Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
gesprengd 4
gesprenkeld 2
gesprenkelde 6
gesproken 482
gesproten 2
gestaan 15
gestadig 4
Frequency    [«  »]
500 wanneer
499 waar
497 weder
482 gesproken
480 zijnde
478 28
475 zeer

Bijbel

IntraText - Concordances

gesproken

    Book Chapter: Verse
1 Gen 2:18 | 18 Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de 2 Gen 12:4 | gelijk de HEERE tot hem gesproken had; en Lot toog met hem; 3 Gen 16:23 | gelijk als God met hem gesproken had. ~ 4 Gen 17:5 | zij zeiden: Doe zo als gij gesproken hebt. ~ 5 Gen 17:19 | brenge, hetgeen Hij over hem gesproken heeft. ~ 6 Gen 18:21 | niet omkere waarvan gij gesproken hebt. ~ 7 Gen 20:1 | aan Sara gelijk als Hij gesproken had. ~ 8 Gen 22:16 | Efron het geld, waarvan hij gesproken had voor de oren van de 9 Gen 23:7 | genomen heeft, en Die tot mij gesproken heeft, en Die mij gezworen 10 Gen 23:30 | Alzo heeft die man tot mij gesproken, zo kwam hij tot dien man, 11 Gen 23:33 | totdat ik mijn woorden gesproken heb. En hij zeide: Spreek! ~ 12 Gen 23:51 | uws heren, gelijk de HEERE gesproken heeft! ~ 13 Gen 25:19 | gelijk als gij tot mij gesproken hadt; sta toch op, zit, 14 Gen 26:15 | hebben, hetgeen Ik tot u gesproken heb. ~ 15 Gen 28:29 | heeft tot mij gisteren nacht gesproken, zeggende: Wacht u, van 16 Gen 32:13 | plaats, waar Hij met hem gesproken had. ~ 17 Gen 32:14 | plaats, waar Hij met hem gesproken had, een stenen opgericht 18 Gen 32:15 | plaats, alwaar God met hem gesproken had, Beth-El. ~ 19 Gen 37:28 | woord, hetwelk ik tot Farao gesproken heb: hetgeen God is doende, 20 Gen 38:14 | Dat is het, wat ik tot u gesproken heb, zeggende: Gij zijt 21 Gen 38:30 | land, heeft hard met ons gesproken; en hij heeft ons gehouden 22 Gen 40:2 | Jozefs woord, hetwelk hij gesproken had. ~ 23 Gen 41:27 | 27 Maar als zij tot hem gesproken hadden al de woorden van 24 Gen 41:27 | van Jozef, die hij tot hen gesproken had, en dat hij de wagenen 25 Exo 1:17 | koning van Egypte tot haar gesproken had, maar zij behielden 26 Exo 4:10 | toen Gij tot Uw knecht gesproken hebt; want ik ben zwaar 27 Exo 4:30 | die de HEERE tot Mozes gesproken had; en hij deed de tekenen 28 Exo 7:13 | hoorde, gelijk de HEERE gesproken had. ~ 29 Exo 7:22 | niet, gelijk als de HEERE gesproken had. ~ 30 Exo 8:15 | hoorde, gelijk als de HEERE gesproken had. ~ 31 Exo 8:19 | hoorde, gelijk de HEERE gesproken had. ~ 32 Exo 9:12 | gelijk de HEERE tot Mozes gesproken had. ~ 33 Exo 9:35 | liet, gelijk als de HEERE gesproken had door Mozes. ~  ~ 34 Exo 10:29 | nu zeide: Gij hebt recht gesproken; ik zal niet meer uw aangezicht 35 Exo 11:1 | Want de HEERE had tot Mozes gesproken: Ik zal nog een plaag over 36 Exo 11:9 | HEERE dan had tot Mozes gesproken: Farao zal naar ulieden 37 Exo 12:1 | tot Aaron in Egypteland gesproken, zeggende: ~ 38 Exo 12:25 | HEERE geven zal, gelijk Hij gesproken heeft, zo zult gij dezen 39 Exo 12:31 | HEERE, gelijk gijlieden gesproken hebt. ~ 40 Exo 12:32 | runderen, zoals gijlieden gesproken hebt, en gaat heen, en zegent 41 Exo 16:11 | heeft de HEERE tot Mozes gesproken, zeggende: ~ 42 Exo 16:23 | Dit is het, dat de HEERE gesproken heeft: Morgen is de rust, 43 Exo 19:8 | en zeide: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen! 44 Exo 20:22 | met ulieden van den hemel gesproken heb. ~ 45 Exo 24:3 | deze woorden, die de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen. ~ 46 Exo 24:7 | zeiden: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen en 47 Exo 32:13 | gezworen hebt, en hebt tot hen gesproken: Ik zal uw zaad vermenigvuldigen 48 Exo 32:14 | over het kwaad, hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen 49 Exo 33:13 | gezworen hebt, en hebt tot hen gesproken: Ik zal uw zaad vermenigvuldigen 50 Exo 33:14 | over het kwaad, hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen 51 Exo 34:17 | deze zelfde zaak, die gij gesproken hebt, zal Ik doen, dewijl 52 Exo 34:55 | al wat de HEERE met hem gesproken had op den berg Sinai. ~ 53 Lev 10:3 | Dat is het, wat de HEERE gesproken heeft, zeggende: In degenen, 54 Lev 10:5 | leger, gelijk als Mozes gesproken had. ~ 55 Lev 10:11 | dienst van Mozes tot hen gesproken heeft. ~ 56 Num 1:48 | Want de HEERE had tot Mozes gesproken, zeggende: ~ 57 Num 3:1 | dage als de HEERE met Mozes gesproken heeft op den berg Sinai. ~ 58 Num 5:4 | gelijk de HEERE tot Mozes gesproken had, alzo deden de kinderen 59 Num 10:29 | heeft over Israel