Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
daarhenen 33
daarin 291
daarmede 56
daarna 506
daarnaar 6
daarnevens 1
daarom 877
Frequency    [«  »]
517 duizend
516 jaren
514 spreekt
506 daarna
506 doet
502 gijlieden
502 mens

Bijbel

IntraText - Concordances

daarna

1-500 | 501-506

    Book Chapter: Verse
1 Gen 6:4 | reuzen op de aarde, en ook daarna, als Gods zonen tot de dochteren 2 Gen 7:1 | 1 Daarna zeide de HEERE tot Noach: 3 Gen 8:8 | 8 Daarna liet hij een duif van zich 4 Gen 10:18 | Tsemariet, en de Hamathiet; en daarna zijn de huisgezinnen der 5 Gen 12:9 | 9 Daarna vertrok Abram, gaande en 6 Gen 14:7 | 7 Daarna keerden zij wederom, en 7 Gen 14:38 | hetwelk zij zullen dienen; en daarna zullen zij uittrekken met 8 Gen 17:1 | 1 Daarna verscheen hem de HEERE aan 9 Gen 17:5 | dat Gij Uw hart sterkt; daarna zult Gij voortgaan, daarom 10 Gen 20:32 | een verbond te Ber-seba. Daarna stond Abimelech op, en Pichol, 11 Gen 22:3 | 3 Daarna stond Abraham op van het 12 Gen 22:19 | 19 En daarna begroef Abraham zijn huisvrouw 13 Gen 23:33 | 33 Daarna werd hem te eten voorgezet; 14 Gen 23:55 | of tien, bij ons blijven; daarna zult gij gaan. ~ 15 Gen 23:80 | eerstgeborene van Ismael, Nabajoth; daarna Kedar, en Adbeel, en Mibsam, ~ 16 Gen 23:93 | 26 En daarna kwam zijn broeder uit, wiens 17 Gen 24:23 | 23 Daarna toog hij van daar op naar 18 Gen 24:31 | zwoeren de een den ander; daarna liet Izak hen gaan, en zij 19 Gen 25:15 | 15 Daarna nam Rebekka de kostelijke 20 Gen 27:15 | 15 Daarna zeide Laban tot Jakob: Omdat 21 Gen 27:47 | 12 Daarna baarde Zilpa, Lea's dienstmaagd, 22 Gen 27:56 | 21 En zij baarde daarna een dochter; en zij noemde 23 Gen 29:20 | mijn aangezicht gaat, en daarna zal ik zijn aangezicht zien; 24 Gen 30:5 | 5 Daarna hief hij zijn ogen op, en 25 Gen 30:7 | zij bogen zich neder; en daarna trad Jozef toe en Rachel, 26 Gen 32:1 | 1 Daarna zeide God tot Jakob: Maak 27 Gen 32:23 | Ruben, Jakobs eerstgeborene, daarna Simeon, en Levi, en Juda, 28 Gen 34:25 | 25 Daarna zaten zij neder om brood 29 Gen 35:4 | 4 Daarna werd zij weder bevrucht, 30 Gen 35:12 | de huisvrouw van Juda; daarna troostte zich Juda, en ging 31 Gen 35:30 | 30 En daarna kwam zijn broeder uit, om 32 Gen 37:5 | 5 Daarna sliep hij en droomde andermaal; 33 Gen 37:22 | 22 Daarna zag ik in mijn droom, en 34 Gen 37:31 | vanwege dienzelven honger, die daarna wezen zal; want hij zal 35 Gen 37:39 | 39 Daarna zeide Farao tot Jozef: Naardien 36 Gen 38:24 | van hen af, en weende; daarna keerde hij weder tot hen, 37 Gen 39:24 | 24 Daarna bracht de man deze mannen 38 Gen 39:29 | waarvan gij tot mij zeidet? Daarna zeide hij: Mijn zoon! God 39 Gen 39:31 | 31 Daarna wies hij zijn aangezicht 40 Gen 41:15 | hij weende over hen; en daarna spraken zijn broeders met 41 Gen 42:31 | 31 Daarna zeide Jozef tot zijn broederen, 42 Gen 44:3 | 3 Daarna zeide Jakob tot Jozef: God 43 Gen 44:21 | 21 Daarna zeide Israel tot Jozef: 44 Gen 45:1 | 1 Daarna riep Jakob zijn zonen, en 45 Gen 45:29 | 29 Daarna gebood hij hun, en zeide 46 Gen 46:14 | 14 Daarna keerde Jozef weder in Egypte, 47 Gen 46:18 | 18 Daarna kwamen ook zijn broeders, 48 Exo 1:8 | 8 Daarna stond een nieuwe koning 49 Exo 3:20 | midden van hetzelve doen zal; daarna zal hij ulieden laten vertrekken. ~ 50 Exo 4:6 | zijn hand in zijn boezem; daarna trok hij ze uit, en ziet, 51 Exo 4:7 | wederom in zijn boezem; daarna trok hij ze uit zijn boezem, 52 Exo 5:1 | 1 En daarna gingen Mozes en Aaron heen, 53 Exo 8:1 | 1 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: 54 Exo 9:1 | 1 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: 55 Exo 10:1 | 1 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: 56 Exo 11:1 | en over Egypte brengen, daarna zal hij ulieden van hier 57 Exo 11:8 | uw voetstappen volgt; en daarna zal ik uitgaan. En hij ging 58 Exo 16:9 | 9 Daarna zeide Mozes tot Aaron: Zeg 59 Exo 17:1 | 1 Daarna toog de ganse