE, 353 Jes 22:7 | gewisselijk zullen zetten ter poorten aan. ~ 354 Jes 25:12 | vernederen, ja, Hij zal ze ter aarde tot het stof toe doen 355 Jes 28:2 | overvloeien, zal Hij ze ter aarde      nederwerpen met 356 Jes 28:23 | 23      Neemt ter ore en hoort mijn stem, 357 Jes 30:21 | als gij zoudt afwijken ter rechterhand of ter linkerhand. ~ 358 Jes 30:21 | afwijken ter rechterhand of ter linkerhand. ~ 359 Jes 32:9 | zijt, neemt mijn redenen ter ore. ~ 360 Jes 33:20 | woonplaats, een tent, die niet ter neder geworpen zal worden, 361 Jes 34:2 | verbannen, Hij heeft ze ter slachting overgegeven. ~ 362 Jes 35:4 | niet; ziet, ulieder God zal ter wrake komen met de vergelding 363 Jes 41:22 | geweest zijn, opdat wij het ter harte nemen, en het einde      364 Jes 42:10 | einde der aarde; gij, die ter zee vaart, en al wat daarin 365 Jes 42:23 | onder ulieden neemt zulks ter oren? Wie merkt op en hoort, 366 Jes 42:25 | doch zij nemen het niet ter harte. ~  ~ 367 Jes 44:20 | bedrogen hart heeft hem ter zijde afgeleid; zodat hij 368 Jes 49:23 | buigen met het aangezicht ter aarde, en zij zullen het 369 Jes 50:4 | met den moede een woord ter rechter tijd te spreken; 370 Jes 53:7 | open; als een lam werd Hij ter slachting geleid, en als 371 Jes 54:3 | Want gij zult uitbreken ter rechterhand en ter linkerhand; 372 Jes 54:3 | uitbreken ter rechterhand en ter linkerhand; en uw zaad zal 373 Jes 58:1 | en er is niemand, die het ter harte neemt; en de weldadige 374 Jes 64:6 | grimmigheid; en Ik heb hun kracht ter aarde doen nederdalen. ~ 375 Jes 66:12 | tellen, dat gij allen u ter slachting zult krommen, 376 Jes 66:23 | tevergeefs arbeiden, noch baren ter verstoring; want zij zijn 377 Jer 3:8 | 8      En Ik zag, als Ik ter oorzake van alles, waarin 378 Jer 8:1 | 1      Ter zelfder tijd, spreekt de 379 Jer 12:3 | Ruk ze uit als schapen ter slachting, en heilig ze 380 Jer 12:11 | omdat er niemand is, die het ter harte neemt. ~ 381 Jer 13:15 | 15      Hoort en neemt ter ore, verheft u niet; want 382 Jer 14:2 | zijn in het zwart gekleed ter aarde toe, en Jeruzalems 383 Jer 15:2 | honger, ten honger; en wie ter gevangenis, ter gevangenis! ~ 384 Jer 15:2 | en wie ter gevangenis, ter gevangenis! ~ 385 Jer 30:16 | en die u beroven, zullen ter beroving zijn, en allen, 386 Jer 30:16 | u      plunderen, zal Ik ter plundering overgeven. ~ 387 Jer 31:1 | 1      Ter zelfder tijd, spreekt de 388 Jer 34:17 | een vrijheid ten zwaarde, ter pestilentie, en ten honger, 389 Jer 34:17 | honger, en zal u overgeven ter beroering allen koninkrijken 390 Jer 37:7 | Ziet, Farao's heir, dat u ter hulpe uitgetogen      is, 391 Jer 42:22 | pestilentie sterven zult, ter plaatse, waar het u gelust 392 Jer 43:11 | ten dood, ten dode; en wie ter gevangenis, ter gevangenis; 393 Jer 43:11 | en wie ter gevangenis, ter gevangenis; en wie ten zwaard, 394 Jer 46:19 | van Egypte! want Nof zal ter verwoesting worden, en zal 395 Jer 48:9 | uitgaan; en haar steden zullen ter verwoesting worden, dat 396 Jer 48:15 | keur zijner jongelingen is ter slachting afgegaan, spreekt 397 Jer 48:26 | uitspuwsel, en hij zelf zal ook ter belaching zijn. ~ 398 Jer 48:27 | Want is u niet Israel ter belaching geweest? Was hij 399 Jer 50:4 | In dezelve dagen en ter zelver tijd, spreekt de 400 Jer 50:27 | haar varren, laat ze afgaan ter slachting; wee over hen, 401 Klaa 1:32| Jeruzalem laten haar      hoofd ter aarde hangen. ~ 402 Klaa 1:33| wordt