Book Chapter: Verse
1 Gen 2:18 | 18 Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de
2 Gen 12:4 | gelijk de HEERE tot hem gesproken had; en Lot toog met hem;
3 Gen 16:23 | gelijk als God met hem gesproken had. ~
4 Gen 17:5 | zij zeiden: Doe zo als gij gesproken hebt. ~
5 Gen 17:19 | brenge, hetgeen Hij over hem gesproken heeft. ~
6 Gen 18:21 | niet omkere waarvan gij gesproken hebt. ~
7 Gen 20:1 | aan Sara gelijk als Hij gesproken had. ~
8 Gen 22:16 | Efron het geld, waarvan hij gesproken had voor de oren van de
9 Gen 23:7 | genomen heeft, en Die tot mij gesproken heeft, en Die mij gezworen
10 Gen 23:30 | Alzo heeft die man tot mij gesproken, zo kwam hij tot dien man,
11 Gen 23:33 | totdat ik mijn woorden gesproken heb. En hij zeide: Spreek! ~
12 Gen 23:51 | uws heren, gelijk de HEERE gesproken heeft! ~
13 Gen 25:19 | gelijk als gij tot mij gesproken hadt; sta toch op, zit,
14 Gen 26:15 | hebben, hetgeen Ik tot u gesproken heb. ~
15 Gen 28:29 | heeft tot mij gisteren nacht gesproken, zeggende: Wacht u, van
16 Gen 32:13 | plaats, waar Hij met hem gesproken had. ~
17 Gen 32:14 | plaats, waar Hij met hem gesproken had, een stenen opgericht
18 Gen 32:15 | plaats, alwaar God met hem gesproken had, Beth-El. ~
19 Gen 37:28 | woord, hetwelk ik tot Farao gesproken heb: hetgeen God is doende,
20 Gen 38:14 | Dat is het, wat ik tot u gesproken heb, zeggende: Gij zijt
21 Gen 38:30 | land, heeft hard met ons gesproken; en hij heeft ons gehouden
22 Gen 40:2 | Jozefs woord, hetwelk hij gesproken had. ~
23 Gen 41:27 | 27 Maar als zij tot hem gesproken hadden al de woorden van
24 Gen 41:27 | van Jozef, die hij tot hen gesproken had, en dat hij de wagenen
25 Exo 1:17 | koning van Egypte tot haar gesproken had, maar zij behielden
26 Exo 4:10 | toen Gij tot Uw knecht gesproken hebt; want ik ben zwaar
27 Exo 4:30 | die de HEERE tot Mozes gesproken had; en hij deed de tekenen
28 Exo 7:13 | hoorde, gelijk de HEERE gesproken had. ~
29 Exo 7:22 | niet, gelijk als de HEERE gesproken had. ~
30 Exo 8:15 | hoorde, gelijk als de HEERE gesproken had. ~
31 Exo 8:19 | hoorde, gelijk de HEERE gesproken had. ~
32 Exo 9:12 | gelijk de HEERE tot Mozes gesproken had. ~
33 Exo 9:35 | liet, gelijk als de HEERE gesproken had door Mozes. ~ ~
34 Exo 10:29 | nu zeide: Gij hebt recht gesproken; ik zal niet meer uw aangezicht
35 Exo 11:1 | Want de HEERE had tot Mozes gesproken: Ik zal nog een plaag over
36 Exo 11:9 | HEERE dan had tot Mozes gesproken: Farao zal naar ulieden
37 Exo 12:1 | tot Aaron in Egypteland gesproken, zeggende: ~
38 Exo 12:25 | HEERE geven zal, gelijk Hij gesproken heeft, zo zult gij dezen
39 Exo 12:31 | HEERE, gelijk gijlieden gesproken hebt. ~
40 Exo 12:32 | runderen, zoals gijlieden gesproken hebt, en gaat heen, en zegent
41 Exo 16:11 | heeft de HEERE tot Mozes gesproken, zeggende: ~
42 Exo 16:23 | Dit is het, dat de HEERE gesproken heeft: Morgen is de rust,
43 Exo 19:8 | en zeide: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen!
44 Exo 20:22 | met ulieden van den hemel gesproken heb. ~
45 Exo 24:3 | deze woorden, die de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen. ~
46 Exo 24:7 | zeiden: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en
47 Exo 32:13 | gezworen hebt, en hebt tot hen gesproken: Ik zal uw zaad vermenigvuldigen
48 Exo 32:14 | over het kwaad, hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen
49 Exo 33:13 | gezworen hebt, en hebt tot hen gesproken: Ik zal uw zaad vermenigvuldigen
50 Exo 33:14 | over het kwaad, hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen
51 Exo 34:17 | deze zelfde zaak, die gij gesproken hebt, zal Ik doen, dewijl
52 Exo 34:55 | al wat de HEERE met hem gesproken had op den berg Sinai. ~
53 Lev 10:3 | Dat is het, wat de HEERE gesproken heeft, zeggende: In degenen,
54 Lev 10:5 | leger, gelijk als Mozes gesproken had. ~
55 Lev 10:11 | dienst van Mozes tot hen gesproken heeft. ~
56 Num 1:48 | Want de HEERE had tot Mozes gesproken, zeggende: ~