vergadering 60 Exo 19:24 | tot hem: Ga heen, klim af, daarna zult gij, en Aaron met u, 61 Exo 21:6 | heer tot de goden brengen, daarna zal hij hem aan de deur, 62 Exo 24:1 | 1 Daarna zeide Hij tot Mozes: Klim 63 Exo 25:16 | 16 Daarna zult gij in de ark leggen 64 Exo 26:31 | 31 Daarna zult gij een voorhang maken, 65 Exo 28:1 | 1 Daarna zult gij uw broeder Aaron, 66 Exo 28:34 | er een gouden schelletje, daarna een granaatappel zij; wederom 67 Exo 29:5 | 5 Daarna zult gij de klederen nemen, 68 Exo 29:8 | 8 Daarna zult gij zijn zonen doen 69 Exo 29:12 | 12 Daarna zult gij van het bloed des 70 Exo 29:15 | 15 Daarna zult gij den ene ram nemen, 71 Exo 29:19 | 19 Daarna zult gij den anderen ram 72 Exo 29:22 | 22 Daarna zult gij van den ram nemen 73 Exo 29:25 | 25 Neem ze daarna van hun hand, en steek ze 74 Exo 31:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, 75 Exo 32:6 | om te eten en te drinken; daarna stonden zij op, om te spelen. ~ 76 Exo 33:6 | om te eten en te drinken; daarna stonden zij op, om te spelen. ~ 77 Exo 34:11 | met zijn vriend spreekt; daarna keerde hij weder tot het 78 Exo 34:55 | 32 En daarna traden al de kinderen Israels 79 Exo 35:30 | 30 Daarna zeide Mozes tot de kinderen 80 Exo 36:11 | 11 Daarna maakte hij striklisjes van 81 Exo 36:35 | 35 Daarna maakte hij een voorhang 82 Exo 39:26 | 26 Dat er een schelletje, daarna een granaatappel was; wederom 83 Exo 39:33 | 33 Daarna brachten zij den tabernakel 84 Exo 40:4 | 4 Daarna zult gij de tafel daarin 85 Exo 40:8 | 8 Daarna zult gij den voorhof rondom 86 Lev 1:5 | 5 Daarna zal hij het jonge rund slachten 87 Lev 1:12 | 12 Daarna zal hij het in zijn stukken 88 Lev 3:3 | 3 Daarna zal hij van dat dankoffer 89 Lev 3:9 | 9 Daarna zal hij van dat dankoffer 90 Lev 4:5 | 5 Daarna zal die gezalfde priester 91 Lev 4:16 | 16 Daarna zal die gezalfde priester 92 Lev 4:21 | 21 Daarna zal hij dien var tot buiten 93 Lev 4:25 | 25 Daarna zal de priester van het 94 Lev 4:30 | 30 Daarna zal de priester van haar 95 Lev 4:34 | 34 Daarna zal de priester van het 96 Lev 6:11 | 11 Daarna zal hij zijn klederen uittrekken, 97 Lev 7:22 | 22 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, 98 Lev 8:12 | 12 Daarna goot hij van de zalfolie 99 Lev 8:15 | ontzondigde het altaar; daarna goot hij het bloed uit aan 100 Lev 8:18 | 18 Daarna deed hij den ram des brandoffers 101 Lev 8:22 | 22 Daarna deed hij den anderen ram, 102 Lev 8:24 | teen van hun rechtervoet; daarna sprengde Mozes dat bloed 103 Lev 8:28 | 28 Daarna nam Mozes ze uit hun handen, 104 Lev 9:3 | 3 Daarna spreek tot de kinderen Israels, 105 Lev 9:7 | u en voor het volk; maak daarna de offerande des volks toe, 106 Lev 9:9 | de hoornen des altaars; daarna goot hij het bloed uit aan 107 Lev 9:12 | 12 Daarna slachtte hij het brandoffer; 108 Lev 9:15 | 15 Daarna deed hij de offerande des 109 Lev 9:18 | 18 Daarna slachtte hij den os, en 110 Lev 9:22 | 22 Daarna hief Aaron zijn handen op 111 Lev 9:23 | de tent der samenkomst; daarna kwamen zij uit, en zegenden 112 Lev 11:32 | zijn tot aan den avond; daarna zal het rein zijn. ~ 113 Lev 12:5 | volgens haar afzondering; daarna zal zij zes en zestig dagen 114 Lev 13:5 | 5 Daarna zal de priester op den zevenden 115 Lev 13:22 | 22 Zo zij daarna gans in het vel uitgespreid 116 Lev 13:27 | 27 Daarna zal de priester hem op den 117 Lev 13:32 | 32 Daarna zal de priester die plaag 118 Lev 13:34 | 34 Daarna zal de priester die schurftheid 119 Lev 13:51 | 51 Daarna zal hij op den zevenden 120 Lev 14:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, 121 Lev 14:7 | is, zevenmaal sprengen; daarna zal hij hem rein verklaren, 122 Lev 14:8 | afwassen, zo zal hij rein zijn; daarna zal hij in het leger komen, 123 Lev 14:13 | 13 Daarna zal hij dat lam slachten 124 Lev 14:19 | is, verzoening doen; en daarna zal hij het brandoffer slachten. ~ 125 Lev 14:25 | 25 Daarna zal hij het lam des schuldoffers 126 Lev 