Book Chapter: Verse

501 1Kor  12:27|                     27 En gijlieden zijt het lichaam
502 1Kor  14:27|                     27 En zo iemand een vreemde
503 1Kor  15:27|                     27 Want Hij heeft alle dingen
504 2Kor  11:27|                     27 In arbeid en moeite, in
505 Gal   3:27 |                     27 Want zovelen als gij in
506 Gal   4:27 |                     27 Want er is geschreven: Wees
507 Efez   4:27|                     27 En geeft den duivel geen
508 Efez   5:27|                     27 Opdat Hij haar Zichzelven
509 Fili   1:27|                     27 Alleenlijk wandelt waardiglijk
510 Fili   2:27|                     27 En hij is ook krank geweest
511 Kol   1:27 |                     27 Aan wie God heeft willen
512 1The   5:27|                     27 Ik bezweer ulieden bij den
513 Heb   7:27 |                     27 Dien het niet allen dag
514 Heb   9:27 |                     27 En gelijk het den mensen
515 Heb  10:27 |                     27 Maar een schrikkelijke verwachting
516 Heb  11:27 |                     27 Door het geloof heeft hij
517 Heb  12:27 |                     27 En dit woord: Nog eenmaal,
518 Jako   1:27|                     27 De zuivere en onbevlekte
519 1Joh   2:27|                     27 En de zalving, die gijlieden
520 Open   2:27|                     27 En hij zal ze hoeden met
521 Open  21:27|                     27 En in haar zal niet inkomen