57 Num 3:1 | dage als de HEERE met Mozes gesproken heeft op den berg Sinai. ~
58 Num 5:4 | gelijk de HEERE tot Mozes gesproken had, alzo deden de kinderen
59 Num 10:29 | heeft over Israel het goede gesproken. ~
60 Num 12:2 | HEERE maar alleen door Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door
61 Num 12:2 | Heeft Hij ook niet door ons gesproken? En de HEERE hoorde het! ~
62 Num 14:17 | groot worden, gelijk als Gij gesproken hebt, zeggende: ~
63 Num 14:28 | gelijk als gij in Mijn oren gesproken hebt! ~
64 Num 14:35 | 35 Ik, de HEERE, heb gesproken: zo Ik dit aan deze ganse
65 Num 15:22 | die de HEERE tot Mozes gesproken heeft; ~
66 Num 16:40 | door den dienst van Mozes gesproken had. ~
67 Num 16:47 | nam het, gelijk als Mozes gesproken had, en liep in het midden
68 Num 21:7 | tegen den HEERE en tegen u gesproken hebben; bid den HEERE, dat
69 Num 22:8 | als de HEERE tot mij zal gesproken hebben. Toen bleven de vorsten
70 Num 23:2 | deed, gelijk als Bileam gesproken had; en Balak en Bileam
71 Num 23:17 | hem: Wat heeft de HEERE gesproken? ~
72 Num 23:26 | Balak: Heb ik niet tot u gesproken, zeggende: Al wat de HEERE
73 Num 24:12 | gij tot mij gezonden hebt, gesproken, zeggende: ~
74 Num 27:23 | door den dienst van Mozes gesproken had. ~
75 Num 31:80 | strijd, gelijk als mijn heer gesproken heeft. ~
76 Num 31:84 | de HEERE tot uw knechten gesproken heeft, zullen wij alzo doen. ~
77 Deu 1:1 | die Mozes tot gans Israel gesproken heeft, aan deze zijde van
78 Deu 1:11 | u, gelijk als Hij tot u gesproken heeft! ~
79 Deu 1:14 | Dit woord is goed, dat gij gesproken hebt, om te doen. ~
80 Deu 1:21 | uwer vaderen God, tot u gesproken heeft; vreest niet, en ontzet
81 Deu 2:1 | gelijk de HEERE tot mij gesproken had, en wij togen om het
82 Deu 5:4 | HEERE met u op den berg gesproken uit het midden des vuurs, ~
83 Deu 5:28 | dit volk, die zij tot u gesproken hebben; het is altemaal
84 Deu 5:28 | is altemaal goed, dat zij gesproken hebben. ~
85 Deu 6:3 | HEERE, uwer vaderen God, gesproken heeft) in het land, dat
86 Deu 6:19 | verdrijven, gelijk als de HEERE gesproken heeft. ~
87 Deu 9:3 | gelijk als de HEERE tot u gesproken heeft. ~
88 Deu 9:10 | verzameling, met ulieden gesproken had. ~
89 Deu 9:28 | het land, waarvan Hij hun gesproken had, en omdat Hij hen haatte,
90 Deu 10:4 | midden des vuurs, tot ulieden gesproken had; en de HEERE gaf ze
91 Deu 10:9 | de HEERE, uw God, tot hem gesproken heeft. ~
92 Deu 11:25 | zult, gelijk als Hij tot u gesproken heeft. ~
93 Deu 12:20 | hebben, gelijk als Hij tot u gesproken heeft, en gij zeggen zult:
94 Deu 13:2 | wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggende: Laat ons
95 Deu 13:5 | hij heeft tot een afval gesproken tegen den HEERE, uw God,
96 Deu 15:6 | gelijk als Hij tot u heeft gesproken, zo zult gij aan vele volken
97 Deu 18:2 | gelijk als Hij tot hem gesproken heeft. ~
98 Deu 18:17 | mij: Het is goed, wat zij gesproken hebben. ~
99 Deu 18:21 | kennen, dat de HEERE niet gesproken heeft? ~
100 Deu 18:22 | Naam des HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt
101 Deu 18:22 | woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft
102 Deu 18:22 | trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet
103 Deu 19:8 | Hij uw vaderen te geven gesproken heeft; ~
104 Deu 23:23 | hebt, dat gij met uw mond gesproken hebt. ~
105 Deu 26:18 | zult zijn, gelijk als Hij u gesproken heeft, en dat gij al Zijn
106 Deu 26:19 | uw God, gelijk als Hij gesproken heeft. ~
107 Deu 27:3 | uwer vaderen God, tot u gesproken heeft. ~
108 Deu 29:13 | zij, gelijk als Hij tot u gesproken heeft, en gelijk als Hij
109 Deu 31:3 | overgaan, gelijk als de HEERE gesproken heeft. ~
110 Joz 1:3 | gelijk als Ik tot Mozes gesproken heb. ~
111 Joz 4:8 | gelijk als de HEERE tot Jozua gesproken had, naar het getal der
112 Joz 4:12 | gelijk als Mozes tot hen gesproken had. ~
113 Joz 6:8 | gelijk Jozua tot het volk gesproken had, zo gingen de zeven