14:27 | 27 Daarna zal de priester met zijn 127 Lev 14:30 | 30 Daarna zal hij de ene van de tortelduiven, 128 Lev 14:36 | huis is, onrein worde; en daarna zal de priester komen, om 129 Lev 14:39 | 39 Daarna zal de priester op den zevenden 130 Lev 14:42 | 42 Daarna zullen zij andere stenen 131 Lev 14:49 | 49 Daarna zal hij, om dat huis te 132 Lev 15:28 | zich zeven dagen tellen, daarna zal zij rein zijn. ~ 133 Lev 16:6 | 6 Daarna zal Aaron den var des zondoffers, 134 Lev 16:15 | 15 Daarna zal hij den bok des zondoffers, 135 Lev 16:18 | 18 Daarna zal hij tot het altaar, 136 Lev 16:23 | 23 Daarna zal Aaron komen in de tent 137 Lev 16:26 | vlees met water baden; en daarna zal hij in het leger komen. ~ 138 Lev 16:28 | vlees met water baden; en daarna zal hij in het leger komen. ~ 139 Lev 17:15 | zijn tot aan den avond; daarna zal hij rein zijn. ~ 140 Lev 21:1 | 1 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: 141 Lev 22:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, 142 Lev 22:7 | dan zal hij rein zijn; en daarna zal hij van die heilige 143 Lev 22:27 | onder zijn moeder zijn; daarna, van den achtsten dag en 144 Lev 22:46 | 15 Daarna zult gij u tellen van den 145 Lev 23:14 | handen op zijn hoofd leggen; daarna zal hem de gehele vergadering 146 Lev 24:9 | 9 Daarna zult gij in de zevende maand, 147 Num 2:17 | 17 Daarna zal de tent der samenkomst 148 Num 3:2 | de eerstgeborene, Nadab, daarna Abihu, Eleazar, en Ithamar. ~ 149 Num 4:8 | 8 Daarna zullen zij een scharlaken 150 Num 4:15 | voleind hebben, zo zullen daarna de zonen van Kahath komen 151 Num 5:7 | gedaan hebben, belijden; daarna zal hij zijn schuld weder 152 Num 5:18 | 18 Daarna zal de priester de vrouw 153 Num 5:23 | 23 Daarna zal de priester deze zelfde 154 Num 5:26 | het altaar aansteken; en daarna zal hij dat water die vrouw 155 Num 6:12 | 12 Daarna zal hij de dagen van zijn 156 Num 6:19 | 19 Daarna zal de priester een gezoden 157 Num 6:20 | schouder des hefoffers; en daarna zal die Nazireer wijn drinken. ~ 158 Num 8:8 | 8 Daarna zullen zij nemen een var, 159 Num 8:12 | hoofd der varren leggen; daarna bereidt gij een ten zondoffer, 160 Num 8:15 | 15 En daarna zullen de Levieten inkomen, 161 Num 8:22 | 22 En daarna kwamen de Levieten, om hun 162 Num 9:17 | tent, zo verreisden ook daarna de kinderen Israels; en 163 Num 10:18 | 18 Daarna toog de banier van het leger 164 Num 10:22 | 22 Daarna toog op de banier van het 165 Num 11:25 | dat zij profeteerden, maar daarna niet meer. ~ 166 Num 11:30 | 30 Daarna verzamelde zich Mozes tot 167 Num 12:5 | stond aan de deur der tent; daarna riep Hij Aaron en Mirjam; 168 Num 12:14 | buiten het leger gesloten, en daarna aangenomen worden! ~ 169 Num 12:16 | 16 Maar daarna verreisde het volk van Hazeroth, 170 Num 13:23 | 23 Daarna kwamen zij tot het dal Eskol, 171 Num 13:25 | 25 Daarna keerden zij weder van het 172 Num 14:26 | 26 Daarna sprak de HEERE tot Mozes 173 Num 15:1 | 1 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, 174 Num 20:14 | 14 Daarna zond Mozes boden uit Kades 175 Num 21:11 | 11 Daarna reisden zij van Oboth, en 176 Num 21:32 | 32 Daarna zond Mozes om Jaezer te 177 Num 22:1 | 1 Daarna reisden de kinderen van 178 Num 27:12 | 12 Daarna zeide de HEERE tot Mozes: 179 Num 28:22 | 22 Daarna een bok ten zondoffer, om 180 Num 29:17 | 17 Daarna op den tweeden dag: twaalf 181 Num 29:29 | 29 Daarna op den zesden dag: acht 182 Num 31:2 | Israels van de Midianieten; daarna zult gij verzameld worden 183 Num 31:12 | 12 Daarna brachten zij de gevangenen, 184 Num 31:24 | dat gij rein wordt; en daarna zult gij in het leger komen. ~ 185 Num 31:28 | 28 Daarna zult gij een schatting voor 186 Num 31:75 | ondergebracht zij; zo zult gij daarna wederkeren, en onschuldig 187 Num 33:11 | tegen het oosten van Ain; daarna zal deze landpale afgaan 188 Deu 2:1 | 1 Daarna keerden wij ons, en reisden 189 Deu 3:1 | 1 Daarna keerden wij ons en