het goede gesproken. ~ 60 Num 12:2 | HEERE maar alleen door Mozes gesproken? Heeft Hij ook niet door 61 Num 12:2 | Heeft Hij ook niet door ons gesproken? En de HEERE hoorde het! ~ 62 Num 14:17 | groot worden, gelijk als Gij gesproken hebt, zeggende: ~ 63 Num 14:28 | gelijk als gij in Mijn oren gesproken hebt! ~ 64 Num 14:35 | 35 Ik, de HEERE, heb gesproken: zo Ik dit aan deze ganse 65 Num 15:22 | die de HEERE tot Mozes gesproken heeft; ~ 66 Num 16:40 | door den dienst van Mozes gesproken had. ~ 67 Num 16:47 | nam het, gelijk als Mozes gesproken had, en liep in het midden 68 Num 21:7 | tegen den HEERE en tegen u gesproken hebben; bid den HEERE, dat 69 Num 22:8 | als de HEERE tot mij zal gesproken hebben. Toen bleven de vorsten 70 Num 23:2 | deed, gelijk als Bileam gesproken had; en Balak en Bileam 71 Num 23:17 | hem: Wat heeft de HEERE gesproken? ~ 72 Num 23:26 | Balak: Heb ik niet tot u gesproken, zeggende: Al wat de HEERE 73 Num 24:12 | gij tot mij gezonden hebt, gesproken, zeggende: ~ 74 Num 27:23 | door den dienst van Mozes gesproken had. ~ 75 Num 31:80 | strijd, gelijk als mijn heer gesproken heeft. ~ 76 Num 31:84 | de HEERE tot uw knechten gesproken heeft, zullen wij alzo doen. ~ 77 Deu 1:1 | die Mozes tot gans Israel gesproken heeft, aan deze zijde van 78 Deu 1:11 | u, gelijk als Hij tot u gesproken heeft! ~ 79 Deu 1:14 | Dit woord is goed, dat gij gesproken hebt, om te doen. ~ 80 Deu 1:21 | uwer vaderen God, tot u gesproken heeft; vreest niet, en ontzet 81 Deu 2:1 | gelijk de HEERE tot mij gesproken had, en wij togen om het 82 Deu 5:4 | HEERE met u op den berg gesproken uit het midden des vuurs, ~ 83 Deu 5:28 | dit volk, die zij tot u gesproken hebben; het is altemaal 84 Deu 5:28 | is altemaal goed, dat zij gesproken hebben. ~ 85 Deu 6:3 | HEERE, uwer vaderen God, gesproken heeft) in het land, dat 86 Deu 6:19 | verdrijven, gelijk als de HEERE gesproken heeft. ~ 87 Deu 9:3 | gelijk als de HEERE tot u gesproken heeft. ~ 88 Deu 9:10 | verzameling, met ulieden gesproken had. ~ 89 Deu 9:28 | het land, waarvan Hij hun gesproken had, en omdat Hij hen haatte, 90 Deu 10:4 | midden des vuurs, tot ulieden gesproken had; en de HEERE gaf ze 91 Deu 10:9 | de HEERE, uw God, tot hem gesproken heeft. ~ 92 Deu 11:25 | zult, gelijk als Hij tot u gesproken heeft. ~ 93 Deu 12:20 | hebben, gelijk als Hij tot u gesproken heeft, en gij zeggen zult: 94 Deu 13:2 | wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggende: Laat ons 95 Deu 13:5 | hij heeft tot een afval gesproken tegen den HEERE, uw God, 96 Deu 15:6 | gelijk als Hij tot u heeft gesproken, zo zult gij aan vele volken 97 Deu 18:2 | gelijk als Hij tot hem gesproken heeft. ~ 98 Deu 18:17 | mij: Het is goed, wat zij gesproken hebben. ~ 99 Deu 18:21 | kennen, dat de HEERE niet gesproken heeft? ~ 100 Deu 18:22 | Naam des HEEREN zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt 101 Deu 18:22 | woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft 102 Deu 18:22 | trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet 103 Deu 19:8 | Hij uw vaderen te geven gesproken heeft; ~ 104 Deu 23:23 | hebt, dat gij met uw mond gesproken hebt. ~ 105 Deu 26:18 | zult zijn, gelijk als Hij u gesproken heeft, en dat gij al Zijn 106 Deu 26:19 | uw God, gelijk als Hij gesproken heeft. ~ 107 Deu 27:3 | uwer vaderen God, tot u gesproken heeft. ~ 108 Deu 29:13 | zij, gelijk als Hij tot u gesproken heeft, en gelijk als Hij 109 Deu 31:3 | overgaan, gelijk als de HEERE gesproken heeft. ~ 110 Joz 1:3 | gelijk als Ik tot Mozes gesproken heb. ~ 111 Joz 4:8 | gelijk als de HEERE tot Jozua gesproken had, naar het getal der 112 Joz 4:12 | gelijk als Mozes tot hen gesproken had. ~ 113 Joz 6:8 | gelijk Jozua tot het volk gesproken had, zo gingen de zeven 114 Joz 11:23 | wat de HEERE tot Mozes gesproken had; en Jozua gaf het Israel 115 Joz 13:14 | gelijk als Hij tot hem gesproken had. ~ 116 Joz 13:33 | gelijk als Hij tot hen gesproken heeft. ~  ~ 117 Joz 14:6 | tot Mozes, den man Gods, gesproken heeft te Kades-Barnea, ter 118 Joz 14:10 | behouden, gelijk als Hij gesproken heeft; het zijn nu vijf 119 Joz 14:10 | HEERE dit woord tot Mozes gesproken heeft, toen Israel in de 120 Joz 14:12 | waarvan de HEERE te dien dage gesproken heeft; want gij hebt het 121 Joz 14:12 | verdreef, gelijk als de HEERE gesproken heeft. ~ 122 Joz 20:2 | waarvan Ik met ulieden gesproken heb door den dienst van 123 Joz 22:18 | goede woorden, die de HEERE gesproken had tot het huis van Israel; 124 Joz 23:30 | de kinderen van Manasse gesproken hadden, zo was het goed 125 Joz 24:5 | de HEERE, uw God, tot u gesproken heeft. 