114 Joz 11:23 | wat de HEERE tot Mozes gesproken had; en Jozua gaf het Israel
115 Joz 13:14 | gelijk als Hij tot hem gesproken had. ~
116 Joz 13:33 | gelijk als Hij tot hen gesproken heeft. ~ ~
117 Joz 14:6 | tot Mozes, den man Gods, gesproken heeft te Kades-Barnea, ter
118 Joz 14:10 | behouden, gelijk als Hij gesproken heeft; het zijn nu vijf
119 Joz 14:10 | HEERE dit woord tot Mozes gesproken heeft, toen Israel in de
120 Joz 14:12 | waarvan de HEERE te dien dage gesproken heeft; want gij hebt het
121 Joz 14:12 | verdreef, gelijk als de HEERE gesproken heeft. ~
122 Joz 20:2 | waarvan Ik met ulieden gesproken heb door den dienst van
123 Joz 22:18 | goede woorden, die de HEERE gesproken had tot het huis van Israel;
124 Joz 23:30 | de kinderen van Manasse gesproken hadden, zo was het goed
125 Joz 24:5 | de HEERE, uw God, tot u gesproken heeft.
126 Joz 24:10 | strijdt, gelijk al Hij tot u gesproken heeft. ~
127 Joz 24:14 | de HEERE, uw God, over u gesproken heeft; zij zijn u alle overkomen;
128 Joz 24:15 | de HEERE, uw God, tot u gesproken heeft, alzo zal de HEERE
129 Joz 25:27 | HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een
130 Ric 1:20 | Kaleb, gelijk als Mozes gesproken had; en hij verdreef van
131 Ric 2:4 | tot alle kinderen Israels gesproken had, zo hief het volk zijn
132 Ric 2:15 | kwade, gelijk als de HEERE gesproken, en gelijk als de HEERE
133 Ric 5:27 | gelijk als de HEERE tot hem gesproken had. Doch het geschiedde,
134 Ric 5:36 | verlossen, gelijk als Gij gesproken hebt; ~
135 Ric 5:37 | verlossen, gelijk als Gij gesproken hebt. ~
136 Ric 12:11 | Dewelke tot deze vrouw gesproken hebt? En Hij zeide: Ik ben
137 Ric 15:10 | gespot, en leugenen tot mij gesproken; verklaar mij toch nu, waarmede
138 Ric 15:13 | gespot, en leugenen tot mij gesproken; verklaar mij toch nu, waarmede
139 Ric 16:2 | hebt, en ook voor mijn oren gesproken hebt, zie, dat geld is bij
140 Rut 2:13 | het hart uwer dienstmaagd gesproken hebt, hoewel ik niet ben,
141 Rut 4:1 | losser, van welken Boaz gesproken had, ging voorbij; zo zeide
142 1Sa 1:16 | want ik heb tot nu toe gesproken uit de veelheid van mijn
143 1Sa 3:12 | wat Ik tegen zijn huis gesproken heb; Ik zal het beginnen
144 1Sa 3:17 | het woord, dat Hij tot u gesproken heeft? Verberg het toch
145 1Sa 3:17 | de woorden, die Hij tot u gesproken heeft! ~
146 1Sa 10:18 | de HEERE, de God Israel, gesproken: Ik heb Israel uit Egypte
147 1Sa 15:16 | HEERE van nacht tot mij gesproken heeft. Hij dan zeide tot
148 1Sa 16:4 | nu deed, hetgeen de HEERE gesproken had, en hij kwam te Bethlehem.
149 1Sa 17:31 | gehoord werden, die David gesproken had, en in de tegenwoordigheid
150 1Sa 18:24 | Zulke woorden heeft David gesproken. ~
151 1Sa 20:23 | zaak, waarvan ik en gij gesproken hebben, zie, de HEERE zij
152 1Sa 25:9 | al die woorden tot Nabal gesproken hadden, zo hielden zij stil. ~
153 1Sa 25:30 | doen zal, dat Hij over u gesproken heeft, en Hij u gebieden
154 1Sa 28:17 | als Hij door mijn dienst gesproken heeft; en heeft het koninkrijk
155 1Sa 28:21 | gehoord, die gij tot mij gesproken hebt. ~
156 2Sa 2:27 | leeft, ten ware dat gij gesproken hadt, zekerlijk het volk
157 2Sa 3:18 | de HEERE heeft tot David gesproken, zeggende: Door de hand
158 2Sa 7:7 | gewandeld, heb Ik wel een woord gesproken met een der stammen Israels,
159 2Sa 7:19 | over het huis Uws knechts gesproken tot van verre heen; en dit
160 2Sa 7:25 | knecht en over zijn huis gesproken hebt, bestaan tot in eeuwigheid,
161 2Sa 7:25 | en doe, gelijk als Gij gesproken hebt. ~
162 2Sa 7:28 | dit goede tot Uw knecht gesproken. ~
163 2Sa 7:29 | Gij, Heere HEERE, hebt het gesproken, en met Uw zegen zal het
164 2Sa 14:13 | dat de koning dit woord gesproken heeft, is hij als een schuldige,
165 2Sa 14:19 | wat mijn heer de koning gesproken heeft; want uw knecht Joab
166 2Sa 17:6 | zeggende: Aldus heeft Achitofel gesproken; zullen wij zijn woord doen?