togen 190 Deu 10:1 | klim tot Mij op dezen berg; daarna zult gij u een kist van 191 Deu 13:9 | zijn, om hem te doden, en daarna de hand des gansen volks. ~ 192 Deu 16:7 | uw God, verkiezen zal; daarna zult gij u des morgens keren, 193 Deu 16:10 | 10 Daarna zult gij den HEERE, uw God, 194 Deu 17:7 | zijn, om hem te doden, en daarna de hand des gansen volks; 195 Deu 20:8 | 8 Daarna zullen de ambtlieden voortvaren 196 Deu 21:13 | een maand lang bewenen; en daarna zult gij tot haar ingaan, 197 Deu 31:1 | 1 Daarna ging Mozes heen, en sprak 198 Deu 32:48 | 48 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, 199 Joz 2:16 | wedergekeerd zullen zijn; en gaat daarna uw weg. ~ 200 Joz 6:12 | 12 Daarna stond Jozua des morgens 201 Joz 7:3 | 3 Daarna keerden zij weder naar Jozua, 202 Joz 8:34 | 34 En daarna las hij overluid al de woorden 203 Joz 10:22 | 22 Daarna zeide Jozua: Opent den mond 204 Joz 10:26 | 26 En Jozua sloeg hen daarna, en doodde ze, en hing ze 205 Joz 10:36 | 36 Daarna toog Jozua op, en gans Israel 206 Joz 11:1 | 1 Het geschiedde daarna, als Jabin, de koning van 207 Joz 15:7 | het zuiden der beek is. Daarna zal deze landpale doorgaan 208 Joz 15:9 | 9 Daarna zal deze landpale strekken 209 Joz 15:10 | 10 Daarna zal deze landpale zich omkeren 210 Joz 16:1 | 1 Daarna kwam het lot der kinderen 211 Joz 17:9 | 9 Daarna komt de landpale af naar 212 Joz 19:1 | 1 Daarna ging het tweede lot uit 213 Joz 19:10 | 10 Daarna kwam het derde lot op voor 214 Joz 25:1 | 1 Daarna verzamelde Jozua al de stammen 215 Joz 25:5 | deszelfs midden gedaan heb; en daarna leidde Ik u daaruit. ~ 216 Joz 25:7 | Ik in Egypte gedaan heb. Daarna hebt gij vele dagen in de 217 Ric 1:9 | 9 En daarna waren de kinderen van Juda 218 Ric 4:19 | 19 Daarna zeide hij tot haar: Geef 219 Ric 4:21 | 21 Daarna nam Jael, de huisvrouw van 220 Ric 6:11 | wat zij zullen spreken, en daarna zullen uw handen gesterkt 221 Ric 7:18 | 18 Daarna zeide hij tot Zebah en Tsalmuna: 222 Ric 10:18 | 18 Daarna wandelde hij in de woestijn, 223 Ric 12:24 | 24 Daarna baarde deze vrouw een zoon, 224 Ric 13:15 | 15 Daarna geschiedde het op den zevenden 225 Ric 14:7 | gewroken heb, zo zal ik daarna ophouden. ~ 226 Ric 15:4 | 4 En het geschiedde daarna, dat hij een vrouw lief 227 Ric 17:28 | dat bij Beth-Rechob is. Daarna herbouwden zij de stad, 228 Ric 18:5 | met een bete broods, en daarna zult gijlieden wegtrekken. ~ 229 Rut 2:5 | 5 Daarna zeide Boaz tot zijn jongen, 230 Rut 3:7 | uiterste van een koren hoop. Daarna kwam zij stilletjes in, 231 Rut 3:15 | gerst, en legde ze op haar; daarna ging hij in de stad. ~ 232 1Sa 1:24 | 24 Daarna, als zij hem gespeend had, 233 1Sa 2:11 | 11 Daarna ging Elkana naar Rama in 234 1Sa 9:4 | maar zij vonden ze niet; daarna gingen zij door het land 235 1Sa 9:13 | want hij zegent het offer, daarna eten de genodigden; daarom 236 1Sa 9:25 | 25 Daarna gingen zij af van de hoogte 237 1Sa 10:5 | 5 Daarna zult gij komen op den heuvel 238 1Sa 14:36 | 36 Daarna zeide Saul: Laat ons aftrekken 239 1Sa 15:12 | 12 Daarna maakte zich Samuel des morgens 240 1Sa 15:12 | zich een pilaar gesteld; daarna is hij omgetogen, en doorgetrokken, 241 1Sa 15:34 | 34 Daarna ging Samuel naar Rama; en 242 1Sa 16:9 | 9 Daarna liet Isai Samma voorbijgaan; 243 1Sa 16:13 | dien dag af en voortaan. Daarna stond Samuel op, en hij 244 1Sa 16:22 | 22 Daarna zond Saul tot Isai, om te 245 1Sa 17:44 | 44 Daarna zeide de Filistijn tot David: 246 1Sa 17:53 | 53 Daarna keerden de kinderen Israels 247 1Sa 17:54 | 54 Daarna nam David het hoofd van 248 1Sa 19:22 | 22 Daarna ging hij ook zelf naar Rama, 249 1Sa 20:18 | 18 Daarna zeide Jonathan tot hem: 250 1Sa 20:43 | 43 Daarna stond hij op, en ging heen; 251 1Sa 23:12 | 12 Daarna zeide David: Zouden de burgers 252 1Sa 24:6 | 6 Doch het geschiedde daarna, dat Davids hart hem sloeg, 253 1Sa 24:9 | 9 Daarna maakte zich David ook op, 254 1Sa 28:25 | zijn