126 Joz 24:10 | strijdt, gelijk al Hij tot u gesproken heeft. ~ 127 Joz 24:14 | de HEERE, uw God, over u gesproken heeft; zij zijn u alle overkomen; 128 Joz 24:15 | de HEERE, uw God, tot u gesproken heeft, alzo zal de HEERE 129 Joz 25:27 | HEEREN, die Hij tot ons gesproken heeft; ja, hij zal tot een 130 Ric 1:20 | Kaleb, gelijk als Mozes gesproken had; en hij verdreef van 131 Ric 2:4 | tot alle kinderen Israels gesproken had, zo hief het volk zijn 132 Ric 2:15 | kwade, gelijk als de HEERE gesproken, en gelijk als de HEERE 133 Ric 5:27 | gelijk als de HEERE tot hem gesproken had. Doch het geschiedde, 134 Ric 5:36 | verlossen, gelijk als Gij gesproken hebt; ~ 135 Ric 5:37 | verlossen, gelijk als Gij gesproken hebt. ~ 136 Ric 12:11 | Dewelke tot deze vrouw gesproken hebt? En Hij zeide: Ik ben 137 Ric 15:10 | gespot, en leugenen tot mij gesproken; verklaar mij toch nu, waarmede 138 Ric 15:13 | gespot, en leugenen tot mij gesproken; verklaar mij toch nu, waarmede 139 Ric 16:2 | hebt, en ook voor mijn oren gesproken hebt, zie, dat geld is bij 140 Rut 2:13 | het hart uwer dienstmaagd gesproken hebt, hoewel ik niet ben, 141 Rut 4:1 | losser, van welken Boaz gesproken had, ging voorbij; zo zeide 142 1Sa 1:16 | want ik heb tot nu toe gesproken uit de veelheid van mijn 143 1Sa 3:12 | wat Ik tegen zijn huis gesproken heb; Ik zal het beginnen 144 1Sa 3:17 | het woord, dat Hij tot u gesproken heeft? Verberg het toch 145 1Sa 3:17 | de woorden, die Hij tot u gesproken heeft! ~ 146 1Sa 10:18 | de HEERE, de God Israel, gesproken: Ik heb Israel uit Egypte 147 1Sa 15:16 | HEERE van nacht tot mij gesproken heeft. Hij dan zeide tot 148 1Sa 16:4 | nu deed, hetgeen de HEERE gesproken had, en hij kwam te Bethlehem. 149 1Sa 17:31 | gehoord werden, die David gesproken had, en in de tegenwoordigheid 150 1Sa 18:24 | Zulke woorden heeft David gesproken. ~ 151 1Sa 20:23 | zaak, waarvan ik en gij gesproken hebben, zie, de HEERE zij 152 1Sa 25:9 | al die woorden tot Nabal gesproken hadden, zo hielden zij stil. ~ 153 1Sa 25:30 | doen zal, dat Hij over u gesproken heeft, en Hij u gebieden 154 1Sa 28:17 | als Hij door mijn dienst gesproken heeft; en heeft het koninkrijk 155 1Sa 28:21 | gehoord, die gij tot mij gesproken hebt. ~ 156 2Sa 2:27 | leeft, ten ware dat gij gesproken hadt, zekerlijk het volk 157 2Sa 3:18 | de HEERE heeft tot David gesproken, zeggende: Door de hand 158 2Sa 7:7 | gewandeld, heb Ik wel een woord gesproken met een der stammen Israels, 159 2Sa 7:19 | over het huis Uws knechts gesproken tot van verre heen; en dit 160 2Sa 7:25 | knecht en over zijn huis gesproken hebt, bestaan tot in eeuwigheid, 161 2Sa 7:25 | en doe, gelijk als Gij gesproken hebt. ~ 162 2Sa 7:28 | dit goede tot Uw knecht gesproken. ~ 163 2Sa 7:29 | Gij, Heere HEERE, hebt het gesproken, en met Uw zegen zal het 164 2Sa 14:13 | dat de koning dit woord gesproken heeft, is hij als een schuldige, 165 2Sa 14:19 | wat mijn heer de koning gesproken heeft; want uw knecht Joab 166 2Sa 17:6 | zeggende: Aldus heeft Achitofel gesproken; zullen wij zijn woord doen? 167 2Sa 23:2 | des HEEREN heeft door mij gesproken, en Zijn rede is op mijn 168 2Sa 23:3 | Rotssteen Israels heeft tot mij gesproken: Er zal zijn een Heerser 169 1Kon 2:4 | woord, dat Hij over mij gesproken heeft, zeggende: Indien 170 1Kon 2:23| dat woord tegen zijn leven gesproken hebben! ~ 171 1Kon 2:24| gemaakt heeft, gelijk als Hij gesproken had; voorzeker, Adonia zal 172 1Kon 2:27| het huis van Eli te Silo gesproken had. ~ 173 1Kon 2:30| zeggende: Zo heeft Joab gesproken, en zo heeft hij mij geantwoord. ~ 174 1Kon 2:31| hem: Doe gelijk als hij gesproken heeft, en val op hem aan, 175 1Kon 2:38| als mijn heer de koning gesproken heeft, alzo zal uw knecht 176 1Kon 5:5 | bouwen; gelijk als de HEERE gesproken heeft tot mijn vader David, 177 1Kon 5:12| gelijk als Hij tot hem gesproken had; en er was vrede tussen 178 1Kon 6:12| dat Ik tot uw vader David gesproken heb; ~ 179 1Kon 8:15| mond tot mijn vader David gesproken heeft, en heeft het met 180 1Kon 8:20| bevestigd Zijn woord, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan 181 1Kon 8:20| Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis 182 1Kon 8:24| gehouden hebt, wat Gij tot hem gesproken hadt; want met Uw mond hebt 183 1Kon 8:24| want