167 2Sa 23:2 | des HEEREN heeft door mij gesproken, en Zijn rede is op mijn
168 2Sa 23:3 | Rotssteen Israels heeft tot mij gesproken: Er zal zijn een Heerser
169 1Kon 2:4 | woord, dat Hij over mij gesproken heeft, zeggende: Indien
170 1Kon 2:23| dat woord tegen zijn leven gesproken hebben! ~
171 1Kon 2:24| gemaakt heeft, gelijk als Hij gesproken had; voorzeker, Adonia zal
172 1Kon 2:27| het huis van Eli te Silo gesproken had. ~
173 1Kon 2:30| zeggende: Zo heeft Joab gesproken, en zo heeft hij mij geantwoord. ~
174 1Kon 2:31| hem: Doe gelijk als hij gesproken heeft, en val op hem aan,
175 1Kon 2:38| als mijn heer de koning gesproken heeft, alzo zal uw knecht
176 1Kon 5:5 | bouwen; gelijk als de HEERE gesproken heeft tot mijn vader David,
177 1Kon 5:12| gelijk als Hij tot hem gesproken had; en er was vrede tussen
178 1Kon 6:12| dat Ik tot uw vader David gesproken heb; ~
179 1Kon 8:15| mond tot mijn vader David gesproken heeft, en heeft het met
180 1Kon 8:20| bevestigd Zijn woord, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan
181 1Kon 8:20| Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis
182 1Kon 8:24| gehouden hebt, wat Gij tot hem gesproken hadt; want met Uw mond hebt
183 1Kon 8:24| want met Uw mond hebt Gij gesproken, en met Uw hand vervuld,
184 1Kon 8:25| vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man
185 1Kon 8:26| waar worden, hetwelk Gij gesproken hebt tot Uw knecht, mijn
186 1Kon 8:53| der aarde; gelijk als Gij gesproken hebt door den dienst van
187 1Kon 8:56| heeft, naar alles, wat Hij gesproken heeft! Niet een enig woord
188 1Kon 8:56| Zijn goede woorden, die Hij gesproken heeft door den dienst van
189 1Kon 9:5 | eeuwigheid; gelijk als Ik gesproken heb over uw vader David,
190 1Kon 12:9 | antwoorden zullen, die tot mij gesproken hebben, zeggende: Maak het
191 1Kon 12:10| tot dat volk, die tot u gesproken hebben, zeggende: Uw vader
192 1Kon 12:12| dag, gelijk als de koning gesproken had, zeggende: Komt weder
193 1Kon 12:15| van Ahia, den Siloniet, gesproken had tot Jerobeam, den zoon
194 1Kon 13:3 | wonderteken, waarvan de HEERE gesproken heeft; ziet, het altaar
195 1Kon 13:11| die hij tot den koning gesproken had; deze vertelden zij
196 1Kon 13:18| een engel heeft tot mij gesproken door het woord des HEEREN,
197 1Kon 13:22| plaatse, waarvan Hij tot u gesproken had: Gij zult geen brood
198 1Kon 13:26| HEEREN, dat Hij tot hem gesproken had. ~
199 1Kon 14:2 | profeet Ahia, die van mij gesproken heeft, dat ik koning zou
200 1Kon 14:11| want de HEERE heeft het gesproken. ~
201 1Kon 14:18| woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst van
202 1Kon 15:29| woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst van
203 1Kon 16:12| HEEREN, dat Hij over Baesa gesproken had, door den dienst van
204 1Kon 16:34| Jozua, den zoon van Nun, gesproken had. ~ ~ ~
205 1Kon 17:16| woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst van
206 1Kon 21:4 | de Jizreeliet, tot hem gesproken had, en gezegd: Ik zal de
207 1Kon 21:6 | Naboth, den Jizreeliet, gesproken en hem gezegd heb: Geef
208 1Kon 22:23| HEERE heeft kwaad over u gesproken. ~
209 1Kon 22:28| heeft de HEERE door mij niet gesproken! Verder zeide hij: Hoort,
210 1Kon 22:38| woord des HEEREN,, dat Hij gesproken had. ~
211 2Kon 1:7 | is, en deze woorden tot u gesproken heeft? ~
212 2Kon 1:17| woord des HEEREN, dat Elia gesproken had; en Joram werd koning
213 2Kon 2:22| woord van Elisa, dat hij gesproken had. ~
214 2Kon 4:17| levens, dien Elisa tot haar gesproken had. ~
215 2Kon 5:4 | zo heeft de jonge dochter gesproken, die uit het land van Israel
216 2Kon 5:13| profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan
217 2Kon 7:17| stierf, gelijk de man Gods gesproken had, die het sprak, als
218 2Kon 7:18| geschied, gelijk de man Gods gesproken had tot den koning, zeggende:
219 2Kon 8:1 | 1 Elisa nu had gesproken tot die vrouw, welker zoon
220 2Kon 9:12| en zo heeft hij tot mij gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE:
221 2Kon 9:36| woord des HEEREN, dat Hij gesproken heeft door den dienst van
222 2Kon 10:10| tegen het huis van Achab gesproken heeft, zal op de aarde vallen;
223 2Kon 10:10| dienst van Zijn knecht Elia gesproken heeft. ~
224 2Kon 10:17| HEEREN, dat Hij tot Elia gesproken had. ~
225 2Kon 15:25| Gods van Israel, dat Hij gesproken had door den dienst van
226 2Kon 15:27| 27 En de HEERE had niet gesproken, dat Hij den naam van Israel
227 2Kon 16:12| woord des HEEREN, dat Hij gesproken had tot Jehu, zeggende:
228 2Kon 19:23| wegdeed, gelijk als Hij gesproken had door den dienst van
229 2Kon 21:21| woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, de
230 2Kon 22:9 | HEERE het woord, dat Hij gesproken heeft, doen zal: Zal de
231 2Kon 22:19| woord des HEEREN, dat gij gesproken hebt, is goed. Ook zeide
232 2Kon 24:19| als gij hoordet, wat Ik gesproken heb tegen deze plaats en
233 2Kon 26:2 | woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst Zijner
234 2Kon 26:13| had, gelijk als de HEERE gesproken had. ~
235 1Kro 17:6 | Israel, heb Ik wel een woord gesproken tot een van de richters
236 1Kro 17:17| knechts tot van verre heen gesproken, en Gij hebt mij naar menselijke
237 1Kro 17:23| dat Gij over Uw knecht gesproken hebt, en over zijn huis,
238 1Kro 17:23| en doe, gelijk als Gij gesproken hebt. ~
239 1Kro 17:26| dit goede over Uw knecht gesproken. ~
240 1Kro 22:19| hij in den Naam des HEEREN gesproken had. ~
241 1Kro 23:11| bouwen, gelijk als Hij van u gesproken heeft. ~
242 2Kro 7:4 | mond tot mijn vader David gesproken heeft, en heeft het met
243 2Kro 7:10| woord bevestigd, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan
244 2Kro 7:10| Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis
245 2Kro 7:15| gehouden hebt, wat Gij tot hem gesproken hadt; want met Uw mond hebt
246 2Kro 7:15| want met Uw mond hebt Gij gesproken, en met Uw hand vervuld,
247 2Kro 7:16| vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man
248 2Kro 7:17| waar worden, hetwelk Gij gesproken hebt tot Uw knecht, tot
249 2Kro 11:9 | antwoorden zullen, die tot mij gesproken hebben, zeggende: Maak het