knechten, en zij aten; daarna stonden zij op, en gingen 255 1Sa 30:13 | 13 Daarna zeide David tot hem: Wiens 256 2Sa 2:1 | 1 En het geschiedde daarna, dat David den HEERE vraagde, 257 2Sa 2:4 | 4 Daarna kwamen de mannen van Juda, 258 2Sa 3:28 | 28 Als David dat daarna hoorde, zo zeide hij: Ik 259 2Sa 3:35 | 35 Daarna kwam al het volk, om David 260 2Sa 5:22 | 22 Daarna togen de Filistijnen weder 261 2Sa 6:1 | 1 Daarna verzamelde David wederom 262 2Sa 8:1 | 1 En het geschiedde daarna, dat David de Filistijnen 263 2Sa 10:1 | 1 En het geschiedde daarna, dat de koning der kinderen 264 2Sa 11:4 | onreinigheid gezuiverd), daarna keerde zij weder naar haar 265 2Sa 11:8 | 8 Daarna zeide David tot Uria: Ga 266 2Sa 11:13 | hij maakte hem dronken. Daarna ging hij in den avond uit, 267 2Sa 12:20 | des HEEREN, en bad aan; daarna kwam hij in zijn huis, en 268 2Sa 12:24 | 24 Daarna troostte David zijn huisvrouw 269 2Sa 12:31 | steden der kinderen Ammons. Daarna keerde David, en al het 270 2Sa 13:1 | 1 En het geschiedde daarna, alzo Absalom, Davids zoon, 271 2Sa 13:15 | 15 Daarna haatte haar Amnon met een 272 2Sa 15:1 | 1 En het geschiedde daarna, dat Absalom zich liet bereiden 273 2Sa 21:18 | 18 En het geschiedde daarna, dat er wederom een krijg 274 1Kon 1:34| koning over Israel zalven. Daarna zult gij met de bazuin blazen, 275 1Kon 2:14| 14 Daarna zeide hij: Ik heb een woord 276 1Kon 2:19| en boog zich voor haar; daarna zat hij op zijn troon, en 277 1Kon 2:36| 36 Daarna zond de koning, en riep 278 1Kon 5:2 | 2 Daarna zond Salomo tot Hiram, zeggende: ~ 279 1Kon 6:36| 36 Daarna bouwde hij het binnenste 280 1Kon 7:6 | 6 Daarna maakte hij een voorhuis 281 1Kon 7:21| 21 Daarna richtte hij de pilaren op 282 1Kon 7:51| huis des HEEREN maakte. Daarna bracht Salomo de geheiligde 283 1Kon 8:8 | 8 Daarna schoven zij de handbomen 284 1Kon 8:14| 14 Daarna wendde de koning zijn aangezicht 285 1Kon 8:66| zij zegenden den koning; daarna gingen zij naar hun tenten, 286 1Kon 11:43| 43 Daarna ontsliep Salomo met zijn 287 1Kon 17:2 | 2 Daarna geschiedde het woord des 288 1Kon 17:13| voor u en uw zoon zult gij daarna wat maken. ~ 289 1Kon 18:24| 24 Roept gij daarna den naam van uw god aan, 290 1Kon 18:32| in den Naam des HEEREN; daarna maakte hij een groeve rondom 291 1Kon 18:41| 41 Daarna zeide Elia tot Achab: Trek 292 1Kon 18:42| uit voorwaarts ter aarde; daarna legde hij zijn aangezicht 293 1Kon 19:20| vader en mijn moeder kusse, daarna zal ik u navolgen. En hij 294 1Kon 19:21| het volk gaf; en zij aten. Daarna stond hij op, en volgde 295 1Kon 20:5 | 5 Daarna kwamen de boden weder, en 296 1Kon 20:37| 37 Daarna vond hij een anderen man, 297 1Kon 21:14| 14 Daarna zonden zij tot Izebel, zeggende: 298 1Kon 22:4 | 4 Daarna zeide hij tot Josafat: Zult 299 2Kon 4:4 | u en voor uw zonen toe; daarna giet in al die vaten, en 300 2Kon 4:21| het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, 301 2Kon 4:35| 35 Daarna kwam hij weder, en wandelde 302 2Kon 4:35| niesde tot zevenmaal toe; daarna deed de jongen zijn ogen 303 2Kon 4:40| 40 Daarna schepten zij voor de mannen 304 2Kon 5:25| 25 Daarna kwam hij in, en stond voor 305 2Kon 6:23| dat zij aten en dronken; daarna liet hij hen gaan, en zij 306 2Kon 6:24| 24 En het geschiedde daarna, dat Benhadad, de koning 307 2Kon 7:8 | henen, en verborgen het; daarna keerden zij weder, en kwamen 308 2Kon 8:7 | 7 Daarna kwam Elisa te Damaskus, 309 2Kon 9:3 | gezalfd over Israel. Doe daarna de deur open, en vlied, 310 2Kon 10:25| hoofdmannen wierpen hen weg; daarna kwamen zij tot de stad in 311 2Kon 11:12| 12 Daarna bracht hij des konings zoon 312 2Kon 11:18| 18 Daarna ging al het volk des lands 313 2Kon 12:17| tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde Hazael zijn aangezicht, 314 2Kon 13:17| tegen Gath, en nam haar in; daarna stelde Hazael zijn aangezicht, 315 2Kon 14:18| 18 Daarna zeide hij: Neem de pijlen. 