met Uw mond hebt Gij gesproken, en met Uw hand vervuld, 184 1Kon 8:25| vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man 185 1Kon 8:26| waar worden, hetwelk Gij gesproken hebt tot Uw knecht, mijn 186 1Kon 8:53| der aarde; gelijk als Gij gesproken hebt door den dienst van 187 1Kon 8:56| heeft, naar alles, wat Hij gesproken heeft! Niet een enig woord 188 1Kon 8:56| Zijn goede woorden, die Hij gesproken heeft door den dienst van 189 1Kon 9:5 | eeuwigheid; gelijk als Ik gesproken heb over uw vader David, 190 1Kon 12:9 | antwoorden zullen, die tot mij gesproken hebben, zeggende: Maak het 191 1Kon 12:10| tot dat volk, die tot u gesproken hebben, zeggende: Uw vader 192 1Kon 12:12| dag, gelijk als de koning gesproken had, zeggende: Komt weder 193 1Kon 12:15| van Ahia, den Siloniet, gesproken had tot Jerobeam, den zoon 194 1Kon 13:3 | wonderteken, waarvan de HEERE gesproken heeft; ziet, het altaar 195 1Kon 13:11| die hij tot den koning gesproken had; deze vertelden zij 196 1Kon 13:18| een engel heeft tot mij gesproken door het woord des HEEREN, 197 1Kon 13:22| plaatse, waarvan Hij tot u gesproken had: Gij zult geen brood 198 1Kon 13:26| HEEREN, dat Hij tot hem gesproken had. ~ 199 1Kon 14:2 | profeet Ahia, die van mij gesproken heeft, dat ik koning zou 200 1Kon 14:11| want de HEERE heeft het gesproken. ~ 201 1Kon 14:18| woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst van 202 1Kon 15:29| woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst van 203 1Kon 16:12| HEEREN, dat Hij over Baesa gesproken had, door den dienst van 204 1Kon 16:34| Jozua, den zoon van Nun, gesproken had. ~  ~  ~  205 1Kon 17:16| woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst van 206 1Kon 21:4 | de Jizreeliet, tot hem gesproken had, en gezegd: Ik zal de 207 1Kon 21:6 | Naboth, den Jizreeliet, gesproken en hem gezegd heb: Geef 208 1Kon 22:23| HEERE heeft kwaad over u gesproken. ~ 209 1Kon 22:28| heeft de HEERE door mij niet gesproken! Verder zeide hij: Hoort, 210 1Kon 22:38| woord des HEEREN,, dat Hij gesproken had. ~ 211 2Kon 1:7 | is, en deze woorden tot u gesproken heeft? ~ 212 2Kon 1:17| woord des HEEREN, dat Elia gesproken had; en Joram werd koning 213 2Kon 2:22| woord van Elisa, dat hij gesproken had. ~ 214 2Kon 4:17| levens, dien Elisa tot haar gesproken had. ~ 215 2Kon 5:4 | zo heeft de jonge dochter gesproken, die uit het land van Israel 216 2Kon 5:13| profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan 217 2Kon 7:17| stierf, gelijk de man Gods gesproken had, die het sprak, als 218 2Kon 7:18| geschied, gelijk de man Gods gesproken had tot den koning, zeggende: 219 2Kon 8:1 | 1 Elisa nu had gesproken tot die vrouw, welker zoon 220 2Kon 9:12| en zo heeft hij tot mij gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE: 221 2Kon 9:36| woord des HEEREN, dat Hij gesproken heeft door den dienst van 222 2Kon 10:10| tegen het huis van Achab gesproken heeft, zal op de aarde vallen; 223 2Kon 10:10| dienst van Zijn knecht Elia gesproken heeft. ~ 224 2Kon 10:17| HEEREN, dat Hij tot Elia gesproken had. ~ 225 2Kon 15:25| Gods van Israel, dat Hij gesproken had door den dienst van 226 2Kon 15:27| 27 En de HEERE had niet gesproken, dat Hij den naam van Israel 227 2Kon 16:12| woord des HEEREN, dat Hij gesproken had tot Jehu, zeggende: 228 2Kon 19:23| wegdeed, gelijk als Hij gesproken had door den dienst van 229 2Kon 21:21| woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, de 230 2Kon 22:9 | HEERE het woord, dat Hij gesproken heeft, doen zal: Zal de 231 2Kon 22:19| woord des HEEREN, dat gij gesproken hebt, is goed. Ook zeide 232 2Kon 24:19| als gij hoordet, wat Ik gesproken heb tegen deze plaats en 233 2Kon 26:2 | woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst Zijner 234 2Kon 26:13| had, gelijk als de HEERE gesproken had. ~ 235 1Kro 17:6 | Israel, heb Ik wel een woord gesproken tot een van de richters 236 1Kro 17:17| knechts tot van verre heen gesproken, en Gij hebt mij naar menselijke 237 1Kro 17:23| dat Gij over Uw knecht gesproken hebt, en over zijn huis, 238 1Kro 17:23| en doe, gelijk als Gij gesproken hebt. ~ 239 1Kro 17:26| dit goede over Uw knecht gesproken. ~ 240 1Kro 22:19| hij in den Naam des HEEREN gesproken had. ~ 241 1Kro 23:11| bouwen, gelijk als Hij van u gesproken heeft. ~ 242 2Kro 7:4 | mond tot mijn vader David gesproken heeft, en heeft het met 243 2Kro 7:10| woord bevestigd, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan 244 2Kro 7:10| Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis 245 2Kro 7:15| gehouden hebt, wat Gij tot hem gesproken hadt; want met Uw mond hebt 246 2Kro 7:15| want met Uw mond hebt Gij gesproken, en met Uw hand vervuld, 247 2Kro 7:16| vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man 248 2Kro 7:17| waar worden, hetwelk Gij gesproken hebt tot Uw knecht, tot 249 2Kro 11:9 | antwoorden zullen, die tot mij gesproken hebben, zeggende: Maak het 250 2Kro 11:10| tot dat volk, die tot u gesproken heeft, zeggende: Uw vader 251 2Kro 11:12| dag, gelijk als de koning gesproken had, zeggende: Komt weder 252 2Kro 11:15| van Ahia, den Siloniet, gesproken had tot Jerobeam, den zoon 253 2Kro 19:22| HEERE heeft kwaad over u gesproken. ~ 254 2Kro 19:27| heeft de HEERE door mij niet gesproken. Verder zeide hij: Hoort, 255 2Kro 23:16| HEERE van de zonen van David gesproken heeft. ~ 256 2Kro 32:12| tot Juda en tot Jeruzalem gesproken, zeggende: Voor het enige 257 2Kro 33:18| der zieners, die tot hem gesproken hebben in den Naam van den 258 Ezra 8:22| wij tot den koning hadden gesproken, zeggende: De hand onzes 259 Neh 2:18 | konings, die hij tot mij gesproken had. Toen zeiden zij: Laat 260 Neh 9:13 | berg Sinai, en hebt met hen gesproken uit den hemel; en Gij hebt 261 Est 30:10 | dat paard, gelijk als gij gesproken hebt, en doe alzo aan Mordechai, 262 Est 30:10 | vallen van alles, wat gij gesproken hebt. ~ 263 Est 40:1 | die goed voor den koning gesproken heeft, staat bij Hamans 264 Job 21:3 | zal spreken; en nadat ik gesproken zal hebben, spot dan. ~ 265 Job 34:35 | Job niet met wetenschap gesproken heeft, en zijn woorden niet 266 Job 38:38 | 38 Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet antwoorden; 267 Job 41:7 | HEERE die woorden tot Job gesproken had, dat de HEERE tot Elifaz, 268 Job 41:7 | hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job. ~ 269 Job 41:8 | hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job. ~ 270 Job 41:9 | gelijk als de HEERE tot hen gesproken had; en de HEERE nam het 271 Psa 17:1 | met onbedriegelijke lippen gesproken. ~ 272 Psa 18:1 | dezes lieds tot den HEERE gesproken heeft, ten dage, als de 273 Psa 60:8 | 8 God heeft gesproken in Zijn heiligdom; dies 274 Psa 62:12 | 12 God heeft een ding gesproken, ik heb dit tweemaal gehoord: 275 Psa 87:3 | heerlijke dingen worden van u gesproken, o stad Gods! Sela. ~ 276 Psa 89:20 | hebt Gij in een gezicht gesproken van Uw heilige, en gezegd: 277 Psa 108:8 | 8 God heeft gesproken in Zijn heiligdom, dies 278 Psa 109:2 | opengedaan; zij hebben met mij gesproken met een valse tong. ~ 279 Psa 110:1 | HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, 280 Psa 119:23 | vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht 281 Psa 119:49 | des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt 282 Spre 25:11| Een rede, op zijn pas gesproken, is als gouden appelen in 283 Jes 1:20 | mond des HEEREN heeft het gesproken. ~ 284 Jes 5:9 | de HEERE der heirscharen gesproken: Zo niet vele huizen tot 285 Jes 16:13 | dat de HEERE tegen Moab gesproken heeft, van toen af. ~ 286 Jes 21:17 | de God Israels, heeft het gesproken. ~  ~ 287 Jes 22:25 | want de HEERE heeft het gesproken. ~  ~  ~  ~ ~ 288 Jes 24:3 | de HEERE heeft dit woord gesproken. ~ 289 Jes 25:8 | want de HEERE heeft het gesproken. ~ 290 Jes 37:22 | woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, de 291 Jes 38:7 | HEERE het woord, dat Hij gesproken heeft, doen zal: ~ 292 Jes 39:8 | woord des HEEREN, dat gij gesproken hebt, is goed. Ook zeide 293 Jes 40:5 | dat het de mond des HEEREN gesproken heeft. ~ 294 Jes 45:19 | heb niet in het verborgene gesproken, in een donkere plaats der 295 Jes 46:11 | verren lande; ja, Ik heb het gesproken, Ik zal het ook doen opkomen; 296 Jes 48:15 | 15      Ik, Ik heb het gesproken, ook heb Ik hem geroepen; 297 Jes 48:16 | beginne niet in het verborgene gesproken, maar van dien tijd af, 298 Jes 59:14 | des HEEREN heeft      het gesproken. ~  ~ 299 Jes 66:12 | hebt niet geantwoord, Ik gesproken heb, maar gij hebt niet      300 Jes 67:4 | en niemand antwoordde, Ik gesproken heb, en zij niet      hoorden, 301 Jer 4:28 | zwart zijn; omdat Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen 302 Jer 7:13 | spreekt de HEERE, en Ik tot u gesproken heb, vroeg op zijnde en 303 Jer 7:22 | Egypteland uitvoerde, niet gesproken, noch hun geboden van zaken 304 Jer 9:12 | heeft de mond