250 2Kro 11:10| tot dat volk, die tot u gesproken heeft, zeggende: Uw vader
251 2Kro 11:12| dag, gelijk als de koning gesproken had, zeggende: Komt weder
252 2Kro 11:15| van Ahia, den Siloniet, gesproken had tot Jerobeam, den zoon
253 2Kro 19:22| HEERE heeft kwaad over u gesproken. ~
254 2Kro 19:27| heeft de HEERE door mij niet gesproken. Verder zeide hij: Hoort,
255 2Kro 23:16| HEERE van de zonen van David gesproken heeft. ~
256 2Kro 32:12| tot Juda en tot Jeruzalem gesproken, zeggende: Voor het enige
257 2Kro 33:18| der zieners, die tot hem gesproken hebben in den Naam van den
258 Ezra 8:22| wij tot den koning hadden gesproken, zeggende: De hand onzes
259 Neh 2:18 | konings, die hij tot mij gesproken had. Toen zeiden zij: Laat
260 Neh 9:13 | berg Sinai, en hebt met hen gesproken uit den hemel; en Gij hebt
261 Est 30:10 | dat paard, gelijk als gij gesproken hebt, en doe alzo aan Mordechai,
262 Est 30:10 | vallen van alles, wat gij gesproken hebt. ~
263 Est 40:1 | die goed voor den koning gesproken heeft, staat bij Hamans
264 Job 21:3 | zal spreken; en nadat ik gesproken zal hebben, spot dan. ~
265 Job 34:35 | Job niet met wetenschap gesproken heeft, en zijn woorden niet
266 Job 38:38 | 38 Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet antwoorden;
267 Job 41:7 | HEERE die woorden tot Job gesproken had, dat de HEERE tot Elifaz,
268 Job 41:7 | hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job. ~
269 Job 41:8 | hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job. ~
270 Job 41:9 | gelijk als de HEERE tot hen gesproken had; en de HEERE nam het
271 Psa 17:1 | met onbedriegelijke lippen gesproken. ~
272 Psa 18:1 | dezes lieds tot den HEERE gesproken heeft, ten dage, als de
273 Psa 60:8 | 8 God heeft gesproken in Zijn heiligdom; dies
274 Psa 62:12 | 12 God heeft een ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord:
275 Psa 87:3 | heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! Sela. ~
276 Psa 89:20 | hebt Gij in een gezicht gesproken van Uw heilige, en gezegd:
277 Psa 108:8 | 8 God heeft gesproken in Zijn heiligdom, dies
278 Psa 109:2 | opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een valse tong. ~
279 Psa 110:1 | HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand,
280 Psa 119:23 | vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht
281 Psa 119:49 | des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt
282 Spre 25:11| Een rede, op zijn pas gesproken, is als gouden appelen in
283 Jes 1:20 | mond des HEEREN heeft het gesproken. ~
284 Jes 5:9 | de HEERE der heirscharen gesproken: Zo niet vele huizen tot
285 Jes 16:13 | dat de HEERE tegen Moab gesproken heeft, van toen af. ~
286 Jes 21:17 | de God Israels, heeft het gesproken. ~ ~
287 Jes 22:25 | want de HEERE heeft het gesproken. ~ ~ ~ ~ ~
288 Jes 24:3 | de HEERE heeft dit woord gesproken. ~
289 Jes 25:8 | want de HEERE heeft het gesproken. ~
290 Jes 37:22 | woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, de
291 Jes 38:7 | HEERE het woord, dat Hij gesproken heeft, doen zal: ~
292 Jes 39:8 | woord des HEEREN, dat gij gesproken hebt, is goed. Ook zeide
293 Jes 40:5 | dat het de mond des HEEREN gesproken heeft. ~
294 Jes 45:19 | heb niet in het verborgene gesproken, in een donkere plaats der
295 Jes 46:11 | verren lande; ja, Ik heb het gesproken, Ik zal het ook doen opkomen;
296 Jes 48:15 | 15 Ik, Ik heb het gesproken, ook heb Ik hem geroepen;
297 Jes 48:16 | beginne niet in het verborgene gesproken, maar van dien tijd af,
298 Jes 59:14 | des HEEREN heeft het gesproken. ~ ~
299 Jes 66:12 | hebt niet geantwoord, Ik gesproken heb, maar gij hebt niet
300 Jes 67:4 | en niemand antwoordde, Ik gesproken heb, en zij niet hoorden,
301 Jer 4:28 | zwart zijn; omdat Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen
302 Jer 7:13 | spreekt de HEERE, en Ik tot u gesproken heb, vroeg op zijnde en
303 Jer 7:22 | Egypteland uitvoerde, niet gesproken, noch hun geboden van zaken
304 Jer 9:12 | heeft de mond des HEEREN gesproken, dat hij het verkondige,
305 Jer 13:15 | want de HEERE heeft het gesproken. ~
306 Jer 14:14 | bevel gegeven, noch tot hen gesproken; zij profeteren ulieden
307 Jer 18:8 | volk, over hetwelk Ik zulks gesproken heb, zich van zijn boosheid
308 Jer 19:5 | hetwelk Ik niet geboden, noch gesproken heb, noch in Mijn hart