beroerd; mijn lever is ter aarde uitgeschud, vanwege 403 Klaa 1:65| Zain. Dit zal ik mij ter harte nemen, daarom zal 404 Eze 1:10 | aan de rechterzijde; en ter linkerzijde hadden die vier 405 Eze 5:14 | 14      Daartoe zal Ik u ter woestheid en ter smaadheid 406 Eze 5:14 | zal Ik u ter woestheid en ter smaadheid zetten onder de 407 Eze 7:20 | schoonheid Zijns sieraads ter overtreffelijkheid gezet; 408 Eze 10:3 | De cherubs nu stonden ter rechterzijde van het huis, 409 Eze 13:14 | gepleisterd hebt, en zal hem ter aarde nederwerpen, dat zijn 410 Eze 19:12 | grimmigheid uitgerukt, en ter aarde geworpen, en de oostenwind 411 Eze 21:28 | is uitgetrokken, het is ter      slachting geveegd om 412 Eze 23:46 | doen opkomen, en zal ze ter beroering en ten roof overgeven. ~ 413 Eze 25:10 | kinderen Ammons, hetwelk Ik ter bezitting zal overgeven; 414 Eze 26:11 | kolommen uwer sterkten zal ter aarde nederstorten. ~ 415 Eze 26:17 | stad, die sterk geweest is ter zee, zij en haar      inwoners; 416 Eze 28:8 | 8      Ter groeve zullen zij u doen 417 Eze 29:5 | gevogelte des hemels heb Ik u ter spijze gegeven. ~ 418 Eze 31:14 | zij zijn allen overgegeven ter dood, tot het onderste der 419 Eze 31:15 | HEERE: Ten dage, als hij ter helle nederdaalde, maakte 420 Eze 31:16 | heidenen beven, als Ik hem ter helle deed nederdalen, met 421 Eze 31:17 | daalden ook met hem neder ter helle, tot de verslagenen 422 Eze 32:27 | onbesnedenen gevallen zijn; die ter helle zijn nedergedaald 423 Eze 35:12 | zijn verwoest, zij zijn ons ter spijze gegeven. ~ 424 Eze 36:12 | bezitten, en gij zult hun ter erfenis zijn, en gij zult 425 Eze 38:20 | nedervallen, en alle muren zullen ter aarde nedervallen. ~ 426 Eze 39:4 | gedierte des      velds ter spijze gegeven. ~ 427 Dan 3:8 | Daarom naderden even ter zelfder tijd Chaldeeuwse 428 Dan 3:15 | gijlieden het niet aanbidt; ter zelfder ure zult gijlieden 429 Dan 4:30 | sterkte mijner macht, en ter ere mijner heerlijkheid! ~ 430 Dan 4:33 | 33      Ter zelfder ure werd dat woord 431 Dan 4:36 | 36      Ter zelfder tijd kwam mijn verstand 432 Dan 5:5 | 5      Ter zelfder ure kwamen er vingeren 433 Dan 5:20 | zijn geest verstijfd werd ter hovaardij, werd hij van 434 Dan 8:7 | bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, 435 Dan 8:10 | namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad 436 Dan 8:12 | en hij wierp de waarheid ter aarde; en deed het, en het 437 Dan 8:13 | het heiligdom als het heir ter vertreding zal overgegeven 438 Dan 8:18 | slaap op mijn aangezicht ter aarde; toen roerde hij mij 439 Dan 8:19 | einde dezer gramschap; want ter bestemder tijd zal het einde 440 Dan 10:9 | aangezicht, met mijn aangezicht ter aarde. ~ 441 Dan 10:15 | sloeg ik mijn aangezicht ter aarde, en ik werd stom. ~ 442 Dan 11:27 | zal nog een einde hebben ter      bestemder tijd. ~ 443 Dan 11:29 | 29      Ter bestemder tijd zal hij wederkeren, 444 Dan 11:41 | sieraads, en vele landen zullen ter nedergeworpen worden; doch 445 Hos 1:10 | het zal geschieden, dat ter plaatse, waar tot hen gezegd 446 Hos 5:1 | gij huis Israels! en neemt ter oren, gij huis des konings! 