316 2Kon 14:18| En hij sloeg driemaal; daarna stond hij stil. ~ 317 2Kon 14:20| 20 Daarna stierf Elisa, en zij begroeven 318 2Kon 16:22| 22 Daarna ontsliep Menahem met zijn 319 2Kon 21:2 | 2 Daarna zond hij Eljakim, den hofmeester, 320 2Kon 22:7 | 7 Daarna zeide Jesaja: Neemt een 321 2Kon 24:9 | 9 Daarna kwam Safan, de schrijver, 322 2Kon 25:20| mensenbeenderen op dezelve. Daarna keerde hij weder naar Jeruzalem. ~ 323 2Kon 26:1 | zijn knecht drie jaren; daarna keerde hij zich om, en rebelleerde 324 2Kon 27:8 | 8 Daarna in de vijfde maand, op de 325 2Kon 27:27| 27 Het geschiedde daarna in het zeven en dertigste 326 1Kro 2:21| 21 Daarna ging Hezron in tot de dochter 327 1Kro 6:28| eerstgeborene was Vasni, daarna Abia. ~ 328 1Kro 7:23| 23 Daarna ging hij in tot zijn huisvrouw, 329 1Kro 8:30| eerstgeboren zoon was Abdon, daarna Zur, en Kis, en Baal, en 330 1Kro 9:36| zijn eerstgeboren zoon, daarna Zur, en Kis, en Baal, en 331 1Kro 12:3 | van Semaa, den Gibeathiet; daarna Jeziel en Pelet, zonen van 332 1Kro 21:4 | 4En het geschiedde daarna, als de krijg met de Filistijnen 333 1Kro 22:4 | doorwandelde gans Israel; daarna kwam hij weder te Jeruzalem. ~ 334 1Kro 30:20| 20 Daarna zeide David tot de ganse 335 2Kro 3:5 | overdekte hij met dennenhout; daarna overtoog hij dat met goed 336 2Kro 5:1 | huis des HEEREN maakte. Daarna bracht Salomo de geheiligde 337 2Kro 5:9 | 9 Daarna schoven zij de handbomen 338 2Kro 6:1 | huis des HEEREN maakte. Daarna bracht Salomo de geheiligde 339 2Kro 6:9 | 9 Daarna schoven zij de handbomen 340 2Kro 7:3 | 3 Daarna wendde de koning zijn aangezicht 341 2Kro 9:3 | 3 Daarna toog Salomo naar Hamath-Zoba, 342 2Kro 19:19| valle te Ramoth in Gilead? Daarna zeide Hij: Deze zegt aldus, 343 2Kro 21:27| 27 Daarna keerden alle mannen van 344 2Kro 22:1 | 1 Daarna ontsliep Josafat met zijn 345 2Kro 22:21| 1 Daarna ontsliep Josafat met zijn 346 2Kro 23:9 | 9 Daarna zocht hij Ahazia, en zij 347 2Kro 23:30| 17 Daarna ging al het volk in het 348 2Kro 28:15| Palmstad, bij hun broederen; daarna keerden zij weder naar Samaria. ~ 349 2Kro 29:18| 18 Daarna kwamen zij binnen tot den 350 2Kro 29:23| 23 Daarna brachten zij de bokken bij, 351 2Kro 29:30| 30 Daarna zeide de koning Jehizkia, 352 2Kro 30:1 | 1 Daarna zond Jehizkia tot het ganse 353 2Kro 31:1 | te niet gemaakt hadden; daarna keerden al de kinderen Israels 354 2Kro 32:23| koning van Juda, zodat hij daarna voor de ogen van alle heidenen 355 2Kro 34:7 | het ganse land van Israel; daarna keerde hij weder naar Jeruzalem. ~ 356 2Kro 35:1 | 1 Daarna hield Josia het pascha den 357 2Kro 35:11| 11 Daarna slachtte men het pascha, 358 2Kro 35:14| 14 Daarna bereidden zij ook voor zichzelven 359 2Kro 36:1 | 1 Daarna hield Josia het pascha den 360 2Kro 36:11| 11 Daarna slachtte men het pascha, 361 2Kro 36:14| 14 Daarna bereidden zij ook voor zichzelven 362 Ezra 3:5 | 5 Daarna ook het gedurig brandoffer, 363 Ezra 8:36| 36 Daarna gaven zij de wetten des 364 Neh 2:12 | 12 Daarna maakte ik mij des nachts 365 Neh 3:23 | 23 Daarna verbeterden Benjamin, en 366 Neh 3:27 | 27 Daarna verbeterden de Thekoieten 367 Neh 3:29 | 29 Daarna verbeterde Zadok, de zoon 368 Neh 4:15 | 15 Daarna geschiedde het, als onze 369 Neh 5:7 | hart beraadslaagde in mij; daarna twistte ik met de edelen, 370 Neh 5:15 | genomen aan brood en wijn, daarna veertig zilveren sikkelen; 371 Neh 12:30 | Levieten reinigden zichzelven; daarna reinigden zij het volk, 372 Neh 12:40 | 40 Daarna stonden de beide dankkoren 373 Est 30:12 | 12 Daarna keerde Mordechai wederom 374 Est 52:16 | 29 Daarna schreef de koningin ~ 375 Job 3:1 | 1 Daarna opende Job zijn mond, en 376 Job 18:2 | zult maken? Merkt op, en daarna zullen wij spreken. ~ 377 Job 24:24 | een weinig tijds verheven, daarna is er niemand van hen; zij 378 Job 36:37 | 4 Daarna brult Hij met de stem; Hij 379 Job 37:1 | 1 Daarna antwoordde de HEERE Job 380 Psa 73:24 | leiden door Uw raad; en daarna