309 Jer 19:15 | brengen, dat Ik over haar gesproken heb; omdat zij hun nek
310 Jer 23:17 | lasteren: De HEERE heeft het gesproken, gijlieden zult vrede hebben;
311 Jer 23:21 | gelopen; Ik heb tot hen niet gesproken, nochtans hebben zij geprofeteerd. ~
312 Jer 23:31 | en spreken: Hij heeft het gesproken; ~
313 Jer 23:35 | geantwoord, en wat heeft de HEERE gesproken? ~
314 Jer 23:37 | geantwoord en wat heeft de HEERE gesproken? ~
315 Jer 25:2 | Hetwelk de profeet Jeremia gesproken heeft tot het ganse volk
316 Jer 25:3 | ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende,
317 Jer 25:13 | woorden, die Ik daarover gesproken heb; al wat in dit boek
318 Jer 26:13 | kwaad, dat Hij tegen u gesproken heeft. ~
319 Jer 26:16 | want hij heeft tot ons gesproken in den Naam des HEEREN,
320 Jer 26:18 | tot al het volk van Juda gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE
321 Jer 26:19 | kwaad, dat Hij tegen hen gesproken had? Wij dan doen een groot
322 Jer 27:13 | pestilentie, gelijk als de HEERE gesproken heeft van het volk, dat
323 Jer 28:16 | sterven, omdat gij een afval gesproken hebt tegen den HEERE. ~
324 Jer 29:32 | want hij heeft een afval gesproken tegen den HEERE. ~ ~
325 Jer 30:2 | de woorden, die Ik tot u gesproken heb, in een boek. ~
326 Jer 30:4 | de woorden, die de HEERE gesproken heeft van Israel en van
327 Jer 31:20 | Want sinds Ik tegen hem gesproken heb, denk Ik nog ernstelijk
328 Jer 32:24 | pestilentie; en wat Gij gesproken hebt, is geschied, en zie,
329 Jer 33:14 | en over het huis van Juda gesproken heb. ~
330 Jer 34:5 | want Ik heb het woord gesproken, spreekt de HEERE. ~
331 Jer 35:14 | gehoord; en Ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende,
332 Jer 35:17 | kwaad, dat Ik tegen hen gesproken heb; omdat Ik tot hen gesproken
333 Jer 35:17 | gesproken heb; omdat Ik tot hen gesproken heb, maar zij niet gehoord
334 Jer 36:2 | de woorden, die Ik tot u gesproken heb, over Israel, en over
335 Jer 36:2 | den dag aan, dat Ik tot u gesproken heb, van de dagen van
336 Jer 36:4 | HEEREN, die Hij tot hem gesproken had, op een rol des boeks. ~
337 Jer 36:31 | brengen, dat Ik tot hen gesproken heb; maar zij hebben niet
338 Jer 38:25 | zullen horen, dat ik met u gesproken heb, en tot u komen, en
339 Jer 38:25 | hebt gij tot den koning gesproken? verheel het niet voor ons,
340 Jer 38:25 | wat heeft de koning tot u gesproken? ~
341 Jer 40:2 | dit kwaad over deze plaats gesproken. ~
342 Jer 40:3 | en gedaan, gelijk als Hij gesproken had; want gijlieden hebt
343 Jer 42:19 | HEERE heeft tegen ulieden gesproken, gij overblijfsel van Juda!
344 Jer 44:16 | tot ons in des HEEREN Naam gesproken hebt, wij zullen naar u
345 Jer 44:25 | hebben toch met uw mond gesproken, en gij hebt het met uw
346 Jer 45:1 | dat de profeet Jeremia gesproken heeft tot Baruch, den zoon
347 Jer 50:1 | Het woord, dat de HEERE gesproken heeft tegen Babel, tegen
348 Jer 51:12 | inwoners van Babel gesproken heeft. ~
349 Jer 51:62 | Gij hebt over deze plaats gesproken, dat Gij ze zult uitroeien,
350 Eze 5:13 | de HEERE, in Mijn ijver gesproken heb, als Ik Mijn grimmigheid
351 Eze 5:15 | zal; Ik, de HEERE, heb het gesproken! ~
352 Eze 5:17 | de HEERE, heb het gesproken! ~ ~
353 Eze 6:10 | Ik heb niet tevergeefs gesproken, van hun dit kwaad aan te
354 Eze 12:28 | worden; het woord, hetwelk Ik gesproken heb, dat zal gedaan worden,
355 Eze 13:6 | daar zeggen: De HEERE heeft gesproken, daar de HEERE hen niet
356 Eze 13:7 | HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb? ~
357 Eze 14:9 | overreed zal zijn, en iets gesproken zal hebben, Ik, de HEERE,
358 Eze 17:21 | dat Ik, de HEERE, gesproken heb. ~
359 Eze 17:24 | de HEERE, heb het gesproken, en zal het doen. ~ ~ ~ ~ ~
360 Eze 21:17 | rusten; Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~
361 Eze 21:32 | want Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~ ~ ~ ~ ~
362 Eze 22:14 | zal? Ik, de HEERE, heb het gesproken, en zal het doen. ~
363 Eze 22:28 | en de HEERE heeft niet gesproken. ~
364 Eze 23:34 | afrukken; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. ~
365 Eze 24:14 | Ik, de HEERE, heb het gesproken; het zal komen, en Ik zal
366 Eze 26:5 | netten; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE;
367 Eze 26:14 | want Ik, de HEERE, heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. ~