des HEEREN gesproken, dat hij het verkondige, 305 Jer 13:15 | want de HEERE heeft het gesproken. ~ 306 Jer 14:14 | bevel gegeven, noch tot hen gesproken; zij profeteren ulieden 307 Jer 18:8 | volk, over hetwelk Ik zulks gesproken heb, zich van zijn boosheid 308 Jer 19:5 | hetwelk Ik niet geboden, noch gesproken heb, noch in Mijn      hart 309 Jer 19:15 | brengen, dat Ik over haar gesproken heb; omdat zij hun nek      310 Jer 23:17 | lasteren: De HEERE heeft het gesproken, gijlieden zult vrede hebben; 311 Jer 23:21 | gelopen; Ik heb tot hen niet gesproken, nochtans hebben zij geprofeteerd. ~ 312 Jer 23:31 | en spreken: Hij heeft het gesproken; ~ 313 Jer 23:35 | geantwoord, en wat heeft de HEERE gesproken? ~ 314 Jer 23:37 | geantwoord en wat heeft de HEERE gesproken? ~ 315 Jer 25:2 | Hetwelk de profeet Jeremia gesproken heeft tot het ganse volk 316 Jer 25:3 | ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, 317 Jer 25:13 | woorden, die Ik daarover gesproken heb; al wat in dit boek 318 Jer 26:13 | kwaad, dat Hij tegen u      gesproken heeft. ~ 319 Jer 26:16 | want hij heeft tot ons gesproken in den Naam des      HEEREN, 320 Jer 26:18 | tot al het volk van Juda gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE 321 Jer 26:19 | kwaad, dat Hij tegen hen gesproken had? Wij dan doen een groot 322 Jer 27:13 | pestilentie, gelijk als de HEERE gesproken heeft van het volk, dat 323 Jer 28:16 | sterven, omdat gij een afval gesproken hebt tegen den HEERE. ~ 324 Jer 29:32 | want hij heeft een afval gesproken tegen den HEERE. ~  ~ 325 Jer 30:2 | de woorden, die Ik tot u gesproken heb, in een boek. ~ 326 Jer 30:4 | de woorden, die de HEERE gesproken heeft van Israel en van 327 Jer 31:20 | Want sinds Ik tegen hem gesproken heb, denk Ik nog ernstelijk 328 Jer 32:24 | pestilentie; en wat Gij gesproken hebt, is geschied, en zie, 329 Jer 33:14 | en over het huis van Juda gesproken heb. ~ 330 Jer 34:5 | want Ik heb het woord gesproken, spreekt de HEERE. ~ 331 Jer 35:14 | gehoord; en Ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, 332 Jer 35:17 | kwaad, dat Ik tegen hen      gesproken heb; omdat Ik tot hen gesproken 333 Jer 35:17 | gesproken heb; omdat Ik tot hen gesproken heb, maar zij niet gehoord 334 Jer 36:2 | de woorden, die Ik tot u gesproken heb, over Israel, en over 335 Jer 36:2 | den dag aan, dat Ik tot u gesproken      heb, van de dagen van 336 Jer 36:4 | HEEREN, die Hij tot hem gesproken had, op een rol des boeks. ~ 337 Jer 36:31 | brengen, dat Ik tot hen gesproken heb; maar zij hebben niet 338 Jer 38:25 | zullen horen, dat ik met u gesproken heb, en tot u komen, en 339 Jer 38:25 | hebt gij tot den koning gesproken? verheel het niet voor ons, 340 Jer 38:25 | wat heeft de koning tot u gesproken? ~ 341 Jer 40:2 | dit kwaad over deze plaats gesproken. ~ 342 Jer 40:3 | en gedaan, gelijk als Hij gesproken had; want gijlieden hebt 343 Jer 42:19 | HEERE heeft tegen ulieden gesproken, gij overblijfsel van Juda! 344 Jer 44:16 | tot ons in des HEEREN Naam gesproken hebt, wij zullen naar u 345 Jer 44:25 | hebben toch met uw mond gesproken, en gij hebt het met uw 346 Jer 45:1 | dat de profeet Jeremia gesproken heeft tot Baruch, den zoon 347 Jer 50:1 | Het woord, dat de HEERE gesproken heeft tegen Babel, tegen 348 Jer 51:12 | inwoners van Babel gesproken heeft. ~ 349 Jer 51:62 | Gij hebt over deze plaats gesproken, dat Gij ze zult uitroeien, 350 Eze 5:13 | de HEERE, in Mijn ijver gesproken heb, als Ik Mijn      grimmigheid 351 Eze 5:15 | zal; Ik, de HEERE, heb het gesproken! ~ 352 Eze 5:17 | de      HEERE, heb het gesproken! ~  ~ 353 Eze 6:10 | Ik heb niet tevergeefs gesproken, van hun dit kwaad aan te 354 Eze 12:28 | worden; het woord, hetwelk Ik gesproken heb, dat zal gedaan worden, 355 Eze 13:6 | daar zeggen: De HEERE heeft gesproken, daar de HEERE hen niet 356 Eze 13:7 | HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb? ~ 357 Eze 14:9 | overreed zal zijn, en iets gesproken zal hebben, Ik, de HEERE, 358 Eze 17:21 | dat Ik, de      HEERE, gesproken heb. ~ 359 Eze 17:24 | de      HEERE, heb het gesproken, en zal het doen. ~  ~  ~  ~ ~ 360 Eze 21:17 | rusten; Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~ 361 Eze 21:32 | want Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~  ~  ~  ~ ~ 362 Eze 22:14 | zal? Ik, de HEERE, heb het gesproken, en zal het doen. ~ 363 Eze 22:28 | en de HEERE heeft niet gesproken. ~ 364 Eze 23:34 | afrukken; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. ~ 365 Eze 24:14 | Ik, de HEERE, heb het gesproken; het zal komen, en Ik zal 366 Eze 26:5 | netten; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE; 367 Eze 26:14 | want Ik, de HEERE, heb het gesproken, spreekt de Heere      HEERE. ~ 368 Eze 28:10 | vreemden; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. ~ 369 Eze 30:12 | de HEERE, heb      het gesproken. ~ 370 Eze 34:24 | hen, Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~ 371 Eze 35:12 | tegen de bergen Israels gesproken hebt, zeggende: Zij zijn 372 Eze 36:5 | in het vuur Mijns ijvers gesproken heb tegen het overblijfsel 373 Eze 36:6 | in Mijn      grimmigheid gesproken, omdat gij den smaad der 374 Eze 36:36 | de HEERE,      heb het gesproken en zal het doen. ~ 375 Eze 37:14 | weten, dat Ik, de HEERE, dit gesproken en gedaan heb, spreekt de 376 Eze 38:17 | welken Ik in verleden dagen gesproken heb, door den dienst Mijner 377 Eze 38:19 | 19      Want Ik heb gesproken in Mijn ijver, in het vuur 378 Eze 39:5 | vallen; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE. ~ 379 Eze 39:8 | is de dag, van welken Ik gesproken heb. 380 Dan 9:12 | woorden bevestigd, die Hij gesproken heeft tegen ons, en tegen 381 Hos 10:4 | Zij hebben woorden gesproken, valselijk zwerende in het 382 Joe 3:8 | de HEERE heeft het      gesproken. ~ 383 Amos 3:8 | vrezen? De Heere HEERE heeft gesproken, wie zou niet profeteren? ~ 384 Oba 1:18 | want de HEERE heeft het gesproken. ~ 385 Jona 3:10| over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen doen, 386 Mic 4:4 | heirscharen heeft het      gesproken. ~ 387 Zac 13:3 | leven, dewijl gij valsheid   gesproken hebt in den Naam des HEEREN; 388 Mal 3:13 | Wat hebben wij tegen U gesproken? 389 Matt 1:22| worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende: ~ 390 Matt 2:15| worden hetgeen van den Heere gesproken is door den profeet, zeggende: 391 Matt 2:17| vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, 392 Matt 2:26| deze is het, van denwelken gesproken is door Jesaja, den profeet, 393 Matt 4:14| vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, 394 Matt 8:17| vervuld zou worden, dat gesproken was door Jesaja, den profeet, 395 Matt 12:17| vervuld zou worden, hetgeen gesproken is door Jesaja, den profeet, 396 Matt 12:32| 32 En zo wie enig woord gesproken zal hebben tegen den Zoon 397 Matt 12:32| tegen den Heiligen Geest zal gesproken hebben, het zal hem niet 398 Matt 12:36| hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve 399 Matt 13:34| heeft Jezus tot de scharen gesproken door gelijkenissen, en zonder 400 Matt 13:35| vervuld zou worden, wat gesproken is door den profeet, zeggende: 401 Matt 16:11| dat Ik u van geen brood gesproken heb, als Ik zeide, dat gij 402 Matt 17:13| hun van Johannes de Doper gesproken had. ~ 403 Matt 21:4 | opdat vervuld worde, hetgeen gesproken is door den profeet, zeggende: ~ 404 Matt 22:31| hetgeen van God tot ulieden gesproken is, Die daar zegt: ~ 405 Matt 24:15| der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniel, de profeet, 406 Matt 26:13| ook tot haar gedachtenis gesproken worden van hetgeen zij gedaan 407 Matt 27:9 | vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet Jeremia, 408 Mark 5:36| hebbende het woord, dat er gesproken werd, zeide tot den overste 409 Mark 12:26| in het doornenbos tot hem gesproken heeft, zeggende: Ik ben 410 Mark 13:14| door den profeet Daniel gesproken is, staande waar het niet 411 Mark 14:9 | ook tot haar gedachtenis gesproken worden, van hetgeen zij 412 Mark 16:19| Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is opgenomen in den 413 Luk 1:55 | 55 (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, 414 Luk 1:65 | gebergte van Judea werd veel gesproken van al deze dingen. ~ 415 Luk 1:70 | 70 Gelijk Hij gesproken heeft door den mond Zijner 416 Luk 2:20 | gezien hadden, gelijk tot hen gesproken was. 417 Luk 12:3 | worden; en wat gij in het oor gesproken hebt, in de binnenkamers, 418 Luk 20:19 | deze gelijkenis tegen hen gesproken had. ~ 419 Luk 24:6 | Gedenkt, hoe Hij tot u gesproken heeft, als Hij nog in Galilea 420 Luk 24:25 | geloven al hetgeen de profeten gesproken hebben! ~ 421 Joha 1:23| gelijk Jesaja, de profeet, gesproken heeft. ~ 422 Joha 2:22| en het woord, dat Jezus gesproken had. ~ 423 Joha 7:46| Nooit heeft een mens alzo gesproken, gelijk deze Mens. ~ 424 Joha 8:40| Mens, Die u de waarheid gesproken heb, welke Ik van God gehoord 425 Joha 9:29| weten, dat God tot Mozes gesproken heeft; maar Dezen weten 426 Joha 11:13| 13 Doch Jezus had gesproken van zijn dood; maar zij 427 Joha 12:29| Een engel heeft tot Hem gesproken. 