zult Gij mij in heerlijkheid 381 Psa 77:11 | 11 Daarna zeide ik: Dit krenkt mij; 382 Psa 105:23 | 23 Daarna kwam Israel in Egypte, en 383 Psa 107:39 | 39 Daarna verminderen zij, en komen 384 Spre 20:17| leugen is den mens zoet; maar daarna zal zijn mond vol van zandsteentjes 385 Spre 24:27| u op den akker, en bouw daarna uw huis. ~ 386 Pred 2:12| 12      Daarna wendde ik mij, om te zien 387 Pred 4:1 | 1      Daarna wende ik mij, en zag aan 388 Pred 9:3 | onzinnigheden zijn in hun hart; en daarna moeten zij naar de doden 389 Jes 1:26 | raadslieden als in den beginne; daarna zult gij een stad der gerechtigheid, 390 Jes 6:8 | 8      Daarna hoorde ik de stem des Heeren, 391 Jes 37:2 | 2      Daarna zond hij Eljakim, den hofmeester, 392 Jes 41:7 | soldeersel: Het is goed; daarna maakt hij het      vast 393 Jer 16:16 | die zullen hen vissen; en daarna zal Ik zenden tot veel jagers, 394 Jer 21:7 | 7      En daarna, spreekt de HEERE, zal Ik 395 Jer 27:12 | 12      Daarna sprak ik tot Zedekia, den 396 Jer 34:11 | 11      Maar zij keerden daarna wederom, en deden de knechten 397 Jer 46:26 | hand zijner knechten. Maar daarna zal zij      bewoond worden 398 Jer 49:6 | 6      Maar daarna zal Ik de gevangenis der 399 Jer 51:46 | komen in het ene jaar, en daarna een      gerucht in het 400 Jer 52:12 | 12      Daarna, in de vijfde maand, op 401 Jer 52:31 | 31      Het geschiedde daarna, in het zeven en dertigste 402 Eze 3:1 | 1      Daarna zeide Hij tot mij: Mensenkind, 403 Eze 4:16 | 16      Daarna zeide Hij tot mij: Gij mensenkind, 404 Eze 5:1 | hoofd en over uw baard; daarna zult gij u een      weegschaal 405 Eze 7:1 | 1      Daarna geschiedde het woord des 406 Eze 9:1 | 1      Daarna riep Hij voor mijn oren 407 Eze 10:1 | 1      Daarna zag ik, en ziet, boven het 408 Eze 11:24 | 24      Daarna nam mij de Geest op, en 409 Eze 12:4 | dergenen, die vertrekken; daarna zult gij in den avond uitgaan 410 Eze 12:7 | dergenen, die vertrekken; daarna in den avond doorgroef ik 411 Eze 12:17 | 17      Daarna geschiedde het woord des 412 Eze 14:1 | 1      Daarna kwamen tot mij mannen uit 413 Eze 16:9 | 9      Daarna wies Ik u met water, en 414 Eze 16:40 | 40      Daarna zullen zij tegen u een vergadering 415 Eze 17:11 | 11      Daarna geschiedde des HEEREN woord 416 Eze 23:17 | verontreinigde zij zich met hen; daarna werd haar ziel van      417 Eze 24:11 | 11      Stel hem daarna ledig op zijn kolen, opdat 418 Eze 40:4 | gebracht; verkondig daarna den huize Israels alles, 419 Eze 40:24 | 24      Daarna voerde hij mij den weg naar 420 Eze 40:32 | 32      Daarna bracht hij mij tot het binnenste 421 Eze 40:35 | 35      Daarna bracht hij mij tot de noorderpoort; 422 Eze 41:3 | 3      Daarna ging hij in naar binnen, 423 Eze 42:1 | 1      Daarna bracht hij mij uit tot het 424 Eze 43:21 | 21      Daarna zult gij den var des zondoffers 425 Eze 44:4 | 4      Daarna bracht hij mij den weg der 426 Eze 46:2 | den dorpel der poort, en daarna uitgaan; doch de poort zal 427 Eze 46:19 | 19      Daarna bracht hij mij door den 428 Eze 47:1 | 1      Daarna bracht hij mij weder tot 429 Eze 47:8 | dalen af in het vlakke veld; daarna komen zij in de zee; in 430 Dan 2:39 | opstaan, lager dan het uwe; daarna een ander, het derde koninkrijk 431 Dan 7:5 | 5      Daarna, ziet, het andere dier, 432 Dan 7:6 | 6      Daarna zag ik, en ziet, er was 433 Dan 7:7 | 7      Daarna zag ik in de nachtgezichten, 434 Dan 7:26 | 26      Daarna zal het gericht zitten, 435 Dan 8:13 | 13      Daarna hoorde ik een heilige spreken; 436 Dan 8:27 | en was enige dagen krank; daarna stond ik op, en deed des 437 Dan 11:3 | 3      Daarna zal er een geweldig koning 438 Dan 11:18 | 18      Daarna zal hij zijn aangezicht 439 Dan 11:21 | 21      Daarna zal er een verachte in zijn 440 Hos 3:5 | 5   Daarna zullen zich de kinderen 441 Hos 13:6 | 6      Daarna zijn zij, naardat hunlieder 442 Joe 2:28 | 28      En