368 Eze 28:10 | vreemden; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. ~
369 Eze 30:12 | de HEERE, heb het gesproken. ~
370 Eze 34:24 | hen, Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~
371 Eze 35:12 | tegen de bergen Israels gesproken hebt, zeggende: Zij zijn
372 Eze 36:5 | in het vuur Mijns ijvers gesproken heb tegen het overblijfsel
373 Eze 36:6 | in Mijn grimmigheid gesproken, omdat gij den smaad der
374 Eze 36:36 | de HEERE, heb het gesproken en zal het doen. ~
375 Eze 37:14 | weten, dat Ik, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de
376 Eze 38:17 | welken Ik in verleden dagen gesproken heb, door den dienst Mijner
377 Eze 38:19 | 19 Want Ik heb gesproken in Mijn ijver, in het vuur
378 Eze 39:5 | vallen; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. ~
379 Eze 39:8 | is de dag, van welken Ik gesproken heb.
380 Dan 9:12 | woorden bevestigd, die Hij gesproken heeft tegen ons, en tegen
381 Hos 10:4 | Zij hebben woorden gesproken, valselijk zwerende in het
382 Joe 3:8 | de HEERE heeft het gesproken. ~
383 Amos 3:8 | vrezen? De Heere HEERE heeft gesproken, wie zou niet profeteren? ~
384 Oba 1:18 | want de HEERE heeft het gesproken. ~
385 Jona 3:10| over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen doen,
386 Mic 4:4 | heirscharen heeft het gesproken. ~
387 Zac 13:3 | leven, dewijl gij valsheid gesproken hebt in den Naam des HEEREN;
388 Mal 3:13 | Wat hebben wij tegen U gesproken?
389 Matt 1:22| worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende: ~
390 Matt 2:15| worden hetgeen van den Heere gesproken is door den profeet, zeggende:
391 Matt 2:17| vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia,
392 Matt 2:26| deze is het, van denwelken gesproken is door Jesaja, den profeet,
393 Matt 4:14| vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet,
394 Matt 8:17| vervuld zou worden, dat gesproken was door Jesaja, den profeet,
395 Matt 12:17| vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet,
396 Matt 12:32| 32 En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon
397 Matt 12:32| tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet
398 Matt 12:36| hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve
399 Matt 13:34| heeft Jezus tot de scharen gesproken door gelijkenissen, en zonder
400 Matt 13:35| vervuld zou worden, wat gesproken is door den profeet, zeggende:
401 Matt 16:11| dat Ik u van geen brood gesproken heb, als Ik zeide, dat gij
402 Matt 17:13| hun van Johannes de Doper gesproken had. ~
403 Matt 21:4 | opdat vervuld worde, hetgeen gesproken is door den profeet, zeggende: ~
404 Matt 22:31| hetgeen van God tot ulieden gesproken is, Die daar zegt: ~
405 Matt 24:15| der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniel, de profeet,
406 Matt 26:13| ook tot haar gedachtenis gesproken worden van hetgeen zij gedaan
407 Matt 27:9 | vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia,
408 Mark 5:36| hebbende het woord, dat er gesproken werd, zeide tot den overste
409 Mark 12:26| in het doornenbos tot hem gesproken heeft, zeggende: Ik ben
410 Mark 13:14| door den profeet Daniel gesproken is, staande waar het niet
411 Mark 14:9 | ook tot haar gedachtenis gesproken worden, van hetgeen zij
412 Mark 16:19| Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is opgenomen in den
413 Luk 1:55 | 55 (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen,
414 Luk 1:65 | gebergte van Judea werd veel gesproken van al deze dingen. ~
415 Luk 1:70 | 70 Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner
416 Luk 2:20 | gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was.
417 Luk 12:3 | worden; en wat gij in het oor gesproken hebt, in de binnenkamers,
418 Luk 20:19 | deze gelijkenis tegen hen gesproken had. ~
419 Luk 24:6 | Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft, als Hij nog in Galilea
420 Luk 24:25 | geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben! ~
421 Joha 1:23| gelijk Jesaja, de profeet, gesproken heeft. ~
422 Joha 2:22| en het woord, dat Jezus gesproken had. ~
423 Joha 7:46| Nooit heeft een mens alzo gesproken, gelijk deze Mens. ~
424 Joha 8:40| Mens, Die u de waarheid gesproken heb, welke Ik van God gehoord
425 Joha 9:29| weten, dat God tot Mozes gesproken heeft; maar Dezen weten