447 Joe 1:2 | dit, gij oudsten! en neemt ter oren, alle inwoners des 448 Joe 2:23 | zal u geven dien Leraar ter gerechtigheid; en Hij zal 449 Amos 3:14| worden afgehouwen,      en ter aarde vallen. ~ 450 Amos 5:7 | verkeren, en de gerechtigheid ter aarde doen liggen. ~ 451 Amos 9:9 | niet een steentje zal er ter aarde vallen. ~ 452 Oba 1:3 | zijn hart zegt: Wie zou mij ter aarde nederstoten? ~ 453 Oba 1:13 | 13      Noch ter poorte Mijns volks ingegaan 454 Jona 4:5 | 5      Jona nu ging ter stad uit, en zette zich 455 Jona 4:9 | is mijn toorn ontstoken ter dood toe. ~ 456 Nah 1:7 | De HEERE is goed, Hij is ter sterkte in den dag der benauwdheid, 457 Nah 3:14 | 14      Schep u water ter belegering; versterk uw 458 Zep 2:4 | verlaten wezen, en Askelon zal ter verwoesting wezen; Asdod 459 Zac 4:3 | olijfbomen daarnevens, een ter rechterzijde van het oliekruikje, 460 Zac 4:11 | zijn die twee olijfbomen, ter rechterzijde des kandelaars, 461 Zac 12:6 | de schoven; en zij zullen ter rechterzijde en ter linkerzijde      462 Zac 12:6 | zullen ter rechterzijde en ter linkerzijde      alle volken 463 Mal 2:2 | indien gij het niet zult ter harte nemen, om Mijn Naam 464 Mal 2:2 | vervloekt, omdat gij het niet ter harte neemt. ~ 465 Matt 14:25| 25 Maar ter vierde wake des nachts kwam 466 Matt 20:9 | 9 En als zij kwamen, die ter elfder ure gehuurd waren, 467 Matt 20:18| worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen; ~ 468 Matt 22:3 | dienstknechten uit, om de genoden ter bruiloft te roepen; en zij 469 Matt 24:45| hunlieder hun voedsel te geven ter rechter tijd? ~ 470 Matt 24:50| hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet; ~ 471 Matt 25:6 | 6 En ter middernacht geschiedde een 472 Matt 25:41| zeggen ook tot degenen, die ter linker hand zijn: Gaat weg 473 Matt 26:55| 55 Ter zelfder ure sprak Jezus 474 Matt 26:64| Zoon des mensen, zittende ter rechter hand der kracht 475 Matt 27:38| moordenaars gekruisigd, een ter rechter-, en een ter linker 476 Matt 27:38| een ter rechter-, en een ter linker zijde. ~ 477 Mark 6:55| gesteld waren, om te dragen, ter plaatse, waar zij hoorden 478 Mark 10:33| worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen, en Hem 479 Mark 13:35| zal, des avonds laat, of ter middernacht, of met het 480 Mark 14:8 | zalven, tot een voorbereiding ter begrafenis. ~ 481 Mark 14:62| Zoon des mensen zien zitten ter rechter hand der kracht 482 Mark 15:34| 34 En ter negender ure, riep Jezus 483 Mark 16:5 | een jongeling, zittende ter rechter zijde, bekleed met 484 Luk 1:1 | 1 Nademaal velen ter hand genomen hebben, om 485 Luk 1:11 | engel des Heeren, staande ter rechter zijde van het altaar 486 Luk 1:66 | die het hoorden, namen het ter harte, zeggende: Wat zal 487 Luk 11:5 | een vriend hebben, en zal ter middernacht tot hem gaan, 488 Luk 12:42 | dienstboden zal zetten, om hun ter rechter tijd het bescheiden 489 Luk 12:46 | hij hem niet verwacht, en ter ure, die hij niet weet; 490 Luk 14:8 | 8 Wanneer gij van iemand ter bruiloft genood zult zijn, 491 Luk 23:33 | de kwaaddoeners, den een ter rechter zijde en den ander 492 Luk 23:33 | rechter zijde en den ander ter linker zijde. ~ 493 Luk 24:33 | 33 En zij, opstaande ter zelfder ure, keerden weder 494 Joha 11:4 | niet tot den dood, maar ter heerlijkheid Gods; opdat 495 Joha 16:21| blijdschap, dat een mens ter wereld geboren is. ~ 496 Joha 18:6 | achterwaarts, en vielen ter aarde. ~ 497 Hand 5:30| vastende tot deze ure toe, en ter negende ure bad ik in mijn 498 Hand 6:11| 11 En ziet, ter zelfder ure stonden er drie 499 Hand 10:18| uitgaat. En hij ging uit ter zelfder ure. ~ 500 Hand 16:7 | 7 En ik viel ter aarde, en ik hoorde een


1-500 | 501-523

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License