daarna zal het geschieden, dat 443 Amos 7:12| 12      Daarna zeide Amazia tot Amos: Gij 444 Zac 3:1 | 1      Daarna toonde Hij mij Josua, den 445 Zac 3:4 | vuile klederen van hem weg. Daarna sprak Hij tot hem: Zie, 446 Zac 8:1 | 1      Daarna geschiedde het woord des 447 Matt 21:29| en zeide: Ik wil niet; en daarna berouw hebbende, ging hij 448 Matt 21:32| gij, zulks ziende, hebt daarna geen berouw gehad, om hem 449 Matt 25:11| 11 Daarna kwamen ook de andere maagden, 450 Matt 26:73| 73 En een weinig daarna, die er stonden, bijkomende, 451 Mark 4:17| maar zijn voor een tijd; daarna, als verdrukking of vervolging 452 Mark 4:28| voort: eerst het kruid, daarna de aar, daarna het volle 453 Mark 4:28| het kruid, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar. ~ 454 Mark 7:5 | 5 Daarna vraagden Hem de Farizeen 455 Mark 8:25| 25 Daarna legde Hij de handen wederom 456 Mark 14:70| het wederom. En een weinig daarna, die daarbij stonden, zeiden 457 Mark 16:14| 14 Daarna is Hij geopenbaard aan de 458 Luk 8:1 | 1 En het geschiedde daarna, dat Hij reisde van de ene 459 Luk 8:12 | zijn dezen, die horen; daarna komt de duivel, en neemt 460 Luk 12:4 | die het lichaam doden, en daarna niet meer kunnen doen. ~ 461 Luk 15:13 | 13 En niet vele dagen daarna, de jongste zoon, alles 462 Luk 16:7 | 7 Daarna zeide hij tot een anderen: 463 Luk 17:8 | hebben; en eet en drink gij daarna? ~ 464 Luk 18:4 | een langen tijd niet; maar daarna zeide hij bij zichzelven: 465 Luk 22:58 | 58 En kort daarna een ander, hem ziende, zeide: 466 Joha 2:12| 12 Daarna ging Hij af naar Kapernaum, 467 Joha 5:14| 14 Daarna vond hem Jezus in den tempel, 468 Joha 11:7 | 7 Daarna zeide Hij verder tot de 469 Joha 11:11| 11 Dit sprak Hij; en daarna zeide Hij tot hen: Lazarus, 470 Joha 13:5 | 5 Daarna goot Hij water in het bekken, 471 Joha 19:27| 27 Daarna zeide Hij tot den discipel: 472 Joha 19:38| 38 En daarna Jozef van Arimathea (die 473 Joha 20:27| 27 Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng 474 Hand 3:24| van Samuel aan, en die daarna gevolgd zijn, zovelen als 475 Hand 7:20| 20 En daarna omtrent vierhonderd en vijftig 476 Hand 18:1 | 1 En vijf dagen daarna kwam de hogepriester Ananias 477 Hand 21:14| 14 Maar niet lang daarna, sloeg tegen hetzelve een 478 1Kor 12:28| profeten, ten derde leraars, daarna krachten, daarna gaven der 479 1Kor 12:28| leraars, daarna krachten, daarna gaven der gezondmakingen, 480 1Kor 15:5 | Hij is van Cefas gezien, daarna van de twaalven. ~ 481 1Kor 15:6 | 6 Daarna is Hij gezien van meer dan 482 1Kor 15:7 | 7 Daarna is Hij gezien van Jakobus, 483 1Kor 15:7 | Hij gezien van Jakobus, daarna van al de apostelen. ~ 484 1Kor 15:23| de eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in 485 1Kor 15:24| 24 Daarna zal het einde zijn, wanneer 486 1Kor 15:46| eerst, maar het natuurlijke, daarna het geestelijke. ~ 487 2Kor 8:5 | zichzelven eerst aan den Heere en daarna aan ons, door den wil van 488 Gal 1:18 | 18 Daarna kwam ik na drie jaren weder 489 Gal 1:21 | 21 Daarna ben ik gekomen in de gewesten 490 Gal 2:1 | 1 Daarna ben ik, na veertien jaren, 491 1The 4:17| 17 Daarna wij, die levend overgebleven 492 1Tim 2:13| Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva. ~ 493 1Tim 3:10| beproefd worden, en dat zij daarna dienen, zo zij onbestraffelijk 494 Heb 3:5 | getuiging der dingen, die daarna gesproken zouden worden; ~ 495 Heb 4:7 | zeggende, zo langen tijd daarna (gelijkerwijs gezegd is): 496 Heb 4:8 | gebracht heeft, zo had Hij daarna niet gesproken van een anderen 497 Heb 7:2 | koning der gerechtigheid, en daarna ook was een koning van Salem, 498 Heb 7:27 | slachtofferen op te offeren, daarna, voor de zonden des volks; 499 Heb 9:27 | eenmaal te sterven, en daarna het oordeel; ~ 500 Heb 12:11 | droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame


1-500 | 501-506

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License