426 Joha 11:13| 13 Doch Jezus had gesproken van zijn dood; maar zij
427 Joha 12:29| Een engel heeft tot Hem gesproken.
428 Joha 12:38| profeet, vervuld werd, dat hij gesproken heeft: Heere, wie heeft
429 Joha 12:48| oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen
430 Joha 12:49| Ik heb uit Mijzelven niet gesproken; maar de Vader, Die Mij
431 Joha 14:25| Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende. ~
432 Joha 15:3 | het woord, dat Ik tot u gesproken heb.
433 Joha 15:11| Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in
434 Joha 15:22| gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde;
435 Joha 16:1 | Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij niet geergerd
436 Joha 16:4 | deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer de ure zal
437 Joha 16:6 | omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, zo heeft de droefheid
438 Joha 16:25| door gelijkenissen tot u gesproken; maar de ure komt, dat Ik
439 Joha 16:33| Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede
440 Joha 17:1 | 1 Dit heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op
441 Joha 18:20| antwoordde hem: Ik heb vrijuit gesproken tot de wereld; Ik heb allen
442 Joha 18:20| het verborgen heb Ik niets gesproken.
443 Joha 18:21| gehoord hebben, wat Ik tot hen gesproken heb; zie, dezen weten, wat
444 Joha 18:23| antwoordde hem: Indien Ik kwalijk gesproken heb, betuig van het kwade;
445 Joha 21:19| verheerlijken zou. En dit gesproken hebbende, zeide Hij tot
446 Hand 2:16| 16 Maar dit is het, wat gesproken is door den profeet Joel: ~
447 Hand 2:31| heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus,
448 Hand 2:34| hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan
449 Hand 3:21| wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den mond van
450 Hand 3:24| zijn, zovelen als er hebben gesproken, die hebben ook deze dagen
451 Hand 7:42| dezelfde woorden zouden gesproken worden. ~
452 Hand 7:46| eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden; doch nademaal
453 Hand 8:25| als zij te Perge het Woord gesproken hadden, kwamen zij af naar
454 Hand 10:14| nam op hetgeen van Paulus gesproken werd. ~
455 Hand 14:11| den dageraad toe, met hen gesproken had, vertrok hij alzo. ~
456 Hand 16:10| Damaskus; en aldaar zal met u gesproken worden, van al hetgeen u
457 Hand 17:7 | 7 En als hij dit gesproken had, ontstond er tweedracht
458 Hand 17:9 | indien een geest tot hem gesproken heeft, of een engel, laat
459 Hand 19:12| Festus, als hij met den raad gesproken had: Hebt gij u op den keizer
460 Hand 20:22| hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude: ~
461 Hand 22:21| iets kwaads geboodschapt of gesproken. ~
462 Hand 22:25| Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet,
463 1Kor 14:9 | verstaan worden hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn
464 2Kor 4:13| heb geloofd, daarom heb ik gesproken; zo geloven wij ook, daarom
465 2Kor 7:14| alles met waarheid tot u gesproken hebben, alzo is ook onze
466 Gal 3:16 | tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden,
467 Heb 1:1 | velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten,
468 Heb 1:1 | deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon; ~
469 Heb 2:2 | het woord, door de engelen gesproken, vast is geweest, en alle
470 Heb 3:5 | getuiging der dingen, die daarna gesproken zouden worden; ~
471 Heb 4:4 | van den zevenden dag aldus gesproken: En God heeft op den zevenden
472 Heb 4:8 | zo had Hij daarna niet gesproken van een anderen dag. ~
473 Heb 5:5 | worden, maar Die tot Hem gesproken heeft: Gij zijt Mijn Zoon,
474 Heb 7:14 | welken stam Mozes niets gesproken heeft van het priesterschap. ~
475 Heb 13:7 | voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof
476 Jako 5:10| die in den Naam des Heeren gesproken hebben. ~
477 2Pet 1:21| gedreven zijnde, hebben ze gesproken. ~ ~
478 2Pet 3:2 | heilige profeten te voren gesproken zijn, en aan ons gebod,
479 Jud 1:15 | goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. ~
480 Open 1:12| zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende,
481 Open 10:4 | donderslagen hun stemmen gesproken hadden, zo zou ik ze geschreven
482 Open 10:4 | hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben, en schrijf dat niet. ~
|