428 Joha 12:38| profeet, vervuld werd, dat hij gesproken heeft: Heere, wie heeft 429 Joha 12:48| oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen 430 Joha 12:49| Ik heb uit Mijzelven niet gesproken; maar de Vader, Die Mij 431 Joha 14:25| Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende. ~ 432 Joha 15:3 | het woord, dat Ik tot u gesproken heb. 433 Joha 15:11| Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in 434 Joha 15:22| gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; 435 Joha 16:1 | Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij niet geergerd 436 Joha 16:4 | deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer de ure zal 437 Joha 16:6 | omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, zo heeft de droefheid 438 Joha 16:25| door gelijkenissen tot u gesproken; maar de ure komt, dat Ik 439 Joha 16:33| Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede 440 Joha 17:1 | 1 Dit heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op 441 Joha 18:20| antwoordde hem: Ik heb vrijuit gesproken tot de wereld; Ik heb allen 442 Joha 18:20| het verborgen heb Ik niets gesproken. 443 Joha 18:21| gehoord hebben, wat Ik tot hen gesproken heb; zie, dezen weten, wat 444 Joha 18:23| antwoordde hem: Indien Ik kwalijk gesproken heb, betuig van het kwade; 445 Joha 21:19| verheerlijken zou. En dit gesproken hebbende, zeide Hij tot 446 Hand 2:16| 16 Maar dit is het, wat gesproken is door den profeet Joel: ~ 447 Hand 2:31| heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus, 448 Hand 2:34| hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan 449 Hand 3:21| wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den mond van 450 Hand 3:24| zijn, zovelen als er hebben gesproken, die hebben ook deze dagen 451 Hand 7:42| dezelfde woorden zouden gesproken worden. ~ 452 Hand 7:46| eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden; doch nademaal 453 Hand 8:25| als zij te Perge het Woord gesproken hadden, kwamen zij af naar 454 Hand 10:14| nam op hetgeen van Paulus gesproken werd. ~ 455 Hand 14:11| den dageraad toe, met hen gesproken had, vertrok hij alzo. ~ 456 Hand 16:10| Damaskus; en aldaar zal met u gesproken worden, van al hetgeen u 457 Hand 17:7 | 7 En als hij dit gesproken had, ontstond er tweedracht 458 Hand 17:9 | indien een geest tot hem gesproken heeft, of een engel, laat 459 Hand 19:12| Festus, als hij met den raad gesproken had: Hebt gij u op den keizer 460 Hand 20:22| hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude: ~ 461 Hand 22:21| iets kwaads geboodschapt of gesproken. ~ 462 Hand 22:25| Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, 463 1Kor 14:9 | verstaan worden hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn 464 2Kor 4:13| heb geloofd, daarom heb ik gesproken; zo geloven wij ook, daarom 465 2Kor 7:14| alles met waarheid tot u gesproken hebben, alzo is ook onze 466 Gal 3:16 | tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, 467 Heb 1:1 | velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, 468 Heb 1:1 | deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon; ~ 469 Heb 2:2 | het woord, door de engelen gesproken, vast is geweest, en alle 470 Heb 3:5 | getuiging der dingen, die daarna gesproken zouden worden; ~ 471 Heb 4:4 | van den zevenden dag aldus gesproken: En God heeft op den zevenden 472 Heb 4:8 | zo had Hij daarna niet gesproken van een anderen dag. ~ 473 Heb 5:5 | worden, maar Die tot Hem gesproken heeft: Gij zijt Mijn Zoon, 474 Heb 7:14 | welken stam Mozes niets gesproken heeft van het priesterschap. ~ 475 Heb 13:7 | voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof 476 Jako 5:10| die in den Naam des Heeren gesproken hebben. ~ 477 2Pet 1:21| gedreven zijnde, hebben ze gesproken. ~  ~ 478 2Pet 3:2 | heilige profeten te voren gesproken zijn, en aan ons gebod, 479 Jud 1:15 | goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. ~ 480 Open 1:12| zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, 481 Open 10:4 | donderslagen hun stemmen gesproken hadden, zo zou ik ze geschreven 482 Open 10:4 | hetgeen de zeven donderslagen gesproken hebben, en schrijf dat niet. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License